Eindelijk weergevonden
No. 19417.
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 26 Juni.
Tweede piad. Anno 1923.
I Gemeenteraad van Leiden.
FEUILLETON
(Vc- Van gisteren).
6o. Praeadvies op het verzoek van G. J.
IB. A. Janssens, om eervol ontslag als ge-
I ncesheer aan de gestichten „Endegeest",
1 „Voorgeest" en ..Rhijngeest". (175)
Conform besloten.
Go. Praeadvies op het verzoek van J. H.
I Th. Jacobs ,om eervol ontslag als onder-
I wijzer aan de school Vrouwenkerksteeg A.
(185)
Conform besloten.
7o. Praeadvies op het verzoek van mej. J.
I Verhagen, om eervol ontslag als onderwijze-
I res aan de school Duivenbodestraat B.
1 (180)
Conform besloten.
1 80. Praeadvies op het verzoek van mej. J.
I F. M. Schoondcrgang, om eervol ontslag als
I onderwijzeres aan de Opleidingsschool voor
U. L. O. aan den Maresingel A. (187)
Conform besloten.
I 9o. Praeadvies op het verzoek van de N.V.
Algem. Brandstoflonhandel „Leiden", om de
le bouwen loodsen op het terrein Haagweg,
Sectie O no. 717. van hout le mogen maken.
Conform besloten.
(176)
lOo. Rekening, dienst 1922, van de Stcdc-
lijke Fabrieken van Gas- on Electriciteit^
Goedgekeurd.
llo. Rekening, dienst 1922, van den Ge
meentelijken Reinigings- en Ontsmettines-
dienst (192)
De heer DE LANGE zegt, dat vroeger
60 pCt. van het Rijk gederfd is aan ont-
smettingskosten daar de inrichting niet aan
de eischen voldeed en later, toen difc wel
zoo was, is daarvan ook niet gekomen, om
dat het Rijk geen geld had. Spr. vraagt ol
het Rijk in deze weigerende houding vol
hardt.
De VOORZITTER zegt, dat er nog met
de regeering over gecorrespondeerd worat.
Veranderd is er nog niets.
De rekening wordt dan goedgekeurd.
12o. Voorstel tot wijziging der begrooting,
dienst 1923, in verband met de door de Ver-
eeniging tot oprichting en in-stand-hoiiding
van scholen voor lager en meer uitgebreid
lager onderwijs op Gereformeerden grond-
slag, gestorte waarborgsom betreffende de
uitbreiding en verandering van het school-
eebouw aan de Hooglandsehe Kerkgracht.
b (172)
Conform besloten.
13o. Voorstel lot betaling uit den posl
„Onvoorziene Uitgaven", dienst 1922, van
ïe meerdere gelden, benoodigd voor dp toe
kenning aan de bijzondere scholen van de
yergoeding over het jaar 1921, bedoeld in
art. 100 der Lager Onderwijs-wet.
Conform besloten.
14o.' Voorstel tot verhooging der begroo
ting, dienst 1922, fen betioeve van de ver
hoogde voorschotten, aan de Woningbouw
vereniging „De Eendracht", voor de uit
voering van het 2de en 3de bouwplan dier
Vereniging. ^73)
Conform besloten,
15o Voorstel tot wijziging van het Raads
besluit van 30 April 1923, in zake de toe
kenning van een woningvoorschot aan de
Woningbouwvereeniging „De Eendracht
ten behoeve van den bouw van 18 arbei-
derewoningen. (174)
Conform besloten.
16o. Voorstel tot'beschikbaarstelling van
gelden voor do meerdere kosten van ver-
bouwing van het schoolgebouw aan de Aal
markt <198)
Conform besloten.
17o. Voorstel lot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van de meerdere kosten,
verbonden aan de op- en inrichting van de
Arbeidsbeurs aan de Garenmarkt. .yi
De heer SIJTSMA heeft het getroffen,
dat de kosten der raming met circa 35 pCt.
zijn overschreden, hoewel er z. i. toch wel
eenige stabiliteit in de prijzen is gekomen.
