Eindelijk weergevonden
Ho. 19379.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 11 Mel.
Derde Blad. Anno 1923.
GEMEENTEZAKEN.
FEUILLETON
ui i ■T—wn 1111 i it—-7 i 11 a in a nm n—m
i Benoeming.
Door B. en W. wordt voorgesteld me-
irouw W. van der Waals voor liet tijdvak
Ln 1 Mei 1923—1 Mei 1926 weder te be
stendigen in baar betrekking van Stads-
vroedvrouw.
Gebruik Stadsgehoorzaal.
Door het Bestuur yan heb genootschap
Mathesis Scientiarum Genitrix" werd
verzocht om ook weder dit jaar kosteloos
sebruik te mogen maken van ©enige loka-
jen der Stads-Gehoorzaal, ten behoeve van
het houden van de jaarlijksch© algemeen©
vergadering en yan de tentoonstelling van
door de leerlingen vervaardigde werkstuk
ken van 28 Mei tot 3 Juni.
B. en W. hebben geen bezwaar tegen in
williging van dat verzoek.
Ingebruikgeving Schoollokaal.
Bij Raadsbesluit van lö Maart 1S96 werd
tan de v'ereeniging Zondagsschool de
yier en Twintig Huizen" ten gebruike ai-
gestaan een lokaal van heb voormalige
pcbooJgebouw aan de Mare.
Nu dit gebouw aan rijn bestemming ia
Onttrokken en mitsdien aan genoemde ver-
eeniging de beschikking over dit lokaal
lilet kan worden gelaten, heeft de Zon
dagsschool B. en W. verzocht in de plaats
tfaarvau haar in gebruik te geven een lo
kaal van de opleidingsschool voor U.L.O.
aan den Maresingel A.
Tegen inwilliging van dit verzoek bestaat
bij dit College in casu geen bezwaar, ter
wijl, waar het hier een verplaatsing geldt,
'dezelfde voorwaarden kunnen worden ge
steld.
Verzoek tot het rooien van een boom.
Door den heer L. van Prooycn, Rijns-
burgersïngel 2A, alhier was verzocht, den
yoor zijn woning staanden boom te doen
jooien, op grond, dat deze boom voor het
Jn- en uitgaan van zijn voortuintje met
een kinderwagen last zou veroorzaken en
bovendien de toetreding van het zonlicht"
fot genoemd perceel zou belemmeren.
Met de Commissie van Fabricage zijn B.
jeu W. van oordeel, dat er niet voldoende
aanleiding bestaat om tot rooiing van be
deelden boom te besluiten. Wel etaat de
boom voor den ingang van het tuintje
yan adressants woning, doch hij laat vol
doende ruimte open voor in- cn uitgaan,
pok met een kinderwagen. Aan het be
zwaar, dat de boom de toetreding van licht
(verhindert, kan door een flinke snoeiing
tegemoet worden gekomen.
Wel geven B. on W. in overweging hun
te machtigen tot het doen rooien van een
boom, ten zuiden van den Hooge-Rijndijk
yoor een aan to leggen straat, ter plaatse
waar een brug zal worden gemaakt.
Demping sloot.
Tegen inwilliging van het verzoek van L.
yan Noord, om vergunning tot demping van
een gedeelte sloot langs den Morschweg, ter
lengte van pl.m 30 Meter, welk sloolgedeel-
le deels aan adressant, deels aan de gemeente
toebehoort, bestaat noch bij de Commissie
yan Fabricage, noch bij B. en W. bezwaar,
mits aam de vergunning slechts de gebruike
lijke voorwaarden worden verbonden.
De bloemenkiosk aan den Apothekersdijk.
Bij besluit van 29 Mei 1922 werd aan G.
van Tol een slrook grond op den Apothekers-
dijk, nabij de S:hapensteeg, Ier grootte van
pl.m. 10 vierk, Mverhuurd voor f 125 per
jaar, teneinde op dit stukje grond een kraam
te plaatsen voor den verkoop'van bloemen.
