De Prins uit betSprookje
No. 19341.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 24
Maart.
Tweede Blad. Anno 1923.
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON
EERSTE KAMER,
Ka de pauze brengt de heer .DE iVEER
(A.-R.) ter sprake de verhouding tusschen
rïjis- en gemeentefinanciën. De regeering
maakt zich in de Mem. v. Antwoord er
vrijwel af. Dat kan gpr. haast niet aan
nemen van dezen minister van financiën,
die in deze materie een verkden heeft. Er
is nu een staatscommissie, maar het 2al
nog eenige jaren duren eer zij met haar
voorstellen zal aankomen. Wel heeft zg een
vooiloopig advies uitgebracht omtrent de
nooduitkeering, maar vcor de gemeenten zal
de verwezenlijking daarvan geen voordeel
ïijn. Ze zullen veel minder dan yroeger
krhgen. Spr. dringt aan op uitkeering van
de volle honderd percent zoolang geen de
finitieve herziening der verhouding is toti
stand gekomen. Spr. zal er niet diep op.
ingaan, hce moeilijk de positie van yele
gemeenten is geworden nu de nooduitkee
ring in dè lucht hangt, maar werkelijk, die
toestand is onhoudbaar. Is de regeering.
vraagt spr. daarom bereid een "ontwerp in
te dienen tot voorloopige vaststelling van
'de nooduitkeering.
Hierna is de Minister van Binneülandscli9
Zaken aan het woord voor de bespreking
van de algemeene politieke vraagstukken
en de gestie van het Kabinet.
Wat de politieke beschouwingen betreft,
oi tmoet spr. met ingenomenheid den steurt
der leiders van de rechtsche fracties, yan
Idenbnrg, de Vos en van Lanschot. Voor
hedenmiddag bepaalt spr. zich tot de rede
van don heer De Vos.
Met greote belangstelling heeft hij naar
hem geluisterd, al beaamt hg niet al jjjn
opmerkingen, die z.i. niet in overeenstem
ming Zijn met ons positieve staatsrecht. Zoo
is hg het niet met hem eens, dat de Ka
binetsformateur met de leiders der rechtsche
fracties in deze Kamer had voeling moeten
houden. Onjuist acht hij ook den eisen,
dat men zich te voren zall vergewissen of
de Eerste Kamer accoord gaat met eenig
ortwerp van wet. Zelfs voorafgaand overleg
me: de Tweede Kamer moet tot hooga uit
zondering blijven. Een soort van voorparle-
nient, als den heer De Vos van Steenwijk
voor oogeh schijnt" te zweven, zou spr. een
gruwel zijn. Zoo denkt ook 'de leider van
de partij van den heer De Vos, de heer
de Savornin Lohman over deze zaak. Juist
iie* karakter van het hof van revisie van
de Eerste Kamer verzet zich tegen dit denk
beeld. Zoo groote invloed kan niet aan do
Eerste Kpmer worden toegekend.
Spr. verdedigt tegenover den heer De
Vos de houding der Kroon, die in 1921
haar raadslieden om advies vroeg alvorens
Maar ver'cor de heer De Vos niet uit het
het ministerie zijn ontslag had ingediend,
oog, dat de Koning te allen tgtle het recht
heeft zijn ministers te ontslaan. Spr. wei
gert dus aan den heer De Vos verantwoor
ding te doen van de door hem gevolgde
gedragslijn bij de crisis in 1921 en 1922.
Do opmerking, dat do regeering tegen
den tijd der verkiezingen duidelijker blijk
moet geven van haar 'denkbeelden en plan
nen onderschrijft spr. niet. Juist het mi
nisterschap is esn bezwaar daartegen, want
hoe dichter men bij de Kroon staat, hoe
minder men zich partijman gevoelt. Spr.
acht het een uitstekende gewoonte, dat een
minister zich buiten partij- en verkiezings
strijd houdt en daarom heeft spr. oo'c be
snaar tegen het cumuleeren van Kamer
lidmaatschap en ministerschap.
