No. 1942G. LEiDSCH DAGBLAD, Vrijdag 29 Juni. Vierde Blad. Anno 1923. UIT ONZE STAATSMACHINE. Geneeskundige Brieven. EERSTE KAMER, TWEEDE KAMER. EEN SKI-LOOPSTER. delijk zijn mededeel ingen gegeven, zoodat de discussie daarmede rekening had kunnen houden. Spr. vraagt of de Minister nog niet een verdere strekking aan zijn ontwerp wil geven, zoodat ook andere banken daaron der vallen kunnen. In plaats van midden- standsbedrijven te lezen bedrijven, is spr.'s wensch. De heer DRESSELHUYS (V.-B.) staat niet meer zoo afwijzend tegenover het ont werp als gisteren. Er zijn echter nog eenige dubia, die spr. gaarne zag opgelost. Hij gaat do verandering in het ontwerp na, die naar zijn meening verbeteringen zijn. De heer MARCHANT (V.-D.) verklaart zich vóór het ontwerp na de aangebrachte wijzigingen. Nu het woord Hanze-erediet is geschrapt, acht spr. dit geen bezwaar meer. Hij vreest niet, dat voor andere der gelijke ongelukken met banken uit dezen post zal worden geput. De heer KERSTEN" (St. Ger. Partij) hand haaft zijn standpunt. De heer SCHOKKING (C.-H.) gaat met het ontwerp mede, het beschouwend in het licht, waarin de Minister het "gisteren heeft geplaatst. Hij wijst het echter als precedent af. De Minister van Financiën, de heer DE GEER, zegt toe, zoodra de gAnsche gestie in deze aangelegenheid vaststaat, daarvan mededeeling te zullen doen aan de Kamer. Aan het verzoek van den heer Duya om het woord middenstand to schrappen kan spr. niet voldoen. Het bezwaar van over schrijding van den post is begrijpelijk, maar iedere post kan te klein blijken. In dit ge val zal men zeker niet over den post gaan, omdat de 4 millioen van de~ A.C.B. een vaste grens stelt aan de staatsgarantie. Dit ontwerp'is een uitzonderingsgeval en zal geen antecedent zijn. Ieder geval.-zal spr. op zichzelf beschouwem Spr. heeft, zich een week lang geërgerd aan de wijze waar op over dit ontwerp is" geschreven en gespro ken. Niets van hetgeen spr. gisteren heeft gezegd heeft hij van te varen anders be doeld. Wat hij nieuw aanvoerde wist hij een weekte voren nog niet. Spr. had liever eerst het woord gevoerd om de misstanden weg te nemen, maar er waren leden die lieVer eerst hun grieven wilden uiten. Vandaar dat hij gistermiddag heel laat nog zijn irede heeft gehouden. Art. 1. De heer KERSTEN (St. Gcr. Partij) ver klaart dat hij tegen het ontwerp zal stem men. Het ontwerpwordt aangenomen met 74 tegen 3 stemmen. Tegen de heeren Kersten en Braat en mej. van Dorp. De Kamer is op reces. (Nadruk verboden). Luchtvaart. Den 18den Mei is eenwetsontwerp iüge diend. :„t,ot toekenning van een renteloos voorscljpt. aan de Koninklijke Luchtvaart- Maatschapp.ij voor Nederland en Koloniën ten behoev.e van. luchldjensten tusschen Ne derland en het buitenland". Hét wetsontwerp heeft maar één artikel-, waarin wordt bepaald, dat uit *s Rijks schat kist onder voorwaarden, door den Minister van Waterstaat te stéllen, aan de bovenbe doelde Maatschappij een renteloos voorschot wordt verstrekt tot tegemoet koming in het over elk der jaren 19*23 tot en met 1926. te lijden verlies, tot een geza menlijk maximumbedrag van f 1.400.000. Dat wefsontwerp moest wel weer een spoedstuk worden. De Tweede Kamer meest haast maken, omdat de Eerste Kamer haar ontbinding te gemoet snelt en nog tijd moet hebben om de door de Tweede Kamer aan genomen wetsontwerpen te behandelen, voordat zij in haar tegenwoordige samen