Wï k
m
mrm
Eindelijk weergevonden
ju
i
No. 19351.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 April.
Derde Blad. Anno 1923.
SOUVENIRS AAN SARAH BERNHARDT.
VOOR DE HUISVROUW.
C. FOK.TMANN
Echte Gouda Plateel
SPORT.
FEUILLETON
II.
Dat was een avond tijdens de groote over
stroomingen in Parijs. De priemière van
Chanlecler was uitgesteld. Sarah speelde
voor de noodlijdenden „L Aiglon
Ze had zijn geest opgeroepen in 't korte
half uur voor haar optreden, dat ze voor zich
hield in den langen werkdag.
En 1'Aiglon was gekomenen leefde
in haar.
L'Aiglon!
Pauvre petit Due de Reichstadt, door
Rostand en Sarah eindelijk „verklaard" voor
het volk dat hij liefhad.
Daar zalen er in de zaal, en wij waren
onder deze, die het tien, twaalfmaal gezien
hadden, die de text bijna van builen kenden
en die toch kwamen om het weemoedig
einde van een glorieus épapée nogmaals en
nogmaals mee le maken.
De geest van l'Aiglon zweefde rond Sarah.
Ze was gec.i oude vrouw, ze wis een jonge,
man een jonge zwakke man met opilik-
keringen van den heldenmoed van „l Aigle
die zijn vader was, met inzinkingen en ver
twijfelingen, te feller naarmate lnj even de
geest van den grooten in zich had voelen
opstaan.
L'Aiglon keek op naar het volk dat zijn
Vader zoo liefhad en leed met hem, het
zware leed der overstrooming.
Toen deed Zij, de Groote, wat die Andere
Groote gedaan zou hebben, wiens kind ze
was, wiens Wil ze moest voelen: „au bord de
la Seine, au milieu de ce peuple gri el avait
tant aimé". In haar witte costuums van de
Oostenrijksche garde, het gehate costuum.
dat was een uiting van Metlernichs geraffi
neerde haat, daalde ze af, zij de Moeë, wien
loopen een last, een pijniging was en op
een zilveren schaal vroeg ze de aalmoes van
heel Parijs. Veel onvergetelijke momenten
heeft Sarah Bernhardt ons arme menschen
geschonken. Ik behoor tot de zeer bevoor
rechten, die er vele meegemaakt hebben,
maar dat dat spontaan zélf doen, wat an
deren opgedragen was, dat bracht ons allen de
Goden nabij; dat deed ons Sarah „liefheb
ben", met meer dan de platonische liefde van
toeschouwer lot actrice.
Sarah, voor mij en voor vele anderen, is
meer geweest dan de ideaal actrice. Ze was
"de draagster van een groot, écht menschelijk
gevoel, dat niet bestond uit vage broeder-
schapsthcorie, met daarachter als praktijk
het „houd wat je hebt en zie te krijgen wat
je kunt", maar dat zich in het dagelijksch
leven gelden deed en omzette in daden.
Dat was weer een anderen avond. Parijs
lag onder de sneeuw en het vroor dat het
kraakte. Sarah had „La Samaritaine" ge
speeldWij allen, en er waren vele trou
wen, wachtten op haar om de weelde
van een glimlach of een blik. Het toeval had
me het dichtst bij de deur geplaatst waar
door ze komen zou.
Opeens hoorde ik haar voix d'or. „Doublez
les gages if fait un temps de chien!" Ik was
de eenige die liet hoorde. Alle kleine em
ploye's merkten het dien avond le laat
om haar te bedanken maar daar ging het
niet om. Sarah hield niet van dank; ze had
een soort kuische schaamte voor haar wel
daden.
Een middag weer. In het boudoir boven
het theatre
Iemand vroeg: „Vous écrivez des mémoi
res?"
„Que voulez-vous? Vanitas. vanitatum,"
en ze lachte.
