Eindelijk weergevonden
No. 19394.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag SO Mei.
Tweede Blad. Anno 1923.
UIT OE RIJNSTREEK
UIT DE OMSTREKEN,
EERSTE KAMER,
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON
Heb voorstel vari den Voorzitter wordt
goedgekeurd.
Wijziging Pensioenwet.
Voortgegaan wordt met de wijziging der
Pensioenwet.
Punt a.
Hierbij is aan de orde het amendoinent-
J. ter Laan, om te bepalen, dat tijdelijk
personeel, dat drie jaar in dienst is, voor
de Pensioenwet als vast aan te merken.
De heer BEUMER (A.-R.) komt op voor
de werkvrouwen, die buiten de Pensioen
wet vallen, omdat men met hen een bur
gerlijk contract heeft gesloten. Hij acht
het echter onjuist, dat zij nu buiten de
Pensioenwet vallen.
De Minister van Financiën, de heer DE
GEER, geeft een wijziging van het amen-
ment-Ter Laan in overweging. De gedach
te van liet amendement kan spr. aanvaar
den. Hij wenscht echter een andere redac
tie van het artikel.
De heer J. TER LAAN (S.-D.) brengt de
wijziging aan.
De heer DE WILDE (A.-R.) heeft be
zwaar tegen dit amendement en vreest, dat
ontslag het gevolg zal zijn tegen den tijd
dat de drie jaar voorbij zijn.
De MINISTER erkent dit bezwaar;
maar meent, dat daartegenover voordee-
len staan. Spr. heeft overigens de beslis
sing aan de Kamer overgelaten. Hij neemt
de wijziging nu over.
Art. <10.
De heer DE WILDE (A.-R.) acht het on
billijk, dat het inkoopen van vroegere ja
ren moet geschieden door den vroegeren
patroon van den ambtenaar; Dit zal zeer
bezwaarlijk gaan omdat het allicht finan-
cieel-zwakkere organisaties zullen zijn. Hij
had daarom een andero regeling gewild.
Do MINISTER zegt, dat dit punt in het
V.V. is ter sprake gebracht. Echter is hij
bereid dit punt bij een herziening te over
wegen.
Art. 48.
De heer SMEENK (A.-R.) verdedigt een
amendement, om den tijdelijk aangestet-
den ambtenaren meer kans te geven om
onder de pensioonwet tc vallen.
De MINISTER acht dit amendement niet
aannemelijk. Er moet gelegenheid bestaan
een ambtenaar voor een bepaalde taak of
voor een bepaalden tijd aan te stellen. Hij
wil daarom wel het begrip tijdelijk" nauw
keuriger omschrijven en dan wil hij wel
een regeling maken.
De heer SMEENK (A.-R. trekt zijn
amendement in.
De heer DECKERS (R.-K.) verdedigt
een amendement, om den diensttijd- in de
tropen mee te tellen voor het pensioen.
De MINISTER ontraadt dat, waarna de
heer Deckers het weer intrekt.
Art. 56.
Do heer GERHARD (S.-D.) verdedigt
eon amendement, om een andere regeling
te treffen voor de berekening van pen
sioen voor hen, die meer dan één betrek
king vervullen. Spr. wil eon regeling zóó
maken, dat voor ieder geval een billijke
berekening wordt gemaakt.
Minister DE GEER heeft bezwaren, omdat
het amendement-Gerhard allerlei wijzigin
gen noodig maakt. De lacune, die de heer
Gerhard meent, dat er bestaat, is er in
werkelijkheid niet, hetgeen spr. nader aan
toont.
De heer GERHARD (S.D.) trekt het ameu
dement in
De heer TILANUS (C.-H.) verdedigt een
amendement, dat bedoelt voor rectoren,
leeraren en beambten, ouder dan 18 jaar,
die vóór 1901 hun krachten hebben gegeven
aan de oprichting van nieuwe gymnasia,
welke na eenige jaren tot volledige gym
nasia zijn uitgegroeid, de mogelijkheid te
openen do jaren, aan deze groeiende scho
len doorgebracht, voor de berekening van
hun pensioen door inkoop volgens art. 131
der wet te doen medetellen.
