No. 19419. LE9DSCH DAGBLAD, Donderdag 28 Juni. Tweede Blad. Anno 1923. TWEEDE KAMER. UIT ME STAATSMACHINE. BorPsrülSiB Stand v Leiilsn. FEU11LET0W ~Jiiv Zitting van gisteren. V" Hanze-ciedietei? r De heer VAN DER WAERDIsN (S.-D.) klaagt over de overhaaste behandeling van deze zaak, waarbij ook niet voldoende in lichtingen zijn gegeven. Voor het midden- standscredielwezen beslaat geen voldoende aanleiding in ons land, meent-spr. en het is al ondergraven door het seelarismc. Wij hebben hier te maken met een woekerplant. Spr. critiseert de gestie van de Hanze-bank, en betoogt, dat wij nu te doen hebben met het doorbroken van een scetariscli gezwel. Deze Dank is gaan handelen in valuta-ar- tikelen, waardoor .zij juist den middenstand veel kwaud deed. Het doel van dit wetsont werp is dus -om de kleine Roomsche iuyden te hulp té komen. Niet dit ontwerp gaat men een 'gevaarlijken weg op. Wie weet hoeveel aanvragen er nu nog komen zullen.'Konden andere Danken niet helpen? Waarom .die haast? Er is-surséance toegestaan en er: is dus tijd voor onderzoek. Het wetsontwerp acht spr. bedenkelijk, omdat de grenzen van dit ontwerp niefc zijn aangewezen en het risico niet is aan -ie geven. In elk geval wenscht hij te weten wiat het maximum van het risico zal zijn. Zonder dat geüft spr,'s tractie stellig haar stem niet aan dit ontwerp, De heer STAALMAN (V. B.) ziet ook een resultaat van het nieuwe separatisme in de Üébclcle van deze banken. De heer DUYS (S.-D.) zegt. dat de Hanze - hanken niet voor den middenstand zijn be stemd, maar wel om don R.-K. godsdienst te helpen. Wie-dat wil doen, moet de propa ganda zelf betalen. Spr citeert geschriften, the reeds kritiek op het slechte beleid van de .Hanze-banken be" fitten. De markenlian- del geschiedde op 'd -meest slordige wijze, waardoor alle conlrMe onmogelijk was. Des/c déb&clc moest komen on was reeds in 1913 te voorzien. Spr. vraa'gt den «Minister of er. geen aan leiding bestaat voor ingrijpen' door ,de Jus titie. 'Zaterdagmorgen is nog door de ge meente Den Bosch 70 mille gestort in de HanzeBank ter betaling van leverantie* aan de gemeente. 'Een halfuur later werd .do Bank gcèlolen. Terugbetaling had niet plaats omdat liet geld in-don algemeehen pot was .gestort. De'Staat gaat nu bijspringen cu de aan deelhouders 'zifllen er go'ïd afkomen. De kleine spaarders zullen niet geholpen wor den. Spr. vraagt waarom deze Iianze-bank wordt gehoLpen en anlem Banken niet. .Waarom .Galissen,, waarom Marx en Co., de Alg. Levensverzekering niet? 'Waarom de „Christelijke Amsterdammermot? Dit ontwerp kan niet aaavaard worden. De eenige leuze van dit ontwerp is: Dat gaat nanr'.Don Bosch loet Maar het lant- woord .op de rr;v:g. Wie zal dat betalen? wordt niet gegeven. Mej. VAN DORP (Libl is legen het ont werp. Het is een mooi gbhaar, maar de Staat moet zich met deze aangelegenheid niet inlaten. De lieer VAN 11IJCK 'I v 0KS5EL (R.-K.) is vóór het onlwtcp. Ut». miJdensbrndscrediet moet gesteund worden, rmdat liet nergens is onder te brengen, ltet zijn hier kleine luijden, die lijden zu.len en het zou een provincie zijn, die *m onder ging. Spr. vraagt alleen een maximum in de wet te bepalen voor .het risico, dat de Staat kan loopen. De heer MARCIIANT (V.