No. 1942G.
LEiDSCH DAGBLAD, Vrijdag 29 Juni.
Vierde Blad. Anno 1923.
UIT ONZE STAATSMACHINE.
Geneeskundige Brieven.
EERSTE KAMER,
TWEEDE KAMER.
EEN SKI-LOOPSTER.
delijk zijn mededeel ingen gegeven, zoodat
de discussie daarmede rekening had kunnen
houden.
Spr. vraagt of de Minister nog niet een
verdere strekking aan zijn ontwerp wil
geven, zoodat ook andere banken daaron
der vallen kunnen. In plaats van midden-
standsbedrijven te lezen bedrijven, is spr.'s
wensch.
De heer DRESSELHUYS (V.-B.) staat
niet meer zoo afwijzend tegenover het ont
werp als gisteren. Er zijn echter nog eenige
dubia, die spr. gaarne zag opgelost. Hij gaat
do verandering in het ontwerp na, die naar
zijn meening verbeteringen zijn.
De heer MARCHANT (V.-D.) verklaart
zich vóór het ontwerp na de aangebrachte
wijzigingen. Nu het woord Hanze-erediet
is geschrapt, acht spr. dit geen bezwaar
meer. Hij vreest niet, dat voor andere der
gelijke ongelukken met banken uit dezen
post zal worden geput.
De heer KERSTEN" (St. Ger. Partij) hand
haaft zijn standpunt.
De heer SCHOKKING (C.-H.) gaat met
het ontwerp mede, het beschouwend in het
licht, waarin de Minister het "gisteren heeft
geplaatst. Hij wijst het echter als precedent
af.
De Minister van Financiën, de heer DE
GEER, zegt toe, zoodra de gAnsche gestie
in deze aangelegenheid vaststaat, daarvan
mededeeling te zullen doen aan de Kamer.
Aan het verzoek van den heer Duya om
het woord middenstand to schrappen kan
spr. niet voldoen. Het bezwaar van over
schrijding van den post is begrijpelijk, maar
iedere post kan te klein blijken. In dit ge
val zal men zeker niet over den post gaan,
omdat de 4 millioen van de~ A.C.B. een
vaste grens stelt aan de staatsgarantie.
Dit ontwerp'is een uitzonderingsgeval en
zal geen antecedent zijn. Ieder geval.-zal
spr. op zichzelf beschouwem Spr. heeft, zich
een week lang geërgerd aan de wijze waar
op over dit ontwerp is" geschreven en gespro
ken. Niets van hetgeen spr. gisteren heeft
gezegd heeft hij van te varen anders be
doeld. Wat hij nieuw aanvoerde wist hij een
weekte voren nog niet. Spr. had liever eerst
het woord gevoerd om de misstanden weg
te nemen, maar er waren leden die lieVer
eerst hun grieven wilden uiten. Vandaar
dat hij gistermiddag heel laat nog zijn irede
heeft gehouden.
Art. 1.
De heer KERSTEN (St. Gcr. Partij) ver
klaart dat hij tegen het ontwerp zal stem
men.
Het ontwerpwordt aangenomen met 74
tegen 3 stemmen.
Tegen de heeren Kersten en Braat en
mej. van Dorp.
De Kamer is op reces.
(Nadruk verboden).
Luchtvaart.
Den 18den Mei is eenwetsontwerp iüge
diend. :„t,ot toekenning van een renteloos
voorscljpt. aan de Koninklijke Luchtvaart-
Maatschapp.ij voor Nederland en Koloniën
ten behoev.e van. luchldjensten tusschen Ne
derland en het buitenland".
Hét wetsontwerp heeft maar één artikel-,
waarin wordt bepaald, dat uit *s Rijks schat
kist onder voorwaarden, door den Minister
van Waterstaat te stéllen, aan de bovenbe
doelde Maatschappij een renteloos
voorschot wordt verstrekt tot tegemoet
koming in het over elk der jaren 19*23 tot
en met 1926. te lijden verlies, tot een geza
menlijk maximumbedrag van f 1.400.000.