Hier breekt de Minister in overlag met
den Voorzitter zijn rede af en gaat de
Kcmer uiteen tot 10 April to 2 uur
Den llden Aprit om 11 uur zal de Kamer
voortgaan mét de Staatsbegrooting.
(Vervolg van gisteren).
Schoenenwetje.
De heer DE BOER bestrijdt het ontwerp,
dat tot navolging zal aansporen, het buiten
land minder gunstig jegens ons zal stemmen
en de schoenen duur zal maken.
De heer GERRETSON betoogt, dat heb
doch de levende praclijk gaat bij hem boven
do leer en hij deelt niet den angst voor con
sequenties. Hij vraagt zich echter nog af of
het voorgestelde nog wel zal helpen.
De heer VAN GIJN ziet in het ontwerp een
eerste slap, die zal voeren tot protectionisme
met alle nadeelige gevolgen er van, zooals
prijsverhooging cn représaille-maatregelen.
De heer FEBER acht de voorspellingen
over de nadeelige gevolgen van het ont
werp overdreven. Hulp voor tie schoenen
industrie is dringend noodig.
De heer GERRETZEN betoogt, dat bet
ontwerp geen doel zal treffon, doch alleen
nadeelen zal veroorzaken.
Mej. VAN DORP is het eens met de b©^
strijder» van het ontwerp.
De lieer VAN RIJOKEVORSEL is geen
protectionist, ma-ar zal tooh voor het ooit-
werp stemmen, omdat de nood dor schoe
nenindustrie or toe dringt-.
De heer MARCHANT (V.-D.) betreurt
heb, dat de minister van Financiën niet»
aanwezig is. Voor hem was deze zaak ook
van belang.
De verdediging van het ontwerp óa
zwakde minister leb te veel op éón
dustrie en te weinig op de nijverheid in
haar geheel. Er is meer een politieke ver
klaring gegeven over de indiening van dit
ontwerp, dan een argumenteering van de
strekking
De heer VAN RAVESTEIJN (C. P.)
zie>t in dit ontwerp een eerste pogiDg om
den weg der protectie op te gaan.
De heer RUTGERS (A.-R.) zegt noohi
principieel vóór noch tegen protectie te
zijn. Hij beschouwt dit ontwerp als ëeaï
n ood maatregel
De minister van Arbeid, de hoer AAL-
BERSE beantwoordt de sprekers. Graag
had hij breedvoerig zijn opvatting oveï[
onze handelspolitiek willen uiteenzetten^
De tijd ontbreekt hem daarvoor echter.
Ten aanzien van do vraagprotectie of
vrijhandel moet ieder land onder ïedoré
omstandigheid zijn standpunt bepalen. Dé
opvatting kan wisselen. Een klein land als
het onze, met kleine binnenlandsche
marlet, zal als regel meer gehaat zijn met
vrijhandel. Dit geldt voor normale tijden.
In abnormale kan het anders zijn.
Op het oogenblik aoht spr. een alge
meene protectionistische politiek verj
keerd. Van hem is in dien geest niets té
waohten.
De tijdelijke concurrentie, die onze in
dustrie thans heeft te weren, is anders dan
de normale. Daardoor kan een industrie
zóó in de knel komen, dat zij het riet
meer houden kan. In dit geval veTkeert de
schoenen-industrie. De regeering heeft
lang geaarzeld, eer zij met dit ontwerp is
gekomen. Alle bezwaren, die dezer dagen
zijn geopperd, heeft zij overwogen, maar
men vergeet te veel, dat een invoerverbod
een tijdelijke maatregel is. Rechtstrec.k-
eche steun verleening is veel gevaarlijker,
omdat dan de bedrijven bij bosjes rullen
komen vragen om steun.
Spr. ontkent, dat kunstmatige prijsstij
ging het doel-is. Het doel Is de arbeids
gelegenheid in eigen land te vergrooten
en dat geschiedt het best door den invoer
tijdelijk te beperken.
Art. 1.
