No. 19346. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 31 Maart. Vierde Blad. Anno 1923, Indisch Nieuws. INGEZONDEN. VARIA. JUDAK Wanneer is het Paschen? yoor ben, die willen weten, wanneer het dö eerstvolgende* jaren Paschen zal zijn, geven wij Ue volgende data voor Paschen in do eerste helft der 20ste e^jivv. Men ziet hoe grillig de Paaschdagen versprin- 1978 1998 1921 1932 1948 19S4 1979 19S6 1997 1918 1929 1991 1934 1915 1953 1983 1988 1994 1920 1926 1999 1942 1953 1958 1969 I960 1985 1996 1928 1944 1950 1966 1977 1971 1982 1993 1925 1930 1998 1952 1968 1974 1990 1922 1933 1995 1938 1919 19G0 1965 197G 19S1 1987 1992 1924 1930 1916 1957 1973 1984 2000 Bovendien kan. Paschen nog vallen op 22 Maart. Dit had het laatst plaats in 1818 en zal weer gebeuren in 22S5- „Een allerlaatste" Paschen (25 April) is het ook -zelden. Na 1943 en 2038, 2190, etc Later dan 25 April kan Paschen niet zijn. Paschen op 1 en 2 April. Eycn iets over den datum van het Paasch- feest. Men heeft gevraagd, hoe het mogelijk was, dat voor 1923 de Paaschdagen gesteld konden worden op 1 en 2 April, terwijl de tot dusver gevolgde regeling die data zou stellen op 8 en 9 April. Eenigen tijd geleden is op deze 'vraag reeds geantwoord door „Het Nieuws van den Dag", welks Redactie er aan herinner de, dat in 325 de Kerkvergadering te Nicaea het Paaschfeest vaststelde op den eersten Zondag na de volle maan, volgende op de vooijaarsnachtevening. Nu werd het woordje „na" daarbij zóó opgevat, dat het feest een week later wordt gehouden, wanneer de, eer ste volle maan na de voorjaarsnachtevening juist op Zondag valt. Op deze manier kon dus het feest niet vallen vóór 22 Maart noch na 25 April en het zou, daar het in dit jaar Op Zondag 1 April volle maan is, pas Zon dag 8 April gevierd moeten worden. Maar.de volle maan in den nacht van 31'Maart op 1 April treedt dit jaar niet in n a middernacht, doch vóór middernacht. Op welk oogenblik precies valt niet aan te ge ven; doch vóór middernacht De eerste volle maan na de voorjaarsnachtevening valt dus nog op 31 Maart: dus heden, Zaterdag. En de eerste Zondag daarna is dus de 1ste April: morgen. In „De Tijd" gaat Pastoor Sloet akkoord met de data 1 en 2 April voor het Paasch feest van dit jaar. Daarbij, zegt hij, is geen vergissing in het spel; noch van den kant •Ier Kerk, noch van dien der astronomen. „Wegens mogelijke betwijfeling van do juistheid der kerkelijke berekening van het Paaschfeest, wat het jaar 1923 betreft, lijkt het mij niet onnuttig op de vraag even te antwoorden," zoo schrijft hij. „Dat antwoord is z,eer cenvoudig. Volgens d kerkelijke berekening van de nieuwe en volle maan is bet volle maan op Zaterdag 31 Maart. Den daarop volgenden Zondag, in casu 1 April, is het dus Paschen. Do/ Kerk houdt geen rekening met de astro nomische ware maanphasen, maar alleen met den gemiddelden loop cfër maan, zoodat de datums der phasen wol eens een dag ver schillen. Naar den kerkelijken computus heeft het jaar 1923 de epacta 13. Zie het dic- torium en het traclaat vóór in do Pars hie- malis van het Brevier. Nu staat in het ker kelijk kalendarium vóór 18 Maart het epac- tencijfer 13, zoodat 18 Maart luna I en Za terdag 31 Maart luna XIV, d.i. volle maan, is. De zaak is dus volkomen in orde. Vgl. mijn artikel in de „Ncd. Kath. Stemmen", Dec. 1920. Toevallig valt dit jaar het Joodsche Paaschfeest met het onze samen. Volgens den Joodschen kalender is het wel is waar eveneens op 31 Maart volle maan, maar vol gens een der vijf Rabbijnschc uitzonderings wetten moeten de nieuwe en vollemaanda gen dit jaar een dag verzet