No. 19346.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 31 Maart.
Vierde Blad. Anno 1923,
Indisch Nieuws.
INGEZONDEN.
VARIA.
JUDAK
Wanneer is het Paschen?
yoor ben, die willen weten, wanneer het
dö eerstvolgende* jaren Paschen zal zijn,
geven wij Ue volgende data voor Paschen
in do eerste helft der 20ste e^jivv. Men
ziet hoe grillig de Paaschdagen versprin-
1978 1998
1921 1932
1948
19S4 1979
19S6 1997
1918 1929 1991
1934 1915 1953
1983 1988 1994
1920 1926 1999
1942 1953
1958 1969 I960
1985 1996
1928
1944 1950
1966 1977
1971 1982 1993
1925 1930 1998
1952
1968 1974
1990
1922 1933 1995
1938 1919 19G0
1965 197G
19S1 1987 1992
1924 1930
1916 1957
1973 1984
2000
Bovendien kan. Paschen nog vallen op
22 Maart. Dit had het laatst plaats in 1818
en zal weer gebeuren in 22S5-
„Een allerlaatste" Paschen (25 April) is
het ook -zelden. Na 1943 en 2038, 2190, etc
Later dan 25 April kan Paschen niet zijn.
Paschen op 1 en 2 April.
Eycn iets over den datum van het Paasch-
feest. Men heeft gevraagd, hoe het mogelijk
was, dat voor 1923 de Paaschdagen gesteld
konden worden op 1 en 2 April, terwijl de
tot dusver gevolgde regeling die data zou
stellen op 8 en 9 April.
Eenigen tijd geleden is op deze 'vraag
reeds geantwoord door „Het Nieuws van
den Dag", welks Redactie er aan herinner
de, dat in 325 de Kerkvergadering te Nicaea
het Paaschfeest vaststelde op den eersten
Zondag na de volle maan, volgende op de
vooijaarsnachtevening. Nu werd het woordje
„na" daarbij zóó opgevat, dat het feest een
week later wordt gehouden, wanneer de, eer
ste volle maan na de voorjaarsnachtevening
juist op Zondag valt. Op deze manier kon
dus het feest niet vallen vóór 22 Maart noch
na 25 April en het zou, daar het in dit jaar
Op Zondag 1 April volle maan is, pas Zon
dag 8 April gevierd moeten worden.
Maar.de volle maan in den nacht van
31'Maart op 1 April treedt dit jaar niet in
n a middernacht, doch vóór middernacht. Op
welk oogenblik precies valt niet aan te ge
ven; doch vóór middernacht De eerste volle
maan na de voorjaarsnachtevening valt dus
nog op 31 Maart: dus heden, Zaterdag. En
de eerste Zondag daarna is dus de 1ste
April: morgen.
In „De Tijd" gaat Pastoor Sloet akkoord
met de data 1 en 2 April voor het Paasch
feest van dit jaar. Daarbij, zegt hij, is geen
vergissing in het spel; noch van den kant
•Ier Kerk, noch van dien der astronomen.
„Wegens mogelijke betwijfeling van do
juistheid der kerkelijke berekening van het
Paaschfeest, wat het jaar 1923 betreft, lijkt
het mij niet onnuttig op de vraag even te
antwoorden," zoo schrijft hij. „Dat antwoord
is z,eer cenvoudig.
Volgens d kerkelijke berekening van de
nieuwe en volle maan is bet volle maan op
Zaterdag 31 Maart. Den daarop volgenden
Zondag, in casu 1 April, is het dus Paschen.
