LEIDSCH Donderdag 5 April 1923. Officieele Kennisgeving STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. PRIJS OER ADVERTENTIES «0 Cts. per rejreL Bij re^daboonomeot belan grift Werei prijs. Kleine adverteatiën. uitsluitend bij rooruttbo- taliiyr. Woensdag en Zaterdags 50 Qta.. bij eca fPAximnm aantal woorden van 30. Incasso volkans postrecht. Voor erentueele op- 'tendinjr ven brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers voor Oirectle en Administratie 175, Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055. PRIJS DEZER eOOTWm JA Voor Leiden p. S mnd. 2.35, p. week w ZÖ.Ü Bulten Leiden, waar agenten gevostigd rijn, per week 0.19 Franoo per post 2.35 "F portokosten. Nnmmer 19349. Oit nummer bestaat uit TWEE Biaden EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. Aan den gemeentelijken vischwinkel, Visch- markt 18 (telcf. 1225) Ls VRIJDAG verkrijg baarSCHELVISCH a f 0.12—10.27, SCHOL ft 10 18—f038 en KABELJAUW a 10 40 p p. N. C. DE GIJSELAAB, Bur^om. Lelden, 5 April 1023. Oostersch Genootschap in Nederland, Het derde Congres van het Oostersch Ge nootschap in Nederland is gisteravond voortgezet met een lezing in het groot-audi torium der Leidsche universiteit van prof. Enno Litlmann, hoogleeraar aan de univer siteit in Tubingen, over het onderwerp: „De ycrtellingen van Duizend-cn-één-Nacht". De duizend-en-één-nacht-vertellingen, al dus spreker, schijnen verzameld te zijn met het motto: „Wer vieles bringt, wird man- cliem etwas bringcil". Zij zijn een mengsel yan sprookjes en legenden, romans en no vellen, sagen en fabels, anekdoten en grappen. Iu Europa werden zij het eerst bekend door de uitstekende Fransche vertaling van Galland in het begin der 18de eeuw. Later werden zij in vele andere Europeeschc ta len weergegeven cn het Fransche boek werd zelfs ook in cenige Ooslersche talen be werkt. Eerst een eeuw na het verschijnen •dier eerste vertaling trokken dezo verhalen de aanda M van Europeeschc geleerden. In de 19de ei. 20slo eeuw hebben sommige groote Oriëntalisten getracht, het ontstaan der verzameling, de herkomst der vertellin gen en de verhouding der verschillende handschriften der 1001-Nacht op te helde ren. Dit werk is nog niet. afgeloopen, doch enkele punten zijn toch reeds vastgesteld. Galland vertaalde een handschrift, dat, naar men meent, vier banden omvatte, maar te Parijs zijn thans slechts drie van dio banden aanwezig. Sommige verhalen werden aan Galland mondeling verteld door een Syrisch Christen, den Maroniet Iladna. Het is oog niet zeker of van alle vertellin gen van Galland een geschreven Arabisch origineel beslaan heeft. Het is spreker ge bleken, dat de Arabische tekst van een der meest bekende verlellingen, die van Ala- dièït en dc Wonderlamp, die veel later door Zotenbcrg ontdekt en uitgegeven werd, van een Franschen tekst afkomstig moet zijn; maar het verhaal zelf is stellig van Oostcr- schen oorsprong. In de 19de eeuw zijn verscheidene Ara bische uitgaven verschenen: een van Ha- bicht en Fleischer, te Breslau, cn eenigc le Calcutta, tc Boelalc cn te Cairo. De Bres- lausche uilgaaf berust op een onvolledig handschrift uit Tunis, aangevuld uit andere bronnen. Dc tweede, Calcutlasche uitgave, de ecnige volledige, die in Indië verscheen, is gegrond op Egyptische manuscripten. Dc verschillende handschriften en edities geven in zekeren zin reeds uitwendige middelen aan de hand om le bepalen, in welk land bepaalde verhalen uit de 1001-Nacht thuis hooren en welke wandelingen zij door de landen van Arabisch sprekende volken ge maakt hebben. Omstreeks hel jaar 800 onzer jaartelling werd tc Bagdad een Perzisch werk, ge naamd: Dc 1000 Vertellingen, in het Ara bisch vertaald. Dit bevatte meerendoels In dische sprookjes en fabels, die in Perzië naar inheemschc