De heer GERHARD (S.-D 1 zegt, dat dit
punt niet hieuw is; maar de voorgestelde
regeling is onvoldoende. Er zijn bovendien
nog vele ander groepen, die in ongunstige
positie verkeeren, bijv. de leeraressen van
do Industrie-scholen. Aangezien deze her
ziening van de Pensioenwet echter niet be
oogt deze gebreken te herstellen, kan spr.
niet met dit amendement meegaan.
De heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.)
verdedigt het amendement tegenover den
heer Gerhard, die zich z.i. vergist.
De MINISTER acht het amendement bij
dit artikel overbodig.
Deze materie dient bij art. 134 geregeld
te worden. Wat de zaak betreft, laat spr.
de beslissing over aan de Kamer. Het geval
is anders, dan de heer Gerhard meent.
De heer TILANUS (C.-H.) trekt zijn amen
dement io.
Mej. WESTERMAN (V.-B licht nog even
toe haar amendement, om een artikel in tè
voegen, luidende:
Bij overlijden van een gehuwde vrouwe
lijke ambtenaar'kan door Qft's, den Pensi
oenraad gehoord,.aan haar weduwnaar, in
dien deze geheel of ten deele niet in staat
is in eigen onjlerhoud te voorzien, op zijn
verzoek pensióen worden verleend volgens
regelen, bij algemeen en maatregel van be
stuur te stelle^.
Spr. acht het billijk, dat een weduwnaar
profiteert van de stortingen door zijn vrouw
gedaan.
Mevr. BAKKER—NORT (V.-D.) licht toe
als wijziging i'o te voegen deze bepaling:
Indien een ambtenaar (ambtenares) of ge.
pensionneerde ambtenaar (ambtenares) met
minstens 25 voor pensioen geldende dienst
jaren overlijdt, zonder weduwe of weezen
achter te laten, kan onze Minister van Fi
nanciën ten aanzien van de inwonende on
gehuwde zuster, die zonder eenige bezol
digde betrekking te vervullen gedurende de
laatste 10 jaren vóór het overlijden van
den broeder (of de zuster) de huishouding v.
de(n) overledene heeft waargenomen, de
voor het pensioen der weduwe geldende
regelen van overeenkomstige toepassing ver
klaren.
De heer WINTERMANS (R.-K.) licht toe
een sub-amendement op dit amendement,
n.l. om een ambtenaar met kinderen niet in
ongunstiger positie te stellen in het onder
havige geval dan een ongehuwde of een
kinderlooze. Hij wil dus de woordenof
weezen, doen vervallen.
Mej. GROENEWEG (S.-D.) zegt de amen
dementen te zullen steunen, al brengen zij
niet alles op wat spr. hebben wil.
Do heer DE WILDE (A.-R.) meent, dat
het amendement-Bakker—Nort nog juist
aannemelijk is, maar dat de andere te ver
gaan.
De MINISTER zegt, niet verder te zullen
gaan, dan hij deed Het geval van weduw
naarspensioen acht spr. in strijd met de
Pensioenwet. Spr. wijst dus het amende
ment-Westerman af. Over het amendement-
BakkerNort laat spr. de beslissing over
aan do Kamer. Het amendement-Winter -
mans wijst spr. af, omdat het in strijd is
met den geest van de wet en in het nadeel
van de weezen.
De heer DRESSELHUYS (V.-B.) verde
digt nog het amendement-Westerman, dat
een einde maakt aan het onbillijke van een
premiestorting, door ambtenaressen verricht
voor weduwe-pensioen.
De heer WINTERMANS (R.K.) hand
haaft zijn sub-amendement.