Do/ Kerk houdt geen rekening met de astro
nomische ware maanphasen, maar alleen
met den gemiddelden loop cfër maan, zoodat
de datums der phasen wol eens een dag ver
schillen. Naar den kerkelijken computus
heeft het jaar 1923 de epacta 13. Zie het dic-
torium en het traclaat vóór in do Pars hie-
malis van het Brevier. Nu staat in het ker
kelijk kalendarium vóór 18 Maart het epac-
tencijfer 13, zoodat 18 Maart luna I en Za
terdag 31 Maart luna XIV, d.i. volle maan,
is. De zaak is dus volkomen in orde. Vgl.
mijn artikel in de „Ncd. Kath. Stemmen",
Dec. 1920.
Toevallig valt dit jaar het Joodsche
Paaschfeest met het onze samen. Volgens
den Joodschen kalender is het wel is waar
eveneens op 31 Maart volle maan, maar vol
gens een der vijf Rabbijnschc uitzonderings
wetten moeten de nieuwe en vollemaanda
gen dit jaar een dag verzet worden, zoodat
de 15de Nisan, d.i. de eerste dag van het
Paaschfeest, op 1 April valt. Met deze uit
zonderingswetten in den Joodschen kalender
h<v:dt de Kerk geen rekening. Volgens den
algemeenen regel van hun kalender zouden
de Joden Zaterdag 31 Maart Paschen moeten
hebben."
Mail-overzicht tot en met 14 Februari 1923.
De toestanden in Indië, vooral die onder
do inlandsche bevolking, verschillen wel
aanmerkelijk met die van een tiental jaren
geleden. Openlijk en bedekt wordt onrust
en verzet gepredikt, een prediking, die ve
len met bezorgdheid doet vragen, hoelang
het gouvernement dit nog dulden zal. Be
gin Februari werd een bijeenkomst van do
„Radivale Concentratie" tc Bandoeng ge
houden, waar o.a. het eventueel voeren
eener politiek non-coöperatie onderwerp
van bespreking was. De non-coöperatie-be-
wCging, ons reeds bekend uit Britsch-Indië
(Gandhi) zou in Ned.-Indiö voorloopig
meer last dan gevaar opleverende door
snee-inlander is vooral politiek te
weinig ontwikkeld, om zoo iets begrijpend
uit. to voeren, doch juist in zijn domheid
zal hij zich dloor welbespraakte zendelingen
licht laten overhalen.
Waakzaamheid lijkt zeker geboden.
De funcsto uitwerking van het drijven
der onbekookte leiders" is réeds gebleken
bij enkclo stakingen, vooral onder lager
inlandsch personeel, zooals bij de politie
to Bandoeng en onder de telegram-bestel
lers te Soerabaja, begin Februari uitge
broken. Ernstiger was het dreigen van een
algemeene staking onder het spoorwegper
soneel. De bedreiging was wel zóó, dat bet
gouvernement reeds alle maatregelen had
genomen om den dienst te kunnen voort
zetten. Intuschen is het niet tot een sta
king, noch algemeen, noch partieel, bij de
spoorwegen gekomen.
Ook Boedi-Oetomo, te voren een zeer
tamme inlandsche vereeniging, gaat zelfs
den reoolutionnaireu kant uit en wil gel
den inzamelen om een vijftal volksleiders
naar Britsch-Indië te zenden, teneinde al
daar de politieke strijdwijze te bestudee-
ren.
zegt zelf3, dat de schepelingen geregeld
marschen maken en het terrein kaart bren-
gCD. Wordt hun dit verboden, dan verkla
ren zij, geen woord te verstaan van wat
hun gezegd wordt. Daarentegen wordt
geen enkele Nederlander, ambtenaar of
particulier, op hun schepen toegelaten.
De lezing van daarover ondervraagde
Japanners is, dat van geen spionnage
sprake is, hetgeen ook al zou blijken uit
het weinig-omzichtig optreden. Zij wil
slechts „goed op de hoogte" zijn van allo
streken, waar zich Japanners gevestigd
hebben. Wel zou Japan gaarne in het be
lang van het eigen volk, een tot waarde
volle exploitatie to brengen gedeelte- van
Indië bezitten waar de Nederlanders zelf
dat niet vermogen.
