No. 19419.
LE9DSCH DAGBLAD, Donderdag 28 Juni.
Tweede Blad. Anno 1923.
TWEEDE KAMER.
UIT ME STAATSMACHINE.
BorPsrülSiB Stand v Leiilsn.
FEU11LET0W
~Jiiv Zitting van gisteren.
V" Hanze-ciedietei?
r De heer VAN DER WAERDIsN (S.-D.)
klaagt over de overhaaste behandeling van
deze zaak, waarbij ook niet voldoende in
lichtingen zijn gegeven. Voor het midden-
standscredielwezen beslaat geen voldoende
aanleiding in ons land, meent-spr. en het is
al ondergraven door het seelarismc. Wij
hebben hier te maken met een woekerplant.
Spr. critiseert de gestie van de Hanze-bank,
en betoogt, dat wij nu te doen hebben met
het doorbroken van een scetariscli gezwel.
Deze Dank is gaan handelen in valuta-ar-
tikelen, waardoor .zij juist den middenstand
veel kwaud deed. Het doel van dit wetsont
werp is dus -om de kleine Roomsche iuyden
te hulp té komen. Niet dit ontwerp gaat men
een 'gevaarlijken weg op. Wie weet hoeveel
aanvragen er nu nog komen zullen.'Konden
andere Danken niet helpen? Waarom .die
haast? Er is-surséance toegestaan en er: is
dus tijd voor onderzoek.
Het wetsontwerp acht spr. bedenkelijk,
omdat de grenzen van dit ontwerp niefc zijn
aangewezen en het risico niet is aan -ie
geven. In elk geval wenscht hij te weten wiat
het maximum van het risico zal zijn. Zonder
dat geüft spr,'s tractie stellig haar stem niet
aan dit ontwerp,
De heer STAALMAN (V. B.) ziet ook een
resultaat van het nieuwe separatisme in de
Üébclcle van deze banken.
De heer DUYS (S.-D.) zegt. dat de Hanze -
hanken niet voor den middenstand zijn be
stemd, maar wel om don R.-K. godsdienst
te helpen. Wie-dat wil doen, moet de propa
ganda zelf betalen. Spr citeert geschriften,
the reeds kritiek op het slechte beleid van
de .Hanze-banken be" fitten. De markenlian-
del geschiedde op 'd -meest slordige wijze,
waardoor alle conlrMe onmogelijk was. Des/c
déb&clc moest komen on was reeds in 1913
te voorzien.
Spr. vraa'gt den «Minister of er. geen aan
leiding bestaat voor ingrijpen' door ,de Jus
titie. 'Zaterdagmorgen is nog door de ge
meente Den Bosch 70 mille gestort in de
HanzeBank ter betaling van leverantie*
aan de gemeente. 'Een halfuur later werd .do
Bank gcèlolen. Terugbetaling had niet plaats
omdat liet geld in-don algemeehen pot was
.gestort.
De'Staat gaat nu bijspringen cu de aan
deelhouders 'zifllen er go'ïd afkomen. De
kleine spaarders zullen niet geholpen wor
den. Spr. vraagt waarom deze Iianze-bank
wordt gehoLpen en anlem Banken niet.
.Waarom .Galissen,, waarom Marx en Co., de
Alg. Levensverzekering niet? 'Waarom de
„Christelijke Amsterdammermot?
Dit ontwerp kan niet aaavaard worden.
De eenige leuze van dit ontwerp is: Dat
gaat nanr'.Don Bosch loet Maar het lant-
woord .op de rr;v:g. Wie zal dat betalen?
wordt niet gegeven.
Mej. VAN DORP (Libl is legen het ont
werp. Het is een mooi gbhaar, maar de
Staat moet zich met deze aangelegenheid
niet inlaten.
De lieer VAN 11IJCK 'I v 0KS5EL (R.-K.) is
vóór het onlwtcp. Ut». miJdensbrndscrediet
moet gesteund worden, rmdat liet nergens
is onder te brengen, ltet zijn hier kleine
luijden, die lijden zu.len en het zou een
provincie zijn, die *m onder ging. Spr.
vraagt alleen een maximum in de wet te
bepalen voor .het risico, dat de Staat kan
loopen.
De heer MARCIIANT (V.-D.) betoogt ook,
dat deze débJcle het gevolg is van wan
beleid.
