De Prins uit betSprookje No. 19341. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 24 Maart. Tweede Blad. Anno 1923. TWEEDE KAMER. FEUILLETON EERSTE KAMER, Ka de pauze brengt de heer .DE iVEER (A.-R.) ter sprake de verhouding tusschen rïjis- en gemeentefinanciën. De regeering maakt zich in de Mem. v. Antwoord er vrijwel af. Dat kan gpr. haast niet aan nemen van dezen minister van financiën, die in deze materie een verkden heeft. Er is nu een staatscommissie, maar het 2al nog eenige jaren duren eer zij met haar voorstellen zal aankomen. Wel heeft zg een vooiloopig advies uitgebracht omtrent de nooduitkeering, maar vcor de gemeenten zal de verwezenlijking daarvan geen voordeel ïijn. Ze zullen veel minder dan yroeger krhgen. Spr. dringt aan op uitkeering van de volle honderd percent zoolang geen de finitieve herziening der verhouding is toti stand gekomen. Spr. zal er niet diep op. ingaan, hce moeilijk de positie van yele gemeenten is geworden nu de nooduitkee ring in dè lucht hangt, maar werkelijk, die toestand is onhoudbaar. Is de regeering. vraagt spr. daarom bereid een "ontwerp in te dienen tot voorloopige vaststelling van 'de nooduitkeering. Hierna is de Minister van Binneülandscli9 Zaken aan het woord voor de bespreking van de algemeene politieke vraagstukken en de gestie van het Kabinet. Wat de politieke beschouwingen betreft, oi tmoet spr. met ingenomenheid den steurt der leiders van de rechtsche fracties, yan Idenbnrg, de Vos en van Lanschot. Voor hedenmiddag bepaalt spr. zich tot de rede van don heer De Vos. Met greote belangstelling heeft hij naar hem geluisterd, al beaamt hg niet al jjjn opmerkingen, die z.i. niet in overeenstem ming Zijn met ons positieve staatsrecht. Zoo is hg het niet met hem eens, dat de Ka binetsformateur met de leiders der rechtsche fracties in deze Kamer had voeling moeten houden. Onjuist acht hij ook den eisen, dat men zich te voren zall vergewissen of de Eerste Kamer accoord gaat met eenig ortwerp van wet. Zelfs voorafgaand overleg me: de Tweede Kamer moet tot hooga uit zondering blijven. Een soort van voorparle- nient, als den heer De Vos van Steenwijk voor oogeh schijnt" te zweven, zou spr. een gruwel zijn. Zoo denkt ook 'de leider van de partij van den heer De Vos, de heer de Savornin Lohman over deze zaak. Juist iie* karakter van het hof van revisie van de Eerste Kamer verzet zich tegen dit denk beeld. Zoo groote invloed kan niet aan do Eerste Kpmer worden toegekend. Spr. verdedigt tegenover den heer De Vos de houding der Kroon, die in 1921 haar raadslieden om advies vroeg alvorens Maar ver'cor de heer De Vos niet uit het het ministerie zijn ontslag had ingediend, oog, dat de Koning te allen tgtle het recht heeft zijn ministers te ontslaan. Spr. wei gert dus aan den heer De Vos verantwoor ding te doen van de door hem gevolgde gedragslijn bij de crisis in 1921 en 1922. Do opmerking, dat do regeering tegen den tijd der verkiezingen duidelijker blijk moet geven van haar 'denkbeelden en plan nen onderschrijft spr. niet. Juist het mi nisterschap is esn bezwaar daartegen, want hoe dichter men bij de Kroon staat, hoe minder men zich partijman gevoelt. Spr. acht het een uitstekende gewoonte, dat een minister zich buiten partij- en verkiezings strijd houdt en daarom heeft spr. oo'c be snaar tegen het cumuleeren van Kamer lidmaatschap en ministerschap. Hier breekt de Minister in overlag met den Voorzitter zijn rede af en gaat de Kcmer uiteen tot 10 April to 2 uur Den llden Aprit om 11 uur zal de Kamer voortgaan mét de Staatsbegrooting. (Vervolg van gisteren). Schoenenwetje. De heer DE BOER bestrijdt het ontwerp, dat tot navolging zal aansporen, het buiten land minder gunstig jegens ons zal stemmen en de schoenen duur zal maken. De heer GERRETSON betoogt, dat heb doch de levende praclijk gaat