Zaterdag 26 Mei 1923. EERSTE BLAD. Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. FEUILLETON EHIJS DER 'ADVERTENTIEN: I fn. tot regel. BIJ regelfJionuoinistt feïangrijS J UV?* f y^i9PIadr'erfettIiëii. uitsluitend 13J Vi'oot'. on Zatorda^s 50 QÉS„ hij «na m»m aantal woorden T*n 3C. rfaoasso volgens postrecLt Voor orcatuoeie ajr 'p'ding van brieven 10 Cta. porto t« betalen. jeffiJsnummerpCU. Bureau Noordelndspleln. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055. Postbus No. 84. PRIJS DEZER COURANT: Voor Beiden p. 5) mnl 2.35, p'. weeï 'f_ 0.ÏJ, Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per weeï TT—Z Lk OH Franco par post S.85 33 portokosten. '1, Nummer 19391. h nummer bestaat uit DRIE Bladen gemeentelijke vischverkoop. 'A.id den gemeentelijken vischwinkel Visch- arkt 18, tel. 1225 is hedenavond verkrijg- 33r SCHOL k f 0.15 per pond. K. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, 26 Mei 1923. kschrijving van leerlingen voor openbare lagere scholen. Burgemeester en Wethouders van Leiden rengen ter kennis van belanghebbenden: lo dat tot het doen inschrijven van leer- ïgen voor de openbare lagere scholen ge- .pnheid zal worden gegeven op het Raad- ais (Trouwkamer) op de navolgende dagen: voor de opleidingsschool voor Gymnasium H.B.S. aan de Aalmarkt Maandag 28 Mei t? namiddags 1.30—5 uur; oor de opleidingsscholen voor U.L.O. aan Langebrug Heerenstraat den Maresingel; de opleidingsschool voor U.L.O. v. Meisjes d Boommarkt en dc Leerschool aan de lede Vest; de Jongensschool voor U.L.O. a. d. Pie- irskerkstraat en de Meisjesschool voor I.L.O. aan de Brecstiaat; op Woensdag 30 Mei des namiddags van 30 tot 5 uur en op Dinsdag 29 Mei des ronds van 7—9 uur; voor de openbare lagere scholen aan het laatsoen, de Mare-, de Duivenbodestiaat, e Paul Erngerstraat, den Zuidsingel, de Me- isasiraat en de Brandewijnsteeg. op Zaterdag 26 Mei des avonds van 79 ar en op Dinsdag 29 Mei des voormiddags van -12.30 en des namiddags van 1.305 u.; 2o. dat bij de inschrijving hel bewijs van eboorte-inschrijving moet worden vertoond; 3o. dat alle bovengenoemde scholen met September nieuwe leerlingen opnemen. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris, Leiden, 26 Mei 1923. VERKIEZING. De Voorzitters van d© Hoofdstembu- «aux in de Kieskringen I, II en III der ;?meente Leiden maken bekend, dat af- chriften van de processenverbaal der zit ingen van de Hoofdstembureaux, als be- l&eld in art. 92 der Kieswet, betreffende verkiezing van de leden van den Ge meenteraad, op de pers van het Raadhuis lijn aangeplakt en ter Gemeente-Secre tarie (Kamer No. 10) voor oen ieder ter image nedergelegd. De Voorzitters voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR. J. A. BOTS. A MULDER. neiden, 26 Mei 1923. verkiezing. I) corzitter van het Cenfcraal-Stembu- ;eau :or de verkiezing van do leden van Gemeenteraad maakt bekend, dat het waarbij de uitslag der verkiezing astgesteld, als bedoeld in art. 07 der Kieswet, voor een ieder ter Secretarie der gemeente (Kamer No. 10) ter inzage is icdergelegd. De Voorzitter voornoemd,,. N. C. DE GLJSÉLAAR. Leiden, den 26en Mei 1923. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeen© kennis, dat door hen .vergunning ia verleend aan: a. de Vereenigiug ,,Het Kaasmerk" en rechtverkrijgenden, tot oprichting van een inrichting voor het vervaardigen van kaas- merken in het perceel Vliet cNo. 1824, Sectie E No1531. b. J. O. van der Steen en rechtverkrij gend en, tot uitbreiding van de bakkerij in het perceel Langebrug No. 33b, 35, 37a, Sectie G No. 1771—1773. c. P. Fontein Pm. en rechtverkrijgenden, tot oprichting van een houtzagerij in het perceel Havonkade No. 2123, Sectie C No. 1903, 1004 en 1905. d. Ph. van der Zanden en rechtverkrijgen den, tot uitbreiding van de koek- en ban ketbakkerij in het perceel Diefsteeg No. 13, Sectie G No. 841. N- C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 25 Mei 1923. hinderwet. Burgemeester en Wethouders van Lei den Gezien het verzoek van a O. Zwetsloot, o-m vergunning tot op richting va/n een zou ter ij on rookerij van vleoeoh in het perceel Groenesteeg No. 28, kadajsfcraal bekend Sectie I. No. 757. b. Joh. de Bost', om vergunning tot uit breiding van de inrichting voc*r het machi naal bereiden van stucadoorspeoie in het peroeel Levendaal No. 6 en Ga., kadastraal bekend Sectie D. Nc. 907. c. De N. V. voorheen R. M. Bouth en Zomen, om vergunning tot uitbreiding van de faibriolc van gewatteerde dekens in het perceel Kaiseretraat No. 8 en 10, ka dastraal bekend' Sectie F. No. 1111 en 1282. Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet Geven bij dezen kennis aan het publiek, dat genoemde verzoeken met de bijlagen op de Secretarie dozer gemeenten ter visie gelegd zijn. Alsmede dat op Zaterdag, dein 9en Juni, e.k. des veormidclags te halfelf op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren togen deze verzoeken in te brengen, terwijl zij er de aandacht op ves tigen, dat niet bot beroep gerechtigd zijn zij, di© naet overeenkomstig art. 7 der Hin derwet. voor het gemeentebestuur of een zijner leden zijn versohenen, ton einde hun bezwaren mandeling toe te lichten. „N. C. DE GIJSELAAR, Burgern. VAN STRIJEN, Secretaris. Leddon, 26 Mei 1923. Het eere-geschenk aan de Koningin. Woensdag 30 Hei zal de Leidsche Burgerij in de gelegenheid worden gesteld, haar gave te offeren voor hel doel, aan H. M. de Ko ningin, bij haar 26-jarig Hegeeringsjubileum als nationaal geschenk de restauratie der Nieuwe Kerk te Delft aan te bicden. Dit ge- schonk eert in Hare Majesteit de nazaat der groole Oranjes, zonder welke ons land en volk nooit zouden zijn geworden wat zij zijn. Het gebouw, waar hun gebeente rust, uit een reeds begonnen verval op te betten en tegen verder verval te behoeden, ia een eereplicht van het Nederlandsche volk, en de middelen, om dien plicht te vervullen, dienen ondanks ongunsiige tijdsomstandig heden beschikbaar-te worden gesteld. Het Leidsche Comité is overtuigd, dal een stad, wier burgerij iu het roemrijkste tijd perk dor vaderlandsche geschiedenis een rol heelt gespeeld als de Leidsche, in dozen niet zal willen achterblijven en zal toonen, dat ook haar deze zaak ter harte gaat. De op 30 dezer door met een oranje-armstrik ge tooide dames en hecren te houden collecte vinde ieder bereid, naar de mate zijner mid delen tot het nationale doel bij te dragen. COMITé LEIDEN VOOR HET NATIQ. L NAAL HULDEBLIJK AAN DE KONINGIN. Het Dagelijksch Bestuur Jhr. mr. dr. N. C. DE GIJSELAAR, Eere-Voorzitter. Prof. dr. H. T. GÓLENBRANDER, Voorzitter. Mr. G. H. E. NORD THOMSON, Secretaris A. L. REIMERINGER, Penningmeester, „Snrsum Gorda". Gisteravond heeft de gemengde