Spr. beschouwt bet on iverp alleen uit het
oogpunt van het algemmn belang. Niet ter
zake dienende zijn beschouwingen, die het
ontw.en>'bezien als een pnrlijzaak. De hulp
moét rgoen massa-hulp zijn; post voor post
moet-worden .nageg L.m eb alleen datgen^,
wat .goed is moet worden overgenomen. ;De
Staat moet alleen steunen-om het algemeen
belang te dienen; niét ten bëhoeve van
schiildeischers, die 'door -slecht beheer ver
liezen leden, niet voor Katholieken. Spr.
wnnscht meer zekerheid, dat aan aijn-voor
waarde, is voldaan, »n een betere omschrij
ving van den begrootiirgspost. Een ontwerp
als dit,moet uitzondering blijven en een li
miet ten aanzien van bet risico dient te
worden vastgesteld.
De heer VAN GIJN (V. B.) is tegen" dit
ontwerp, omdat het alleen tracht een Ka
tholiek instituut in het leven te houden, dat
geen levensvatbaarheid heeft.
De heer KERSTEN (St. Ger. Partij) ziet
alleen een Reomseh belang in dit ontwerp
en kan er zich dus niet mee vereenigen.
De heer STULEME1JER (R.-K.) verdedigt
dit ontwerp, dat in het algemeen belang is
en niet specifiek Roomsch.
De heer SCHÜKKÏNG (C.-fl.) meent, dat
de overheid zich zooveel mogelijk moet ont
houden van bemoeiing met een aangelegen
heid als deze -De Memorie van Toelichting
gaf niet voldoende inlichting; de nota gaf
iels meer licht. Spr. vraagt alsnog eenige in
formatie-of er wel noodzaak is, dat.de Re
geering ingrijpt, wanneer het geldt .alleen
het dragen van het gewone Bank-rieico.
Spr. wensc-ht in elk geval ook een limiet
voor het risico van den Staat. Er zijn tal
van teere punten in deze zaak en het zal
moeilijk zijn, die alle te ontzien Spr. wijst
bijv. op een schifting lusschen al of niet
credietwaardigheid.
De heer COLIJN (A.-R.) spreekt ook een
scherp oordeel uit over het wanbeleid van
i de Bankdireclie. Het lijkt liem Teler te let-
ten op de credieiwaardigheid in plaats van
op doopbriefje of kêrkelijke attestatie. Het
I wetsontwerp heeft een algemeene strekking;
i wanneer de Staat alleen de goede credielen
overneemt, zal hij weinig risico loopen. .De.
I debiteuren, die niet goed zijn of twijfelach-
tig, zullen niet geholpen worden. Spr. ziet
terdege een algemeen belang in .deze steun-
v.erleeniirg; maar wenscht ook een bedrag, te
I noemen in dit ontwerp. Tegen de oprichting
van het Centraal-Hanze-Instituut heeft spr.
zeer ernstig bezwaar, omdat .dit niet zoo
veilig kan .zijn als een instituut, dat geheel
i buiten den kring: staat van de betrokkenen.
De MINISTER VAN EINANCIëN, de lieer
i DE GEER, herinnert aan verschillende cre-
dieten, die al zijn verleend, en het verlrou-
wen, dat Hem daarbij is gegeven. Van een
j paniekstemming is thans geen-sprake; de
i indiening moest heel vlug gaan, maar dal
zegt niet ,dat .'de Regeering -overijld han
delde. Deze anemoriepost geeft alleen be
voegdheid aan de Regeering en daarna kan
I zij de zaak verder voorbereiden. Spr. is be-
j reicl eenige stellige limieten te stellen in het
ontwerp. Er is hier .geen.sprake van steun
aan de lianzorbanken, maar wel aan cre-
dietwaardige personen. Dezelfde politiek is
al eer gevolgd. De crodiefen dienen /alleen
ter-voortzeltipg van het bedrijf en deTIanze-
banken /hebben daarmede niets tc maken.
De .memoriepost kan.niébmeei'.in -een be
drag wonden omgezet, omdat die .-post alleen
geldt, om de eventueele verliezen te dekken.
De door de .A. G H. te verstrekken raillioe-
nen zullen niet hooger zijn dan 4 millioen,
waarvan de Staat,hoogstens.2.millioen. risico
kan loopen.
De Nederlandsche Bank heeft zich. bereid
verklaard 50 pGt. Staatsgarantie in plaats
van 100 pCt. te-nemen..Het risico voor den
Slaat is dus zeer gering. Een verlies van
reenigc heteekenis'kan niet geleden worden.
