Eindelijk weergevonden
No. 19418.
Tweede' Blad. Anno 192ST.
U!T DE RAADZAAL
A. J. P's IJSPUDDING
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON
l Les cxtrêncës se louchent. Vorige maal
was de raad afgeloopen om drie uur, dit
keer kwam men feitelijk niet gereed, hoe
wel er eens weer een avondzitling plaats
had, iets, waaraan we langzamerhand ont
wend waren; evenals aan lusschentijdsche
zittingen met gesloten deuren, waarvan we
thans ook weer eens een proefje kregen.
Wie de langlijvige agenda had bekeken,
zal zich echter niet verbazen ook al
waren er heel wat haincrpunlen bij! dat
het e^ns weer een ouderwelsche zitting is
geworden van den nu zijn einde naderen
den raad. Althans wat duur betreft. Ove
rigens was er wel verschil met vroegere
oudcrwetsche raadsvergaderingen, daar de
debatten thans bijzonder zakelijk bleven en
er slechts een enkel maal eventjes werd
„gepolitickl" in den slechten zin van het
woord. In dit verband zij direct alle hulde
gebracht aan de leiding van den loco-bur
gemeester, wethouder Van der Lip, die,
zonder iemand den mond te snoeren, loch
tot een prijzenswaardige kortheid wist te
animeeren en de teugels voorts strak hield,
zoodal er schot in zat (Droeve gedachten
wellen als van zelf in ons op, wanneer we
aan de lockomst denken Ten slotte viel
het zelfs mee, dal de agenda zoo goed als
werd afgewerkt.
De Ingekomen Stukken en wat daartan
annex is, hielden niet lang op. Dat het vrij
willig offer van onzen burgemeester is aan
vaard, zal zoowel hem zelf als de ingezete
nen dankbaar stemmen. Voorts kreeg do
Vereeniging van Leidsche Industrieel en
een veeg uit de pan wegens haar voortdu
rend geadresseer inzake de zakelijke belas
ting op het bedrijf en niet ten onrechte.
Heeft de vercccniging nu heusch één mo
ment kunnen denken, dat deze raad, vlak
voor zijn dood nog eens zou terugkomen op
deze nog pas afgehandelde aangelegen
heid? 't Zou wel wal erg naïef zijn. 't Is
bekend, hoezeer ook wij zijn voor afschaf
fing van deze onbillijke en hoogst wille
keurige belasting, maar daarom vervelc
men een lichaam niet met onnoodige
requestcn. Straks, bij den nieuwen raad en
tegen de bcgrooting, dan is er al|e raison
voor een weer aankloppen. Geen wonder,
dat van de afschaf-voorslanders nauwelijks
een goed woord werd gezegd en dat maar
vier leden dc poging, om het figuur nog
eenigszins te redden, sleunden.
Bii de benoemingen kregen wc de zitting
met gesloten deuren en wel ten aanzien
van- die betreffende den nieuwen gemeen
te-ontvanger. Hoofdzaak was, dat is niet
aan twijfel onderhevig, dat van zekere
zijde met alle gewold een Leidenaar gewild
werd; in wezen dus een soort protectie,
terwijl toch alleen mag beslissen: be
kwaamheid. Of daarmee bij de stemmingen
wel alleen rekening is gehouden, welen we
niet, we kunnen het niet bcoordeelen. Ge
kozen is no. een van de aanbeveling van
B. en W. en wij hopen, dat straks de
keuze een gelukkige zal blijken.
Bepaald „groole" punten kwamen er
's middags niet meer aan de orde. We kre
gen een herhaling van de klacht over over
schrijding van ramingen en dan het gelief
koosde praat-onderwerp: straatnamen. Het
succes van den dag was daarbij aan den
heer Heemskerk, die zijn voorstel om de
straten nabij den Rijnsburgerweg straat in
plaats van weg te geven als staart met
vlag en wimpel er zag doorgaan en o. i. ook
allés mee had in zijn betoog. B. en W. had
den heel wat meer moeite met hun voor
stel om de Brandewijnsleeg te herdoopen
in Vrouwenkerkkoorstraat en het spijt ons,
dat zij het pleit hebben gewonnen. Tn de
eerste plaats begrijpen we niet goed waar
om Brandewijn opeens weg moest. Als
offer aan 'n kleinzielige drankbestrijding?
