Eindelijk weergevonden No. 19394. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag SO Mei. Tweede Blad. Anno 1923. UIT OE RIJNSTREEK UIT DE OMSTREKEN, EERSTE KAMER, TWEEDE KAMER. FEUILLETON Heb voorstel vari den Voorzitter wordt goedgekeurd. Wijziging Pensioenwet. Voortgegaan wordt met de wijziging der Pensioenwet. Punt a. Hierbij is aan de orde het amendoinent- J. ter Laan, om te bepalen, dat tijdelijk personeel, dat drie jaar in dienst is, voor de Pensioenwet als vast aan te merken. De heer BEUMER (A.-R.) komt op voor de werkvrouwen, die buiten de Pensioen wet vallen, omdat men met hen een bur gerlijk contract heeft gesloten. Hij acht het echter onjuist, dat zij nu buiten de Pensioenwet vallen. De Minister van Financiën, de heer DE GEER, geeft een wijziging van het amen- ment-Ter Laan in overweging. De gedach te van liet amendement kan spr. aanvaar den. Hij wenscht echter een andere redac tie van het artikel. De heer J. TER LAAN (S.-D.) brengt de wijziging aan. De heer DE WILDE (A.-R.) heeft be zwaar tegen dit amendement en vreest, dat ontslag het gevolg zal zijn tegen den tijd dat de drie jaar voorbij zijn. De MINISTER erkent dit bezwaar; maar meent, dat daartegenover voordee- len staan. Spr. heeft overigens de beslis sing aan de Kamer overgelaten. Hij neemt de wijziging nu over. Art. <10. De heer DE WILDE (A.-R.) acht het on billijk, dat het inkoopen van vroegere ja ren moet geschieden door den vroegeren patroon van den ambtenaar; Dit zal zeer bezwaarlijk gaan omdat het allicht finan- cieel-zwakkere organisaties zullen zijn. Hij had daarom een andero regeling gewild. Do MINISTER zegt, dat dit punt in het V.V. is ter sprake gebracht. Echter is hij bereid dit punt bij een herziening te over wegen. Art. 48. De heer SMEENK (A.-R.) verdedigt een amendement, om den tijdelijk aangestet- den ambtenaren meer kans te geven om onder de pensioonwet tc vallen. De MINISTER acht dit amendement niet aannemelijk. Er moet gelegenheid bestaan een ambtenaar voor een bepaalde taak of voor een bepaalden tijd aan te stellen. Hij wil daarom wel het begrip tijdelijk" nauw keuriger omschrijven en dan wil hij wel een regeling maken. De heer SMEENK (A.-R. trekt zijn amendement in. De heer DECKERS (R.-K.) verdedigt een amendement, om den diensttijd- in de tropen mee te tellen voor het pensioen. De MINISTER ontraadt dat, waarna de heer Deckers het weer intrekt. Art. 56. Do heer GERHARD (S.-D.) verdedigt eon amendement, om een andere regeling te treffen voor de berekening van pen sioen voor hen, die meer dan één betrek king vervullen. Spr. wil eon regeling zóó maken, dat voor ieder geval een billijke berekening wordt gemaakt. Minister DE GEER heeft bezwaren, omdat het amendement-Gerhard allerlei wijzigin gen noodig maakt. De lacune, die de heer Gerhard meent, dat er bestaat, is er in werkelijkheid niet, hetgeen spr. nader aan toont. De heer GERHARD (S.D.) trekt het ameu dement in De heer TILANUS (C.-H.) verdedigt een amendement, dat bedoelt voor rectoren, leeraren en beambten, ouder dan 18 jaar, die vóór 1901 hun krachten hebben gegeven aan de oprichting van nieuwe gymnasia, welke na eenige jaren tot volledige gym nasia zijn uitgegroeid, de mogelijkheid te openen do jaren, aan deze groeiende scho len doorgebracht, voor de berekening van hun pensioen door inkoop volgens art. 131 der wet te doen medetellen. De heer GERHARD (S.