Dat wefsontwerp moest wel weer een
spoedstuk worden. De Tweede Kamer meest
haast maken, omdat de Eerste Kamer haar
ontbinding te gemoet snelt en nog tijd moet
hebben om de door de Tweede Kamer aan
genomen wetsontwerpen te behandelen,
voordat zij in haar tegenwoordige samen
stelling uiteengaat. Er is haast gemaakt: op
8 Juni was het V.V. al gereed en op 11 Juni
zond de Minister van Waterstaat zijn Me
morie van Antwoord al in; en 15 Juni werd
besloten het wetsojntwerp op de agenda te
plaatsen en dus de behandeling in de daarop
volgende week te doen plaats hebben.
Wij spatieerden in de omschrijving van.
het wetsontwerp het woord „renteloos voor
schot". Naar het ons voorkomt, moet 'dat
niet al te ernstig worden opgevat; in de Me-,
morie van Toelichting spreekt de Minister
dan pok telkens van subsidie, dat een
heel ander begrip is; maar de overeenkomst
tusschen het Rijk en de K.L.M. gaat uit Van
de voorwaarde, dat de Maatschappij, al naar
gelang er winst wordt gemaakt, liet ontvan
gen bedrag zal terug betalen en die verplick
ting eindigt niet op 31 Dëc. 1926. Wij vree-
zen, dat er van volledige terugbetaling wel
weinig zal inkomen, en dat, als- de winst
zoo is, schulddelging zou kunnen "plaats vin
den, de zooveelste minister na den heer Van
Swaay het hcele contract haast vergeten is.
Het zou ons niet verwonderen, als er ve
len wareh, die vrij bedenkelijk zien, als zij
lezen, dat in dezen tijd, waarin van alle
kanten óp bezuiniging wordt aangedrongen,
weer vier jaar lang resp. 44—3 en 3 ton
subsidie of renteloos voorschot wordt toe
gedacht aan een Maatschappij, die blijkbaar
zichzelve niet kan bedruipen. Wij zullen
daarom hot een en ander uit de Memorie
van Toelichting aanstippen van hetgeen de
Minister als verdediging aanvoert.
De Maatschappij heeft al een jaar lang
een Rijkssubsidie genoten, dat nu afloopt.
Dat was inderdaad „subsidie"; van terugbe
taling was: geen sprake. En toen in het vo
rige jaar dat subsidie werd verdedigd, werd
er verondersteld, dat het luchtverkeer in 't
algemeen zou toenemen. Dat is ook inder
daad het geval geweest, vooral m Frankrijk
en Engeland en zelfs voor Duilschland, on
danks den benarden toestand en ondanks
de-'beperkingen, die bij het verdrag van Ver
sailles aan dat land zijn opgelegd.
Hoe sterk die vooruitgang is, blijkt uit de
cijfers, in Frankrijk werden in 3.920 ver
voerd over 853.959 K.M. -1379 passagiers,
48.100 K.G. -goederen en 3925 K.G. post en
in 1922 waren dat over 3.543.291 K.M.
14.397 passagiers, 529. 664 K.G. goederen
en 411.173 K.G. post.
In de 4 eerste maanden van 1921 werden
van en naar Croydon (bij Londen) vervoerd
1284 personen en in de 4 eerste maanden
van 1923 waren het er 3077.
Zooals er spoorwegkaarten bestaan, zoo
geeft de Minister ook luchtvaarlkaartjes van
Europa en daaruit blijkt, dat er in .1919 wa
ren 4 lijnen, in 1920 waren het er 15, in
1921 steeg het aantal tot 25, in 1922 lot 31
en nog telkens komen er nieuwe luchtlijnen
bij. Binnenkort zal de lijn Manchester
LondenAmsterdam verlengd worden over
Hamburg naar Berlijn, zoodat men in 9 uur
van Londen naar Berlijn zal kunnen komen,
welke reis nu 22 uur vordert. En als er ook
bij nacht gevlogen kan worden, wat nu nog
niet mogelijk is, dan zal een Londenaar in
een dag heen-en-weer naar- Berlijn kunnen
gaan. Maar als het zoo Ver.is,-dan zal ook
de luchtreis naar Amerika- en naar de Oost
geen overwegend bezwaar meer hebben.