Als alles - verloren ging, zou het-hoogslens
twee ton .bedragen. Spr. overweegt thans
nqg- eenige wijzigingen, die 'hij hedenavond
zal indienen.
De vergadering /wordt te 7.15 uur ver
daagd lot Donderdag te één uur.
Nadruk verbóden.
De vrije Rijn.
Op Woensdag-6 Juni is in de Tweede Ka
mer, een zaak aan de orde geweest,-waarmee
waarschijrilijk geen der leden van harte in
stemde en 'die zij toch wel moesten goedkeu
ren. Officieel héét dat „Toetreding .tot eenige
bepalingen van het nmrdrag van Versailles";
meer iiuiselijk_zou het moeten heeten: „Onze
verhouding tot den Rijn" of -„Goedkeuring
van de gewijzigde iRijn va aftakte". Die drie
aanduidingen loopen nogal uiteen. Bij de be
handeling van het Oostenrijksche crediet is
onlangs duidélijk gebleken, .dat de Tweede
Kamer zich,niet wenschte in te laten met de
politiek /van de geallieerden, cn als wij toe
treden lot eenige bepalingen van het verdrag
van 'Versailles, zitten wij wel degelijk vast
aan die politiek. "Dat is nogal;in tegenspraak
met elkaar. De tweede aanduiding; „Onze
verhouding tot den Rijn" zou juister wezen,
maar er dient hij deze aanduiding cn bij die
van „Goedkeuring van -de gewijzigde Rijn
vaartakte" wel in aanmerking genomen wor
den. dat wij er eigenlijk maar een heel klein
beetje in te zeggen hebben cn dat onze goed
keuring vrijwel een gedwongen Jraaiig-
I heid is.
De Rijnvaart;:kle is eigenlijk oen uilvloei-
i sel van do boedelreddering, die na de-Napo-
leontische oorlogen op en in verband»met het
j Weener Congres plaals bad. In 1831 werd
een regeling getroffen bij de Conventie van
Mainz en in 1868 (1869) kwam een defini
tieve rcgeli ng tot stand bij de akte van Mann
heim. De regeling betrof de rephten der bij
den Rijn betrokken Staten in verband met
do Rijnvaart. Toen ook, dat is na het Wee
ner Congres, namen de Slatcn zich* voor om
met elkaar in volmaakte eensgezindheid te
leven ,nct als nu; het valt moeilijk te zeg
gen, dat men nu, zoo wat 100 jaar later, beter
geslaagd is", men begint wel wat te twijfelen
aan de eensgezindheid. In elk geval, de Rijn-
vaartakte kreeg dan in 18G8 te Mannheim
een vasten-vorm. alle Staten, die 'er aan ge
legen waren, hadden stem in het kapittel:
eenige Duitschc Staten. Frankrijk en Neder
land; allen hadden evenveel invloed; er
mocht aan de Rijnvaart niets gewijzigd wor
den, of de Rijnvaartcommissie moest geraad
pleegd worden cn iedere Slaat had het recht
van.veto;-als één zich verzette, ging liet be
sluit niet door. Het was de waarachtige eens
gezindheid. Toen voor eenige jaren te Nijme
gen ernstige plannen bestonden otu de Waal
te overbruggen, moest de Rjjnvaarlcommis-
sie geraadpleegd worden. Het veto van één
Staat was voldoende om iets te keeren, dat
hij gevaarlijk achtte voor zijn belangen.
In 1871 hield 'Frankrijk door liet verlies
van Elzas:Lotharingen op oeverstaat te rijn
en viel dit land dus uit, maar de Rijnvaart-
akte van 1868 bleef en het veto van een
Staal was voldoende om iels gevaarlijks te
beletten. Duitschland heeft o-.a. niet lang
vóór den oorlog wel even aan de akte ge
morreld en'getracht, zélfs onder het uiten
van dreigementen, die bepaaldelijk legen ons
gericht waren, om Rijntollen in te stellen,
maar heeft'daarbij geen sutccs gehad.