Do beer VAN RUSEWIJOK (R.-K.) ver
dedigt- het amendement om art le aldus to
lezen
Voor de toepassing dezer wet wordt
verstaan
le. onder schoenwerkalle voetschoei
sel, al of niet afgewerkt met uitzondering
van rubberschpeisel niet boveoiwerk van
stof/ rubber overschoenen en schoeisel, ge
heel of grootendeels van hout vervaar
digd
3e. onder leder: alle Ieder, bereid uit
huiden.
Do voorstellers zijn van oordeel, dat de
toestand in cÜo lederindustrie van dien
aard is," dat er alle aanleiding bestaat,
evenals voor de schoenindust-nieook voor
dezen tak van nijverheid den invoer aan
beperkende voorwaarden te velbanden.
De strekking van bet amendement is bo-
perking van den invoer van die ledcr&oor-
ten, die hier to lande in voldoende hoe
veelheid en kwaliteit vervaardigd worden
een on ander ter beoordeeling van het
uitvoerend gezag, in overleg met de com
missie, bedoeld in art. 2, tweede lid.
Do MINISTER betreurt c9e indiening
van dit amendement, waarmede do zaak
niet wordt gediend. Hij acht bet niet vol
doende voorbereid en dus ontijdig. Spr.
hoopt, dat men het intrekt, vertrouwende
HO BUITENL WEEKOVERZICHT.
(Waarheen men den blik ook richt-, ner
gens is eenig lichtpunt te ontdekken voor
Europa, dat nog steeds in sombere, zware
nevelen is gehuld. Het scheen een oogen
blik, alsof heel in de verte een klein liehtj e
begon te flikkeren, maar ook dat flikkeren
Ts blijkbaar al weer verdwenen, zoodat de
horizon even duister is als tevoren. En
toch zal eens dat lood-zwarte firmament,
3at zich uitstrekt oyer ons zwaar beaochte
.werelddeel moeten scheuren en weer door
laten de zon der hopeWanneer en hoe?
Men zal het ons niet euvel duiden,, ver
trouwen we, wanneer we eerlijk bekennen
(daarop het antwoord schuldig te moeten
blijven. Er zijn zoovele mogelijkheden en
misschien zelfs wel onmogelijkheden
De stroom geruchten over een zoeken
achter de schei-men naar een of andoren
uitweg uit den doolhof, waarin men te land
[was gekomen, heeft inderdaad een kern
[yan juistheid gehad, daaraan valt" moeilijk
Jneer te twijfelen na do jongste rede van
'den rijkskanselier in Beieren's hoofdstad.
Heel voorzichtig zijn de voelhoorns uitge
stoken, maar het heeft niet mogen baten,
dat is tevens uit Curio's verklaring geble
ken. Trouwens, de berichten uit Engel-
Ïclïe bron wezen al ecnigszins in die rich
ting, de laatste paar dagen en zonder nu
aan te neme?, dat Engeland geheel en al
door DuitschRmd wordt ingewijd in alles,
yvat er geschiedt, toch is vrijwel zeker, dat
(Albion niet geheel en al vreemd blijft aan
'den loop van zaken, waarin het immers
bok zélf zooveel interesse heeft bovendien.
iVan Duitsche eijde is een non-possumus
gesproken ten aanzien van wat Frankrijk
Jin België zoo door middel van een of an
deren koker hebben laten aanbieden £n
.iJuno's uit-TatWen te München waren zelfs
[yan een dergelijfccn aard, dat gerust mag
[worden geconstateerd, dat momenteel nog
geen stap in de richting van een of ander
compromis is gezet, integendeel.
En zoo oogenschijnlijk lijkt dat voor
Frankrijk erger dan vcor Duitschland. Spe
ciaal, omdat Engeland tegen wil en dank
geleidelijk afdrijft in het Duitsche vaarwa
ter.
Hoezeer de pub ieke opinie en ook de re
geering zelf ii>. Brittannië tegen de Roer-
actie was do laatste alleen uit utiliteits-
[oogpunt de eerste voor een deel ook uit
gevoel van ,,no fai*- play" is overbekend.
