Eindelijk weergevonden Ho. 19379. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 11 Mel. Derde Blad. Anno 1923. GEMEENTEZAKEN. FEUILLETON ui i ■T—wn 1111 i it—-7 i 11 a in a nm n—m i Benoeming. Door B. en W. wordt voorgesteld me- irouw W. van der Waals voor liet tijdvak Ln 1 Mei 1923—1 Mei 1926 weder te be stendigen in baar betrekking van Stads- vroedvrouw. Gebruik Stadsgehoorzaal. Door het Bestuur yan heb genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix" werd verzocht om ook weder dit jaar kosteloos sebruik te mogen maken van ©enige loka- jen der Stads-Gehoorzaal, ten behoeve van het houden van de jaarlijksch© algemeen© vergadering en yan de tentoonstelling van door de leerlingen vervaardigde werkstuk ken van 28 Mei tot 3 Juni. B. en W. hebben geen bezwaar tegen in williging van dat verzoek. Ingebruikgeving Schoollokaal. Bij Raadsbesluit van lö Maart 1S96 werd tan de v'ereeniging Zondagsschool de yier en Twintig Huizen" ten gebruike ai- gestaan een lokaal van heb voormalige pcbooJgebouw aan de Mare. Nu dit gebouw aan rijn bestemming ia Onttrokken en mitsdien aan genoemde ver- eeniging de beschikking over dit lokaal lilet kan worden gelaten, heeft de Zon dagsschool B. en W. verzocht in de plaats tfaarvau haar in gebruik te geven een lo kaal van de opleidingsschool voor U.L.O. aan den Maresingel A. Tegen inwilliging van dit verzoek bestaat bij dit College in casu geen bezwaar, ter wijl, waar het hier een verplaatsing geldt, 'dezelfde voorwaarden kunnen worden ge steld. Verzoek tot het rooien van een boom. Door den heer L. van Prooycn, Rijns- burgersïngel 2A, alhier was verzocht, den yoor zijn woning staanden boom te doen jooien, op grond, dat deze boom voor het Jn- en uitgaan van zijn voortuintje met een kinderwagen last zou veroorzaken en bovendien de toetreding van het zonlicht" fot genoemd perceel zou belemmeren. Met de Commissie van Fabricage zijn B. jeu W. van oordeel, dat er niet voldoende aanleiding bestaat om tot rooiing van be deelden boom te besluiten. Wel etaat de boom voor den ingang van het tuintje yan adressants woning, doch hij laat vol doende ruimte open voor in- cn uitgaan, pok met een kinderwagen. Aan het be zwaar, dat de boom de toetreding van licht (verhindert, kan door een flinke snoeiing tegemoet worden gekomen. Wel geven B. on W. in overweging hun te machtigen tot het doen rooien van een boom, ten zuiden van den Hooge-Rijndijk yoor een aan to leggen straat, ter plaatse waar een brug zal worden gemaakt. Demping sloot. Tegen inwilliging van het verzoek van L. yan Noord, om vergunning tot demping van een gedeelte sloot langs den Morschweg, ter lengte van pl.m 30 Meter, welk sloolgedeel- le deels aan adressant, deels aan de gemeente toebehoort, bestaat noch bij de Commissie yan Fabricage, noch bij B. en W. bezwaar, mits aam de vergunning slechts de gebruike lijke voorwaarden worden verbonden. De bloemenkiosk aan den Apothekersdijk. Bij besluit van 29 Mei 1922 werd aan G. van Tol een slrook grond op den Apothekers- dijk, nabij de S:hapensteeg, Ier grootte van pl.m. 10 vierk, Mverhuurd voor f 125 per jaar, teneinde op dit stukje grond een kraam te plaatsen voor den verkoop'van bloemen. De heer van Tol heeft deze kraam thans verkocht aan den bloemenh'andelaar L. Ko ning en verzoekt in verband daarmede de medewerking van den Raad tot ontbinding van de nog tot 30 April 1924 loopende huur overeenkomst, terwijl laatstgenoemde den weiisch te kennen geeft, dat de huur tegen denzelfden prijs en onder de bestaande voor waarden te zijnen name worde gesteld. Ook na kennisneming van de aan den Raad gerichte adressen van verschillende bloemenwinkeliers en van een drietal mid- d.Tislandsvereenigingen, die verhuring van den grond voor dit doel meenen te moeten ontraden, alsmede van een nog ingekomen schrijven van G. A. Koning ten behoeve van