Het amendement-Westerman wordt ver
worpen met 40 tegen 28 stemmen. Rechts
tegen linies, behalve de heeren Braat en
De Boer.
Het sub-amendement-Wintermans wordt
aangenomen met 33 tegen 30 stemmen.
De MINISTER verklaart, dat het sub
amendement voor hem onaannemelijk was
en dat dus nu het amendement-Bakker—
Nort onaannemelijk is.
Het amendement-BakkerNort wordt
verworpen met 45 tegen 18 stemmen.
De vergadering wordt verdaagd tot Woens
dag één uur.
ALPHEN. Mej. P. Vooys, alhier,
heeft te 's-Gravenhage met gc*ed gevolg
examen afgelegd voor oosturruiëro enz., zoo
dat het diploma aan haar ko<n worden uit
gereikt.
Bij dc Dinsdagmorgen gehouden open
bare afslag ten -overslaan van notaris mr.
M. A. Coebergh te Leiden, werden de
villa aan den Rijksstraatweg alhier in bod
op f 11.200 en het woonhuis genaamd ,,Zo-
merlust" gelegen aan den Rijksstraatweg,
in bod op f 6600, niet afgemijnd.
Perceel 1 werd toegewezoD aan den heer
K. Tolk en perceel 2 aan de N. V. Oost
hoek en Zoon.
HAZERSWOUDE. Een groot gedeelte
van onze dorpsbewoners wenscht den a.s.
Zomertijd niet te volgen. De kerkeraad
der Geref. Kerk heeft-besloten bij de kerk
diensten den ouden tijd te handhaven. Ook
het bestuur der christelijke school zal dit
voorbeeld volgen. De Roomsch-Katholieken
hebben zich het vorige jaar al van den
zomertijd losgemaakt, zoodat er alleen van
Hervormde zijde nog rekening mee wordt
gehouden.
De diensten zullen vanaf a.s. Zondag in
de Hervormde kerk aanvangen om 10 en
om 7 uur, in die der Geref. kerk om haJf-
elf en halfacht.
Een kind van den heer W. S. ge
raakte in een onbewaakt oogenblik te wa
ter, «n was reeds in zinkenden toestand,
doch werd gelukkig opgemerkt door den
tuinder L. v. A., die het genoegen smaak
te het kind van een wissen dood te redden.
Zondag heeft de vrouw van L. J. W.
alhier het ongeluk gehad van de trap te
vallen, met het noodlottig gevolg,
dat de knieschijf brak, waardoor zij zich
onder geneeskundige hulp heeft moeten
stellen.
De heer A. B. alhier, die op de duo-
ziting van een motorfiets meereed, heeft
het ongeluk gehad bij een korte draai die
de motor maken moest, van de duo te stor
ten, en zich zoo ernstig aan het been be
zeerd, dat hij per auto naar zijn woning
moest worden vervoerd. Het geneeskundig
onderzoek heeft uitgemaakt, dat ook van
dezen jongen man de knieschijf gebroken
is, en hij zijn werkzaamheden voorloopig
niet zal kunnen verrichten.
Burg. Stand, Bevallen: K.
v. d. Steen geb. Raaphorst Z. T. Sloot
weg geb. De Wilde D.
Ondertrouwd: O. van Klaveren jm.
29 j. en Joh. van Aalst jd. 26 j. A. de
Goede 36 j. en A. van Velzen 26 j. J.
Bogerman 26 j. en O.-C. Keijzer 22 (beiden
te Rotterdam). G. W. Jochem 30 j. en
M. y. d. Vaart 2D j.
LEIDERDORP. In do modedoeling in
zake strafzaken in het blad van Maandag,
wat 'betreft het vervoeren van een dood
kalf in een zak, verzoekt men ons mede
te deelen, dat do vervoerder niet is Pan-
cras Rietkerk alhier.
HAARLEMMERMEER. De arbeider B.
alhier, die verdacht wordt van het plegen
van oneerbare handelingen en door de po
litie werd gearresteerd, is Dinsdagmorgen
ter beschikking van de Justitie to Haarlem
gesteld.
