Leest even onze Reclame Advertentie op do achterste Pagina van dit Blad
Magazijn WILHELMINA, Breestraat 175, Haari.straat,162
De Prins uit iietSprookje
No. 19328.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 9 Maart.
Dprde Blad. Anno 1923.
TWEEDE KAMER.
Uit het nieuw bezette land.
FEUILLETON
(Zitting van gisteren).
t Naturalisaties.
Goe^ekeurd worden:
Wetsontwerpen naturalisatie van F. F.
\V. van Amerom en 19 anderen; I. L. Am-
kraut en 19 anderenM. Birr Blei (Weiss-
znann) en 19 anderen; A. Breslou, geschei
den echtgenoote van S. van Bi ene, en 19
aiKtercn.
Verschillende ontwerpen.
Aan de orde zijn:
1. Wetsontwerp vereeniging van de ge
meenten Renkum en Doorwertli.
2. Wetsontwerp vereeniging van de ge
meenten Ravensfcein, Huiscling en Neer
loon, Deursen en Dennenburg en Dieden,
Domen en Langel.
3. Wetsontwerp vereeniging van dc ge
meenten Gendferen. Drongelen cn Meeu
wen.
Bij No. 1 zegt de heer VAN RAPPARD
(V.B.), dat hij annexatie niet gewenscht
acht als een gemeente zich daartegen ver
gt fc gelijk met Doorwerth het geval is.
Do Minister van Binnenlancibcke Zaken,
'dc heer RÜYS DE BEERENBROUCK
zegt, dat in dit geval nimmer een annexa
tie tot stand kwam De Gemeenteraden
zijn gewoonlijk veeleer vóór annexatie dan
de burgerij en daaraan heeft spr zich vast
te houden. Men moet een annexatie voor
al bezien met het oog op de toekomst.
Het ontwerp wordt aangenomen.
No. 1 en 2 worden goedgekeurd.
Wijziging der Jachtwet.
Voortgegaan wordt met het wetsont
werp tot wijziging der Jachtwet.
De algemeen c beschouwingen worden
voortgezet.
De heer WElTKAMP (C.-H.) acht den
grondslag van bet ontwerp juist cn verce-
tilgfc zich met het ontwerp. Het groote be
lang van den landbouwer bij de verdelging
van het schadelijk wild wordt door spr.
oog eens geschetst. De jacht acht spr. een
oirbaar vermaak, maar er moet geen na
deel voor de boeren uit voortkomen.
De heer BlEREMA (V -B.) kan zioli aan-
slnitCf) bij hetgeen ter aanbeveling van dit
ontwerp is gezegd en verklaart ook, dat
z.i. dit voorstel een flinke stap in de goedo
richting is. Hij vreest niet dat nu iedere
boer met een geweer zal wandelen.
De heer BAKKER. (C.-H.) is ook ingeno
men met dit ontwerp. Hij behandelt eenigc
'dotailpuntcn-
De heer WINTERMANS (R.-K.) juioht
ook dit ontwerp toe, omdat dit een einde
imaakt aan de bcnadecling der belangen
s van de kleine luyden.
v De heer VAN VOORST TOT VOORST
(B.-K.) acht liet systeem der wot juist,
mits goede schadeloosstelling voor de der
ving van het jacht recht worde gegeven. In
het algemeen zal het jachtrecht wel laan
den eigenaar komen, en dat kan best als
d? harmonie tusschen eigenaars cn pach-
t-ers goed is. De boeren verlangen niet het
jachtrecht te hebben maar alleen het recht
om zich te ontdoen van schadelijk wild.
De grootste schade wordt veroorzaakt
door de konijnen, maar het zou alleen tot
uitroeiing daarvan niet noodig zijn het
jachtrecht aan de gebruikers te geven.
Spr. is voor het amcndemont-Wekkamp.
Dc heer EBELS (V. D.) acht een mati
gen wildstand niet slecht, maar eon over
dreven getal schadelijk gedierte is ver
keerd. Hij verklaart zich daarom ook vóór
dit ontwerp.