stelling uiteengaat. Er is haast gemaakt: op 8 Juni was het V.V. al gereed en op 11 Juni zond de Minister van Waterstaat zijn Me morie van Antwoord al in; en 15 Juni werd besloten het wetsojntwerp op de agenda te plaatsen en dus de behandeling in de daarop volgende week te doen plaats hebben. Wij spatieerden in de omschrijving van. het wetsontwerp het woord „renteloos voor schot". Naar het ons voorkomt, moet 'dat niet al te ernstig worden opgevat; in de Me-, morie van Toelichting spreekt de Minister dan pok telkens van subsidie, dat een heel ander begrip is; maar de overeenkomst tusschen het Rijk en de K.L.M. gaat uit Van de voorwaarde, dat de Maatschappij, al naar gelang er winst wordt gemaakt, liet ontvan gen bedrag zal terug betalen en die verplick ting eindigt niet op 31 Dëc. 1926. Wij vree- zen, dat er van volledige terugbetaling wel weinig zal inkomen, en dat, als- de winst zoo is, schulddelging zou kunnen "plaats vin den, de zooveelste minister na den heer Van Swaay het hcele contract haast vergeten is. Het zou ons niet verwonderen, als er ve len wareh, die vrij bedenkelijk zien, als zij lezen, dat in dezen tijd, waarin van alle kanten óp bezuiniging wordt aangedrongen, weer vier jaar lang resp. 44—3 en 3 ton subsidie of renteloos voorschot wordt toe gedacht aan een Maatschappij, die blijkbaar zichzelve niet kan bedruipen. Wij zullen daarom hot een en ander uit de Memorie van Toelichting aanstippen van hetgeen de Minister als verdediging aanvoert. De Maatschappij heeft al een jaar lang een Rijkssubsidie genoten, dat nu afloopt. Dat was inderdaad „subsidie"; van terugbe taling was: geen sprake. En toen in het vo rige jaar dat subsidie werd verdedigd, werd er verondersteld, dat het luchtverkeer in 't algemeen zou toenemen. Dat is ook inder daad het geval geweest, vooral m Frankrijk en Engeland en zelfs voor Duilschland, on danks den benarden toestand en ondanks de-'beperkingen, die bij het verdrag van Ver sailles aan dat land zijn opgelegd. Hoe sterk die vooruitgang is, blijkt uit de cijfers, in Frankrijk werden in 3.920 ver voerd over 853.959 K.M. -1379 passagiers, 48.100 K.G. -goederen en 3925 K.G. post en in 1922 waren dat over 3.543.291 K.M. 14.397 passagiers, 529. 664 K.G. goederen en 411.173 K.G. post. In de 4 eerste maanden van 1921 werden van en naar Croydon (bij Londen) vervoerd 1284 personen en in de 4 eerste maanden van 1923 waren het er 3077. Zooals er spoorwegkaarten bestaan, zoo geeft de Minister ook luchtvaarlkaartjes van Europa en daaruit blijkt, dat er in .1919 wa ren 4 lijnen, in 1920 waren het er 15, in 1921 steeg het aantal tot 25, in 1922 lot 31 en nog telkens komen er nieuwe luchtlijnen bij. Binnenkort zal de lijn Manchester LondenAmsterdam verlengd worden over Hamburg naar Berlijn, zoodat men in 9 uur van Londen naar Berlijn zal kunnen komen, welke reis nu 22 uur vordert. En als er ook bij nacht gevlogen kan worden, wat nu nog niet mogelijk is, dan zal een Londenaar in een dag heen-en-weer naar- Berlijn kunnen gaan. Maar als het zoo Ver.is,-dan zal ook de luchtreis naar Amerika- en naar de Oost geen overwegend bezwaar meer hebben. Nu is het noodig,'"dat NdÜOFland zich ge- rèéd'houdt, om'aan dit internationale lucht verkeer deel te nemen: ons land ligt tus schen Engeland en Duitschland en tus schen Frankrijk en de Scandinavische lan den; wij hebben handelsrelaties met de ge heele wereld en... onze luchtverkeersdienst