De.ze wensch is niet ongevaarlijk.
Het laatste moge evenwel een waar
schuwing zijn t
4
Te Samarang hebben enkele scholieren
bij het begin van een nieuwen cursus van
de groote drukte in boekwinkels gebruik
gemaakt om om groote schaal leerboeken,
pennen, potlooden enz. te stelen.
Pestgevallen in één week nog dicht bij
de 200.
Een massa-aanval.
Op de onderneming „Tanali Amboen-
gan", zoo wordt ons uit Bandjermassin
gemeld, heeft den 5en dezer een massa-
aanval plaats gehad, waarbij de beheerder,
do heer Eliot, een Engelachman, ernstig
aan het hoofd werd gewond.
Er heersehte onder de contractanten een
ontevreden geest, als gevolg yan een nieu
we loonrgeling. Ter bestrijding van luiheid,
moeten zij in dagloon op dagtaak werken.
Do onmiddellijke aanleiding tot de row
schijnt evenwel te liggen in een tactische
fout. De lieer Eliot stelde een ontslagen
mandoer als koelie aan en schoot op een
onwilligen koelie.
De politie herstelde de rust, terwijl de
justitie met het gerechtelijk onderzoek is
begonnen.
Aan de arbeidsinspectie is het voorts, om
den dieperen grond voor de ongeregeldhe
den na te speuren.
Of er sprake is van den invloed van Ja-
vascho agitators meent men tc moeten be
twijfelen.
Wij hopen t.z.fc. nader geïnformeerd te
worden over het verloop der zaak.
Traktementen dei ambtenaren.
toen o.m. van den candidaat debiteur, dat
al zijn bezittingen nog onbezwaard waren.
Allo twijfel werd weggenomen toen ten slot
te de landrente een gunstig advies dien
aangaande uitbracht.
Zoo kwam het nooddruftige dorpshoofd
weer aan driehonderd pegels. Dit gebeur
de in den jare 192Ó, den 29sten Mei. Daar
de tijdsomstandigheden maar geen uitkomst
brachten, speelde de loerab, nadat hij als
zoodanig ontslag liad gevraagd en op den
7den December 1921 eervol gekregen, zijn
rol verder.
Nog twee malen zag de leeperd kans, zijn
reeds bezwaarde gronden te verlcoopen.
Een deel er van kwam in het bezit van Nji
Atjih voor f*100, daarna werd Hadji Ab-
doerachman met het daarop 6taand huis
voor f 1350 eigenaar.
De kruik gaat zoo lang te water totr zij
breekt! Weldra werden de bewuste gron
den door de verschillende rechthebbenden
onder elkaar betwist, en de loerah van
Nag rek onfponte zich als oplichter.
Een clezer dagen stond hij voor d°n Ban-
doeng8chen landraad terecht. M. MartadS-
rerja biechtte alles op. De landraad reke
ning houdende met h°t. feit, dat soortgelijk
zakendoen in deze afdeeling niet vreemd
i*, veroordeelde Martadiredja tot twee jaar
gevangenisstraf. Beklaage berustte in zijn
straf.
(Builen verantwoordelijkheid der Redactie).
Copie van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
„De toekomst van de haringvissckerij" of:
„De beste stnurlui staan aan wal".
Naar aanleiding van het stuk als in den
aanhef getiteld, voorkomend in Uw Blad
van Woensdag 28 dezer en overgenomen
uit de „N .R. C." het volgende:
Een reeder zal genoemd stukje met schou
derophalen lezen en het zelfs de moeite
niet waard achten hiertegen iets in woord
of schrift in to brengen en al is onderge-
teekende ook geen feeder, zoo blijkt hem
uit het geheele verhaal, dat het door een
volslagen leek op het gebied van zeevis-
scherij is geschreven. Nu kan een leek nog
wel eens een goede opmerking plaatsen,
doch dan dient dezo ten minste eenig ge
zond verstand te hebben, om zelfs door an
dere leek en, (die op een vrijen Zaterdag
middag de moeite hebben genomen zulk een
bedrijf te bezien of na een onderhoud van
een uur met een ouden visscher) niet de
zelfde opmerking te doen maken.
