Eindelijk «eergevonden
Dinsdag 17 Juli 1923.
EERSTE BLAD.
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
Het voornaamste nieuws
van héden.
FEUILLETON
t
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
BO Cts. per regel. Bij regelaïoimoment b'elangrijS
1 Ja.? eren prijs.
Kleine advertentien, Uitsluitend bij voornitbo-
taling. Woensdags en Zaterdags 50 Cis., bij een
("maximum aantal -woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor evenlueele op-
ken ding van brieven 10 Cts. porto te betalen.
Bewijsnummer 5 Cis.
Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers vaar Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
Podchèqne- en Girodienst No. 67055. Postbns No. W.
PRIJS DEZER COURANT;
Voor telden p. 3 mn'd. 'f 2.35, p. week" -5" Z Dit
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd sijtt,
per weck DIS
Franco per post 'f 2.35 4" portokosten.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen
Nummer 19435.
Geslaagd zijn voor het „Mercurius"-
diploma voor boekhouden en a. v. de heeren
J. J. van Oostcrhoud, S. W. van Leeuwen,
J. de Cler, J. Laman en A. van der Leede,
alhier.
Voor het einddiploma va" den Kol.
Suikercursus, aansluitende op de üoogere
Kol. Landbouwschool, is geslaagd de heer
J. H. Valentgoed, alhier.
Zooals wij reeds mededeelden, beslaat
'de zaak van de firma P, W. M. Trap, boek
en steendrukkerij, Papenstraat 30, alhier, he
den 75 jaar. Zij werd in het jaar 1848 opge
richt door wijlen den heer P. W. M. Trap en
had, zooals meestal met pas beginnende za
ken in dien tijd, een geringen omvang en
werd op bescheiden voet gedreven. De heer
Trap stelde evenwel aan zichzelf en aan het
werk, op zijn drukkerij vervaardigd, strenge
eischen,- waardoor de zaak gestadig uit
breidde en naam kreeg, zoowel builen de ge
meente als in de stad zelve en zelfs in het
buitenland. Dit bleek ook uit de bekronin
gen, die den .heer Trap ten deel vielen.
In 1870 werd de zoon van den oprichter,
den lieer J. P. Trap, in de zaak opgenomen.
De tijdsomstandigheden leidden er toe, dat
Be herdenkingsdag zonder feestelijkheden
voorbijgaat. Alleen is de vlag van het ge
bouw der drukkerij uitgestoken en werden
tal van gelukwenschen, in den vorm van
telegrammen, brieven en kaarljes, ontvan
gen.
De tegenwoordige firmant, de heer J. P.
Trap, heeft zich echter aan alle huldebetoon
ontiroklcen door dezer dagen de stad te ver
laten.
Het gezamenlijk personeel, dat oorspron
kelijk voornemens was den patroon een
stoffelijk blijk vati waardeering aan te bie
den, zond dezen nu een telegram van geluk-
.wenseh,
Gistermiddag geraakte aan hel Rapen
burg een fietsende jongen te water. Hij werd
er spoedig weer uitgehaald, terwijl len huize
van dr. van Iterson het water, dat hij had
binnengekregen, werd uitgepompt met het
oog op de „waterzindèiijkheid".
Doór-de politie is aangehouden van t'
fff verdacht van verduistering van Iwee rij
wielen.
Ten nadeele van een schipper is op
diens schuit, liggende in de Heerengrachl,
een loopplank ontvreemd van circa i'U M.
lengte.
Aangifte is gedaan door den heer T.,
dat uit zijn zeilboot, liggende in den Vliet,
;een kist is ontvreemd met borden, koppen,
Aangifte is gedaan van. het ontvreem
den van een rijwiel uit de Leeszaal Reuvens.
In de Stedelijke Werkinrichting zijn
opgenomen in de week van 8 tot en met
li Juli 139 volwassen personen en 11 kin
deren, totaal 150 pers.
De verhocging der collegegelden.