bij hem boven do leer en hij deelt niet den angst voor con sequenties. Hij vraagt zich echter nog af of het voorgestelde nog wel zal helpen. De heer VAN GIJN ziet in het ontwerp een eerste slap, die zal voeren tot protectionisme met alle nadeelige gevolgen er van, zooals prijsverhooging cn représaille-maatregelen. De heer FEBER acht de voorspellingen over de nadeelige gevolgen van het ont werp overdreven. Hulp voor tie schoenen industrie is dringend noodig. De heer GERRETZEN betoogt, dat bet ontwerp geen doel zal treffon, doch alleen nadeelen zal veroorzaken. Mej. VAN DORP is het eens met de b©^ strijder» van het ontwerp. De lieer VAN RIJOKEVORSEL is geen protectionist, ma-ar zal tooh voor het ooit- werp stemmen, omdat de nood dor schoe nenindustrie or toe dringt-. De heer MARCHANT (V.-D.) betreurt heb, dat de minister van Financiën niet» aanwezig is. Voor hem was deze zaak ook van belang. De verdediging van het ontwerp óa zwakde minister leb te veel op éón dustrie en te weinig op de nijverheid in haar geheel. Er is meer een politieke ver klaring gegeven over de indiening van dit ontwerp, dan een argumenteering van de strekking De heer VAN RAVESTEIJN (C. P.) zie>t in dit ontwerp een eerste pogiDg om den weg der protectie op te gaan. De heer RUTGERS (A.-R.) zegt noohi principieel vóór noch tegen protectie te zijn. Hij beschouwt dit ontwerp als ëeaï n ood maatregel De minister van Arbeid, de hoer AAL- BERSE beantwoordt de sprekers. Graag had hij breedvoerig zijn opvatting oveï[ onze handelspolitiek willen uiteenzetten^ De tijd ontbreekt hem daarvoor echter. Ten aanzien van do vraagprotectie of vrijhandel moet ieder land onder ïedoré omstandigheid zijn standpunt bepalen. Dé opvatting kan wisselen. Een klein land als het onze, met kleine binnenlandsche marlet, zal als regel meer gehaat zijn met vrijhandel. Dit geldt voor normale tijden. In abnormale kan het anders zijn. Op het oogenblik aoht spr. een alge meene protectionistische politiek verj keerd. Van hem is in dien geest niets té waohten. De tijdelijke concurrentie, die onze in dustrie thans heeft te weren, is anders dan de normale. Daardoor kan een industrie zóó in de knel komen, dat zij het riet meer houden kan. In dit geval veTkeert de schoenen-industrie. De regeering heeft lang geaarzeld, eer zij met dit ontwerp is gekomen. Alle bezwaren, die dezer dagen zijn geopperd, heeft zij overwogen, maar men vergeet te veel, dat een invoerverbod een tijdelijke maatregel is. Rechtstrec.k- eche steun verleening is veel gevaarlijker, omdat dan de bedrijven bij bosjes rullen komen vragen om steun. Spr. ontkent, dat kunstmatige prijsstij ging het doel-is. Het doel Is de arbeids gelegenheid in eigen land te vergrooten en dat geschiedt het best door den invoer tijdelijk te beperken. Art. 1. Do beer VAN RUSEWIJOK (R.-K.) ver dedigt- het amendement om art le aldus to lezen Voor de toepassing dezer wet wordt verstaan le. onder schoenwerkalle voetschoei sel, al of niet afgewerkt met uitzondering van rubberschpeisel niet boveoiwerk van stof/ rubber overschoenen en schoeisel, ge heel of grootendeels van hout vervaar digd 3e. onder leder: alle Ieder, bereid uit huiden. Do voorstellers zijn van oordeel, dat de toestand in cÜo lederindustrie van dien aard is," dat er alle aanleiding bestaat, evenals voor de schoenindust-nieook voor dezen tak van nijverheid den invoer aan beperkende voorwaarden te velbanden. De strekking van bet amendement is bo- perking van den invoer van die ledcr&oor- ten, die hier to lande in voldoende hoe veelheid en kwaliteit vervaardigd worden een on ander ter beoordeeling van het uitvoerend gezag, in overleg met de com missie, bedoeld in art. 2, tweede lid. Do MINISTER betreurt c9e indiening van dit amendement, waarmede do zaak niet wordt gediend. Hij acht bet niet vol doende