Hij vraagt daarom betere ramingen, 't Ge
beurt nog al veel hier, zulke oversbhrijdin-
5en.
De heer SPLINTER wijst er den heer
Sijtsma op, dat de begrooting is gemaakt
in 1919, toen er nog geen prijzen vastston
den. Tevens zijn er heel wat onvoorziene
dipgen moeten verricht worden, waarop
niet was, te rekenen, tegenvallers dus.
De heer EERDMANS vraagt uit weikeu
post de kosten van inriohting zijn bestro
den.
Wethouder MULDER sluit zich aan bij
den heer Splinter. Den laatsten tijd zijn
we ook wel beneden de ramingen gebleven.
De inrichtingskosten zijn in doze opgave
begrepen.
De heer SIJTSMA zijn bezwaar handha
vend, dringt nogmaals aan op betere ra-
mingen.
De heer EERDMANS meent dat voor de
iurichting gelden moesten zijn gevoteerd
die waren niet begrepen in wat de raad
destijds voteerde, 't Is weer precies eender
als destijds, t-oen hij ook al op zoo'n geval
wees.
Wethouder MULDER kan niet direct
antwoorden, zoo precies zit hij hier niet in.
Hij wil wel onderzoeken en later mededec-
lins doen.
Het voorstel wordt dan z.h.st. goedge
keurd.
18o. Voorstel lot verhooging van verschil
lende posten der begrooting, dienst 1922,
waarvan de raming te laag is gebleken.
(170)
Mevr. v. ITALLIE vraagt waarom post
87 (kosten van verlichting en verwarming
van het Stadhuis) met f 1000 moet worden
verhoogd, gelet op den zachten winter, ver
laagde kolenprijzen etc.
De VOORZITTER zegt, dal de verlich
ting en verwarming in het Stadhuis ls uit
gebreid.
Het voorstel wordt dan z. h. st. goedge
keurd.
19o. Voorstel lot overneming in eigendom
en onderhoud bij de gemeente van een ge
deelte van het perceel aan den Hooge Morsch
weg, Sectie P No. 685. (177)
Conform besloten.
20o. Voorstel tot overneming in eigendom
en onderhoud bij de gemeente van eenigo
slootgedeelten aan den Rijnsburgerweg, Sec
tie P. Nis 647 ged., 588 ged. en 611 ged.
(178)
Conform besloten.
21o. Voorstel tot overneming in eigendom
en onderhoud bij de gemeente van een
strook grond en water aan de Evertsenstraat
Sectie K Nis. 617 ged., 616 ged. en 996 ged.
(188)
Conform besloten.
22o. Voorstel:
a. lot overneming in eigendom en onder
houd bij de gemeente van eenige pcrceelen
aan den Hooge Rijndijk, Sectie M. Nis. 844,
845, 846, 1058 en 1264, alle gedeeltelijk;
b. tot beschikbaarstelling van gelden
voor de verbetering van den Hoogen Rijn
dijk. (196)
De heer v. ECK vraagt of bij verplaatsing
van het politiepostliuisje het oude gebouwtje
niet-een nieuw zal worden en of dan het
nieuwe niet wat geriefelijker is in te rich
ten, gelijk thans aan de Steenslraal b.v. de
situatie is.
De heer DE LANGE vraagt of de brug
lusschen Hooge Rijndijk en Hoogewoerd ook
niet verbreed worden moet om een goeden
toestand te erlangen.
Wethouder MULDER erkent de juistheid
van het gezegde van den heer De Lange,
maar dit belet toch niet thans reeds hiertoe
te besluiten. Men kan dan later nog zien.
De vraag van den heer v. Eek zullen B.
en W. in overweging nemen.
Conform wordt dan besloten.