De heer van Tol heeft deze kraam thans
verkocht aan den bloemenh'andelaar L. Ko
ning en verzoekt in verband daarmede de
medewerking van den Raad tot ontbinding
van de nog tot 30 April 1924 loopende huur
overeenkomst, terwijl laatstgenoemde den
weiisch te kennen geeft, dat de huur tegen
denzelfden prijs en onder de bestaande voor
waarden te zijnen name worde gesteld.
Ook na kennisneming van de aan den
Raad gerichte adressen van verschillende
bloemenwinkeliers en van een drietal mid-
d.Tislandsvereenigingen, die verhuring van
den grond voor dit doel meenen te moeten
ontraden, alsmede van een nog ingekomen
schrijven van G. A. Koning ten behoeve van
requestrant L. Koning zijn B. en W. van
oordeel, dat er geenerlei reden beslaat oin
het verzoek van de heeren Van Tol en Ko
ning van de hand te wijzen. Nu toch de
Raad eenmaal het standpunt heeft ingeno
men, dat tegen de aanwezigheid van een
bloementent ter plaatse geen bezwaar moet
worden gemaakt en ook in de praclijk is ge
bleken ,dat de tent aldaar geen hinder ver
oorzaakt, ziet hun College, vermits het in
casu slechts een verandering van huurder
betreft, niet in, waarom aan den heer Ko
ning zou moeten worden geweigerd, wat aan
den vorigen eigenaar der kraam werd toege
staan.
Twee-persoons schoolbanken.
Het bestuur der R.-K. Parochiale Jon
gensscholen onder R.-K. Parochiaal Kerk
bestuur allrier verzoekt bij zijn adres van
11 April j.l. de noodige geiden beschikbaar
te stellen voor de vervanging van de in het
schoolgebouw aan de Pelikaanstraat 20 aan
wezige 88 drie-persoons-schoolbanken door
132 twee-persoons-banken. De kosten van
aanschaffing der nieuwe banken worden
geraamd op f 1620.
Aangezien de schoolbanken volgens de-
wettelijke voorschriften niet meer dan twee
zitplaatsen mogen hebben, kan derhalve
legen inwilliging van het verzoek geen be
zwaar bestaan.
Vergoeding voor boventallige leerkrachten.
Van besturen van in deze gemeente ge
vestigde bijzondere scholen voor lager, uit
gebreid lager en meer uitgebreid lager on
derwijs, zijn aanvragen bij ons ingekomen
om toekenning, over het jaar 1921, van de
vergoeding bedoeld in art. 100 der Lager-
ondcrwijswet 1920, zijnde do vergoeding uit
de gemeentekas van de jaarwedden van aan
bijzondere scholen verbonden onderwijzers-
Cessen) boven het aantal, waarvan de jaar
wedden door het Rijk aan de besturen wor
den vergoed (de z.g.n. boventallige leer
krachten.)
Evenals over het jaar 1920 hebben B. en
W. ook thans een staat opgemaakt waaruit
blijkt, hoeveel boventallige onderwijzers-
Cessen) gemiddeld op de openbare lagere
scholen gedurende het jaar 1921 zijn werk
zaam geweest.
Dezen staat als maatstaf nemende voor
de berekening van het aantal boventallige
leerkrachten, dat voor rekening van de ge
meente aan bijzondere scholen over 1921
verbonden kan zijn, meenen zij, dat de door
de besturen gevraagde vergoedingen zonder
bezwaar kunnen worden uitgekeerd. De
kosten zijn f 2386-1 in totaal.
Voorschot op de vergoeding aan de bijzondere
scholen naar het aantal leerlingen.
Door de Besturen van de bijzondere
scholen voor lager- en uitgebreid lager on
derwijs zijn aauvragen ingediend om toe
kenning yan een voorschot voor het jaar
1923 op de gemeentelijke vergoeding in de
Losten van instandhouding hunner scholen,
bedoeld bij art. 101 der Lageronderwijsweb
Ï920. Het Bestuur der Gereformeerde scho
len, dat aanvankelijk voir 1922 geen voor
schot had gevraagd, heeft alsnog aanvra
gen om voorschot voor dat jaar ingezon
den, terwijl verder nog een gelijk verzoek
i3 ingekomen van het Bestuur der Eerste
Leidsehe Schoolvereeniging voor het tijd
vak van 1 Sept. 1922 tot en met 31 Dec.
