5, 19397. LÉIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 2 Juni. *frjrT-rjr-i J Derde Blad. Anno 1923. BERLUNSCHE BREVEN, Fasteur-Herrienkmo te Parijs. I BUiTEHL. WEEKOVERZICHT. do groote, alles omvattende kwestie, ia Europa, het ..brandpunt der bescha- hangende is, is weinig veranderd, 'dachten is rrog altijd op het nieuwe 'bod, dat van Duitsche zijd: moet afko- De Duitsche regeering schijnt uit- ,Qdi? alle moeite to doen, om tevoren er "te zijn van de goedkeuring al- voor basis van bespreking van geland, dat zich blijft hullen in het mom de grootste duisterheid ten aanzien -yn feitelijke bedoelingen en inwendig, de waarborgen, dio door de schuld- 5:bers worden verlangd, te doen ver rekken door industrie, landbouw, handel Bankwezen naast de zekerheid, van re geringswege nog aan te bieden met de ark iets hooger dan de kroon of om in ihouding der feitelijke waarde te spre- [Di zelfs al daarbeneden. Industrie en üdbou./' hebben zich in principe reeds be- jd verklaard om voor belangrijke som- a garant te staan handel en bankwezen jegen nog. Maar aan dat in-prmcipe-be- lid-zijn waren dusdanige voorwaarden ibonden, dat van arbeiderszijde reeds ird geschreeuwd wordt, dat men aan die jde bezig is een zaakje te maken van fcitschland's jammertoestand In wezen i.i nu de groot crisis, die Duitschland »r te maken krijgt, die vanwie zal dat stalenHelaas wijst er nog geen en- symptoom op, dat in Duitschland het ad algemeen is, dat allen, geen stand ^ezonderd, offers zullen hebben te bren- Lfl, en groote offers zelfs. Wel ziet men optomen van harden strijd om zelf zoo- si mogelijk vrij te loopen en de anderen fvcor te laten opdraaien. Het meest on- wenschte aspect, dat men in Duitseh- id naar buiten geven kan, dat van zulk i hopelooze verdeeldheid in eigen boe- mi En geheel vrijuit gaat daarbij eigen- ;;geen enkele der .standen", waarin de imocratie in verkeerde doorvoering seher- dan ooit de maatschappij heeft ver bid, Ook de nu zoo en heusch niet ge- ten onrechte hard schreeuwende ar- siders niet, die immers weigeren langer werken, zelfs tegen betaling Temidden van zulk een strijd om de be- süngs-noodzaak voor zich zelf zoo klein cgeiijk te houden, wordt aan het nieuwe bitsche aanbod gewerkt I 't Is zeker wel 0 gunstige atmosfeer voor zulke gewich- :j dingen. De regeering Cuno schijnt zich •b eenenmale niet boven al die standen- ilaDgen uit to kunnen verheffen. Erkend [ent echter dat voor het reinigen van dien ogias-stal een Hercules noodig is, waar- ar do wereld met groot verlangen uit- En niet alleen voor schoonmaak- in hritschland Inmiddels is de actie der communisten 1 het Roergebied tot staan gekomen, ten- evolge van het verle-enen van -oen loons- irhooging van 0565 pCt. Hetgeen op ivh zelf al weer bewijst, dat het commu- iime alleen voeding vindt in abnormale «tanden en in normale tijden slechts een ort idealisten of steeds langs den zeltkant levens loopenden bereikt. Tenslotte :bben de Eranscheoi toch ook ingezien, t er voor hen zelf een gevaarlijke zijde is aan het communistisch drijven en keb- ic zij Duitsche politie toegelaten of Duit- brandweer zwakjes bewapend. Is het tvaar dus weer afgewend, de vraag is nu ar voor hoelang. De mark blijft immers beneden tuimelen, zoodat nieuwe onsverhooging-eisehen als het waro van worden geboren uit den drang der om= -idigheden, 't Is eon vicieuse cirkel De drang der omstandigheden kan soms k leiden tot een oplossing. Dat is te iosanno weer eens bewezen. Tusschcn taken en Turken was het totaal misge len. Do vredo scheen ieder oogenblik kunnen worden