requestrant L. Koning zijn B. en W. van oordeel, dat er geenerlei reden beslaat oin het verzoek van de heeren Van Tol en Ko ning van de hand te wijzen. Nu toch de Raad eenmaal het standpunt heeft ingeno men, dat tegen de aanwezigheid van een bloementent ter plaatse geen bezwaar moet worden gemaakt en ook in de praclijk is ge bleken ,dat de tent aldaar geen hinder ver oorzaakt, ziet hun College, vermits het in casu slechts een verandering van huurder betreft, niet in, waarom aan den heer Ko ning zou moeten worden geweigerd, wat aan den vorigen eigenaar der kraam werd toege staan. Twee-persoons schoolbanken. Het bestuur der R.-K. Parochiale Jon gensscholen onder R.-K. Parochiaal Kerk bestuur allrier verzoekt bij zijn adres van 11 April j.l. de noodige geiden beschikbaar te stellen voor de vervanging van de in het schoolgebouw aan de Pelikaanstraat 20 aan wezige 88 drie-persoons-schoolbanken door 132 twee-persoons-banken. De kosten van aanschaffing der nieuwe banken worden geraamd op f 1620. Aangezien de schoolbanken volgens de- wettelijke voorschriften niet meer dan twee zitplaatsen mogen hebben, kan derhalve legen inwilliging van het verzoek geen be zwaar bestaan. Vergoeding voor boventallige leerkrachten. Van besturen van in deze gemeente ge vestigde bijzondere scholen voor lager, uit gebreid lager en meer uitgebreid lager on derwijs, zijn aanvragen bij ons ingekomen om toekenning, over het jaar 1921, van de vergoeding bedoeld in art. 100 der Lager- ondcrwijswet 1920, zijnde do vergoeding uit de gemeentekas van de jaarwedden van aan bijzondere scholen verbonden onderwijzers- Cessen) boven het aantal, waarvan de jaar wedden door het Rijk aan de besturen wor den vergoed (de z.g.n. boventallige leer krachten.) Evenals over het jaar 1920 hebben B. en W. ook thans een staat opgemaakt waaruit blijkt, hoeveel boventallige onderwijzers- Cessen) gemiddeld op de openbare lagere scholen gedurende het jaar 1921 zijn werk zaam geweest. Dezen staat als maatstaf nemende voor de berekening van het aantal boventallige leerkrachten, dat voor rekening van de ge meente aan bijzondere scholen over 1921 verbonden kan zijn, meenen zij, dat de door de besturen gevraagde vergoedingen zonder bezwaar kunnen worden uitgekeerd. De kosten zijn f 2386-1 in totaal. Voorschot op de vergoeding aan de bijzondere scholen naar het aantal leerlingen. Door de Besturen van de bijzondere scholen voor lager- en uitgebreid lager on derwijs zijn aauvragen ingediend om toe kenning yan een voorschot voor het jaar 1923 op de gemeentelijke vergoeding in de Losten van instandhouding hunner scholen, bedoeld bij art. 101 der Lageronderwijsweb Ï920. Het Bestuur der Gereformeerde scho len, dat aanvankelijk voir 1922 geen voor schot had gevraagd, heeft alsnog aanvra gen om voorschot voor dat jaar ingezon den, terwijl verder nog een gelijk verzoek i3 ingekomen van het Bestuur der Eerste Leidsehe Schoolvereeniging voor het tijd vak van 1 Sept. 1922 tot en met 31 Dec. 1922. Bij al deze stukken hebben B. en W. nog gevoegd d!e van de verschillende besturen ingekomen aanvragen om toekenning van een bijdrage in de kosten van het bijzon der vervolgonderwijs over 1922, als bedoeld bij artikel 102 dier wet. De gemiddelde kosten per leerling wor den in 1921 berekendvoor het gewoon la ger onderwijs op plm. f 17 en voor het uit gebreid lager onderwijs op plm. f21. Op grond van deze berekeningen geven B. en W. in overweging: het voorschot op do vergoeding voor 1922, bedoeld bij artikel 101 der Lageron- derwijswet 1920, uit te keeren aan de bestu ren van de bijzondere scholen, vast te stollen op een nader door hun College vastgesteld bedrag tot een totaal van f 53003.3-1. Regeling salaris personeel M. O. Bij schrijven d.d. 9 Maart j.l. heeft de Minister van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen mededeeling