De- heer A. COLIJN (A.-R.) betuigt, zijn
instemming met dit ontwerp, dat het be
lang van den landbouwer vóórop zette.
De heer KOLKMAN (R.-K.) herinnert
can zijn vroegere motie. Z. i. is een goede
oplossing van heb jachtrecht niet mogelijk
zoolang niet het pachtrraagstuk is opge
lost.
Spr. kan zich met dit ontwerp moeilijk
vereenigen. Er is een groot ir isvcrst rod
men spreekt van jacht, als mea bedoelt:
het wild, dat noen wil doen verdwijnen.
Het gaat bier eigenlijk alleeu om het ko
nijn, dat „wild" is geworden. Spr schrikte
er van, dat dit „smerige dier con eere-
plaats kreeg naast den haas en later bij
zijn degradatie het edele dier den fazant
met zioh sleepte. Men overdrijft zeer bij
dit ontwerp cn dat aoht hij verkeerd. Het
konijn moet niet worden gespaard. Overi
gens is er van schade niet veel sprake, als
er een natuurlijke wildstand is.
Spr. verdedigt vooral dien fazant, die
eigenlijk een doodgewone kip is, en niet
anders doet dan clio kip. De konijnen zija
altijd schadelijk, maar do fazanten wil spr.
handhaven.
Afkeurenswaardig acht spr. het, dat het
jachtrecht aan den eigenaar is ontnomen.
Spr. kemt op tegen de denigreer end©
wijze -waarop de heer Westkaznp over de
jacht sprak.
Do afschaffing van het heerlijk jacht
recht ondervindt bij spr. geen bezwaar
De lieer VAN RAPPARD (V. B.) is bet
in vele opzichten met den heer Kolkman
eens. Ook hij vindt, dat- het zeer overdre
ven is cn dat men misverstand wekt, als
men alle wild gelijk stelt met schadelijk
vild. De fazant is een nuttig dier, hetgeen
uit het ornithologisch onderzoek is geble
ken.
Mevrouw BAKKER—NORT (Y. D.) ver
dedigt het standpunt van de dierenbescher
ming tegenover dc jachtsport. Zij wijst op
bet moorddadige van het strikkcu-zctl-en.
De MINISTER VAN BINNENKANT
SCHE ZAKEN, de heer RUYS DE BEE
RENBROUCK, brengt liuldo aan de sa
menstellers van dit ontwerp, waaraan bij
geen deel had. Spr. acht het niet goed te
generaliseeren, en acht bijvoorbeeld de uit
spraak dat het wild in ons land zooveel
schade aanricht niet juist. Sommige jacht
liefhebbers hebben het voor vele anderen
bedorven, maar men mag ook op dit pirot
niet gcneraliseeren.
Het konijn is volgens velen de rchuld
van alles. Spr. erkent dit. Daartegen dient
te worden opgetreden en het wetsontwerp
geeft daartoe het reolit.
De Minister ontkent, dab dit ontwerp
zooveel wijziging brengt in de verhouding
van eigenaar en gebruiker ten aanzien van
het jachtrecht. Het is niet juist, dat ver
plaatsing van het reoht geschiedt. Do
grondgebruiker kan zijn recht overdragen
en dus kan de regeling zóó zijn, dat beide
partijen tevreden zijn. Do jacht moet niet
braak blijven liggen, want dat zou een na
deel zija voor andere terreinen. Het wets
ontwerp stelt voorop het belang van den
grondgebruiker cn do jacht mag niet ver
der gaan dan dat bol-ang toelaat.
Na eenige replieken worden' dc a.lge-
meene beschouwingen gesloten.
Dc vergadering wordt verdaagd tot Vrij
dag één uur.
Fransche gewelddaden.
(Van onzcö ei gén. «Correspondent).