Het voorstel Groeneveld had ons de besle
oplossing geleken. En dan, wanneer die
„nalheid"-aanduiding bepaald verdwijnen
moest, waarom zoen niet zonder tong-
dubbel-slaan uil te spreken naam? In hoe
verre Wouden dorpstraat, het idee van den
heer Sijlsma, verkieslijk was geweest, dur
ven we niet zeggen, daar ons de schenker
van liet Woudendorphofje onbekend is en
het feit van het schenken van een hofje
alleen niet maatgevend is, maar 't was,
zoo mogelijk, heler geweest en zoo onmo
gelijk om een of andere reden was nog wel
iets anders te vinden geweest als in den
geest van den heer Eerdmans. Enfin, B. en
W. hebben gewonnen en mogen nu wel een
aparte propaganda uitdenken voor hun
doopkind.
De Pieter-de-la-Court-straat is gehand
haafd.
De lieer Knuttel veroorzaakle nog even
een „politiek' incidentje met zijn Seiten-
hieb aan de S .D. A. P. over het feil, dat
deze hem in de Stadszaal het woord had
geweigerd, waarop de heer Gioeneveld het
antwoord niet schuldig bleef, 't Liep met
een sisser af.
Een echec leden B. en W. ten aanzien
van de Kennewegsleeg. B. en W. adviseer
den niet tot afsluiting over te gaan, in
hoofdzaak met het oog op de twee daar ge
plaatste urinoirs, die h. i. gehandhaafd
moesten blijven. Op zich zelf kunnen wij
daarin meegaan, want in de eigenlijke
binnenstad zijn die onmisbare meubels al
zeer schaarsch en voor vreemdelingen wel
bijkans onvindbaar. Of ze in de Kenneweg-
steeg echter wel vindbaar waren en zoo
ja, dan bruikbaarHet vrijwel algemeen
verzet uit den raad is o. i. gereede te ver
klaren en dat met zoo groote meerderheid
tot afsluiting werd besloten, juichen we
toe. We hopen evenwel, dat nu, zooals de
heer Heemskerk aanried, zoo'n meubel zal
verrijzen aan de waterzij van den Apothe-
kersdijk.
Na eenige losse opmerkingen over het
nieuwe speelveld aan den Hooge-Rijndijk,
waarmee Leiden althans een eerste stap
zet in de goede richting, een stap, naar wij
hopen, spoedig door meerdere gevolgd
van oficieele zijde wordt helaas nog zoo
bitter weinig gedaan hier voor lichame
lijke opvoeding volgde een over het ge
heel genomen vrij principieel debat over
deelneming'door de gemeente iD hel garan
tiefonds van het Comité tot herdenking van
het rcgeeringsjubileum van onze Koningin,
waarover we niet nader zullen uitweiden.
We beschouwen dit als onnooidg
voor- en tegenstanders zijn door een on
overbrugbare kloof gescheiden en zullen
elkaar nimmer overtuigen, 't Verheugde ons
daarom, dat aan den wenk van den voor
zitter om er niet verder op in te gaan, zoo
grif gevolg werd gegeven en dat de onhan
digheid van den heer Eikerbout zonder
meer passeerde. In tevoren vaststaande
verhouding werd tot deelneming besloten.
