VOOR DEJEUGD 5 IEIDSCH DAGBIAD No. 14. Zaterdag 7 April. Anno 1923 «1» 1 April. V9« door G. H. Toen Hans de Veer den 31sten Maart- fe avonds in bei lag, verheugde hij er zich echt cp, dat het den volgenden dag 1 April zou zijn. Wat zou hg de huïs?enooten fop pen, te he^inn^n "maf- M'ra die hem 'twas al weer een paar maanden geleden zoo lec/ijk had beetgenomen door hem, toen hij op een kouden morgen in Januari be neden kwam, op z$n vraag, of het vro-or, met een heel onschuldig gezicht te ant- oorden: 9 „Nou en Óf. De pook en de tang lig gen stgf onder keukenkachel. Ga maar eens voelen!" En Hans, nog erg slaperig, want als 'tbuiten koud is, is ^t water in de lam petkan ook koud en plonste hij zijn ge zicht niet zóó in $gn wasehkom, als hij dit anders wel eens doen kon, erg slaperig dus, was hij werke1 ijk gaan vpelen. Nee., maar, wat had Mina toen gelachen! Zij kon bijna, niet tot bedaren komen en 'tergste was nog, dat zg 'taan alle huis- ge necten verteld a en dea-e Hans natuurlijk smakel-'k uitlachten, 't Was ook zoo vree- sdijk dom! j Hans had sinds dien dag telkens er over gepeinsd, hce hij Mina nu eens foppen kon en to9n hjj eindelek wat bedacht had% had hij de uiivcorng van zgn P-^n tot 1 April uitgesteld. Dan zou het veel aardi ger zgn en zou hg meteen allen, die hem toen uitgelachen hadden, eens lekker beet nemen. En nu was het 31 Maart en zou het morgen 1 April1 zijh. Hans overdacht zijn fcpplannen nog eons good. Wat zou hg ze allemaal er tusschen nemen: eerst in de vroegte Mina. dan Modder, zijn ouder broer tje, Piot, Vader en zgn zusje Afariet je. Ii'ij bad zijn plannetje zóó goed voor elkaar, dat het niet zou kunnen missen. Hg1 "kan brina niet in slaap komen van opwinding, maar einde.ijk on.ierm_c KLas 'Vaak zich toch over hem en £!iep ljij als een roos. Den volgenden morgen hij had zijn •welker op zes iiur gezet; dat de3i hij wol' .meer om zijn lessen le leeren werd hij door het ratelend geluid wakker. Hans wreef •zier eens goed de oogen uit. „Ha! 1 April" dacht hij dadelijk. Vlug en zender gedruisch te maken .stond jïüj cp. Toen hg; klaar was, hoorde hij den wekker van Mina aficopen. Hg was haar •dus mooi vóór. Nn vlug naar beneden! Hè, 'wat kraakte die trap! Regelrecht ging hij naar de keuken, waai' ■hg de klok een uur vóór zette. Dit (leed |hi;, heel voorzichtig, daar hij niet graag feen ongeluk zou willen hebben, want dan ;7-c-u zijn spaarpot het weer goed moeten imtkea. Dat begreep hjj zelf maar al te jbest Hans kon h'et niet anders dan ala (eer buitenkansje beschouwen, dat de klok |in de huiskamer "juist stilstond en Moeder jal een boodschap naar den horlogemaker (gestuurd had, omdat de veer stuk was. jWant die klok met het mooie speel- en feifigwerk zou hij niet gewaagd hebben te terzetten en zgl zou; zgn "heele plannetje fceaarven hebben, als zgl gewoon, was blijvers iZoodra de keukenklok nu in plaats van Jttf minuten vóór half zeven op vgf na wen vóór half acht stond, ging Hans wear even behoedzaam naar boven, als hij naar beneden geslopen Het duurde nu niet' lang. of Mina slofte eerst de "elder trap on daarna 'de ben-vle-n- trap af. Ndo keuken, maar al gauw hoorde Hans haar vlug naar de huiskamer looien Tn de haast liet zij haar stcffer nog vallen. Hans wreef zich in de honden van ple vier, want hij begreep heel1 goed, dat Mina, die natuurlülc meende, dat zij1 zich een pur verslapen had. er prachtig ingelöcpen was. Nu Af ceder! 1 Moeder deed altijd den vorigen dag de afgepaste thee voor den volgenden morgen in een klein busje. Dat wist Hans en voor dezen grap had hij at den vorigen middag, toen Moeder uit was, toebereidselen ge maakt. Hij had het busje leeg gemaakt en er gedroogde kamille, die Moeder altijd in huis had, in gelaaïi, een even groote hoeveelheid. Onder in het busje had hij e filter eerst met gompapier een klein briefje bevestigd, waarop stond? 