zangver- èeniging „Sursum Corda" haar jaarlijksche a-capella-uitvoering in de Pieterskerk ge geven. Evenals tal van jaren had zij zich wederom van de medewerking weten te ver zekeren van mevr. Noordewier, die, behalve haar solo's, optrad met den concertmeester van het Utrechtsche orkest Franciskoene en met haar oudsten zoon M. Noordewier, fluit. Dat deze concerten hoog staan aange schreven, bewees de overtairijkheid van het opgekomen publiek, dat in devotievolle aan dacht het zorgvuldig gekozen programma aanhoorde. De eigenlijke dirigent van „Sursum Corda" H. Cuypors, kon helaas niet zelf den staf zwaaien over zijn koristen een plotseling opgekomen ziekte belette hem dit, zoodat de heer A. van der Horst, de organist, in zijn plaats moest treden. I-Iet is zeker niet ge makkelijk ineens onder een anderen dirigent te staan de koristen hebben zich bewon derenswaardig van hun taak gekweten door allen zonder haperen den nieuwen dirigent te volgen. Bijzonder beschaafd klinkt dit koor en zuiver van klank. Ook viel de mooie fraseering en uiterst jeacheveerde uitspraak op, waardoor de declamatie op zeer hoog peil stond, getuige vooral de weergave van „O Heer, die daer", uit Valerius' Gedenck- clanck en liet prachtig van «temming voor gedragen „Tenebrae", van Tngegneri. Het eenige moment van inzinking was in Pseaume 118, van Sweelinck maar in het volgend nummer restaureerde het koor zich weer, zoodat „O Zone Jesu", van Paieslrina, het Midd. Kerstliedje met den sopraan-solo en lot slot het in kerkstijl waardig gecom poneerde „Borate Coeli", van H. Cuypers, zeer mooi klonken. Mevr. Noordewier zong vanaf het orgel onder de teere begeleiding van A. van der Horst, vier oud-Fransche kerstliederen Hoe rein en zonder eenigen opsmuk, hoe kinder lijk vroom klonk de altijd jong blijvende so praan als een engelenstem door het hooge gewelf van de kerk. Schoon in de stemming sloot hierop het orgel met „Capuccio Pasto rale", van Trescobaldi, en het ijle, teere „Soeur Monique", van P. Couperin. A. van der Horst liet de orgeltonen zingen met ge voelvolle voordracht, in simpele muzikale opvatting. Als tweede nummer had mevr. Noorde wier gekozen drie aria's van Bach met resp. fluit- en viool-begeleiding, n.I. Bec. en Aria uit Cantate 57, waar de bijzondere hoedanigheden van den violist zeer tot uiting kwamen, en waar zijn spel zich mu zikaal aansloot bij den zang van mevr. Noordewier. In het „Laudamus te" uit de H-moll- messe, had de viool misschien iets meer piano van klank kunnen zijn. om nog meer één geheel met de zangeres le geven. Met haar zoon zong mevr. Noordewier de sopraan-aria uit Cantate 100 „Was Golt thut das ist wohlgetan". De fluitist gaf hier blijk van een buitengewone behendigheid in de bespeling van zijn instrumentmooi van loon (hoewel soms te forte) paste hij zicli bij den zang aan. „Sursum Corda" had een goede gedachte om zijn programma bijna uitsluitend te wij den aan componisten van 1500 en 1600. Gisteren heeft men weer kunnen voelen hoe hoog deze composities slaan door haar eenvoudige en daardoor zoo ware uitbeel ding van het Christelijk geloof. Diathesis Scientiarmn Genitrix. Het toetatings- en eind examen van den electrotechnischon cursus had plaats ten overslaan van de heeren ir. W. Th. Bahler en ir. M. L. Boland, gedelegeerden van de Afdeeiing voor Electrolechniek van het Ko