Zoo blééf de toestand. Maar de oorlog-brak-
uit en de-vFede«werd gesloten, of liever voor
geschreven en niet alieon Duitschland had
maar te aanvaarden, ,ook -wij waren bij het
Verdrag van Versailles van 28 Juiii 1919,
voor rzoover het Te- Rijnvaart betrofy wantde
geallieerde cn geassocieerde Mogendheden
namen de vrijheid om in haar overwinnaars-
roes ook de Rijnvaarlaktc aan te tasten/en
zij hebben wijzigingen aangebraoht, zonder
ons, 'Nederlanders, die toch zeker wel tot dè
meest belanghebbenden behoor,en, cr in te
kennen. Voortaan zou Zwitserland ook alk
oeverstaat-erkend worden, wat zeer billijk
was. Frankrijk werd, nu Elzas cn Lotharin
gen weer waren herkregen, opnieuw oever
staat; maar kreng een overwegende heteeke
nis .in de regeling. Immers het kreeg invloed
op -de havens van Straatsburg en" Kelïl; hot
verkreeg liet uitsluitend recht om op het
FEansch-Diiitsche riviervak de electrische
kracht van den Rijn te gebruiken cn het
Rijnwater -aan te wenden v.oor scheepvaart
en bevloeiin gskanalencn verder het recht,
om op het riviervak boven Mannheim, dat
zuiver Duitsch is, de waterstaatswerken te
maken, die de Centrale Rijnvaartcommissie
goed acht. En in die Centrale Oommissie zou
voorlaan Frankrijk een voorname plaats in
nemen. Want'van'de 19 of 20 leden zou
Frankrijk cr 4 -kiezen en bovendien zou die
Staat den Voorzitter aanwijzen. Tol 1919 was
elk jaar de'Voorzitter door loting aangewe
zen; voortaan (was steeds een Franschrnan
voorzitter. Had vroeger elke Staat 1 slerq,
voorlaan zou Frankrijk zie boven 4
stommen hebben en den Voorzitter, de Duit-
sclie Staten 4 cn verder kreeg elk der vol
gende 2 stemmen: Zwitserland, 'Nederland,
Engeland, Italië en België. Dat wil zeggen:
lo. dat drie Stalen, Engeland, Italië cn Bel
gië, die geen oeverslalen zijn, als zoodanig
werden aangemerkt en evenveel invloed had
den als "Nederland.
Er werd echter .in het oorspronkelijke pro
tocol nog bepaald, dat België het recht.zóu
hebben, om een Rijn-.en .Maaskanaal te gra
ven en ten behoeve daarvan water uit den
Rijn af te tappen.
Behalve andere zaken, die voor ons op
dit oogenblik van minder gewicht zijn, werd
bepaald, dat met Nederland nog een afzon
derlijk aceoord zou worden gemaakt en dat
Duitschland zich daaraan moest onder
werpen.
De onderhandelingen aver dat accoord
zijn eerst begonnen op 20 "Maart 1920 en heb
ben geleid tot een protocol van 21 Januari
1921. Wij zullen de 8 punten, die daarin zijn
i vastgelegd, niet alle noemen en ons bepalen
tot de volgende: lo. Nederland kreeg één ver
tegenwoordiger in de Centrale Commissie
meer dan vroeger bepaald was, dus "3 in
plaals van 2; 2o. dat België bij het vredes
verdrag het recht krijgt om een Maas-Rijn-'
kanaal te graven, be toekent niet, dat het
daaraan het recht ontleent om dwars door
Limburg te graven.
Wij kunnen nog meedeel en, dat naast den
Franschon Voorzitter van de Centrale Com
missie een Belg voor 5 jaren tot secretaris is
benoemd. Verder is in deze dagen van Roer-
actie reeds gebleken, hoe Frankrijk zijn rol
opval. Art. 1 van de oorspronkelijke Rijn-
vaarlakle, dat niet gewijzigd is, houdt in,
dat de vaart op den Rijn en zijn uitmondin
gen van Bazel lot in de open zee, in beide
richtingen, vrij zal zijn voor de schepen van
aile natiën voor het vervoer van goederen
en cprsonen, volgens de bepalingen der akte
ton behoeve van orde cn veiligheid. Verder
worden cr bepalingen gegeven, die buiten
gewone in- nn uitvoerrechten langs den Rijn
uilsluiten.
Maar. dat neemt niet weg, dat zij op oen
gegeven oogenblik 10 proe. in- en uitvoer
recht en uilvocrconsenten eischlen cn het
een en ander deden, dat met een eerlijke
uilvoering der akte in strijd was. Ons Rijn-
verkeer en vooral Rotterdam leden geducht
daardoor en toen de Regeering zich er over
beklaagde, Beloofden de Franschen de Rijn-
vaarlaktc te zullen naleven voor zoover dn
Duitschcrs hun dat mogelijk maakten. Alsof
zij dat zelf niet in de hand hadden.