De heer K. Speets, hoofd van de Her
vormde school to Nicuwvennep alhier, i3
benoemd tot hoofd eener achool te Weesp.
De inwoners van dit dorp zullen den heer
Speets, die aldaar, zoowel in als buiten do
school ,,de rechte man op de rechto plaats"
is, ongetwijfeld met groot leedwezen zien
vertrekken.
De Zondag in de Ned. Hervormde Kerk
en Gereformeerde Kerk te Hoofddorp ge
houden collecten voor de in nood en ellende
verkeerende Hongaarsche kinderen, heeft
gezamenlijk bijna f 500 opgebracht.
Ook is het te verwachten, dat eenige in
gezetenen dezor gemeente er toe zullen over
gaan om een Hongaarsch jongetje of meisje
voor eenige maanden bij zich in huis te
nemen.
Op verschillende plaatsen in dezen pol
der hebben de bieten zoodanig van het
natte weder geleden, dat heele stukken
moeeten worden overgezaaid. De landbou
wers en tuinders zien dan ook niet ten on
rechte verlangend uit naar droog, warm
weder.
Naar wij vernemen, is het plan tot het
bouwen van een nieuwe Gereformeerde Kerk
te Hoofddorp, waarvan de tenuitvoerlegging
reeds meermalen op bezwaren van finan-
tieelen aard is afgestuit, thans voor verwe
zenlijking vatbaar verklaard. Het voorne
men beslaat de zaak nu met kracht door te
zetten, de oude kerk af te breken en op
dezelfde plaats en den aangrenzenden grond
het nieuwe gebouw te doen verrijzen.
Dinsdagmiddag werd in de Beurs te
Hoofddorp een veigadering gehouden ter
voorloopige bespreking van de plannen om
het zilveren regeeringsjubileum van H. M.
de Koningin, in deze gemeente zoo luister
rijk mogelijk to vieren. De vergadering,
waartoe o.m. de leden van den gemeente
raad en de voorzitters en secretarissen van
de meest bekende vereenigingen en organi
saties waren uitgenoodigd, was vrij goed be-
zicht en werd geleid door den burgemeester
Mr. A. Slob. De burgemeester heette den
aanwezigen welkom en zette het doel van
de bijeenkomst uiteen. Na eenige bespre
king, waarbij men algemeen overtuigd was
van de wenschelijkheid om zooveel mogelijk
een uniforme wijze van feestvieren te vol
gen, werd in beginsel besloten om op Vrij
dag 31 Augustus a.s. feest te vieren en te
verzoeken vooraf Donderdagavond 30 Au
gustus a.s. in alle kerken in deze gemeente
een dank- en bidstond te houden.
Dinsdagavond omsteeks 6 uur sloeg
op den Hoofdweg te Hoofddorp een voor
een grooten platten wagen bespannen paard
vau den vrachtrijder W. op hol. Op de brug
gekomen zijnde, botste de wagen tegen de
ijzeren leuning, die doormidden brak en
daarna tegen een paal. Het paard, dat door
het breken van het lcmoen los geraakte
en in dolle vaart verder holde, werd in den
Fortweg tot staan gebracht. De voerman
wist intijds van den wagen te springen. De
wagen werd deerlijk gehavend.
KATWIJK-AAN-ZEE. - Van de trawl-
vissoherij kwamen Dinsdag te IJmuddeo
aan de markt de loggers KW 115 met
f 593; KW. 110, f597; KW. 142, f452;
KW. 147, f626; KW. 107, f583; KW. 33,
f582; KW. 86, f 732; KW. 57, f 1175 cn
KW. 87 met f 550 besomming.