23o. Voorstel:
a. tot verandering van den naam „Bran
dewijnsteeg" in „Vrouwenkerkkoorstraat"
b. tot het geven van namen aan een 3-tal
straten nabij den Rijnsburgerweg;
c. om op het voorstel-Groeneveld tot ver
andering van den naam „Pieter-de-la-
Court-straat" niet in te gaan. (189)
Bij a zegt de heer GROENEVELD er niet
veel voor te voelen, om dien ouden naam le
veranderen in zoo'n onuitspreekbaren
naam. In geen eeuwen zal men er de be
volking aan wennen. Laat men eenvoudig
steeg veranderen in straat. Hij doet een
voorstel in dien geest.
Ook de heer EERDMANS acht deze voor
gestelde wijziging niet gelukkig; er zijn hier
al twee koorslegen, die recht van bestaan
hebben, maar hier is geen kerk meer te vin
den. In deze tijden van geheelonthouding
wil men blijkbaar zoo'n naam weg hebben,
maar hij verheugt zich, dat de roode en
droge fractie nu toch geen bezwaar heeft.
Moet er veranderd worden, dan zijn er nog
wel betere namen te vinden als b.v. Mare-
dwarsstraat of zoo.
De heer KNUTTEL vraagt of hij het
woord mag voeren.
De VOORZITTER: Zeker, natuurlijk;
De heer KNUTTEL: Dat is niet zoo na
tuurlijk, 't is mij in de Sladszaal nog pas
geweigerd. (Gelach en rumoer).
Hij vraagt dan of de Brandewijnsteeg
oudtijds geen anderen naam had, die dan j
genomen zou kunpen worden. Voor den t
voorgeslelden naam voelt hij niet, maar ook
niet voor Brandewijhstraat, want "zoo tast
men den ouden naam aan ,cn dupeert te
vens degenen, die wijziging vroegen.
De heer SIJTSMA stelt voor den naam
Brandewijnsteeg te veranderen in Wouden-
dorpstraat naar het daar gelegen oude hofje.
De heer DUBBELDEMAN: Je wordt weer
eerevoorzitter, nu van 't hofje!
De heer v. HAMEL is ook tegen den door
B. en W. voorgestelden naam. Voor Wou
dendorpstraat voelt hij wel iels, doch hij
zou daarover gaarne meer weten en- daar
om vraagt hij B. en W. a nu terug te ne
men en nog zelf eens nader deze aangele
genheid onder de oogen le zien.
Wethouder MULDER erkent, dat de naam
Vrouwenkerkkoorsteeg niet gemakkelijk is
en de naam Woudendorpstraat aanlokkelij
ker klinkt, (uitstel acht hij echter niet noo-
dig), maar toch is Vrouwenkerkkoorsteeg
nog niet zoo gek; 't zal z.i. wel inburgeren.
De VOORZITTER izegt, dat de naam vroe
ger was Vrouwenkerkkoorstraat, dien B. en
I W. nu eenvoudig willen herstellen. Zoo
lastig lijkt hem den naam niet. Voor Wou-
dendorpslraat voelt spr. niets, als niet hi$-
I torisch. Brandewijnsteeg of straat mag wel
i weg, naar zijn meening.
I De heer GROENEVELD zegt, dat de heer
Knuttel hier altijd netjes is, zoodat hem hier
het woord wel niet zal worden ontnomen of
onthouden.
De VOORZITTER: Laat dat maar aan
mij over.
De heer GROENEVELD: Hij heeft hier
nog nooit gezegd: schurk!
De VOORZITTER: Komt u nu toch terug
tot de zaak.
De. heer GROENEVELD: 't Ergste wat de
heer Knuttel hier zei, was nog heel netjes
De heer KNUTTEL; Ach, ik heb jou al
eens politie-spion genoemd.
De heer GROENEVELD repliceert dan
ter zake.
Het voorstel van B. en W. sub a wordt
aangenomen met 1611 stemmen.
Tegen de heeren -v. Hamel, Heemskerk,
Eerdmans, Wilbrink, Sijtsma, mevr. v.