Het ware niet ondienstig, dat M. J. Brus-
se, yan de „N. R. C- dip hier en daar
een kijkje heeft genomen cn als scherp op
merker de zwakko en sterke zijde van me
nig Hollandsch bedrijf heeft belicht, obk
vooral te Katwijk, Vlaardingen of IJmui-
den dit echt vaderlandsch bedrijf eens door
een critischen bril hekeck, een reisje met
een haring- of kantvisscher meemaakte en
daarna mèt het Nederiandscho volk (het
welk alleen baring eet, in een katterige
bui) ook de schrijver van „De toekomst van
de haringvisscherij" €en kijkje op dit zoo
interessante, moeilijke, wisselvallige en op
liet oogenbük inderdaad hopcloozc bedrijf
te geven.
Wekt dit domme stukje dus bij vlijtige,
ernstige, met zware zorgen te kampen heb
bende mannen eenigen wrevel, het sticht
bovendien kwaadwat moeten diezelfde
mannen gaan denken van een pers, die der
gelijk geschrijf plaatst, cn van de wijze,
waarop zij door diezelfde pers kunnen wor
den voorgelicht over onderwerpen, waar
over zij niet zelf kunnen oordeelen.
Wil de schrijver iets over de zee cn vis-
schorij weten, zoo raad ik hem aan bijv.
te lezen ,,Hct leven der zee", van dr. J.
J. Tesch, uitgave van de Wereld Biblio
theek, en eens een reisje te maken door
die landen, waar voor eenige jnren onze
haring met smaak werd gegeten en geroemd
en waar men zich nu moet behelpen met
een goedkooper en minder product uit het
buitenland; waar de visscher niet op zee
bij slecht weer en bij een primitieve levens
wijze dp handen uit de mouw behoeft te
steken, om de vangst een zorgvuldige be
handeling te doen ondergaan, en waar het
werk der conserveering aan vrouwen thuis
wordt overgelaten.
Wanneer dan ook door Nederlandsche
kooplieden met het zeeproduct geknoeid
zou zijn, staat bij mij vast, dat dit gebeurd
is met uit het buitenland hier nangevoer-
m
de visch, welke daarna op Hollandsohö
wijze werd verpakt, of dat haring van heb
nog overvloedige jaar 1921 ln het einde van
1922 is verkocht geworden. Voort9 was het
niet ln liet belang der reeders, dat in 19-22
veel haring werd gevangen, en zal in 1923
vanzelf weer niet veel worden aangebracht
Het is mij niet de moeite waart nog meer
punten van het betoog aan te roeren, daar
de schrijver door het debiteeren van dom-1
heden of 6oms door het verkoopen van
waarheden als koeien zichzelf blameert,
doch ik voelde mij gedrongen, daar, waar
hij lastert, op het onvruchtbare gekapittel
en de leelijke verdachtmaking te wijzen, en
ik verwacht ook, dat de Heer Redacteur,
in Eet belang van zijn lezers, ook aan mijn
zienswijze in zijn Blad een plaats zal in
ruimen.
Hoogachtend,
D. OUWEHAND.
Katwijk, 29 Maart 1923.
De afstamming van den struisvogel.
De struisvogels zijn, zooals bekend, loop-»
vogels, niejt tot vliegen in staat, die zich
voortreffelijk aan het leven in de woestijn
en in steppen aangepast hebben. Ondanks
hun ongeschiktheid om te vliegen, bezitten
zij nog kleine vleugels, waarvan de bouw
geheel gelijk is aan die bij vliegende vogels.