Hoe weinig ijdel was ze eigenlijk! Ze liet
graag van ZLch spreken vroeger. Maar
zeker niet uit ijdelheidl Ze had zich trou
wens alles kunnen permilleeren, zonder dat
wie ook, haar daarvan had kunnen beschul
digen. IJdelheid is alleen, een vertoon van
glans, die iemand niet toekomt. Sarah Bern
hardt had recht op alles, want ze was de
grootste van ons allen. Als ze er van hield,
van zich te doen spreken, was het, omdat
ze de benepenheid haatte, en wie weet, graag
chongeerde wat haar aanbad zonder
moed. Misschien ook was het haar behoefte
zich uit te leven ook buiten de emoties van
haar rollen, in emoties die haar eigene wa
ren
„Fortuinen heeft ze door haar vingers la-
ton glijden" zegt men.
i Volkomen waar! Maar kwam het haar niet
toe? Kan men behalen dat wat ecnig, wat
I niet te remplaceeren is?
Sarah Bernhardt was de Godin, die de
j hoorn des Overvloeds toekwam. Ze telde geen
j geld, ze dacht niet aan geldIn de jaren
i van haar glorie kende ze geen zorgen
en toen die kwamen door een geliefd wezen,
j beschouwde ze niet die ze haar aandeed,
maar beschouwde ze „de zorgen" als vijan-
l den, en zweeg zc dood, wcnschle ze te ne-
j geeren.
Ach en toch heeft ze zich gewonnen
moeten geven. Diezelfde stad Parijs, die haar
nu als „eereburgeres" begraaft heeft haar
niet altijd liefderijk en royaal behandelt.
Immers het Theatre Sarah Bernhardt was
het eigendom van de Stad.en de huur.
't Is te hopen, dat het nageslacht, als het
eens de glorie der grootsten onzer tijd voor
zijn kinderen nieuw te boek stelt, en snuffelt
in oude documenten sommige bescheiden
niet vinden zal.
„Quelle surprise, mes enfants!" Ze had den
moed om het le zeggen toen ze „eindelijk"
het Légion d'Honneur kreeg. Eindelijk! En
ook al de bitterheid, die hieraan vooraf ge
gaan was, moge het nageslacht vergeten;
opdat niet blijke dal wat deze Divine" gaf,
te verre overtrof wat ze ontving!
Voor ons, die haar gekend hebben, die de
volle zalen gezien hebben, gemeduseerd on
der haar bekoring, trillend door haar emoties,
levend, licvend, lijdend en stervend met
liaar, is dit niet zoo. Wij weten dat ze ont
ving, meer dan de Goden kregen. Maar 't
nageslacht, dat haar niet gekend heeft
cn onze aandoeningen niet vermoeden ol
peilen kanT houdt alleen rekening met fei
ten en dan zal liet oordeel fèl zijn tegen
ons.
Sarah Bernhardt in de Tooneelkunst sluit
een epoque af, zooals Thijs Maris dit deed
voor de schilderkunst en wie weet, ook de
initialeur van Gogh die Stichter en laat
ste glorie was van zijn school.
Met Sarah Bernhardt sterft de romantiek.
C'est.fini!
Met Sarah Bernhardt sterft Phèdre en
l'Aiglon sterven allen die zij was en die
geene vertolken kan als zij.
Sarah Bernhardt stond voor de klassieken
en voor het romantische epapécDaar
mee is het nu gedaan.
Parijs, Frankrijk, heeft nu geen tegenwicht
meer voor zijn moderne adultère en verlei
dingsstukken.
Zonder Sarah Bernhardt mist haar réper
toire de macht, dit verfoeilijk verknoeide ge
slacht, ten minste van tijd tot tijd naar het
„goede en groote" te trekken.
Want verfoeilijk is onze smaak verknoeit.
Wc aanbidden Charlie Chaplin's, Mistin-
gueltes en Revue-diva's. We zoeken ons heil
bij het afbrekende, meenend dat dit hoort
bij onzen tijd. We sluiten de oogen willens
en wetens, anders zouden we toch zien, hoe
we door de middelmaat geregeerd worden,
hoe onkundigen ons hun knoeiboel op alle
gebied opdringen.
„Oh," hoorde ik van een „beeldend" kun
stenaar zeggen, „hij is zoo mooi als de Egyp-
tenaren." De juffrouw, die het zei, was nooit
uit Steenwijk geweest. Toen wij het werk
zagen glimlachten we. Slappe, verwaterde
knoeiboel met Egyptische pretenties....
Zoo is alles. Onze smaak is verknoeid.