Ilallie en de soc.-dero., behalve mevr. Dub-
beldemam
Bij b verdedigt de heèr HEEMSKERK zijn
voorstel om overal het woord weg te veran
deren in straat, meenend, dat daar spoedig
geen wegen, maar bebouwde straten zullen
zijn-
De heer KNUTTEL steunt den heer H.,
ook waar z.i. weg toch zegt ergens naar toe
en daarvan is hier geen sprake.
De heer WILBRINK vindt de naam Braas-
semerweg of straat vreemd, waar het meer
er toch nog zoo'n eind van af is.
Wethouder MULDER wijst er op, hoe
thans daar alle nameii eindigen op weg.
Van bebouwing i9 z.i. nog in geen jaren
sprake.
Den heer KNUTTEL antwoordt spr., dat
deze wegen toch leiden in de richting van
de voorwerpen, die aanduiden en die alge
meen bekend zijn, vandaar ook de keuze
van die namen, 't Laatste tot den heer Wil
brink.
De heer EERDMANS steunt den heer H.
öp zuiver taalkundige motieven.
Het amendement heemskerk wordt aan
genomen met 23hemmen.
Tegen de heeren Pera, Mulder, Sanders
en Splinter. 1
B wordt nu z. h. st. aangenomen.
Bij c zegt de héér GROENEVELD dat zijn
voorstel tot naamverandering van de Pie-
ier-de-la-Goürlstraat tè verdedigen onnoodig
is. De raadsleden diezijn voorstel destijds
niet spoedeischend wilden behandelen, dus
lijd voor onderzoek wenschten, moeten nu
maar van hun bevinding doen blijken. In 't
kort prijst hij dan niettemin zijn voorstel
nog aan, waarbij de heer EERDMANS zich
aansluit, nu alle straten daar bloemennamen
krijgen.
Wethouder MULDER wijst er op, dat het
karakter van de straat niet is gewijzigd of
dat deze direct behoort bij het bloemenblok.
Voor naamwijziging is z.i. dan ook niet de
minste reden ingeburgerd i9 de naam bo
vendien ook reeds.
Sub c wordt dan aangenomen mei 1612
stemmen. Tegen de S. D. A. P. en de heeren
Eerdmans, Wilbrink, Sijtsma, Kuivenhoven.
v. Hamel en mevr. v. Itallie.
Z. h. st. wordt het heele voorstel aange
nomen.
24o. Voorstel om Burg. en Weth. te
machtigen tot het sluiten van een nieuwe
overeenkomst in zake de spoorverbinding
met het Openbaar Slachthuis! (179)
Conform besloten.
25o. Praeadvies op het verzoek van P. C.
Susan e. a., in zake de afsluiting van Ken-
newegsteeg. (190)
De heer v. ECK kan zich niet vereenigen
met het afwijzend praeadvies. Urinoirs zijn
noodzakelijke, onaangename meubels, die
niemand gaarne in de buurt heeft. Vlak bij
huizen of zoo als hier lusschen twee hui
zenrijen beliooren zij echter in geen geval.
Aan de Boommarkt is al een urinoir en voor
de Haarlemmerstraat is er die aan den Stil
len Rijn. De steeg is inderdaad zeer vuil,
dat bleek hem bij onderzoek van druk
verkeer is hem nimmer gebleken. Dat het
café geen achteruitgang meer zou hebben,
lijkt hem geen overwegend bezwaar, vooral
niet, waar deze toch wel open te houden i9
door verder op een hek of zoo te plaatsen.
De heer HEEMSKERK onderschrijft de
heer v. Eek geheel. Aan de Apothekersdijk
is wel een urinoir te plaatsen.
De heer EERDMANS verwondert zich, dat
het praeadvies van B. en W. zoo afwijkt
van dat van den commissaris van politie 1
Wethouder MULDER erkent gaarne, dat
het geen schitterende doorgang is, maar zoo
slecht is het toch ook niet. De vele regens
hebben den toestand niet beter gemaakt. Er
gaan meer raenschen door dan men denkt,
maar hoofdzaak-bezwaar is toch het plaat
sen van urinoirs. Waar moeten die heen
Ze zijn daar geplaatst op verzoek van de
marktmenschen en van de Haarlemmer-
slraatbewoners. Het plaatsen van een hek
zou daar een poel van ongerechtigheid ma
ken, waar men van allerlei over zou wer
pen etc. Voor dit oogenbük lijkt hem afslui
ting ondoenlijk. Plaatsen van een urinoir
aan de Apothekersdijk zou direct klachten
doen inkomen, gelijk er al over die aan de
Boommarkt zijn.