-D 1 zegt, dat dit punt niet hieuw is; maar de voorgestelde regeling is onvoldoende. Er zijn bovendien nog vele ander groepen, die in ongunstige positie verkeeren, bijv. de leeraressen van do Industrie-scholen. Aangezien deze her ziening van de Pensioenwet echter niet be oogt deze gebreken te herstellen, kan spr. niet met dit amendement meegaan. De heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.) verdedigt het amendement tegenover den heer Gerhard, die zich z.i. vergist. De MINISTER acht het amendement bij dit artikel overbodig. Deze materie dient bij art. 134 geregeld te worden. Wat de zaak betreft, laat spr. de beslissing over aan de Kamer. Het geval is anders, dan de heer Gerhard meent. De heer TILANUS (C.-H.) trekt zijn amen dement io. Mej. WESTERMAN (V.-B licht nog even toe haar amendement, om een artikel in tè voegen, luidende: Bij overlijden van een gehuwde vrouwe lijke ambtenaar'kan door Qft's, den Pensi oenraad gehoord,.aan haar weduwnaar, in dien deze geheel of ten deele niet in staat is in eigen onjlerhoud te voorzien, op zijn verzoek pensióen worden verleend volgens regelen, bij algemeen en maatregel van be stuur te stelle^. Spr. acht het billijk, dat een weduwnaar profiteert van de stortingen door zijn vrouw gedaan. Mevr. BAKKER—NORT (V.-D.) licht toe als wijziging i'o te voegen deze bepaling: Indien een ambtenaar (ambtenares) of ge. pensionneerde ambtenaar (ambtenares) met minstens 25 voor pensioen geldende dienst jaren overlijdt, zonder weduwe of weezen achter te laten, kan onze Minister van Fi nanciën ten aanzien van de inwonende on gehuwde zuster, die zonder eenige bezol digde betrekking te vervullen gedurende de laatste 10 jaren vóór het overlijden van den broeder (of de zuster) de huishouding v. de(n) overledene heeft waargenomen, de voor het pensioen der weduwe geldende regelen van overeenkomstige toepassing ver klaren. De heer WINTERMANS (R.-K.) licht toe een sub-amendement op dit amendement, n.l. om een ambtenaar met kinderen niet in ongunstiger positie te stellen in het onder havige geval dan een ongehuwde of een kinderlooze. Hij wil dus de woordenof weezen, doen vervallen. Mej. GROENEWEG (S.-D.) zegt de amen dementen te zullen steunen, al brengen zij niet alles op wat spr. hebben wil. Do heer DE WILDE (A.-R.) meent, dat het amendement-Bakker—Nort nog juist aannemelijk is, maar dat de andere te ver gaan. De MINISTER zegt, niet verder te zullen gaan, dan hij deed Het geval van weduw naarspensioen acht spr. in strijd met de Pensioenwet. Spr. wijst dus het amende ment-Westerman af. Over het amendement- BakkerNort laat spr. de beslissing over aan do Kamer. Het amendement-Winter - mans wijst spr. af, omdat het in strijd is met den geest van de wet en in het nadeel van de weezen. De heer DRESSELHUYS (V.-B.) verde digt nog het amendement-Westerman, dat een einde maakt aan het onbillijke van een premiestorting, door ambtenaressen verricht voor weduwe-pensioen. De heer WINTERMANS (R.K.) hand haaft zijn sub-amendement. Het amendement-Westerman wordt ver worpen met 40 tegen 28 stemmen. Rechts tegen linies, behalve de heeren Braat en De Boer. Het sub-amendement-Wintermans wordt aangenomen met 33 tegen 30 stemmen. De MINISTER verklaart, dat het sub amendement voor hem onaannemelijk was en dat dus nu het amendement-Bakker— Nort onaannemelijk is. Het amendement-BakkerNort wordt verworpen met 45 tegen 18 stemmen. De vergadering wordt verdaagd tot Woens dag één uur. ALPHEN. Mej. P. Vooys, alhier, heeft te 's-Gravenhage met gc*ed gevolg examen afgelegd voor oosturruiëro enz., zoo dat het diploma aan haar ko<n worden uit gereikt. Bij dc Dinsdagmorgen gehouden open bare afslag ten -overslaan van notaris mr. M. A. Coebergh te Leiden, werden de villa aan den Rijksstraatweg alhier in bod op f 11.200 en het woonhuis genaamd ,,Zo- merlust" gelegen aan den