LEIDSCHIÜ DAGBLAD.
Vrijdag 13 April 1923.
Officieels Kennisgevingen.
STADSNIEUWS,
BINNENLAND.
Het voornaamste nieuws
van heden.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
SO Gts. por regóL Bi] rcjrelaboimcment belangrijk
laveren Prijs
Kleine advertentiën. uitsluitend bü vooruitbe
taling, Woensdags en Zaterdags 50 Gis., bij een
maximum aantal woorden van. 30.
Incasso volvAs postrécht Voor eventueele op-
Ecndinfr van brieven 10 OLs. porto te betalen.
Bewijsnummer 5 Cis.
Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055.
PRIJS DEZER COURANTl
Voor Leiden p. 3 mnd. 2.35, p. week 'f O.fll
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn,
per weekb 0.18
Franco per post 2.35 4" portokosten.
Nummer 19356.
Oit nummer :estaat uit DRIE Bladen
£EKSTE blad.
GEEÏL -SLIJKEN VISCH VERKOOP.
Aan den gemeentelijken vischwinkei,
Visclimarkt 18. tel 1225, is ZA j'ERDAG ver
krijgbaar SCHOL a f 0 18 per pond.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgen.
Leiden. 13 Atv 1923.
VERKIEZING VOOR DEN GEMEENTERAAD
De Voorzitter van liet Ho fdstembureau
in kieskring I der gemeente Leiden maakt
bekend, dal het Hoofdstemburcau ln een der
lokalen van liet Raadhuis in deze gemeente
op Dinsdag 17 April 1923, des namiddags te
i'i' uur in een openbare zitling zal beslissen
over de geldigheid der op 10 April 1923 voor
bovehgenocr verkiezing ingeleverde
lijsten en over de handhaving van de daarop
voorkomende candidaten.
De Voorzitter voornoemd,
N. C. DE GIJSELA AR.
Leiden, 13 April 1923.
VERKIEZING VOOR DEN GEMEENTERAAD
De Voorzitter van het Hoofdstembureau
in den Kieskring III der gemeente Leiden
maakt bekend, dat het Iloofdslemburcau in
een der lokalen van de school aan de v. d.
Werfstraat in deze gemeente op WOENS
DAG 18 April 1923 des namiddags te 4 uur
in een openbare zitting zal beslissen over de
geldigheid der op 10 April 1923 voor boven
genoemde verkiezing ingeleverde lijsten en
over de handhaving van de daarop voorko
mende eandidalen
De Voorzitter voornoemd,
A MULDER.
Leiden, 13 April 1923.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dut zij aan
'de N.V. Eerste Nedcrlandsche Fabriek van
krijt- en verfproducten en rechtverkrijgen
den, vergunning hebben veneend tot op-
"ichting van een fabriek van krijlproduclen
in het perceel Oude Vest "No. 181, Sectie H
No 3456.
N. C. DE GIJSELAAR, Dur3c.n1.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 12 April 1923.
HINDERWET.
L'urgemecsler en Wethouders van- Leiden
brei gen ter algemeene kennis dut de beslis
sing op het verzoek van: a de Koninklijke
Ncdè.-landsche Grofsmederij,' om vergunning
lot oprichting van een metaalgicterij op het
pvrceeJ kadastraal bekend Sectie N no. 453,
gelegen in den IVaardpolder; b. J. de Nie, om
rciguniing tot uitbreiding van de smederij
kt liet perceel Heerengracht No. 112, Sectie
I No. 1'.'98, is verdaagd
N, C. DE GIJSELAAR, Burg.
VAN STRIJEN. Secrelaris.
Leiden, 12 April 1923.
Door de groep tuinders, die zich eenige
maanden geleden niet hebben kunnen veree
nigen met de besluiten, die in de Leidsche
Tuinders-Patroonsvereeniging zijn genomen,
is thans een zelfstandige Verecniging opge
richt, genaamd: De Leidsch'e Groentenvci-
ling „Ons Belang".
Tn de gisteravond gehóuden vergadering
zijn de statuten ontworpen en vastgesteld en
hierop zal de Koninklijke goedkeuring wor
den aangevraagd. Tevens is besloten tot aan
sluiting aan de groep Veilingvereenigingcn
en aan de Provinciale Commissie van Vei
lingen in Zuid-Holland.