Daarnaast domineerde echter nog een soort
(wapenbroecfierschaps-gevoel en op rekening
'daarvan is te stellen, dat van over het ka-
paal geen scherper© klang.en nog doordrin
gen tot Marianne's ooren. Het ging er En
geland niet zoozeer om Duitschland to
sparen djn wel om in eigen belang mee in
Europa terug te kceren tot meer normale
rerhoudingen. Want al is de werkloosheid
'afnemende, "een getal van meer dan een
Imfllioen arbeiders, die geen werk hebben,
spreekt niettemin voor zich zélf. Heel ge
leidelijk heeft evenwel een ommekeer
plaits, waarvan do draagwijdte ïiog niet
is te overzien, en die ommekeer is ten zeer-
jBte bevorderd door het in de Roer-actie
[trots alle ontkenning van Frankrijk zelf
éérst recht tot uiting gekomen Fransche
Streven, dat in plaats van op de 'schade
vergoeding meer op andere dingen was ge
richt, wat Mariann© zocht te maskeeren
Onder het schoone woord veiligheid. Vei
ligheid naar de zijde van Duitschland zoekt
Marianne. In zich .zelf ligt daarin reeds een
ïcïem van de erkenning, dat de vrede nu
iniet zuiver rechtvaardig i3 geweest. Doch
'de heele geschiedenis krijgt een nog vreem
der aanzien, wanneer men waarneemt, hoe
Frankrijk, veiligheid zoekend aan zijn Oost-
igrens, met alle kracht zich toelegt op den
bouw van duikbooten en op het formeeren
Van een sterke luchtvloot. Tegen het ont
wapende Duitschland en deze ontwape
ning is van Engelsche zijde vastgelegd!
kan dit toch niet dienen. Het handhaven
van een buiten alle verhoudingen groot en
goed uitgerust leger zou nog eenigszins te
moflveeren zijn, maar beide genoemde »r-
Ataïre takken Wanneer het evenwel
hiet tegen Duitschland gericht kan zijn,
tegen wie dan wel? Die vraag gaat. men
Roman van 6. HARDWIG.
69)
Wat zou er van haar worden, als hij de
éogen eloot, zoo plotseling sloot. Dat jo
oude Sodmann de kosten van de huishou
ding niet meer van zijn geringe spaardui-
ten bestreed, maar aannam wat Seller hem
.gaf, wist Mia niet. Haar toenemende angst,
ho© de dingen zouden gaanhaar wensch
voor altijd afgescheiden in heb heidehuis
te leven en daar te sterven, zooals eens
tante Ivamilla, gaf Seller heb plichtsgevoel
om voor Mia's rechten als Marianne's cüoch-
ter op te komen en beslag te leggen op
haar erfdeel.
Moeilijk viel het hem, na de laatste af
wijzing van den kant van de barones von
Mersbach, nogmaals aanraking te zoeken,
opnieuw uiting van geringschatting in het
leven te roepenmaar boven zijn persoon
lijk gevoel uit, hadden plicht en trouw de
overhand.
Zijn huishoudster vloog haastig het tuin
pad af. ,,Zou u thuis willen komen, domi
nee? Er is iemand voorgereden."
Hij knikte en ging binnen. Door de ach
terdeur trad hij het huis binnen en zag een
rijtuig on^fir de kale linden staan.
Toen hij de deur van zijn kamer opende
'en binnentrad, bleef hij een oogenblik spra
keloos staan.
Mevrouw de Barones 1"
ook in Engeland beantwoorden en het zal.
heelemaal niet raar klinken, dat wordt
Vastgelegd; dat kan slechts tegen ons zijn.
(Vooral de verhouding tusschen de lucht
machten van Engeland en Frankrijk, waar
bij de eerste vrijwel niets beteekent, heeft
daarom in het Engelsche parlement onder
werp 'yan ernstige beraadslaging uitge
maakt, hetwelk hoogstwaarschijnlijk >yel
zal uitloop en op versterking der Engelsche
militaire luchtvloot-. Zoo dwingt Frankrijk,
dat zijn schulden aan John "Buil niet vol
doen kan, dezen zelfs nog tot onproductie
ve uitgaven!