Royaards heeft het moeilijker dan Nap de
la Mar of een gezelschap met lekkere adul
tère stukken.
Sarah Bernhardt in deze verknoeide
wereld, waar gelijkheid synoniem geworden
is, met algemeene verdierlijking was een
tegenwicht.
Zij durfde nog schoone. romantiek brengen
en het gelukte haar met haar luister, de
vieze moderne rommel in 't ware licht te
stellen.
Parijs, Frankrijk, de wereld, verliest niet
alleen een actrice we verliezen ook een
profeet; een prediker van 't goede schoone
Na .Sarah Bernhardt's verdwijnen, is de
taak van Royaards en eenige anderen weer
verzwaard.
De grootste in den strijd tegen de invasie
van het vulgaire is gevallen.
Op 't veld van cerl Tot het laatste toe is
ze gebleven dc geest van haar gezelschap..
I Men speelde L'Aiglon toen ze stierf....
L'Aiglon! één van de rollen,-waarin ze heel
haar groote ziel scheen le geven....
Toen het doek viel bij het annonceeren
van haar dood ging een huivering door
de zaalDoodsche stilte.
Wie was hety die zich verbeeldde Sarah
Bernhardt.en l'Aiglon hand in hand te.zien
vóór het neergelaten doek?
Een hallucinatie? There arc more things
in Heaven and on Eeartht
ET LEN FOREST.
Hesft u er ook-soms zt>o'n last van, dat
u v puddingen, wanneer er jam of stroop
dno"- is gekookt, niet mooi uit den vorm
komen' De ïout schuilt dan da.irm, dat
u uw pan niet genoag heeft ingevet. Het
is n.l. niet voldoende om deze met een
gevet papiertje uit te wrijven, u moet lie
ver een beetje vet in eón klein© pan up-
lcrsen en dan daarmee uw puddingvorm
terdege uitsehrobben vóór u de jam en
in doet.
Niet iedereen denkt er aan, dat een
groote fiesch van whiskey bijv., uitsiekend
dn nst kan doen (ook als zij leeg is) wan
neer u haar als deeg-rol gebruikt. Des
noods, als zjj niet zwaar genoeg is, doet
u er een beetje water in, maar dan goed
I afsluiten met de kurk, hoor!
Krenten moet u uitwasschen jn de ver
giet onder een heet-water-kraan; dan wor
den zij ten eerste goed schoon on ten
tweede zwellen zij op tot dubbele grootte,
j Vcor het drogen spreidt u ze dan uit op
groote schotels en zet ze vrij dicht lij
een vuur. Uw cakes en puddingen worden
extra lekker, wanneer u zooveel aandacht
aan de krenten schenkt. Het beste is om
zo den avond te voren uit te wasschen,
dan drogen zij 's nachts door en door.
Een paar aanwijzingen voor hst rein'gen
van huishoudelijke zaken zullen u welkom
zijn, nu de schoonmaak-bacil woekert.
Ebbenhouten meubelen behóören eens per
week met een zacht lapje (bijv. oen ouden
zijden zakdoek), in olijfolie gedoopt, to wor
den opgewreven. Als het hout echter ver
waarloosd is, en dof is geworden, kunt
u het weer bijwerken door het mei een
weinig van het volgende politoer ta be
handelen: 6 d.L. lijnolie, 3 d.L. azijn, 3
d.L. wettige alcohol on 1/2 d.L. antimo-
nium-boter. Doe deze ingrediënten to za-
men in esn fiesch en schud het zoo lang
tnt zp geheel1 vermengd zijn. Wanneer u
er twee politoert, mag u er maar weinig
tegelijk van gebruiken; pas op met vuur
en licht; het is ontvlambaar! En hot is
vergift; dus zet het buiten het bereik van
kinderen en dieren.
Bamboes kunt u met warm zeepsop schoen
krijgen. Als hst slecht geverfd is, moet u
er hard met een nagelborstel, in gewoon
zout gedoopt, overheen schuren. Zoodra hot
droog is, wrijft 11 het af met een lapje,
gedrenkt in lijm. Na een paar üur ldesft
het absoluut niet meer en zien uw meu
belen er uit als nieuw.