De heer HUURMAN zal ook legen het
Voorstel van B. en W. stemmen, gelet op de
plaatselijke toestanden, terwijl bovendien de
urinoirs van ouden vorm zijn cn eerder ze-
dekwetsend dan wanneer men b.v. een uri
noir plaatst aan den Apothekersdijk.
Het voorstel van B. en W. wordt verwor
pen met 226 stemmen. Voor de heeren
Pera, Mulder, Sanders, Splinter, v. Hamel
en v. d. Lip.
26o. Voorstel:
a. lot het aangaan van een huuroverecn-
komsc mot de provincie Zuid-Holland, be
treffende het terrein, gelegen nabij de
Wil helmin abrug aan den Hooge-Rijndijk.
b. tot aanvaarding in onderhuur van de
voorste lielft van het sub a bedoeld ter
rein;
c. tot beschikbaarstelling van gelden in
verband met het in orde maken van dat
terrein als algemeen speelveld. (197)
Mevr. v. ITALLIE betuigt haar vreugde
over dit voorstel maar heeft toch wel eenig
bezwaar tegen het ongereglememteerde spel
al is zij wel zoo optimistisch te verwach
ten, dat het zoo wel zal kunnen.
De heer EERDMANS is bang, dat bij
geen toezicht de huizen daar toch wel eens
last kunnen krijgen, en gezien do huurovcr.
eemkomst, zou z.i. daarvan de gemeente
weer directe last krijgen, daar deze aan
sprakelijk is.
Wethouder MULDER wijst er op, hoe
mevr. v. Itallie destijds was voor: geen
toezicht. Kunnen er wij willig geen leiders
gevonden worden, waar tooh zoo getuigd
wordt van liefde voor lichamelijke opvoe
ding? Laten de onderwijzers zich eens daar
voor spannen.
Do heer OOSTDAM: Dat doen die toch
niet.
Wethouder MTULDER weet wel, dat het
vaak is een vrijgevochten bende, maar laab
men nu eens uit liefde hier de gemeente
steunen.
Mevr. v. ITALLIE zegt zich te hebben
neergelegd bij geen toezicht, wel begrij
pende, dat het anders voor B. en W. tö
duur zou zijn en do toestand was er al zoo.
Bevreesd is zij ook niet, er wordt al in dö
goed richting gewerkt, alleen zou tij gaar
ne zien, dat do gemeente eenigo waarschu-»
wingsborden zou plaatsen, enz.
De VOORZITTER zegt den hoer Eord-»
mans dat zijn vrees ongemotiveerd is.
Z.h.st. wordt het voorstel aangenomen.
27o. Praeadvies op het verzoek van A«
G. Boonekamp, om toekenning van een
subsidie in de kosten van exploitatie van
een autobusdienst Zoetermeer-Slompwijk-
Leiden. (191)
Contorm besloten.
28o Praeadvies op het verzoek van het
Comité lot herdenking van het Regeerings-
jubileum van II. M. de Koningin, om van
gemeentewege deel te nemen in een garan
tiefonds, ten behoeve van do fceslviering op
31 Augustus a.s (180)
De heer v. ECK erkennend, dat het be
drag niet groot is, moet zich togen heb
voorstel verklaren. Niet uit zuinigheidsoog
punt, ook niet omdat deze fecst-wijze ta
melijk inhoudsloos is daar de menschen al
leen deel nemen om het pretje het grooto
versohil met de 1-Mei-vieringmaar uit
zelfverdediging, overtuigd, dat de wijze van
vieren zal dragen een anti-socialistisch ka
rakter.