VOORHOUT. In de tjokvolle zaal
van ,,de Bonte Koe" vergaderde gister
avond do Oranjc-Vereeniging, onder voor®
zitterschap van den heer W. v. d. Laan,
die met een overzichtelijk openingswoord
waarin hij tot zijn genoegen van den' bloei
der vereeniging kon gewagen, do verga
dering inleiddeen daarbij als zijn mee
ning gaf, dat alleen dan, als zoo eensge
zind werd samengewerkt als tot nu toe, do
bloei van de OraDjeverecniging verzekerd
zou zijn tot in verre toekomst.
De heer P. van der Hulst Jzn., las dei
notulen der vorige vergadering die zonder
aanmerking werden goedgekeurd, waarna
namens de commissie met het nazien belast
der rekening 1922, de heer Zonneveld rap
porteerde, dat alles in de beste orde was
bevonde-n, waarop den ponningmeestei'
voor dat. jaar décharge werd verleend van
zijn verantwoordelijkheid.
De secretaris gaf hierop oen van gees®
en humor tintelend jaarverslag, dat dik^
wijls den lachlust opwekte," en uitbundig
werd toegejuicht, en waarin de voorzitter
aanleiding vond om voor dit speciale ver-»
slag, ook oen speciaal dankwoord te brenj
gen. Het was dan ook tip-top in orde, Uit
het verslag bleek dat het ledental reeds
dc 600 nabij kwam.
Wegens afwezigheid van den penning-»
meester, den heer P. J. van der Hulst,
werd het financieel verslag uitgebracht
namens deze, door den heer S. Brussee.
Nauwkeurig tot in de kleinste post ge
specificeerd, kwam dezo tot 'n totaalcijfer
voor ontvangsten van f 1824.50, en voor
uitgaven van f 1671.74, een oatig saldo ge®
vend van f 152.76.
Tot leden der commissie, die rekeningen
en bescheiden zal nazien, werden benoemd
de heeren M. Zonneveld, JAngevaaren,
eri G. van Vliet.
Aan de orde kwam hierna het punt ver
kiezing van leden van bestuur.
De Voorzitter, juist in dagen van de
feestviering en voorbereiding overladen
met werkzaamheden in zijn eigen bedrijf,
had reden daarvoor gevonden, om zich niet
herkiesbaar te stellen. Ook de penning
meester, do heer P. van der Hulst, had
bedankt, terwijl er twee vacatures waren,
door vertrek van de hoeren Vermeys, ea
Avendvergadering van Dinsdag.
De Voorzitter is hersteld.
Dc Voorzitter, J. J. G. baron van Voorst tol
/oorst, wenscht bij den aanvang der verga-
lering dc vrijheid te nemen een paar woor-
len te spreken. Hel is hem een bijzondere
Jthoefle zijn geachten medeleden zijn harle-
Jjien dank te betuigen voor hun aller be-
Gngstelling, in zoo verschillende vormen liem
feloond tijdons zijn ziekte. Behalve van zijn
tiedeleden, heeft hij van tal van andere zij-
Ben blijken van belangstelling ontvangen.
H. M. de Koningin, de Regeering, de griffie,
de pers, zoowel buiten de Kamer als de jour
nalisten in de Kamer, hadden deel in wat
hem wedervoer. Hij acht het niet meer dan
een klein staaltje van zijn plicht, dank te
hrengen aan die allen. Tijdens zijn ziekte
jiad hij maar één wensch; 't was misschien
kinderachtig, maar hij wou gaarne terugkee-
ren in de Kamer en zich daar nog eens be
wegen. Die wensch is thans in vervulling ge
gaan. Hij is daarvoor zeer eerbiedig jegens
de Voorzienigheid. Een woord van dank in
het bijzonder brengt spr. aan den heer Van
der Does do Willebois. Het Reglement van
Orde heeft hem aangewezen zijn tak als
voorzitter over te nemen. Van alle kanten
heeft spr. vernomen, dat hij zijn taak zoo
uitnemend heeft vervuld. Spr. dankt den heer
Van der Does de Willebois voor heigeen hij
gedaan heeft in 's Lands belang.