gedaan van eeni ge bedenkingen tegen de in do vergadering yan 18 December 1923 vastgestelde Veror dening, houdende regeling van de jaarwed den der leeraren aan het Gymnasium, de 'Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cur sus eu de Hoogero Burgerschool voor Meis jes. Na kennisneming van een door B. en W. tot den Minister hieromtrent gericht schrijven, heeft Z.E. bij schrijven van 1 Mei j.l. bericht, dat hij de verordening meent te kunnen goedkeuren, bohoudens wijziging op een tweetal punten. Vooreerst maakt de Minister bezwaar, dat in art. 1 aan B. en W. het recht zoude worden gegeven .te bepalen welke inrich tingen met hoogde burgerscholen en £ym- nasia op één lijr> moeten worden gesteld. Naar de meening* van den Minister draagt de wet do beslissing dienaangaande uit drukkelijk aan de kroon op en kunnen B. en W. op dit gebied derhalve geen beslis singen nemen. Temeer verzet de Minister zich daartegen, wijl het salaris, hetwelk aan een directeur of rector wordt uitge keerd door zoodanige beslissingen aanzien lijk kan worden beïnvloed. Hoewel B. en W. meenen, dat het argu ment, ontleend aan art. 11 dier wet, niet houdbaar is, omdat dit artikel feitelijk niet op de hier bedoelde aangelegenheid slaat en tevoren, toen die wettelijke be paling ook reeds bestond, nimmer door den Minister tegen het betrekkelijke voor schrift der verordening bezwaar is ge maakt en het bovendien zeer eigenaardig aandoet in een -gemeentelijke verordening te bepalen, dat niet het College van B. en W., maar de Regecring over de toepassing der verordening zal beslissen, meenen zij toch, met het oog op de Rijkssubsidie in de kosten van het Gymnasium en de Hoogere Burgerscholen, zij het ook noode, den Raad te moeten voorstellen, aan het ver zoek van den Minister to voldoen. In de tweede plaats verlangt de Minister, dat de regeling van de jaarwedde van de leerares in de handwerken (art. 4) aldus dient te worden gewijzigd, dat zij wordt ge salarieerd naar een tarief, hetwelk 15% la ger is, dan het voor de leeraren der hoogere burgerscholen met driejarigen cursus gelden de of, wat op hetzelfde neerkomt, dan het salaris van c3e leeraren in de gymnastiek aan een II.B.S. met vijfjarigen cursus. Ook daartegen gelden volgens B. en W. wezenlijke bezwaren, doch om dezelfde re denen als boven aangegeven, stellen B. en W. voor ook aan dit verlangen van den Di recteur te voldoen. Bepalingen inzake het varen met motor schuiten. De Commissaris van Politie vestigde er de aandacht van B. en W. op, dat er in de laat ste jaren des zomers herhaaldelijk gelegen heid wordt geboden, met name door onder nemers van motorschuiten, om tegen gerin gen prijs vaartochtjes naar Katwijk, Noord- wijk enz., of rondvaarten over de meren te maken. Vooral in de vacantie wordt daarvan, zooals te begrijpen is, door moeders met kin deren een druk gebruik gemaakt. Nu zou hier niets tegen zijn, ware het niet, dat aan de gevaren, welke een te vol geladen vaartuig voor de passagiers oplevert, door de onderne mers van de hierbedoelde vervoermiddelen blijkbaar niet' altijd voldoende aandacht wordt- geschonken. Meermalen toch wordt met dergelijke, veelal voor goederenvervoer bestemde, vaartuigen een naar verhouding' zeer groot aantal personen voor het mcc- rendeel kinderen vervoerd. Het behoeft geen betoog, dat de kans op ongelukken on der die omstandigheden allesbehalve denk beeldig is en dat bijv. het omslaan van zulk een vaartuig de ernstigste gevolgen met zich zoude sleepen. Waar nu ten aanzien van het hierbedoelde personenvervoer de ondernemer niet aan wettelijke voorschriften ter verze kering van de veiligheid der opvarenden is gebonden, beslaat er naar hun meening wel aanleiding, om bij plaatselijke verordening te dezer zake maatregelen te nemen om het gevaar voor ongevallen zooveel mogelijk to voorkomen. B. cn