Voor de eerste afdeeling van de Indi
sche Postschool alhier, zullen dit jaar geen
leerlingen worden aangenomen.
Voor het examen technisch ambtenaar
van den Rijkswaterstaat zijn ges.aagd de
heeren W. D. Barentsen en J. A. Bosselaar,
alhier.
De Minister-van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen heeft in de commissie,
welke in 1923 te 's Gravenhage belast is met
het afnemen van de examens ter verkrijging
van de akte van bekwaamheid, bedoeld in
art. 77a der wet tot regeling van diet lager
onderwijs van 17 Augustus 1878 (Stsbl. no.
1271, alsnog benoemd tot plaatsvervangende
leden: de heeren F W. Zeelenberg en W.
van der Laan, beiden hoofd van een open
bare lagere school alhier.
GisLrnamiddag kwam men lol de ont
dekking, dat de beide sleuven in de brieven
bus in dc Maria-Gondaslraal door ba1dadi:
gen met groene verf waren besmeerd.
Hedenmorgen, omstreeks acht uur, is
op den Haagweg, nabij de Ambachtsschool,
de locomotief der stoomtram uit de rails ge-
'copen, waardoor een der wielen werd ver
nield. Met behulp van dommekrachten werd
de locomotief wat op zij gehaald, zoodat het
verkeer over de andere lijn ongestoord kon
plaats vinden.
Voor „Sohoolkindervooding en Sokoolkin-
deifrleeding" is ingokomon f 53.67s, zijnde dc in
houd der geplaatste busjes.
Piopaganda-avoad van „D.W.S."
Het was een mooie avond voor de geheel-
onthouders vereemging „Dooi* Wilskracht
Sterk" in het wijkgebouw Langcstrftat 67-69,
waar zij geregeld op Zaterdag haar" openbare
drankvrije avonden houdt.
De presidente, mej. W. Snellen, sprak een
openingswoord, zich daarin allereerst rich
tende lot de „geachte afwezigen", n.l. tot
hen, die „al lang geheel-onthouder zijn; maar
doggen geen Vereeniging noodig te hebben;
die geheelonthouders, die niet voelen, wal zij
voor dc gemeenschap kunnen zijn niet be
grijpend, dat de Vereeniging hen noodig
hoeft. Geleidelijk ging de geestige rede tot
do afwezigen over in een woord van diepen
orr.st lot de aanwezigen; een warm pleidooi
voor geheel-onthouding; een krachtige op
wekking tot de leden van „Door Wilskracht
Stork", die, hoewel klein in getal, flink wer
ken voor hun beginsel
Een warm pleidooi voor geheebonlhouding
dat was ook hel tooneelstukje „Het proce9
aan Koning Alcohol", opgevoerd'döor eenige
Haagschc dames en heeren, dieop Tiïce'ster-
l'jke wijze hun rollen vertolkten.
De heer J. varr Calcar, die het stukje
maakte voor propaganda-feestavonden, heeft
hiermede een arbeid verricht, waarvoor alle
geheel-onthouders hem dankbaar mogen zijn.
'Ju de vrouw van den drinkenden werklooze
cn het achterlijke kind van den. dronkaard,
die ais getuigen tegen Koning Alcohol voor
de rechtbank verschijnen, wist hij aangrij
pend en fel te teekenen „de drankellende"
jn tegenstelling met andere propagandastuk
ken, waarin helaas meest dronkemanstoonee;
ton voor het voetlicht komen, maakt dit stuk
van beschaafden inhoud diepon indruk, die
naklonk in den zang der leden van „Door
VtilsKraclit Sterk".
De Vereeniging kan met dankbaarheid op
fkzen avond terugzien.
In „de blauwe weck" omstreeks Pinkslc-
voerd Slukje no^ e0ns wor(^cn opgc-
DeZome:"",.
Het begint nu met den zomerl$i een
eeuigszins zonderlingen weg to gaan, echrgft
do „N. Rett. Ct." Tusschenv 31 Maart en
1 -October bepaalt art. 1 der wet ep
den zomertijd wordt de in artikel 1
dor wet van 23 Juli 190S (Stbl. Ne. 236)
"bedoekte wettelijke tjjd met een uur ver
vroegd. En in het tweede lid van dat
zelfde artikel wprdt voorgeschreven, dat
telken jare tijdig" de dag bepaald wordt,
waarop die vervroaging aanvangt on die,
waarop izij eindigt.