XXX
TRIEK, 6 Maart.
iVoor eenige dagen in Trier zJijodo, was
ik op een ochtend naar hat regaeringsge-
bouw, door de Fransche overheid in be
slag genomen, gegaan om daar ingia toe
stemming cm met de Fransche militaire
treinen mee te mogen reizen voor enkeöa
dager, te laten verlengen. Voor het gebouw
aangekomen was ik verrast daar een soorb
eerewackt te vinden, links van den ingang
stond een rij kleurlingen onder aanvoering
van een als sergeant vermomden neger,
rechts eon rij Fransche soldaten, allen met
hofc geweer met de bajonet eir op bij da
vcet. Ook in de hal van heb ^gebouw solda
ten, kleurlingen en blanken, 'allen door el
kaar. jvachtenda Er ging dus'blijkbaar iets
gebeuren, ook ik wachtte dus.
Na enkele oogenblikkea, da:x kwam hel:
in een zijgang werd een deur geopend, een
Marokkaan met'een staa-lhelm op zijn hoofd,
geweer met bajonet in zijn hand, kwam de
gang in, achter hem enkele burgers met
een handkoffertje,of een pak in hun hand:
ze moesten zich -in de gang -in een rirj
opstellen, dan voorwaarts, onder geleide van
een paar gewapende ^daten, de gang en
do bah door, de .t-rap af naar buiten tot
tusschen de twee rijen soldaten. Een auto,
een soort gevangenis wagen, met een joon
kruis er op, reed voor, de deuren aan den
achterkant werden geopend, de menschen,
ongeveer zes in getal, moesten instijgen,
waarna de deunen weer gesloten werden,
en de auto, nadat een van de soldaten
zich voorop gezet had, wegrée J. Een nieuwe
gioep kwam dan uit de zijgang, een nieuwe
auto stond klaar en als hq. de vocigo wer
den de menschen ingeladen en weggereden.
Nog enkele maleu herhaalde zich dat tot
dat de laatste was weggevoerd en ook de
soldaten afmarcheerden.
Al heeft men als Hollander gnmiddelrftk
weinig te maken met wat de Franschen in
Duitse hl and uitvoeren, toch is het niet mo
gelijk om bij het zien van een dergelijke
veitooning gDiot in verontwaardiging te ge
raken. Duitsche burgers, onder geleide van
kleurlingen, in een auto gepakt hun land
uitgezet! Alsof liet vee was en geen men
schen, dio slechts geweigerd hebben do
Fransche overheid in de onrechtmatige on
derneming tegen liun eigen vaderland ge
richt te steunen. Het is niot maar een-
enkele keer dat er zooiets plaats heeft, da
gelijks staan er in de dagbladen tal va"J
uitw^jzigingen, meestal van hoogare beamb
ten van post, telegraaf, spoorwegen en ook,
van overheidspersonen.- de enkele keer e:ii-
ter 'dab men zélf ziet hoe die menschen
hun land uitgezet worden, krijgt men pas
een indruk wat dit eigenlijk is. En toch
was de uitwijzing die ik zien kreeg nog
maar een zeer gemoedelijke; hoe dikwijls
gebeurt het niet, dat de menschen jn huiï
bureau, zonder eenige kennisgeving van te
veren, opgepakt worden cn meteen wegge
voerd of 's avonds uit hun familiekring wor
den weggehaald, haar de grens van het
bezette Rijnland worden gebracht en daar
in den avond worden afgezet, terwijl do
familie binnen vier dagén het bezette ge
bied verlaten moet hebben. Dat is een. avon
tuur dab iedeio ook maar ©enigszins lieo-
gero beambte cn ieder in eer vooraanstaand
burger dagelijks voor zich en voor zij:*
huisgezin verwachten kan. Velen die pok
slechts vermoeden jle Franscheo onaange
naam te zijn, hebben hun koffer al gepakt
gereed staan en de noodige voorzorgsm;at-
regelen genomen, opdat have en goei dat
ze in de stook moeten laten niet onbehaard
achter blijven. Hoe of deze menschen, als
ze uit hnn woonstoden uitgewezen worden,
mst hun gezinnen in liet onbezette Duitsck-
lsnd waar overal woningncol heersch*, een
enderdak moeten vinden, is ieder van hen
o-pnieutv eon moeilijkheid.