Men neemt daarom algemeen aan, dat do
struisvogels cn de andere loopvogels, welke
niet in staat zijn om te vliegen, zooals de
Amerikaansche nandus, de casuaris, emu
en kiwi, afstammen van vogels, die wel in
slaat waren tot vliegen, en zich ontwikkeld
hebben uit hpenderaclitigen en kraanvogel-
achiigen.
Onlangs heeft nu echter prof. G. Stein-
mann als zijn meening te kennen gegëven,
dat deze vogels niet afstammen van vlie
gende vogels; hun voorvaderen zouden nooit
hebben kunnen vliegen, veeleer zouden zij
zich direct uit de Dinosauriërs van het krijt-
lijdperk, dus uit landreptielen, ontwikkeld
hebben. Voornamelijk komen, volgens Stein-
mann, do „Tijgerdraken" of Theropoden hier
voor in aanmerking; dieren met lange ach-
terpooten en lichte, luchthoudende beende
ren, zooals ook de tegenwoordige vogels die
bezitten. Als voorouders van de loopvogels
moet in het bijzonder het uitgestorven ge
slacht der Ornithomimus te beschouwen zijn,
wier ledematenbouw veel overeenkomst
heeft met dien der vogels, ook de tandelooze,
wellicht zelfs met een hoornscheede voor
ziene kaakbeenderen en andere eigenaardig
heden van het geraamte herinneren aan den
bouw van den vogel. Of deze nieuwe leer
over de afstamming der loopvogels aanhang
zal vinden, moet de toekomst nog leeren.
Trouw auto's.
Hoewel, volgens cU volkstelling vaA 192I#
in den loop van dat jaar te Parijs <13.362
paartjes naar het altaar of .minstens na»r
clcn burgerlijken stand zijn getrokken, Jivor-
den de bruitoftsrijtoeren in, open landauer*
die vroeger, voornamelijk op Zaterdiag, den
grooten Parijschen trouwdag, in korteren
of langere rijen plechtig door de lanen van
het Bois do Boulogne en van het Bosch van
Vinc-ennes trokken en hun inhoud ten slotte
in de goedkoope restaurants aan den oevar
van de Seine losten, voortduren! zeldza
mer. De „kleine luyden", die meestal veel
bloedverwanten lubben, die bij bruiioften
voltallig aanwezig plegen te zijn, maken
in den laatsten tij5 den bruiloftstoer in den
indrukwekkenden automobiel-car, op welke
langzaam opgaande rijen banken het brui-
loftsgezelschap zich zoo schilderachtig
groepeeren kanonderaan, door een wit
ten ruiker reeds van verre kenbaar, het
bruidspaar met de getuigen, dan telkens
hoogcr zittend, de overige gasten.
Het geheel is een heerlijkheid voor de
loerende fotografen. Voor alle kerken, alle
gemeentehuizen ziet men tegewoordig der
gelijke cars der bruiloftsstoeten wachten.
De elegante chauffeurs in uniform heb-
Eenben de dikke, roodneuzigc koetsiers der
landauers grootendecls verdrongen, met
wie zij slechts één ding gemeen hebben: den
dorst. En als toeristen van Cook wordt
het bruiloftsgezel schap in- cn uitgeladen.
In den snellen autocar komt men natuur
lijk ook dadelijk veel verder dan in het
vroegere zwaarmoedige trouwrijtuig met
zijn flegmatieke paarden. Men gebruikt
thans het bruiloftsmaal dikwerf op een
plaats, die vroeger het verste doel van een
huwelijksreis was.