Linoleum wordt het mooist, wanne or u
het eerst met een v/arm zeepsopje wascht
en er daarna met een flanellen lap, waar
warm water uit is gewrongen, en die ver
volgens in paraffine werd bevochtigd, over
heen wrijft. Daardoor verdwijnen alle vetto
vlekken. Als u het raam oven open iet,
trekt da paraffine-lucht dadelijk weg.
Een fluweelen hoed maakt u eerst rtof-
vrij met een vrij hard borsteltje. Houd'
hein daarna een poosje, in den stoom van
uw waterketel en borstel hem nog eens
zoo gauw als hij droog is. Als er nu
nog vlekken op zrjm blijven zitten, is dat
zoo goed als zeker te wijten aan vet. Ver
meng wat bloem met petroleum en laat
dit papje drogen; wrijf het daarna tot poe
der en bewerk hiermee de vette vlekken.
Na een paar uur kunt u de poeder en
af borstelen en den hoed flink uitkloppen.
Indien de vlekken dan nog niet geheel ver
dwenen zijn, moet u dit proces nog eens
herhalen.
.Weet u wel, dat eigengemaakte boenwa3
altijd het best-o is? Het volgende recept
er voor kreeg ik van een motor-handelaar,
die het gebruikte om lak te politoeren;
ikzelf gebruikte het met veel succes voor
den vloer.
Koop b(j uw schoenmaker wat hielbal-
letjes, een combinatie van was en schoen
smeer,-waar de hielen glad mee gemaakt
worden; los twaalf bruino balletjes op in
een halven Liter terpentijn; doe dit mengsel
in een jampotje, zet dit ia een pan met
kokend water, dat u Lat doorkeken, ter
wijl u voortdurend roert, tot de ba!let;es
zijn opgelost. Als h-et koud wordt, stolt
de was; vóór het gebruik leunt u er dan
nog een scheutje terpentijn op doen om
het weer vloeibaar te maken.
Een ander onderwerp, dat bij de groote
schoonmaak ter sprake komt, is het „op
knappen" der kamers: frissche gordgnen,
een nieuw vloerkleed, een schoon overtrek
der slaapkamermeubelen, een aardige sprei
enz Denk er nu om, dat appüqué zoo
enorm veel succes heeft en dat bet een
genoeglijk werkje is. Vooral voor de jonge-
meisjes- en kinderkamer is het o:n gesonikt
ornament. Ongebleekte mousseline is het
beste materiaal om op te appliquesrea,
wanneer het voor een slaapkamer uco-dig
is; het staat frisch en het is sterk. Ge
woon gekleurd, effen linnen kunt u voor
appliqué gebruiken en dan heeft u nog
wat borduurgaren noodig voor het vast
zetten. Als u zelf aardig kunt teekenen.
is dat natuurlijk hot be te geschikt; doch
u kunt ook in alle handwerkwinkels goedo
oVerdrukpatronen koo-pan. Vóór u zo eohtsr
overtrekt, most u mousseline en linnaa flink
glad strijken. Het overtrekken en uitknip
pen is kinderlijk eenvoudig; maar de kuust
is om het netjes en pre'cibs te doen en
om wat oog te hebben voor het arran-
geeren der geappüqueerde stukken. Let er
op. dat de draad in de baide materialen
gelijk loopt en dus niet die van het. lin-
nei loodrecht op heb mousseline komt te
staan. Knip de l'innenstukken iets groofer
dan het dessin en sla dit surplus naar
binnen Rjjg dan do stukjes vast op heb
mousseline-en maak het ten slotte af met
ce» flanel- of keltingsteek langs derandj-.-a.
Ik zag laatst een snoezige jongemeisjes-
slaapkamer in dit genre.
Daar waren de overgordijnen, de badde-
sprei, het overtrek der vensterbank, tafel
kleedje en kussens alle geapp'.iqueerd; zoo
iets is natuurlijk alleen geschikt voor een
dergelijke kamer, waarvan ieder jaar do
inrichting varieert; anders zou het te spoe
dig vervelen. Maar een meisje van achttien
is in vollen groei, ook wat haar smaak
betreft, en zoo zal zij- het eene jaar niets
dan wit laquó meubelen en rose of lila
stoffeering wenschen, en het daarop vol
gende in een saliedo bui aiken gebeitsti
hout cn nauwe of wqnrcode aankleeding
pjefeereren.