Wij zijn het verloop der zaak, voor zoover
zij- ons betreft, en verbond houdt met de ver
gadering der Tweede'Kamer van 6 Juni j l.
wat vooruilgcloopen.
Onder dagleekening van 26 Febr. 1921 is
een wetsontwerp ingediend, waarbij op toe
treding tot de bepalingén van het Vredes
verdrag van Versailles, voor zoover die dc
Rijnvaart betreffen, goedkeuring wordt ge
vraagd. liet spreekt vanzelf, dat daarbij in
de'M. v. T. de zaken worden uiteengezet en
dut de desbetreffende protocollen daarbij zijn
afgedrukt.
Met V. V. over dat wetsontwerp is niet af-
'wijzend, maar'toch verre van gunstig. Men
gevoelt, dat men zal moeten goedkeuren,
maar men doet het met tegenzin. Het ao-
•coord met ons land, waarvan straks sprake
was, wordt te recht als een 'vernederonü
gunstbewijs aangemerkt, nadat de hoofdzaak
geregeld: was, zonder dat Nederland er in go-
kend was. Ook tegen het medezeggenschap
van Engeland, Italië en België rezen beden
kingen en men vreesde, dat als het noodig
werd geoordeeld, zelfs aan Amerika en 'Ja
pan plaatsen in de Centrale Commissie zou
den worden ingeruimd.
Dat V. V. is gedagteekend van 10 Mei
1921 en 3 Juni 1921 antwoordt de Minister
van Buüenlandsche Zaken. Den 7dcn Juni
van dat jaar verklaart de Commissie van
Rapporteurs uit de Tweede Kamer, dat de
openbare beraadslaging over .het voorstel ge
noegzaam is voorbereid.
Men kan dus niet van overhaasting spre
ken als de zaak, die op 7 Juni 1921 rijp voor
behandeling wordt verklaard, op 6 Juni 1923
dus precies 2 jaaT later werkelijk behandeld
wordt.
En even daarvoor was de Kamer nog een
verrassing bereid. Want op 19 Mei, dus kort
vóór de openbare behandeling, deelde de Mi
nister nog een additioneel protocol" mee,
dat al op 29 Maart was opgesteld cm dus ooik
i heel wat lijd had noodig gehad om onze
Vertegenwoordiging te bereiken. De bepalin
gen van dat protocol zijn, dat:
De hesluiten der Centrale Commissie wor
den genomen met meenderherid van stom
men; en: Geen Staat gehouden is demilvoe- 1
ring van diegene der besluiten te verzekeren
aan welke hij zijn goedkeuring mocht wei
geren.
Tot nog toe was zulk een besluit niet gel
dig, als het niet met al gemeene stemmen
werd genomen; voortaan zal het wel geldig
zijn, maar wie ertegen is,kan weigeren aan
de uitvoering deel te nemen.
.Zooals reeds in het V. V. gezegd is, zal
Nederland wel moeten toetreden, maar'het
doet dit met tegenzin; de gewijzigde regeling
is veel ondeugdelijker dan de vroegere. En
nu beloven de geallieerden wol. dat er nog
een nadere Rijnvaartuklc zal worden opge
maakt, maar„met groole heoren is het
slecht kersen eten", dat bewijst de loop de«
zer zaak weer.
Inlusschcn: de Tweede 'Kamer heeft de
toetreding goedgekeurd.
Opgave van personen, die zich te
Leiden hebben gevestigd.
Mej. J. Sceberg, dienstbode. Groenhoven-»
straat 5. M. J. Akkermans en gezin, kan-
toorbediende, Boerhaavestraat 6. Mej,
M. van Hoeyen, dienstbode. Watcrsteeg 3«
M. van Bostelen en gezin, boerenarbeid
der, O. Havenstraat la. T. Pcllenkoft,
Kaiserstraat .18. C. de Jong, steen werker,
Caiharinastraat 5. B. F. Westenbroek, Bree-.
straat 65. Mej. G. Küscnberg, dienstbnde,
Brcestraat 5-L Mej. C. A. M. Robben,
winkeljuffrouw, Noordeinde 4d. M. bie-
genheim, textielchemiker, Rapenburg 13.
Mej. M. J. L. Schreibcr, verpleegster, Ilee*
renslTaal 6. H van Vliet en gezin, boek-»
houder, Heerenstraat 10. S. An holts,
Haarlemmexsir. 289. Mej. C. Welz,
dienstbode, Haarlemmerstr. 267 B. Moj«
A. M. Verschoor, hulp i. d. huisb., Rijns-i
burgenveg 3. G. W. Lcnsvell en gezin,
Zoelerwoudsche Singel 48 D. S. P. Vis-»
ser en gezin, Rijn en Schiekadc 39 B.