staat bij de omwonende volken zeer goed aangeschreven. Al kan onze K. L. M. nog niet op eigen beenen staan, zij moet in de gelegenheid worden gesteld zich te ontplooien. Daar voor heeft zij steun noodig en steunverle ning van jaar tot jaar maakt haar bestaan onzeker. In Engeland is men bezig een con: tract te sluiten voor 10 jaar en in België wil men zich over 30 jaar verbinden met 5 jaar gegarandeerd subsidie. Voorloopig wil de Minister maar over 4 jaar subsidie uitkeeren, om dan nader te zien, want de techniek zal vooruitgaan, de aanschaf- fings- en onderhoudskosten zullen vermin deren, en het uithoudingsvermogen van be stuurders zal grooter worden. Gebeurt dit alles en kan cLe benzine vervangen worden door ruwe olie dan zal over 4 jaar de toe stand zoo kunnen zijn geworden, dat de luchtvaart rendabel is. Oj) onze lijneQ nam van 1920 tot 1922 het personenvervoer toe van 3-15 tot 1414 (in 1921 1664), het goederenvervoer van 21.963 lol 90.581 K.G.; het postvervoer daalde van 2962 K.G. tot 1035 K.G., maar er kwamen 2737 K.G. postpakketten bij. Bij d.1 toekenning van het subsidie en de voorwaarden is het er op ingericht, dat de Mij. belang heeft bij een goede exploita tie De Mij. moet zelf beschikken over een kapitaal van ten hoogste 6 Ion, voor zoover het de verplichting betreft. In de overeenkomst wordt bepaald, dat er ten minste drie lijnen zullen zijn: Am sterdam Rotterdam Londen; Rotter dam Amsterdam Bremen Ham burg; en Amsterdam Rotterdam Brus sel Parijs. Op elk van die lijnen of al thans op Twee zal eiken dag eens in beide richtingen moeien worden gevlogen. Uit zonderingen zijn mogelijk. Het personeel en de directie moeten Nederlanders zijn en de vliegtuigen van Nedcrlandseh fabrikaat. De. Minister heeft in heel veel zaken een beslissende stem. Zoodra er na 31 Dec. 1923 winst wordt gemaakt, nadat voor voldoen de reserve is gezorgd, wordt deze zuivere winst gelijkelijk verdeeld tusschen Rijk en Maatschappij, en als die uilkeeringen aan het Rijk zooveel hebben bedragen, als het bedrag der subsidiën aanwijst, is de Maat schappij Ontheven van haar verplichtin gen. Blijkens het V. V. waren zeer vele leden ingenomen, met dit wetsontwerp; slechts enkelen hadden bezwaar, niet zoozeer om het doel, maar om het bedrag, dat, voor onze slecht voorziene schatkist te groot zou zijn. Er werden enkele opmerkingen gemaakt van minder ingrijpend belang. De Minister geeft in de M. V. A. nadere bijzonderheden en gespecificeerde getallen omtrent het gebruik, dat in 1921 en 1922 van de verschillende verbindingen met ons land is gemaakt. Op de vraag "of ook niet andere plaatsen in ons land dan Rotterdam en Amsterdam als luchtvaafltslation kunnen worden aan gewezen, antwoordt de Minister, dat dit overwogen kan worden o. a. voor Gronin gen, maar dat men niet te licht mag oor- deelen over de kosten, die daaruit èn voor de Maatschappij èn voor de gemeente voort vloeien. Voorloopig zal daarvan nog wel niets komen. Ten slotte een paar opmerkingen. Wij kunnen ons niet buiten het internationale luchtvaarlverkeer houden, en als de Maat schappij niet gesteund wordt, moet zij te niet gaan. De Maatschappij treedt niet als philanlhroop op. Door de ligging van ons land zouden wij toch wel worden aangedaan door andere lijnen, maar dat zou gunst zijn, en wij zou- don1 geen stem in de regelingen hebben. Onze tegenwoordige tijd leert verbazend goed wat er óp