worden, zoodat de 15de Nisan, d.i. de eerste dag van het Paaschfeest, op 1 April valt. Met deze uit zonderingswetten in den Joodschen kalender h<v:dt de Kerk geen rekening. Volgens den algemeenen regel van hun kalender zouden de Joden Zaterdag 31 Maart Paschen moeten hebben." Mail-overzicht tot en met 14 Februari 1923. De toestanden in Indië, vooral die onder do inlandsche bevolking, verschillen wel aanmerkelijk met die van een tiental jaren geleden. Openlijk en bedekt wordt onrust en verzet gepredikt, een prediking, die ve len met bezorgdheid doet vragen, hoelang het gouvernement dit nog dulden zal. Be gin Februari werd een bijeenkomst van do „Radivale Concentratie" tc Bandoeng ge houden, waar o.a. het eventueel voeren eener politiek non-coöperatie onderwerp van bespreking was. De non-coöperatie-be- wCging, ons reeds bekend uit Britsch-Indië (Gandhi) zou in Ned.-Indiö voorloopig meer last dan gevaar opleverende door snee-inlander is vooral politiek te weinig ontwikkeld, om zoo iets begrijpend uit. to voeren, doch juist in zijn domheid zal hij zich dloor welbespraakte zendelingen licht laten overhalen. Waakzaamheid lijkt zeker geboden. De funcsto uitwerking van het drijven der onbekookte leiders" is réeds gebleken bij enkclo stakingen, vooral onder lager inlandsch personeel, zooals bij de politie to Bandoeng en onder de telegram-bestel lers te Soerabaja, begin Februari uitge broken. Ernstiger was het dreigen van een algemeene staking onder het spoorwegper soneel. De bedreiging was wel zóó, dat bet gouvernement reeds alle maatregelen had genomen om den dienst te kunnen voort zetten. Intuschen is het niet tot een sta king, noch algemeen, noch partieel, bij de spoorwegen gekomen. Ook Boedi-Oetomo, te voren een zeer tamme inlandsche vereeniging, gaat zelfs den reoolutionnaireu kant uit en wil gel den inzamelen om een vijftal volksleiders naar Britsch-Indië te zenden, teneinde al daar de politieke strijdwijze te bestudee- ren. zegt zelf3, dat de schepelingen geregeld marschen maken en het terrein kaart bren- gCD. Wordt hun dit verboden, dan verkla ren zij, geen woord te verstaan van wat hun gezegd wordt. Daarentegen wordt geen enkele Nederlander, ambtenaar of particulier, op hun schepen toegelaten. De lezing van daarover ondervraagde Japanners is, dat van geen spionnage sprake is, hetgeen ook al zou blijken uit het weinig-omzichtig optreden. Zij wil slechts „goed op de hoogte" zijn van allo streken, waar zich Japanners gevestigd hebben. Wel zou Japan gaarne in het be lang van het eigen volk, een tot waarde volle exploitatie to brengen gedeelte- van Indië bezitten waar de Nederlanders zelf dat niet vermogen. De.ze wensch is niet ongevaarlijk. Het laatste moge evenwel een waar schuwing zijn t 4 Te Samarang hebben enkele scholieren bij het begin van een nieuwen cursus van de groote drukte in boekwinkels gebruik gemaakt om om groote schaal leerboeken, pennen, potlooden enz. te stelen. Pestgevallen in één week nog dicht bij de 200. Een massa-aanval. Op de onderneming „Tanali Amboen- gan", zoo wordt ons uit Bandjermassin gemeld, heeft den 5en dezer een massa- aanval plaats gehad, waarbij de beheerder, do heer Eliot, een Engelachman, ernstig aan het hoofd werd gewond. Er heersehte onder de contractanten een ontevreden geest, als gevolg yan een nieu we loonrgeling. Ter bestrijding van luiheid, moeten zij in dagloon op dagtaak werken. Do onmiddellijke aanleiding tot de row schijnt evenwel te liggen in een tactische fout. De lieer Eliot stelde een ontslagen mandoer als koelie aan en schoot op een onwilligen koelie. De politie herstelde