Rijksstraatweg, in bod op f 6600, niet afgemijnd. Perceel 1 werd toegewezoD aan den heer K. Tolk en perceel 2 aan de N. V. Oost hoek en Zoon. HAZERSWOUDE. Een groot gedeelte van onze dorpsbewoners wenscht den a.s. Zomertijd niet te volgen. De kerkeraad der Geref. Kerk heeft-besloten bij de kerk diensten den ouden tijd te handhaven. Ook het bestuur der christelijke school zal dit voorbeeld volgen. De Roomsch-Katholieken hebben zich het vorige jaar al van den zomertijd losgemaakt, zoodat er alleen van Hervormde zijde nog rekening mee wordt gehouden. De diensten zullen vanaf a.s. Zondag in de Hervormde kerk aanvangen om 10 en om 7 uur, in die der Geref. kerk om haJf- elf en halfacht. Een kind van den heer W. S. ge raakte in een onbewaakt oogenblik te wa ter, «n was reeds in zinkenden toestand, doch werd gelukkig opgemerkt door den tuinder L. v. A., die het genoegen smaak te het kind van een wissen dood te redden. Zondag heeft de vrouw van L. J. W. alhier het ongeluk gehad van de trap te vallen, met het noodlottig gevolg, dat de knieschijf brak, waardoor zij zich onder geneeskundige hulp heeft moeten stellen. De heer A. B. alhier, die op de duo- ziting van een motorfiets meereed, heeft het ongeluk gehad bij een korte draai die de motor maken moest, van de duo te stor ten, en zich zoo ernstig aan het been be zeerd, dat hij per auto naar zijn woning moest worden vervoerd. Het geneeskundig onderzoek heeft uitgemaakt, dat ook van dezen jongen man de knieschijf gebroken is, en hij zijn werkzaamheden voorloopig niet zal kunnen verrichten. Burg. Stand, Bevallen: K. v. d. Steen geb. Raaphorst Z. T. Sloot weg geb. De Wilde D. Ondertrouwd: O. van Klaveren jm. 29 j. en Joh. van Aalst jd. 26 j. A. de Goede 36 j. en A. van Velzen 26 j. J. Bogerman 26 j. en O.-C. Keijzer 22 (beiden te Rotterdam). G. W. Jochem 30 j. en M. y. d. Vaart 2D j. LEIDERDORP. In do modedoeling in zake strafzaken in het blad van Maandag, wat 'betreft het vervoeren van een dood kalf in een zak, verzoekt men ons mede te deelen, dat do vervoerder niet is Pan- cras Rietkerk alhier. HAARLEMMERMEER. De arbeider B. alhier, die verdacht wordt van het plegen van oneerbare handelingen en door de po litie werd gearresteerd, is Dinsdagmorgen ter beschikking van de Justitie to Haarlem gesteld. De heer K. Speets, hoofd van de Her vormde school to Nicuwvennep alhier, i3 benoemd tot hoofd eener achool te Weesp. De inwoners van dit dorp zullen den heer Speets, die aldaar, zoowel in als buiten do school ,,de rechte man op de rechto plaats" is, ongetwijfeld met groot leedwezen zien vertrekken. De Zondag in de Ned. Hervormde Kerk en Gereformeerde Kerk te Hoofddorp ge houden collecten voor de in nood en ellende verkeerende Hongaarsche kinderen, heeft gezamenlijk bijna f 500 opgebracht. Ook is het te verwachten, dat eenige in gezetenen dezor gemeente er toe zullen over gaan om een Hongaarsch jongetje of meisje voor eenige maanden bij zich in huis te nemen. Op verschillende plaatsen in dezen pol der hebben de bieten zoodanig van het natte weder geleden, dat heele stukken moeeten worden overgezaaid. De landbou wers en tuinders zien dan ook niet ten on rechte verlangend uit naar droog, warm weder. Naar wij vernemen, is het plan tot het bouwen van een nieuwe Gereformeerde Kerk te Hoofddorp, waarvan de tenuitvoerlegging reeds meermalen op bezwaren van finan- tieelen aard is afgestuit, thans voor verwe zenlijking vatbaar verklaard. Het voorne men beslaat de zaak nu met kracht door te zetten, de oude kerk af te breken en op dezelfde plaats en den aangrenzenden grond het nieuwe gebouw te doen verrijzen. Dinsdagmiddag