gunslbéwijzen van de-groóte mogendheden te rekenen valt. Wij zoudón vliegvelden móeten géreed hóuden, maar afwachten of er iets op neerstreek: Het subsidie moet opgevat worden als een bijdrage lot de verzekerde totstand koming van eigen luchtvaarllijnen, zooals vroeger de Slaat ook is bijgesprongen én 'nu nog doet om spoor- en stoom vaartlijnen tot ontwikkeling te brengen. Het wetsontwerp is intusschen door de Tweede Kamer aangenomen.. (Nadruk verboden.) Orthopaedisch congres. Te Amsterdam is een congresgehouden ter herdenking van het 25-jarig bestaan der Ne- derlandsche Orthopaedische Vereeniging. Om meer dan één reden mag dit congres merk waardig heclen en verdient het de algemeens belangstelling. (Zitting van gisteren.) Verschillende ontwerpen. Zonder discussie of stemming worden aan genomen do wetsontwerpen Aanvulling van art. 8 dor wet, houdende eenige maatregelen van bezuiniging betref fende de militair-rechterlijke macht; Naturalisatie van J. Block en 18 anderen, Goedkeuring van ide overeenkomst tob (ruiling van domeingrond onder Gilze, ge sloten met J. Timmermans, landbouwer, aldaar; Wijziging van de Bevorderingswet voor de zeemacht 1902, zoomede van de wetten van 30 December 1914, 17 Juni 1918 en 4 December 1920; Wijziging van do wet van 9 Juni 1902, tot regeling van de bevordering, het ontslag he op non-activiteit en het op pensioen stellen der militaire officieren bij de land macht. Dienstplichtwet. Zonder discussie of stemming wordt aan genomen het ontwerp tot wijziging der Dienstplichtwet. Verschillende ontwerpen. Voorts worden z.h.st. aangenomen de ont werpen Voorziening betreffende de vereenvoudi ging van de adminisratie der invoerrechten en accijnzen; Uitbreiding van het recht van dispensatie van de rechten, die krachtens de Succesie- wet worden geheven; Onteigening ten behoeve van aanleg van een spoorweg van Groningen over Sl.ochte- reu. naar Weiwerd. De vergadering wordt verdaagd tot heden 11 uur. Na afloop der openbare vergadering zullen .twee ontwerpen in do afdeelingen worden onderzocht, benevens vermoedelijk het Hanze-crediet-ontwerp. De Voorzitter zal dan de Kamer 10 Juli, 7s avonds halfnegen, weer bijeenroepen. Zitting van gisteren. Hanze-crediet. Voortgegaan wordt met het wetsontwerp Wijziging van hoofdstuk VIIB der Staats- begrooting voor 1923 (Steun aan Hanze- credietbanken). Do Minister van Financiën heeft een wij ziging aangebracht. De omschrijving vau den begrootingspost luidt thans: Art. 138a. Uitgaven, voortvloeiende uit afloopende garanties, door het Rijk aan de Algemeens Centrale Bankvereeniging voor den middenstand en de Nederlandsche Bank verleend ten behoeve van credietwaardige ralddenstandsbedrijven, die ten gevolge van moeilijkheden, waarin middenstandscrediet- banken verkeerep, buiten fctkat zonden ge raken hunne bedrijven voort te zetten. De heer v. d. WAERDEN (S.-D.) repli ceert. Hij verklaart, dat de regeering geheel ou al is tegemoet gekomen aan zijn wen- schen en al is het niet met geestdrift, zijn fractie zal vóór stemmen. De heer VAN GIJN (V.-B.) meent, dat niet allo bezwaren zijn weggenomen nu de post geen memoriepost meer is en de Hanze uit de omschrijving is verdwenen, 't Is thans eigenlijk een principieele beslissing ■geworden. De heer DUY-S (S.