1 April! Voor zijn broertje Piet. die op school ec-n klas hooger zat dan hij, had hij een briefje klaar gemaakt, waarin hij. met ver draai]-- h?nl geschreven had: Ik hc-b de som gevonden. De uitkomst is 47S13. Piet Rad' den vr-'-^p "vend n.I. heel lang op een som zitten blokken en was blij, toen hij meende, haar eindelijk ge vonden^ le hebben. Hans, die al cp een: fopperg loerde, had het getal vlug van' hem cyerg—"b- -vpr ander, natuurlijk dan in het briefje sfco'nd. Van lesren kwam dien morgen natuurlijk aï heel weinig. Daarvoor was Hhns met zrn gedachten te yeel bij zijn Aori1 grappen'. Het cPmrde hem e^enlijk wel erg lang, vóór hij cp den gewonen tijd naar beneden kon gaan. Maar einde'gk was het toch acnb uur. Hans pobeerde een zoo onschuldig mo gelijk gezicht te zetten en ging de trap af. Meed er was al een kwartiertje bene den en Vader, Piet en Marietje volgden weldra. Ml i Ij do gang kwam Hans Mina tegen en vroeg hij: „De keukenklok was toch. wel goed, Mina?" „Och, ik begrijp er niets van", antwoord de Mina, „ze is vannacht een heel uur voorgeloopen en ze loopt anders net zco secuur als ik zelf. He Heb me 'n ongeluk gehaast en dat allemaal voor niets." „1 Aprilzei Hans en 'hij keek 'haar daarbij zóó Tachend aan, dat Mina dadelijk begreep, dat hij haar gefopt had. Afoeder was druk bezig met thee 5n fce schenken. Hans en Marietje drenken alleen melk. Teen allen zaten en begonnen waren, te ontbijten, riep Mceder plotseling uit: „Nee maar, wat smaakt die thee afschu welijk; 't Lijkt wel kamillethee!" „Alaar 'tis ook kamillèthee 1" zei Vader, toen hij hst vocht geproefd had. „Dat kan niet: 'kheb 'bbusje gistereni zelf gevuld." M i I I Terwijl Moeder Bit zei, onderzocht zij het busje, 'b Rook erg naar kamille. Moe der stak er haar vinger eens in, voelde het papiertje, maakte het Tos en las: 1 April'! Zij herkende dadelgk het schrift van Hans en begreep, dat haar jongste zoon haar die poets gebakken had. „Wacht maar jongetje!" dacht Moeder. *Wie het laatst lacht laoht het bestp _j Intusschen had Piet bet briefje open ge naakt. dat naast zijn bord lag en dat tg meende- van zijn vriend Herman Rovers af komstig te zijn. Haastig keek hij naar het cgfer. j l „Dan is mijn som toch mis!" zei hij en dadelijk na het ontbijt begoa hij opnieuw voï ijver te rekenen. Hij begreep er niets van, rrnkte hoe langer hoe meer met de cijfers in do wat, toen lij eindeljk hefl bewuste briefje nog eens opnam, het van alle kanten bekeek en pp den achterkant zag staan: 1 'AprilI 1 Piet was cp het punt erg boos te worden, maar toen lij het lachende gezicht van Hans jag, begreep hjj, wie hem die kool gestoofd had en eigenlijk was hjj achteraf bij, dat zjn som nu misschien toch nog goed zou zijn. Vader had zich nu klaar gemaakt om naar zjjn kantoor te gaan. Hij wilde juist de deur uitgaan, toen Hans hem nog toe riep: Vader, om twaalf uur leverworst!" De bengel wist, dat zijn vader daar veel var, hield. I Op school was Hans telkens met zjjni gedachten niet bjf de les en toen de ender- vjzer vroeg, wat hiervan de oorzaak was, ze: hj eerljjk: i „1 April meneer!" De onderwijzer had schik .in het epen gezicht van den jongen en zag voor dezen keer maar wat door de vingers. Om twaalf uur holde 'Hans naar huis, zrnder op Piet te wachten. Vlug legde rij: op Vaders bord oen briefje met: 1 April1! cm dezen over de teleurstelling der nied aanwezige leverworst heen te hplpeïi. Daar kwam Marietje ook uit school. Hans wachtte haar in de gang op en zei: „Mevrc-uw Joosten heeft gevraaaagd, of je dadelijk na schooltijd even bij haar kwam." Nu was mev-n»- Toeten hun buurvrouw, een groote vriendin' van Marietje. 'Zjj hal twee henden en drie poesen en daar Ma rietje heel veel van dienen hield, ging zij er altijd graag heen. Geen wonder dus, dat Mariet je niet bepaaldl vroed ijk keek. toen zij van het dienstmeisje hoerde, dat mevrouw uit was. Toen 2$ weer thuis kwam, werd haar door Hans lachend toegevoegd: „1 April!" wat haar een „nare jongen!" cntlokte. Er. toen Vader nu wel het briefje, .maar geen leverworst op de koffietafel zag, zei hij lachend: II 1 1 „Ik geloof, dat nu jieder esin beurt' heeft gehad, is het niet, Hans?" Moeder zei niets, maar lichte fjjhtje3. Puim half twee ging Hans weer naar school Onderweg hield l)ij nog heel wat jongens voor den mal 'tfWas net, alsof 'Ghem hoe langer hoe beter afging en hij steeds aardiger grappen bedacht en toen de onderwijzer In de geschiedenis-les vroeg, wanneer de Watergeuzen den Brie! hadden ingenomen en hjj het jaartal niet wist, redde hii zich uit do moeüljjkheid door fe ant woorden: i 1 I i j „Op 1 'April', meneer!" 1 T Meneer een poets bakken, kwam' hem we!' wat gewaagd voor, maar zóó ginep bed Teen Hans na vieren uit school! Kwam', stond Moeder hem' al op te wachten 9n toen de jongen eenïgszïns verbaasd keek hij was immers al' veel te groot om nog uit school gehaald te worden .zei Moeder, „Er is een boodschap van Tante Hansje)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 15