werd in de Beurs te Hoofddorp een veigadering gehouden ter voorloopige bespreking van de plannen om het zilveren regeeringsjubileum van H. M. de Koningin, in deze gemeente zoo luister rijk mogelijk to vieren. De vergadering, waartoe o.m. de leden van den gemeente raad en de voorzitters en secretarissen van de meest bekende vereenigingen en organi saties waren uitgenoodigd, was vrij goed be- zicht en werd geleid door den burgemeester Mr. A. Slob. De burgemeester heette den aanwezigen welkom en zette het doel van de bijeenkomst uiteen. Na eenige bespre king, waarbij men algemeen overtuigd was van de wenschelijkheid om zooveel mogelijk een uniforme wijze van feestvieren te vol gen, werd in beginsel besloten om op Vrij dag 31 Augustus a.s. feest te vieren en te verzoeken vooraf Donderdagavond 30 Au gustus a.s. in alle kerken in deze gemeente een dank- en bidstond te houden. Dinsdagavond omsteeks 6 uur sloeg op den Hoofdweg te Hoofddorp een voor een grooten platten wagen bespannen paard vau den vrachtrijder W. op hol. Op de brug gekomen zijnde, botste de wagen tegen de ijzeren leuning, die doormidden brak en daarna tegen een paal. Het paard, dat door het breken van het lcmoen los geraakte en in dolle vaart verder holde, werd in den Fortweg tot staan gebracht. De voerman wist intijds van den wagen te springen. De wagen werd deerlijk gehavend. KATWIJK-AAN-ZEE. - Van de trawl- vissoherij kwamen Dinsdag te IJmuddeo aan de markt de loggers KW 115 met f 593; KW. 110, f597; KW. 142, f452; KW. 147, f626; KW. 107, f583; KW. 33, f582; KW. 86, f 732; KW. 57, f 1175 cn KW. 87 met f 550 besomming. VOORHOUT. In de tjokvolle zaal van ,,de Bonte Koe" vergaderde gister avond do Oranjc-Vereeniging, onder voor® zitterschap van den heer W. v. d. Laan, die met een overzichtelijk openingswoord waarin hij tot zijn genoegen van den' bloei der vereeniging kon gewagen, do verga dering inleiddeen daarbij als zijn mee ning gaf, dat alleen dan, als zoo eensge zind werd samengewerkt als tot nu toe, do bloei van de OraDjeverecniging verzekerd zou zijn tot in verre toekomst. De heer P. van der Hulst Jzn., las dei notulen der vorige vergadering die zonder aanmerking werden goedgekeurd, waarna namens de commissie met het nazien belast der rekening 1922, de heer Zonneveld rap porteerde, dat alles in de beste orde was bevonde-n, waarop den ponningmeestei' voor dat. jaar décharge werd verleend van zijn verantwoordelijkheid. De secretaris gaf hierop oen van gees® en humor tintelend jaarverslag, dat dik^ wijls den lachlust opwekte," en uitbundig werd toegejuicht, en waarin de voorzitter aanleiding vond om voor dit speciale ver-» slag, ook oen speciaal dankwoord te brenj gen. Het was dan ook tip-top in orde, Uit het verslag bleek dat het ledental reeds dc 600 nabij kwam. Wegens afwezigheid van den penning-» meester, den heer P. J. van der Hulst, werd het financieel verslag uitgebracht namens deze, door den heer S. Brussee. Nauwkeurig tot in de kleinste post ge specificeerd, kwam dezo tot 'n totaalcijfer voor ontvangsten van f 1824.50, en voor uitgaven van f 1671.74, een oatig saldo ge® vend van f 152.76. Tot leden der commissie, die rekeningen en bescheiden zal nazien, werden benoemd de heeren M. Zonneveld, JAngevaaren, eri G. van Vliet. Aan de orde kwam hierna het punt ver kiezing van leden van bestuur. De Voorzitter, juist in dagen van de feestviering en voorbereiding overladen met werkzaamheden in zijn eigen bedrijf, had reden daarvoor gevonden, om zich niet herkiesbaar te stellen. Ook de penning meester, do heer P. van der Hulst, had bedankt, terwijl er twee vacatures waren, door