De stemming in Engeland wordt er met
dit al natuurlijk al slechter op, wat van
zelf beteekent, dat Brittannië nader treedt
tot Duitschland, dat niet yerzuimb om jde^e
afglijding te bevorderen, zooals Cuno'sred©
tevens aangeeft.
Een fortuintje voor Duitschland is, dat
het op tijd" op het spoor is gekomen een
nieuwe poging om de republiek omver te
werpen en zoodoende deze soort yan Kapp-
Putsch van verdere strekking nog in de
kiem heeft kunnen smoren. Afgezien toch'
van de vraag of de poging geslaagd zou
zijn iets waaraan we nog twijfelen de
poging alleen zou Duitschland op Het forum
der wereld-opinie ontzettend veel kwaad
hebben gedaan, ook al was niet tegen te
spreken, dat de Fransche actie koren öp
den molen der ouderwetsche Duitsche na^
tionalisten is geweest. Dood is de oude
geest van Duitschland nog lang niet, die
tegen alls landsbelang in hunkert naar een
terugkeer tot dfe macht en tot de oude
glorie.
Voor Het hoogste gerechtshof te (Leipzig
is het gebeuren tevens een zware schok voor
zijn prestige. Vernietigde dit lichaam niet"
het ontbindingsbevel van (minister Seve
ring ten aanzien van de organisatie der
Deutsch-Völkische Freiheitspartij? De mi
nister is gewroken!
Voor Duitschland is Hét wel allerbedroe
vendst juist in tijden, dat de grootste een
heid zaak is, te zien grijpen naar de macht
door degenen t£e ongetwijfeld de oorlógs
entente op één slag zouden doen herstel
len. En voor uiterst links moet de regee
ring al evenzeer op haar hoede zijn, ^gezien
hoe de communisten zich gaan roeren.
Al verschuift er dan wel iets op h'et
schaakbord der wereldpolitiek, de partij,
waaraan Europa bezig is, is nog lang niet
overzichtelijk en de grootste verrassingen
zijn geenszins uitgesloten.
(Zitting van gisteren.)
Staatsbegrooting.
Aan 'de orde is. de voortzetting der algomccne
beschouwingen over de Staatsbegrooting 1923.
De heer SLOTEMAKER DE BRUINE (C.-H.)
Is zeer onder den indruk van de parlementaire
moeilijkheden, waarin het hüidige Kabinet ver
keert. In dit verhand wil spr. een beschouwing
wijden aan de verhouding tusschen Kerk en
Staat.
Hot ingrijpen van de overheid in de inwen
dige organisatie van Kerkgenootschappen mag
niet plaats hebben. Spr. haalt aan oen uitlating
van prof. Visschcr in de Tweede Kamer, dat
één der onvervulde wensohen van de anti-revo
lutionaire partij lag op hot terrein van het kor-
kelijk vraagstuk. Deze uitlating is niet zonder
bedenking.
Hot ikonkclijk vraagstuk moet geen inzet zijn
voor een politieke partij. Het doet van prof.
Vissohor is moeilijkheden uit den wog te ne
men, doch het middel, dat hij wonsaht toe te
passen, acht spr. minder gelukkig. Vragen of dc
kerk vrij is moeten geen punt van besproking
uitmaken in politieke vergaderingen.
Spr. vraagt den anti-revoiutionaircn of het
niét mogelijk is, dat ook uit hun program wordt
geschrapt hetgeen op inmenging van don Staat,
op godsdionstig gobied betrekking heeft.
Nederland hoeft een politieke daad verricht
door oen gazantsobap in te stellen bij het Vati-
caan, aldus zegt de regeering. 't Is echter de
vraag, hoe die daad wordt opgevat ter plaatse
waar zij verricht is. Het antwoord hierop wordt
gegeven in do jongste pauselijke oncyoüek,
waarin o.m. wordt gesproken over het gezag
Deze ontmoeting bracht zijn gedachten
een oogenblik m de war.