Daarmee was de middag om. De „lekkere
beetjes" bleven lot 's avonds bewaard. Dat
begon al met de kwestie van verstrekking
van schoolpantoffels, waarop B. en W. niet
wilden ingaan. O. i. werd daarbij veel
kleins opgeblazen tot iets groots. Ouderlaak
en overheidsbemoeiing bolslen weer legen
elkaar. Wanneer alle aandacht wordt ge
geven aan schoolkleeding daaronder res
sorteert toch ook zouden we zeggen schoei
sel c. o. dan achten ook wij pantoffels
overbodig. In bijzondere gevallen zou o. i.
een bijzondere maatregel passen en wan
neer niet al te formalistisch wordt gehan
deld, gaat dit ook best. En toen de hoofd
schotel van den dag: nogmaals de werk
loosheid. Het is wel eenigszins cru om het
van zoo iets droevigs te zeggen, maar we
wagen het' de werkloosheid-aangelegen
heden werden vervelend. De punten, die nu
echter aanhangig waren gemaakt, vielen
buiter dit kader, dat moet erkend en in zoo
verre begrijpen we de verbazing van B. en
W. niet. Uit billijkheidsoverweging viel
voor alle drie punten veel te zeggen. Men
mag verschillen in waardeering over of in
goedkeuring van het steun-slelsel, nu het
er eenmaal is in dezen vorm past daar als
normale schakel ook in steun voor onge
huwde werkloozen, die bij de ouders inwo
nen, voor zoover dat natuurlijk noodig is.
Er zijn gevallen, dal steun voor zoo'n onge
huwde inwonende noodiger zou zijn dan
steun aan werkloozen, die daarop thans
een soort recht kunnen doen gelden. De mi
nister wil het evenwel niet en daarmee is
het uit. De heer Van Stralen wilde den
raad doen prolesleeren, maar daarvan zijn
we geen voorstanders, van meening, dat
zoo'n protest niets is dan schoone schijn
en dal het veel beter is in algemcenen zin
dan een dergelijk geval aan le vatten, m.
a. w. dat le brengen in ons parlement en
danr een beslissing te verkrijgen.
ITct tweede punt was dc verlaging van
aftrek van gczinsinkomslen. Ilier had de
lieer Van Stralen succes, daar zijn voorstel
om dezen aftrek van 2/3 op 1/2 terug te
brengen er net doorging, t Zelfde hadden
we ook verwacht ten aanzien van liet derde
punt: handhaving der steun-uitkeering voor
dubbel-uilgelrokken werkloozen, maar dit
kelderde met één slem. Wc hadden dit ver
wacht, omdat weihouder Sanders niet aan
nemelijk kon maken, dat de minister be
sluiten daartoe zou schorsen, waar het ook
Haarlem is toegestaan. Bij vergissing zeide
de heer Sanders, daarmee echter tevens
dan aanloonend, dat 'het, wanneer men
iets wil, beter is, niet den minister eerst le
polsen en dus le waarschuwen, zou men
gekscherend kunnen zeggen. Maar'in ernst:
de gemeentelijke autonomie wordt er niet
door gebaat. Nu één punt is aangenomen,
zijn we nieuwsgierig, wat de minister gaat
doen I
Gewichtig was, wat dc wethouder zeide
over fraude-plegen of althans begunstigen
daarvan door va-vereenigingsorganisaties
en met groote voldoening zagen we, dat dit
door allen den heer Knuttel allec-n uit
gezonderd volmondig werd afgekeurd en
gelaakt, hetgeen voor die organisaties een
ernstige waarschuwing is, die zij wel ter
harte mogen nemen. Deze openbare- uiting
van den heer Sanders aan den vooravond
van zijn verscheiden van den wethouders-
zetel, daar de lieer Bols gelukkig is her
steld of dit verscheiden voor altijd is, nu
de heer Bots in den nieuwen raad niet te
rugkeert? kan veel nuttig effect sor-
leercn.
Het slot was de #Mare- en Levendaal-
demping, die niet meer werd aangesneden.