-D.) betoogt, dat het een gansch ander wetsontwerp is geworden. Is de Minister nu zelf tevreden over zijn wijze van doen in de voorbereiding van dit ontwerp 1 Het blijkt nu maar, dat de opzet zeer overhaast is behandeld en dat het an ders werd zoodra men verder over de zaak nadacht. Spr. keurt het af, dat de Minister de Kamer van één tot zes heeft laten pra ten, terwijl hij een heel ander ontwerp bij zich had. Dat is geen manier van zaken doen. Waarom heeft de Minister niet da- (Nadruk verboden). In het Barendal, bij den Feldberg, den hoogste van het Schwarzwald, ligt de berg- ^ophoeve. Het breede rieten dak strekt zich in wijden omvang beschuttend uit tot bijna over de iwee meter hooge sneeuw, die om het erf opgehoopt ligt. Uit den schoorsteen krinkelen blauwe rookwolkjes de koude winterlucht in, en alles is dood en stil in hei wit-besneeuw- dc dal. De groote hond alleen blaft af en top een aan het erf voorbij-strijkenden, eenza men ski-looper aan. Binnen in het groote vertrek, zit, aan een tafel, „Klein-Roosje", en schreit. 't Gaat weer eens niet precies zooals „Klein-Roosje" het zich gewenseht had. Dit kleine meiske, dat na Paschen pas op school gekomen is, heeft n.l. van alle harde kop pen der bergtop-boeren den allerliardsten. Wat het in den zin heeft, moet gebeuren, al stond de onderste steen boven. Dezen keer echter had de vader een machtwoord gespro ken en het woord met eenige strepen, door middel van de roede onderlijnd. Roosje kreeg bijna nooit slaag, want het was een vroolijk, vlijtig kind: alleen maar koppig, vrceselijk koppig. Daarom meende de boer, dal hij het ditmaal maar eens met de roe moest probee- ren. Maar geholpen heeft liet niet. „Klein-Jloosje" zat bij de groote tafel met behuilde oogen; de kleine mond stond hard. Tegen twee kleine vuisten drukte zij stijf haar wangen, de tranen biggelden over het gezicht en lieten kleine, vuile strepen na, waar waterbeekjes in uitliepen. De koppig heid was nog grooter dan het verdriet. En waarom dit verdriet? Dc school, waarop Roosje ging. zou mor gen op ski's een tocht naar den Feldberg on dernemen. Alle kinderen mochten mee, uit gezonderd de eerste-klasse-scholieren. Die waren nog te klein, zei de meester; zij kon- den ook nog niet voldoende ski-loopen. Ten plotte kon men ook niet weten wat zoo'n hoopje mensch kon overkomen bij de groote kou, a.Is alles bevroren was. Klein-Roosje was echter, van meaning, dat zij gped genoeg ski-loopen "kon en dat haar hèelemaal niets zou overkomen: Ja; die. andere kleine meisjes en jongens uit de eerste klasse, dio benauwd werden als meester hen maar boos aankeek, die moesten maar rustig thuis blijven; zij, Roosje, was echter al veel grooter. Dat had zij den onderwijzer gezegd ook, maar deze had neen geantwoord. Toen was Roosje naar vader geloopen, die had ook neen gezegd; ten slotte probeerde Roosje moeder te vermurwen, maar die wilde er ook.nie mendal van weten. En leen was vader met de roe gekomen Zóó had zich alles toegedragen. Zou dat een kleine meid niet aan 't schreien bren gen? Den. volgenden morgen trok de Barendal- sche jeugd in twee rijen, netjes geordend, jongens links, meisjes rechts, er op uit, den Feldberg te gemoet. Achter hen aan de on derwijzer en de burgemeester. Zij waren al lemaal flink ingepakt, hadden dikke hand schoenen aan, en de meisjes nog flinke sjaals om den hals. Toen zij bij den ingang van het bosch kwamen, waar de dennen door de sneeuw verbogen waren als tot een poort, waarbinnen men het bosch betrad als in een groote winler-kerk, stond daar opeens Klein- Roosje