1922.
Bij al deze stukken hebben B. en W. nog
gevoegd d!e van de verschillende besturen
ingekomen aanvragen om toekenning van
een bijdrage in de kosten van het bijzon
der vervolgonderwijs over 1922, als bedoeld
bij artikel 102 dier wet.
De gemiddelde kosten per leerling wor
den in 1921 berekendvoor het gewoon la
ger onderwijs op plm. f 17 en voor het uit
gebreid lager onderwijs op plm. f21.
Op grond van deze berekeningen geven
B. en W. in overweging:
het voorschot op do vergoeding voor
1922, bedoeld bij artikel 101 der Lageron-
derwijswet 1920, uit te keeren aan de bestu
ren van de bijzondere scholen, vast te
stollen op een nader door hun College
vastgesteld bedrag tot een totaal van
f 53003.3-1.
Regeling salaris personeel M. O.
Bij schrijven d.d. 9 Maart j.l. heeft de
Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen mededeeling gedaan van eeni
ge bedenkingen tegen de in do vergadering
yan 18 December 1923 vastgestelde Veror
dening, houdende regeling van de jaarwed
den der leeraren aan het Gymnasium, de
'Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cur
sus eu de Hoogero Burgerschool voor Meis
jes. Na kennisneming van een door B. en
W. tot den Minister hieromtrent gericht
schrijven, heeft Z.E. bij schrijven van 1
Mei j.l. bericht, dat hij de verordening
meent te kunnen goedkeuren, bohoudens
wijziging op een tweetal punten.
Vooreerst maakt de Minister bezwaar,
dat in art. 1 aan B. en W. het recht zoude
worden gegeven .te bepalen welke inrich
tingen met hoogde burgerscholen en £ym-
nasia op één lijr> moeten worden gesteld.
Naar de meening* van den Minister draagt
de wet do beslissing dienaangaande uit
drukkelijk aan de kroon op en kunnen B.
en W. op dit gebied derhalve geen beslis
singen nemen. Temeer verzet de Minister
zich daartegen, wijl het salaris, hetwelk
aan een directeur of rector wordt uitge
keerd door zoodanige beslissingen aanzien
lijk kan worden beïnvloed.
Hoewel B. en W. meenen, dat het argu
ment, ontleend aan art. 11 dier wet, niet
houdbaar is, omdat dit artikel feitelijk
niet op de hier bedoelde aangelegenheid
slaat en tevoren, toen die wettelijke be
paling ook reeds bestond, nimmer door
den Minister tegen het betrekkelijke voor
schrift der verordening bezwaar is ge
maakt en het bovendien zeer eigenaardig
aandoet in een -gemeentelijke verordening
te bepalen, dat niet het College van B. en
W., maar de Regecring over de toepassing
der verordening zal beslissen, meenen zij
toch, met het oog op de Rijkssubsidie in de
kosten van het Gymnasium en de Hoogere
Burgerscholen, zij het ook noode, den
Raad te moeten voorstellen, aan het ver
zoek van den Minister to voldoen.
In de tweede plaats verlangt de Minister,
dat de regeling van de jaarwedde van de
leerares in de handwerken (art. 4) aldus
dient te worden gewijzigd, dat zij wordt ge
salarieerd naar een tarief, hetwelk 15% la
ger is, dan het voor de leeraren der hoogere
burgerscholen met driejarigen cursus gelden
de of, wat op hetzelfde neerkomt, dan het
salaris van c3e leeraren in de gymnastiek aan
een II.B.S. met vijfjarigen cursus.
Ook daartegen gelden volgens B. en W.
wezenlijke bezwaren, doch om dezelfde re
denen als boven aangegeven, stellen B. en
W. voor ook aan dit verlangen van den Di
recteur te voldoen.
Bepalingen inzake het varen met motor
schuiten.