Zij kwam een stap vooruit, bleef toen
staan, de lippen op elkaar geknepen. In
haar herinnering kwamen weer woorden
bij haar op, dezelfde, die Sellers zelfbe-
heersching hadden bedreigd; die woorden,
welke zij hem met verstokte bitterheid in
het slot Elbental had toegeroepen, toen
hij zachtheid van haar cischte en verzoe
ning met Josef Franks dochter. Toen kwam
er een vermaning over zijn lippen, die zij
dïep gekrenkt, op zijdis had geschoven *hn
die nu als gepantserd uit de herinnering
te voorschijn kwam.
Buiten ratelde een kar over den weg.Dit
geluid verbrak de drukkende stilte.
Dominee Seller liep op d© Barones toe.
In zijn ietwat gebogen houding lag geen
spoor van triumf.
Hij reikt© haar de hand. „Moge uw komst
in mijn woning gezegend «ijn, Mevrouw de
Barones
Toen zij haar rechterhand in de zijne leg
de, voelde hij een schok, waarvan hij de
reden absoluut niefc begreep.
De angst in haar gelaat, de rustelooze
matheid in haar oogen ontging hem niet.
„Kan ik u helpen?" vroeg hij zacht, als
raakte hij zoo zacht mogelijk een wonde
aan.
Zij drukte zijn hand. „Ja."
Zij wilde verder spreken maar haar ge
dachten, welko naar haar zoon terugdwaal
den, die zij aan vreemde handen had moe
ten toevertrouwen, maakten haar het spre
ken jonmogelijk.
,,Wees niet bevreesd," zei hij nog zach
ter.
„Laat uw hart spreken Het spreekt de
der kerk, dat wedor is uilgebroid. Als geloOvig
Protestant heeft spn dit pijn gedaan.
De heer SMEENGE (V.-B.) protesteert legen
de wijze, waarop de heer De Vos van Steenwijk
den Vrijheidsbond crltiseerde. Deze soort cri-
tiek was zeker ongeoorloofd voor eon man van
zijn vorming. Hij heeft den Vrijheidsbond be
schuldigd van niet trouw te zijn aan het Huis
van. Oranje, omdat in Do Vrijheid vóór de^ ver
kiezingen geschreven stond, dat de kiezers de
schoone taak hebben het komende ministerie"
aan te wijzen. ,,Wcot de Vrijheidsbond niet",
aldus de heer De Vos van Steenwijk gezogd,
„dat H. M. do Koningin do ministers aanwijst
en niet do kiezers De Vrijheidsbond speelt het
oude Wilhelmus om vooTal aan te toonen, dat
bij m Oranjeliefde niet onder doet voor.de recht
sche partijen, doch stelt zich ultra-democratisch
aan, zoodra het er om gaat een andere groep
kiezers voor zich te winnen. Wat heeft men
aan zoo'n partij van electorale hengelaars
Spr. bestrijdt met den meesten nadruk deze
woorden en begrijpt niet, dat een scherpzinnig
man als de heer Do Vos van Steenwijk het ge-
sohrevene niet begreep. Daarin toch wordt niets
anders gezegd dan dat do ministers zullen wor
den aangewezen naar aanleiding van de meer
derheid, die bij de verkiezingen wordt behaald.
Spr. komt voorts op de bezuiniging en be
strijdt den heer v. d. Lande, die de Zuiderzee
werken wilde stopzetten. In die werken toch zit
een bron van welvaart voor de toekomst en aan
duizenden arbeiders wordt werk gegeven. Zoo
denkt spr. ooi over den aanleg van water- en
landwegen, die do landbouw noodig heeft voor
bet vervoer der producten.
De VOORZITTER merttt op, Üafc' de heer
Sr&eenge steeds in minor spreekt tot' de
ministers en niet in major tot hen. paatom
wordt hg- niet verstaan.
De heer SMEENGE zal niet in major en
niet in minor spreken, doch eitusschen in.
Hg betoogt, dat 63n laadvermogen van 1000
ton voor schepen, die gebruik zullen ma
ken van een verbeterden waterweg Rotter
damAmsterdam voldoende is; 2000 ton,
Zooals het plan 'is, is overbodig. Dit fleemt
niet weg, dat verbetering der, bruggen en
sluizen noodzakelglc is.