de rust, terwijl de justitie met het gerechtelijk onderzoek is begonnen. Aan de arbeidsinspectie is het voorts, om den dieperen grond voor de ongeregeldhe den na te speuren. Of er sprake is van den invloed van Ja- vascho agitators meent men tc moeten be twijfelen. Wij hopen t.z.fc. nader geïnformeerd te worden over het verloop der zaak. Traktementen dei ambtenaren. toen o.m. van den candidaat debiteur, dat al zijn bezittingen nog onbezwaard waren. Allo twijfel werd weggenomen toen ten slot te de landrente een gunstig advies dien aangaande uitbracht. Zoo kwam het nooddruftige dorpshoofd weer aan driehonderd pegels. Dit gebeur de in den jare 192Ó, den 29sten Mei. Daar de tijdsomstandigheden maar geen uitkomst brachten, speelde de loerab, nadat hij als zoodanig ontslag liad gevraagd en op den 7den December 1921 eervol gekregen, zijn rol verder. Nog twee malen zag de leeperd kans, zijn reeds bezwaarde gronden te verlcoopen. Een deel er van kwam in het bezit van Nji Atjih voor f*100, daarna werd Hadji Ab- doerachman met het daarop 6taand huis voor f 1350 eigenaar. De kruik gaat zoo lang te water totr zij breekt! Weldra werden de bewuste gron den door de verschillende rechthebbenden onder elkaar betwist, en de loerah van Nag rek onfponte zich als oplichter. Een clezer dagen stond hij voor d°n Ban- doeng8chen landraad terecht. M. MartadS- rerja biechtte alles op. De landraad reke ning houdende met h°t. feit, dat soortgelijk zakendoen in deze afdeeling niet vreemd i*, veroordeelde Martadiredja tot twee jaar gevangenisstraf. Beklaage berustte in zijn straf. (Builen verantwoordelijkheid der Redactie). Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. „De toekomst van de haringvissckerij" of: „De beste stnurlui staan aan wal". Naar aanleiding van het stuk als in den aanhef getiteld, voorkomend in Uw Blad van Woensdag 28 dezer en overgenomen uit de „N .R. C." het volgende: Een reeder zal genoemd stukje met schou derophalen lezen en het zelfs de moeite niet waard achten hiertegen iets in woord of schrift in to brengen en al is onderge- teekende ook geen feeder, zoo blijkt hem uit het geheele verhaal, dat het door een volslagen leek op het gebied van zeevis- scherij is geschreven. Nu kan een leek nog wel eens een goede opmerking plaatsen, doch dan dient dezo ten minste eenig ge zond verstand te hebben, om zelfs door an dere leek en, (die op een vrijen Zaterdag middag de moeite hebben genomen zulk een bedrijf te bezien of na een onderhoud van een uur met een ouden visscher) niet de zelfde opmerking te doen maken. Het ware niet ondienstig, dat M. J. Brus- se, yan de „N. R. C- dip hier en daar een kijkje heeft genomen cn als scherp op merker de zwakko en sterke zijde van me nig Hollandsch bedrijf heeft belicht, obk vooral te Katwijk, Vlaardingen of IJmui- den dit echt vaderlandsch bedrijf eens door een critischen bril hekeck, een reisje met een haring- of kantvisscher meemaakte en daarna mèt het Nederiandscho volk (het welk alleen baring eet, in een katterige bui) ook de schrijver van „De toekomst van de haringvisscherij" €en kijkje op dit zoo interessante, moeilijke, wisselvallige en op liet oogenbük inderdaad hopcloozc bedrijf te geven. Wekt dit domme stukje dus bij vlijtige, ernstige, met zware zorgen te kampen heb bende mannen eenigen wrevel, het sticht bovendien kwaadwat moeten diezelfde mannen gaan denken van een pers, die der gelijk geschrijf plaatst, cn van de wijze, waarop zij door diezelfde pers kunnen wor den voorgelicht over onderwerpen, waar over zij niet zelf kunnen oordeelen. Wil de schrijver iets over de zee cn vis- schorij