De kamer, dis ik zag, was met oranje,
gele cn zwarte appüqué op oen roomkleu
rig fond, 'terwijl do .uitknipsels met een.
violotten draad waren omgewerkt. Maar
iedereen kan haar eigen kleurcombinatie kie
zen. De eene tiat der appliqué's moet iets
dc-nkerder dan de andere zijn en de draak
meet met beide harmonieeren.
Hier zijn nog wat ideeën: lavender- cn
turquoise-blauw met een gelen draad of
geel en turquoise blauw met can lurquoi-
sen draad; appelgroen on geel mot aan la
vender draad; ross on blauw met een draad
in een der beide tinten.
RECLAME.
Breestraat 122—124
Alleen-v c r k o o p voor Leiden
van het
van de Plateelbakkerij „Zuid-
Holland". Vergelijkt het echte
met alle andere soorten in prijs
cn afwerking. 5058
SCHAKEN.
Goede oplossingen ontvangen van de hee*
ren Paulides en van Os.
De oplossing van liet probleem van de vo
rige week was 1Tc3. De daardoor ontstane
dreiging Lf3f wordt dan gecoupeerd, door
een zwart stuk op f6 le zetten, waardoor da
dame het paard op 15 niet meer dekt. Bij
zonder aardig zijn al die zetten, waarbij de
stukken van zwart elkaar in de weg zitten.
Deze week een probleem dat de bekende
componist Mr. A. van der Ven mo toezond,
daarmee mij en de lezers verplichtend.
Mr. A. VAN DER VEN.
le publicatie.
J_I
mm
iïf
pi
pgl
1
Wit begint en geeft mat in twee zetten.
Wit: Kill, Dc2, Td2 cn f6, La5 en a6, I'a3
en f4, pid5 en e3.
Zwart: Kc5, Del, Tb8, La8 en a3, pib5,
17 en h2.
In een onlangs le Kampen gehouden si-
multaan-séance, speelde Dr. Lasker met mij
de volgende parlij:
F. K.
Lasker
e4
e6
2.
dl
d5
3.
Pc3
PI6
i.
Le»
Le7
5.
e5
Pfd7
6.
Le7:
De7:
7.
Dd2
0—0
8.
ii
cö
9.
Pb5?
Deze zet behoort hier niet thuis.
Met Pf3, g3 cn Lg2 moet wit trachten de
zwakke pionnenstelling te versterken.
9.
10.
11.
12.
13.
c3
P/3,
cdl:
fc5.
Pc6
f6
cdl:
fe5:
Misschien is deö: beter.
Maar wit's centrum is al weinig meer
waard.
13.
a6.
14.
PJ6
Tf3:I
14.
gf3:
Dhlt
16.
Df2
Pel.l
kwaliteilsoffer, dat Bilgner ook
is zeer kansrijk, naar men ziet,
17.
Tel
Pf3:1-
18.
Ke2
Pdif
19.
Kei
DI2:t
20.
Kf2:
Pc6.
21.
Lh 31
Pf8
22.
Kc3
Ld7
23.
Pb7:
Pe5:
21.
Pcó
Kf7
25.
b3
Ke7
26.
Thfl
g5l
27.
Kd4
Kc6t
28.
Kc3
Le8
29.
Teel
Pd8
30.
Kdl
Lf7
31.
Tf2
a5
32.
Tefl
Tb8!
33.
Tf6.
g4l
34.
Lg2
Tg6
35.
Tlf2
h5
36.
Pe6:
Ï>e6:f
Opgegeven.
P. FEENSTRA KUIPER.
Uit het Engels van ADELINE SERGEANT.
6)
„Ik heb verdriet," zei Catherine zacht.
„Dat is alles, wat ik zeggen kan, Martha.
Kan jc het overige niet vergeten?"
Ja, arm schaap, je hebt verdriot ge
kend, dat is gemakkelijk te zien',, zei Mar
tha, nu week geworden en verlangend te
troosten, waar zij getracht had to wonden.