Dr. Yan der Mijle, voorzitter van den Na-
tionalen Bond voor Bezuiniging heeft zich,
in verband met het dezer dagen aangeno
men wetsontwerp tot verhooging der col
legegelden aan de universiteiten, in een
adres tot H. M. de Koningin gewend, waarin
hij te kennen geeft:
Dat hij uit de dagbladen heelt kennis ge
nomen van het ontwerp lot wijziging der
Hoogere-Onderwijs-wet, inzonderheid be
doelend een aanmerkelijke verhooging der
collegegelden; dat hij. voorstander zijnde
van een ruime openstelling der gelegenheid
tot cullureele ontwikkeling, tot zijn leed
wezen moet constateeren, dat deze verhoo
ging da.armede ten eenenmale in strijd i3,
overtuigd als hij is, dat een verhooging der
collegegelden met honderd gulden voor vele
ouders van studcerende jongelieden groote
bezwaren zal opleveren; dat blijkens de toe
lichting deze verhooging bedoeld is als een
rem tegen de belangrijke toename van stu
denten, welke bij verschillende faculteiten
van onze inrichtingen voor Hooger Onder
wijs valt te constateeren; dat dit doel ech
ter beter kan worden bereikt door verzwa
ring der toelatingsexamens tot een der pro-
paedeutische examens aan onze Universitei
ten, dewijl hierdoor de voor universitaire
studie minder geschikte personen gemakke
lijk worden geweerd, hetgeen zeer zeker is
te achten in het belang der maatschappij;
dat niet uit het oog verloren mag worden,
dat ten allen tijde reeds, doch vooral in de
tegenwoordige tijdsomstandigheden, ouders
van studenten, niet wonende in de universi
teitssteden, zich buiten de collegegelden om
belangrijke financieele opofferingen voor de
studie hunner kinderen moeien getroosten,
zoodat vooral ook voor die ouders, ten min
ste voor een groot gedeelte er van een ver
hooging der studiekosten met honderd gul
den geen zaak van ondergeschikte beleeke-
nis is; dat alles er voor pleit ook bij de col
legegelden verband te leggen met het inko
men of het vermogen der ouders, door welke
proporlioneele heffing de belangen der schat
kist nog zouden worden gebaat, zonder dat
aan de minder gegoede studenten den weg
lot de universiteit zou worden afgesloten;
dat eindelijk, als het streven moet zijn ge
richt op vermindering van het aantal stu
denten, dit doel moet worden bereikt niet
volgens een selectie-systeem, dat verband
houdt met het vermogen der ouders, maar
wel met een, waarbij eenvoudig rekening
wordt gehouden met de capaciteiten der
aanslaande studenten.
Reden, waarom adressant zich eerbiedig
lot Uw Majesteit wendt, om aan het te do
zer zake door de beide Kamers der Slalen-
Generaal aangenomen wetsontwerp Uw
goedkeuring te willen onthouden.
Bezuiniging aan gymnasia.
Het bestuur der Vereeniging van Rectoren
en Conrectoren in Nederland heeft in een
adres tot den Minister van Onderwijs het
dringend verzoek gericht, in welwillende
overweging te' nemen de volgende conclu
sies, welke met algemeene stemmen zijn
aangenomen in de ledenvergadering van
7 dezer:
I. Bezuiniging op het gymnasiaal onder
wijs kan niet dan met de allergrootste
schade voor dat onderwijs worden tot stand
gebracht door de op dit oogenblik van Re-
geeringswege beraamde middelen: a. ver
mindering van salarissen; b. verhooging van
het aantal te geven lesuren; c. verhooging
van het aantal leerlingen per klasse, indien
deze middelen, zooals op het oogenblik het
plan schijnt, imperatief en uniform worden
doorgevoerd.
II. Wanneer een dusdariige bezuiniging
werkelijk absoluut noodzakelijk is, kan men
het door de jongste hervormingen toch reeds
geschokte onderwijs alleen op de been hou
den door deze bezuiniging over te laten
aan de met de plaatselijke omstandigheden
beter bolide gemeente- en schoolbesturen.