verstoord, zooals ons 'rig overzicht nog zoo somher perspec tive. Dit tengevolge van den TurkscRen tot schadevergoeding voor het Duit ss optreden der Grieken in Klein-Azië, Grieken wilden van geen betaling we- konden dat waarschijnlijk ook niet. kt is trouwens al een raadsel, hoe Grie- ®laud d© kosten zijner nog altijd duren- e mobilisatie betaalt, daar het voor mili taire uitgaven altijd geld vindend Frank* rijk Roemenië kreeg toch ook weer 100 millicen toegestopt Hellas niet helpt, voor zoover bekend. Toen* is ontstaan in het brein van Yenizelos het idee om de schadevergoeding af te koopen tegen af stand van Karagatsj aan Turkije, hetgeen beteekent, dat Adrianopel als hoeksteen voor het Turksch gezag op den Balkan weer in volle waarde en beteekenis herrijst. Er was eens een tijd dat de Turk uit Europa- zou worden verdreven, waar hij niet thuis hoorde. We meenen ons dat nog heel goed te herinneren, 't was nog niet zoo lang geleden. Tevens hebben de geallieerden Turkije alle schadevergoeding kwijt gescholden, is vrijwel aan het Turksche verlangen in zake de capitulaties tegemoet gekomen, zoodat het zicH laat aanzien, dat de twee de, pardon voortgezette conferentie van Lausanne den vrede in het Oosten zal brengen. Tenminste, wanneer Angora, dat een cn ander nog goed te keuren heeft geen streep haalt door de reeds als veref fend beschouwde rekening cn een: ik be dank laat hooren. Het zal echter wel ge dachtig zijn aan een oud spreekwoord: Wie 't onderste uit do kan wil hebben, enz. Do Valera,, de leider der Ierscho repu blikeinen, heeft dit te laat bedacht. Hij, cöie eens de gevierde man was op ,,the green island", heeft thans vrijwel afge daan bij de Ieren cn zonder invloed, zon der gezag meer, heeft hij dan het hoofd in den schoot moeten leggen en een verzet opgeven, dat geen baat meer kon geven, alleen nog maar de schade en ellende ver- grooten. Dit laatste moet men niet licht aanslaan. Hoeveel dpoden zijn er gevallen, voor hoeveel is er vernield gedurende de laatste periode van strijd, zoo onmeedoo- gend gestreden voor alleen doctrinaire dogmatische beginselen, niet meer in staat een volk te treffen in zijn gemoed. Hij heeft het onderste uit de kan willen hebben en kreeg het deksel op den neus Voor Engeland en voor Ierland is hel einde van 'den zoo hardnekkigen strijd een gelukwensch waard Kon Belgic zich ook maar zoo gelukkig prijzen. Dat zal evenwel nog heel wat voe ten in de aarde hebben, naar het zich laat aanzien Daar is cl? taalkwestie altijd nog levend en in vollen gang cn daar is een nieu.r brandpunt gekomen de staking schijnt als afgedaan te mogen worden be schouwd. dank zij een roiraculeuse cheque, die de leiders onder beschuldiging deed komen van te handelen onder Duitsche pressie en met Duitsch geld, o toeval der toevalligheden nl. een voorstel tot ver lenging van den diensttijd, cÜat minister Devèzë niet aandurfde zonder koninklijke aanbeveling. Iels, dat hem vermoedelijk' de overwinning zal doen behalen, doch op den duur wel eens een Pyrrhuso verwin ning kon blijken, medio ten nadeel© van den troon, die in de politiek is ge haald (Nadruk verboden). Berlijn, eind Mei. Nieuwe reusachtige prijsstijging. Het roode spook. Het vraag stuk van de groote vermogens. Stinnes. De oude, hoofsche heer lijkheid. ,,In groot tenue." Woningpolitiek als redding. Dg arme rijke. De maand Juni ziet men te Berlijn met een bezwaard hart tegemoet. Als een spiink hanenzwerm^worden, wanneer deze 'begint, de nieuwe geweldige prijsstijgingen op de bevolking losgelaten. Het brood zal dan tweemaal zoo