Nu is het noodig,'"dat NdÜOFland zich ge-
rèéd'houdt, om'aan dit internationale lucht
verkeer deel te nemen: ons land ligt tus
schen Engeland en Duitschland en tus
schen Frankrijk en de Scandinavische lan
den; wij hebben handelsrelaties met de ge
heele wereld en... onze luchtverkeersdienst
staat bij de omwonende volken zeer goed
aangeschreven.
Al kan onze K. L. M. nog niet op eigen
beenen staan, zij moet in de gelegenheid
worden gesteld zich te ontplooien. Daar
voor heeft zij steun noodig en steunverle
ning van jaar tot jaar maakt haar bestaan
onzeker. In Engeland is men bezig een con:
tract te sluiten voor 10 jaar en in België
wil men zich over 30 jaar verbinden met
5 jaar gegarandeerd subsidie. Voorloopig
wil de Minister maar over 4 jaar subsidie
uitkeeren, om dan nader te zien, want de
techniek zal vooruitgaan, de aanschaf-
fings- en onderhoudskosten zullen vermin
deren, en het uithoudingsvermogen van be
stuurders zal grooter worden. Gebeurt dit
alles en kan cLe benzine vervangen worden
door ruwe olie dan zal over 4 jaar de toe
stand zoo kunnen zijn geworden, dat de
luchtvaart rendabel is.
Oj) onze lijneQ nam van 1920 tot 1922
het personenvervoer toe van 3-15 tot 1414
(in 1921 1664), het goederenvervoer van
21.963 lol 90.581 K.G.; het postvervoer
daalde van 2962 K.G. tot 1035 K.G., maar
er kwamen 2737 K.G. postpakketten bij.
Bij d.1 toekenning van het subsidie en de
voorwaarden is het er op ingericht, dat de
Mij. belang heeft bij een goede exploita
tie De Mij. moet zelf beschikken over
een kapitaal van ten hoogste 6 Ion, voor
zoover het de verplichting betreft.
In de overeenkomst wordt bepaald, dat
er ten minste drie lijnen zullen zijn: Am
sterdam Rotterdam Londen; Rotter
dam Amsterdam Bremen Ham
burg; en Amsterdam Rotterdam Brus
sel Parijs. Op elk van die lijnen of al
thans op Twee zal eiken dag eens in beide
richtingen moeien worden gevlogen. Uit
zonderingen zijn mogelijk. Het personeel en
de directie moeten Nederlanders zijn en de
vliegtuigen van Nedcrlandseh fabrikaat.
De. Minister heeft in heel veel zaken een
beslissende stem. Zoodra er na 31 Dec. 1923
winst wordt gemaakt, nadat voor voldoen
de reserve is gezorgd, wordt deze zuivere
winst gelijkelijk verdeeld tusschen Rijk en
Maatschappij, en als die uilkeeringen aan
het Rijk zooveel hebben bedragen, als het
bedrag der subsidiën aanwijst, is de Maat
schappij Ontheven van haar verplichtin
gen.
Blijkens het V. V. waren zeer vele leden
ingenomen, met dit wetsontwerp; slechts
enkelen hadden bezwaar, niet zoozeer om
het doel, maar om het bedrag, dat, voor
onze slecht voorziene schatkist te groot
zou zijn. Er werden enkele opmerkingen
gemaakt van minder ingrijpend belang.
De Minister geeft in de M. V. A. nadere
bijzonderheden en gespecificeerde getallen
omtrent het gebruik, dat in 1921 en 1922
van de verschillende verbindingen met ons
land is gemaakt.
Op de vraag "of ook niet andere plaatsen
in ons land dan Rotterdam en Amsterdam
als luchtvaafltslation kunnen worden aan
gewezen, antwoordt de Minister, dat dit
overwogen kan worden o. a. voor Gronin
gen, maar dat men niet te licht mag oor-
deelen over de kosten, die daaruit èn voor
de Maatschappij èn voor de gemeente voort
vloeien. Voorloopig zal daarvan nog wel
niets komen.
Ten slotte een paar opmerkingen. Wij
kunnen ons niet buiten het internationale
luchtvaarlverkeer houden, en als de Maat
schappij niet gesteund wordt, moet zij te
niet gaan. De Maatschappij treedt niet als
philanlhroop op.