voorbereid en dus ontijdig. Spr. hoopt, dat men het intrekt, vertrouwende HO BUITENL WEEKOVERZICHT. (Waarheen men den blik ook richt-, ner gens is eenig lichtpunt te ontdekken voor Europa, dat nog steeds in sombere, zware nevelen is gehuld. Het scheen een oogen blik, alsof heel in de verte een klein liehtj e begon te flikkeren, maar ook dat flikkeren Ts blijkbaar al weer verdwenen, zoodat de horizon even duister is als tevoren. En toch zal eens dat lood-zwarte firmament, 3at zich uitstrekt oyer ons zwaar beaochte .werelddeel moeten scheuren en weer door laten de zon der hopeWanneer en hoe? Men zal het ons niet euvel duiden,, ver trouwen we, wanneer we eerlijk bekennen (daarop het antwoord schuldig te moeten blijven. Er zijn zoovele mogelijkheden en misschien zelfs wel onmogelijkheden De stroom geruchten over een zoeken achter de schei-men naar een of andoren uitweg uit den doolhof, waarin men te land [was gekomen, heeft inderdaad een kern [yan juistheid gehad, daaraan valt" moeilijk Jneer te twijfelen na do jongste rede van 'den rijkskanselier in Beieren's hoofdstad. Heel voorzichtig zijn de voelhoorns uitge stoken, maar het heeft niet mogen baten, dat is tevens uit Curio's verklaring geble ken. Trouwens, de berichten uit Engel- Ïclïe bron wezen al ecnigszins in die rich ting, de laatste paar dagen en zonder nu aan te neme?, dat Engeland geheel en al door DuitschRmd wordt ingewijd in alles, yvat er geschiedt, toch is vrijwel zeker, dat (Albion niet geheel en al vreemd blijft aan 'den loop van zaken, waarin het immers bok zélf zooveel interesse heeft bovendien. iVan Duitsche eijde is een non-possumus gesproken ten aanzien van wat Frankrijk Jin België zoo door middel van een of an deren koker hebben laten aanbieden £n .iJuno's uit-TatWen te München waren zelfs [yan een dergelijfccn aard, dat gerust mag [worden geconstateerd, dat momenteel nog geen stap in de richting van een of ander compromis is gezet, integendeel. En zoo oogenschijnlijk lijkt dat voor Frankrijk erger dan vcor Duitschland. Spe ciaal, omdat Engeland tegen wil en dank geleidelijk afdrijft in het Duitsche vaarwa ter. Hoezeer de pub ieke opinie en ook de re geering zelf ii>. Brittannië tegen de Roer- actie was do laatste alleen uit utiliteits- [oogpunt de eerste voor een deel ook uit gevoel van ,,no fai*- play" is overbekend. Daarnaast domineerde echter nog een soort (wapenbroecfierschaps-gevoel en op rekening 'daarvan is te stellen, dat van over het ka- paal geen scherper© klang.en nog doordrin gen tot Marianne's ooren. Het ging er En geland niet zoozeer om Duitschland to sparen djn wel om in eigen belang mee in Europa terug te kceren tot meer normale rerhoudingen. Want al is de werkloosheid 'afnemende, "een getal van meer dan een Imfllioen arbeiders, die geen werk hebben, spreekt niettemin voor zich zélf. Heel ge leidelijk heeft evenwel een ommekeer plaits, waarvan do draagwijdte ïiog niet is te overzien, en die ommekeer is ten zeer- jBte bevorderd door het in de Roer-actie [trots alle ontkenning van Frankrijk zelf éérst recht tot uiting gekomen Fransche Streven, dat in plaats van op de 'schade vergoeding meer op andere dingen was ge richt, wat Mariann© zocht te maskeeren Onder het schoone woord veiligheid. Vei ligheid naar de zijde van Duitschland zoekt Marianne. In zich .zelf ligt daarin reeds een ïcïem van de erkenning, dat de vrede nu iniet zuiver rechtvaardig i3 geweest. Doch 'de heele geschiedenis krijgt een nog vreem der aanzien, wanneer men waarneemt, hoe Frankrijk, veiligheid zoekend aan zijn Oost- igrens, met alle kracht zich toelegt op den bouw van duikbooten en op het formeeren Van een sterke luchtvloot. Tegen het ont wapende Duitschland en deze ontwape ning is van Engelsche zijde vastgelegd! kan dit toch niet dienen. Het handhaven van een buiten alle verhoudingen groot en goed uitgerust leger zou nog eenigszins te moflveeren zijn, maar beide genoemde »r- Ataïre takken Wanneer het evenwel hiet tegen Duitschland gericht kan zijn, tegen wie dan wel? Die vraag gaat. men Roman van 6. HARDWIG. 