Het bij de Esrste Kamer aanhangig ont-
wenp-Braat tot intrekking van de wot op
den zomertijd heeft nu een spaak in Jieth
wiel gestoken. Door den heer De Vos van
JSteenwijk gevraagd, of de Minister van
Jjinnenlandsche Zaken van zins was, do wet
,uit te voeren zonder de beslissing over liet
ontwerp-Braat ai te wachten, antwoordde
de Regeering o.m., dat heb, „nu een iui-
tiatief-voorstel tot afschaffing van den zo
mertijd ter tafel lag van do Eerste Kamer,
voor de Regeer ing wel moeilijk was, een
beslissing te nemen."
Sedert is het voorloopig verslag der Eer
ste Kamer over het ontwerp-Braxt verscho
nen, dat voor dit ontwerp niet voel goeds
belooft. Naar het schijnt, zal de Eerste
Kamer voor aanneming van het entwerp
niet te vinden zgn. Indien nu de Regeo-
thig volhardt bft hiaar opvatting, dat het
voor haar onder de gegeven omstandig
heden moeiljjk is, een bestaande wet uit
ie voeten, kan een zonderlinge positie ge
boren worden. De heer Braat immers heeft
dan niet de minste reden, zich met de be
antwoording van het Voorloopig Verslag
to haasten. Hij heeft, door zjjn antwoord
wat uit te stellen, het als heb waro.in de
hand, de uitvoering Van de wet op den
zomertijd te blokkeeren.
Inmiddels voeren Engeland en Be'gië op
22 April den zomertijd in.
Er anoet, dunkt ons, voor de Regeering
alle aanleiding «ijn, op haar a/ntwoord aan
den heer De Vos van Steenwijk "terug to
komen. iZij zelve heeft 'tegen handhaving
van den zomertijd geen bezwaar. In het)
Voorloopig Verslag van de Eerste Kamer
wordt betreurd, „dat de Begeering zich
geheel buiten de aangelegenheid had ge
houden en zelve geen voorstel, in welken
zin dan ook, had gedaan" doch deae
opmerking lijkt ons gaheel onjuist. De Re
geering., die zich van een voorstel „in wei-
keft zin dan ook", onthoudesi heeft, gaf
daarmede te kennen, tegen de bestaande
wet geen bezwaar hoegenaamd te hebben,
althans geen bewaar Van eehig gewicht,
dat het gewenscht maken moe3L de wet-
gevende-ipachine op gang te brengen.. Waar
om ^zoü zij' dan met «en voorstel, „in ivei-
jken zin dan ook" voor den dag komen?
Waar de zaak zoo staat, i3 het voor do
Regeering, dunkt ons, onmogelijk, de in
voering van den zomertijd dftfc jaar maai*
c$> haar beloop te laten tot tijd en wijle
de lieer Braat fcd gelieven van antwoord
"O dienen. De wet is er; zgf geldt njog;
en zij eLscht tijdige vaststelling van den
dag, waarop de zomertijd intreedt.
Die dag kan van het jaar wel haast
geen andere zijn daai 22 Aprïl, waaneer
zoowel Engeland a's België tot den zomer
tijd overgaan, en dus dj verandering ook
hier te lande met de minste stoornis voor
het .verkc-er kan plaats, griioen Word:" ói_-
nu vastgesteld, dan resten den heer Braat
en de Eerste Kamer dagen genoeg, om
over het ontwerp van den heer Braat tot
een beslissing te komen. Hoe die beslis
sing Zal uitvallen, kan uit het VoOrlcfopig
Verslag der Kamer wel ten naastenbij wor
den afgeleid.
Mocht zij anders zijn, heit ontwerp onver
hoopt t-och worden?aangenom n, en ook de
Regeering neg vai koors veranderen.
hetgeen 'pok al w^nlg waxrochjjnjjjk moet
j worden geacht idan zom er nog niets
j verloren zgn, omdat dan het IrajJuit tot
I invoering van den '"'zomertijd dairmee van-
zelf kwam te verval .en.
i Wat in ieder geval niet duldbear is,
is dat de uitvoering van de wet op de
I wijze, als nu plaats kan grjjpen, nog langer
geblokkeerd blijft.