De Commissaris van Politie vestigde er de
aandacht van B. en W. op, dat er in de laat
ste jaren des zomers herhaaldelijk gelegen
heid wordt geboden, met name door onder
nemers van motorschuiten, om tegen gerin
gen prijs vaartochtjes naar Katwijk, Noord-
wijk enz., of rondvaarten over de meren te
maken. Vooral in de vacantie wordt daarvan,
zooals te begrijpen is, door moeders met kin
deren een druk gebruik gemaakt. Nu zou hier
niets tegen zijn, ware het niet, dat aan de
gevaren, welke een te vol geladen vaartuig
voor de passagiers oplevert, door de onderne
mers van de hierbedoelde vervoermiddelen
blijkbaar niet' altijd voldoende aandacht
wordt- geschonken. Meermalen toch wordt
met dergelijke, veelal voor goederenvervoer
bestemde, vaartuigen een naar verhouding'
zeer groot aantal personen voor het mcc-
rendeel kinderen vervoerd. Het behoeft
geen betoog, dat de kans op ongelukken on
der die omstandigheden allesbehalve denk
beeldig is en dat bijv. het omslaan van zulk
een vaartuig de ernstigste gevolgen met zich
zoude sleepen. Waar nu ten aanzien van het
hierbedoelde personenvervoer de ondernemer
niet aan wettelijke voorschriften ter verze
kering van de veiligheid der opvarenden is
gebonden, beslaat er naar hun meening wel
aanleiding, om bij plaatselijke verordening
te dezer zake maatregelen te nemen om het
gevaar voor ongevallen zooveel mogelijk to
voorkomen.
B. cn W. hebben daartoe eene bepaling
ontworpen, als artikel 25bis in de verorde
ning op de Wateren in te lasschen, volgens
welke het verboden is zonder vergunning van
B. en W. in de openbare wateren een vaar
tuig te gebruiken of le doen gebruiken voor
het legen betaling of eenige andere vergoe
ding vervoeren van personen. Aan de ver-
eischte Vergunning kunnen B. en W. krach
lens genoemde verordening voorwaarden ver
binden, welke in dit geval uiteraard op de
veiligheid van de reizigers betrekking zullen
hebben, met name op de deugdelijkheid en
den diepgang van het betrokken vaartuig, als
mede op het voorkomen van overboordvalien
van kinderen.
De bovenbedoelde bepaling zal niet van
toepassing zijn op de vaartuigen, welke reeds
ingevolge de wet op de openbare middelen
van vervoer (wet van 23 April 1880, Stbl.
No. 67) onderworpen zijn aan voorschriften
tot verzekering van de veiligheid der passa
giers, terwijl ook pleiziérjachten e. d. in
eigen gebruik buiten de verordening zullen
vallen, aangezien het nieuwe artikel spreekt
van het „legen betaling" vervoeren van per
sonen.
Aanschaffing van een z.g. omvormer-
installatie.
Nu lusschcn de Noord-Zuid-Hol landsche
Tramweg-Maatschappij en de Commissie
voor de Stedelijke Lichtfabrieken overeen
stemming is bereikt over het aangaan van
een nieuw contract betreffende de levering
van gelijkstroom ten behoeve van hare
tramlijnen, is do tijd gekomen om over te
gaan tot het aanschaffen van de voor de
slroomlevering benoodigde z.g. omvormer-
installatie. De totale kosten van deze uit
breiding zullen rond f56000 bedragen en
kunnen uit de eigen middelen der Fabrio-
ken worden bestreden.
B. en*W. stellen dit nu voor.
Kosten speelterrein op het Raamland.
In de vergadering van 2 Januari 1922
werd voorloopig een bedrag van f 16000 ter
beschikking gesteld.voor den aanleg van
een speelveld op het Raamland ten behoeve
van Hoogere Burgerschool voor Jongens en
het Gymnasium, welk werk, in afwijking
van dc gebruikelijke wijze van uitvoering in
eigen beheer door werkloozen is uitgevoerd.