J. Brcedvcld en gezin, arts, Maria Gouda-
straat 47. K. F. Arends en gezin, llooge-
woerd 142. Mej. M. S. E. Bieber, huis-,
houdster, Oude Rijn 7. Mej. M. E.
Meyer, julfr. v. gezelschap, Witte Singel
.26. Mw. A. O Hór-Kokkel koren, cosluutu-i
naaister, J. W. Frisiostraat 39. Mw. 'G.
van Sloótcai-Wiggcrs 'en gezin, De Laai do
Kantcrstr. 1. 'Mw. J. v. d. Valk-y. Krim
pen, Kaslanjekade 16. Mej. J. Bleyen-
berg, buffetjuffrouw, Breestrant 152. J«
Ruyler, kaasmaker, St. Aaglcslr. 20. J-
J. Bekooij, kantoorbediende, G. Douslraat
45. Mw. M. P. wan Muiden-v. Oosterom,
H. Rijndijk 178. Mej. C. Perrin, I-Iaar-
lemmerstr. 125. M. Dirkzwager, caaid*
recht..ambt., Rapenburg 13. J. M. Ruy-
ters, kellner, Nieuwslraat 29. Mej. C. J,
Freeke, dienstbode, Biandewijnslaeg 23:
K. Stroosma, slager, II. Rijndijk 38. R.
Nieuwenhuijzen, -kellner_ L. Vrouwen^
steeg 16.
Opgave van personen, die uit Leiden
zijn vertrokken.
J. C. Ilollants, Den 'Haag, Westeindo 174.
.T. Gelok, Den Haag, Laakkade 87. Mej.
A. M. G. Marlens, Dordrecht, Vest 69 R.
J. G. Willebrand, Amsterdam, Haarl.. Hout
tuinen 12huis. Mej. A. M. Westerbos,
Nistclrode, (Br.) G. W. R. Overdijkink,
Benlheim, Rest. Slation. J. G. Budiingk
dc Voogt, Arnhem, Ulr. sir. 45. Mej'.. Th.
M. Omtzigt, Zoeterwoude, H. Rijndijk 100.
Mej. M. v. Hartkamp, Hazerswoude, Rijn
dijk B 45. G. II. Ruisch, Dordrecht, Krom-,
hout 19rood. Mej. S. M. Vrij, Heemstede,
Mr. Loltelaan 28. P. v. d. Toorn, Schore
(Z.) bij ds. J. K. Klomp. Mej. Tr. G.. v.
Mil, Zoeterwoude, H. Rijndijk .177. Mej.
A. M. v. Resteren, Heemstede, Doodweg' 21<
A. Schouten, Katwijk, Waaigat t8. -
Mej. M. Spoelstra, Voorschoten, Rijndijk 15.
Prof. W. v. d. Vlugt, Oegstgcest, Wilh.-
park 28. Wed. Cr. II. Kokxhooxn geb.
van Leeuwen, Den Haag, Pr. Mauritspl. 17.
P. Pot, Deventer, Singelslr. 20. J- D,
Smit, Den Haag, v. d. Vcnnestr. 144. D.
C. dp Ridder, Den Haag, Klimopstr. 142.
M. A. W. E. Elshof, Rijswijk (Z.-H.) Uceren^
weg 36.B. Robijns, Welsrijp (Fr.)/bij de
ouders. C. J. Seegclcr, Teteringen, bij de
ouders. Fr. v. Violen, Dolft, Ooslsiiigch20.
J. Wondergem. St. Laurens, iNoordweg 13a.
G. v. d. Akker, Amsterdam, Ceintuurbaan
199huis. G. G. Bouwman, Stadskanaal,
bij J. S. Drenlh. Wed. J. DirkseLaman,
Den Haag, Teijlerstr. 43. IJsbr. P. Visser,
Rotterdam, Afrikaanderpl. 12.
GEBOREN: Bernardus, Z. v. B. Riep en
C. L. Kiclhorn. Johanna, D. v. W. Schil-d
cn J. v. d. Reek. Trijntje, D. v. W. J.
TJit hel Fngelsch van ADELINE SEPrGEAN' f.
Ln al was je niet wijs genoeg, om het te
weten, moet jo het later gehoord hebben.