Door de ligging van ons land zouden wij
toch wel worden aangedaan door andere
lijnen, maar dat zou gunst zijn, en wij zou-
don1 geen stem in de regelingen hebben.
Onze tegenwoordige tijd leert verbazend
goed wat er óp gunslbéwijzen van de-groóte
mogendheden te rekenen valt. Wij zoudón
vliegvelden móeten géreed hóuden, maar
afwachten of er iets op neerstreek:
Het subsidie moet opgevat worden als
een bijdrage lot de verzekerde totstand
koming van eigen luchtvaarllijnen, zooals
vroeger de Slaat ook is bijgesprongen
én 'nu nog doet om spoor- en stoom
vaartlijnen tot ontwikkeling te brengen.
Het wetsontwerp is intusschen door de
Tweede Kamer aangenomen..
(Nadruk verboden.)
Orthopaedisch congres.
Te Amsterdam is een congresgehouden ter
herdenking van het 25-jarig bestaan der Ne-
derlandsche Orthopaedische Vereeniging. Om
meer dan één reden mag dit congres merk
waardig heclen en verdient het de algemeens
belangstelling.
(Zitting van gisteren.)
Verschillende ontwerpen.
Zonder discussie of stemming worden aan
genomen do wetsontwerpen
Aanvulling van art. 8 dor wet, houdende
eenige maatregelen van bezuiniging betref
fende de militair-rechterlijke macht;
Naturalisatie van J. Block en 18 anderen,
Goedkeuring van ide overeenkomst tob
(ruiling van domeingrond onder Gilze, ge
sloten met J. Timmermans, landbouwer,
aldaar;
Wijziging van de Bevorderingswet voor
de zeemacht 1902, zoomede van de wetten
van 30 December 1914, 17 Juni 1918 en 4
December 1920;
Wijziging van do wet van 9 Juni 1902,
tot regeling van de bevordering, het ontslag
he op non-activiteit en het op pensioen
stellen der militaire officieren bij de land
macht.
Dienstplichtwet.
Zonder discussie of stemming wordt aan
genomen het ontwerp tot wijziging der
Dienstplichtwet.
Verschillende ontwerpen.
Voorts worden z.h.st. aangenomen de ont
werpen
Voorziening betreffende de vereenvoudi
ging van de adminisratie der invoerrechten
en accijnzen;
Uitbreiding van het recht van dispensatie
van de rechten, die krachtens de Succesie-
wet worden geheven;
Onteigening ten behoeve van aanleg van
een spoorweg van Groningen over Sl.ochte-
reu. naar Weiwerd.
De vergadering wordt verdaagd tot heden
11 uur. Na afloop der openbare vergadering
zullen .twee ontwerpen in do afdeelingen
worden onderzocht, benevens vermoedelijk
het Hanze-crediet-ontwerp.
De Voorzitter zal dan de Kamer 10 Juli,
7s avonds halfnegen, weer bijeenroepen.
Zitting van gisteren.
Hanze-crediet.
Voortgegaan wordt met het wetsontwerp
Wijziging van hoofdstuk VIIB der Staats-
begrooting voor 1923 (Steun aan Hanze-
credietbanken).
Do Minister van Financiën heeft een wij
ziging aangebracht. De omschrijving vau
den begrootingspost luidt thans:
Art. 138a. Uitgaven, voortvloeiende uit
afloopende garanties, door het Rijk aan de
Algemeens Centrale Bankvereeniging voor
den middenstand en de Nederlandsche Bank
verleend ten behoeve van credietwaardige
ralddenstandsbedrijven, die ten gevolge van
moeilijkheden, waarin middenstandscrediet-
banken verkeerep, buiten fctkat zonden ge
raken hunne bedrijven voort te zetten.
De heer v. d. WAERDEN (S.-D.) repli
ceert. Hij verklaart, dat de regeering geheel
ou al is tegemoet gekomen aan zijn wen-
schen en al is het niet met geestdrift, zijn
fractie zal vóór stemmen.