duur zijn als op het oogen blik, of het zal nog meer kosten. Verschil lende verkeersmiddelen, do trein, de tram, de ondergrondbaan voeren 1 Juni een ver hooging van hun tarieven in, die meer dan 100 procent bedraagt. De kolenprijs, die van invloed is op do prijzen van alle arti kelen, wordt aanmerkelijk verhoogd. Kort om, we zijn weer eens na een korte rust poos zoover, dat iedere Berlijiïèr en iedere familie de streep kan halen door de berekeningen, die zo voor het ophouden van hun levensstandaard gemaakt hebben. Het is onheilspellend, dat de prijzen zoo sprongsgewijze verhoogd zijn, dat men niet met. wijze voorzorg een langzame rijzing heeft ingevoerd. Nu verliest een ieder weer zijn hoofd. Do grond wankelt. Men weet absoluut niet meer, hoe men orde op zijn zeken zal stellen. Had men de prijzen lang zamerhand verhoogt!, dan was het moge lijk geweest, er voor te zorgen, dat de sa larissen en loonen van ambtenaren cn ar beiders in een gelijk tempo de stijging volgden. Nu begint de wilde jacht weer en cüe inkomsten, die natuurlijk veel ver hoogd zijn, blijven een steeds grooter wor-< dend stuk ten achter bij do noodzakelijke uitgaven. De gevolgen zijn onzekerheid en onrust. Onmiddellijk %aken c?e communis ten gebruik van deze ontvlambare "stof. Reeds lawaait en ronimelt het .in het wes telijk industriegebied, in Dortmund en Gelsenkirchen, en in de Berlijnsck© voor stad NeuköIIn, die altijd een brandpunt van liet radicalisme was, vindt de doffe klank, die van ginds tot ons doordringt, een dreigende echo. Het schijnt, dat aan de Ruhr de Fransche 'bezetting den op roerlingen geen moeilijkheden in den weg legt. Ze is waarschijnlijk de meening toe gedaan, dat iedere oneenigheid onder'de Duitschers voor haar nuttig is. Dat mag op het oogenblik waar zijn, maar tenslot te kan het ook Frankrijk cn geheel West- Europa niet onverschillig zijn, wanneer een ,,Duitsch bolsjewisme"- zich baan breekt. Wie kan op het oogenblik.in Duitschland zeggen, of de vonken, dio nu opgloeien, spoedig uitgedoofd kunnen worden, of dab zich daaimib een brand ontwikkelen zal, die ver en gevaarlijk om zich heen grijpt'? Daarbij wordt het groote vraagstuk steeds raadselachtiger: hoe komt het, <iat er in een land, dat er zoo erbarmelijk slecht aan toe is, toch zoo een groot aan tal enkelingen is, wien het betrekkelijk goed gaat? Het vraagstuk is des te merk waardiger, daar ook do tegenhanger er van niet ontbreekt, dat nl. in andere lan den, waarvan de staatsfinanciën in de bes te orde zijn we denken aan Holland er zoovelcn zijn, dio groote financieele moeilijkheden te overwinnen hebben? .Wie verklaart de tegenstrijdigheid, die zich hier voordoet? Ook de geleerden kunnen het niet. De staathuishoudkundigen kun nen er slechts op wijzen, dat het altijd zoo geweest is, dat zich steeds in tijden van een algemeene economische ineenstorting reu&envermogens gevormd hebben. Nóóit hebben zich in den vroegeren gouden tijd van den vrede zulke ontzaggelijke kapita len en bezittingen opgehoopt in de han den van enkelen als in het tegenwoordige Duitschland. Ee» rijkdom, zooals dio in het bezit is van den wereldberoemdlen drager van den naam Hugo Stinnes, was vroeger bij ons onbekend. En welbeschouwd is bit reusachtige vermogen van. Stinnes en van de betrekkelijk groote schaar van hen, die zich in een dergelijken gelukkigen toestand bevinden, niet slechts sprookjesachtig naar den maatstaf van onze armzalige papie ren mark, maar ook naar de internatio nale dollar- en guldenrekening. Zulke rijkdommen ontstaan natuurlijk niet van zelf. Zonder