-D.) betoogt ook, dat deze débJcle het gevolg is van wan beleid. Spr. beschouwt bet on iverp alleen uit het oogpunt van het algemmn belang. Niet ter zake dienende zijn beschouwingen, die het ontw.en>'bezien als een pnrlijzaak. De hulp moét rgoen massa-hulp zijn; post voor post moet-worden .nageg L.m eb alleen datgen^, wat .goed is moet worden overgenomen. ;De Staat moet alleen steunen-om het algemeen belang te dienen; niét ten bëhoeve van schiildeischers, die 'door -slecht beheer ver liezen leden, niet voor Katholieken. Spr. wnnscht meer zekerheid, dat aan aijn-voor waarde, is voldaan, »n een betere omschrij ving van den begrootiirgspost. Een ontwerp als dit,moet uitzondering blijven en een li miet ten aanzien van bet risico dient te worden vastgesteld. De heer VAN GIJN (V. B.) is tegen" dit ontwerp, omdat het alleen tracht een Ka tholiek instituut in het leven te houden, dat geen levensvatbaarheid heeft. De heer KERSTEN (St. Ger. Partij) ziet alleen een Reomseh belang in dit ontwerp en kan er zich dus niet mee vereenigen. De heer STULEME1JER (R.-K.) verdedigt dit ontwerp, dat in het algemeen belang is en niet specifiek Roomsch. De heer SCHÜKKÏNG (C.-fl.) meent, dat de overheid zich zooveel mogelijk moet ont houden van bemoeiing met een aangelegen heid als deze -De Memorie van Toelichting gaf niet voldoende inlichting; de nota gaf iels meer licht. Spr. vraagt alsnog eenige in formatie-of er wel noodzaak is, dat.de Re geering ingrijpt, wanneer het geldt .alleen het dragen van het gewone Bank-rieico. Spr. wensc-ht in elk geval ook een limiet voor het risico van den Staat. Er zijn tal van teere punten in deze zaak en het zal moeilijk zijn, die alle te ontzien Spr. wijst bijv. op een schifting lusschen al of niet credietwaardigheid. De heer COLIJN (A.-R.) spreekt ook een scherp oordeel uit over het wanbeleid van i de Bankdireclie. Het lijkt liem Teler te let- ten op de credieiwaardigheid in plaats van op doopbriefje of kêrkelijke attestatie. Het I wetsontwerp heeft een algemeene strekking; i wanneer de Staat alleen de goede credielen overneemt, zal hij weinig risico loopen. .De. I debiteuren, die niet goed zijn of twijfelach- tig, zullen niet geholpen worden. Spr. ziet terdege een algemeen belang in .deze steun- v.erleeniirg; maar wenscht ook een bedrag, te I noemen in dit ontwerp. Tegen de oprichting van het Centraal-Hanze-Instituut heeft spr. zeer ernstig bezwaar, omdat .dit niet zoo veilig kan .zijn als een instituut, dat geheel i buiten den kring: staat van de betrokkenen. De MINISTER VAN EINANCIëN, de lieer i DE GEER, herinnert aan verschillende cre- dieten, die al zijn verleend, en het verlrou- wen, dat Hem daarbij is gegeven. Van een j paniekstemming is thans geen-sprake; de i indiening moest heel vlug gaan, maar dal zegt niet ,dat .'de Regeering -overijld han delde. Deze anemoriepost geeft alleen be voegdheid aan de Regeering en daarna kan I zij de zaak verder voorbereiden. Spr. is be- j reicl eenige stellige limieten te stellen in het ontwerp. Er is hier .geen.sprake van steun aan de lianzorbanken, maar wel aan cre- dietwaardige personen. Dezelfde politiek is al eer gevolgd. De crodiefen dienen /alleen ter-voortzeltipg van het bedrijf en deTIanze- banken /hebben daarmede niets tc maken. De .memoriepost kan.niébmeei'.in -een be drag wonden omgezet, omdat die .