•Dienstweigering,
j Aan de Memorie van Antwoord op het
voorloopig verslag bereffende het dienrt-
weigeringsontwarp is het volgende on lsznd:
Do verlenging van den diens'.tgd is niet
als straf bedoeld, maar als een middel,
waardoor den gewetensbezwaarde, die zich
zij het op zijn verzook en nx beslissing
van de overheid on'.trekt aan den pri-
mairon Staatsplicht,' om mede te werken
aan do handhaving! vao onze on-afhanke
lijkheid, esn zoolaöige andere plicht kan
worden opgelegd, dat hij daarvan geen voor-
deel geniet, integendeel «een cffer brengt,
waardoor eenïgermate een waarborg wordt
verkregen voor den ernst der bezwaren.
Aan de ernstige bedenking., tegen het
ontwerp door sommige leden geuit, dat het
van te beperkte strekking zou zijn en dat
huns inziens de' regeling moet worden uit
gebreid tot hen, die het bestaan van leger
en vloot veroor deelen, om lat zfr dit slechts
instellingen achten in het belang van een
slechte zaak, de instandhouding van de kar
pitalistische maatschappij, kan niet worden
tegemoetgekomen. De overheid heeft de naar
van God opgelegde roeping te vervullen,
en wijko slechts voor de uitspraak van het
geweten, niet voor afwijkende staats- en
maatschappijbeschouwing, die gericht is te
gen het overheidsgezag al3 zoodanig.
Voorts kon niet worden ingertemd met
do meening, dat onder „gewetensbezwaren",
waarvan wordt gesproken in (nieuw) arb.
183 der Grondwet, en zelfs onder de „ge-
moedsbeizwaren", waarvan sprake is in do
motie-Drion, bezwaren van politieleen aard
een plaats zouden kunnen vinden.
Het ontwerp voldoet, naar de meening
van den Minister, aan de elschen van voor
zichtigheid, vooreerst door de vertelling
te beperken tot ben, dio zich in strikten prt
in hun geweten gebonden achten en voorts
door dezen dan alleea van hun wettelijke
verplichting vrij te stellen, wanneer zij daar
tegenover gedurende eon langoren diemstr-
tijd diensten aan de gemeenschap' bewezen.
Waarom des&e poging* zeer weinig geslaagd
kan wórden -genoemd, ïs zonder nadere mo
tiveering niet duidelijk.
Met betrekking tot het geboelte van de
toelichting, waarmede sommige leden zich
minder ingenomen verklaarden, merken do
Ministers op, dat het ontwerp blijkens art.
1 aldus is opgezet^ dat vrtfrtelling niet
Wordt verleend dan aan lien, voor wiens
bewustzijn de vervulling ~v,an den dienst een
conflict zou doen ontslaan met het gebod:
Gtf zult nieb dccden. Moet nu echter nog
naden de pisch worden gesteld, dat het
conflict ook door den betrokkene zelf als
Van godsdiens tigen aard wordt beschouwd^
dat met andere woorden hij den goddo-
lftken oorsprong van het evenbedoeld'o go-
fVod uitdrukkelijk erkent? De Ministers zou
den meenen, dat men zoover niet moeö
gaan, doch dat het voldoende is, dat het
gebod als norm met volstrekt gezag zich
aan den betrokkene oplegt.
Aanvankelijkwas de gedachte van 'do
Ministers, dat de ingevolge art. 3, sub b
te werk gestelden wel ontheven zouden wor
den van den anilitairen dieost, doch dat zij
overigens als militair zouden moeten wor
den beschouwd en dus ook voor eventueele
vergrijpen veer den militairen rechter zou
den moeten verschijnen, uitgezonderd voor
feiten in de artt. 5 en 6 van Tiet ontwerp
omschreven.
Intusschen heeft nadere overweging, medö
van den tweeslachtigen toestand, die aldus
met betrekking tot de jurisdictie zou wor
den geschapen, tot de slotsom geleid, dat
het beier is en trouwens ook, in; vor-
bana met den aard der in deze bedoeld^
gewetensbezwaren, principieel juister
vrijstelling van den militairen dienst te yer-
leenen p.q. het militair verband Van de»
betrokkenen op te heffen. Hun positie be
hoeft dan echter nadere regeling, welke in
tusschen bij een voorziening ingevolge art.