vertrek van de hoeren Vermeys, ea Avendvergadering van Dinsdag. De Voorzitter is hersteld. Dc Voorzitter, J. J. G. baron van Voorst tol /oorst, wenscht bij den aanvang der verga- lering dc vrijheid te nemen een paar woor- len te spreken. Hel is hem een bijzondere Jthoefle zijn geachten medeleden zijn harle- Jjien dank te betuigen voor hun aller be- Gngstelling, in zoo verschillende vormen liem feloond tijdons zijn ziekte. Behalve van zijn tiedeleden, heeft hij van tal van andere zij- Ben blijken van belangstelling ontvangen. H. M. de Koningin, de Regeering, de griffie, de pers, zoowel buiten de Kamer als de jour nalisten in de Kamer, hadden deel in wat hem wedervoer. Hij acht het niet meer dan een klein staaltje van zijn plicht, dank te hrengen aan die allen. Tijdens zijn ziekte jiad hij maar één wensch; 't was misschien kinderachtig, maar hij wou gaarne terugkee- ren in de Kamer en zich daar nog eens be wegen. Die wensch is thans in vervulling ge gaan. Hij is daarvoor zeer eerbiedig jegens de Voorzienigheid. Een woord van dank in het bijzonder brengt spr. aan den heer Van der Does do Willebois. Het Reglement van Orde heeft hem aangewezen zijn tak als voorzitter over te nemen. Van alle kanten heeft spr. vernomen, dat hij zijn taak zoo uitnemend heeft vervuld. Spr. dankt den heer Van der Does de Willebois voor heigeen hij gedaan heeft in 's Lands belang. Met deze woorden, zoo eindigt spr., wil ik u zeggen, dat ik met opgewektheid mijn taak .weder aanvaard. (Applaus). De heer VAN DER DOES DE WILLEBOIS (R.-K.) dankt den voorzitter in de eerste plaats voor diens woorden. Hij gelooft de tolk van de geheele vergadering te zijn, indien hij verklaart, dat zij met groote voldoening hem hier weerziet. Wij hebben, zegt spr., de zorg volle dagen van uw ziekte met u medege maakt, van stap tot stap, uw herstel gevolgd en waren heden in blijde verwachting u vol ledig hersteld in ons midden te kunnen be groeten. Jk wensch u met uw herstel van harte geluk en eindig met den wensch, dat gij met nieuwen moed, gesteund door de Voor zienigheid, uw betrekking weder zult aan vaarden en dat de Kamer u nog lang in haar midden zal mogen zien als haar voorzitter (applaus). Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER deelt mede, dat de Cen- lrale Afdeeling heeft besloten hedenavond, na afloop van de openbare vergadering, on middellijk in de atdeelingen te doen onder zoeken het wetsontwerp tot wederopbouw ,van Oostenrijk; verder morgenochtend elf uur verschillende wetsontwerpen, waarvan de lijst onder dagteekening van 25 dezer aan de leden is medegedeeld. Morgenmiddag twee uur zal in openbare vergadering een aan vang worden gemaakt met de behandeling yan lal van wetsontwerpen, waarvan even eens reeds mededeeling is gedaan. Daaraan zullen nog enkele worden toegevoegd. De vergadering wordt verdaagd tot heden, .Woensdag, twee uur. (Vergadering van gisteren). Regeling van werkzaamheden. Dc VOORZITTER stelt voor a.s. Dins dag in de afdeel ingen tal van wetsontwer pen te onderzoeken, w.o. dat van de wij ziging der Indische Tarief wet. De heer DRESSELHUlJS (V.-B.) be grijpt niet, dat dit laatste ontwerp zoo overhaast behandeld moet worden. Hij meent, dat het dc bedoeling is dit wets ontwerp vóór het recès af te doen. De VOORZITTER: Die veronderstelling is onjuist. De heer DRESSELHUlJS (V.-B.) Dan is overhaaste behandeling in do afdeelin- gen heelemaal overbodig. Hij stelt daar om voor dit afdeelingsonderzoek uit te stel len. Dc VOORZITTER ontraadt dit uitstel. Het gaat niet aan dit ontwerp eonige maanden te laten liggen. Hij handhaaft 'dus zijn onderzoek en vraagt of de Regce- Ting de desbetreffende Rcgecrings-ordon- aantie wil overleggen. Uil het Engel sch van ADELINE SERGEANT. 