buitengewone bega- ving en koopmansinstinct vallen ze niemand in den schoot. En niemand geeft hem, die zulke talenten bezit, in den grond ongelijk, dat hij ze gebruikt. Maar en dat is even natuurlijk de volksmassa beschouwt toch den kolossalen groei van deze parti culiere vermogens met groeiend! onbeha gen. De bewondering, die eerst opgewekt werd, slaat in afgunst om. Nog dén schrede verder, en de gedachte wordt levendig on der het volk, dat het juist deze bovenma tig rijg gewordenen zijn, die schuld zijn aan do ellende, waarin Duitschland ge dompeld is. Het mag onlogisch zijn, maar het volksgevoel vraagt meestal niet naar logica. En ook in deze voorstellingen ligt de kiem tot mogelijke toekomstige sociale onlusten, waarvan niemand thans de uit breiding en gevolgen overzien kan. Ik zal een voorbeeld van dez© stemming geven, dat eveneens het eigenaardige feit, hoe de naam „Stinnes", bijna geheel los van de persoonlijkheid, in Duitschland tot een symbool gewordw. is, illustreert. Ik ga do Kurfürslcndamm langs. Op straat suizen ine twee wielrijders voorbij. De een wil den ander inhalen. Het gelukt hem niet. Daar rijdt den eersten een automo biel in den weg, hij moet stoppen, en de tweede schiet in een stormachtig tempo vooruit. De eerste, die zich overwonnen voelt en jaloersch is, roept den triomphee- renden concurrent luide na: „Jou Sehie- bcr... Jou jou Stinnes!"... De ontwikkelde middenstand komt bij dergelijke toestanden steeds meer in le 'verdrukking. In-deze kringen gaat de diep ste verbittering hoerschen. Het eene waar devolle familiestuk na het andere wordt verkocht. In alle straten hebben zich de laatste jaren kleine winkels gevestigd, waarboven het opschrift prijkt: Aankoop van goud, zilverwerken en juvveelen." Eerst werden de tapijten verkocht, toen de piano's, nu do versierselen, die dikwijls van geslacht op geslacht overgeërfd zijn. Wie 'n dergelijken winkel ingaat, kan ge makkelijk voor het géval komen te staan, dat hij, wanneer hij een ring of een broche koopt, een étui daarbij krijgt, dat in gou den letters initialen en daarboven een kroon draagt. Dat zijn de oude vorstelijke geschenken, die nu eveneens den weg naar den uitdrager gaan Zij die vroeger aan keizerlijke, konink lijke of hertogelijke hoven leefden, vor men trouwens een apart, tragisch hoofd stuk. Het gaat hun slecht, maar zc doen hun beet het onvermijdelijke met waardig heid te dragen. Heimelijk verkoopen ze het een na het ander van hun schatten en herinneringen aan den verzonken tijd van glans. Ook de oude s taatsuniform en en hofbaltoiletten moeten er aan gelooven. .Slechts weinigen vorkeeren in een toestand om deze in de kast te kunnen bewaren. Zoo heeft een waardigheidsbekleder van het keizerlijke hof, die onlangs gestorven is, in zijn testament den wensch geopenbaard dat hij in de volle pracht van zijn met goud borduursel en tressen rijk bezetten rok en met alle orden versierd, in groot tenue dus, ter aarde besteld moest worden. De meesten kunnen zich een dergelijke luxe niet permitteeren Er heeft zich onder hen een levendigen handel georganiseerd En kele mannelijke ©n vrouwelijke ox-hovelin gen, die met een practischen koopmane geest zich aan den nieuwen tijd aanpas ten, hebben als het ware hoofdbureaux ge vormd, waar ze van hun voormalige col lega's, die zelf nog huiverig zijn den weg naar den uitdrager te betreden, de pom peuze, oude toiletten en costumes koopen, om ze weer aan anderen van de Iiand te doen. Hot leven van den Berlijnschen burger is eigenlijk nog slechts mogelijk, doordat do woningpolitiek van