beschouwingen gewijzigd - en mot inheemsche materie verrijkt waren. In het Arabisch heette het: „het Boek der Duizend Nachten"; allerlei nieuws werd er te Bagdad aan toegevoegd Omstreeks 1000 n. C. moot het hoek naar Egypte zijn gekomen, waar het ongeveer in 1200 als het „Boek der 1001-Nacht" hekend was, en toen waren er reeds nicuw-Egyplische ver tellingen in opgenomen. fnlus3chen ~was 'men het cijfer, dal oorspronkelijk slechts een groot aantal wilde aanduiden, letterlijk gaan opvallen, cn nu moesten het dus in derdaad juist 1001 nachten worden. De aanvulling cn rangschikking der ma terie en do indeeling in nachten had op zeer verschillende wijzen plaats In een Tü- bingsch manuscript, dat zich voor een deel der 1001-Nacht uitgeeft, zien wij een Chris- telijken redacteur, om zoo le zeggen*aan het werk. Immers dc geschiedenis van Snel en Sjemocl is niets anders dan een christelijke nabootsing van den grooten ridderroman van Omar ibn an-No'man, cn het is den schrijver niet gelukt, zijn fabrikaat in de verzameling binnen te smokkelen. Voor de beoordeeling van den oorsprong dor Afzonderlijke verhalen komen uit- en inwendige trekken in aanmerking De eigen namen Indische, Turkschc, Perzische, Arabische, Grieksche, Hebreeuwsche, Egyp- -v ii-Ceven slechts tot op zekere hoogte inlichting en zijn niet altijd beslissend. In- - disch is de opzet van-het lijstvcrhaal, waar in het geheel gevat is en van de ingelaschte vertellingen, die telkens den loop van een grooter-verhaal onderbreken. De latere stuk ken, die uit Bagdad cn Egypte afkomstig zijn worden aaneengeregen als in een Ara bische bloemlezing. Op Inwendige gronden kunnen wij de volgende heslanddeelen on derscheiden: lo. rnHische,„2o. Perzische, oud- en nieuw Perzische, de laatste ook in relatie met de Turken en China; 3». Babylonische, slechts nu en dan in enkele overblijfsels; 4o. Ara bische, echte uit het oude Arabië cn ander uit het Arabisch-Mohammedaansch kaliefen rijk; 5o. Syrisch-Joodsch-Christelijke; 6o.- Egyptische, uit den oud-Egyptischen, Helle- nistischen en Mohammedaanschen lijd; 7o. enkele Europeesche motieven uit den lijd der kruistochten, die evenwel nog niet met zekerheid aangetoond zijn. Indisch is het omlijstingsverhaal, dat, zooals Cosquin heeft aangetoond, uit drie oorspronkelijko zelfstandige deelen samen gegroeid is. Voorts zijn verschillende afzon derlijke geschiedenissen en motieven van Indischen oorsprong. Zelfs in Bagdad zijn nog nieuwe Indische elementen bij de oude gekomen. Perzisch zijn dè namen der helden uit het omlijstingsverhaal (De Goeje heeft die na men in de Perzische sage teruggevonden), maar oorspronkelijk kwamen in deze ver telling slechts koning Sjahrij&r, koningin Sjahrez&d en haar dienares DinazAd voor; toen de geschiedenis van Sjahzeman, des konings broeder, er bij kwam is dc dienares ter wille der symmetrie in een zuster ver anderd. Echt Perzisch zijn alle bestanddee- len, waarin de bovenaardsche wezens zelf standig handelend in het leven der men- schen ingrijpen. Babylonisch is dc Achikar-roman, die in sommige handschriften lot de 1001-Nacht gerekend wordt. Enkele trekken uit den oud-Babylonischcn tijd kunnen door den Alcxander-roman heen hierbij 'gekomen zijn Egyptisch zijn vooral de schelmenver halen, zooals Nöldeke meer dan eens heeft aangewezen. Hun legenwoordigcn vorm is natuurlijk uit den Mohammedaanschen tijd arkomslig. Menige #lrek kan echter oud- Egyptiscli zijn, zoo bijv. de aap als schrij ver, waarin Spiegelberg den godenschrijver Tot herkend heeft. Daarentegen heelt de geschiedenis van den schipbrcukelirig even min direct met Sindbad le maken als de geschiedenis der belegering van Jaffa met Ali Baba ch de Veertig Roovers. Echt Arabisch is van de 1001-Nacht de taal, zij het dan ook niet de oude