Wat willen do Franschsn mat deze uit-
wijzigingen van beambten en van burgers
bei ei keu Volgens Fransche verklaring is
het deel slechts het door uitwijzing of ook
door gevangenneming verwijderen van na
tionalistisch gezinde personen, d'.e 'door hun
onfranschlievende houding het volk slechts
opjagen en in zijn verzet sterken: dc Fransche
o\ ei-beid daarentegen wenscht slechts kalmte
en rust onder de bevolking te brengen,
evenals het volk daar zelf naar verlangt.
Zoo heeft menig Franschman het mij
van het begin af aan verteld, men wil
slechts vrede en alles vermijden wat tct
oproer zou kunnen leiden.
Dat de Franschen vrede en rust in het
Rijnland aangenaam vinden, wil ik graag
gelooven, ze kunnen dan hun plannen het
best en ongestoardst volvoeren. Een inbre
ker die in andersmans huis doordringt om
er wog te halen wat hij noodig heeft, is
ook opeens een uitermate groot beminnaar
van vrede on rust, ten minste van zijn te
genpartij, want zelf bedient hij zich van
het geweldzoolang de monschoo die hij
besteelt kalm blijven en hem niets ta don
wog leggen, is het hem wolkom. d*s te be
ter kan hij zijn slag slaan.
Het uitwijzen en ook het gevangenne
men van rijks-beambten en van burgers
kan echter onmogelijk een verkalming
van de bevolking ten gevolge hebben. Als
verdienstelijke, algemeen geachte en be
minde inwoners van een stad plotseling
door een vreemde militaire macht onrecht
matig uit bun woonplaats worden geban
nen, als vertegenwoordigers van de regee
ring geboeid, alsof hot gevaarlijke misda
digers waren, worden weggevoerd om voor
een Fransch krijgsgerccht te moeten ver
schijnen, dan kan de bevolking dat maar
niot in gemoede aanzien, of de menschen
zouden aan een kudde schapen gelijk moe
ten zijn, die door de gewelddaden aan hun
eigen mede-leden bedToven nicit in beroe
ring kunnen komen.
Gesteld, dat te onzen lande een burge
meester van een stad door oen vreemde
legermacht uit zijn werkkring werd weg
gehaald en bet land uitgezet, dat een Com
missaris der Koningin geboeid voor een
krijgsgereoht werd gesleept, dat niet het
minste recht heeft hem te veroordeelen,
dat leeraren van oen- school, zooals het aan
het Triersch gymnasium gebeurd is, zon
der ook maar eenige opgave van redenen
bevolen wordt onmiddellijk te vertrek
ken, cl aai; ze anders gevangen gezet zullen
worden, dan zouden we niet anders dan
een algemeeno verontwaardiging, verzet
en ten slotte oproer kunnen verwachten.
Het is dan ook te verwonderen dat do
Duitsche bevolking na al hetgeen er ge
beurd is, nog steeds rustig is gebleven.
Het doel van uitwijzing cn gevangenne
ming zelfs in 'fc oud-bezette gebied, is dan
ook iets anders, waarschijnlijk om het volk
zijn leiders te ontnemen cn het zoo tot on
derwerping tc kunnen brongen en met het
land naar willekeur te kunnen handelen.
AI valt er niet aan te twijfelen dat do
Franschen graag in vrede leven met do
Dudtocho bevolking, door deae maatregelen
bewerken zo slechte hefc tegendeel. Doch er
is nog meer wat do menschen prikkelt cn
wel de dagelijks voorkomende mishande
lingen en andere afkeurenswaardige» da
den, door Fransche soldaten begaan.