In hun desbetreffend voorstel wezen B. en
W. er reeds op, dat tengevolge van dit laat
ste de kosten van dit werk boven genoemde
som van f 16000 zouden stijgen, doch het
bedrag dier stijging viel destijds uiteraard
nog niet te begroolen.
Thans, nu het sportterrein, wat den eigen
lijken aanleg betreft, voltooid is, blijkt, dat
de totale kosten hebben bedragen
f31.919.311/8, zijnde rond f 16000 meer dan
daarvoor voorloopig was toegestaan. Hoewel
deze overschrijding van de raming zeer
aanzienlijk is zij bedraagt juist 100 pCt.
zijn de kosten van het werk ten slotte
toch nog ecnigszins medegevallen immers
in April van het vorige jaar waren zij door
B. en W. op grond van de voorloopige re
sultaten van de werkzaamheden, op niet
minder dan f38000 geraamd. Dit verschil
vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat,
toen de ongunstige winter- en voorjaars
maanden eenmaal achter den rug waren en
tevens door de ervaring de meest economi
sche werkwijze was vastgesteld, de uitvoe
ring aanmerkelijk vlotter bleek te verloopen
dan aanvankelijk was vermoed.
Dat de aanleg van het sportterrein de ge
meente zoo belangrijk veel meer heeft ge
kost, dan bij een normale wijze van uitvoe
ring het geval geweest zou zijn, is een nood
zakelijk uitvloeisel van de bij dien aanleg
gevolgde werkmethode, doch de overschrij
ding van de raming mag niettemin niet voor
de volle 100 pCt. op rekening van de werk
verschaffing gesteld worden. Bij dc uitvoe
ring hebben zich namelijk eenige onvoor
ziene omstandigheden voorgedaan, die lot
prijsverhooging hebben geleid, terwijl daar
enboven de eigenlijke aanleg van liet speel
veld gevolgd is door de. afwerking en de
verbetering van het bezode oppervlak, waar
op bij de begrooting niet was gerekend. De
deswege gedane uitgaven moeten dus van
het koslcnbedrag worden afgetrokken, wil
men een juiste vergelijking kunnen maken
lusschen de resultaten van de veronderstel
de en dc feitelijke wijze van uitvoering. Er
blijkt dan, dat de kosten van uitvoering zon
der de bedoelde uilgaven f26509 26 hebben
bedragen, d.i. f 10509.2G of 66 pCt meer,
dan de aanvankelijk toegestane som, zoodat
deze vermeerdering van kosten mitsdien aan
de bij dit w$rk gevolgde werkwijze is tos
schrijven
Alles bijeengenomen zullen de kosten van
het sportterrein bedragen f 37.il9.3lV» of,
in ronde som, f37.500, van welk bedrag
door den Raad inlusschen reeds f 16000 be-:
schikbaar is gesteld. De betrokken begroo-»
tingspost zal dus nog met een som yan
£21.500 moeten worden verhoogd.
Het vermenigvuldifiingscijfer over 1923-1924.
Zooals bekend, behoort het vermenigvul-
digingscijfer voor het loopend dienstjaar ia
de maand Mei te worden vastgesteld.
De berekening van dit cijfer kan slechts
geschieden eensdeels met behulp van cijfers
ontleend aan het belastingjaar 1922/1923 eü
anderdeels met behulp van geraamde ver
moedelijke opbrengst over het belastingjaar
1 Mei 1923—1 Mei 1924.
Zooals bekend is, werd do opbrengst van
do plaatselijke inkomstenbelasting bij de ooc
spronkelijke begrooting voo<r 1923 geraamd
op f 2.073.000, doch later werd dit bedrag
bij raadsbolsuit van 22 Januari 1923 ver
hoogd met f 100.000 en dus gebracht op;
f2.173.000. Ten einde dit bedrag te kunnen
verkrijgen zullen de- zes uitkeeringen over
de maanden Juli tot en met December 1928'
derhalve moeten opleveren f 2.173.00—*
f 973.000 f 1.200.000. De opbrengst van
do kohieren voosr het belastingjaar 1923/24'
zal derhalve geraamd kunnen worden og
10/6 van f 1.200.000 of f2.000.000.