.Herinner .je je mijn brief aan .John Hol
den pietT'
„Ik jheb nooit een bril-1 van jnu aanJbljn
Holden.£ezLen."
,„W.at! Hemel .en aarde! Heeft hij je
nooit ieis,gezegd?"
„Dan zal ik hem vcor zijn zwijgen ter
vernnriA-oor'djg roepen. Wil je me -zeggen,
dat je al dien tijd de vvojd-héfd.rtiet gówe-
ten 'hebtr'
Zij gaf geen zeer verstaan haar aó tv/oord.
Zij strokte'haar handemmaar hem uit, en
een wreemd licht kwam in haar oogen.
„Qerard'"!,,; zeiize. En.ruit- een snelle, harts
tochtelijke beweging trok hij haar aar. .zijn
horst.
„Weet gij allen," zei liij, het kleine ge
zelschap streng aanziende, over het blond©
hoofd heéu, dat hij opizijn schouder» getrok
ken .had, „weet, -dat. deze mijn ware eo
'Wettige vrouw is, -en dat ieder, die haar
belcodrgt of kwetst, fact mij to dopn zal
"Krijgen. We zulten niet meer -gevsolreidcn
worden; wel, Kitfy'? Nooit-meer."
Maar iij, gaf geen 'antwoord, en toen hij
ïiaar gelaat een weinig naar het licht 'lrcer-
ide, bemerkte hij. dat het koud. bleek en
v bewusteloos was «Vliet gelaat van een
"'oorle-
HOOFDSTUK XNXIII.
Waf Rose vertelt.
Het kleine-gezelschap brak op in onrust
<cn schrik. Catherine, die flauw -gevallen
was, werd het huis binnen 'gc-dragen door
lord Broxbourne, onder leiding van Syd
ney. Mevrouw Massingham hing aan Philip
in een zenuwaanval zonder tranen terwijl
Rose dacht, dat het beste en gemakkelijk
ste was om het op haar-zenuwen te krijgen,
waaraan echter een einde w.erd gemaakt
door een afdoend standje van lord Bros-
bourne, die nog eens in den tuin kwam,
alleen om,het te geven. Hij keek zóó kwaad
en sprak zóó streng, dat Ruse van schrik
tot zwijgen werd gebracht, en bij .zichz!élve
zei, hoe weinig zij geweten had, wat voor
man hij .zijn ;kan. Tegen'haar was hij altijd
hoffelijk, aangenaam on .compliapenteus
.geweestheel verschillend van den donkér
uitzienden man. die zich tot Catherines
echtgenoot -verklaarde, en haar Rose
Holden aei,, „met dat lawaai op te hou-
den."
iRosc was inderdaad in een leelijk par
ket. Mevrouw Massingham keerde haar
/den rug toerij had uitgemaakt, dat 'Rose
ge&n dame" was het ergste vonnis in
haar oogen. Philip keek bijna even donker
als zijn oom en antwoordde haarbijna niét,
toen zij -tegen" hem sprak. Rose -voelde in
derdaad, dat rij een noodlottige vergissing
Segaan Had, met zoo Kous te worden pp
Catherine de slag. dien'zij gegeven'haf!,
zou niet gauw vergeven worden, 3oot al
wie getuigen van het tooneel geweest wa
ren. Alles, wat zii doen kon. was zachtjes
te snikken, cn kapitein Massingham te ver
zekeren, dat rij zoo in de war-was, dat-zjj
niet .wist, dat zij deed; en dat zij hoopte,
dat_ men vriendelijk zou zijn en haar zou
veroi fcscbuldigen. omdat zij in zooB zenuw
aohtigen, overspannen toestand was.
De Massinghnms, moeder en zoon, sche
nen niet te weten, wat zij zeggen moesten.
Zij keken elkander verlegon aan, en von
den het een verlichting, toen Rose eindelij*
voorstelde, naar ..Moss Dyke" terug te
keeren. Mevrouw Massingham werd in éér»
rijtuig gezet en Rose in een ander maar
Philip ging met geen van beiden mede.
Toen hem rioor de beide dames naar zijn
iplannen gevraagd werd. antwoordde hij ta
melijk brommig, dat hij op zijn oom wilde
wachten.
"Rose ging dus alleen naar huis. en wna
heel boos op haar eenzaamheid. Het was
tien uur. toen zij ..Moss Dyke" bereikte.