In een van de steden van het Rijnland,
in een van do regeeringsgebouwcn, ik kan
op verzoek niet zoggen waar, heeft men
mij de stukken laten zien die daar dage
lijks binnenkomen over allo mogelijke ver
grijpen van Fransche militairen en van
koloniale soldaten. Van d-ezo stukken
wordt een afschrift gezonden nan de rogee-
ring to Berlijn, zoodat dus wel aan te ne
men is dat hetgeen zo vermelden waar
heid is. De inhpud vormde een aaneen
schakeling van beroovingen, mishande
lingen, aanrandingen en wat er zoo nog
meer aan euveldaden voor kan komen, die
alle bij het lezen alleen reeds zouden, doen
vermoeden dat we niet meer in Europa,
maar in een of andere struikroo ver-staat,
b.v. in Mexioo, zijn terecht gekomenaffi»
eieren die burgers als ze niet uitwijken oi
politieagenten als ze niet groeten met eer
rijzweep in hun gezïbht slaan, soldaten die
met trappen of met hot stootcn mot go
wcerkolvon zich doen gehoorzamen, kleui>
lingen, die alles doen, wat in een beschaafd
land afkeurenswaardig is, zooals het doa
avonds op straat aanhouden en berooven
van burgers van alles wat ze van waarde
bij zioh hebben, het. aanranden van vrou
wen en van meisjes, het zonder eenige ro
den op de ergerlijkste manier mishande-»
len van menschen die alleen over straat-
gaan
Al deze wandaden, vooral in do kolo
niale troepen, zijn niet alleen van den laafc-
eten tijdreeds zoolang als deze in het
Rijnland zijn, dus sinds den vrede, zijn in
de streken waar kleurlingen lagen, gere
geld aanrandingen, beroovingen cn dergo
lijike dingen voorgekomen.
Wel zijn de soldaten door de Fransch©
militaire overheid gestraft, doch dat heeft
niet kunnen verhinderen, dat zulke voor
vallen zioh steeds weer herhaalden, dat
o.a. plaatsen als Trier en omgeving be
kend onveilig waren en nog zijn. De
laatste twee maanden echter is hefc aan
tal wandadon steeds toenemendevan elk
voorval wordt dc Fransche overheid door
de Duitsche politie in kennis gesteldis
hefc buitengewoon ernstig dan wordt soms
geantwoord, dat dc daders gestraft zullen
worden of het werkelijk geschiedt, daar
bespeurt men niets van.
Niet alleen dc daclen, doch ook reeds
hefc aanwezig zijn van de kleurlingen is
den Duitscher een ergernis. Deze kolo
niale .troepen toch, die op het oogenblik
in het gcheele Rijnland verspreid liggen
en die ik in grooten getale in Bonn, Ko
blenz, Trier en overal lang9 do spoorwe
gen zag, tellen in hun gelederen vele ras
sen van menschen, die nu niet als de
meest beschaafde bekend staan, kerels
met breede jukbeenderen en scheve spleet
oogjes in hun tanige gezichten, enkele ne
gers, zwart als roet, verder natuurlijk sol-*
daten uit Marokko, Algiers cn Tunis, on
naar men mij vertelde zijn er zelfs ook uit
Madagaskar en An am bij. Onder al de.?©
kleurlingen ziet men enkelen die werkelijk
een gunstig, vriendelijk gezicht hebben, het
meerendeel echter en daarbij zeg ik niets
te veel, is tuig, kerels met gcmcenc boe
ventronies, half-wilden die gedurende hun
verblijf in Europa van de Europccschc bc-*
schaving alleen de gebreken hebben over-»
genomen. Dat deze» menschen onder stren--
ge tucht staan, hetgeen van Fransche le-
gerzijde steeds beweerd is, is mogelijk, doch'
dan is die tucht nog altijd niet streng
genoeg om al de wandaden die deze kleur
lingen in hefc Rijnland begaan, tc voorko
men.
De knal op de vuurpijl wordt echter wel
gevormd door de Spain's. Voordat ik in
Trief kwam wist ik niet wat een Spahi
was, evenals het meerendeel van mijn Icj
zers het nu nog niet zal wetenin Üezo
stad heb ik ze echter leeren kennen. Een
Spahi is een soort van mensch dat in onz©
Tanden eigenlijk hefc best in een kermis
tent vertoond lean worden. Zooals ik ze in
een lange roode mantel haast tot aan den
grond, waaronder een lang zwaard uit
steekt cn met een witte tulband! zag wam
delen, ziin het schilderachtige figuren, die?
echter alleen in de Sahara op een kameel
op hun plaats zijn.