Men maakt zich in Indië 'ongerust over
de plannen van de Koninklijke en Bataaf-
sche tot ernstige inkrimping van hun be
drijf. Een groot aantal employés is reeds
ontslagen, do kaarsenfabriek te Balik-Pa-
pan gesloten. Een. en ander is gevolg van
de zeei* drukkende belastingen, speciaal
nog eens op petroleum. De meermalen ver
nomen bewering van de Koninklijke, dat het
Indisch bedrijf vnn niet buitengewone bc-
teekenia voor haar is en zij dit dus spoe
diger zou opgeven, wordt weder cenigszlns
anders belicht door een uitlating van een
der voormannen„dat inderdaad thans
slechts een betrekkelijk gering deel der
productie van de Koninklijke-Shell-groep
uit Ncd.-Indië komt, maar dat niettemin
dit gebied vau groote beteekenis voor dc
Koninklijke is, wegens zijn vrij stabiele pro
ductie, de goede kwaliteit dor olie cn ook
als keten in het algemeen bedrijf. Wanneer
't Indische bedrijf door kortzichtige regee-
ringsmaatregclen ten doode wordt ge
doemd, dan zou daaruit derhalve stellig
een niet onaanzienlijke verminderipg der
winsten voortvloeien."
Ook de particulieren in Indië zuchten
over hun belastingen, niet alleen over de
hooge bedragen daarvan, maar ook ove»
de ongelooflijk ingewikkelde cn onbegrijpe
lijke aaogiue-biljetten, die ware bookcAïe-
len van 12 groote bladzijden blijken te zijn.
tè
Japan schijnt groot (en gevaarlijke?) be
langstelling voor Borneo te betoonen.
Landbouwondernemingen, eigendom van
Japanners en geheel vaD Japans-h perso
neel voorzien, zijn alle gelegen op .strate
gisch waardevolle punten. Dc geheele zee
straat tusschen Poeloe Laoet en d n vasten
wal wordt door deze punten b~heerseht.
Zonder onderbreking liggen Japansche
schepen vóór Balik Papan en Tarakan. Men
Wij vernemen in verband met do invoe
ring yan het nieuwe bezoldigingsstelsel, dat
ook bij verlaging der bezoldigingsscliaal
vermoedelijk alle ambtenaren hetzelfde
traktement behouden. Alleen bij promotie
of bij periodieke verhoogingen zal de nieu
we regeling worden toegepast.
Van een leepen loerah.
Gedurende ruim twintig jaren, nl, vaa
1900 tot 1921, bekleedde Mas Martadiredja
liet ambt van loerah van do desa Nagrog,
district Tjitjalengka, afdeeling Bandoeng.
Trouw had hij als zoodanig in al die jaren
zijn plicht vervuld. Toen evenwel de Euro-
pecsche oorlog uitbrak met diens ramp
spoedige gevolgen ging het genoemde loe
rah niet al te best voor den wind. Zijn
inkomsten, zijnde zeker percentage van
door hem van do bevolking in zijn ressort
geïnde belastingen, bedroegen globaal f30
per maand Hiermede moest hij rondkomen
met vrouw en een achttal kinderen. Begrij
pelijkerwijs stak liij zich in do schulden.
Gelukkig had hij nog bezittingen, welker
verkoop zijn ondergang vertraagde, maar
die hem helaas niet konden redden.
Op eenige bouws sawahgrond in de desa
Nagrog vd. had Martadiredja erfelijk indi
vidueel bezitsrecht. Om aan het noodigc
geld te komen verkocht hij ccn bouw cr vau
aan zekeren Hadji Ritipatimah van de
desa Pasar (Bandoeng), met recht van we-
derinkoop, voor den prijs van f300. Eeni
gen tijd later weer in geldverlegenheid zijn
de, besloot hij, al zijn sawalis, inclusief
die, welke hij reeds verkocht had, aan een
geldleening bij do Bandoengsche afdeolings
bank tc verbinden. Wat ook geschiedde.
Zooals het in den regel gaat, deed cfo afdec-
lingsbank een onderzoek of dc als borg ge
stelde goederen onbezwaard waren.