-post alleen geldt, om de eventueele verliezen te dekken. De door de .A. G H. te verstrekken raillioe- nen zullen niet hooger zijn dan 4 millioen, waarvan de Staat,hoogstens.2.millioen. risico kan loopen. De Nederlandsche Bank heeft zich. bereid verklaard 50 pGt. Staatsgarantie in plaats van 100 pCt. te-nemen..Het risico voor den Slaat is dus zeer gering. Een verlies van reenigc heteekenis'kan niet geleden worden. Als alles - verloren ging, zou het-hoogslens twee ton .bedragen. Spr. overweegt thans nqg- eenige wijzigingen, die 'hij hedenavond zal indienen. De vergadering /wordt te 7.15 uur ver daagd lot Donderdag te één uur. Nadruk verbóden. De vrije Rijn. Op Woensdag-6 Juni is in de Tweede Ka mer, een zaak aan de orde geweest,-waarmee waarschijrilijk geen der leden van harte in stemde en 'die zij toch wel moesten goedkeu ren. Officieel héét dat „Toetreding .tot eenige bepalingen van het nmrdrag van Versailles"; meer iiuiselijk_zou het moeten heeten: „Onze verhouding tot den Rijn" of -„Goedkeuring van de gewijzigde iRijn va aftakte". Die drie aanduidingen loopen nogal uiteen. Bij de be handeling van het Oostenrijksche crediet is onlangs duidélijk gebleken, .dat de Tweede Kamer zich,niet wenschte in te laten met de politiek /van de geallieerden, cn als wij toe treden lot eenige bepalingen van het verdrag van 'Versailles, zitten wij wel degelijk vast aan die politiek. "Dat is nogal;in tegenspraak met elkaar. De tweede aanduiding; „Onze verhouding tot den Rijn" zou juister wezen, maar er dient hij deze aanduiding cn bij die van „Goedkeuring van -de gewijzigde Rijn vaartakte" wel in aanmerking genomen wor den. dat wij er eigenlijk maar een heel klein beetje in te zeggen hebben cn dat onze goed keuring vrijwel een gedwongen Jraaiig- I heid is. De Rijnvaart;:kle is eigenlijk oen uilvloei- i sel van do boedelreddering, die na de-Napo- leontische oorlogen op en in verband»met het j Weener Congres plaals bad. In 1831 werd een regeling getroffen bij de Conventie van Mainz en in 1868 (1869) kwam een defini tieve rcgeli ng tot stand bij de akte van Mann heim. De regeling betrof de rephten der bij den Rijn betrokken Staten in verband met do Rijnvaart. Toen ook, dat is na het Wee ner Congres, namen de Slatcn zich* voor om met elkaar in volmaakte eensgezindheid te leven ,nct als nu; het valt moeilijk te zeg gen, dat men nu, zoo wat 100 jaar later, beter geslaagd is", men begint wel wat te twijfelen aan de eensgezindheid. In elk geval, de Rijn- vaartakte kreeg dan in 18G8 te Mannheim een vasten-vorm. alle Staten, die 'er aan ge legen waren, hadden stem in het kapittel: eenige Duitschc Staten. Frankrijk en Neder land; allen hadden evenveel invloed; er mocht aan de Rijnvaart niets gewijzigd wor den, of de Rijnvaartcommissie moest geraad pleegd worden cn iedere Slaat had het recht van.veto;-als één zich verzette, ging liet be sluit niet door. Het was de waarachtige eens gezindheid. Toen voor eenige jaren te Nijme gen ernstige plannen bestonden otu de Waal te overbruggen, moest de Rjjnvaarlcommis- sie geraadpleegd worden. Het veto van één Staat was voldoende om iets te keeren, dat hij gevaarlijk achtte voor zijn belangen. In 1871 hield 'Frankrijk door liet verlies van Elzas:Lotharingen op oeverstaat te rijn en viel dit land dus uit, maar de Rijnvaart- akte van 1868 bleef en het veto van een Staal was voldoende om iels gevaarlijks te beletten. Duitschland heeft o-.a. niet lang vóór den oorlog wel even aan de akte ge morreld en'getracht, zélfs onder het uiten van dreigementen, die bepaaldelijk legen ons gericht waren, om Rijntollen in te stellen, maar heeft'daarbij geen sutccs gehad. Zoo blééf de toestand. Maar de oorlog-brak- uit