klassieke, maar dc latere volkstaal, die even wei in de Ooslersche uitgaven van het boek in menig opzicht naar literaire normen verbeterd is. Verder zijn echt Arabisch het rijmend proza cn de menging van poëzie cn proza. Het rij mend proza komt voor: lo. bij de beschrij ving van schoone vrouwen, paleizen, tui nen, ook van plotselinge voorvallen of veld slagen; ~2o. in brieven; 3o. in samenspra ken, do. in parodieën; 5o. in spreekwoorden De gedichten bchooren niet tot het oor spronkelijk geheel. Het zijn ingevoegde liederen, die mecrendeels zouden kunnen ontbreken zonder dat de loop der handeling hierdoor gestoord werd. De meeste zijn, zoo als Ilorovitz aangetoond heeft, uit de 6de .8slc eeuw*der Hidjra. Echte oud-Arabische verhalen treft men in de 1001-Nacht slechts weinig aan. Ty pisch hiervoor is dc geschiedenis van Ila- tim et-Ta'i. Tusschen dit korte spookachtige woestijnverha&I en dc rijkgeldeurdc phan- .tasieschildoringcn. die wij ons onder den naam van 1001-Nacht plegen voor te stel len, beslaat een enorm verschil. De groote heldentijd der eigenlijke Arabieren schijnt spoorloos aan de 1001-Nacht voorbijgegaan j le zijn. Alleen dc geschiedenis der stad Labia, waal-voor wel Sabta (Ceula) gelezen zal moeten worden, bevat een herinnering aan de vcrovcripg van Noord. Dc ridder-J roman van Ornar ibn an-No'man is in zijn legenwoordigcn vorm uil den lijd der kruis tochten afkomstig. Do oud-Arabische poëzie, die overigens steeds hoog in aanzien slaat wordt in de kaslda van den aap-schrijver geparodieerd; misschien is hierbij invloed in het spel van dc poëzie van den nieuw-Pcrzischcn gastro nomischen dichter Boe Isli&Ic. Spr. besloot met do opmerking, dat het onderwerp der 1001-Nacht onuitputtelijk is. Ofschoon, aldus spr. ik *mijn best gedaan hei) dc leidende gedachten vast te lmudeh, is deze voordracht toch zoo' bont géworden als dc 1001-nachtvertellingen zelve. Hij eindigde met de hoop uit ie spreken, dat zijn onderzoek sommige dor problemen, waarom liet hier gaat, nader lot de oplos sing mocht hebben gebracht. schcn Tuinbouw. In woord en geschrift, en met de daad, trad hij steeds voor deze be langen en voor die der Maatschappij op. Spr. overhandigde den jubilaris een porte feuille met inhoud namens een groot aan tal vrienden en tuinbouwers, om zich daar voor een kantoorameublement aan tè schaffen. Namens het personeel van den Hortus sprak de meesterknecht, de heer J. Male hartelijke woorden uit, waaruit de uitne mende verhouding luibchen chef en perso neel bleek, cn sph bood namens zijn vrien den den jubilaris een fraaie kast aan. Mej. J. Hingst, directrice van de Tuin bouwschool voor Meisjes „Huis te Lande" te Rijswijk, dankte den heer Witte voor al hetgeen hij voor deze inrichting deed, ter wijl het bestuur van de Bloemisten- en Tui- niersvereeniging den jubilaris dank bracht voor zijn werk in het belang van de luin- bouwcursussen te Leiden. De heer J. IC. Buddc, hortulanus te Utrecht complimenteerde den jubilaris namens de collega's, en prees de cultures in den al- ouden kruidtuin. Ook de liefhebsters van bloemen en plan ten bleven niet achter, en mej. B aat ver tolkte den dank van velen, wie de heer Witte geholpen had bij de behandeling van Flora's kinderen. Ten slotte bracht de heer J. Lubbe van Oegstgeest een prachtige nieuwe Trompet narcis, met verzoek deze den naam van den jubilaris tc mogen geven. In welgekozen woorden beantwoordde de heer Witte allen die zoo sympathiek hem waren komen begroeten, en hij bevnl zirli in aller voortdurende vriendschap aan. Wat hij voor den Hortus heeft kunnen doen, dankt hij aan de medewerking van den di recteur en ook van het personeel, voor wier toewijding hij groote lof heeft. Hij hoopt nog een aantal jaren op dezelfde wijze voor den Hortus le kunnen werkzaam