„Het is nu alles over en voorbij en je moet
probeeren het te vergeten. Neem nu je me
dicijn als een braaf meisje, cn je kunt nog
lekker slapen vóór theetijd." En als Mar
tha haar. voortaan alleen sprak, noemde zij
liaar eenvoudig Kitty", zooals zij vroeger
gedaan had, cn bewaarde het „juffrouw
Catherine" voor deftige aangelegenheden.
En men merkte op, dat Catherine gelukki
ger met haar dan met iemand anders in
Kuis scheen te zijn.
Het was pas tegen midden in den zomer,
dat zij in het gewone familieleven begon to
deelen. Zij kwam voor de maaltijden bene
den, maar zag cr bleek en lijdend uit en
sprak bijna nooit uit zichzelf. Tevergeefs
was mevrouw Holden vriendelijk en zacht,
want. zij had heimelijk medelijden met het
meisje, wier verwachtingen zoo wreed te-
leurgesteld waren; tevergeefs gaf John
haar met ongewone edelmoedigheid ge
schenken een levensbron scheen opge
droogd te zijn en haar leven woest gemaakt
te hebben.
„Laat haar tijd," zei Dora Carlton, Johns
zuster, die in den herfst een week te Fair-
ford logeerde. „Zij zal er na een tijd over
heen komen." Maar de tijd ging voort en
Catherine gaf geen blijk, dat zij weer tot
gezonden levenslust terugkeerde. En toen
werden moeder en dochter beiden ongedul
dig en zeiden, dat het goed zou zijn als
John zijn oude liefde voor Kitty vergeten
kon en een vrouw trouwde, die hem een
prottig thuis zou geven, een goede vrouw
voor hem en later een goede moeder voor
zijn kinderen zou zijn. „John verknoeit zijn
leven," zei Dora, practisch. „Het is al hard
genoeg hij zal zoo hard als steen worden,
als hij niet trouwt."
Dora was even slim en helder van hoofd
als haar moeder en broeder, maar zij was
in een andere school geoefend. Haar echt
genoot was een liefhebbend, warmvoelend,
slecht bij kas zijnd man, voor wien koel
heid en hardheid even ongelooflijk cn on
mogelijk waren, als zij natuurlijk schenen
in het huis van de Holdons. Dora's aange
boren gevoeligheid had aan zijn wenschen
beantwoord, en het gevolg was, dat zij met
al haar gezond verstand en scherpzinnig
heid ieder jaar hartelijker, verdraagzamer
en ruimer van opvatting werd. Er waren
veel menschen, die zeiden, dat Dora Carl
ton de liefste vrouw van de wereld was.
Kitty had altijd van haar gehouden, en
toch, in de ure van haar leed, kon zij zich
evenmin tegenover Dora uitspreken als
tegenover mevrouw Holden of haar reef
John. Misschien kwam drit, omdat zij in
stinctmatig gevoelde, dat zij haar geen
troost konden geven, die ook maar iets
hielp. Zij had meer noodig dan zij konden
geven. Zij gaven baar bet uitzicht op een
goed inkomen, een vaste positie, gpmak,
zelfs weelde, toewijding en achting. Wat
waren deze waard voor een bloedend bart
als het hare?
Zelfs Dora zag en begreep, dat het on
mogelijk was de arme Kdtty van deze voor-
deelen te doordringen. En daarom zag zij
ook, dat Kitty geen goedo vrouw voor
John zou zijn.
Maar de moeilijkheid was, om John, en
zelfs de moeder van John, do zaken van
haar standpunt te doen bekijken.
„Het helpt niet," zei Dora bij baar vol
gend bezoek aan Fairford. „Moeder, u
moet hierin verandering brengen. Waarom
noodigt u geen andere meisjes uit John
wordt misschien wel op één van haar ver
liefd. "-
„Wij hebben in den laatsten tijd wc-inig
menschen ontvangen," zei mevrouw Hol
den met tegenzin. „Wij hébbon er nu geen
lust in, Dora. En ik geloof, dat de men-
sohen het huis vermijdener is heel wat
over Catherine gepraat."
„Dat zal u maar erger maken door nie
mand hier te vragen. Er zijn er genoeg,
dio graag zouden komen. John is in op
komst. Daar zijn de Spencers en de lioth-
wells; zij hebben dochters."
„Het zou mij erg spijten, als John met
Fanny Rofchwell trouwde," zei mevrouw
Houden soherp.