III. Men geve hiertoe aan gemeente- en
schoolbesturen zelfstandigheid in de vol
gende opzichten: a. zij bepalen in overleg
met den rector in hoeverre de salarissen zul
len worden verminderd; b. zij bepalen op
gelijke wijze in hoeverre het getal der les
uren,-door de leeraren te geven, zal worden
vermeerderd; c. zij bepalen eveneens, wan
neer lot splitsing van klassen zal worden
overgegaan; d. zij nemen voorts alle maat
regelen, in het belang van het onderwijs
noodzakelijk.
Bij dit alles zijn zij als minimum gebon
den aan de nieuwe Koninklijke besluiten.
IV. Hiertegenover worde de subsidie van
het Rijk onafhankelijk van bovengenoemde
maatregelen vastgesteld.
Men verleene bijv. subsidie alsof de nieu
we besluiten van kracht Waren of wol men
neme als basis de kosten van 1921 in
den geest van het IC. B. van 28 Dec. 1922,
Slsbl. 744 en trekke van do aldus gevon
den bedragen een algemeen vastgesteld be
zuinigingspercentage af.
Gemeente- en schoolbesturen krijgen de
bevoegdheid en de verplichting het ontbre
kende door steun van particulieren en voorts
uit eigen middelen aan te vullen.
Op voorstel van B. en W. heeft de
Raad van Den Haag besloten aan mr. W.
H. Hovy, voormalig burgemeester van Loos
duinen, de burgemeestersketen als aandeu-
ken aan zijn burgemeesterschap ten geschen
ke aan tc bieden.
Het congres inzake Kerk en Oorlog
wordt 18 en 19 Oct. in Den Haag geopend
door prof. dr. J. A -Cramer, te Utrecht,
waarna prof. dr. G. J. Heering, to Leiden,
een inleidend woord zal spreken over: De
Kerk als het (geweten der samenleving.
Bij Kon. besluit is aan II. Rozendal,
hoofdcommies der directe belastingen, in
voerrechten en accijnzen, te Schiedam, toe
gekend de zilveren ceremedaillc, verbonden
aan de orde van Oranjc-Nassau; zijn be
noemd bij het reserve-personeel der land
macht, bij het personeel van den geneeskun
digen dienst, tot reserve-officier van gezond
heid der 2de klasse, de heeren J. J. van de
Leuv en G. van Gelderen, artsen.
Wijlen mevrouw Le Fèvre de Montlg-
ny, geboren Bisdom van Yliet, heeft aan
de Ned.-Herv. Gemeente te Haastrecht
vermaakt de graftombe der familie Bisdom
van Yliet in de kerk aldaar met e<en kapi
taal van f 1000 voor onderhoud en een jaar-
*"lijksche bijdrago van f 500 voor het predi-
kajitstraktement, mits do predikant vrij
zinnig is.
Het centraal-stembureau te Amster
dam is gistermiddag ten stadhuizo bijeen
gekomen en heeft in de plaats van wijlen
den heer P. M. Nolting als lid van den
Raad aangewezen den heer KI. de Yrics
Szn., zoowel voor de periode tot September
a.s. als voor de vier volgende jaren.
Gisteren is te Amsterdam de Lande
lijke Federatie van Bouwvakarbeiders iu
Nederland in buitengewoon congres bijeen
gekomen ter bespreking van den toestand
in de onafhankelijke vakbeweging en het
vaststellen van het door haar ten deze in
te nemen standpunt.
Ter tafel waren twee voorstellen, welke
beide beoogden de eenheid in de Lande
lijke Federatie te bewaren, torwijl op het
congres zelf nog e<en voorstel is gedaan
door een der afgevaardigden, om tzich van
het Nationaal Arbeidssecretariaat af to
scheiden en aan te sluiten bij het nieuw op
gerichte verbond.
Dit voorstel is echter door niemand ge
steund en derhalve niet in stemming ge
komen.
Een voorstel, om zieh van het N.A.S af
te scheiden en als zelfstandige vakfedera
tie te blijven voortbestaan, is met over*
groot© meerderheid verworpen.