en de-vFede«werd gesloten, of liever voor geschreven en niet alieon Duitschland had maar te aanvaarden, ,ook -wij waren bij het Verdrag van Versailles van 28 Juiii 1919, voor rzoover het Te- Rijnvaart betrofy wantde geallieerde cn geassocieerde Mogendheden namen de vrijheid om in haar overwinnaars- roes ook de Rijnvaarlaktc aan te tasten/en zij hebben wijzigingen aangebraoht, zonder ons, 'Nederlanders, die toch zeker wel tot dè meest belanghebbenden behoor,en, cr in te kennen. Voortaan zou Zwitserland ook alk oeverstaat-erkend worden, wat zeer billijk was. Frankrijk werd, nu Elzas cn Lotharin gen weer waren herkregen, opnieuw oever staat; maar kreng een overwegende heteeke nis .in de regeling. Immers het kreeg invloed op -de havens van Straatsburg en" Kelïl; hot verkreeg liet uitsluitend recht om op het FEansch-Diiitsche riviervak de electrische kracht van den Rijn te gebruiken cn het Rijnwater -aan te wenden v.oor scheepvaart en bevloeiin gskanalencn verder het recht, om op het riviervak boven Mannheim, dat zuiver Duitsch is, de waterstaatswerken te maken, die de Centrale Rijnvaartcommissie goed acht. En in die Centrale Oommissie zou voorlaan Frankrijk een voorname plaats in nemen. Want'van'de 19 of 20 leden zou Frankrijk cr 4 -kiezen en bovendien zou die Staat den Voorzitter aanwijzen. Tol 1919 was elk jaar de'Voorzitter door loting aangewe zen; voortaan (was steeds een Franschrnan voorzitter. Had vroeger elke Staat 1 slerq, voorlaan zou Frankrijk zie boven 4 stommen hebben en den Voorzitter, de Duit- sclie Staten 4 cn verder kreeg elk der vol gende 2 stemmen: Zwitserland, 'Nederland, Engeland, Italië en België. Dat wil zeggen: lo. dat drie Stalen, Engeland, Italië cn Bel gië, die geen oeverslalen zijn, als zoodanig werden aangemerkt en evenveel invloed had den als "Nederland. Er werd echter .in het oorspronkelijke pro tocol nog bepaald, dat België het recht.zóu hebben, om een Rijn-.en .Maaskanaal te gra ven en ten behoeve daarvan water uit den Rijn af te tappen. Behalve andere zaken, die voor ons op dit oogenblik van minder gewicht zijn, werd bepaald, dat met Nederland nog een afzon derlijk aceoord zou worden gemaakt en dat Duitschland zich daaraan moest onder werpen. De onderhandelingen aver dat accoord zijn eerst begonnen op 20 "Maart 1920 en heb ben geleid tot een protocol van 21 Januari 1921. Wij zullen de 8 punten, die daarin zijn i vastgelegd, niet alle noemen en ons bepalen tot de volgende: lo. Nederland kreeg één ver tegenwoordiger in de Centrale Commissie meer dan vroeger bepaald was, dus "3 in plaals van 2; 2o. dat België bij het vredes verdrag het recht krijgt om een Maas-Rijn-' kanaal te graven, be toekent niet, dat het daaraan het recht ontleent om dwars door Limburg te graven. Wij kunnen nog meedeel en, dat naast den Franschon Voorzitter van de Centrale Com missie een Belg voor 5 jaren tot secretaris is benoemd. Verder is in deze dagen van Roer- actie reeds gebleken, hoe Frankrijk zijn rol opval. Art. 1 van de oorspronkelijke Rijn- vaarlakle, dat niet gewijzigd is, houdt in, dat de vaart op den Rijn en zijn uitmondin gen van Bazel lot in de open zee, in beide richtingen, vrij zal zijn voor de schepen van aile natiën voor het vervoer van goederen en cprsonen, volgens de bepalingen der akte ton behoeve van orde cn veiligheid. Verder worden cr bepalingen gegeven, die buiten gewone in- nn uitvoerrechten langs den Rijn uilsluiten. Maar. dat