Haar vader was gelukkig niet thuis zij -kon
dus onopgemerkt haar eigen kamer berei
ken. Zij was gewoonlijk meer geneigd in
bed te gaan en haar verdrietelijkheden (als
zij die had) in den riaap te vergeten, 'dan
op be- blijven .ritten, en er over na te den
ken maar bij deze gelegenheid kon zij niet
'tot rust komen. Zij ging naast het open
raam ritten en weende een beetje met
heel erg: Rose-bewaarde hdaT "tranen voor
openbare gelegenheden en vroeg zich af,
wat. er nu gedaan moest worden. Zij be
greep, dat rij zioh zeer misdragen had te
genover de familie van lord Broxbourner
en dat het haar groote moeite aou kosten,
Haar achting te heroveren.
„Wat een dom, dwaas schepsel was ik
toch P- zei ze bij zichzelvewant Rose ver
zachtfce de zaken niet, als er niemand bij
I was, die het hooren kon. „Maar wio zou
j ook gedacht hebben, dat Catherine haar
j eigen geschiedenis niet kende 1 Ik was boos
op haar, en als alles waar was geweest,
had het me niets kunnen schelen, dat ik
haar dien slag in het gezicht had gegeven
het. zou in mijn voordeel rijn geweest, meer
dan iets anders. Maar -nu blijkt zij Lady
Br.txbourne te zijn I Hoe vreeselijk gék!
En wat zal papa zeggen
Zij huiverde even bij de gedachte aan
zijn toorn; want zij wist, dat hij groote ach
ting voor Catherine had, en dat hij zeer
1 ontevreden zou zijn over de driftige uiting
vfm zijn dochter. Maar Rose huiverde niet
lang. Zij was zich. zeer bewust van baar
macht over haar vader, en zij besloot, dat
«alles, wat rij to doen had, was, te maken,
dat zij de eerste in het veld was. Als zij
Hem maar op haar eigen manier de gcschie-
ni8 vertellen kon, voor cl «at iemand anders
het deed, was zij zeker van bet terrein. HF
zou niet thuis komen voot don -volgenden
avond ma, zij zou zorgen, hem te spreken
vóór iemand anders. En toen rij dit Be
paald, en de geschiedenis bedacht had,
zooafe rij die den volgenden dag1 zou vertel
len, g-nrg Rose naar bed en sliep ,,den slaap
dor onschuldigen."
Geheel onbewust van den storm, die op
Het p.unt was. over hem los te bróken, keer
de John Holden den volgenden 3ng terug
van Liverpool, waar hij een deel van de
week voor zaken had doorgebracht. Hij
was moe -en geprikkeld geweest, voordat
hij wegging, cn zijn humeur was niet verbe
terd door het verloop van zaken in dc laat
st'1 pao1, dagen. Hij had geld verloren, en
hij stond niet op goeden voet met lii/sc.
Deze feiten warén zeer voldoende, om hem
het gevoel te geven, dat hij op voet van
oorlog met de gehcele weneld was. Dan
wanen er nog kleinere ergernissen, zooals
zijn ontevredenheid over Sydney, het ont
slag onlangs van Laurens ügilvie, do ge^
beimzinnige reis van dat jonge -mnnpch
uaar Schot-land, enz. Het» was in oen alles
behalve vreedzame stemming, dat de lieer
Holden zijn huis binnentrad.
Tot zijn groote verbazing ontving Rpse
hem niet glimlachjes en open arm en» Zij
waren zeer koel van elkaar gescheiden,
want zij was toen zeer verdrietig en boos;
maar blijkbaar was zij over haar verdriet
heen, want zij was zoo aardig mogelijk. De
heer Holden kon nauwelijks zijn oogeruge-
looven. Maar tc-eri zij hem tweemaal' ge
kust cu hem hartelijk naar de eetkamer ge
bracht had, waar de thee hem wachtte, be
gon hij t-e gelooven, dat hij goed zag, en
hij dacht behaaglijk „Catherine heeft met
Haar gesproken" en rij is toch ten sldttu
„een verstandig meisje."
„Een lie el e massa brieven en couranten
voor u, papa maar kijk ze nu niet door
drink eerst uw thee, en laat ik u alles
vertellen, wat er gebeurd is sedert u weg
ging."
„Hè F' zei de heer Holden, rich in. zijn
grooten armstoel neerzettende. „Nu, j©
leunt me alles vertellen, wat er gebeurd
is, maar je moet me niet van mijn bribven
herooven AY r rijn ze? Al"
(Wordt vervolgd).