weten, zoo raad ik hem aan bijv. te lezen ,,Hct leven der zee", van dr. J. J. Tesch, uitgave van de Wereld Biblio theek, en eens een reisje te maken door die landen, waar voor eenige jnren onze haring met smaak werd gegeten en geroemd en waar men zich nu moet behelpen met een goedkooper en minder product uit het buitenland; waar de visscher niet op zee bij slecht weer en bij een primitieve levens wijze dp handen uit de mouw behoeft te steken, om de vangst een zorgvuldige be handeling te doen ondergaan, en waar het werk der conserveering aan vrouwen thuis wordt overgelaten. Wanneer dan ook door Nederlandsche kooplieden met het zeeproduct geknoeid zou zijn, staat bij mij vast, dat dit gebeurd is met uit het buitenland hier nangevoer- m de visch, welke daarna op Hollandsohö wijze werd verpakt, of dat haring van heb nog overvloedige jaar 1921 ln het einde van 1922 is verkocht geworden. Voort9 was het niet ln liet belang der reeders, dat in 19-22 veel haring werd gevangen, en zal in 1923 vanzelf weer niet veel worden aangebracht Het is mij niet de moeite waart nog meer punten van het betoog aan te roeren, daar de schrijver door het debiteeren van dom-1 heden of 6oms door het verkoopen van waarheden als koeien zichzelf blameert, doch ik voelde mij gedrongen, daar, waar hij lastert, op het onvruchtbare gekapittel en de leelijke verdachtmaking te wijzen, en ik verwacht ook, dat de Heer Redacteur, in Eet belang van zijn lezers, ook aan mijn zienswijze in zijn Blad een plaats zal in ruimen. Hoogachtend, D. OUWEHAND. Katwijk, 29 Maart 1923. De afstamming van den struisvogel. De struisvogels zijn, zooals bekend, loop-» vogels, niejt tot vliegen in staat, die zich voortreffelijk aan het leven in de woestijn en in steppen aangepast hebben. Ondanks hun ongeschiktheid om te vliegen, bezitten zij nog kleine vleugels, waarvan de bouw geheel gelijk is aan die bij vliegende vogels. Men neemt daarom algemeen aan, dat do struisvogels cn de andere loopvogels, welke niet in staat zijn om te vliegen, zooals de Amerikaansche nandus, de casuaris, emu en kiwi, afstammen van vogels, die wel in slaat waren tot vliegen, en zich ontwikkeld hebben uit hpenderaclitigen en kraanvogel- achiigen. Onlangs heeft nu echter prof. G. Stein- mann als zijn meening te kennen gegëven, dat deze vogels niet afstammen van vlie gende vogels; hun voorvaderen zouden nooit hebben kunnen vliegen, veeleer zouden zij zich direct uit de Dinosauriërs van het krijt- lijdperk, dus uit landreptielen, ontwikkeld hebben. Voornamelijk komen, volgens Stein- mann, do „Tijgerdraken" of Theropoden hier voor in aanmerking; dieren met lange ach- terpooten en lichte, luchthoudende beende ren, zooals ook de tegenwoordige vogels die bezitten. Als voorouders van de loopvogels moet in het bijzonder het uitgestorven ge slacht der Ornithomimus te beschouwen zijn, wier ledematenbouw veel overeenkomst heeft met dien der vogels, ook de tandelooze, wellicht zelfs met een hoornscheede voor ziene kaakbeenderen en andere eigenaardig heden van het geraamte herinneren aan den bouw van den vogel. Of deze nieuwe leer over de afstamming der loopvogels aanhang zal vinden, moet de toekomst nog leeren. Trouw auto's. Hoewel, volgens cU volkstelling vaA 192I# in den loop van dat jaar te Parijs <13.362 paartjes naar het altaar of .minstens na»r clcn burgerlijken stand zijn getrokken, Jivor- den de bruitoftsrijtoeren in, open landauer* die vroeger, voornamelijk op Zaterdiag, den grooten Parijschen trouwdag, in korteren of langere rijen plechtig door de lanen van het Bois do Boulogne en van het Bosch van Vinc-ennes