Het ambt van koningin is z.i. staatsrech
telijk van zeer weinig beteekenis. Was heb
anders, dan zou zijn partij haar aansprake
lijk moeten stellen voor al de fouten van
de kapitalistische maatschappij, waarvan
spr. er eenigo opsomt. De eenigo beteeke
nis, die het koningschap thans nog heeft,
is, dat bet op den voorgrond wordt go-
schoven, zoo de bourgeois-maatschappij m
nood zich voelt, gelijk in 1918 toen do ko
ningin och daarvoor ook wel heeft wil lei)
Ieenen. Bovendien al is de feestviering ta
melijk sober gehouden, een deel er van zijn
ock weer militaire feesten, waarvoor zijn
partij nimmer een cent wil en zal voteeren.
De heer MEYNEN verschilt zeer met den
heer v. Eek, en zijn partij zal gaarne voor
stemmen 't Is geen feest tegen de S. D.
A. P., maar een nationaal feest, waarbij
uiting gegeven kan worden aan de aanhaji3
kelijkhcid en dankbaarheid voor het Huis
Oranje en de Koningin. Zijn parEij hecht
zeer veel aan het copstitutioneele koning
schap, ccn vrucht van Goddelijke leiding bij
het volk en geheel gegrond op geschiedkun
digen basis.
Spr. wijst op de grooto voorrechten, dio
het land te danken heeft aan het Huis van
Oranje, o.a. vrijheid op allerlei terrein.
(Geroep: Alsof die er anders niet zotf
zijn
Wij kunnen niet dankbaar genoeg zijn
voor het gelukkige bezit van onze Koningin.
De beer KNUTTEL wijst er op, boe dik
wijls wordt gezegd van de zijde van B. on
W.: Waarom doet het particulier initia-
tief het niet. Zoo moet het ook hier zijn.;
De dankbaarheid van den heer -Meynen is
wel zeer klein gebleken, waar er maar,
f 4000 bijeengebracht worden kon.
Natuurlijk is hij tegen het voorstel daat
z.i. het Koningschap is een schadelijke in-»
stelling, die bevordert een nationalisme
met al zijn militairislische gevaren.
Die dankbaarheid aan heb Huis Oranje
wordt wel heel ver voortgezet, zelfs buiten
de rechte lijn om en dit te meer waar onze
Koningin toch allerminst recht op die dank-*
baarheid heeft.
Misschien soms omdat de Koningin zoó
het voorbeeld geeft in bezuiniging en mieta
koninklijks heeft en b.v. f 0.50 neemt voor
bezichtiging van haar tuinen etc., en voor.
kunst „zooveel1' doet of zoo iets?
Uit de bedragen die inkomen, blijkt ook
wel, boe gering de dankbaarheid is.
Uit het Engelsch van ADELINE SERGEANT.
72)
„Bij Jupiter!" zei hij tot zichzelf, den ouden
uitroep van zijn onschuldiger dagen gebrui
kend, „zij is verrukkelijk 1 Die houding van
haar doet aan Sarah Bernhardt denken
zij weet hoe te poscerenl Wat heeft die
kleine kat gezegd, om haar zoo te doen
kijken?"
„De kleine kat" was natuurlijk Rose.
Lord Broxbourne paarde een groote bewon
dering voor Rosas schoonheid aan een juist
begrip van haar gebreken. Hij gaf toe, dat
zij slim was, en dat zij waarschijnlijk Phi
lip wel op den goeden weg zou houdenen
bij had niets legen het huwelijk. Maar hij
was niet van plan Rose haar klauwen en
tanden te laten zetten in het hart van Ca
therine, zijn vrouw.
Hij waó pas dien avond aangekomen, en
Had dadelijk van Philip over het plan ge
boord. dat beraamd was. „Juffrouw Holden
had Roses vader tegen hem opgestookt"
lord Broxbourne dacht, hij wist waarom
»,en Rose geloofde, dat zij iets kon zeggen,
dat juffrouw Holden er too zou brengen,
haar woorden in le trekken en haar eigen
lijk wat bang zou maken," zei Philip met
Neergeslagen oogen; want hij schaamde
*ich hall over de rol, die men hem liet
fcpelen.