49) „Misschien ben ik slecht", zei Sydney mat, „ik weet het niet. Maar wat ik je zeg is waar, RosePhilip Massingham zei, dat hij mij liefhad, en hij had mij nog maar pas verlaten, toen hij bij jou kwam in den tuin,'' ,,Dan hadt je het mij moeten zeggen". Rose, nog rood van woede, ,,en mij niet moeten blootstellen aan het gevaar van op die manier beleedigd te worden „Ik dacht niet, adt het noodig was", *ei Sydney, haar hand op haar oogen leg gende. „Het kw-\ra niet bij mij op, dat je 0(m waarschuwing noodig zou hebben. Je weet evengoed als ik, dat een dame zich gewoonlijk niet laat kussen door een man (hen tij maar driemaal gezien heeft." Zij moest d)a hatelijkheid zeggen zij was bitterzij vond, dat zijzelve zoo slecht behandeld was, dat zij een sarcasme ten koste van Rose niet achter kon houden. Haar een oogenblik dacht zij, dat Rose haar ZOu slaan. Onder die glimlachende oppervlakte, die bloeiende lieflijkheid, lag e«n grond van drift on heftigheid, die de sterkere en meer terughoudende Sydney vreeselijk leek. Een paar minuten lang laaade Rose, toen barstte zij in tranen uit en vloog vveg uit de karner, Sydnoy zwak en JhteeDub achterlatende .door do inspan® ning, die zij gedaan had, en de aandoenin gen, die zij had moeten bedwingen. Zij zag Rose dien dag niet weer, maar den volgenden morgen kwam die jonge dame aan haar bed in een Ivooge en ver heven stemming. „Ik ben gekomen, oon je te zeggen, Sydney," begon zij, ,,dat. ik heusoh geloof, dat je waal-deling onlangs in -de zon je her senen aangetast heeft. Ik heb je dadelijk gezegd, dat ik geen woord geloofde van wat je zeide, nietwaar?" „Ja, ik geloof het wel." ,,Nu, ik wilde dubbel zeker zijn," zei Rose met een rukje van haar mooie hoofdje. „Daarom heb ik gisteravond met kapitein Massingham gesproken. Hij was weer hier, zooals hij gewoonlijk 's avonds hier is." ,,En wat zcidfc hij?' zei Sydney, op springend met blozende wangen en schit teren do oogen. ,,Hij zed precies wat ik verwaohtte: dat er gec-n woord van waar was." Sydney zonk terug in haar kussens. De blos vc-rdween langzaam uit liaar gezicht en werd gevolgd dloor een bleekheid, die haar twintig jaar ouder deed schijnen. „Hij bekende natuurlijk, dat er wat hof makerij was geweest, wat gekheidmaar niets ernstigs. En hij hoopt, Sydney," op vermanenden toon „dat je er niet meer aan zult denken, want hij bedoelde er niets mede, en het spijt hem' erg, als hij je gevoelens kwetste, en te hooren, dat je zoo ziek bent." Sydney keerde haar gezicht af. „Ga heen," zei ze „ik wil niets meer hooren." „Wil je hem geen boodschap zonden?" zed Rose, wier tevredenheid wies, toen zij bemerkte, dat. zij het in haar macht had om Sydney te mart-elan. „Wil je geen excuses maken „Excuses, waarvoor? Voor zijn leu gens?" vroeg Sydney soherp. Maar de scherpte eindigde in een kreet van pijn. „Ik ga heen," zei Rose op een toon van verheven beleedig-d zijn, „en ik komt niet terug voordat jo je behoorlijk gedragen kunt. Ik geloof, dat je je zelf geheel ver geet." Zij ging uit de kamer met groote waar digheid en Sydney bleef alleen. Wat kon zij anders doen als huilen, zoo als elk meisje van haar leeftijd zou ge daan hebben over de ontrouw van haar minnaar en de boosheid van haar vrien din? Zij huilde tot haar oogen gezwollen waren en haar kussen doorweekt van tra nen was. En toen kwam haar trots haar helpen. Langzamerhand overmeesterde de opkomende bitterheid den vlood van ver driet. De beleedigende boodfsohap van ka pitein Massingham