zijn. Huldiging E. Th. Witte. In aansluiting met hetgeen we gisteren reeds omtrent de huldiging van den heer Witte ter gelegenheid van zijn 25-jarig ju bileum als hortulanus schreven, waarover wij tengevolge van hel late middaguur, waarop de huldiging eindigde, niet geheet volledig konden zijn, dcclen wc nog mede, dat wij zelden een zoo hartelijke huldiging bijwoonden. De plaats waarin de plechtig heid plaats had een der planlenserres van den -Hortus werkte daartoe mee. On der de aanwezigen waren ook de voorzitter cn de secretaris van het College van Cura toren der Universiteit, van welk College de jubilaris een zeer vereerenden schriflelijken gclukwensch had ontvangen. Verder merk ten wij er behalve de reeds genoemde ook nog op de voorzitter van dc Algemeenc vcr- eeniging voor Bloembollencultuur, de heer E. H. ICrelage, secretaris van den Ned. Tuin- bouwraad, de heer H. C. Vale ton en het be stuur der-vaste keuringscommissie. Prof. Janse, de eerste spreker, schelste de werkzaamheid van den hortulanus, die van kind af op den Hor lus is geweest, en de ver anderingen, die in die inrichting in dc laat ste 50 jaar hebben plaats gehad, alle heeft meegemaakt. Spr. dankte den heer Witte voor al hetgeen hij in het belang van den Hortus cn de pl anten verzamelingen aldaar heeft gedaan. Jhr. G. F-. van Tets, voorzitter der Ncder- landsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde wees in een hartelijke toespraak op de onverdroten werkzaamheid van den jubilaris in hot belang van den N.ederland- Chr.-Hist. Unie, af deeling Leiden. Gisteravond hield de afdeeling Leiden van dc Gnr.-Historische Unie, een openbare ver gadering in het gebouw „Prediker", waarvoor als spreker was aangekondigd de heer H. W. Tilanus, lid der Tweede Kamer. Dc zaal was ongeveer ten halve bezet. De vergadering weTd door den voorzitter, den heer J. B. Meijnen, nadat hij in gebed was voorgegaan, géopend met een kort in leidingswoord. Iiij wees er op, dat verleden jaar bij de verkiezing van dc leden der Tweede Kamer een der sprekers in deze zaal had gezegd, dat de Chr.-IIistorischcn een groolsch'e taak hebben tc vervullen. Dit woord kan nog worden herhaald, nu wij we der staan voor de verkiezing van thans, de verkiezing van de Prov. Staten on van leden voor den Gemeenteraad. Daarom verheugde het spreker, dat twee partijgonooten van naam en beieekenis, mej. Frida Katz cn de heer H. W. Tilanus, beiden leden der Tweede Kamer, zich bereid verklaarden voor de af deeling op le treden. Dc heer Tilanus zou hedenavond spreken over de vraag: Wat willen dc Chr.-Histori- schen bij de Statenverkiezing?, terwijl Maan dagavond 9 April mej. Frida Katz spreken zal over de Provinciale Statenverkiezing en over de verkiezing van leden van den Ge meenteraad, de laatste in het bijzonder tot de vrouwen. Spreker, verheugd dat Leiden een belang rijke bloeiende afdeeling bezit, moest toch constateeren, dat twee verkiezingen in één jaar wel iets gaat boven de financicele kracht der afdeeling, waarom hij de leden en partij gonooten uitnoodigde iets voor dit doel af te zonderen. Hierna gaf hij hel woord aan den spreker, die ecnige eeuwen terug ging in onze ge schiedenis, speciaal in die van onze stad, toen de Roomsche kerk overhcerschend was. Daarin is na 1507 verandering gekomen. Toen ontstond een machtige strooming naar geestelijke vrijheid; de vrijheid, waarvoor de Chr.-IIistorischen ook steeds getuigen en strijden. Spreker noemde Prins Willem van Oranje als een der mannen, die voor de geestelijke -vrijheid opkwamen. Helaas heb ben de menschen het toen nog niet gewild. Eerst moest nog de Fransche revolutie ko men. Die vrijheid erkennncn de R.