De heer VAN GIJN (V.-B.) meent, dat
niet allo bezwaren zijn weggenomen nu de
post geen memoriepost meer is en de Hanze
uit de omschrijving is verdwenen, 't Is
thans eigenlijk een principieele beslissing
■geworden.
De heer DUY-S (S.-D.) betoogt, dat het
een gansch ander wetsontwerp is geworden.
Is de Minister nu zelf tevreden over zijn
wijze van doen in de voorbereiding van dit
ontwerp 1 Het blijkt nu maar, dat de opzet
zeer overhaast is behandeld en dat het an
ders werd zoodra men verder over de zaak
nadacht. Spr. keurt het af, dat de Minister
de Kamer van één tot zes heeft laten pra
ten, terwijl hij een heel ander ontwerp bij
zich had. Dat is geen manier van zaken
doen. Waarom heeft de Minister niet da-
(Nadruk verboden).
In het Barendal, bij den Feldberg, den
hoogste van het Schwarzwald, ligt de berg-
^ophoeve.
Het breede rieten dak strekt zich in wijden
omvang beschuttend uit tot bijna over de
iwee meter hooge sneeuw, die om het erf
opgehoopt ligt. Uit den schoorsteen krinkelen
blauwe rookwolkjes de koude winterlucht in,
en alles is dood en stil in hei wit-besneeuw-
dc dal. De groote hond alleen blaft af en top
een aan het erf voorbij-strijkenden, eenza
men ski-looper aan.
Binnen in het groote vertrek, zit, aan een
tafel, „Klein-Roosje", en schreit.
't Gaat weer eens niet precies zooals
„Klein-Roosje" het zich gewenseht had. Dit
kleine meiske, dat na Paschen pas op school
gekomen is, heeft n.l. van alle harde kop
pen der bergtop-boeren den allerliardsten.
Wat het in den zin heeft, moet gebeuren, al
stond de onderste steen boven. Dezen keer
echter had de vader een machtwoord gespro
ken en het woord met eenige strepen, door
middel van de roede onderlijnd. Roosje kreeg
bijna nooit slaag, want het was een vroolijk,
vlijtig kind: alleen maar koppig, vrceselijk
koppig. Daarom meende de boer, dal hij het
ditmaal maar eens met de roe moest probee-
ren. Maar geholpen heeft liet niet.
„Klein-Jloosje" zat bij de groote tafel met
behuilde oogen; de kleine mond stond hard.
Tegen twee kleine vuisten drukte zij stijf
haar wangen, de tranen biggelden over het
gezicht en lieten kleine, vuile strepen na,
waar waterbeekjes in uitliepen. De koppig
heid was nog grooter dan het verdriet.
En waarom dit verdriet?
Dc school, waarop Roosje ging. zou mor
gen op ski's een tocht naar den Feldberg on
dernemen. Alle kinderen mochten mee, uit
gezonderd de eerste-klasse-scholieren. Die
waren nog te klein, zei de meester; zij kon-
den ook nog niet voldoende ski-loopen. Ten
plotte kon men ook niet weten wat zoo'n
hoopje mensch kon overkomen bij de groote
kou, a.Is alles bevroren was. Klein-Roosje
was echter, van meaning, dat zij gped genoeg
ski-loopen "kon en dat haar hèelemaal niets
zou overkomen: Ja; die. andere kleine meisjes
en jongens uit de eerste klasse, dio benauwd
werden als meester hen maar boos aankeek,
die moesten maar rustig thuis blijven; zij,
Roosje, was echter al veel grooter.
Dat had zij den onderwijzer gezegd ook,
maar deze had neen geantwoord. Toen was
Roosje naar vader geloopen, die had ook neen
gezegd; ten slotte probeerde Roosje moeder
te vermurwen, maar die wilde er ook.nie
mendal van weten. En leen was vader met
de roe gekomen
Zóó had zich alles toegedragen. Zou dat
een kleine meid niet aan 't schreien bren
gen?