trokken en hun inhoud ten slotte in de goedkoope restaurants aan den oevar van de Seine losten, voortduren! zeldza mer. De „kleine luyden", die meestal veel bloedverwanten lubben, die bij bruiioften voltallig aanwezig plegen te zijn, maken in den laatsten tij5 den bruiloftstoer in den indrukwekkenden automobiel-car, op welke langzaam opgaande rijen banken het brui- loftsgezelschap zich zoo schilderachtig groepeeren kanonderaan, door een wit ten ruiker reeds van verre kenbaar, het bruidspaar met de getuigen, dan telkens hoogcr zittend, de overige gasten. Het geheel is een heerlijkheid voor de loerende fotografen. Voor alle kerken, alle gemeentehuizen ziet men tegewoordig der gelijke cars der bruiloftsstoeten wachten. De elegante chauffeurs in uniform heb- Eenben de dikke, roodneuzigc koetsiers der landauers grootendecls verdrongen, met wie zij slechts één ding gemeen hebben: den dorst. En als toeristen van Cook wordt het bruiloftsgezel schap in- cn uitgeladen. In den snellen autocar komt men natuur lijk ook dadelijk veel verder dan in het vroegere zwaarmoedige trouwrijtuig met zijn flegmatieke paarden. Men gebruikt thans het bruiloftsmaal dikwerf op een plaats, die vroeger het verste doel van een huwelijksreis was. Men maakt zich in Indië 'ongerust over de plannen van de Koninklijke en Bataaf- sche tot ernstige inkrimping van hun be drijf. Een groot aantal employés is reeds ontslagen, do kaarsenfabriek te Balik-Pa- pan gesloten. Een. en ander is gevolg van de zeei* drukkende belastingen, speciaal nog eens op petroleum. De meermalen ver nomen bewering van de Koninklijke, dat het Indisch bedrijf vnn niet buitengewone bc- teekenia voor haar is en zij dit dus spoe diger zou opgeven, wordt weder cenigszlns anders belicht door een uitlating van een der voormannen„dat inderdaad thans slechts een betrekkelijk gering deel der productie van de Koninklijke-Shell-groep uit Ncd.-Indië komt, maar dat niettemin dit gebied vau groote beteekenis voor dc Koninklijke is, wegens zijn vrij stabiele pro ductie, de goede kwaliteit dor olie cn ook als keten in het algemeen bedrijf. Wanneer 't Indische bedrijf door kortzichtige regee- ringsmaatregclen ten doode wordt ge doemd, dan zou daaruit derhalve stellig een niet onaanzienlijke verminderipg der winsten voortvloeien." Ook de particulieren in Indië zuchten over hun belastingen, niet alleen over de hooge bedragen daarvan, maar ook ove» de ongelooflijk ingewikkelde cn onbegrijpe lijke aaogiue-biljetten, die ware bookcAïe- len van 12 groote bladzijden blijken te zijn. tè Japan schijnt groot (en gevaarlijke?) be langstelling voor Borneo te betoonen. Landbouwondernemingen, eigendom van Japanners en geheel vaD Japans-h perso neel voorzien, zijn alle gelegen op .strate gisch waardevolle punten. Dc geheele zee straat tusschen Poeloe Laoet en d n vasten wal wordt door deze punten b~heerseht. Zonder onderbreking liggen Japansche schepen vóór Balik Papan en Tarakan. Men Wij vernemen in verband met do invoe ring yan het nieuwe bezoldigingsstelsel, dat ook bij verlaging der bezoldigingsscliaal vermoedelijk alle ambtenaren hetzelfde traktement behouden. Alleen bij promotie of bij periodieke verhoogingen zal de nieu we regeling worden toegepast. Van een leepen loerah. Gedurende ruim twintig jaren, nl, vaa 1900 tot 1921, bekleedde Mas Martadiredja liet ambt van loerah van do desa Nagrog, district Tjitjalengka, afdeeling Bandoeng. Trouw had hij als zoodanig in al die jaren zijn plicht vervuld. Toen evenwel de Euro- pecsche oorlog uitbrak met diens ramp spoedige gevolgen ging het genoemde loe rah niet al te