Thans behoort te worden nagegaan hoö
groot de opbrengst van dat kohier in ver-'
band met de opbrengst van het kohier 1922/
23 vermoedelijk zal zijn. Volgons opgaaf
van den Inspecteur der Rijksbelastingen'
werd voor het belastingjaar 1922/23 aan!
plaatsolijke inkomstenbelasting ten kohiere
gebracht f 2.473.726, berekend naar het
vermenigvuldigingscijfer 1. Rekening dient
evenwel te worden gehouden met een da
ling van het bolastbaar inkomen, tengevolge
waarvan ook de opbrengst van de plaatse
lijke inkomstenbelasting belangrijk miodoij
zal zijn. Deze vermindering moet volgens
genoemden Inspecteur worden geraamd op
20 of f 494.745, weshalve rekening rrroet
worden gehouden met een vermoedelijke
belastingopbrengst bij het vermenigvuldi
gingscijfer 1 van 4/5 van f 2.473.726.ofi
f 1.978.980.
En vermits nu, zooals B. en W. becijfer*
den, het kohier 1923/24 f 2.000.000 zal moe*
ten opleveren kan, naar hun meening, voor
1923/24, evenals voor het belastingjaar 1922/,
23, worden volstaan met het vermenigvul
digingscijfer 1.
Ren huistelefoon-installatie voor de
gestichten Endegeest enz.
Blijkens schrijven van do Commissie van
Beheer over do gestichten Endegeest,
Yoorgeest en Rliijngeest voldoet de huis-*
telefooninstallatie op het terrein dier in*
richtingen reeds sedert geruimen tijd niet
meer aan redelijke eischen van bedrijfsze
kerheid. Zoowel met het oog op den onaf-
wiisbaren plicht, om zooveel mogelijk zorg
te dragen, dat het geneeskundig en ver
plegend personeel voor het inroepen yan
hulp als anderszins te allen tijde, ook en
vooral gedurende den nacht, van het kun
nen verkrijgen van telefonische verbinding,
rncnschelijkerwijzo gesproken, verzekerd
ia, als met bet oog op de in het belang
van de openbare orde en veiligheid ge-
v/enschte omstandigheid, dat het verkrij
gen van spoedige en deskundige hulp bij
het in bewaring stellen van personen wordt
bevorderd door een zoo goed mogelijke
functionneering van d© technische midde
len, waarmede die hulp in den regel wordt
ingeroepen, heeft de Commissie gemeend
riet langer in dezen toestand te mogen en
kunnen berusten, niettcgenstaacfe zij nog,
wat de bestaande installatie betreft, tot I
Januari 1926 aan een huurovereenkomst
met de firma A. Hazcwinkel en Co. te
Amsterdam, inmiddels overgenomen door
de N.V. Ingenieursbureau Bartels en Van
Ni©, eveneens te Amsterdam, gebonden is.
Zij heeft rich daarom tot den Directeur der
Gemeentewerken gewend met het verzoek
aan eenige firma's prijsopgave te vragen
voor de levering cn den aanleg van een
nieuwe installatie, voldoendo aan in over
leg met den Geneesheer-Directeur gestol-
Uit het Engelsch van ADELINE SERGEANT,
ai)
Sydney had bijna schik in zijn enthou
siasme. En zij vond het prettig. Zij nam
afscheid van hem, met het gevoel, dat zij
dien dag tweo vrienden had gevonden.
Boor zijn liefde voor Catherine Holden
had hij zich ook tot haar vriend gemaakt.
Zij had moeite, om op tijd aan tafel te
komenen zij vond het niet geschikt, den
heer Holden te vertellen, waar zij geweest
^as, voordat het dessert was opgezet cn
de bedienden de kamer verlaten hadden.
Toen zei zij hem, een beetje verlegen, dat
z'j dien middag haar nicht bezocht had.
„Ik hoop, dat de quarantaine veilig voor
bij is?" zei de heer Holden.
- „Ja, oom, geheel en al."