-Katholieken nog niet. Doch evenmin wil de Hervormd (Gcrcf.) Staatspartij do geestelijke vrijheid. Ook deze kleine groep wil ëën kerk doen overheerschen. Een stap verder gaande, kwam spr. iot 1780, toen de Fransche revolutie een geest bracht van overhcersching der rede, waar tegen weldra mannen van spr.'s overtuiging front hebben gemaakt. De geest van godsdienstige verzoening en verdraagzaamheid die na 1815 opkwam, vond spri's instemming evenmin. Men heeft deze periode wei genoemd de tijd der brave Hen driken. Daartegen zijn eerst de enkelingen opgekomen: Bildcrdijk, Da Co3ta, Groen van Prinsterer, dr. Kuyper cn anderen, die het Christelijk beginsel hebben uitgedragen in onze natie. In den geest en op het werk de zer mannen hebben de Chrislclijk-Histori- schen, naar spr. meende, het best voortge bouwd en zoo kwam hij tot zijn eigenlijk onderwerp. Hij meende, dat de gemeente- en de ge westelijke politiek geheel samenhangt met de algemeene landelijke politiek. Spr. wees nu op de malaise, die er in de verschillende deelen van het land heerscht en terugwerkt op tal van groepen der bevol king. Hij stipte daarbij aan de gevolgen van de heerschende werkloosheid, terwijl omge- keerd de internationale toestand de werkloos heid met de gevolgen, er aan verbonden, nog bevordert. En zoo bracht spr. zijn gehoor in gedachten naar het Roergebied, waarin hij een groot onrecht ziet afspelen. Zoo zijn er donkere schaduwen, zoowel op nationaal als op internationaal terrein. Daarmede hebben wij rekening te houden. En daarom vraagt spr. met nadruk hoe moeten de Chr.-Histori schen hier tegenover slaan? Om tot die bc antwoording te komen, wilde spr. zeggen wat de Chr.-Historischen willen. En daarom wilde hij al dadelijk zeggen, dat hij de ver kiezing voor de Prov. Staten van zeer groot belang acht Eerstens omdat de Staten moe ten kiezen de leden der Eerste Kamer, een lichaam van machtige beteekenis. Doch ook in verband met de omstandigheid, dat zij aanwijzen het College van Ged. Staten, welk College grooten invloed heeft op het bestuur der gemeenten, wat spreker nader met voor beelden aantoonde. Inlusschcn wordt, volgens spreker/de al gemeene landspolitiek en dientengevolge de geheele politiek behcerscht door de inveilig- heidstelling van den gulden. Daarover is veel gespot en veel geschreven, doch spreker is het ook in dit opzicht met dc Regcering eens. Er moet bezuinigd worden. En dat kan, vol gens spreker, ook, o.m. op het gebied van het onderwijs, wat hij mede nader aantoonde. Niettemin blijvc het Christelijk Ondervrijs naar de thans gevolgde methode intact. Spr. wilde ook op het Middelbaar en Hoo- ger Onderwijs bezuinigen en gaat ook in dit opzicht met de Regeering mee, terwijl hij voorts bezuinigen wilde ten opzichte van ambtenaren en werklieden. Hij erkent, dat liet bier stoffelijke zaken betreft, doch deze beïnvloeden toch ook weer de geestelijke factoren. Spr. wilde zijn beloog daarom niet eindi gen zonder een viertal politieke groepen in ons land nader te hebben besproken. En dan noemde hij het eerst de R.-K. Staatspartij en haar uitingen. In dit verband bestreed hij het gezantschap van den Paus. Hij acht deze kwestie van zeer veel belang, zooals dc Chr.-Historischen in het algemeen. Een tweede groep is dc S.D.A.P., wier eco nomische cn politieke opvattingen spr. en zijn partij allerminst kunnen deelen. Hij noemde, om dit met een enkel voorbeeld le verduidelijken, de door haar voorgestane so cialisatie, welke hij voor ons land verderfe lijk zou achten. Daarbij sluiten zich aan de steeds afbrok kelende liberalen. Deze partij wil, evenals dc sociaal-democraten, dc rede, het verstand, laten predominccren. Hetzelfde beginsel, dat de liberalen tol Staatsonthouding voert, leidt dc S.D.A.P. naar hun slelsel van den klas senstrijd, terwijl de Chr.