Ongeveer een maand geleden, toen er ïi¥
Trier betoogingen waren, is dezen Spahi'?
als cavalerie bevolen om met den platten
kant van do sabel de straten sclioon te yój
gen. Bij dit uiteenjagen van de menigte,
on liet achtervolgen van de menschen in
RECLAME.
Roman van G. HARDW1G.
46)
ïk weet- niet, waartoe ik ben opge
offerd ik weet slechts, dat ik mij vol
schaamte en berouw uit deeen toestand los
maak. Mijn moedei' cn ik ondervinden geen
vreugd© in jullie hu ie. Daarom ga ik even
als zij deed heb huis verlaten, en doe af
stand evenals zij, van julli-e naam."
Zij rukte, terwijl haar slapen van opge
wondenheid gloeiden, den trouwring van
haar vinger, legde hem tueschcji den brief
van Alexandra Louise en den hare, ver
zegelde den blief en zond hem aan Mcrs-
bach adres bij den troep, dat Ti ij zorgvuldig
voor alle dagen had opgeteekond.
Toen sprong zij op, terwijl zij over al
-haar leden beefde. Nu moest zij zorgen
weg te komen l
En terwijl zij nog steeds aan haar smart
ten prooi, aarzelde, kwam de verschijning
van dominee Seller haar zoo duidelijk voor
oogen, dat zij met een verlossingskreet de
ge wrong on handen liet zakken.
Nu wist zij dus een vriend, die haar in
'den nood zou kunnen helpen
Boven in de slaapkamer hing het- toilet,
-dat zij op den morgen van haar trouwdag
.load gedragen, voordat,de klucht nog ten
feLndc was gespeeld. Zij trok heb haastig
■aan, alsof daarmee tegelijk de laatste band
iwas verbroken.
In. haar zak ritselde iets.
Wat hAd zij toentertijd ook weer zoo
haastig er in gestoken, waaraan zij in het
geheel niet meer had gedacht 1
Zij haaldo het te voorschijn: een couvert
en daarin een fotografie. Voor het huis
.stond de oude Scfdmamji on Fips met- een-
kaart om den hals, waarop „Wij felicitee-
ren u."
Toen was het- plotseling of al het leed
cn verdriet- weer opnieuw in haar wakker
werd. Zij dacht cr in het geheel niet aa-n,
hoe het nu gaan zou, van waar dc midde
len tot haar onderhoud, te krijgen ook
niet, dat van het geld, dat zij bij zich had
gehad; bijna «iets was overgebleven, daar
zij ongeveer alles aan -dc tuinmansvrouw
had gegeven.
Heb was haar alleen maar duidelijk, dat
dc weg naar haar tehuis ver was cn dat zij
den geheclen nacht door zou moeten 'rei
zen, om den volgenden morgen de deur van
hot heidehuis te kunnen openen.
Met geweldigo haast pakte zij alles tc za-
men, wat vroeger haar eigendom was ge
weest geen enkel stuk. wat ook maar het
minste aan haar huwelijk herinnerde, wil
de zij meenemen, opdat de vrede op de
heide niet zou worden verstoord.
En toen vertelde zij beschaamd de on
waarheid, dat zij zonder uitstel alleen op
reis moest naar de dame, voor wie zij den
ring had gekocht overhandigde de kame
nier den brief voor Richard on gaf een
order, dat er nicte mocht worden gedaan
om de brandschade te verbergenmaar dat
integendeel alios zoo blijven moest tot de
ritmeester terug kwam.
Van de uren, die nu volgden, kreeg zij
nooit een duidelijke voorstelling, en z-elfo
later begreep zij niet hoe zij die uren was
doorgekomenhaar weggaan uit het huis.
waar zij had gemeend een hemelsoh geluk
te zullen vindende eenzame reis, die
alles, waaraan zij met heel haar ziel had
gehangen, achter zich afsloot-.
XVII.
Nog lag het dennenwoud geheel in mor
gennevels gehuld, toen do trein langzaam
het eenzame stationnetje Zernow naderde,
dab nog in zoete rust lag en onkel door het
fluiten der locomotieven eenig teeken van
leven begon tc geven.