achter een dikke den. Zij had een blauwen doek om hetr-hoofd, de kleine sneeuwsclioenen aan de voeten en in de hand een dikken slok. Zij wou juist tusschen de kinderen der tweede klasse schuiven, toeri de meester haar opmerkte en zijn handen ten hemel sloeg. En Klein-Roosje had om te keeren en huiswaarts te gaan, terwijl het zoo zalig er uit had kunnen knijpen. Dergelijke kleine meisjes kunnen onmogelijk nog mee den Feldberg op. Maar het „kleine meisje" wachtte slechts tot de school in het bosch verdwenen was en daarna, langzaam, maar volhoudend en on gezien, sjouwde zij achter de anderen aan. Boven bij het Feldberger-hotel organiseer den de gasten uit de stad een wedstrijd voor de Barendalsche school. In het nabijgelegen winkeltje werden massa's prijzen gekocht. Dartt waren allerlei verrukkelijkheden als witte sneeuwraulsen, speelgoed, handschoe nen, bretels, sinaasappelen en banket. De onderwijzer gaf aan de meisjes en jon gens, die iri een lange rij afwachtten, met zijn zakdoek een teeken én weg sloven ze, in luid hoera, op het doelpunt aan. Steeds kleiner werden de wegijlende, zwarte ge stalten en de afstanden oijder elkaar werden steeds grooter. Weldra was de eerste boven op den top. Haastig draaide het kereltje zich om en kwam, in een sneeuwwolk, in sui zende vaart van boven naar beneden, de an deren acher hem aan. Juist .toen de laalsten weer terugkwamen en de jongens en meisjes voor de prijsuitdeeling in de gelagkamer van het hotelletje wilden gaan, stond daar op eens weer Klein-Roosje voor hen. Nu werd de onderwijzer echter hcusch boos en zond het kind met grove woorden opnieuw alleen naar huis terug. Dat was nu niet bepaald verstandig. Wie weet wat cr niet had kunnen gebeuren bij deze groote koude, als de kleine stijfkop niet verstandi ger geweest ware dan de meester! Het kleine meisje deed n.l. doodleuk of het werkelijk den bere ophieuw af-skiên ging; toen echter allen, ook de leeraar en dc burgemeester, in het hotel verdwenen waren, keerde zij terug en gespte zij haar sneeuwsclioenen af. In de gang van het hotel bleef het een tijdje in afwachtende houding slaan. Opeens kwamen de waterlanderseerst zonder en daarna met zeer waarneembaar accompagnement; De vrouw van den hotelier kwam in de gang en aan haar vertelde Roosje haar heele treu rige lot. De vrouw had pleizier aan het kleine ondernemende vrouwspersoontje en weldra zat. Klein-Roosje, bij het buffet aan een ta feltje voor een stevig hapje middageten. Toen het bord leeg was, groeide ook weer de moed. Zij had van het voorbijloopend dienstmeisje gehoord, dat de andere kinderen daarginds in het aangrenzende vertrek zaten en koffie dronken en gebak erbij aten. Toen zocht zij opnieuw de gang op en ber gon nog aandoenlijker dan den eersten keer te schreien. De hotelier kwam naar buiten en hem deelde Roosje het groote onrecht mee,' dat haar was aangedaan. Toen de leeraar cn de burgemeester vernamen, dat Klein-Roosje in derdaad aanwezig was, moesten zij toch lachen. En \Veldra zat het meisje tusschen de anderen in en raakte aller-intiemst be kend met gebak en koffie. Alles was nu naar den wil van het kleine bergroosje gebeurd en alles scheen in orde, toen liet opeens in een bitter gehuil los barstte. Men drong zich om het kleine, ongeluk kige schepseltje en vroeg, waarom het nu nog schreide. Toen zei Klein-Roosje met een veelbetee- kenenden blik nqgr dc witte mutsen, het