Het was er te laat voor geworden .en daar
om was de uitstel-motie Sijtsma in dezen
een ware uilkomst, die gretig werd geaccep
teerd, vooral loen van de zijde van B. en
W. werd verklaard, dat de werkverschaf
fing cr niet door zou worden getraineerd,
daar volgende zitting de Mare-plannen wel
gereed zullen zijn. Was er tijd geweest, dan
weten we nog niet, of de motie er wel door
gegaan wasl Bij vele raadsleden gaat werk
verschaffing bóven alles, blijkbaar, zelfs
boven de groole stadsbelangen, aan het
vraagstuk Mare- of Levcndaal-demping ver
bonden en wij vreezen, dat de Levendaal-
demping op deze mentaliteit zal sneven.
De Mare-plannen zijn gereed dat heeft men
al vast Après nous le déluge.
Men weet, hoezeer wij zouden betreuren,
dat daarop demping van het Levendaal
zou slranden. waarin wij meenen te zien
een stadsbelang van eersten rang. Is Mare-
demping cr door, dan sneuvelt het Lcvcn-
daal, daar beide finanlieel niet mogelijk
heet. Daarop zij nog eens aller aandacht
geconcentreerd En vergelijk de noodzake
lijkheid en wenschclijkheid van beide
eens
Mevrouw v. Hal lie, die het nog telkens
met het reglement van orde te kwaad heeft,
zal wel gnuiven, dat door dit uitstel haar
motie, die bij behandeling zoo dood was
geweest als ccn pier, herleeft.
De lieer Sanders werd lenslolle door den
voorzitter dank gebracht voor de waarne
ming van de functie van den heer Bots,
waarbij wij ons gaarne aansluiten. Zoo iets
moeilijk cn ondankbaar is, dan is hel zoo'n
waarneming.
Nog even slechts een opmerking over de
mystificatie met de advertentie betreffen
de de Lichtfabrieken in ons Blad, een
eigenaardig en gelukkig niet alledaagsch
geval. Wij hadden echter niet durven ver
wachten, dat de wethouder gebruik zou
maken van een door ons in vertrouwen aan
de directie der Lichtfabrieken gedane mede-
deeling in een cpenbaar lichaam, als de
raad is, waardoor de schijn zou kunnen
worden gewekt,, dat de heer Dubbeldeman
met die advertentie iels heeft uit te slaan
gehad, hetgeen wij allerminst voel hebben
gegeven of zouden willen geven.
RECLAME.
NIEUWKIEUW
gevuld mei héérlijke gelei
Een sieraad der Taf'éll 8376
Zitting van gisteren.
Militaire Pensioenwetten.
De Minister van Oorlog, de heer VAN
DIJK, komt nog eens terug op het geval
van den kolonel te Amersfoort, die telegra
fisch op non-activiteit was gesteld. Spr.
deelt mede dat reeds was meegedeeld op
welken dag de non-actiefstelling zou aan
vangen. Op 31 Mei heeft de bedoelde kolo
nel daarvan reeds bericht ontvangen. Het
telegram was alleen een bevestiging van
die mededeeling.
Paragr. 3.
De heer K. TER LAAN (S.-D.) verde
digt een amendement, waarvan het de be
doeling is duidelijker te doen uitkomen,
dat de tijd, waarin wachtgeld is genoten,
meetelt «yoor pensioen-berekening. Z.i. is
dit in het Regeeringsartikcl niet duidelijk
aangewezen.
De MINISTER erkent, dat de interpre
tatie van dit artikel anders kan zijn daa
de bedoeling is geweest. Echter moet de
ervaring hier den weg wijzen. De Minister
kan dan indiening van een novelle over
wegen. Het amendement is niet alleen eeu
redactie-wijziging, maar slaat een anderen
weg in.
Het amendement-K. ter Laan wordt ver
worpen met 52 tegen 29 stemmen.
Bij 6 verdedigt de heer TILANUS
(C.-H.) een amendement dat bedoelt te zor
gen dat ten aanzien van de militairen reke
ning wordt gehouden met de vroeger direct
of indirect betaalde pensioensbijdragen. In
de Burg. Pensioenwet is bepaald, dat, bij
verhaal van dc pensioensbijdragen op de
ambtenaren, rekening moet worden gehou
den met de vroeger betaalde bijdragen. Het
zelfde wil spr. nu voor de militairen doeq
gelden.