69) Wat zou er van haar worden, als hij de éogen eloot, zoo plotseling sloot. Dat jo oude Sodmann de kosten van de huishou ding niet meer van zijn geringe spaardui- ten bestreed, maar aannam wat Seller hem .gaf, wist Mia niet. Haar toenemende angst, ho© de dingen zouden gaanhaar wensch voor altijd afgescheiden in heb heidehuis te leven en daar te sterven, zooals eens tante Ivamilla, gaf Seller heb plichtsgevoel om voor Mia's rechten als Marianne's cüoch- ter op te komen en beslag te leggen op haar erfdeel. Moeilijk viel het hem, na de laatste af wijzing van den kant van de barones von Mersbach, nogmaals aanraking te zoeken, opnieuw uiting van geringschatting in het leven te roepenmaar boven zijn persoon lijk gevoel uit, hadden plicht en trouw de overhand. Zijn huishoudster vloog haastig het tuin pad af. ,,Zou u thuis willen komen, domi nee? Er is iemand voorgereden." Hij knikte en ging binnen. Door de ach terdeur trad hij het huis binnen en zag een rijtuig on^fir de kale linden staan. Toen hij de deur van zijn kamer opende 'en binnentrad, bleef hij een oogenblik spra keloos staan. Mevrouw de Barones 1" ook in Engeland beantwoorden en het zal. heelemaal niet raar klinken, dat wordt Vastgelegd; dat kan slechts tegen ons zijn. (Vooral de verhouding tusschen de lucht machten van Engeland en Frankrijk, waar bij de eerste vrijwel niets beteekent, heeft daarom in het Engelsche parlement onder werp 'yan ernstige beraadslaging uitge maakt, hetwelk hoogstwaarschijnlijk >yel zal uitloop en op versterking der Engelsche militaire luchtvloot-. Zoo dwingt Frankrijk, dat zijn schulden aan John "Buil niet vol doen kan, dezen zelfs nog tot onproductie ve uitgaven! De stemming in Engeland wordt er met dit al natuurlijk al slechter op, wat van zelf beteekent, dat Brittannië nader treedt tot Duitschland, dat niet yerzuimb om jde^e afglijding te bevorderen, zooals Cuno'sred© tevens aangeeft. Een fortuintje voor Duitschland is, dat het op tijd" op het spoor is gekomen een nieuwe poging om de republiek omver te werpen en zoodoende deze soort yan Kapp- Putsch van verdere strekking nog in de kiem heeft kunnen smoren. Afgezien toch' van de vraag of de poging geslaagd zou zijn iets waaraan we nog twijfelen de poging alleen zou Duitschland op Het forum der wereld-opinie ontzettend veel kwaad hebben gedaan, ook al was niet tegen te spreken, dat de Fransche actie koren öp den molen der ouderwetsche Duitsche na^ tionalisten is geweest. Dood is de oude geest van Duitschland nog lang niet, die tegen alls landsbelang in hunkert naar een terugkeer tot dfe macht en tot de oude glorie. Voor Het hoogste gerechtshof te (Leipzig is het gebeuren tevens een zware schok voor zijn prestige. Vernietigde dit lichaam niet" het ontbindingsbevel van (minister Seve ring ten aanzien van de organisatie der Deutsch-Völkische Freiheitspartij? De mi nister is gewroken! Voor Duitschland is Hét wel allerbedroe vendst juist in tijden, dat de grootste een heid zaak is, te zien grijpen naar de macht door degenen t£e ongetwijfeld de oorlógs entente op één slag zouden doen herstel len. En voor uiterst links moet de regee ring al evenzeer op haar hoede zijn, ^gezien hoe de communisten zich gaan roeren. Al verschuift er dan wel iets op h'et schaakbord der wereldpolitiek, de partij, waaraan Europa bezig is, is nog lang niet overzichtelijk en de grootste verrassingen zijn geenszins uitgesloten. (Zitting van gisteren.) Staatsbegrooting. Aan 'de orde is. de voortzetting der algomccne beschouwingen over de Staatsbegrooting 1923. De heer SLOTEMAKER DE BRUINE (C.