neemt niet weg, dat zij op oen gegeven oogenblik 10 proe. in- en uitvoer recht en uilvocrconsenten eischlen cn het een en ander deden, dat met een eerlijke uilvoering der akte in strijd was. Ons Rijn- verkeer en vooral Rotterdam leden geducht daardoor en toen de Regeering zich er over beklaagde, Beloofden de Franschen de Rijn- vaarlaktc te zullen naleven voor zoover dn Duitschcrs hun dat mogelijk maakten. Alsof zij dat zelf niet in de hand hadden. Wij zijn het verloop der zaak, voor zoover zij- ons betreft, en verbond houdt met de ver gadering der Tweede'Kamer van 6 Juni j l. wat vooruilgcloopen. Onder dagleekening van 26 Febr. 1921 is een wetsontwerp ingediend, waarbij op toe treding tot de bepalingén van het Vredes verdrag van Versailles, voor zoover die dc Rijnvaart betreffen, goedkeuring wordt ge vraagd. liet spreekt vanzelf, dat daarbij in de'M. v. T. de zaken worden uiteengezet en dut de desbetreffende protocollen daarbij zijn afgedrukt. Met V. V. over dat wetsontwerp is niet af- 'wijzend, maar'toch verre van gunstig. Men gevoelt, dat men zal moeten goedkeuren, maar men doet het met tegenzin. Het ao- •coord met ons land, waarvan straks sprake was, wordt te recht als een 'vernederonü gunstbewijs aangemerkt, nadat de hoofdzaak geregeld: was, zonder dat Nederland er in go- kend was. Ook tegen het medezeggenschap van Engeland, Italië en België rezen beden kingen en men vreesde, dat als het noodig werd geoordeeld, zelfs aan Amerika en 'Ja pan plaatsen in de Centrale Commissie zou den worden ingeruimd. Dat V. V. is gedagteekend van 10 Mei 1921 en 3 Juni 1921 antwoordt de Minister van Buüenlandsche Zaken. Den 7dcn Juni van dat jaar verklaart de Commissie van Rapporteurs uit de Tweede Kamer, dat de openbare beraadslaging over .het voorstel ge noegzaam is voorbereid. Men kan dus niet van overhaasting spre ken als de zaak, die op 7 Juni 1921 rijp voor behandeling wordt verklaard, op 6 Juni 1923 dus precies 2 jaaT later werkelijk behandeld wordt. En even daarvoor was de Kamer nog een verrassing bereid. Want op 19 Mei, dus kort vóór de openbare behandeling, deelde de Mi nister nog een additioneel protocol" mee, dat al op 29 Maart was opgesteld cm dus ooik i heel wat lijd had noodig gehad om onze Vertegenwoordiging te bereiken. De bepalin gen van dat protocol zijn, dat: De hesluiten der Centrale Commissie wor den genomen met meenderherid van stom men; en: Geen Staat gehouden is demilvoe- 1 ring van diegene der besluiten te verzekeren aan welke hij zijn goedkeuring mocht wei geren. Tot nog toe was zulk een besluit niet gel dig, als het niet met al gemeene stemmen werd genomen; voortaan zal het wel geldig zijn, maar wie ertegen is,kan weigeren aan de uitvoering deel te nemen. .Zooals reeds in het V. V. gezegd is, zal Nederland wel moeten toetreden, maar'het doet dit met tegenzin; de gewijzigde regeling is veel ondeugdelijker dan de vroegere. En nu beloven de geallieerden wol. dat er nog een nadere Rijnvaartuklc zal worden opge maakt, maar„met groole heoren is het slecht kersen eten", dat bewijst de loop de« zer zaak weer. Inlusschcn: de Tweede 'Kamer heeft de toetreding goedgekeurd. Opgave van personen, die zich te Leiden hebben gevestigd. Mej. J. Sceberg, dienstbode. Groenhoven-» straat 5. M. J. Akkermans en gezin, kan- toorbediende, Boerhaavestraat 6. Mej, M. van Hoeyen, dienstbode. Watcrsteeg 3« M. van Bostelen en gezin, boerenarbeid der, O. Havenstraat la. T. Pcllenkoft, Kaiserstraat .18. C. de Jong, steen werker, Caiharinastraat 5. B. F. Westenbroek, Bree-. straat 65. Mej. G. Küscnberg, dienstbnde, Brcestraat 5-L Mej. C. A. M. Robben, winkeljuffrouw, Noordeinde 4d. M. bie- genheim, textielchemiker, Rapenburg 13. Mej. M. J. L. Schreibcr, verpleegster, Ilee* renslTaal 6. H van Vliet en gezin, boek-» houder, Heerenstraat 10. S. An holts, Haarlemmexsir. 