Ten slotte is een voorstel van de meer
derheid van bet bestuur met overgroote
meerderheid aangenomen. Dit behelsde,
dat de Federatie bij het N.A.S. blijft aan
gesloten, op voorwaarde, dat tot uitvoe
ring worde gebracht punt 1 van het beken
de compromis, waaraan nog is toegevoegd
dat in geen geval tot aansluiting, noch bij
de eene, noch bij do andere internationale
wordt overgegaan, zoolang de pogingen tot
de samensmelting der beide internationa
len niet zijn gelukt.
De Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid heeft aan Loofden of bestuur
ders vnji steenbakkerijen in alle gemeenten
des Rijks vergund, dat tot 1 October 1923
in hun onderneming op dagen, waarop
daarin door de arbeiders 9 uur of langer
arbeid wordt verricht, de arbeidstijd van
de betrokken arbeiders in zijn geheel gele
gen is in een tijdvak van 12 uur, aanvan
gende niet vóór G uur des voormiddags en
niet na 7 uur des namiddags, onder voor
waarde, dat omstreeks den middag een on
afgebroken rusttijd van ten minste 1uur
wordt gegeven.
BINNENLAND.
Een adres aan H. M. de Kpningla over Së
verhooging der cullege-gelden.
Adres van de Ver. vrRectoren ën Con«
rectoren over bezuiniging aan gymnasia.
Buitengewoon congres van de Landelijke
Federatie van Bouwvakarbeiders.
Louis Couperus is overleden.
De „Willem Six" eindigt als één, „Hol
lands Hope" als twee bij de zeilwedstrijden
te Gothenburg.
BUITENLAND.
De ontvangst van Poincaré's rede (0
Senlis is slecht in het buitenland.
Te Lausanne heet overeenstemming ofl
vrijwel alle punten bereikt.
Mussolini in de Italiaansche Kamer.
Arrestaties in verband met de ontvluch
ting van Ehrharclt.
Bij het openbaar onderwijs schijnen
heel wat aklebezitters zonder betrekking te
zijn. Het gemeentebestuur van Slodderen
had de laatste jaren groote moeite om een
voordracht voor een te benoemen onderwij-»
zer of onderwijzeres samen tc stellen, ter*
wijl thans voor een vacature van onderwij*
zer aan een der scholen in die gemeente zich
21 sollicitanten hebben aangemeld en voor
onderwijzeres 23.
Het ligt in dc bedoeling der Regeering,
het eerstvolgend examen voor onderwijzer
niet le doen plaals hebben in het voorjaar,
maar in den zomer van 1924.
liet hoofdbestuur der Vereeniging van
Chr. Onderwijzers in Ned. heeft een adres
gezonden aan den Minister van Onderwijs,
waarin het, „overwegende, dat deze even-»
lueel uit te voeren maatregel ten gevolge
heeft, dat de candidalen, die in het voorjaar
van 1923 afgewezen werden, bijna ander
half jaar zullen moeten wachten, alvorens
zij zich opnieuw aan dat examen zullen
kunnen onderwerpen, wat én voor öe can-
didaten zelf èn voor dc huisgezinnen, afge-.
dacht zelfs van nadeelige gevolgen, een
groote teleurstelling is." verzoekt „deze te
leurstelling te voorkomen door in het na
jaar van 1923 nog eenmaal gelegenheid te
geven dit examen af te leppen, echter met
dien verstande, dat uitsluitend tot dat exa
men worden toegelaten zij, die in het voor-»
jaar werden afgewezen."
Ifet hoofdbestuur geeft den Minister daar
toe beleefd in overweging een commissie te
benoemen, die in het centrum van het land
zitting houdt.
Uil het Engelsch van ADELINE SERGEANT.
90)
„Hoe gaat het met lady Broxbourne?"
„Mylady is niet beter, juffrouw, het spijt
me het te moeten zeggen," was het beleef
de antwoorden het deed Sydney aange
naam aan, te zien, dat de man er werkelijk
bedroefd uitzag. Ér lag meer dan de vor
melijke, begrafenisachtigo plechtigheid
i van den goedgedrilden knecht in een aan
zienlijk huis op zijn gelaat.
I „Nicht Catherine" had reeds dc harten
van dc geheele huishouding gewonnen.