Mevr. POTHUIS—SMIT vraagt of de on
geschoolde kiezers wel voldoende waren in
gelicht. Als de kiezers een vooruit gewe
ten hadden, dat de voortzetting van het
ministerio-Ruys met zich mede zou brengen
de instelling van een ministerie van marine
met een minister, die op het standpunt van
de vlootwet staat, als zij hadden geweten,
da*- één der e?rste daden van het voortgezet
Kabinet zou zijn de verslechtering van het
onderwijs en verslapping der Huur commissie-
wet, zou dan de uitslag der verkiezingen
dezelfde zijn geweest als nu? Spr. betwij
felt het. Zij besbrgdt verder den heer De
Vos van Steenwijk, die gezegd heeft, dat
de soc.-democraten voorstanders zouden zijn
vna een groot aantal1 echtscheidingen. Het
groote aantal van die scheidingen komt even
eens voor in 03r-gereformeerde gezinnen.
Dit heeft niets te maken met een. Christe
lijke regeering, evenmin als 'de verslapping
van een gezinsverband. Wat zou. die band
geweest zijn zonder de - socialistische be
weging?
Van den ideëelen ondergrond van het
rijk nog niet veel begrip en beschouwt
socialisme hoeft de heer Da Vos yan Steen-
het alleen als een begeeren naar meer sto-f-
ïtlgko welvaart.
De fractie van spr. zal vóór de motie-
v. Enrbden stemmen, omdat ziji beperking
der 'bewapening inhoudt.
De heer DOBBELMAN (R.-K.) betoogt,
dat een herziening der invoerrechten veeï
ie langzaam werkt voor onze zieke indusr
trie Er bestaat In Nederland geen vrij
handel, alleen een eenzijdige invoerpolitiei-'w
Spr. is een besliste tegenstanden* van «Ut
stelsel.
Is er geen reciprociteit, dan is er van
vri..handel geen sprake. Hij haalt aan woor-
deu van wijlen minister Piers on die zeide,
dat geen economische wet onbeperkt geMig
is. Men heeft zich integendeel aan te. slui
ten bij de omstandigheden. Vrijhandel is
alleen mogelgk als hg internationaal is. De
vrijhandel moet in den Volkenbond worden
gepropageerd.
De regeering moet spoedig de bevoegd
heid krijgen tot het uitvaardigen van invoer
verboden. In dit verband is spr. heb vol
komen eens met den heer v. Lanschot.
Hierna wordt gepauzeerd.
mooiste taal, die een mensch kan spre
ken."
„Mijn zoonstiet zij haastig uit. ibn
in dit woord legde zij al den angst der moe
derliefde neer.
„Mijn zoon is doodziek! Hij kon Mia's
weggaan niet verdragenhij kon het niet.
In zijn koortsijlen is zij 6teeds bij hem. Tk
heb heb nooit geweten, dat zij liefde zoo
groot, zoo onblusclibaar was, dat het een
deel van zijn leven is geworden, dat hij om
haar heeft geleden, dat hij1 nu nog met zijn
weinig overgebleven kracht om haar lijdt."
Zij onderbrak zichzelf. De al te groot©
inspanning deed haar duizelen.
Hij steunde haar en hield haar staande.
De voorstelling, welke hij zich van den
zoon van deze vrouw had gemaakt, de eer
ste en eenige indruk, dien hij eens persoon
lijk van hem op deze zolfde plek had ont
vangen, verdwenen. Een oneindig sympa
thieker figuur was er nu voor in de plaats
getreden.
„Als mijn gebed, dat uit de warmste
deelneming voor-deze harde beproeving
voortkomt, bijdragen kan tot de genezing
van uw zoon", zei hij zacht, „dan is zeke^
uw gang naar hier nIet tevergeefs geweest.