De MINISTER zegt, dat de Burg. Pensi
oenwet wel rekening houdt met afloopende
stortingen. Dat is heel iets anders cn daar
om past dit niet in dc Militaire Pensioen
wet. De Minister neemt over het amende
ment van de Commissie van Rapporteurs,
'dat de pensioenbijdrage ten hoogste 3
's jaars van den pensioengrondslag kan be
dragen.
Het amendement wordt verworpen met 49
tegen 33 stemmen.
Bij 7 verdedigt de heer K. TER LAAN
(S.-D.) de handhaving van de bepaling, dat
de Indische jaren voor pensioenberekening
dubbel worden gerekend. Hij betreurt het,
dat deze bepaling wordt losgelaten, omdat
hij dit onbillijk acht.
Do heer DRESSELHUYS (V.-B.) meent,
dat dit keerkringpensioen niet in deze wet
thuis behoort. Spr.'s hoofdbezwaar is, dat
de bezuiniging wordt gezocht op de lagere
pensioenen. De beteekenis is, dat bezuinigd
wordt op hen, die door ziekte of anders
zins vroegtijdig worden gcpeusïonneerd. Er
ligt een onrecht in deze nieuwe bepaling,
omdat verkregen recht wordt miskend. Bo
vendien is deze regeling ounoodig en zij
behoort niet thuis in deze wet. Vcor de
schatkist beieekent deze bezuiniging zoo
goed als niets. Hij vraagt den Minister
dit punt in een novelle tc herzien.
De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.)
steunt het betoog van de beide vorige spre
kers.
De MINISTER verdedigt de opvatting dat
deze kwestie wel in het ontwerp thuis be
hoort. De cousiderans laat dit toe. Spr. acht
de regeling billijk.
7 wordt goedgekeurd met 44 tegen 27
stemmen.
Bij 9 verdedigt de heer K. TER LAAN
(S.-D.) een amendement, om te voorkomen,
dat de militair, die tct en met zijn 55ste
jaar pensioen premie moet betalen, in on
gunstiger conditie komt dan hij, die wegens
„langdurigen dienst" is gepensionneerd.
Na afwijzing door den MINISTER wordt
dit araendement verworpen met 51 tegen 24
6temmen.
Bij 9 verdedigt verder de heer K. TER
LAAN (S.-D.) een amendement, om hen,
dio reeds gepensionneerd zijn, niet te tref
fen door de wijzigingen, in art. 23b gemaakt.
Daardoor worden vêrkregen rechten aange
tast.
De MINISTER zegt, dat dezo zelfde wij
ziging in de wachtgeldregeling is aange-
Uit hel Engelse 1) van ADELINE SERGEANT.
Er kkjnli een vreemd geluid in het kreu
pelhout juist, waar de schaduw het dichtst
was. Het klong als do uitroep van eon man,
die bittere pijn en woede voelt. Maar nie
mand lette er op en na een langdurige
pauze, waarin Catherine le worstelen
soheen met een bijna onoverkomelijke aan
doening, die zij eindelijk meester werd,
sprak zijweer;
„John kwam bij me. Hij was erg goed.
ïk lag lang ziek in Schotland. Zij dach
ten, dat ik zou gestorven zijn. Ik vond het
jammer, dat ik niet stierf; maar ik heb
geleerd niets jammer tc vinden, wat God
"wil. Hij wilde, dat ik zou leven, cn du3
leefde ik ofschoon ik mijn kind ver
loor."