Tot haar ergernis werd zij het volgende
oogenblik omhelsd door mevrouw Massing-
hain, die haar onder kussen en tranen ver
zekerde van haar groot genoegen om haar
op Broxbourne te ontvangen en (in den-
zelfden adem) klaagde over dc treurigheid
van deze droevige gelegenheid.
„Hoe gaat het liaar?"- Sydney durfde
haast niet ademhalen.
„Lieve, zij leeft; en dat is alles, wat
men zeggen kan. Arm schepselZoo zacht,
zoo lief, zoo geheel 'n vrouw vóór Gerard."
Sydney wist niet, wat te &g£0n. Want
dit was de vrouw, die eens zoo koel-bc-
leefd tegen Catherine was geweèit, z'oo be
reid, om Rose in haar onbeschaamdheid te
steunen 1 Was het de nadering van den
dood, die» mevrouw Massinghams hart ver
zacht had
„Wil u thee hebben? Wil u liever eerst
naar uw kamer gaan? O, mijnheer Holden,
hoe gaat het u? Ef* staat wijn in de stu
deerkamer of whiskey, als u dat liever
wilt."
„Ik heb niets noodig", zei do heer Hol-
'den, op zoo'n harden 'toon, dat zelfs Syd
ney er van schrikte. „Ik ben gekomen om
haar to zien."
„O, ja, natuurlijk"," zei mevrouw Mas-
bingham, wat geërgerd on beleedigd :,,maar
wil u niet eerst wat gebruiken? Na uw
lange reis? Neen? Dan wil u misschien)
toet mij naar boven komen; men heeft mij
gezegd, dat de arme, lieve lady Broxbour-
*>e zoo verlangde, om haar familieleden
pien.'i
Zelfs Sydney wënsctifë, 'dat "de welbe-
bpraakte vrouw met de fluweelen tong haar.
mond zou houden. Het gelaat van haar
oom had die strakke uitdrukking aange
nomen, die het op een zwaar masker deed
gelijken; zij wist nu, dat het een bedek
king van leed was en zij waagde het het
was een heele durf om zoo iets te doen
haar hand op ziju arm te leiggen, terwijl
zij naar boven gingen. Hij lette er niet op
hij keek niet eens naar haarmaar hij duw
de het bevende handje niet weg.
Mevrouw Massingham liet hen even in
een voorkamer wachten, terwijl zij een an
der vertrek binnenging. Hier legde Sydney
haar hoed en mantel af, en dacht met een
natuurlijke siddering aan het vreeselijke,
dat hun te wachten stond. Maar een vol
gend oogenblik vergat zij om bang te zijn.
Want Laurens kwam uit de kamer van zijn
moeder en trad hun te gemoet; en toen zij
hem aankeek, en zijn gezicht zoo vol van
zorg zag, verlangde zij alleen maar hem te
troosten en vergat zij om bang te zijn.
Hij ging na.ar den heer Holden en stak
zijn hand uit zonder een spoor van zelf
verheffing of merkbare herinnering aan
het verleden.
,,ïk hen zoo blij, dat u heeft kunnen ko
men", zei hij. „Zij heeft zoo lang naar u
gevraagd."
Toen gaf hij Sydney een langer en war
mer handdruk, maar zei niets tot baar.
Het was voldoende, dat hun oogen elkan
der ontmoet hap^gi).
„Komt hierheen", zei hij, en wenkte hun
hem te volgen.
De kamer was groot en luchtig en had
drie groote ramen. Voor één er van waren
de zijden gordijnen weggetrokken, zoodat
de ondergaande zon en do zacht-groene hoo
rnen van het park, met het wijde landschap
daar achter zichtbaar waren. Catherine
had altijd graag den zonsondergang ge
zien, herinnerde John Holden zich, met een
scherp gevoel van smartzij had waar
schijnlijk de verpleegster gevraagd 't gor
dijn nu weg te trekken. Zij lag met haar
gelaat naar het zonlicht, maar het bracht
geen kleur op haar (uitgeteerde wangen.
Zii was heel bleek en de schaduwen om oog
leden en mond waren diep cn toch lag 'er
een vredigheid, een lieflijkheid op hefc ge
laat, die het mooi maakte. Haar echtge
noot zat naast haar niet haar hand in dë
zijné.