Met deze woorden, zoo eindigt spr., wil ik
u zeggen, dat ik met opgewektheid mijn taak
.weder aanvaard. (Applaus).
De heer VAN DER DOES DE WILLEBOIS
(R.-K.) dankt den voorzitter in de eerste
plaats voor diens woorden. Hij gelooft de tolk
van de geheele vergadering te zijn, indien hij
verklaart, dat zij met groote voldoening hem
hier weerziet. Wij hebben, zegt spr., de zorg
volle dagen van uw ziekte met u medege
maakt, van stap tot stap, uw herstel gevolgd
en waren heden in blijde verwachting u vol
ledig hersteld in ons midden te kunnen be
groeten. Jk wensch u met uw herstel van
harte geluk en eindig met den wensch, dat gij
met nieuwen moed, gesteund door de Voor
zienigheid, uw betrekking weder zult aan
vaarden en dat de Kamer u nog lang in haar
midden zal mogen zien als haar voorzitter
(applaus).
Regeling van werkzaamheden.
De VOORZITTER deelt mede, dat de Cen-
lrale Afdeeling heeft besloten hedenavond,
na afloop van de openbare vergadering, on
middellijk in de atdeelingen te doen onder
zoeken het wetsontwerp tot wederopbouw
,van Oostenrijk; verder morgenochtend elf
uur verschillende wetsontwerpen, waarvan
de lijst onder dagteekening van 25 dezer aan
de leden is medegedeeld. Morgenmiddag twee
uur zal in openbare vergadering een aan
vang worden gemaakt met de behandeling
yan lal van wetsontwerpen, waarvan even
eens reeds mededeeling is gedaan. Daaraan
zullen nog enkele worden toegevoegd.
De vergadering wordt verdaagd tot heden,
.Woensdag, twee uur.
(Vergadering van gisteren).
Regeling van werkzaamheden.
Dc VOORZITTER stelt voor a.s. Dins
dag in de afdeel ingen tal van wetsontwer
pen te onderzoeken, w.o. dat van de wij
ziging der Indische Tarief wet.
De heer DRESSELHUlJS (V.-B.) be
grijpt niet, dat dit laatste ontwerp zoo
overhaast behandeld moet worden. Hij
meent, dat het dc bedoeling is dit wets
ontwerp vóór het recès af te doen.
De VOORZITTER: Die veronderstelling
is onjuist.
De heer DRESSELHUlJS (V.-B.) Dan
is overhaaste behandeling in do afdeelin-
gen heelemaal overbodig. Hij stelt daar
om voor dit afdeelingsonderzoek uit te stel
len.
Dc VOORZITTER ontraadt dit uitstel.
Het gaat niet aan dit ontwerp eonige
maanden te laten liggen. Hij handhaaft
'dus zijn onderzoek en vraagt of de Regce-
Ting de desbetreffende Rcgecrings-ordon-
aantie wil overleggen.
Uil het Engel sch van ADELINE SERGEANT.
49)
„Misschien ben ik slecht", zei Sydney
mat, „ik weet het niet. Maar wat ik je zeg
is waar, RosePhilip Massingham zei, dat
hij mij liefhad, en hij had mij nog maar pas
verlaten, toen hij bij jou kwam in den
tuin,''
,,Dan hadt je het mij moeten zeggen".
Rose, nog rood van woede, ,,en mij
niet moeten blootstellen aan het gevaar
van op die manier beleedigd te worden
„Ik dacht niet, adt het noodig was",
*ei Sydney, haar hand op haar oogen leg
gende. „Het kw-\ra niet bij mij op, dat je
0(m waarschuwing noodig zou hebben. Je
weet evengoed als ik, dat een dame zich
gewoonlijk niet laat kussen door een man
(hen tij maar driemaal gezien heeft."
Zij moest d)a hatelijkheid zeggen zij was
bitterzij vond, dat zijzelve zoo slecht
behandeld was, dat zij een sarcasme ten
koste van Rose niet achter kon houden.