„Je nicht is over 't geheel voorzichtig.
Maar wij moeten ook voorzichtig zijn."
„Ja, oom. Ik heb mijnheer Ogilvie öok
fcezien."
„Zoo." De toon van den heer Holden
klonk zeer droog.
„Hij vertelde mij, hoe goed u en nicht
Catherine Voor hem geweest waren;
„Zoo? Ik zie niet in, dat het noodig
J"°or hem is tegen jou over zoo'n kloinig-
e'd te praten."
„O, oom volgens hem is Eet geen klei-
gheidj u weet niet', hoe dankbaar hy
w en hoe hoog hij u beiden Bleltl"
Jdney dacht, dat dit haar Oom plezier
zou doen, en was verbaasd zijn gezicht hard
en grauw te zien worden, als door toorn
of misnoegen.
„Mijnheer Ogilvie is zeer vleiend", zei
hij met een scherpe, sarcastische stem;
toen werd hij opeens kwaad. Hij is ver
vloekt onbeschaamd om tegen jou over
zijn zaken te praten.. Een jongen, die door
liefdadigheid voortgeholpen is 1 Laat ik
niet weer hooren, dat je met hem gebab
beld liebt."
,,Ik babbel nooit, oom", zei Sydney
waardig. „Wat hij me gezegd heeft, deed
me des te hoogcr over nicht Catherine
en u denken."
„Goed, goedl Ogilvie behoefde er in
ieder geval niet over te praten."
„Hij lijkt een heel aaydig jongmensch,
oom."
„Nogal. O ik heb niets tegen hemzei
John Holden, con beetje onrustig. „Maar
hij is wat te zalvend voor mijn smaak."
„Is hij dat? Ik heb het niet bemerkt. U
bedoelt zeker godsdienstig, oom John?
Misschien heeft hij dat van nioht Catherine
overgenomen, cn en zijn uiterlijk ook.
„Zijn uiterlijk? Wat bedoel je?"
„Heeft u nooit opgelet, dat hij op haar
gelijkt?" zei Sydney, onschuldig; en zij
was verbaasd toen John Holden binnens
monds vloekte en haar zei, met haar ge-
babbel op te houden.
Zij sloop naar het salon en vergat wel
dra haar verdriet bij een roman, maar
John Holden bleef nog langen tijd aan de
eettafel zitten, en peinsde over de moge
lijkheden, die Sydney's woorden opriepen.
Er bestond' een geheim, dat niemand'
wist, Catherine het' minst van allen. Lau
rens Ogilvie het minst van allen. Die twee
moesten in onwetendheid gehouden wor
den. Hun verwantschap aan elkander was
iets, waarvan niemand op de wereld, be
halve John Holden, wist, en die niemand
vermoedde. Het nu bekend te maken, zou
zijn, den weg van geheimzinnigheid te ver
laten, dien hij zoo vele jaren gevolgd was
en de ontdekking zou noodlottig voor zijn
belangen zijn, want de heer Holden stond
in de wereld bekend als een bijzonder ze
delijk en zelfs godsdienstig man. Het zou
niet waar zijn te zeggen, dat hij over de
zaak geen gewetensbezwaren had. Hij be
treurde de pijnlijke noodzakelijkheid van
zijn positie inderdaad zeer en was zeer be
reid Laurens Ogilvie Laurens de Mau-
den, als de waarheid verteld werd zoo
veel mogelijk te helpen. Maar hij zag niet,
hoe hij den jongen man zijn rechtmatige
plaats kon geven, zonder zichzelf op te of
feren en John Holden was niet in het
minst geneigd, dat offer te brengen.
HOOFDSTUK XVI.
Een heimelijke afspraak.
De week yan kapitein Massinghams af
wezigheid ging zeer langzaam voorbij voor
Sydney; maar zij had daardoor den tijd,
haar eigen gevoelens te ontleden, en va^t
te stellen, wat rij met groote woorden
noemde: „een plan van handeling." Zij
vond, dat zij veel te openhartig en te wei
nig teruggetrokken met haai* model ge
weest was; zij was al te yriendscEappelijk'
met hem gew'eest, in aanmerking geno
men, 'dat zij hem nog maar zoo kort kende'
Wat moest hij van haar dienken? Misschien
was zijn heengaan bedoeld als een wenk
Voor haar. wat minder; toeschietelijk te
zijn 1 Sydney's wang brandde bij de ge
dachte.