ninklijk Instituut van Ingenieurs; het toela tingsexamens van Maandag 7 Mei tot en met Dinsdag 15 Mei en het eindexamen van Maandag 30 April tot en met Vrijdag 4 Mei, terwijl voor heide examens het mondeling gedeelte op Vrijdag 25 Mei gehouden werd. Aan het toelatingsexamen werd door 18 candidaten deelgenomen, waarvan 14 slaag den, n.L: L. Blok, Den Helder; N. Breede- veld, Leiden; Th. van Bruggen, Leiden; B. Buitenkamp, Slochleren; C. C. van Hespen, Bergen-op-Zoom; J. de Kievit, Leiden; P, Th. W. L. Matla, Den Haag; L. Mensink, Deventer (voorwaard.); C. Sarink, Deventer; W. B. K. Sommers, Leiden (voorwaard.); R. Veenhuizen, Apeldoorn; H. J. Verheul, Amsterdam (met lof); H. F. de Wekker, Lei den; B. van de Wetering Elden (Geld.). Aan het eindexamen electrolechniek na men 16 candidaten deel, waarvan 4 afge wezen werden. Aan de overige 12 candi daten kon het diploma electrolechniek M. S. G. uitgereikt worden en wel aan: G. H. A. Alferink, Arnhem; P. N. Bestelink, IJmui- den; C. Donker, Alphen a. d. Rijn; B. Dijk- mans, Leiden (voorwaard.); J. A. van Erk, Den Haag; P. II. A. Lankesler, Den Haag; H. M. Marlijn, Den Haag; J. W. M. J. Spliet- hof. Beek, bij Pidam; C Sweris, Leiderdorp; J. Verwijs, Leidon (met lof); J. van der We gen, Leiden; J. Zijl, Amsterdam (met lof). Het nieuwe Acad. Ziekenhuis. Onder het hoofd „Het nieuwe Academisch Ziekenhuis te Leiden; een repetitie van Ba- bels torenbouw in Holland", schrijft „Het Vad.": „Wie te Leiden wat daar heel het nieuwe Academisch Ziekenhuis bezoekt, weet eerst niet of hij huilen - dan wel lachen moet, maar gedachtig aan den slaat onzer schat kist, kan hij de waterlanders, ja zelfs bit tere waterlanders, niet binnenhouden. 't Is een toppunt van geldvermorsing, een toppunt van architectonische onmacht, een toppunt van dwaasheid. Neen, de lezer gelooit liet niet en nooit kan hem een Thomas-stemming heter ver geven worden dan hier. In den jare maakte de heer Vrijman, de Rijksbouwkundige voor de gehouwen van onderwijs, die, meenen we, ook het gebou- wenmonslrum le Delft neerzet, een groot ontwerp voor een academisch ziekenhuis met kostenberekening. Er zou komen een ziekenhuis met leslokalen, laboratorium, enz. enz. voor f 5.081.574. Had men nu de zaak maar aanbesteed, doch neen, het Rijk wou eens extra zuinig uit zijn voor den belastingbetaler en besloot in eigen beheer le bouwen. Resultaat: er staat te Leiden voor een f 8.000.000 boven den grond, maar voor de affaire af en bruikbaar is, zal er nog zeker een f 7.000.000 bijkomen. Is het te verwonderen, dat de Bezuini gingscommissie in wanhoop Stop! in vre desnaam stopl heeft uitgekreten? Wat staat er nu overeind? Wie liet bouw terrein van ruim 10 H.A. betreedt, begrijpt het eerste halfuur eigenlijk niet waar hij gekomen is: bij een bepleisterde ruimte? op een slagveld? iets opgegravens en bij- gewerkis als Pompeji? een door aardbeving geteisterd en van bewoners verlaten streek? Doodsche stilte ligt over het haveloos, schots en scheef door elkaar staand gebouwen complex. De meeste zijn nog niet eens glas- dicht; planken zitten hier en daar voor de ipgangen gespijkerd Het gras schiet welig en woest op tusschen de gebouwen en sprie ten er schraal uit de straten, welke langs de gebouwen zijn gelegd. Regen en v/ind heb ben vrij spel om de verrotting en tering te brengen over hetgeen wij