best voor den wind. Zijn inkomsten, zijnde zeker percentage van door hem van do bevolking in zijn ressort geïnde belastingen, bedroegen globaal f30 per maand Hiermede moest hij rondkomen met vrouw en een achttal kinderen. Begrij pelijkerwijs stak liij zich in do schulden. Gelukkig had hij nog bezittingen, welker verkoop zijn ondergang vertraagde, maar die hem helaas niet konden redden. Op eenige bouws sawahgrond in de desa Nagrog vd. had Martadiredja erfelijk indi vidueel bezitsrecht. Om aan het noodigc geld te komen verkocht hij ccn bouw cr vau aan zekeren Hadji Ritipatimah van de desa Pasar (Bandoeng), met recht van we- derinkoop, voor den prijs van f300. Eeni gen tijd later weer in geldverlegenheid zijn de, besloot hij, al zijn sawalis, inclusief die, welke hij reeds verkocht had, aan een geldleening bij do Bandoengsche afdeolings bank tc verbinden. Wat ook geschiedde. Zooals het in den regel gaat, deed cfo afdec- lingsbank een onderzoek of dc als borg ge stelde goederen onbezwaard waren. Dit onderzoek werd het eerst ingesteld door een agent van de bank, vervolgens door den adjunct-administrateur to Tjitja- lengga den heer Vogelzang. Dpzo vernam Af aart 23 24 25 1951 26 27 28 29 CO 31 1S07 April 1 1923 2 1961 3 197 4 1931 6 7 8 1917 9 1939 4 10 11 12 1914 13 li 15 J* 16 17 18 1951 19 1903 20 1919 .21 22 1962 23 24 25 1913 Naar het Bnlgaarsch van CONSTANTIN VELITCHCOFF. (Nadruk verbaden). Reeds lang had het uur van midder nacht geslagen. Zwart® wolken #.apcd;len zich op aan don hemel. Hier en. daar lichtte een enkele, eenzam» ster, om direct weer schuil te gaan. Na het rumoer van den dag viel de nachtelijko stilto zwaar op de aarde, alsof zij do herianor'mg wVide uit- wisschen van hevig® kreten, waarmee de luchten gevuld varen geweest. Hij klöm moeizaam den steden weg om toog. Alleen, gehuld in ff(jden mantel, met het hcofd afzakkend op de borst, stond hp olk oogenblik stil, dacht hij na. legde hij de ooren te luisteren ea keak vreesachtig om zich heen, waarna hp opnieuw zijn weg vervolgen ging. Een vreemde vermoeienis benam hem bijna den adem. Het was of Ik oogenblik een geheimzinnige stem tot htm doordrong en onbekende heelden ver schenen plotseling aan zijn geestesoog. Elke steen, waaraan hij zich stiet, deed hem sid deren. Meermalen bukte iijj zich ter aaide, alsof hij ontdekking vreesde, en eerst na dut hij zijn angsten "jiad weten te verdrij ven, ging hij opnieuw aarzelend verder. Want dozo vreeselijke weg voerde naar Golgotha. En hij wilde zich verwijderen van de plaatsen, waarlangs de Martelaar gegahn was, gebukt onder heb enorme kruk. ach tervolgd door een razende menigte, dis Hem acHema joelde. Hij meende de zuchten waar te namen, door Jezus op Zjjn martelaarsgang doon dezo dreven geslaakt. Hier was Hij neer- gestort, had Hij geweend. Het schoen hein toe of de aarde, zonder getuigen tegen over do Hemelen, boven haar uitgespreid, spreken zou en vertellen zou alles wat H'j geleden had, voordat J1 jj kwam op de plaaW der marteling. De aarde was still Geen geluid, geen gerucht drong in den nacht door. Daarginds, in do verte sliep de stad. Zij sliep, rustig eindelijk, omdat het vonnis, gevraagd door allen, was voltrokken; tevreden, dat haar wil verhoord was geworden. In het ver schiet teckenden zich de vage silhouetten der oljjfboomen af tegen de donkerte van den nacht Het eenige, wat hij hoorde, was het kleppen van zijn hart. Dikke droppelen zweet v.elen van zjjn. voorhoofd bij do gedachte, dat dit onrustige en sidderende hart alléén de universeel® stilte in dit oogenblik ver brak. De aarde was stil geworden en allen