Maar de Heer bestuurt onze wegen. Wij
moeten vertrouwen, dat, zooals Hij ons
leidt, het voor ons eigen bestwil geschiedt,
ook dan, als wij Zijn middelen en wegen
niet kunnen doorgronden. Wij moeten niet
vragen: Waarom? daar dan het uitblijven
de antwoord slechts tot twijfel leidt. En
twijfel geeft geen troost. Daarom moeten
wij altijd den besten steun ter hand nemen,
n.l. het geloof."
Zij had onder zijn spreken het hoofd
steeds diepfirjaten zakken, dieper onder
dan druk der gedachten, dieper, terwijl zij
Hacht aan de hardheid cn verbitterdheid,
die zij ter wille van haar naam eens tegen
haar eigen dochter had laten heerschen.
De trotsehe vrouw, die zich nooit in het
leven had gebogen, beefde nu van angst
voor dë v&rgeldiDg; gilde het uit van mach-
telóozen angst.
„Wij weten," zei Seller, diep bewogen
door de zichtbare ellende van deze vrouw,
„dat naast onze weg een andere weg loopt,
die de verdwaalde weer op het goede pad
brengt en tot het juiste doel voert. Veel
giftig kruid groeit langs dezen weg en me
nige scherpe steen veroorzaakt ons pijn."
„Och, vergeet u en vergeef!" fluisterde
de Barones met trillende lippen. „Dan kan
ik denken, dat Marianne dat ook doet."
„Zij zal het doen, als zij uw woorden
hoort. Ik ben niet toornig meer. Dit uur
verdrijft al dc bitterheid uit mijn hart.
Tracht vrede te krijgen, Mevrouw do Baro
nes, zooals u het nu met uw geweten in
het reine hebt gebracht."
Zij knikte. „Geef mij Mia terug!"
„Ik?" vroeg hij met een peinzend?n lach.
„Het is waar, zij is onder mijn bescher
ming gevlucht. Ik heb niet gevraagd, wat
haar daartoe heeft gedreven; ik vermoed
het slechts."
„Zij vergist zichriep de Barones haas
tig. „Zoo waar ik u om hulp vraag, de ver
gissing bestond eens, maar ten onrechte.
Zij mag niet onverzoenlijk zijn. Zri'zelve
heeft dit bedrog immers in werkelijkheid
veranderd. De liefde van mijn zoon
He stem liet haar in den steek. Door
eraart overweldigd, strekte zij, als om hulp
zoekend, Seller de hand toe.
„En u gelooft," zei hij met vriendelijken
cinst, „dat overreding de beste sleutel tob
Mia's hart is? Tot dit hart, dat zijn ver
driet als een heiligdom behoedt? Dat g.loof
ik r iet."
„Wat moet er clan gebeuren?" riep de
Barones angstig uit. „Ik kan hier niet blij
ven wachten tot zij zich bedenkt. Ik heb
reeds zooveel tijd opgeofferd. Ik word naar
huis gedreven. God alleen weet hoe mijn
hart naar huis verlangt^ En wat zal ik aaar
vinden?"
Zij drukte de handen voor <3a oogen, om
het tooneel niet te zien, dat voor haar geest
opdoemde.
Er werd aan de voordeur geklopt.
Dominee Seller bewoog zioh niet. Hij
wist, dat Mia er was, die eiken dag van
het heidehuis naar hem toe kwam, om t©
vragen, waar zij dien dag het leste hulp
kon verleenen.
Toen hij „binnen" riep, trad zij over den
drempel. Een zonnestraal, die door do
kale lindbtakken drong en dwars door d©
kamer viel tot aan den ingang vormde een
lichte omlijsting voor haar. Haar gestalte
kwam daar verrukkelijk in uit.
De Barones, door deze ontmoeting, die
als een beschikking van den Hemri plaat»
had, te gelijk verheugd cn verschrikt, ver
roerde zich niet. Zij keek nnar Seller, of
hij niet de jonge vrouw bij de hand zou vat^
ten en naar haar toe voeren zou, of bij
niet zou spreken zooals hij door zijn ambt
gewend was mensclien te bekeer°n.; of KiJ
to haren gunste nmt zou sprek°n tegen
den creesfc van onvrede en van twist.
r<Word't vervolgd.}