gaf haar geest weer don moed terug. Zij zou opstaan en zich kleeden en dien avond naar beneden gaan, alsof er niets gebeurd was. Misschien zou zij hem ontmoetennu, des te beter. Maar zij kon het vooruitzicht van het middagmaal niet verdragen. Zij kon dien avond niet met Rose en haar oom, en mis schien met kapitein Massingham, aan ta fel zitten, met de lichten in haar oogèn en den geur van bloemen en wijn en eten in haar neus, en den klank van zijn lach in haar ooren. Neen, dat was meer dan zij verdragen kon. Zij zou naar het salon gaan, terwijl zij aan tafel zaten, en daar zouden zij haar na het middagmaal vinden. Toen dus Rose in de kamer kwam, bijna I bovenaardsch in haar etherische lieflijk heid, vond zij Sydney rustig in een gemak, kelijken stool zitten, met een vuurroode sjaal over haar zwarte japon en een bloem op haar borst. Het was duidelijk, dat zij getracht had zooveel mogelijk het voorko men van ziekte af te werpen. Ros2 schrikte, stond stil, en keek haar aan. „Jij hierl" zei ze langzaam. „Ja, ik ben hier", zei Sydney. En de oogen der beide meisjes stonden uitdagend, toen zij elkander aankeken. Toen trok Rose een armstoel naar het venster, keerde haar nichtje bijna den rug toe, en keek naar buiten, terwijl Sydney haar oogen over het boek hield en deed of zij las. Na een betrekkelijk korten tijd kwam de heer Holden de kamer in cn liet kapitein Massingham binnen, die, zooals Sydney vermoedde, bij hen gegeten had. Het was zeer merkbaar voor Sydney, die zijn ge zicht van buiten kende, dat hij verschrikt werd door haar tegenwoordigheid. Waar schijnlijk had Rose hem te verstaan gege ven, dat Sydney te ziek \yas, om beneden te komen. Zij begroetten elkander heel koud en terloops en de heer Holden bleef een oogenblik bij den stoel van zijn nichtjo fitaan, en vroeg haar met welge meende vriendelijkheid naar haar gezond heid, terwijl Philip zich tot Rose wendde, met wie hij dadelijk een fluisterend ge sprek begon. Dat bet niet zeer vrienschap- pelijk was, bleek echter uit haar brommi- ge houding, roode wangen en ongeduldige bewegingen, terwijl Philip, die aan Ujn snor trok, er niet uitzag, alsof hij het on derhoud hocl prettig vond. Daarna ging Joiin Holden uit de kamer, zooals hij gewoon was in den avond, want hij was liever in zijn kamer dan in het sa lon, en toen sprong Rose op en keerde haar gelaat naar Sydney „Hoor eens, Sydney", zei zc, „ik heb je eens ge-zegd, dat ik niet van geheimen hield cn ze niet goedvond, en ik ben be sloten er ook nu geen te hebben. Kapitein Massingham heeft mij ten huwelijk ge vraagd, en ik heh hem nog geen antwoord gegeven." Kapitein Massingham toonde een vreemd schouwspel van verlegenheid en boosheid. Toen Sydney hem aankeek, trok haar ge laat zic-h even samen als van pijn. Toen glimlachte zij „Ik ben blij, dat kapitein Massingham in een positie is, om te kunnen trouwen", zei zij. „De zaak is ik heb reden om te, ge- looven, dat mijn oom, lord Broxbourne, verlangt, dit ik trouwen zal", zei Philip heel verlogen, „en daar ik mijn liefde ge geven geschonken Hij raakte, zóó in de war, dat Rose, die hem met een uitdrukking van de grootsrtf minachting had aangehoord, nu tussclierv beide kwam. „Je praat grooten onzin, Philip", zei ze, „en dat is volstrekt niet, wat ik verlanpf te hooren. Het is dit je moet ons, in Sydney's bijzijn, zeggen, of er iemand iu de wereld is, aan wie jo je liefde beloofd hebt, die eenig recht op jo heeft." „Zeker nieter is niemand," zei Mos-« singliam, maar hij wo3 ten minste zoo fat» soenlijk heel rood te worden, terwijl hij sprak. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5