met de 8.000.000 hebben gewrocht Eenzaam en zielig zucht hier en daar een molorpompje om de nieuwe gebouwen het water uit de ontzaglijke kel ders te houden. Overigens prijken de ge- BINNENLAND. c" Actie tot verweer tegen onnoodige vrij heidsbeperking. Antwoorden van den Minister van Water, staat omtrent het spoorwegpersoneel. BUITENLAND. - Poincaré doet een belangrijke concessia door den mond van het Kamerlid Herriot. Het ministerie Baldwin in Engeland is ge heel gereed. Bochnm thans het brandpunt der commu nisten in het Roergebied. Het einde van het internat, socialisten- congres te Hamburg. Vrijlating van communisten in Frankrijk. Weer een aanslag op een Camelot du Roy in Parijs. bouwen wat het inwendige betreft, gelukkig nog in absolute maagdelijkheid. Er is nog geen verfje op de kozijnen, geen stukje pla fond aan de zoldering, en geen pleistertje aan de muren. Overal ontbreken nog de deuren. Heuseh men denkt door ruïnen le loopen. Bij nadere beschouwing groeit ech ter nog de wanhoop. Aan deze bouwerij ont breekt elke centrale en elke economische gedachte. De gekste dingen zijn hier uitge haald. Men wilde bouwen voor 600 patiën ten en men heeft maar aan een zusterhuis voor 150 verpleegsters gedacht. Men bouwde een wassc.herij, waarheen heel Leiden wel zijn wasclr zou kunnen brengen, maar de ontsmettingsruimte bestaat uil een paar pietlulterige zaaltjes. Maar ruim is het ma chinehuis en reeds jaren liggen de reusach tige ketels er in, zoodat men een extra- mannetje heeft moeten aanstellen, om de dingen roestvrij te houden. De keuken is centraal gedacht, maar zij ligt aan een uit hoek en er zullen motorwagens met bijzon dere warmtebewaring-installaties noodig zijn, om de kilometerlange distributietoch- ten naar de gebouwen te ondernemen. Naast deze minder geslaagde centralisee- ring slaat overal een met alle oeconomie spottende decentralisatie. Elke afdeeiing heeft haar eigen assislentenkamers (en welkel), sommige afdeelingen nog met aparte eetzaal, recreatiezaal, enz., enz., 'tis heusch of 't niet óp kan. Zoo zijn er ook maar eventjes drie dierenstallen gebouwen op zichzelf). Natuurlijk, elke afdeeiing, die dieren gebruikt, moet haar eigen stal heb- benl Zoo krijgt ook elke afdeeiing naast de centrale bibliotheek een eigen bibliotheek (kleine repetities van de Delllsche biblio theek-bedeeling), eigen fotografie-installa tie met den aankleve van dien. De college zalen hebben 't schitterendst vallicht, maar daarenegen heeft men bijv. in de chirur gische afdeeiing een operatiekamer met en kel zijlicht gemaakt. Er zijn meer verras singen. Zoo ligt bijv. we gelooven in de gynaecologische afdeeiing, maar het kan ook ergens anders zijn de operatiekamer op een afstand van 60 en meer meter van de ziekenzaal. Over ontzaggelijk breede gan gen moeten de patiënten worden vervoerd. Schrikbarend zijn de ruimte en de gangen, portalen enz., welke de architect ter ver warming heeft aangeboden. 