De trillende, troteche, treurige stem
hield een oogenblik op, en ging daarnat
verder:
„Toen de kleine stierf en ik alleen was
'en niemand mijn geschiedenis kende, leek
het John het beste, dat ik weor thuis kwam
«n mijn ouden naam aannam en mijn ouoe
leven weer opvatte. Ik had liever gehad,
dat de wereld alles van mij wist; maar ter
*ille van de familie ter wille van de
°ude mevrouw Holden, en ter wille van jo
moeder, Sydney stemde ik er in toe, al-
ks stil te houden. Het is do ergste straf
geweest, dio ik hebben kon. En ik verdien
de straf, al was ik niet schuldig aan wat
aan wat de wereld gedacht kan hebbeD,
maar om mijn zelfzuchtigheid, mijn roeke-
looze dwaasheid, misschien om mijn liefde
mijn onuitroeibare liefde voor een
man een slecht man die er ach op be
roemde, dat hij niets vreesde, niet in deze
wereld noch in de andere. Het zou soms
gemakkelijker voor mij geweest zijn de
waarheid te spreken, zooals ik het nu <roc,
maar ter wille van anderen, die ik liefhad
heb Ik tot nu toe mijn geheim bewaard."
,,En nu nu waarom zoudt u het nu
vertellen?" riep Rose, heftig. Zij sprong
van haar stoel op, en keek haar nicht met j
vlammende oogen en opgeheven hand aan.
Zij scheen zóó op het punt de-bleeke vrouw
tot wie zij sprak, te slaan, dat Sydney zr
onwillekeurig tusschen hen plaatste. Maar
Rose duwde haar op zijde, met een kracht,
die men niet verwacht zou hebben in een
wezentje, dat er zoo teer uitzag.
„Het is een afschuwelijke geschiedenis en
papa had gelijk, toen hij u zeide, te zwij
gen. Waarom moet u het nu vertellen,
hier om mij sohande aan te doen Vfat
heeft bet te maken met Philip en mij?"
Catherine scheen de tegenwoordigheid
van haar toehoorders bijna vergeten te heb
ben of het doel, waarmee het verhaal ge
daan was. Zij was verdiept geraakt in do
herir.nering aan die verschrikkelijke da
gen, toen haar Jijden zooveel giooter dan
haar kracht geschenen bad, en Roses hart»
tochtelijke woorden riepen haar haast te
plotseling tot het heden terug. Zij drukte
oen oogenblik haar handen tegen haar
voorhoofd en strekte ze toen met een
woest gebaar ran wanhoop voor zich uit.
„Hot ia mijn straf," zei ze, „een deel der
smart, die ikzelf draag, op anderen over te
brengen. Je kunt Philip Massingham niet
trouwen, omdat hij de naaste bloedverwant
en erfgenaam is van Gerard de Maudeu
of lord Broxbourno den man, met wien
ik nu vijf cn twintig jaar geleden mijn thuis
verliet. Je vader heeft nooit vergeten of
vergeven ik heb vergeven, maar ik kan
niet veïgeten."
,,En moet ik opgeofferd worden, omdat
u slecht waart riep Rose, in een harts
tochtelijke woede, die zij niet beheerschen
kon.
Voordat iemand üussohenbeide kon ko-
j men, had /.ij Catherine op haar mond ge
slagen. Het zachte rose en wit was uit
haar mooi gezichtje verdwenenhet zag
vertrokken cn ingezonken met ee<n branden
de plek op iedere wanghaar oogen scho
ten vuur en haar ademhaling ging zwaar
en sne). Het was bijna onmogelijk aan haar
tc donken als het lieve, glimlachende meis
je, dat kort te voren haar nicht met zulk
een onverstoorbare kalmte had aangezien.
Toen was zij een schoonheid geweest, nu
was zij een furie, met door woede en smart
verwrongen trekken.
Catherine bleef stil en lijdelijk staan,
zonder een spier te verroeren, zonder zelf»
van kleur of uitdrukking te veranderen.
Maar Roses daad bracht opschudding bfjna
oproer in den kleinen kring teweeg. Me
vrouw Massingham stond op, geërgerd en
verontwaardigd.
„Ik moet zeggen", riep zij uit, „dat je
ja niet als ee«n dame gedraagt, Rose. Juf
frouw Holden, ik vraag u om vergeving."