„Het is niet zeker, dat hij haar wil
trouwen. Maar laat hem andere meisjes
zien, moeder. John is geen kind, dat om de
maan blijft huilen als hij ziet, dat bij ze
niet krijgen kan.-'
„Je hebt misschien gelijk, Dora. Ik zal
zien, wat ik doen kan," zei haar moeder.
En het onmiddellijk gevolg van Dora
Carltons bezoek was een reeks stijve
diners, waarbij Catherine weigerde te
verschijnen, en do voorstelling van John
Holden aan een aantal meisjes, die hij
heel vervelend scheen te vinden.
HOOFDSTUK IV.
Fanny Rothwell bemoeit er zich mee.
„Jchn Holden, welja! Ik donk, c'at ik
wel wat beters kan krijgen," zei Fanny
Rothwell, cn zij stak haar aardig neusje in
do lucht.
Eanny Rothwell was het meisje, dat me
vrouw Holden niet graag als Johns vrouw
zou zien. Misschien voelde Fanny, dat dc
oudo mevrouw niet van haar hieldin
ieder geval betaalde zij met dezelfde munt
terug, en voegde er nog een zekere min
achting bij, die meer voorgewend dan wer
kelijk gemeend was. Want eigenlijk was
John Holden toch geen man, om bepaald
veracht te worden, zelfs door Fanny Roth
well, wier vader burgemeester van Fair
ford en een der rijkste katoenfabrikanten
van de stad was. Maar Fanny was zijn
eenige doohter, en voelde, wat zij waard
was.
Wat haar persoon betreft, had zij eenige
reden om zichzelf hoog te schatten. Zij
was heel mooi, op de marnier van 'een
klein, Saksisch-porseleinen poppetje. Zij
had een huid als van lelies en rozen, krul
lend goudblond haar, groote, blauwe
oogen, een tenger figuurtje en fijn getec-
kende trekken. Zij maakte heel veel toilet,
en was dol op alle soorten van pretjes,
die zij krijgen kon, in de fabrieksstad
Fairford was er niet veel variatie in en
zij geloofde, niet ten onrechte, dab zij zeer
bewonderd werd. Zij had verscheidene aan
bidders gehad, maar tot nu toe had nie
mand haar ideaal van volmaaktheid be
reikt en toen haar moeder John Holdea
noemde, schudde zij haar hoofd en haalde»
haar schouders met groote minachting op.
Mevrouw Rothwell was eenmaai mooi
geweest op cbzèlfdo teere manier ala
Fanny, maar in mindero mate. Nadat zij
verwelkt cn van middelbaren leeftijd, was,
vestigde zij aj haar verwachtingen en be-*
langstelling op een min of meer knorrige
manier op haar dochteren het eouigo
doel van haar leven was Fanny goed ge
trouwd te krijgen.
„Je behoeft niet zoo laag op John Hol-
den neer te zien, vind ik," zei ze met een
ontevreden stem. „Het meisje, dat hem
krijgt, zal gelukkig zijn, zeg ik je. Je va
der zegt, dat hij een der bekwaamste man
nen in zaken is, dien hij ooit gekend
heeft; cn dat hij binnen korten tijd da
eerste man van Fairford zal zijn."
„Laat hij maar met zijn mooie nicht
Kitty trouwen," zei Fanny minachtend.
„Ik zal toch wel willen weten, wat er met
haar gebeurd is. Ik weet zeker, dat ieder
een, twee jaar geleden, zeide, dat zij wegj
geloopen was om te trouwencn nu 13 zij
weer thuis cn wordt, net als vroeger, juf
frouw Holden genoemd. Ik probeerde Dor»
Carlton uit te hoorca, maar zij was vree-
selijk onhebbelijk, en zei, dat het mij niet
aanging. Als ik in do familie trouwde, zoijt
het me wel aangaan, zou ik denken."
„Dan zouden zo je zeker er allo3 cJfl|
vertellen," zei mevrouw Rothwell, handig.*
„Maar," opeens van tactiek veranderend,,
„het is niab prettig verwant te zijn aan
een familie, waarin zulk een schandaal is.-'
Je hebt gelijk, Fanny j je kunt beter trijp
gen."
(Nadruk verbod