„Wat een duivelsche kwaadaardigheid
Van die vrouwen!" zei lord Broxbourne
.hoos. „Waarom kan je het niet beletten-
Phil? Je moest beter welen. Zij willen dus
do arme Kitty Holden bang maken? Wat
duivel, wat beteekent dat?"
„Kent u juffrouw Holden?" .vroeg Phi
lip, zeer verschrikt.:
„Ik kende haar goed genoeg," antwoord
de lord Broxbourne, kwaad. „Ik moet zelf
die zaak in orde brengen, geloof ik. Weet je
het huis? Kom mee en wijs mij den weg."
Zoo kwam het, dat lord Broxbourne, ge
volgd door kapitein Massingham, Cathe
rines tuin bereikte juist op het oogenblik,
dat Rose eindigde en juffrouw Holden op
stond.
Philip zou vooruitgeloopen zijn, als zijn
oom niet een hand op zijn arm gelegd had.
„Wacht," fluisterde hij en de jonge man
stond stil, met een zeer onbehaaglijk ge
voel.
Hij kon niet begrijpen, waarom lord
Broxbourne in de schaduw der boomen
stond te luisteren naar een gesprek, dat
niet voor zijn ooren bestemd was. Het leek
wel op afluisteren en Philip had verschil
lende begrippen omtrent eer, en één daar
van verbood hem le luisteren naar dingen,
die niet voor hem bestemd waren. Maar,
hij durfde niet ongehoorzaam zijn jegens
lord Broxbourneen daarom wachtte hij
achter hem en besloot zoo weinig mogelijk
to luisteren. Ongelukkig voor zijn voorne
men, waren de woorden van juffrouw Hol
den zoo verrassend en schenen zij {zulk een.
bijzondere uitwerking op zijn oom be heb
ben, dat hij ze wel moest hooren.
Catherine bleef eenige oogenblikken zwij
gen, nadat zij was opgestaan. Toen zij zich
eindelijk tot haar klein gehoor wendde,
waren haar gezicht en houding volkomen
kalm. Er speelde zelfs een glimlachje om
liaar lippen.
,,Ik dacht wel, dat dit oogenblik aou ko
men," zei ze. ,,Ik heb er mijzelf altijd op
voorbereid. Ik zou de geheele geschiedenis
lang geleden verbeid hebben, als mijn neef
John Holdecn niet gewensoht bad, dat ik
zwijgen zou. Nu zijn doohter mij met do
waarheid dreigt, moet ik spreken.
Het was duidelijk, dat Rose angstig was.
,,Ik wil heusch niet., dat u iets zegt, als
papa het niet wenscht," begon zijmaai
haar stem stierf weg in bevend gefluister
en Catherine ging vootE, alsof zij niets
gehoord had
,,U zegt, dat, als ik, een geheim in mijn
verleden heb, ik geen. recht heb, anderen te
oordeelen. Misschien is dat zoo. Maar ik
heb niet geoordeeld; ik tracht niet te oor
deelen. Als Ik u alles gezegd heb, zult ge
misschien zelf zien, of ik gelijk of onge
lijk had."
„O, werkelijk 1" zei mevrouw Massing
ham, smeekend.
„We willen het liever niet hooren het
is volstrekt niet noodig."
Lord Broxbourne trok éen spottend ge-
srioht, terwijl hij in de schaduw der Over
hangende boomen stond.
„Die idiote" vnouWen zijn doodsbenauwd,
nu EXtty tegenover haar Staat," zei hij bij
zichzelf.
„Vergeet me, het is zeer noodig," zei Ca
therine vast. „Noodig, oïtf to verklaren,
Waarom mijn neef en ik tegen een huwelijk
tusachen Rose en uw zood rijn, mevrouw
MaS3InghamIk wilde,dat mijn neef zelf
hier was, orni te hooren, wat ik te zeggen
heb. Maar het kan hem later gezegd wor
den. Ik moet u, het koste wat Kèt wil, dén
juisten stand van zaken vertellen."