Sydney had Rose teruggeduwd en hield
haar vast op een stoel, bijna zonder te we
ten, cat zij deed, en zij greep den teeren
arm van liet meisje zóó ruw vast, dat Rose
schreeuwde van pijn. Philip sneldo voor
uit, zijn hart verdeeld tusschen gevoelens
van ridderlijke bescherming, toorn or. sym-
paktie. En toen vertoonde lord Broxbour-
ne zich te midden van hen, zijn lange ge
stalte kaarsrecht, zijn knap gezicht be-
heersoht door een gevoel, dat in het begia
niemand kon begrijpen.
„Wat beteekent deze geschiedenis zei
hij. ,,ïk eisch opheldering. De helft er van
is nieuw voo-r mij."
„O, Gerard, zeg, dat liet niet waar is
riep mevrouw Massingham, zich huilend
aan hem vastklemmend. „Jij jij waart
het niet?"
„Ik was het niet," zei hij, op con toon
vol verachting, „die een vrouw verried op
do manier, zooals deze geschiedenis je zou
doen gelooven. Catherine, ben ik krank
zinnig?"
Hun oogen ontmoetten elkaar. Voor de
eerste maal sedert zij in het salon te Truan-
Var scheidden, zag Catherine in het ge
laat van haar geliefde en 7.ag daar iets,
dat zij nooit verwacht had, daar weer te
zien.
Lord Broxboumes gelaatstrekken trilden
van aandoening; hij was doodsbleek en zijn
oogen schoten bliksemstralen van toom
en verontwaardiging op het verzamelde
gezelschap, maar onder al de toorn en
woede lag een beter cn reiner gevoel, dan
waartoe Catherine hem in staat had ge
acht; er schoot een zonderlinge, verwijten
de, teederheid achter, die haar van iets,
dat op vrees geleek, deed beven. Waarom
zou hij haar iets verwijten? Was hij het
niet, die al dien tijd do schuldige was ge
weest? Blijkbaar vond hij dat niet.
bracht cn dat het dus billijk is deze bepa
ling op te nemen.
De heer K. TER LAAN (S.-D.) trekt het
amendement in.
Het wetsontwerp wordt goedgekeurd met
52 tegen 24 stemmen.
Pensioenen voor de Zeemacht.
Thans is aan dc orde het gelijksoortig»
ontwerp voor de zeemacht.
De heer K. TER LAAN (S.-D.) wenscht
de Indische jaren geheel en al buiten difc
ontwerp te laten.
Nadat de MINISTER van Marine ëeniga
nadere mededeelingen heeft gedaan, wordt
het ontwerp z.h.s. goedgekeurd.
Pensioenen voor reservepersoneel.
Aan dc orde is het wetsontwerp Pensioen
wet voor de reservc-adjudanten-onderoffi-
cier van de landmacht, die op grond van
de door hen bekleede betrekking geacht
worden voortdurend in werkelijken dienst
tc zijn of geweest te zijn, alsmede voor hun
ne weduwen cn weezen
De heer K. TER LAAN (S.-D.) betoogt,;
dat verschillende personen door dit ont
werp achteruitgaan, hetgeen do MINISTER
ontkent.
Dc heer TILANUS (C.-H.) verdedigt op
neming van de landweerdistrictscomman-
danten onder deze wet, omdat mag worn
den aangenomen, dat zij in werkelijkeni
dienst zijn geweest.
De MINISTER wijst dit amendement af,
omdat z.i. deze personen niet op gelijken
voet zijn te behandelen als do overige, in
dit ontwerp opgenomen.
Het amendement komt morgen in stem
ming.
Aa-t. 9.
De heer TER HALL (V.-B.) licht een
amendement toe, om te voorkomen dat zij,;
die tegen hun zin niet in dienst zijn geroe
pen, achtergesteld worden.
De MINISTER kan dit niet aanvaarden.
De lieer TER HALL (V.-B trekt het in.