Den. volgenden morgen trok de Barendal-
sche jeugd in twee rijen, netjes geordend,
jongens links, meisjes rechts, er op uit, den
Feldberg te gemoet. Achter hen aan de on
derwijzer en de burgemeester. Zij waren al
lemaal flink ingepakt, hadden dikke hand
schoenen aan, en de meisjes nog flinke sjaals
om den hals. Toen zij bij den ingang van het
bosch kwamen, waar de dennen door de
sneeuw verbogen waren als tot een poort,
waarbinnen men het bosch betrad als in een
groote winler-kerk, stond daar opeens Klein-
Roosje achter een dikke den. Zij had een
blauwen doek om hetr-hoofd, de kleine
sneeuwsclioenen aan de voeten en in de
hand een dikken slok. Zij wou juist tusschen
de kinderen der tweede klasse schuiven, toeri
de meester haar opmerkte en zijn handen
ten hemel sloeg. En Klein-Roosje had om te
keeren en huiswaarts te gaan, terwijl het zoo
zalig er uit had kunnen knijpen. Dergelijke
kleine meisjes kunnen onmogelijk nog mee
den Feldberg op.
Maar het „kleine meisje" wachtte slechts
tot de school in het bosch verdwenen was en
daarna, langzaam, maar volhoudend en on
gezien, sjouwde zij achter de anderen aan.
Boven bij het Feldberger-hotel organiseer
den de gasten uit de stad een wedstrijd voor
de Barendalsche school. In het nabijgelegen
winkeltje werden massa's prijzen gekocht.
Dartt waren allerlei verrukkelijkheden als
witte sneeuwraulsen, speelgoed, handschoe
nen, bretels, sinaasappelen en banket.
De onderwijzer gaf aan de meisjes en jon
gens, die iri een lange rij afwachtten, met
zijn zakdoek een teeken én weg sloven ze,
in luid hoera, op het doelpunt aan. Steeds
kleiner werden de wegijlende, zwarte ge
stalten en de afstanden oijder elkaar werden
steeds grooter. Weldra was de eerste boven
op den top. Haastig draaide het kereltje zich
om en kwam, in een sneeuwwolk, in sui
zende vaart van boven naar beneden, de an
deren acher hem aan. Juist .toen de laalsten
weer terugkwamen en de jongens en meisjes
voor de prijsuitdeeling in de gelagkamer van
het hotelletje wilden gaan, stond daar op
eens weer Klein-Roosje voor hen.
Nu werd de onderwijzer echter hcusch
boos en zond het kind met grove woorden
opnieuw alleen naar huis terug. Dat was nu
niet bepaald verstandig. Wie weet wat cr
niet had kunnen gebeuren bij deze groote
koude, als de kleine stijfkop niet verstandi
ger geweest ware dan de meester! Het kleine
meisje deed n.l. doodleuk of het werkelijk
den bere ophieuw af-skiên ging; toen echter
allen, ook de leeraar en dc burgemeester, in
het hotel verdwenen waren, keerde zij terug
en gespte zij haar sneeuwsclioenen af. In
de gang van het hotel bleef het een tijdje in
afwachtende houding slaan. Opeens kwamen
de waterlanderseerst zonder en daarna
met zeer waarneembaar accompagnement;
De vrouw van den hotelier kwam in de gang
en aan haar vertelde Roosje haar heele treu
rige lot. De vrouw had pleizier aan het kleine
ondernemende vrouwspersoontje en weldra
zat. Klein-Roosje, bij het buffet aan een ta
feltje voor een stevig hapje middageten. Toen
het bord leeg was, groeide ook weer de moed.
Zij had van het voorbijloopend dienstmeisje
gehoord, dat de andere kinderen daarginds
in het aangrenzende vertrek zaten en koffie
dronken en gebak erbij aten.
Toen zocht zij opnieuw de gang op en ber
gon nog aandoenlijker dan den eersten keer
te schreien.
De hotelier kwam naar buiten en hem
deelde Roosje het groote onrecht mee,' dat
haar was aangedaan. Toen de leeraar cn de
burgemeester vernamen, dat Klein-Roosje in
derdaad aanwezig was, moesten zij toch
lachen. En \Veldra zat het meisje tusschen
de anderen in en raakte aller-intiemst be
kend met gebak en koffie.
Alles was nu naar den wil van het kleine
bergroosje gebeurd en alles scheen in orde,
toen liet opeens in een bitter gehuil los
barstte.