Dit onderzoek werd het eerst ingesteld
door een agent van de bank, vervolgens
door den adjunct-administrateur to Tjitja-
lengga den heer Vogelzang. Dpzo vernam
Af aart
23
24
25
1951
26
27
28
29
CO
31
1S07
April
1
1923
2
1961
3
197
4
1931
6
7
8
1917
9
1939
4
10
11
12
1914
13
li
15
J*
16
17
18
1951
19
1903
20
1919
.21
22
1962
23
24
25
1913
Naar het Bnlgaarsch
van CONSTANTIN VELITCHCOFF.
(Nadruk verbaden).
Reeds lang had het uur van midder
nacht geslagen. Zwart® wolken #.apcd;len
zich op aan don hemel. Hier en. daar lichtte
een enkele, eenzam» ster, om direct weer
schuil te gaan. Na het rumoer van den
dag viel de nachtelijko stilto zwaar op de
aarde, alsof zij do herianor'mg wVide uit-
wisschen van hevig® kreten, waarmee de
luchten gevuld varen geweest.
Hij klöm moeizaam den steden weg om
toog. Alleen, gehuld in ff(jden mantel, met
het hcofd afzakkend op de borst, stond hp
olk oogenblik stil, dacht hij na. legde hij
de ooren te luisteren ea keak vreesachtig
om zich heen, waarna hp opnieuw zijn weg
vervolgen ging. Een vreemde vermoeienis
benam hem bijna den adem. Het was of
Ik oogenblik een geheimzinnige stem tot
htm doordrong en onbekende heelden ver
schenen plotseling aan zijn geestesoog. Elke
steen, waaraan hij zich stiet, deed hem sid
deren. Meermalen bukte iijj zich ter aaide,
alsof hij ontdekking vreesde, en eerst na
dut hij zijn angsten "jiad weten te verdrij
ven, ging hij opnieuw aarzelend verder.
Want dozo vreeselijke weg voerde naar
Golgotha.
En hij wilde zich verwijderen van de
plaatsen, waarlangs de Martelaar gegahn
was, gebukt onder heb enorme kruk. ach
tervolgd door een razende menigte, dis Hem
acHema joelde.
Hij meende de zuchten waar te namen,
door Jezus op Zjjn martelaarsgang doon
dezo dreven geslaakt. Hier was Hij neer-
gestort, had Hij geweend. Het schoen hein
toe of de aarde, zonder getuigen tegen
over do Hemelen, boven haar uitgespreid,
spreken zou en vertellen zou alles wat H'j
geleden had, voordat J1 jj kwam op de plaaW
der marteling.
De aarde was still Geen geluid, geen
gerucht drong in den nacht door. Daarginds,
in do verte sliep de stad. Zij sliep, rustig
eindelijk, omdat het vonnis, gevraagd door
allen, was voltrokken; tevreden, dat haar
wil verhoord was geworden. In het ver
schiet teckenden zich de vage silhouetten
der oljjfboomen af tegen de donkerte van
den nacht
Het eenige, wat hij hoorde, was het
kleppen van zijn hart. Dikke droppelen zweet
v.elen van zjjn. voorhoofd bij do gedachte,
dat dit onrustige en sidderende hart alléén
de universeel® stilte in dit oogenblik ver
brak. De aarde was stil geworden en allen
konden dit kloppen b ooren.
Toen viel hij neer; de krachten verlieten
hem en hij geloofde geen stap meer voor
waarts te kunnen doen em reeds begaf hem
zijn geest.
Hij herinnerde zich niet, hoe hjj weer
was opgestaan, hoe hij den weg had her
nomen. Hij had willen blijven waar hjj was;
liiaar een macht van buiten beurde hem
omhoog, duwde ham vooruit en hjj ge
hoorzaamde.
En hij vervolgde zijjn tocht langs den
steilen weg.
Plotseling, bij de bocht van oen pad,
dat steenblokken afsloten, vertoonden zich
de drie kruisen in de verte en zijn oogen
richtten zich dadelijk naar Hem, Dien hjj
zeeht.