W. hebben daartoe eene bepaling ontworpen, als artikel 25bis in de verorde ning op de Wateren in te lasschen, volgens welke het verboden is zonder vergunning van B. en W. in de openbare wateren een vaar tuig te gebruiken of le doen gebruiken voor het legen betaling of eenige andere vergoe ding vervoeren van personen. Aan de ver- eischte Vergunning kunnen B. en W. krach lens genoemde verordening voorwaarden ver binden, welke in dit geval uiteraard op de veiligheid van de reizigers betrekking zullen hebben, met name op de deugdelijkheid en den diepgang van het betrokken vaartuig, als mede op het voorkomen van overboordvalien van kinderen. De bovenbedoelde bepaling zal niet van toepassing zijn op de vaartuigen, welke reeds ingevolge de wet op de openbare middelen van vervoer (wet van 23 April 1880, Stbl. No. 67) onderworpen zijn aan voorschriften tot verzekering van de veiligheid der passa giers, terwijl ook pleiziérjachten e. d. in eigen gebruik buiten de verordening zullen vallen, aangezien het nieuwe artikel spreekt van het „legen betaling" vervoeren van per sonen. Aanschaffing van een z.g. omvormer- installatie. Nu lusschcn de Noord-Zuid-Hol landsche Tramweg-Maatschappij en de Commissie voor de Stedelijke Lichtfabrieken overeen stemming is bereikt over het aangaan van een nieuw contract betreffende de levering van gelijkstroom ten behoeve van hare tramlijnen, is do tijd gekomen om over te gaan tot het aanschaffen van de voor de slroomlevering benoodigde z.g. omvormer- installatie. De totale kosten van deze uit breiding zullen rond f56000 bedragen en kunnen uit de eigen middelen der Fabrio- ken worden bestreden. B. en*W. stellen dit nu voor. Kosten speelterrein op het Raamland. In de vergadering van 2 Januari 1922 werd voorloopig een bedrag van f 16000 ter beschikking gesteld.voor den aanleg van een speelveld op het Raamland ten behoeve van Hoogere Burgerschool voor Jongens en het Gymnasium, welk werk, in afwijking van dc gebruikelijke wijze van uitvoering in eigen beheer door werkloozen is uitgevoerd. In hun desbetreffend voorstel wezen B. en W. er reeds op, dat tengevolge van dit laat ste de kosten van dit werk boven genoemde som van f 16000 zouden stijgen, doch het bedrag dier stijging viel destijds uiteraard nog niet te begroolen. Thans, nu het sportterrein, wat den eigen lijken aanleg betreft, voltooid is, blijkt, dat de totale kosten hebben bedragen f31.919.311/8, zijnde rond f 16000 meer dan daarvoor voorloopig was toegestaan. Hoewel deze overschrijding van de raming zeer aanzienlijk is zij bedraagt juist 100 pCt. zijn de kosten van het werk ten slotte toch nog ecnigszins medegevallen immers in April van het vorige jaar waren zij door B. en W. op grond van de voorloopige re sultaten van de werkzaamheden, op niet minder dan f38000 geraamd. Dit verschil vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat, toen de ongunstige winter- en voorjaars maanden eenmaal achter den rug waren en tevens door de ervaring de meest economi sche werkwijze was vastgesteld, de uitvoe ring aanmerkelijk vlotter bleek te verloopen dan aanvankelijk was vermoed. Dat de aanleg van het sportterrein de ge meente zoo belangrijk veel meer heeft ge kost, dan bij een normale wijze van uitvoe ring het geval geweest zou zijn, is een nood zakelijk uitvloeisel van de bij dien aanleg gevolgde werkmethode, doch de overschrij ding van de raming mag niettemin niet voor de volle 100 pCt. op rekening van de werk verschaffing gesteld worden. Bij dc uitvoe ring hebben zich namelijk eenige onvoor ziene omstandigheden voorgedaan, die lot prijsverhooging hebben geleid, terwijl daar enboven de eigenlijke aanleg van liet speel veld gevolgd is door de. afwerking en de verbetering van het bezode oppervlak, waar op bij de begrooting niet was gerekend. De deswege gedane uitgaven moeten dus van het