Haar een oogenblik dacht zij, dat Rose
haar ZOu slaan. Onder die glimlachende
oppervlakte, die bloeiende lieflijkheid, lag
e«n grond van drift on heftigheid, die de
sterkere en meer terughoudende Sydney
vreeselijk leek. Een paar minuten lang
laaade Rose, toen barstte zij in tranen uit
en vloog vveg uit de karner, Sydnoy zwak en
JhteeDub achterlatende .door do inspan®
ning, die zij gedaan had, en de aandoenin
gen, die zij had moeten bedwingen.
Zij zag Rose dien dag niet weer, maar
den volgenden morgen kwam die jonge
dame aan haar bed in een Ivooge en ver
heven stemming.
„Ik ben gekomen, oon je te zeggen,
Sydney," begon zij, ,,dat. ik heusoh geloof,
dat je waal-deling onlangs in -de zon je her
senen aangetast heeft. Ik heb je dadelijk
gezegd, dat ik geen woord geloofde van
wat je zeide, nietwaar?"
„Ja, ik geloof het wel."
,,Nu, ik wilde dubbel zeker zijn," zei
Rose met een rukje van haar mooie
hoofdje. „Daarom heb ik gisteravond met
kapitein Massingham gesproken. Hij was
weer hier, zooals hij gewoonlijk 's avonds
hier is."
,,En wat zcidfc hij?' zei Sydney, op
springend met blozende wangen en schit
teren do oogen.
,,Hij zed precies wat ik verwaohtte: dat
er gec-n woord van waar was."
Sydney zonk terug in haar kussens. De
blos vc-rdween langzaam uit liaar gezicht
en werd gevolgd dloor een bleekheid, die
haar twintig jaar ouder deed schijnen.
„Hij bekende natuurlijk, dat er wat hof
makerij was geweest, wat gekheidmaar
niets ernstigs. En hij hoopt, Sydney,"
op vermanenden toon „dat je er niet
meer aan zult denken, want hij bedoelde
er niets mede, en het spijt hem' erg, als hij
je gevoelens kwetste, en te hooren, dat je
zoo ziek bent."
Sydney keerde haar gezicht af.
„Ga heen," zei ze „ik wil niets meer
hooren."
„Wil je hem geen boodschap zonden?"
zed Rose, wier tevredenheid wies, toen zij
bemerkte, dat. zij het in haar macht had
om Sydney te mart-elan. „Wil je geen
excuses maken
„Excuses, waarvoor? Voor zijn leu
gens?" vroeg Sydney soherp.
Maar de scherpte eindigde in een kreet
van pijn.
„Ik ga heen," zei Rose op een toon van
verheven beleedig-d zijn, „en ik komt niet
terug voordat jo je behoorlijk gedragen
kunt. Ik geloof, dat je je zelf geheel ver
geet."
Zij ging uit de kamer met groote waar
digheid en Sydney bleef alleen.
Wat kon zij anders doen als huilen, zoo
als elk meisje van haar leeftijd zou ge
daan hebben over de ontrouw van haar
minnaar en de boosheid van haar vrien
din? Zij huilde tot haar oogen gezwollen
waren en haar kussen doorweekt van tra
nen was. En toen kwam haar trots haar
helpen. Langzamerhand overmeesterde de
opkomende bitterheid den vlood van ver
driet. De beleedigende boodfsohap van ka
pitein Massingham gaf haar geest weer
don moed terug. Zij zou opstaan en zich
kleeden en dien avond naar beneden gaan,
alsof er niets gebeurd was. Misschien zou
zij hem ontmoetennu, des te beter.
Maar zij kon het vooruitzicht van het
middagmaal niet verdragen. Zij kon dien
avond niet met Rose en haar oom, en mis
schien met kapitein Massingham, aan ta
fel zitten, met de lichten in haar oogèn en
den geur van bloemen en wijn en eten in
haar neus, en den klank van zijn lach in
haar ooren. Neen, dat was meer dan zij
verdragen kon. Zij zou naar het salon gaan,
terwijl zij aan tafel zaten, en daar zouden
zij haar na het middagmaal vinden.