-H.) Is zeer onder den indruk van de parlementaire moeilijkheden, waarin het hüidige Kabinet ver keert. In dit verhand wil spr. een beschouwing wijden aan de verhouding tusschen Kerk en Staat. Hot ingrijpen van de overheid in de inwen dige organisatie van Kerkgenootschappen mag niet plaats hebben. Spr. haalt aan oen uitlating van prof. Visschcr in de Tweede Kamer, dat één der onvervulde wensohen van de anti-revo lutionaire partij lag op hot terrein van het kor- kelijk vraagstuk. Deze uitlating is niet zonder bedenking. Hot ikonkclijk vraagstuk moet geen inzet zijn voor een politieke partij. Het doet van prof. Vissohor is moeilijkheden uit den wog te ne men, doch het middel, dat hij wonsaht toe te passen, acht spr. minder gelukkig. Vragen of dc kerk vrij is moeten geen punt van besproking uitmaken in politieke vergaderingen. Spr. vraagt den anti-revoiutionaircn of het niét mogelijk is, dat ook uit hun program wordt geschrapt hetgeen op inmenging van don Staat, op godsdionstig gobied betrekking heeft. Nederland hoeft een politieke daad verricht door oen gazantsobap in te stellen bij het Vati- caan, aldus zegt de regeering. 't Is echter de vraag, hoe die daad wordt opgevat ter plaatse waar zij verricht is. Het antwoord hierop wordt gegeven in do jongste pauselijke oncyoüek, waarin o.m. wordt gesproken over het gezag Deze ontmoeting bracht zijn gedachten een oogenblik m de war. Zij kwam een stap vooruit, bleef toen staan, de lippen op elkaar geknepen. In haar herinnering kwamen weer woorden bij haar op, dezelfde, die Sellers zelfbe- heersching hadden bedreigd; die woorden, welke zij hem met verstokte bitterheid in het slot Elbental had toegeroepen, toen hij zachtheid van haar cischte en verzoe ning met Josef Franks dochter. Toen kwam er een vermaning over zijn lippen, die zij dïep gekrenkt, op zijdis had geschoven *hn die nu als gepantserd uit de herinnering te voorschijn kwam. Buiten ratelde een kar over den weg.Dit geluid verbrak de drukkende stilte. Dominee Seller liep op d© Barones toe. In zijn ietwat gebogen houding lag geen spoor van triumf. Hij reikt© haar de hand. „Moge uw komst in mijn woning gezegend «ijn, Mevrouw de Barones Toen zij haar rechterhand in de zijne leg de, voelde hij een schok, waarvan hij de reden absoluut niefc begreep. De angst in haar gelaat, de rustelooze matheid in haar oogen ontging hem niet. „Kan ik u helpen?" vroeg hij zacht, als raakte hij zoo zacht mogelijk een wonde aan. Zij drukte zijn hand. „Ja." Zij wilde verder spreken maar haar ge dachten, welko naar haar zoon terugdwaal den, die zij aan vreemde handen had moe ten toevertrouwen, maakten haar het spre ken jonmogelijk. ,,Wees niet bevreesd," zei hij nog zach ter. „Laat uw hart spreken Het spreekt de der kerk, dat wedor is uilgebroid. Als geloOvig Protestant heeft spn dit pijn gedaan. De heer SMEENGE (V.-B.) protesteert legen de wijze, waarop de heer De Vos van Steenwijk den Vrijheidsbond crltiseerde. Deze soort cri- tiek was zeker ongeoorloofd voor eon man van zijn vorming. Hij heeft den Vrijheidsbond be schuldigd van niet trouw te zijn aan het Huis van. Oranje, omdat in Do Vrijheid vóór de^ ver kiezingen geschreven stond, dat de kiezers de schoone taak hebben het komende ministerie" aan te wijzen. ,,Wcot de Vrijheidsbond niet", aldus de heer De Vos van Steenwijk gezogd, „dat H. M. do Koningin do ministers aanwijst en niet do kiezers De Vrijheidsbond speelt het oude Wilhelmus om vooTal aan te toonen, dat bij m Oranjeliefde niet onder doet voor.de recht sche partijen, doch stelt zich ultra-democratisch aan, zoodra het er om gaat een andere groep kiezers voor zich te winnen. Wat heeft men aan zoo'n partij van electorale hengelaars Spr. bestrijdt met den meesten nadruk deze woorden en begrijpt niet, dat een scherpzinnig man als de heer Do Vos