koslcnbedrag worden afgetrokken, wil men een juiste vergelijking kunnen maken lusschen de resultaten van de veronderstel de en dc feitelijke wijze van uitvoering. Er blijkt dan, dat de kosten van uitvoering zon der de bedoelde uilgaven f26509 26 hebben bedragen, d.i. f 10509.2G of 66 pCt meer, dan de aanvankelijk toegestane som, zoodat deze vermeerdering van kosten mitsdien aan de bij dit w$rk gevolgde werkwijze is tos schrijven Alles bijeengenomen zullen de kosten van het sportterrein bedragen f 37.il9.3lV» of, in ronde som, f37.500, van welk bedrag door den Raad inlusschen reeds f 16000 be-: schikbaar is gesteld. De betrokken begroo-» tingspost zal dus nog met een som yan £21.500 moeten worden verhoogd. Het vermenigvuldifiingscijfer over 1923-1924. Zooals bekend, behoort het vermenigvul- digingscijfer voor het loopend dienstjaar ia de maand Mei te worden vastgesteld. De berekening van dit cijfer kan slechts geschieden eensdeels met behulp van cijfers ontleend aan het belastingjaar 1922/1923 eü anderdeels met behulp van geraamde ver moedelijke opbrengst over het belastingjaar 1 Mei 1923—1 Mei 1924. Zooals bekend is, werd do opbrengst van do plaatselijke inkomstenbelasting bij de ooc spronkelijke begrooting voo<r 1923 geraamd op f 2.073.000, doch later werd dit bedrag bij raadsbolsuit van 22 Januari 1923 ver hoogd met f 100.000 en dus gebracht op; f2.173.000. Ten einde dit bedrag te kunnen verkrijgen zullen de- zes uitkeeringen over de maanden Juli tot en met December 1928' derhalve moeten opleveren f 2.173.00—* f 973.000 f 1.200.000. De opbrengst van do kohieren voosr het belastingjaar 1923/24' zal derhalve geraamd kunnen worden og 10/6 van f 1.200.000 of f2.000.000. Thans behoort te worden nagegaan hoö groot de opbrengst van dat kohier in ver-' band met de opbrengst van het kohier 1922/ 23 vermoedelijk zal zijn. Volgons opgaaf van den Inspecteur der Rijksbelastingen' werd voor het belastingjaar 1922/23 aan! plaatsolijke inkomstenbelasting ten kohiere gebracht f 2.473.726, berekend naar het vermenigvuldigingscijfer 1. Rekening dient evenwel te worden gehouden met een da ling van het bolastbaar inkomen, tengevolge waarvan ook de opbrengst van de plaatse lijke inkomstenbelasting belangrijk miodoij zal zijn. Deze vermindering moet volgens genoemden Inspecteur worden geraamd op 20 of f 494.745, weshalve rekening rrroet worden gehouden met een vermoedelijke belastingopbrengst bij het vermenigvuldi gingscijfer 1 van 4/5 van f 2.473.726.ofi f 1.978.980. En vermits nu, zooals B. en W. becijfer* den, het kohier 1923/24 f 2.000.000 zal moe* ten opleveren kan, naar hun meening, voor 1923/24, evenals voor het belastingjaar 1922/, 23, worden volstaan met het vermenigvul digingscijfer 1. Ren huistelefoon-installatie voor de gestichten Endegeest enz. Blijkens schrijven van do Commissie van Beheer over do gestichten Endegeest, Yoorgeest en Rliijngeest voldoet de huis-* telefooninstallatie op het terrein dier in* richtingen reeds sedert geruimen tijd niet meer aan redelijke eischen van bedrijfsze kerheid. Zoowel met het oog op den onaf- wiisbaren plicht, om zooveel mogelijk zorg te dragen, dat het geneeskundig en ver plegend personeel voor het inroepen yan hulp als anderszins te allen tijde, ook en vooral gedurende den nacht, van het kun nen verkrijgen van telefonische verbinding, rncnschelijkerwijzo gesproken, verzekerd ia, als met bet oog op de in het belang van de openbare orde en veiligheid ge- v/enschte omstandigheid, dat het verkrij gen van spoedige en deskundige hulp bij het in bewaring stellen van personen wordt bevorderd door een zoo goed mogelijke functionneering van d© technische midde len, waarmede die hulp in den regel wordt ingeroepen, heeft de Commissie gemeend riet langer in dezen toestand te mogen en kunnen berusten, niettcgenstaacfe zij nog, wat de bestaande