MevrouW Massingham was bang, maar
antwoordde niet. Waarschijnlijk voelde zij
dat zij „er nu in zat", zooals Philip zou
zeggen, en dat het het beste was, dat zij
ziob in het onvermijdelijke schikte. Gedre
ven -door een plotselingen aandrang ging
Sydney naast Catherine staan en legde haar
hand zachtjes in die van deze. Catherine
keek haar aan het was een droevige
blik, zóó treurig, zóó liefkoozend, zóó vol
van gelatenheid, dat Sydney tranen in de
oogen kreeg, en Catherine schoof de lief-
toozende hand weg.
„Waoht even, lieve," zei ze. „Je moet
mijn geschiedenis hooren."
„Geen verhaal kan ooit maken, dat ik u
tuinder liefheb," riep Sydney hartstochte
lijk uit.
En lord Broxbourne, die luisterde, vroeg
zich af, waarom Philip dit meisje niet ge
kozen had een mooi, impulsief schepsel
tje met edelmoedige gevoelens in plaats
van dat p-akje gemaaktheid, welks eenige
bekoring een mooi gezichtje waal
„Toen ik een jong meisje was," begon
Catherine, „woonde ik op „Moss Dyke"
met mijn tante, neef en nicht. Eij waren
goed voor me, maar ik was volkomen tuch
teloos zoo wild als een havik, en zon
der eonig gevoel van plicht of gehoorzaam-
held. Ik ontmoette een man, hoe of waar
koint er niet op aan die mij zeide, dat
Eij mij liefhad, en mij tegelijkertijd zeide,
thuis rijn naam nooit te noemen. Dat had
me moeten waarschuwen, maar dat deed
het niet. Ik ontmoette hem heimelijk en
telkens weer, tot hij mij eindelijk smeekte,
met heni te trouwen en Fairford te verla
ten, zonder het mijn bloedverwanten te
zegge n. Ik aarzelde e enigen tijd, maar ein
delijk gaf ik toe. Het was met dezen.
man, Rose, mijn echtgenoot, zooals ik
meende dat ik in het jaar 18G6 Fairford
verliet. Gedurende eenigen tijd wist mijn
familie niet, wat er van mij geworden was.
Maar zij waren zeer trotsch en zeer vast
besloten. Zij vertelden, dat ik naar het bui
tenland waa gegaan naar een school,
geloof ik; zeiden ze. Er liepen geruchten
omtrent cle waarheid; maar in het alge3
meen werd hun verhaal geloofd. (Het waa
ten deelo waar, ik ging een poos naar het
buitenland; en toen in den zomer van
1867 naar Schotland."
Hier hield zij even op en haalde snikkend
adem. Philip, die zijn oom aanzag, was
Verbaasd zulk een strengen en harden blik
op diens gelaat te zien. Er lag ook nog
iets anders op er lag ee>n vraag, verras-»
sing in. Heb was, alsof hij zich afvroeg;
„Hoe kan dit zijn?"
„Mijn neef John", ging Catherine voort,-
„had mij opgespoord en mij meer dan eens
geschreven. In Schotland schreef hij mij
weer met slechte berichten. Het huwe
lijk tusschen den man van wien ik sprak,
en mij was Ongeldig geweest. Wij waren'
niet getrouwd, John kwam dadelijk, schreef
hij, ora de zaken in orde te brengen. Maar
toen ik met hem sprak met den man,
dien ik liefhad mijn echtgenoot".
Haar stem braker heersohte een oogen
blik stilte, waarin Sydney naar adem hijg
de. Maar toen ging Catherine zoo zach eö
rustig als te voren voort:
„Hij eei, dat hij mij moede was, en da€
hij wegging. Hij ging dienzelfden avonè
nog. Tk heb hem nöoit weer gezien."
t er
fWopJi vervolg?).