't Kan dan ook niet verwonderen, dat, toen men eenige jaren geleden een direc teur voor het ziekenhuis benoemde men begrijpe goed, het embryon-koloszickcnlmis heeft al vier jaren lang een directeur, die hel Engelsch van ADELINE SERGEANT. W -.Ik moet naar huis gaan. Ik was van I'13q naar juffrouw Holden te gaan, maar ben te moe. Zoudt u een boodschap Toor mij aan haar willen overbrengen, als niet te veel moeite is?" "Niets is moeite", zei hij snel, „dat ik |Tf'°r u doen kan." Iets in den toon trof haar; zij aarzelde tft keek hem twijfelend aan toen herkreeg "1 haar kalmte cn ging voort: u haar, als het u belieft, zeggen, ik moe en niet heel wèl wasd© hitte groot voor mij geweest, en ik geloof, ik beter doe naar huis te gaan, en op aderen dag bij haar to komen?" "Ik zal het haar zeggen Mag ik zeggen, ik hoop, dat u een andermaal zult ko- I^Juffrouw Holden heeft niet veel be- "0 ja, ik zal komen"; zei Sydney, werk- °'ghjk. „Maar niet vandaag." nu U nu ging"> Laurens met zijn J.t aai*gèname stem voort, „zou '.t u Va Cr Boed doen. Zij heeft de groote gave D hoofdpijnen en hartpijnen te kunnen l3 .ez.en-" Hij vrist eigenlijk niet, of hij dar sta ^-e] hacj ra0eten zeggen. Sydney bloosde diop. jji" i heb haar hulp op dat punt niet noo- txe* 26 Geil beetje hoog. Maar de diepe i s a vau Laureno keken zoo Treurig op haar, dat zij er onmiddellijk bij voegde, „ik geloof ten minste niet, dat. zij me nu kunnen helpen. Mijn broers in Australië kunnen me niet gebruiken en ik hoopte dit voorjaar naar hen toe to gaan en daarover ben ik wat teleurgesteld dat is alies Laurens geloofde volstrekt niet, dat dit „alles" was; maar Hij mompelde enkele woorden van sympathie. „Maar u moest naar juffrouw Holden gaan en het haar vertellen; zij zou u hel pen. Er is niemand zooal3 juffrouw Hol den." „Dal schijnt zoo," zei Sydney met een zwakken, matten glimlach. „Maar ik zal 'een anderen cSag gaan. Ik moet nu naar huis." „Wil u een rijtuig hebben?" ,-,Neen", zei ze, opstaande. „Ik ga op de gewone manier naar huis dank u. Er ig een tram «aan het eind van de straat." „Mag ik er u heen brengen?" „Als u wilt," zei ze, onverschilligtoer., zioh weer herstellende, Ik bedoel graag ik zal u zeer dankbaar zijn. Ik heb zoo'n hoofdpijn, dab u mij vergeven moet, als ik niet beleefd ben. Ik weet ternauwernood, wat ik zeg." „Neem mijn arm," zed Laurêns, zacht. Zij nam dien zij wist eigenlijk niet waarom, behalve dat zij zich vóó zwak cn moe gevoelde, en dat zijn sympathieke on bijna eerbiedige houding baar aangenaam aandeed. Het kwam niet bij haar op, dat zij iets ongewoons deed, totdat een vlugge voetstap naast hen op straat stilhield ©n een verwonderde stem streng vroeg „Sydney, wat bete eken t dit?" Het was de stem van haar oom. Hot wias later dan zij gedacht had en John Holden haastte zioh om dezelfde tram te krijgen, waarmee Sydney naar huis wild© gaan. Hij had zijn nicht aangesproken, maar zijn blik ging mot c&uffidelijk misnoegen van haar naar Laurens Ogilvie. „Juffrouw Carlton was wat flauw en bevangen door de warmte, mijnheer," zei Laurens, rustig, „en zij is zoo vriendelijk, mij toe t© staan heaT naar de tram te bron gen." John Holden bromde. „Dat is dius de reden, dat je zoo laat waart? Je moet nu maar liever weer naar je werk gaan. Ik zal juffrouw Garlfcon thuis brengen." „Mijnheer O-gilvie is heel vriendelijk ge weest, oomik weet niet, wat ik had moe ten doen, als hij niet hier geweest was," zed Sydney, di© scherp de lompheid van haar oom voelde. Toen, vol van haar eigen dankbaarheid, waagde eij er bij te voe gen „Wil u niet met ons naar d© tram loopen, mijnheer Ogilvie?"