installatie betreft, tot I Januari 1926 aan een huurovereenkomst met de firma A. Hazcwinkel en Co. te Amsterdam, inmiddels overgenomen door de N.V. Ingenieursbureau Bartels en Van Ni©, eveneens te Amsterdam, gebonden is. Zij heeft rich daarom tot den Directeur der Gemeentewerken gewend met het verzoek aan eenige firma's prijsopgave te vragen voor de levering cn den aanleg van een nieuwe installatie, voldoendo aan in over leg met den Geneesheer-Directeur gestol- Uit het Engelsch van ADELINE SERGEANT, ai) Sydney had bijna schik in zijn enthou siasme. En zij vond het prettig. Zij nam afscheid van hem, met het gevoel, dat zij dien dag tweo vrienden had gevonden. Boor zijn liefde voor Catherine Holden had hij zich ook tot haar vriend gemaakt. Zij had moeite, om op tijd aan tafel te komenen zij vond het niet geschikt, den heer Holden te vertellen, waar zij geweest ^as, voordat het dessert was opgezet cn de bedienden de kamer verlaten hadden. Toen zei zij hem, een beetje verlegen, dat z'j dien middag haar nicht bezocht had. „Ik hoop, dat de quarantaine veilig voor bij is?" zei de heer Holden. - „Ja, oom, geheel en al." „Je nicht is over 't geheel voorzichtig. Maar wij moeten ook voorzichtig zijn." „Ja, oom. Ik heb mijnheer Ogilvie öok fcezien." „Zoo." De toon van den heer Holden klonk zeer droog. „Hij vertelde mij, hoe goed u en nicht Catherine Voor hem geweest waren; „Zoo? Ik zie niet in, dat het noodig J"°or hem is tegen jou over zoo'n kloinig- e'd te praten." „O, oom volgens hem is Eet geen klei- gheidj u weet niet', hoe dankbaar hy w en hoe hoog hij u beiden Bleltl" Jdney dacht, dat dit haar Oom plezier zou doen, en was verbaasd zijn gezicht hard en grauw te zien worden, als door toorn of misnoegen. „Mijnheer Ogilvie is zeer vleiend", zei hij met een scherpe, sarcastische stem; toen werd hij opeens kwaad. Hij is ver vloekt onbeschaamd om tegen jou over zijn zaken te praten.. Een jongen, die door liefdadigheid voortgeholpen is 1 Laat ik niet weer hooren, dat je met hem gebab beld liebt." ,,Ik babbel nooit, oom", zei Sydney waardig. „Wat hij me gezegd heeft, deed me des te hoogcr over nicht Catherine en u denken." „Goed, goedl Ogilvie behoefde er in ieder geval niet over te praten." „Hij lijkt een heel aaydig jongmensch, oom." „Nogal. O ik heb niets tegen hemzei John Holden, con beetje onrustig. „Maar hij is wat te zalvend voor mijn smaak." „Is hij dat? Ik heb het niet bemerkt. U bedoelt zeker godsdienstig, oom John? Misschien heeft hij dat van nioht Catherine overgenomen, cn en zijn uiterlijk ook. „Zijn uiterlijk? Wat bedoel je?" „Heeft u nooit opgelet, dat hij op haar gelijkt?" zei Sydney, onschuldig; en zij was verbaasd toen John Holden binnens monds vloekte en haar zei, met haar ge- babbel op te houden. Zij sloop naar het salon en vergat wel dra haar verdriet bij een roman, maar John Holden bleef nog langen tijd aan de eettafel zitten, en peinsde over de moge lijkheden, die Sydney's woorden opriepen. Er bestond' een geheim, dat niemand' wist, Catherine het' minst van allen. Lau rens Ogilvie het minst van allen. Die twee moesten in onwetendheid gehouden wor den. Hun verwantschap aan elkander was iets, waarvan niemand op de wereld, be halve John Holden, wist, en die niemand vermoedde. Het nu bekend te maken, zou zijn, den weg van geheimzinnigheid te ver laten, dien hij zoo vele jaren gevolgd was en de ontdekking zou noodlottig voor zijn belangen zijn, want de heer Holden stond in de wereld bekend als een bijzonder ze delijk en zelfs godsdienstig man. Het zou niet waar zijn te zeggen, dat hij over de zaak geen gewetensbezwaren had. Hij be treurde de pijnlijke noodzakelijkheid van zijn positie inderdaad zeer en was zeer be reid Laurens Ogilvie Laurens de Mau- den, als de waarheid verteld werd zoo veel mogelijk te helpen. Maar hij zag niet, hoe hij den jongen man