9 kan geschieden. Wat verpleging, voeding,
tcelage betreft, zal daarbij moeten worden
aangesloten aan de militaire regelingen; en
er zullen mede bepalingen cmtrent de tucht
kunften worden vastgesteld. ïn de wet moet
dan alleen nog dp strafbepaling ook tegen
het zich onttrekken aan de tewerkstelling
worden opgenomen. Art. 5 i3 aldus aan
gevuld.
Een regeling, voor dienstweigeraars, wier
belangen niet dcor dit ontwerp worden be
schermd, zou echter in dit ontwerp niet
op haar plaats zgh. Al ware zulks heti
geval, dan nog zouden de ministers tegen!
een berechting als voor politieke gevange
nen, zoo als die In andere landen bestaat,
bezwaar maken, omdat een dergelijk stelsel
zcu ontaarden in een propaganda-middel voor
politieke dienstweigering.
De Regeering is niet bevó'egd, de dienst
weigeraars, die zich thans in arrest moch
ten bevinden, in vrijheid te d-óen stellein;
wel wordt aan den dienstplichtige, die meent
onder de bepalingen van dit ontwerp te
kuiler, vallen, op zrjn verzoek uitstel van'
eerste oefening verleend.
De steenindustrie.
De heer Arntz, lid van de Eerste Kamer,
heeft aan dan Minister van Arboid, Handel
en Nijverheid de volgende vragen gericht
betreffende de malaise in de steen'ndurtrie:
ïs het den Minister bekend, dat ten ge
volge van de malaise in de sleenindustrie
en de dientengevolge ontstane lage loonam,
die de fabrikanten moeten geven, om nog
te kunnen doorwerken, een groot deal der
fabrieken stilligt, wij'l de arbeiders voor
die loonen niet willen werken?
Is het den Minister verder bekend, dat
het mogelijk is, dat nog meerdere fabrieken
kernen stil te liggen?
Is het den Minister bekend, dat een en
ander het gevolg is van de door den Mi
nister gevolgde betonpolitlek, nameljjk den
fcetcnbouvv te beschermen?
Is de Minister bereid, ten einde weer
een normalen toestand in de steenindustrie
te krijgen en de werkloosheid tegen be
gaan, in tegenstelling met de thans ge
volgde politiek den baksteenbouw uitslui
tend te subsidieeren?
De heer Haazevoet, lid van de Eerste
Kamer, heeft aan dien Minister de volgeanie
vragen gericht in zake de dreigende uit
sluiting in de steenindustrie:
Is de Minister bereid aan de Kamer mede
te deelen of door eon of meer der part^en
bp de dreigende uitsluiting in de steenin-
dustrie reeds de bemiddeling van Zijn Ex
cellentie verzocht is en of dit verzoek in
gunstige overweging is genomen!
Indien door één of meer dezer partgen
geen verzoek tot bemiddeling is gedaan, is
Zijn Excellentie dan niet bereid, zpn bemid-
1 deling z»o mogelijk nog deze week aan
te bieden, ten einde een ramp van zulk
i een omviangrpk conflict en een belangrijke
stagnatie in den woningbouw te voorko
men ?-
Opruiing?
Do heer Marobaint, lid van de Tweede
Kamer, heeft den Minister van Justitie de
volgende vragen gesteld
I. Heeft de Minister zijn aandacht ge
schonken aan het artikel ,,De eerste jaar
kring" van dr. Emille Vervicrs in heb
weekblad „Katholieke Staatkunde" van 5
April 1923, met name aan do hieronder
volgende zinsneden?
,,Er dient dus eens een radicale oprui
ming gehouden te* worden èn onder de in
stelling, èn onder de personen van het
tegenwoordig regime. Ook dit is weer een
nieuw verworven inzicht, dat ons aanvan
kelijk nog niet voldoende eigen was, om-
dat wij meenden, dat met wijzigingen in
de opinies volstaan,kon worden.
En ben slótte is het' ons ook steeds dui
delijker geworden, ,da't degewonechte ver
anderingen niet komen kunnen door over
reding en ctadr de groote massa te over
tuigen, zóoals 'vele' moderne democratische
Katholieken meenen, doch ook door ge-
weldmididlelen. Heb zwaard en do tucht-
roedo zullen ten laatste den doorslag móe
ten geven.