Toen dus Rose in de kamer kwam, bijna I
bovenaardsch in haar etherische lieflijk
heid, vond zij Sydney rustig in een gemak,
kelijken stool zitten, met een vuurroode
sjaal over haar zwarte japon en een bloem
op haar borst. Het was duidelijk, dat zij
getracht had zooveel mogelijk het voorko
men van ziekte af te werpen.
Ros2 schrikte, stond stil, en keek haar
aan.
„Jij hierl" zei ze langzaam.
„Ja, ik ben hier", zei Sydney.
En de oogen der beide meisjes stonden
uitdagend, toen zij elkander aankeken.
Toen trok Rose een armstoel naar het
venster, keerde haar nichtje bijna den rug
toe, en keek naar buiten, terwijl Sydney
haar oogen over het boek hield en deed of
zij las.
Na een betrekkelijk korten tijd kwam de
heer Holden de kamer in cn liet kapitein
Massingham binnen, die, zooals Sydney
vermoedde, bij hen gegeten had. Het was
zeer merkbaar voor Sydney, die zijn ge
zicht van buiten kende, dat hij verschrikt
werd door haar tegenwoordigheid. Waar
schijnlijk had Rose hem te verstaan gege
ven, dat Sydney te ziek \yas, om beneden
te komen. Zij begroetten elkander heel
koud en terloops en de heer Holden bleef
een oogenblik bij den stoel van zijn
nichtjo fitaan, en vroeg haar met welge
meende vriendelijkheid naar haar gezond
heid, terwijl Philip zich tot Rose wendde,
met wie hij dadelijk een fluisterend ge
sprek begon. Dat bet niet zeer vrienschap-
pelijk was, bleek echter uit haar brommi-
ge houding, roode wangen en ongeduldige
bewegingen, terwijl Philip, die aan Ujn
snor trok, er niet uitzag, alsof hij het on
derhoud hocl prettig vond.
Daarna ging Joiin Holden uit de kamer,
zooals hij gewoon was in den avond, want
hij was liever in zijn kamer dan in het sa
lon, en toen sprong Rose op en keerde haar
gelaat naar Sydney
„Hoor eens, Sydney", zei zc, „ik heb
je eens ge-zegd, dat ik niet van geheimen
hield cn ze niet goedvond, en ik ben be
sloten er ook nu geen te hebben. Kapitein
Massingham heeft mij ten huwelijk ge
vraagd, en ik heh hem nog geen antwoord
gegeven."
Kapitein Massingham toonde een vreemd
schouwspel van verlegenheid en boosheid.
Toen Sydney hem aankeek, trok haar ge
laat zic-h even samen als van pijn. Toen
glimlachte zij
„Ik ben blij, dat kapitein Massingham in
een positie is, om te kunnen trouwen",
zei zij.
„De zaak is ik heb reden om te, ge-
looven, dat mijn oom, lord Broxbourne,
verlangt, dit ik trouwen zal", zei Philip
heel verlogen, „en daar ik mijn liefde ge
geven geschonken
Hij raakte, zóó in de war, dat Rose, die
hem met een uitdrukking van de grootsrtf
minachting had aangehoord, nu tussclierv
beide kwam.
„Je praat grooten onzin, Philip", zei ze,
„en dat is volstrekt niet, wat ik verlanpf
te hooren. Het is dit je moet ons, in
Sydney's bijzijn, zeggen, of er iemand iu
de wereld is, aan wie jo je liefde beloofd
hebt, die eenig recht op jo heeft."
„Zeker nieter is niemand," zei Mos-«
singliam, maar hij wo3 ten minste zoo fat»
soenlijk heel rood te worden, terwijl hij
sprak.
(Wordt vervolgd).