289. Mej. C. Welz, dienstbode, Haarlemmerstr. 267 B. Moj« A. M. Verschoor, hulp i. d. huisb., Rijns-i burgenveg 3. G. W. Lcnsvell en gezin, Zoelerwoudsche Singel 48 D. S. P. Vis-» ser en gezin, Rijn en Schiekadc 39 B. J. Brcedvcld en gezin, arts, Maria Gouda- straat 47. K. F. Arends en gezin, llooge- woerd 142. Mej. M. S. E. Bieber, huis-, houdster, Oude Rijn 7. Mej. M. E. Meyer, julfr. v. gezelschap, Witte Singel .26. Mw. A. O Hór-Kokkel koren, cosluutu-i naaister, J. W. Frisiostraat 39. Mw. 'G. van Sloótcai-Wiggcrs 'en gezin, De Laai do Kantcrstr. 1. 'Mw. J. v. d. Valk-y. Krim pen, Kaslanjekade 16. Mej. J. Bleyen- berg, buffetjuffrouw, Breestrant 152. J« Ruyler, kaasmaker, St. Aaglcslr. 20. J- J. Bekooij, kantoorbediende, G. Douslraat 45. Mw. M. P. wan Muiden-v. Oosterom, H. Rijndijk 178. Mej. C. Perrin, I-Iaar- lemmerstr. 125. M. Dirkzwager, caaid* recht..ambt., Rapenburg 13. J. M. Ruy- ters, kellner, Nieuwslraat 29. Mej. C. J, Freeke, dienstbode, Biandewijnslaeg 23: K. Stroosma, slager, II. Rijndijk 38. R. Nieuwenhuijzen, -kellner_ L. Vrouwen^ steeg 16. Opgave van personen, die uit Leiden zijn vertrokken. J. C. Ilollants, Den 'Haag, Westeindo 174. .T. Gelok, Den Haag, Laakkade 87. Mej. A. M. G. Marlens, Dordrecht, Vest 69 R. J. G. Willebrand, Amsterdam, Haarl.. Hout tuinen 12huis. Mej. A. M. Westerbos, Nistclrode, (Br.) G. W. R. Overdijkink, Benlheim, Rest. Slation. J. G. Budiingk dc Voogt, Arnhem, Ulr. sir. 45. Mej'.. Th. M. Omtzigt, Zoeterwoude, H. Rijndijk 100. Mej. M. v. Hartkamp, Hazerswoude, Rijn dijk B 45. G. II. Ruisch, Dordrecht, Krom-, hout 19rood. Mej. S. M. Vrij, Heemstede, Mr. Loltelaan 28. P. v. d. Toorn, Schore (Z.) bij ds. J. K. Klomp. Mej. Tr. G.. v. Mil, Zoeterwoude, H. Rijndijk .177. Mej. A. M. v. Resteren, Heemstede, Doodweg' 21< A. Schouten, Katwijk, Waaigat t8. - Mej. M. Spoelstra, Voorschoten, Rijndijk 15. Prof. W. v. d. Vlugt, Oegstgcest, Wilh.- park 28. Wed. Cr. II. Kokxhooxn geb. van Leeuwen, Den Haag, Pr. Mauritspl. 17. P. Pot, Deventer, Singelslr. 20. J- D, Smit, Den Haag, v. d. Vcnnestr. 144. D. C. dp Ridder, Den Haag, Klimopstr. 142. M. A. W. E. Elshof, Rijswijk (Z.-H.) Uceren^ weg 36.B. Robijns, Welsrijp (Fr.)/bij de ouders. C. J. Seegclcr, Teteringen, bij de ouders. Fr. v. Violen, Dolft, Ooslsiiigch20. J. Wondergem. St. Laurens, iNoordweg 13a. G. v. d. Akker, Amsterdam, Ceintuurbaan 199huis. G. G. Bouwman, Stadskanaal, bij J. S. Drenlh. Wed. J. DirkseLaman, Den Haag, Teijlerstr. 43. IJsbr. P. Visser, Rotterdam, Afrikaanderpl. 12. GEBOREN: Bernardus, Z. v. B. Riep en C. L. Kiclhorn. Johanna, D. v. W. Schil-d cn J. v. d. Reek. Trijntje, D. v. W. J. TJit hel Fngelsch van ADELINE SEPrGEAN' f. Ln al was je niet wijs genoeg, om het te weten, moet jo het later gehoord hebben. .Herinner .je je mijn brief aan .John Hol den pietT' „Ik jheb nooit een bril-1 van jnu aanJbljn Holden.