Er wag geen gebrek 'aan zorg of liefdé-
rijkheid. De geheele inrichting der Lattier
was weelderig en kostbaar. Er waren tweë
verpleegsters; maar zij hielden riefc' op
den achtergrond. Misschien voelden zij, dat
hun werk nu afgeloopen was. Mevrouw
Massingham bleef maar een paar minuten.
Lord Broxbourne zat aan den eenen kant
van het bed met een vreemd-zachte uit
drukking op zijn fijnbesneden grijs gelaat.
Laurens stond bij Sydney aan het voeten
einde en de heer Holden stond tegenover
lord Broxbourne aan den anderen kant.
Catherines echtgenoot had een lichte,
beleefde buiging voor hem gemaakt, toen.
hij de kamer binnenkwammaar John Hol
den, stijf en rechtop als hij liep, scheen
het niet te bemerken. Het scheen bijna
alsof hij, die verkeerd gedaan had, de eeni-
ge was, die niet kon buigen, zich onder
werpen en vergeven.
Kitty", zei lord Broxbourne, zich over
haar biiigende en ohwat deed het John
Holden pijn, haar bij dien ouden, vertrou-
wolijken naam te hooren noemen door hem
Kitty, lieveling, zij zijn gekomen. Wil
jc niet met je neef spreken?"
Dc zware oogleden werden langzaam op
geslagen, en een zwakke glimlach kwam
over het bleeke gelaat. Zij bewoog 'de lin
kerhand over het dek in de richting van
John Holden en fluisterde zijn naam en
dien van Sydney.
Sydney kwam naderbij en kuste haar,
maar niemand sprak. John Holden liet zijn
hand in de hare.
„Ik ben blij, dat ge gekomen zijt," zei
ze eindelijk, maar heel zacht. „Ik wilde af
scheid nemen."
„Neen, neen, geen afscheid, Catherine,"
zei haar neef, op diep bedroefden toon.
„Waarom niet?"- zei zo glimlachend. Toen
mompelde zij iets, dat zij niet konden ver
staan, maar het klonk John, die het dichtst
bij stond, als de woorden: „Te laat over
geplant." Het was meer dan hij verdragen
kon. De druk van haar zwakke hand trok
hem omlaag tot hij op zijn knieën lag, zijn
gelaat half verborgen, zijn lippen op haar
hand gedrukt en zijn tranen vielen heet
ën zwaar op Ho -koude vingers, die hij vast
hield. Anderen in de kamer weenden ook,
maar lord Broxbourne was kalm. Misschien
wist Catherine alleen, dat zijn smart evon
diep was als van lien, die luid weenden.
Zij bracht de handen der twee mannen
samen.
„Je zult elkander vergeven om mijnent
wil zei ze. !En de twee handen sloten zicK
een oogenblik in een greep, die meer be-
t.eekende dan lord Broxbourne of John!
Holden in woorden had kunnen uitdruk
ken. Hierna kon cr geen bepaalde vijand
schap meer tusschen hen bestaan.
Het was het laatste, wat zij bij bewust
zijn zcide. Zij kende hen en glimlaohte te
gen hen, toen zij haar plechtig en stil kus
ten, als voor een laatst vaarwelmaar zij
sprak niet meer. Haar laatste gedachte
scheen zij gegeven te hebben, niet aan haar
echtgenoot of zoon, ondanks al haar liefde
voor hen maar aan den man, die haal
leven bedorven had. Zij hield John Hol
ders hand tot het laatste oogenblik vast.
Overplanting had haar gedood, zooals zij
gezegd had. Zij was gewend geraakt aan
dc koude vlagen van den tegenspoed. De
zonneschijn en do warmte, die haar leven
tot grooter bloei zouden gebracht hebben,
als zij vroeger gekomen waren, verzwakten
haar krachten in later tijd. Zij kwijndo van
het oogenblik af, dat zij niets meer te dra
gen had.