speelgoed en de andere prijzen, dat de an dere kinderen in de hand hielden: „Ik moet zoo schreien >omdat ik nog geen prijs gekregen heb!" Eenige dames en heeren vonden de inner lijke ontroering van Roosje begrijpelijk. Want een kind is eenmaal een kind. Maar, toen liet. deerntje dicht aan het einddoel ha- rer wenschen scheen, stelde een onver wachte macht zich tegenover den wil van Klein-Roosje. Een dame met zeer geleerde allure en een bril stond van haar stoel op en betuigde met scherpe stem, dat zij dit kind gedurende een paar uur had gadegesla gen, dat zij lid was van de Vereeniging „De Eeuw van het Kind" en zeer ervaren in de kinder-psychologie, maar dat het hier ging om een, verwerpelijke huichelarij, vereenigd met eigenbelang, hier gold het een principe kwestie der paedaeogiek, dat dit kind, dat heelemaal den wedstrijd niet had meege maakt, niets zou ontvangen. Dat was abso- luuit recht tegenover de andere kinderen. Eenige heeren bromden: „Toe, alsjeblieft geen principen-najagerijl Wij zijn boven op den Feldberg 1" Maar de dame liet niet af en sprak van haar verantwoordelijkheid, van hoogere ze denleer bij de jeugd. In dezen tijd was het allereerst merk- waardig, om weer eens een zuiver internatio-* naai gezelschap bijeen te zien. Duitschland, Frankrijk, Oostenrijk, Italië, Engeland en Amerika," ai deze landen waren vertegen-» woordigd en althans voor een paar dagen broederlijk bijeen. Zeven van de beroemdste mannen op dit gebied konden aldus hun denkbeelden legen-» over die der Ilollandsche kunstbroeders uit-» een zetten, en het verslag van hun voor drachten, dat 74 bladzijden van het „Nederl. Tijdschrift van Geneeskunde" vult, vormt een gewichtig document op orthopaedisch gebied. Wat is orthopaedie Volgens den voorzit ter van het congres, den volijverigen strij-i der Murk Jansen, van Leiden, is het letteri lijk vertaald: „rechtknapigheid". Wij zou den haar dus kunnen noemen de kunst om knapen, of beter gezegd kinderen recht te maken, waarbij van de onderstelling mag worden uitgegaan, dat alleen bedoeld wor den zulke kinderen, die niet behoorlijk recht zijn, die dus, lichamelijk gesproken, in eenig opzicht van den rechten weg zijn afgeweken Verkrommingen van ledematen, rug of hals zullen dus de meeste patiënten leveren. Dergelijke afwijkingen komen dikwijls aan den voet voor in den vorm van klQmp-, horrel-, paardevoet, enz. Aangezien voet in het Latijn pes heet, heeft men verkeerdelijk wel eens gedacht, dat het woord orthopaedie van die voetgebreken was afgeleid. Verder levert de kinderlijke leeftijd wel het meeste materiaal, maar het gebied van de orlhopae- den bepaalt zich geenszins tot de jeugd. Alle aandoeningen van beenderen, gewrichten, spieren en zenuwen, onverschillig of die door ziekte, zwakte of ongevallen verkregen dan wel aangeboren zijn, rekent Jansen tot hun werk. De meest doelmatige naam is daarom zeker die, welken de Amerikanen er aan geven, n.l. „reconstructieve chirurgie". De openingsrede van den voorzitter bevat een verklaring van het feit, dat de orthopae die niet die vlucht heeft genomen en kan 1 nemén, die wenschelijk zou zijn. De beoefe-. naar der orthopaedie moet chirurg zijn. Maar van een gansch ander soort dan do gewone chirurg, ook wel holten-chirurg ge noemd, omdat de meeste operaties plaats hebben in de lichaamsholten (buik, borst, schedel). Voor deze laatslen is de operatie zelf meestal het voornaamste