£ezLen." ,„W.at! Hemel .en aarde! Heeft hij je nooit ieis,gezegd?" „Dan zal ik hem vcor zijn zwijgen ter vernnriA-oor'djg roepen. Wil je me -zeggen, dat je al dien tijd de vvojd-héfd.rtiet gówe- ten 'hebtr' Zij gaf geen zeer verstaan haar aó tv/oord. Zij strokte'haar handemmaar hem uit, en een wreemd licht kwam in haar oogen. „Qerard'"!,,; zeiize. En.ruit- een snelle, harts tochtelijke beweging trok hij haar aar. .zijn horst. „Weet gij allen," zei liij, het kleine ge zelschap streng aanziende, over het blond© hoofd heéu, dat hij opizijn schouder» getrok ken .had, „weet, -dat. deze mijn ware eo 'Wettige vrouw is, -en dat ieder, die haar belcodrgt of kwetst, fact mij to dopn zal "Krijgen. We zulten niet meer -gevsolreidcn worden; wel, Kitfy'? Nooit-meer." Maar iij, gaf geen 'antwoord, en toen hij ïiaar gelaat een weinig naar het licht 'lrcer- ide, bemerkte hij. dat het koud. bleek en v bewusteloos was «Vliet gelaat van een "'oorle- HOOFDSTUK XNXIII. Waf Rose vertelt. Het kleine-gezelschap brak op in onrust <cn schrik. Catherine, die flauw -gevallen was, werd het huis binnen 'gc-dragen door lord Broxbourne, onder leiding van Syd ney. Mevrouw Massingham hing aan Philip in een zenuwaanval zonder tranen terwijl Rose dacht, dat het beste en gemakkelijk ste was om het op haar-zenuwen te krijgen, waaraan echter een einde w.erd gemaakt door een afdoend standje van lord Bros- bourne, die nog eens in den tuin kwam, alleen om,het te geven. Hij keek zóó kwaad en sprak zóó streng, dat Ruse van schrik tot zwijgen werd gebracht, en bij .zichz!élve zei, hoe weinig zij geweten had, wat voor man hij .zijn ;kan. Tegen'haar was hij altijd hoffelijk, aangenaam on .compliapenteus .geweestheel verschillend van den donkér uitzienden man. die zich tot Catherines echtgenoot -verklaarde, en haar Rose Holden aei,, „met dat lawaai op te hou- den." iRosc was inderdaad in een leelijk par ket. Mevrouw Massingham keerde haar /den rug toerij had uitgemaakt, dat 'Rose ge&n dame" was het ergste vonnis in haar oogen. Philip keek bijna even donker als zijn oom en antwoordde haarbijna niét, toen zij -tegen" hem sprak. Rose -voelde in derdaad, dat rij een noodlottige vergissing Segaan Had, met zoo Kous te worden pp Catherine de slag. dien'zij gegeven'haf!, zou niet gauw vergeven worden, 3oot al wie getuigen van het tooneel geweest wa ren. Alles, wat zii doen kon. was zachtjes te snikken, cn kapitein Massingham te ver zekeren, dat rij zoo in de war-was, dat-zjj niet .wist, dat zij deed; en dat zij hoopte, dat_ men vriendelijk zou zijn en haar zou veroi fcscbuldigen. omdat zij in zooB zenuw aohtigen, overspannen toestand was. De Massinghnms, moeder en zoon, sche nen niet te weten, wat zij zeggen moesten. Zij keken elkander verlegon aan, en von den het een verlichting, toen Rose eindelij* voorstelde, naar ..Moss Dyke" terug te keeren. Mevrouw Massingham werd in éér» rijtuig gezet en Rose in een ander maar Philip ging met geen van beiden mede. Toen hem rioor de beide dames naar zijn iplannen gevraagd werd. antwoordde hij ta melijk brommig, dat hij op zijn oom wilde wachten. "Rose ging dus alleen naar huis. en wna heel boos op haar eenzaamheid. Het was tien uur. toen zij ..Moss Dyke" bereikte. Haar vader was gelukkig niet thuis zij -kon dus onopgemerkt haar eigen kamer berei ken. Zij was gewoonlijk meer geneigd in bed te gaan en haar verdrietelijkheden (als zij die had) in den riaap te vergeten, 'dan op be- blijven .ritten, en er over na te den ken maar bij deze gelegenheid kon zij niet 'tot rust komen. Zij ging naast het