konden dit kloppen b ooren. Toen viel hij neer; de krachten verlieten hem en hij geloofde geen stap meer voor waarts te kunnen doen em reeds begaf hem zijn geest. Hij herinnerde zich niet, hoe hjj weer was opgestaan, hoe hij den weg had her nomen. Hij had willen blijven waar hjj was; liiaar een macht van buiten beurde hem omhoog, duwde ham vooruit en hjj ge hoorzaamde. En hij vervolgde zijjn tocht langs den steilen weg. Plotseling, bij de bocht van oen pad, dat steenblokken afsloten, vertoonden zich de drie kruisen in de verte en zijn oogen richtten zich dadelijk naar Hem, Dien hjj zeeht. Zjjn knieën knikten, zijn hart klopte niet meer, zjjn hoofd bonsde; hij voelde, dat hij in dit oogenblik dood ter aarde zou vallen, en toch vervolgde hij den weg, zijn blik gericht op het verschrikkelijke visioen. "Hij zag Hem aan "het kruis, zooals hij Hem had gekend van den eersten dag af, zcoalï Hij door Zjjn goedheid hem had opgeheven door Zjjn wil. De pijnen, die hjj nu doormaakte, verleenden hem een nieuwe kracht. Plotseling hoerde hij een stem. Het was de stem van een bewaker. „Halt! Wie zijt g®t waarheen gaat ge?" schreeuwde de soldaat; inaar hij, alscf lij) niets had gehoord en niet- zag de spies, die hem den weg versperde, h'.eef door- loopen. „Laat me! Laat me gaan tot Hem!" risp lijj uit en zijn stem klank zo» vreeselijk, zoo gebiedend, dat de bewaker plotseling terugweek en hem verwonderd aankeek. Hij schreed voorwaarts. Sidderingen over vielen hem plotseling. De hemel verborg zich achter wolken, zooals nooit nog des nachts waren aanschouwd. In do donnette toekende zich het kruis scherp af en heb hangende lichaam van Jezus straalde als belicht van een onzichtbaar schijnsel. En de Marte'aar sloeg Zijn oogen op on hechtte, 'Zijn rustigen, zachten blik op hem. Hij keek hem aan; Hij had hem herkend. Zijn lippen bewogen en woorden, die door de donkerte heen boorden, bereikten ham. Jezus zsida hem, dat Hij vergaf, en noodigde hem, naderbij te komen. Maar hij vermocht geen stap verder be gaan en viel ter aarde neer De bewaker riep opnieuw hem loe: „Sta op! Sta op en zeg, wie 'je bent." Een onderdrukte, verborgen stem, stik kende in tranen en zuchten antwoordde hem: „Vergeef mijl Vergeef mij! Jezus! Jezusl Ben ik Uw vergiffenis nog waardig? Staat God U toe, mij te vergeven? Wee mij? Wee mij! Hebt Gij mij "herkend of heeft Uw hart, heelt Uw blik door do smarten dec kruisiging, zich vergist?" 1)e vrouwen, neergeknield voor het kruis, schreiden met neergeslagen oogen; nu (lie ven zij haar blikken opwaarts en één on der haar zeide: „Dat is Judas!" De hoofdman der bewakers, die nam ge naderd was, hoorde dien n?.am en zijn zwaard uit de schede trekkende, schreeuwde hj) met een afschuwelijke stem tot do soldar tCD, die om hem stonden; „Voer hem van hier! Ellendeling! Heelt het verraad nog niet voldoende k~ haat bevredigd! Komt grj'nu hier gsaot zoeken in Zijn smarten?" Judas stond op en hjj hechtte nog eena zijl. blik op Jezus, ca hjj zag opnieuw, dat Jezus hem aankeek cn hg noorde op nieuw, dat Hij hem riep en hij wildo sohreeu- wen, maar zijn slem bestierf hem Op de lippen en snikken verscheurden, zgn borst. De bewakers voerden hem van de plek der strafplaats weg. Maar langen tijd nog vulden do snikken den nacht co allen, di« op den heuvel gebleven waren, huiverden. Jezus had het hcold gekeerd naar de zijde^ van waar de weeklachten kwamen Den volgenden dagv terstoni bij bet aan- treken van den dag, verspreidde zich het gerucht door Jeruzalem; dat Judas sscki dien nacht had opgehangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 13