van Steenwijk het ge- sohrevene niet begreep. Daarin toch wordt niets anders gezegd dan dat do ministers zullen wor den aangewezen naar aanleiding van de meer derheid, die bij de verkiezingen wordt behaald. Spr. komt voorts op de bezuiniging en be strijdt den heer v. d. Lande, die de Zuiderzee werken wilde stopzetten. In die werken toch zit een bron van welvaart voor de toekomst en aan duizenden arbeiders wordt werk gegeven. Zoo denkt spr. ooi over den aanleg van water- en landwegen, die do landbouw noodig heeft voor bet vervoer der producten. De VOORZITTER merttt op, Üafc' de heer Sr&eenge steeds in minor spreekt tot' de ministers en niet in major tot hen. paatom wordt hg- niet verstaan. De heer SMEENGE zal niet in major en niet in minor spreken, doch eitusschen in. Hg betoogt, dat 63n laadvermogen van 1000 ton voor schepen, die gebruik zullen ma ken van een verbeterden waterweg Rotter damAmsterdam voldoende is; 2000 ton, Zooals het plan 'is, is overbodig. Dit fleemt niet weg, dat verbetering der, bruggen en sluizen noodzakelglc is. Mevr. POTHUIS—SMIT vraagt of de on geschoolde kiezers wel voldoende waren in gelicht. Als de kiezers een vooruit gewe ten hadden, dat de voortzetting van het ministerio-Ruys met zich mede zou brengen de instelling van een ministerie van marine met een minister, die op het standpunt van de vlootwet staat, als zij hadden geweten, da*- één der e?rste daden van het voortgezet Kabinet zou zijn de verslechtering van het onderwijs en verslapping der Huur commissie- wet, zou dan de uitslag der verkiezingen dezelfde zijn geweest als nu? Spr. betwij felt het. Zij besbrgdt verder den heer De Vos van Steenwijk, die gezegd heeft, dat de soc.-democraten voorstanders zouden zijn vna een groot aantal1 echtscheidingen. Het groote aantal van die scheidingen komt even eens voor in 03r-gereformeerde gezinnen. Dit heeft niets te maken met een. Christe lijke regeering, evenmin als 'de verslapping van een gezinsverband. Wat zou. die band geweest zijn zonder de - socialistische be weging? Van den ideëelen ondergrond van het rijk nog niet veel begrip en beschouwt socialisme hoeft de heer Da Vos yan Steen- het alleen als een begeeren naar meer sto-f- ïtlgko welvaart. De fractie van spr. zal vóór de motie- v. Enrbden stemmen, omdat ziji beperking der 'bewapening inhoudt. De heer DOBBELMAN (R.-K.) betoogt, dat een herziening der invoerrechten veeï ie langzaam werkt voor onze zieke indusr trie Er bestaat In Nederland geen vrij handel, alleen een eenzijdige invoerpolitiei-'w Spr. is een besliste tegenstanden* van «Ut stelsel. Is er geen reciprociteit, dan is er van vri..handel geen sprake. Hij haalt aan woor- deu van wijlen minister Piers on die zeide, dat geen economische wet onbeperkt geMig is. Men heeft zich integendeel aan te. slui ten bij de omstandigheden. Vrijhandel is alleen mogelgk als hg internationaal is. De vrijhandel moet in den Volkenbond worden gepropageerd. De regeering moet spoedig de bevoegd heid krijgen tot het uitvaardigen van invoer verboden. In dit verband is spr. heb vol komen eens met den heer v. Lanschot. Hierna wordt gepauzeerd. mooiste taal, die een mensch kan spre ken." „Mijn zoonstiet zij haastig uit. ibn in dit woord legde zij al den angst der moe derliefde neer. „Mijn zoon is doodziek! Hij kon Mia's weggaan niet verdragenhij kon het niet. In zijn koortsijlen is zij 6teeds bij hem. Tk heb heb nooit geweten, dat zij liefde zoo groot, zoo onblusclibaar was, dat het een deel van zijn leven is geworden, dat hij om haar heeft geleden, dat hij1 nu nog met zijn weinig overgebleven kracht om haar lijdt." Zij onderbrak zichzelf. De al te groot© inspanning deed haar duizelen. Hij steunde haar en hield haar staande. De voorstelling, welke hij zich van den zoon van deze vrouw had gemaakt, de eer ste en eenige