den oorlogstijd wordt voortgezet. Dat beteekent, dat de huren voor do gr-ootero woningen voor een kwartaal, voor de kleinere voor een maand door do overheid worden vastgesteld. Het bezitten van -eigen huizen is in verband hiermee reeds lang geen genoegen en hee- lemaal geen bron van een bepaald inko men meer. Daarom worden ook geen nieu we huizen gebouwd, ten minste geen groo ts woonhuizen met vele verdiepingen en do woningnood wordt daardoor nog erger. Deze wetten mogen uit staathuishoudkun dig oogpunt iota wonderbaarlijks beteeke- nen, <5iar ze het groote principe van vraag en aanbod en dc prijsvorming, die daar van liet gevolg is, verloochenen. Maar als ze nu ingetrokken werden, als dus iedere huiseigenaar de waarde van zijn huis in papieren marken zou uitrekenen en daar naar de huren 'bepalen zou, dan zou geen beambte, geen arbeider meer ©on woning betalen kunnen. De huur zou evenveel of bijna evenveel bechagon als zijn inkomen. Er waren b.v. vóór den oorlog zeer vele mensche-n in Berlijn, die voor hun woning, do verwarming er bij inbegrepen, 2000 mark betaalden. Zou men dat thans, de waardevermindering vai het geld in aan merking nemend, omrekenen, dan moesten deze arme huisvaders 25 mülioen mark per jaar aan huur opbrengen. Men behoeft hier verder geen woorden aan to verspil len, dat dit een onmogelijkheid zou zijn. Maar ook hij, wien het gelukt ia een groot bedrag aan vreemd geld in zijn bezïfc t© brengen, is niet altijd gelukkig. Dat on dervond onlangs een jong© oplichter. Hij was leerling aan een bank en zou aan een andere handelszaak 10.000 dollar afhalen. Toen hij het geld in handen had, jeukten hem de vingers. Voor zijn oogen steeg de droom van het leven op, waarnaar hij met een afgunstige bewondering verlangde een loven van goed eten, deftige kleedlng, vrouwcngezèlschap, autorijden, wedrennen bijwonen en dergelijke heerlijkheden, die voor een klein, dom hoofd het ideaal van het leven schijnen uit te maken. De leer ling besloot het eens to probeeren. Op zijn bank wachtte men, maar noch hij, noch do dollars verschenen. Aanvankelijk ging het den edelman geheel naar wensch. Onder de som, die hij afgehaald had, bevond zich een betrekkelijk groot aantal kleinere bankbiljetten, die hij zonder moeite kon inwisselen. Dan kwam echter het oogen blik, waarop hij nog slechts biljetten van 1000 dollar in don zak had. Eenmaal waag de hij liet nog in een klein wisselkantoor Duitsch papiergeld daarvoor in to wisse len. Maar hij werd hierbij met wantrouwda de blikken gemonsterd en zoolang onder vraagd, dat hij niet ten onrechte vreesde, bij de volgend© poging werkelijk gearres teerd en opgesloten te worden. En zoo ont stond een wonderlijke toe-stand. Hij woon de in een hotel, leefde op grooten voet, daar hij zich nog altijd voor een welgesteld man hield, maar hij betaalde niet. Ho teleigenaar cn portier werden ongerust en argwanend cn toen de jongeling na her haalde uitnoodigingen nog altijd niet be sluiten kon, zijn hotelschulden te betalen, leverden ze hem wegens ..oplichterij" aan dc politie over. De arme rijke! Hij had een massa geld in zijn zak en werd als oplichter en be drieger ontmaskerd! Want bij het. onder zoek, dat hij zich in het. politiebureau moest laten welgevallen, kwamen do dui zend-dollarbiljetten voor den dag. Met an dere woordende groote misdaad, die hij begaan had, was nog niet aan het licht ge komen, maar de kleine misdaad, dio hij heeleraaal niet begaan had, weid zijn nood lot. De gerechtigheid zoekt zich menigmaal eigenaardige wegen uit, om de orde in de mensc-henwereld te