-Historischen met de andere Christelijke partijen steunen op Gods Woord en dit tob richtsnoer en plechtanker maken voor hun politiek. En dezo politiek zal, meende hij, ook in materieelen. zin voor ons volk cn ons land ten zegen kunnen zijn. Er volgde op de rede een warm applaus. V#n dc gelegenheid lot debat werd gebruik gemaakt door den heer Tjalsma alhier, die eerst enkele opmerkingen maakte over hel historisch aanloopje en constateerde, dat de spr. daarbij onrecht heeft gedaan aan het tijdperk van 1795 lot 1815.'In dc Constitutie van 1795 stond toch iels over Gods albesluur, waarnaar wij ons hebben le richten, wat in onze huidige Grondwet niet eens voorkomt. Verder vroeg spr. wat de heer Tilanus als Kamerlid heeft gedaan legen de ellende, ont staan door de werkloosheid in ons land, waarover- de spr. zich zoo ongerust gemaakt heeft. Hij klaagde over het onrecht in het Roer gebied, doch heeft in dc Kamer niets gedaan cn zelfs er aan mede gewerkt om aan mr. Troelslra een interpellatie over dit vraag stuk te weigeren. Nog vroeg hij of hel geen onrecht was, dat in Ged. Staten van Zuid-Holland geen en kele sociaal-democraat zitting heeft. Ook wilde debater wel eens welen, hoe het komt, dat de Christelijke meerderheid bij principleele zaken, zooals bijv. bij cle Bio scoopwet, uiteenvalt. Eindelijk criliseerde debater sterk de hou ding ook van dezen spreker, die, al spreekt hij overigens weinig, in dp.Kamer op verster king van dc artillerie aandrong in een lange rede. Daar had spr. op bezuiniging moeten, aandringen en als hij in dien geest had ge sproken, zou hij hebbep gestaan aan dc zijde van dc sociaal-democraten en nebben gehan deld in den geest van liet Evangelie. pe Spr> die gaarne erkende, dat deba ter op sympathieke wijze had gedebatteerd beantwoordde dezen uitvoerig en verde digde vooral met klem het handhaven van een legermacht, om zooveel mogelijk zich lo kunnen verdedigen tegen buitenlandscho" aanvallen, waarvoor hij luid applaus van de vergadering oogstte. Ook met betrekking tot de andere punten, door den heer Tjalsma aangevoerd, verdedig de spr. zich en werd ook daarbij door zijn gehoor toegejuicht; voorat was dit het geval, ioen hij met nadruk ontkende, dat cr een rechlsche coalitie beslaat en dat de Christe- lijk-Hislorischen met al de andere rechlsche partijen, ook de Katholieken, stoolen op éten wortel. De heer Meijnen sloot de vergadering met een kort woord, waarna de heer Tilanils met dankgebed besloot. BINNENLAND. Mr. P. E. Briët, te Leiden, is gekozen tot lid der Eerste Kamer. Nieuw wetsontwerp tot bestrijding van ge»* varen van de bioscoop. Uitbreiding van de onderwijs-bevoegdheid, verbonden aan het doctoraal examen in de wis- en natuurkunde. De Raad van Nijmegen heeft het nadere voorstel van B. en W. tot het aangaan van een overeenkomst met de St. Radboudstich- ting in verband met de oprichting van een R.-K. universiteit aldaar aangenomen. BUITENLAND. De Duitsche protest-nota inzake het ge* beurde te Essen. De mijnwerkersstaking in Zuid-Wales is van meer beteekenis dan gedacht werd. Hervormingen van den Mohammedaan* schcn godsdienst in Albanië. Lord Carnarvon overleden. ven, nog aangevuld niet de navolgende per sonen: 9. L. J. Topé; 10. A. II. Boekraad* 11. A. Bisschop (afIr.); 12. mr. A. Scholi ten; 13. J. II. A. Manders; ld. J. Raaphorst;' 15. G. Th. Kagie. De o!ectrisch9 zweefmolen op het ter rein naast „Zomerzorg" mag 'zich in een druk bezoek verheugen. Des avonds geeft h'tf veel levendigheid, zoowel op het veld als op den openbaren weg in zijn omgeving. In den afgeloopen nacht werden door de politie alhier perconon aangehouden% die op verschilleodo plaatsen biljetten piV.tea voor de <T.s. verkiezingen. LEIDSCHE SCHOUWBURG. De Commissaris der Koningin in dc provincie Zuid-Holland heeft benoemd tot lid van de Gezondheidscommissie alhier, die volgens den rooster op 