gedeelte der behandeling. Die operatie is zeer inspannend en geeft meestal de verantwoordelijkheid van onmiddellijk levensgevaar. Bij den or thopaedist is de operatie, hoe belangrijk op zichzelf dikwijls, toch gewoonlijk slechts een onderdeel van de geheele en zeer lang-» durige behandeling. Dit laatste, het langdu rige en tijdroovende, is de reden, dat de hol ten-chirurg er geen geduld en geen tijd voor heeft. De natuurlijke gang van zaken zou dus deze zijn, dat de beide vakkenbroeder lijk nóagt elkaar kwamen te staan. Wie goed leest, vindt echter in de rede van Murk Jansen een ernstige aanklacht tegen de voormannen dor holten-chirurgie. Inderdaad zijn het juist dezen, die het ver schil niet schijnen tfe willen-erkennen. Zij willen dit onderdeel van hun vak niet los- kiténzij gunnen het geen zelfstandige plaats, althans geen plaats in het volle licht der zon. Terwijl over de geheele wereld verspreid 54 professoralen in de orthopaedie bestaan, heeft ons land er geen enkel. Terecht wijst de spr. er dan ook op dat onze orthopaedist ten in ongunstige omstandigheden verkecren omdat aan geen Nederlandsch universiteit gelegenheid bestaat om zich in dit vak te, specialiseeren. Een behoorlijk toegeruste or thopaedische kliniek is er niet. De jonge, arts, die zich in dit vak bekwamen wil, is dus genoodzaakt, naar het buitenland tq gaan. De beteekenis der orthopaedie reikt ver* der dan tot het behandelde individu zij be-» treft ook de gemeenschap. De aalmoes ont vangende bedelaar, die in een belastingbe-» talend arbeider wordt omgezet, wordt niet slechts zedelijk opgeheven, maar bovendien van een „last" tot een „steun" voor de ge^» Klein-Roosje begreep van alles, wat dq geleerde dame met den bril zeide, niemendal, zij hoorde alléén maar, dat zij geen prijs ont-» vangen zou. Toen kwam een stramme, oude heer met een goedmoedig fijn gezicht tusschenbeide:, „Luister eens, kleintje, kun jij een Tele-» mark maken?" Klein-Roosje knikte zoo hevig, dat twijfe* len niet mogelijk was. „Kun je ook een Chrisliania?" Klein-Roosje mompelde: „En ofl"^ „Dames en heeren, ik stel ter wille van Klein-Roosje en om te onderzoeken of het hier, zooals de geachte spreekster van zoo even aanneemt, gaat, om een rechthebberig karakter of om de krenking van een kleim kinderhartje, dat zijn waarde bewust is, voor: haar een proef te laten afleggen bij den „Tannli", met starten en remmen door een Telemark-zwaai." In enkele minuten stond het zwart van de menschen vóór het hotelletje. „Eén, twee, drie!" telde de vriendelijke meneer, zwaaide met 'n rooie vlag en weg stoof Roosje. Met een paar handige glij-P&ssen, met de echte, lange ski-streek, gleed ze op den ,,Tiinnli" toe, een eenzaam punt op een mid delmatige hoogte. Toen zij echter als een witte kogel door de opstuivende sneeuwstof omlaag suisde, knap op tien passen vóór den scheidsrechter als een bootje bijdraaide met den Ghrisliartia-zwaai en toen met den Tele-» mark-zwaai bliksemsnel omzwaaide en half- knielend stilstond, barstte een klaterend ge jubel van „Ski-heil" los over het kleine» roeiske. Eenige minuten later zat zij stralend voor een nieuw kop koffie met gebak en hield haar prijs: een prachtige wit-wollen ski-, muts in de linkerhand, terwijl zij met de rechter duchtig het zoele der aarde aam sprak. Klein-Roosje had voor heden geen ver dere wenschen meer. 0

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 13