herstellen. Dr. MAX OSBORN. (Particuliere correspondentie.) Nadruk verboden.1 II. Ha dal we 's morgens in hel instituut I'asteur waren ontvangen, had Vrijdagmid dag de plechtige herdenking in de Sorbonne dat is het groote universiteitsgebouw plaats onder presidium van MiMerand. Deze zaal bevatte reeds langen tijd vóór den aan vang een paar duizend genoodigden en be langstellenden. Aan den eenen kant was eon koor van een paar honderd meisjes op gesteld en daarnaast het muziekkorps van de Garde Républicaine, bij ons welbekend door de onlangs gemaakte tournóe. Eenige honderden professoren in de meest verschil lend gekleurde toga's bewogen zich door de zaal en zochten een goede plaats. Zoo zag ik de gele pelerine van de Spaansche, de roode toga's van de Fransche, de blauwe van de Perzische, de witte van de Ilaliaan- sclie, kortom hel was een kleurenspel, dat schitterend aandeed. Precies drie uur kwain Millerand onder de lonen en hel gezang van de Marseillaise binnen, gevolgd door talrijke officieele personen, die op het podium plaats namen. Het eerst verkreeg de rcclor-magni- ficus van de Parijsche universiteit het woord om allen in dit gebouw welkom te he eten. Daarna sprak dc minister van onderwijs een gloedvolle rede uit, waarin hij de beteekenis van Pasteur voor de mcnschheid in de 19de eeuw uiteenzette. Na cenig gezang kregen nu afgevaardigden van verschil lende landen het woord. In de eerste plaats las monseig neur Samtela namens den Paus een oor konde voor, waarin de arbeid van Pasteur Kan de hoedanigheid van het Leidsche Grachtwater blijvend verbeterd Worden? Door B. F. KRANTZ. Voor de besludeering van dit onderwerp zijn bijzonder Jan 7e beveTënï 'j- A. A. Beekman, Nederland als Polderland en Jhr. L. F. Teixeira de Mlos c.i.: Deel I, afdeeling 1: „Het Hoogheemraadschap van Rijnland." Dr. N. L. WibautIsebee Moens, Bijdrage tot de kennis omtrent de kmiiling van water in en om Amsterdam. Helder, zuiver cn zacht, voor alle hygiënische en industrieele doel einden geschikt water kan in voldoende mate alleen te Gouda uit den J'landschen I.Jsel op Rijnlands boezem worden ingelaten (verversching 'ör middel van het Waterschap Woerden is gecompliceerd cn helpt niet '■^doende). Inderdaad heeft de verversching van Rijnland's boezem te juda plaats, maar helaas zelden en in te geringe mate, zoodal het *ater in en om Leiden nog aan andere invloeden is blootgesteld, welke fchter op ziin hoedanigheid een slechten invloed hebben. Hiervan de oorzaken na te gaan is 't doel van de volgende beschou- ^gen, welke dagelijks aan de praktijk kunnen getoetst worden en c'te geheel door ieder werkelijk belangstellende kunnen worden na- Kaan. Gemakshalve is het noodig eene ondcrverdeeling le maken en wel in tZe punten: H Is er te Gouda le allen tijde voldoende water van goede hoeda nigheid. Waarom kan vrijwel alleen le Gouda versch water worden inge-. laten (toestand van naburige waterschappen)? a. Waarom laat Rijnland versch water in en wanneer? b., Hoe laat Rijnland versch water in? Bezwaren verbonden aan het inlaten te Gouda;* b. De kwestie van „opwaaiing", 'e verzouting vi grachtwater. V TV De verzouting van Rijnland's boezem, invloed hiervan op Leiden's VI. Vervuiling van Leiden's grachten. VII. De gang van het water in cn om Leiden bij beweging in Rijn land's boezem. VIII. Het plan van Gedep. Stalen van Zuid-Holland inzake verbetering scheepvaartverbinding AmsterdamGoudaRotterdam. (Zie „Leidseh Dagblad" van 27 Nov. 1922, Eerste Blad). Ad. I. Is er te Gouda te allen tijde voldoende water van goede hoeda* nigheid? Bij