Men drong zich om het kleine, ongeluk
kige schepseltje en vroeg, waarom het nu
nog schreide.
Toen zei Klein-Roosje met een veelbetee-
kenenden blik nqgr dc witte mutsen, het
speelgoed en de andere prijzen, dat de an
dere kinderen in de hand hielden:
„Ik moet zoo schreien >omdat ik nog geen
prijs gekregen heb!"
Eenige dames en heeren vonden de inner
lijke ontroering van Roosje begrijpelijk.
Want een kind is eenmaal een kind. Maar,
toen liet. deerntje dicht aan het einddoel ha-
rer wenschen scheen, stelde een onver
wachte macht zich tegenover den wil van
Klein-Roosje. Een dame met zeer geleerde
allure en een bril stond van haar stoel op
en betuigde met scherpe stem, dat zij dit
kind gedurende een paar uur had gadegesla
gen, dat zij lid was van de Vereeniging „De
Eeuw van het Kind" en zeer ervaren in de
kinder-psychologie, maar dat het hier ging
om een, verwerpelijke huichelarij, vereenigd
met eigenbelang, hier gold het een principe
kwestie der paedaeogiek, dat dit kind, dat
heelemaal den wedstrijd niet had meege
maakt, niets zou ontvangen. Dat was abso-
luuit recht tegenover de andere kinderen.
Eenige heeren bromden: „Toe, alsjeblieft
geen principen-najagerijl Wij zijn boven op
den Feldberg 1"
Maar de dame liet niet af en sprak van
haar verantwoordelijkheid, van hoogere ze
denleer bij de jeugd.
In dezen tijd was het allereerst merk-
waardig, om weer eens een zuiver internatio-*
naai gezelschap bijeen te zien. Duitschland,
Frankrijk, Oostenrijk, Italië, Engeland en
Amerika," ai deze landen waren vertegen-»
woordigd en althans voor een paar dagen
broederlijk bijeen.
Zeven van de beroemdste mannen op dit
gebied konden aldus hun denkbeelden legen-»
over die der Ilollandsche kunstbroeders uit-»
een zetten, en het verslag van hun voor
drachten, dat 74 bladzijden van het „Nederl.
Tijdschrift van Geneeskunde" vult, vormt
een gewichtig document op orthopaedisch
gebied.
Wat is orthopaedie Volgens den voorzit
ter van het congres, den volijverigen strij-i
der Murk Jansen, van Leiden, is het letteri
lijk vertaald: „rechtknapigheid". Wij zou
den haar dus kunnen noemen de kunst om
knapen, of beter gezegd kinderen recht te
maken, waarbij van de onderstelling mag
worden uitgegaan, dat alleen bedoeld wor
den zulke kinderen, die niet behoorlijk recht
zijn, die dus, lichamelijk gesproken, in eenig
opzicht van den rechten weg zijn afgeweken
Verkrommingen van ledematen, rug of hals
zullen dus de meeste patiënten leveren.
Dergelijke afwijkingen komen dikwijls
aan den voet voor in den vorm van klQmp-,
horrel-, paardevoet, enz. Aangezien voet in
het Latijn pes heet, heeft men verkeerdelijk
wel eens gedacht, dat het woord orthopaedie
van die voetgebreken was afgeleid. Verder
levert de kinderlijke leeftijd wel het meeste
materiaal, maar het gebied van de orlhopae-
den bepaalt zich geenszins tot de jeugd. Alle
aandoeningen van beenderen, gewrichten,
spieren en zenuwen, onverschillig of die
door ziekte, zwakte of ongevallen verkregen
dan wel aangeboren zijn, rekent Jansen tot
hun werk. De meest doelmatige naam is
daarom zeker die, welken de Amerikanen er
aan geven, n.l. „reconstructieve chirurgie".
De openingsrede van den voorzitter bevat
een verklaring van het feit, dat de orthopae
die niet die vlucht heeft genomen en kan
1 nemén, die wenschelijk zou zijn. De beoefe-.
naar der orthopaedie moet chirurg zijn.