Zjjn knieën knikten, zijn hart klopte niet
meer, zjjn hoofd bonsde; hij voelde, dat
hij in dit oogenblik dood ter aarde zou
vallen, en toch vervolgde hij den weg,
zijn blik gericht op het verschrikkelijke
visioen.
"Hij zag Hem aan "het kruis, zooals hij
Hem had gekend van den eersten dag af,
zcoalï Hij door Zjjn goedheid hem had
opgeheven door Zjjn wil. De pijnen, die hjj
nu doormaakte, verleenden hem een nieuwe
kracht.
Plotseling hoerde hij een stem. Het was
de stem van een bewaker.
„Halt! Wie zijt g®t waarheen gaat ge?"
schreeuwde de soldaat; inaar hij, alscf lij)
niets had gehoord en niet- zag de spies,
die hem den weg versperde, h'.eef door-
loopen.
„Laat me! Laat me gaan tot Hem!" risp
lijj uit en zijn stem klank zo» vreeselijk,
zoo gebiedend, dat de bewaker plotseling
terugweek en hem verwonderd aankeek.
Hij schreed voorwaarts. Sidderingen over
vielen hem plotseling. De hemel verborg
zich achter wolken, zooals nooit nog des
nachts waren aanschouwd. In do donnette
toekende zich het kruis scherp af en heb
hangende lichaam van Jezus straalde als
belicht van een onzichtbaar schijnsel. En
de Marte'aar sloeg Zijn oogen op on hechtte,
'Zijn rustigen, zachten blik op hem. Hij keek
hem aan; Hij had hem herkend. Zijn lippen
bewogen en woorden, die door de donkerte
heen boorden, bereikten ham. Jezus zsida
hem, dat Hij vergaf, en noodigde hem,
naderbij te komen.
Maar hij vermocht geen stap verder be
gaan en viel ter aarde neer
De bewaker riep opnieuw hem loe:
„Sta op! Sta op en zeg, wie 'je bent."
Een onderdrukte, verborgen stem, stik
kende in tranen en zuchten antwoordde hem:
„Vergeef mijl Vergeef mij! Jezus! Jezusl
Ben ik Uw vergiffenis nog waardig? Staat
God U toe, mij te vergeven? Wee mij? Wee
mij! Hebt Gij mij "herkend of heeft Uw
hart, heelt Uw blik door do smarten dec
kruisiging, zich vergist?"
1)e vrouwen, neergeknield voor het kruis,
schreiden met neergeslagen oogen; nu (lie
ven zij haar blikken opwaarts en één on
der haar zeide:
„Dat is Judas!"
De hoofdman der bewakers, die nam ge
naderd was, hoorde dien n?.am en zijn zwaard
uit de schede trekkende, schreeuwde hj)
met een afschuwelijke stem tot do soldar
tCD, die om hem stonden;
„Voer hem van hier! Ellendeling! Heelt
het verraad nog niet voldoende k~ haat
bevredigd! Komt grj'nu hier gsaot zoeken
in Zijn smarten?"
Judas stond op en hjj hechtte nog eena
zijl. blik op Jezus, ca hjj zag opnieuw,
dat Jezus hem aankeek cn hg noorde op
nieuw, dat Hij hem riep en hij wildo sohreeu-
wen, maar zijn slem bestierf hem Op de
lippen en snikken verscheurden, zgn borst.
De bewakers voerden hem van de plek
der strafplaats weg. Maar langen tijd nog
vulden do snikken den nacht co allen, di«
op den heuvel gebleven waren, huiverden.
Jezus had het hcold gekeerd naar de zijde^
van waar de weeklachten kwamen
Den volgenden dagv terstoni bij bet aan-
treken van den dag, verspreidde zich het
gerucht door Jeruzalem; dat Judas sscki
dien nacht had opgehangen.