de opeenvolgende verbeteringen aangebracht in de Nieuwe Maas' beneden Rotterdam en in den Nieuwen Waterweg, was het twijfelachtig, wat de invloed hiervan zou zijn op den waterstand boven Rotterdam cn in de Lek en den Hollandschen IJsel. Gebleken is 't volgende: de gemiddelde vloedstanden beneden Rotter dam zijn verlaagd (ongunstig Yoor Delfland) maar bijv. bij Krimpen a/d. IJsel verhoogd, zoodat bij Gouda nu eer méér dan minder gelegenheid i9 IJsel(Rijn)water in te laten dan vroeger. Het IJselwater is volkomen rein en zacht (de wel eens geopperde meening dat in 't IJselwater sporen van de Duitsche chemische industrie langs den Rijn te vinden zouden moeten zijn, is onjuist) beter dan eenig ander water in Holland, en wordt door de industrie te Gouda niet vervuild, zoodat indien dit water tot Leiden komt, eene zeer groote verbetering in onze waterpositie plaats grijpt. Nieuw is dit in zooverre niet, daar Rijnland in droge zomers zeer veel water te Gouda moet inlaten en dit bijv. in 't enorm droge jaar 1921 dan ook op hoogst verdienstelijke wijze heeft gedaan, in welke periode het Leidsche grachtwater zoo zuiver en helder was als hoogst zelden vóór en nadien is voorgekomen. Zonder dezen abnormaal drogen zomer zou het bewijs moeilijk te leveren geweest zijn dat Leiden van uit Gouda afdoend te ververschen is en dat de slank en de slechte hoedanigheid van 't grachtwater niet in- haerent zijn aan onze goede slad. Ad II. Waarom kan vrijwel alleen te Gouda versch water worden ingelaten? (toestand van nabnrige waterschappen). a. Vooreerst zie Beekman pag. 174 en 175 inzake diverse boezem- peilen en 't waterschap Woerden. b. Het boezempeil van Delfland is hobger dan van Rijnland; Delf land's boezem is echter ten eerste sterk vervuild door de Delflsche in* dustrie (Gist- en Spiritusfabriek, Calvé-DelE, I.ijm- cn Gelatinefabrick), ton tweede sterk verzout doordat veel brakwater bij de Vijf sluizen lus- schen Schieda men Vlaardingen moet ingelaten worden om op peil lo blijven. c. Hel boezemwater van Amslelland, waarmede contact is te Huis- le Drecht is eenigszins brak, nog meer is dit 't geval met hel slad swat er van Amsterdam, waarmede verband is bij den Overtoom. d. Bij Halfweg en Spaarndam is verband met het Noordzeekanaal, dat uit den aard der zaak zout is, terwijl e. de sluizen te Katwijk aan Zee slechts voor walerloozing in aan merking komen. Uit 'l bovenstaande is duidelijk dat de door Rijnland steeds gevolgde weg ook de eenige is. Teix. de Mattos, Deel I, pag. 96, 97. 98. Ad Ilïa. Wanneer Iaat Rijnland versch water in en waarom? Io. In zeer droge tijden: 2a. om de verdamping le compensceren die plaats heeft ;in itffe wateren van het waterschap, welks boezemoppervlak alléén al 3640 II.A. groot is. b. om door voldoenden waterstand le bewerken, dal de dijken water dicht blijven; wanneer n.l. polderdijken te lang uitdrogen, zijn zo niet meer waterdicht en kunnen bij later intredende druk gaan afschuiven of lekken. - c. Voor de scheepvaart. In extra droge lijden wordt nergens water uitgelaten. Ad Iüb. Hoe laai Rijnland versch water in? r In hoofdzaak le Gouda door den Ilanepraaij-sluis en U./6J duïïctïi/, °A, wat van minder belang is, via gekanalisecrdcn Holl. IJselenlctle Wie- rike-boezem van Woerden. Ad IVa. Bezwaren verbonden aan het inlaten te Gouda. (Zie hiervoor tevens T. de Malt., pag 125 en volgende). 1. Gouda ligt laag en lager dan Leidon. Wanneer (op windstille dagen) 't water te Leiden bepaald laag staat, is het te Gouda nog vrij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 9