zijn rechtmatige plaats kon geven, zonder zichzelf op te of feren en John Holden was niet in het minst geneigd, dat offer te brengen. HOOFDSTUK XVI. Een heimelijke afspraak. De week yan kapitein Massinghams af wezigheid ging zeer langzaam voorbij voor Sydney; maar zij had daardoor den tijd, haar eigen gevoelens te ontleden, en va^t te stellen, wat rij met groote woorden noemde: „een plan van handeling." Zij vond, dat zij veel te openhartig en te wei nig teruggetrokken met haai* model ge weest was; zij was al te yriendscEappelijk' met hem gew'eest, in aanmerking geno men, 'dat zij hem nog maar zoo kort kende' Wat moest hij van haar dienken? Misschien was zijn heengaan bedoeld als een wenk Voor haar. wat minder; toeschietelijk te zijn 1 Sydney's wang brandde bij de ge dachte. Maar het gezonde bordeel, dat zij van haar moeder geëerfd had, behaalde wel dra de overhand, ©n belette haar, al te ge voelig te worden. „Onzin!" zei ze, zichzelf geruststellend. „Ik heb alleen maar ge praat en gelachen, toen liij hier was, juist als ik zou gedaan hebben, wanneer hij een van mijns vaders vrienden geweest was Ik weet zeker, dat ik hem geen grootcro belangstelling getoond heb 1 Ik wil mij niet over mijzelf schamen 1 Maar ik zal voor zichtiger zijn. Misschien zou nicht Cathe rine 's middags bij mij willen komen, als hij vraagt, om thee te komen drinken, zoo als hij onlangs deed. Maar misschien zou het zelfzuchtig zijn, haar te vragen, als zij met belangrijker dingen bezig is. Ik moet op mijzelf passen, zooals oom John mij zegt. Andere meisjes hebben moeders, die voor haar zorgen, maar ik jk heb nie mand.'2. En ondanks haar dapperheid, kwamen de tranen in haar oogen. „Nu, andere meisjes zijn ook wel moe derloos", zei ze daarop tot zichzelf. „Rose heeft ook geen moeder. Als ik Rose was... en toen hield rij op, want zij wilde niet graag onder woorden brengen, wat zij wer kelijk gevoelde. Als zij Rose geweest was, zou zij niet graag zoo lang van huis rijn weggebleven, wanneer een meisje, ©en nichtje van haar eigen leeftijd, dat zonder tehuis, een wees pn eenzaam was, bij liaar vader in huis kwam. Hef scheen .wel wat egoïstisch; Want, ofschoon Rose een menigte aarcligc boodschappen zond, maakte zij geen groo te haast om naar Fairford terug te kee ren zij gebruikte juist Sydney's tegen woordigheid als oen verontschudiging, om langer weg te blijven dan zij van plan was geweest. „Ik weet, dat u het gezellig zult heb ben, lieve papa, nu Sydney bij u isik behoef mij nu niet ongerust te maken, als ik nog een week wegblijf"; dat was de toon van Rose's brieven geweest sedert de komst van haar nichtje. En Sydney had het wat kwalijk genomen, ofschoon zij nu juist hoel sterk gevoelde, dat als Rose by die „zittingen" tegenwoordig was geweest zij erg in den weg zou hebben gezeten. Kapitein Massingham schreef niet om zijn terugkeer to melden, maar laat op een middag, toen Sydney juist do theekopjes wilde wegzenden, kwam hij het salon bin-» nen, verraste het meisje zóó, dat het beur telings rood cn bleek werd, waarover het land had en dat hem nog al plezieïj deed. Hij had er niets tegen, om te zien, dat een meisje zich gek aanstelde, zooals hij het op ruwe manier noemde, voor zich zelf en zijn vrienden. Hij was er door ge vleid, als het voorwerp van haar dwaas heid, zooals in dit geval zijn eigen kost bare persoonlijkheid was. „Is u weer terug?" zei Sydney, omdaf zij niets beters te zeggen wist, toen hij be dankt had voor thee en koekjes en In den gemakkelijkstcn stoel van de kamer was gaan zitten. „Ja, ik ben terug", zei Phil, de punten van zijn snor opdraaiende. Zij voelde, dat hij haar critisch bekeekzij wist niet pre cies waarom, maar zij sloeg haar oogen neer voor zijn scherpen blik. „Ik ben gis teren teruggekomen." (Wordt rtnvolgfl.) 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 9