Er was dus geen herstel mogelijk, zooals
John Holden bitter tot zichzelf zei. Hij had
gedacht, dat hij haar ten minste alles kon
vergoeden wat zij verloren had en haar ge
lukkig kon maken door haar haar echtge
noot en zoon terug te geven. Deze hoop
had eindelijk de kracht gegeven, alles te
bekennen, en zooals zij dacht, goed te ma
ken. En het scheen, alsof God bepaald had,
dat geen goedmaken mogelijk was, en dat
er geen herstel bestond voor het verlies cn
het leed en de zonde van al die vervlogen
jaren.
Het schijnt eerst zoo gemakkelijk verkeer
de dingen weer te herstellen; en de men-
schen hebben soms het grootste deel van -
hun leven noodig, om to bedenken, dat het
bijna altijd onmogelijk is in ieder geval
voor zoover de benadeelde personen er bij
betrokken zijn.
Hij ging naar „Moss Dyke" terug, als
een eenzaam en terneergeslagen man. Er
scheen hem heel weinig in het leven over
te blijven. Catherine was dood. Rose had
hem geërgerd en teleurgesteld. Succes en
rijkdom hadden hem geen geluk aangc-
barcht. Hij had geen vrienden, die dien
naanl waard warenwant het bewustzijn
van zijn ellendig geheim had hem altijd
weerhouden, vrjendschaps banden aan te
knoopen. En zijn geweten sprak zeer luid
sprak op oen manier, die hij nooit te vo-
ren gekend had'. Het was een donkere tijd
in zijn léven.
Maar Sydney bracht er enkele' zonnestra
len in. Alles, wat zij van Catherine geleerd
had, scheen plotseling op te leven en zioh
te ontwikkelen na Catherines dood. Da
heer Holden was getroffen door de gelijk
heid in gedachten en gevoelens, die hem
zelfs opviel; en het deed hem aangenaam
aan en hij werd er cenigszins door ver-
troost. Haar liefde voor hern was een voort
durend, ofschoon heimelijk wonden voor;
hem, en zij verzachtte hem onbewust. Het
beetje opvliegendheid en hardheid van
Sydney verdween zoodat het geen wonder
was, dat Rose, als zij rusteloos, bedorven
ontevreden, prachtig gekleed als altijd
een van haar korte bezoekjes aan haar va
der bracht, altijd zei, dat het „bepaald be
lachelijk was te zien, hoe Sydney nicht Ca
therine nadeed." Eij vermoedde, dat zij 't
deed, om op goeden voet met do Broxbour-»
nes te komen, die bespottelijk overdreven
waren, met de nagedachtenis van lady
Broxbourne en een mooi marmeren ge-
denkteeken voor haar hadden opgericht,
ofschoon zij maar weinig notitie van haar
namen, toen zij slechts „de arme Kitty
Holden" was. Zij vermoedde, dat Sydney
het lot van haar nicht wilde navolgen. Op
deze kleine hatelijkheid antwoordde Syd
ney alleen met een blos, dat het Haar niet'
kon schelen, hoeveel zij op nicht Catherine
geleek.
Gedurende eenigen tijd zag zij de Brox-
bournes weinig. Laurels schreef haar ge
regeld, maar behield .waarover zij blij was,
den ouden broederlijken, vriendschappclij-
ken toon, dien hij tijdens het leven van
zijn ihoeder had aangenomen. Zij* voelden
zeer warm voor elkander, vooral sedert zij
met saamgevoegdo handen bij Catherines
sterfbed hadden gestaanmaar eij drukten
zich niet anders dan als gewone vrienden
uit. Zij hoorde alles, wat hij deed; dat hij
op reis was gegaan met zijn vader, en
wat zij samen deden en bespraken, cn een
groot aantal brieven vulden den tijd tot
September, toen hij, zooals Sydney wist,
uitgenoodigd was voor de jacht in Schot
land. Toen kwant er een tijd van stilzwij
gen. Twee of drie weken kreeg zij in het
geheel geen brieven. Er was niemand, dië
bijzonder op haar lette, anders zou men be
merkt hebben, dat zij in dien tijd zeer bleek
werd en teruggetrokken was. Maar ein6e-
Jiik kwam de verklaring.
(Slot volgt?