Het is immers absurd te veronderstel
len, dat onze door en door zieke maat
schappij weer gezond gemaakt zou kunnen
worden, door alle menschan te overtuigen
vafl het nut van saneeringsmaatregelen.
Voordat op deae democratische wijze de
laatste man overtuigd zou zijn, ware de
heole maatschappij reeds ton gronde ge
gaan-
Natuurlijk mag deze kordate gezondma
king niet buiten leiding van de rede plaats
hebben. Het geweld mag niet redeloos zijn
anders bereiken wij averochtscho resul
taten, als in Rusland. Dooh naar onzen
smaak behoeft alleen de kleine levens
krachtige kern overtuigd te worden. De
groote menigte heeft slechts te volgen en
te gehoorzamen. Eh de kleinere gToep
van democratische nijdigaards cn dwars
drijvers moéten dan maar naar Ttaliaan-
soheri trant met een eind hout bewerkt
worden.
Dit alles moge oppervlakkig wat bar-
baarsek en oorlogzuchtig klinken, doch bet
is het eenig juiste standpunt. In allo
groote tijdperken van de geschiedenis is
het materieel geweld in dienst geweest van
den vooruitgang. En naarmate dit ge
weld meer foeheersoht werd door de rede
lijkheid en bijgevolg ook door de- zedelijk
heid, was het vruchtbaarder. Denk bij
voorbeeld aan de kruistochten en hun ge
weldige vruchtbaarheid voor do Burepee-
8che besohhving.
Wil de levenskrachtige kern geen ge
bruik maken van redelijk geweld, om onze
beschaving te redden, dan zal hij zelf door
onredelijk geweld vernietigd worden. Er
is geen keuze. Trouwens, een maatschap
pij, die zou terugsohrikken voor geweld en
alleen uitkomst zou verwachten van de
ziekelijke democratische methode der over
tuiging, i8 reeds vcróofrdleeld.
Wanneer wij dus het parlement bijvoor
beeld een rampzalige instelling vinden,
dan moeten wij niet zoo lang zeuren tot de
laatste Nederlander ook openlijk durft) er
kennen, wat thans reeds iedere Nederlan
der voor zichzelf erkent. Maar dan heeft
de levenskrachtige kern een kort en kloek
besluit te nemen en laat zulke schadelijke
vergaderingen eenvoudig, met kwaje hon
den uit elkaar jagón.
Dc verspreiding van deze denkbeelden
is óns zeer gemakkelijk gemaakt, door de
resolute houding van onzen groobcoi Ita^
liaansohen geestverwant Benito Mussolini.
Niet dat deze man ons nieuws geleerd
heeft; want tien jaar geleden stond de
weg dien hij bewandelt ons al duidelijk
voor den geest. Maar wel beeft hij het ons
zeer gemakkelijk gemaakt door zijn.
kloeke houding, om deze methode bij ande
ren ingang te doen vinclen."
II, Is de Minister niet van oordeel, dat
do Dublioatic van het bovenstaande, vol-
BINNENLAND
Officieuze uitslag Statenverkiezingen.
Memorie van Antwoord aangaande het
diensiweigerings-ontweip.
De samenstelling van het Nederlandsch
Voetbal-elftal.
Het dralen met den zomertijd.
BUITENLAND.
Nieuwe onofücieele besprekingen tusscheH
Frankrijk en Engeland?
Weer Iersche rebellenleiders gearresteerd,
j De jacht op de Valera c.s. wordt voortgezet
Bevredigende regeling inzake het incident
in het Engelsche Lagerhuis.
Werkloozen relletjes te Dnisbnrg.
gons bet Wetboek van Strafrecht, zelfs
buiten de wijzigingen, daarin gebracht-
door dc zoogenaamde Antirevolutie wet
van 28 Juli 1920, Stsbl. no. 619, is eeD
strafbaar feit? (Opruiing tot een strafbaa-r
feit, art. 131, het door geweld of bedred-*
ging met geweld uiteenjagen van een ver
gadering van de Kamere der Staten-
Generoal, art. 95, en het versprei dings*
artikel 132).