Maar het gezonde bordeel, dat zij van
haar moeder geëerfd had, behaalde wel
dra de overhand, ©n belette haar, al te ge
voelig te worden. „Onzin!" zei ze, zichzelf
geruststellend. „Ik heb alleen maar ge
praat en gelachen, toen liij hier was, juist
als ik zou gedaan hebben, wanneer hij een
van mijns vaders vrienden geweest was
Ik weet zeker, dat ik hem geen grootcro
belangstelling getoond heb 1 Ik wil mij niet
over mijzelf schamen 1 Maar ik zal voor
zichtiger zijn. Misschien zou nicht Cathe
rine 's middags bij mij willen komen, als
hij vraagt, om thee te komen drinken, zoo
als hij onlangs deed. Maar misschien zou
het zelfzuchtig zijn, haar te vragen, als zij
met belangrijker dingen bezig is. Ik moet
op mijzelf passen, zooals oom John mij
zegt. Andere meisjes hebben moeders, die
voor haar zorgen, maar ik jk heb nie
mand.'2.
En ondanks haar dapperheid, kwamen
de tranen in haar oogen.
„Nu, andere meisjes zijn ook wel moe
derloos", zei ze daarop tot zichzelf. „Rose
heeft ook geen moeder. Als ik Rose was...
en toen hield rij op, want zij wilde niet
graag onder woorden brengen, wat zij wer
kelijk gevoelde.
Als zij Rose geweest was, zou zij niet
graag zoo lang van huis rijn weggebleven,
wanneer een meisje, ©en nichtje van haar
eigen leeftijd, dat zonder tehuis, een wees
pn eenzaam was, bij liaar vader in huis
kwam. Hef scheen .wel wat egoïstisch;
Want, ofschoon Rose een menigte aarcligc
boodschappen zond, maakte zij geen groo
te haast om naar Fairford terug te kee
ren zij gebruikte juist Sydney's tegen
woordigheid als oen verontschudiging, om
langer weg te blijven dan zij van plan was
geweest.
„Ik weet, dat u het gezellig zult heb
ben, lieve papa, nu Sydney bij u isik
behoef mij nu niet ongerust te maken, als
ik nog een week wegblijf"; dat was de
toon van Rose's brieven geweest sedert
de komst van haar nichtje. En Sydney had
het wat kwalijk genomen, ofschoon zij nu
juist hoel sterk gevoelde, dat als Rose by
die „zittingen" tegenwoordig was geweest
zij erg in den weg zou hebben gezeten.
Kapitein Massingham schreef niet om zijn
terugkeer to melden, maar laat op een
middag, toen Sydney juist do theekopjes
wilde wegzenden, kwam hij het salon bin-»
nen, verraste het meisje zóó, dat het beur
telings rood cn bleek werd, waarover
het land had en dat hem nog al plezieïj
deed. Hij had er niets tegen, om te zien,
dat een meisje zich gek aanstelde, zooals
hij het op ruwe manier noemde, voor zich
zelf en zijn vrienden. Hij was er door ge
vleid, als het voorwerp van haar dwaas
heid, zooals in dit geval zijn eigen kost
bare persoonlijkheid was.
„Is u weer terug?" zei Sydney, omdaf
zij niets beters te zeggen wist, toen hij be
dankt had voor thee en koekjes en In den
gemakkelijkstcn stoel van de kamer was
gaan zitten.
„Ja, ik ben terug", zei Phil, de punten
van zijn snor opdraaiende. Zij voelde, dat
hij haar critisch bekeekzij wist niet pre
cies waarom, maar zij sloeg haar oogen
neer voor zijn scherpen blik. „Ik ben gis
teren teruggekomen."
(Wordt rtnvolgfl.) 1