- Laurens kon niet laten een blik op den heer Holden te werpen, maar diens ge zicht was onbeweeglijk, alsof het uit gra niet gehouwen was. Blijkbaar was hij niet van plan de uitncodiglng van zijn nicht te steunen. „Neen, dank a, juffrouw Carlton, ik pïoet weer naar mijn werk. Ik kan u nu verlaten, nu de heer Holden bij u is. Ik hoop, dat u weer spoedig beter zult zijn." En zijn hoed afnemend, keerde hij zioh om, terwijl Sydney wat verward haar hand legde in den arm, dien haar oom haar zwij gend geboden had, en met hem verder ging. „Wat beduidt dit alles, Sydney?" zei de heer Holden» „Het is niets, oom. Ik was ©rg moe en flauw, en mijnheer Ogilvie bracht mij een glas water ik geloof in tusschen, dat er iets sterkers dan water in was en bood aan, m© naar de tram te brengen. „Waar war» je?" „Ik was in den speeltuin bij do St.-= Maartenskerk," zed Sj'dney, even blozend, maar met vaste stem. „En wat t©r wereld deedt je daar? Het is geen plaats voor fatsoenlijke menschen, zei de heer Holden op ontevreden toon. Gelukkig beantwoordde hij zijn eigen vraag. „Je ging zeker uitrusten op een van do banken maar dat moet je niet weer doen. Hoor je het, Sydney?" „Heel goed, oomik zal het niet weer doen." „Eq moedig den jongen Ogilvie niet aan." 1 1 „Hem aanmoedigen?" Sydney was nog duizelig en flauw, on kon niet begrijpen, wat haar oom met die woorden bedoelde. „Ja, hem aanmoedigen in zijn aanmati ging en onbeschaamdheid. Wat had hij met je te pratenEen jongen, di© opge voed is voor rekening van verschillende menschen in F-airford ternauwernood aan de gevangenis ontsnapt zoo iets van een vondeling, geloof ik." „U vergeet misschien, oom, zei Sydney, „dat u hem zondt, om mij af te halen, toen ik in F-airford kwam." John Holden was een o ogen blik uit het veld geslagen „Nu, al d?ed ik dat," antwoordde hij brommig, „dan volgt-daaruit r.og niet, dat ik vind, dat hij altijd om je heen zijn moet. Hij is maar oen tweede-klerk. Mijn bedoe ling was, dab hij jo een briefje zou geven, en voor je bagage zou zorgenik had even goed een kruier kunnen zonden. Ik ver wachtte niet, je met hem gearmd over straat te zien gaan." Sydney trok haar hand uit zijn arm. „U is onaardig en onbillijk," zei ze. „Be^ grijpt u niet, dat ik mij niet good gevoeld© en flauw was gevallen zonder zijn hulp Ik bon niet gewoon flauw te vallen, maar ik heb hot eene of tweemaal in mijn leven gedaan, en ik ken het gevoel. Ik vind, dat u mijnheer Ogilvie dankbaar moest zijn, oom, in plaats van aanmerkingen op mij te maken, dat ik zijn hulp heb aan-geno men. „Je moest liever mijn arm weer nemen ©n niet zoo cSwaas prater.," zei haar oom, op (dien gewiiabtigen, meesteraohtigen toon, dien veel menschen zoo onuitstoanj baar vonden. En, daar Sydney on willekeur rig zijn steun weer aannam, voegde de heer Holden er vriendelijk bij, „ik maak geen aanmerking, dat je zijn hulp hebt aangenomen ik wil alleen, dat jo begrijpt, dat je je niet jegens hem hebt te gedra gen. alsof hij je gelijke was." „Niohb Catherine behandelt hom, alsof hij een familielid was," zei Sydney. Zij had den heer Holden nooit zoo streng zien kijken, als toen hij antwoordde „Wat Catherine doet, gaat jou of mij niets aan. Zij doet allerlei vreemde dingen. Hier is de tram." Hij hielp baar op haar plaats, en ging zelf een eindje van haar of zitten, zoodat het gesprok niet weer opgevat kon wor den. Sydney was blij, stil te kunnen zijn* (Wordt vervolgd). J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 1