III. Oordeelt die Minister, waar de Re
geering een bijzondere bescherming van
het Noderlandsohe volk noodzakelijk heeft
geaoht door de Antirevolutie wet, van zijn
standpunt hier niet een strafvervolging
noodzakelijk, al heeft de Regeering zich
in 1920 do toepassing van soortgelijke be
palingen gedacht op feiten, gepleegd door
personen van amdero Staatkundige over
tuiging dan die schrijver vg,n het in de eer
ste vraag bedoelde artikel?
Bij Kon. be3lirit is de e ere-medaille^
verbonden aan de orde van Oranje-Nassau,
toegekend: in goud, aan: H. van Bruggen,
eervol ontslagen hoofdopzichter dor gemeen
te-plantsoenen te Apeldoorn; in zilver, aan;
N. van Lingen, foosehhaas in dienst van
den heer G. G. D. d'Aumiale baron van,'
Hardenbrook, te Lopikerktapel; aan Lam
bert us van Heugten, hoofdoprichter van de
Maatschappij van de Griendt's Landexploï
talie, te Griendtsveen; aan J. Leupe eu
A. J, de Goey, onderbazen bij de firma
J. en A. van Rossom, te Rotterdam.
De Commissaris der Koningin in Zu'uK
Hc-lland heeft een circulaire aan de bur-
gemeesters, hoofdcommissarissen (en com-
biissarissen van politie van gemeenten in
(Zuid-Holland gericht," waarin wordt mede-
gedeeld, dat, naar de meening van deb1
Minister van Jurtitie, de z.g. echietmaskers^
die worden gebezigd voor het dooden van
slachtvee, geacht moeten worden niet te
izijft vuurwapenen in den zin der Vuurwa>
penwert 1919. Hetzelfde geldt voor andera
vormen van apparaten, waarbij door ont
ploffing van een patroon een pin in deö
kop van slachtdieren wordb gedreven, ook
al is aan dat apparaat niet bepaald eetf
masker verbonden.
De voor die slachtveeapparaten te bezi
gen patronen mceten echter op één ljj'n!
worden gesteld met de revolverpatronenL;
De Raiad van Rotterdam beeft dem
vermenigvuldigingsfactor voor de plaatse
lijke inkomstenbelasting voor het belastng1-
jaiar 1923»—'24 vastgesteld op 1,1.
Het denkbeeld, om in do uitbreiding!
'Zuid te Amsterdam een groot ziekenhuis
te doen verrijzen, is, naar heb „Hbld.'8
meldt, voorgoed van de baan.
Het door het Hof te 's-Gravenhage
gewezen, voor den heer Van Stari gunstig
arrest, is aanleiding geweest tot een hul-
debetooging te chens opzichte. De heer Van
Staal, die te Rotterdam zaken drijft, vond
op zijn kantoor een bloemstuk van Rotter-
damsche partijgenooten cn bloemstukken
van personeel en vrienden. Toen hij 's na
middags aan zijn privé-adres te GoucJa
kwam, waren er niet minder dan Veertig
bloemstukken, o(m. van de Goudsche S.D.
A.P., de Vrouwenclub, Ned. Verbond van
Fabrieksarbeiders, Goudschcn Bestuurdcrs-
boneï, Goudsch Weekblad en van den Bpnd
van Politiepersoneel in Nederland, afd-
Gouda, 's Avonds hadden zich velen vóór
on om zijn woning verzameld, cn brachten
hem, gesteund' door hét muziekkorps „Zang
cn Strijd'?, een ovatie.
Hij werd door den voorzitter van de afd.
der S.D-A.P. toegesproken. Van liet bor
des zijner woning^aPralc cle heer Van Staal
dc menigte too en sprak zijn ('ank uit.
Daarna trok men naar liet Volksgcbouw
„Ons'Huis." De heer Van Staal wcrcl door
een deputatie van huia gehaald en ook daar,
voerde hij het woord.
O ra. werd door hem hulde gebracht nan
zijn verdediger, mr. Mendels.
Naar ,,De Tel." veineei^t, is ccn
commissie benoemd onder voorzitterschap;
van den heer O. van der Voort van Zijp,
lid van de Tweede Kamer, die een onder
zoek zal inetiollen „naar de oorzaken,
welke hebben geleid tot de onverantwoor-