open raam ritten en weende een beetje met heel erg: Rose-bewaarde hdaT "tranen voor openbare gelegenheden en vroeg zich af, wat. er nu gedaan moest worden. Zij be greep, dat rij zioh zeer misdragen had te genover de familie van lord Broxbourner en dat het haar groote moeite aou kosten, Haar achting te heroveren. „Wat een dom, dwaas schepsel was ik toch P- zei ze bij zichzelvewant Rose ver zachtfce de zaken niet, als er niemand bij I was, die het hooren kon. „Maar wio zou j ook gedacht hebben, dat Catherine haar j eigen geschiedenis niet kende 1 Ik was boos op haar, en als alles waar was geweest, had het me niets kunnen schelen, dat ik haar dien slag in het gezicht had gegeven het. zou in mijn voordeel rijn geweest, meer dan iets anders. Maar -nu blijkt zij Lady Br.txbourne te zijn I Hoe vreeselijk gék! En wat zal papa zeggen Zij huiverde even bij de gedachte aan zijn toorn; want zij wist, dat hij groote ach ting voor Catherine had, en dat hij zeer 1 ontevreden zou zijn over de driftige uiting vfm zijn dochter. Maar Rose huiverde niet lang. Zij was zich. zeer bewust van baar macht over haar vader, en zij besloot, dat «alles, wat rij to doen had, was, te maken, dat zij de eerste in het veld was. Als zij Hem maar op haar eigen manier de gcschie- ni8 vertellen kon, voor cl «at iemand anders het deed, was zij zeker van bet terrein. HF zou niet thuis komen voot don -volgenden avond ma, zij zou zorgen, hem te spreken vóór iemand anders. En toen rij dit Be paald, en de geschiedenis bedacht had, zooafe rij die den volgenden dag1 zou vertel len, g-nrg Rose naar bed en sliep ,,den slaap dor onschuldigen." Geheel onbewust van den storm, die op Het p.unt was. over hem los te bróken, keer de John Holden den volgenden 3ng terug van Liverpool, waar hij een deel van de week voor zaken had doorgebracht. Hij was moe -en geprikkeld geweest, voordat hij wegging, cn zijn humeur was niet verbe terd door het verloop van zaken in dc laat st'1 pao1, dagen. Hij had geld verloren, en hij stond niet op goeden voet met lii/sc. Deze feiten warén zeer voldoende, om hem het gevoel te geven, dat hij op voet van oorlog met de gehcele weneld was. Dan wanen er nog kleinere ergernissen, zooals zijn ontevredenheid over Sydney, het ont slag onlangs van Laurens ügilvie, do ge^ beimzinnige reis van dat jonge -mnnpch uaar Schot-land, enz. Het» was in oen alles behalve vreedzame stemming, dat de lieer Holden zijn huis binnentrad. Tot zijn groote verbazing ontving Rpse hem niet glimlachjes en open arm en» Zij waren zeer koel van elkaar gescheiden, want zij was toen zeer verdrietig en boos; maar blijkbaar was zij over haar verdriet heen, want zij was zoo aardig mogelijk. De heer Holden kon nauwelijks zijn oogeruge- looven. Maar tc-eri zij hem tweemaal' ge kust cu hem hartelijk naar de eetkamer ge bracht had, waar de thee hem wachtte, be gon hij t-e gelooven, dat hij goed zag, en hij dacht behaaglijk „Catherine heeft met Haar gesproken" en rij is toch ten sldttu „een verstandig meisje." „Een lie el e massa brieven en couranten voor u, papa maar kijk ze nu niet door drink eerst uw thee, en laat ik u alles vertellen, wat er gebeurd is sedert u weg ging." „Hè F' zei de heer Holden, rich in. zijn grooten armstoel neerzettende. „Nu, j© leunt me alles vertellen, wat er gebeurd is, maar je moet me niet van mijn bribven herooven AY r rijn ze? Al" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5