Bij art. 15 licht de heer TER HALL (V.-
B.) een amendement toe, om de vergoeding
te verhoogen.
Indien dc diensttijd volgens dit artikel
met 4 per mille zou worden vergood, is een
aanmerkelijke verlaging van pensioen van
personeel beneden den rang van officier
liet gevelg.
Door een verhooging tot 8 per mille wordt
pcrechvaardigd door den hoogeren le
vensstandaard een redelijke verhooging
van het pensioen verkregen.
De MINISTER vindt geen aanleiding om
dit bedrag te verhoogen.
Dc heer TER HALL (V.-B.) trekt bet in,
maar de heer K. TER LAAN (S.-D.) neemt
het over.
Over dit amendement wordt morgen ge
stemd.
Dc heer K. TER LAAN (S.D.) verdedigt
een amendement, om na art. 23 in te las-
schen een nieuw artikel 23a, luidende
„De militair, die bij het reserve-perso
neel is in dienst getreden, terwijl hij in het
genot was van pensioen ter zake van vori-
gen militairen dienst bij de zeemacht, de
landmacht hier te lande of het reserve-
personeel der zee- of landmacht en na zijn
herplaatsing gedurende ten minste één jaar
onafgebroken onder de wapenen is geweest,
wordt, na bekomen ontslag, indien dit voor
hem voordeclig is, opnieuw gepensionneerd,
met inachtneming van hiervoor nader te stel
len regelen."
De MINISTER kan dit amendement niet
aanvaarden.
Over dit amendement wordt morgen ge
stemd.
Art. 41.
De heer TER HALL (V.-B verdedigt een
amendement, om in art. 41 den datum van
1 Januari 1918 te veranderen in 1 Augustus
1914.
Hierdoor zal worden te gemoet gekomen
aan de gerechtvaardigde verwachtingen van
het reservepersoneel, dat dc jaren voor be
wezen diensten onder moeilijke omstandig
heden op billijke wijze worden vergoed.
Dc MINISTER aanvaardt dit niet, omdat
hij geen terugwerkende kracht aan de wet
kan geven.
Over dit amendement wordt Woensdag
gestemd.
De vergadering wordt verdaagd tot Woena
dag elf uur.
„Waarom je op die manier jo geschiede
nis vertelt", zei hij, Catherine scherp aan
ziende, „gaat boven mijn begrip. Een
vrouw beschuldigt zichzelve gewoonlijk niet
zonder reden. En er bestaat geen reden
voor jou, mijn vrouw om jo ook maar
één oogenblik te beschuldigen van verkeerd
gedaan te hebben, of je bloot to stellen aan
hatelijke praatjes."
Zijn woorden deden Catherines geheelo
persoon trillen en beven. Haar oogen sper
den zich open, haar bloeke lippen openden
zich van verbazing.
Maar alleen mevrouw Massingham sprak
„Je vrouw, Gerard?" zei ze.
„Mijn vrouw," antwoorddo hij op hoo-
gen toen.
„Mijn vrouw zooals zij voor de oogen
van de wereld gedurende twintig jaar en
langer had kunnen zijn, als zij gewild had.
Zij verwierp me zij wilde niets met mij
te doen hebben maar de band blijft be-
8 taan."
Hij had Catherines handen gcnomcD, en
zou haar naar rich toe getrokken hebben,
maar zij trok zo weg, en zag hem aan met
een soort van angst in haar oc^en.
,,Je zeide me," hijgde ze, „dat ik niet
niet getrouwd was
Vergeef me", zei lord Broxbourno koel
tjes, „ik heb je niets van dien aard gezegd.
Het was een geheel ander iemand, die het
kwaad brouwde. De kerkelijko plechtigheid
was niet geldig, dat geef ik je toe; maar
herinner je je niet do kamer van den ambj
tenaar van den Burgerlijken Stand hier itf
Fairford! Die huwelijksvoltrekking was bin
dend, zooals ik dacht, da-t je wel wist.
(Wordt vervolgd).