1 Juli 1925 zal aftre den, prof. P. C. Flu, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit alhier, rnet aanwijzing te vens van hem tot voorzitter van die com missie. Dr. II. Gerlh. conservator aan 'sRijk3 Geologisch Mineralogisch Museurn alhier, is toegelaten als privaat-docent in de faculteit der wis- en natuurkunde aan de Rijksuni versiteit alhier, om onderwijs le geven in de palaeontologie en de historische geologie. De Roomsch-Kalholiekc Kiesvereeni- ging heeft haar lijst van candidalen voor het lidmaatschap van den gemeenteraad, waarvan wü gisteren de eerste namen ga- De W oud-Koningin. Gisteravond heeft een opvoering plaats ge had van Mart. Schuil's welbekende kinder- opcretlc „De Woud-Koningin". Het initiatief daartoe is uitgegaan van het echtpaar v. d. Lijke, die er in geslaagd zijn, dank zij de alom gevonden medewerking, meer dan vol doende bezetting te vinden. Zoo'n 120 kin deren, om van dc grooten le zwijgen, het is geen kleinigheid, 't Is zelfs een hoeveelheid, waarmee lastig is le werken. Met zooveel in vrijheid gedresseerde veulentjes iels le berei ken, is geen sinecure cn hel doet ons genoe gen, om maar direct mcrt de deur in huis te vallen, dat niet alleen iets is bereikt, maar zelfs veel, zoodat de opvoering een beslist en doorslaand succes is geworden. Mevr. v. d. LijkeSylsma, die de regie voerde, had over' het algemeen een mooie groepeering welen te vinden, waarin smaak zat, mej. M. Ritman had dc zang verzorgd op te prijzen wijze, daarbij gesteund door den dirigent, den lieer P. C. de Rook, die en dat is veel waard rustig leidde en het geheel goed in handen hield en dc heer J. de Lange had een keurig Zigeunerballet ingestudeerd, dat gebisseerd moest worden. Voeg daarbij een 'prachtige aankleeding, een aardig orkestje, is het wonder, dat wij konden spreken van een doorslaand succes? Of er dan geen aan merkingen waren tc maken? Zeker, er ha-» porde wel eens een kleinigheid, alle hewe-» gingen, vooral de massa-beweging, waren niet geheel onberispelijk, rnaar dat was ze ker niet te verbazen, waar hier zoovelen en dan zooveel totaal „nieuwelingen" meede den. 't Geheel was niettemin een prachtig resultaat, waarop men met groote tevreden heid kan terugzien na Zaterdag, want dan gaal een tweede opvoering en, daaraan twij felen we niet, weer voor een bijkans uitver kocht huis en met evenveel goedkeurings- en warm waardccringsapplaus. De operette zelf trouwens de auteur heeft zijn sporen wel verdiend op dit terrein is vele jaren terug hier al gegeven en is ook verder (e bekend, om daarover nog veel tc zeggen. Zij is aardig in elkaar gezet en bevat vocaal genomen prachtige momenten, die zeer goed lot hun recht kwamen. Het koor was frisch en levendig het klank volume kan wellicht nog wat worden opge voerd en er was goed materiaal voor de solo-partijen. Vermelding verdient ook het duet aan het slot. Ook de grooten in doorsnee genomen waren goed. Bijzonder opvallen deed Selina-Fce, mede door haar slemmidde-i l'en, waarmede zij weet te woekeren. Een bloemen-huldc werd aan alle genoem den, benevens aan het nichtje van mevr. Verhulst, dat voor dezen avond van haar tante de piano-partij had overgenomen, ge« bracht in den vorm van bouquclten en kran sen, terwijl mevr. Hoogeboom oen warm woord van dank sprak namens de vereeni- ging Kinderzorg, voor welke het batig saldo is bestemd van beide avonden. Dit saldo werd nog vergroot doordat bonbóns, thee enz. door een aantal jonge dames werden te koop aan-* geboden en natuurlijk „geplaatst". Tot slot wérd nog gegeven het aardige zangspel in één bedrijf „De geleende koekën-i pan", dat, dank zij het losse spel over de ge heele linie zonder onderscheid tol een triuraf werd. 't Was een mooie avond!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 1