Maar van een gansch ander soort dan do
gewone chirurg, ook wel holten-chirurg ge
noemd, omdat de meeste operaties plaats
hebben in de lichaamsholten (buik, borst,
schedel). Voor deze laatslen is de operatie
zelf meestal het voornaamste gedeelte der
behandeling. Die operatie is zeer inspannend
en geeft meestal de verantwoordelijkheid
van onmiddellijk levensgevaar. Bij den or
thopaedist is de operatie, hoe belangrijk op
zichzelf dikwijls, toch gewoonlijk slechts
een onderdeel van de geheele en zeer lang-»
durige behandeling. Dit laatste, het langdu
rige en tijdroovende, is de reden, dat de hol
ten-chirurg er geen geduld en geen tijd voor
heeft. De natuurlijke gang van zaken zou
dus deze zijn, dat de beide vakkenbroeder
lijk nóagt elkaar kwamen te staan.
Wie goed leest, vindt echter in de rede
van Murk Jansen een ernstige aanklacht
tegen de voormannen dor holten-chirurgie.
Inderdaad zijn het juist dezen, die het ver
schil niet schijnen tfe willen-erkennen. Zij
willen dit onderdeel van hun vak niet los-
kiténzij gunnen het geen zelfstandige
plaats, althans geen plaats in het volle licht
der zon.
Terwijl over de geheele wereld verspreid
54 professoralen in de orthopaedie bestaan,
heeft ons land er geen enkel. Terecht wijst
de spr. er dan ook op dat onze orthopaedist
ten in ongunstige omstandigheden verkecren
omdat aan geen Nederlandsch universiteit
gelegenheid bestaat om zich in dit vak te,
specialiseeren. Een behoorlijk toegeruste or
thopaedische kliniek is er niet. De jonge,
arts, die zich in dit vak bekwamen wil, is
dus genoodzaakt, naar het buitenland tq
gaan.
De beteekenis der orthopaedie reikt ver*
der dan tot het behandelde individu zij be-»
treft ook de gemeenschap. De aalmoes ont
vangende bedelaar, die in een belastingbe-»
talend arbeider wordt omgezet, wordt niet
slechts zedelijk opgeheven, maar bovendien
van een „last" tot een „steun" voor de ge^»
Klein-Roosje begreep van alles, wat dq
geleerde dame met den bril zeide, niemendal,
zij hoorde alléén maar, dat zij geen prijs ont-»
vangen zou.
Toen kwam een stramme, oude heer met
een goedmoedig fijn gezicht tusschenbeide:,
„Luister eens, kleintje, kun jij een Tele-»
mark maken?"
Klein-Roosje knikte zoo hevig, dat twijfe*
len niet mogelijk was.
„Kun je ook een Chrisliania?"
Klein-Roosje mompelde: „En ofl"^
„Dames en heeren, ik stel ter wille van
Klein-Roosje en om te onderzoeken of het
hier, zooals de geachte spreekster van zoo
even aanneemt, gaat, om een rechthebberig
karakter of om de krenking van een kleim
kinderhartje, dat zijn waarde bewust is,
voor: haar een proef te laten afleggen bij den
„Tannli", met starten en remmen door een
Telemark-zwaai."
In enkele minuten stond het zwart van de
menschen vóór het hotelletje.
„Eén, twee, drie!" telde de vriendelijke
meneer, zwaaide met 'n rooie vlag en weg
stoof Roosje.
Met een paar handige glij-P&ssen, met de
echte, lange ski-streek, gleed ze op den
,,Tiinnli" toe, een eenzaam punt op een mid
delmatige hoogte. Toen zij echter als een
witte kogel door de opstuivende sneeuwstof
omlaag suisde, knap op tien passen vóór den
scheidsrechter als een bootje bijdraaide met
den Ghrisliartia-zwaai en toen met den Tele-»
mark-zwaai bliksemsnel omzwaaide en half-
knielend stilstond, barstte een klaterend ge
jubel van „Ski-heil" los over het kleine»
roeiske.
Eenige minuten later zat zij stralend voor
een nieuw kop koffie met gebak en hield
haar prijs: een prachtige wit-wollen ski-,
muts in de linkerhand, terwijl zij met de
rechter duchtig het zoele der aarde aam
sprak.
Klein-Roosje had voor heden geen ver
dere wenschen meer.
0