indruk, dien hij eens persoon lijk van hem op deze zolfde plek had ont vangen, verdwenen. Een oneindig sympa thieker figuur was er nu voor in de plaats getreden. „Als mijn gebed, dat uit de warmste deelneming voor-deze harde beproeving voortkomt, bijdragen kan tot de genezing van uw zoon", zei hij zacht, „dan is zeke^ uw gang naar hier nIet tevergeefs geweest. Maar de Heer bestuurt onze wegen. Wij moeten vertrouwen, dat, zooals Hij ons leidt, het voor ons eigen bestwil geschiedt, ook dan, als wij Zijn middelen en wegen niet kunnen doorgronden. Wij moeten niet vragen: Waarom? daar dan het uitblijven de antwoord slechts tot twijfel leidt. En twijfel geeft geen troost. Daarom moeten wij altijd den besten steun ter hand nemen, n.l. het geloof." Zij had onder zijn spreken het hoofd steeds diepfirjaten zakken, dieper onder dan druk der gedachten, dieper, terwijl zij Hacht aan de hardheid cn verbitterdheid, die zij ter wille van haar naam eens tegen haar eigen dochter had laten heerschen. De trotsehe vrouw, die zich nooit in het leven had gebogen, beefde nu van angst voor dë v&rgeldiDg; gilde het uit van mach- telóozen angst. „Wij weten," zei Seller, diep bewogen door de zichtbare ellende van deze vrouw, „dat naast onze weg een andere weg loopt, die de verdwaalde weer op het goede pad brengt en tot het juiste doel voert. Veel giftig kruid groeit langs dezen weg en me nige scherpe steen veroorzaakt ons pijn." „Och, vergeet u en vergeef!" fluisterde de Barones met trillende lippen. „Dan kan ik denken, dat Marianne dat ook doet." „Zij zal het doen, als zij uw woorden hoort. Ik ben niet toornig meer. Dit uur verdrijft al dc bitterheid uit mijn hart. Tracht vrede te krijgen, Mevrouw do Baro nes, zooals u het nu met uw geweten in het reine hebt gebracht." Zij knikte. „Geef mij Mia terug!" „Ik?" vroeg hij met een peinzend?n lach. „Het is waar, zij is onder mijn bescher ming gevlucht. Ik heb niet gevraagd, wat haar daartoe heeft gedreven; ik vermoed het slechts." „Zij vergist zichriep de Barones haas tig. „Zoo waar ik u om hulp vraag, de ver gissing bestond eens, maar ten onrechte. Zij mag niet onverzoenlijk zijn. Zri'zelve heeft dit bedrog immers in werkelijkheid veranderd. De liefde van mijn zoon He stem liet haar in den steek. Door eraart overweldigd, strekte zij, als om hulp zoekend, Seller de hand toe. „En u gelooft," zei hij met vriendelijken cinst, „dat overreding de beste sleutel tob Mia's hart is? Tot dit hart, dat zijn ver driet als een heiligdom behoedt? Dat g.loof ik r iet." „Wat moet er clan gebeuren?" riep de Barones angstig uit. „Ik kan hier niet blij ven wachten tot zij zich bedenkt. Ik heb reeds zooveel tijd opgeofferd. Ik word naar huis gedreven. God alleen weet hoe mijn hart naar huis verlangt^ En wat zal ik aaar vinden?" Zij drukte de handen voor <3a oogen, om het tooneel niet te zien, dat voor haar geest opdoemde. Er werd aan de voordeur geklopt. Dominee Seller bewoog zioh niet. Hij wist, dat Mia er was, die eiken dag van het heidehuis naar hem toe kwam, om t© vragen, waar zij dien dag het leste hulp kon verleenen. Toen hij „binnen" riep, trad zij over den drempel. Een zonnestraal, die door do kale lindbtakken drong en dwars door d© kamer viel tot aan den ingang vormde een lichte omlijsting voor haar. Haar gestalte kwam daar verrukkelijk in uit. De Barones, door deze ontmoeting, die als een beschikking van den Hemri plaat» had, te gelijk verheugd cn verschrikt, ver roerde zich niet. Zij keek nnar Seller, of hij niet de jonge vrouw bij de hand zou vat^ ten en naar haar toe voeren zou, of bij niet zou spreken zooals hij door zijn ambt gewend was mensclien te bekeer°n.; of KiJ to haren gunste nmt zou sprek°n tegen den creesfc van onvrede en van twist. r<Word't vervolgd.}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5