Het roepen van den portier bracht ook
geen bijzondere drukt© teweeg. Een paar
boerenvrouwen en jongens, met korven en
pakken, veehandelaars ©n arbeiders bega
ven zich naar den uitgang en verspreidden
zich op den weg naar het dorp.
Achter ben aan, met eon dichten sluier
voor het gezicht, verliet Mia heb perron.
„Zou ik een rijtuig kunnen krijgen naar
het heidehuis?" vroog i\ïia aan den por
tier.
De man zag -haar onverschillig nieuws
gierig aan. Hij was nog maar sedert korten
tijd daar aangesteld en hij kendo haar niet.
Zij. drukte hem een geldstuk in dc han
den.
,,J.k zal mijn beet.doen!"
Ho© lang was het nu wel geleden, dat- zij
in rouwMeeren op dezelfde plaats had ge
staan 1
Het leek haar een eeuwigheid. Een
stroom van gebeurtenissen was op haar
aangekomen cn liad haar tegéh den grond
geslagen. Geheel in gedachten verdiept
stond zij te wachten.
„Het .rijtuig staat klaar!" wa/3 liet be
richt vau don teruggekeerden pcrrticr.
Zij wees op haar koffer en daalde de stee-
nen trap af.
Een boerenwagen, bespannen met een
werkpaard, dat door een boeren jongen bij
den teugel werd gehouden, stond klaar om
haar en haar bagage op to nemen. „Moet
ik naar het heidehuis rijden
Zij knikte.
In vluggen draf ging het nu de dorp
straat door. Door de geopende vensters
van liet- schoolgebouw klonk gezang.
Kippen en ganzen stoven kakelend op
zijde; een troepjo honden vloog hevig blaf
fend den wagen Da. Uit deuren en ramen
kwamen nieuwsgierige gezicht-en kijken,
om do vreemdeling© tc zien, die liet een
zame huis kwam bezoeken.
Niemand herkende in deze ernstige,
voorname, jonge vrouw, Miozc Helling van
vroeger.
Eindelijk had zij het dorp, de laatste
schuur en de laafctc grazende kudde scha
pen achter den rug.
Daar strekte zich de heide, bruinrood
in nevelen gehuld, voor haar uit. Maar
door do wolken kwamen reeds enkele zon
nestralen te voorschijn.
En plots met- jtcn ruk werd de nevel in
tweeën geschoord en werd de kale vlakte
met .een goudglans bedekt.
Mia\s blijk vloog vooruit naar heb roode
dak, uit wol-ka schoorsteen een enkel rook
wolk jo ten hemel opsteeg. En daar, daar
zag zij ook weer den bcwuetcn struik in zijn
hoekje staan, on op de haag wapperden
bonte doeken.
Zij drukte de handen tegen het kloppen
de hart. Het rijtuig hield vo-or de tuindeur
stil. Mia sprong or uit.
De jongen zette den koffer op den grond,
nam zijn geld «n reed weg.
In het huis hoorde men iemand naar de
huisdeur loopen, die spoedig daarop werd
geopend. Vóór Sodmaim aan liep knorrend
dc poedel.
Tczm Mia, /.onder nog een woord te heb
ben uitgebracht, Soduiann haar hand fo©'
stak, veranderde het grommen van den
hond plots in een vreugdcjanken. Vrooiijt
sprong hij tegen haar ©p, van plezier kwis
pelend cn als een dolle om haar been
dansend.
„Juffrouw Miez.e, Mevrouw dc LJ-iro.
nes
Zij hield Sodmanns harde hand »tcvig
in de hare.
„Ik blijf liter/' zei zij zacht. „Bij u bei
den."
De drempel, waarover zij dikwijls rnt
vroolijk was heen gesprongen ee waarover
do doodkist van dc oude freule naar buiten
was gedragen, lag helder geschrobd in
zon, evenals toentertijd.
Binnen in hefc huis was ook alles onver
anderd. De ronde tafol, dc geranium-plaur
ten voor heb raarn, 'l naai taf eitje, wuaiVf»
de vingerhoed cn dc leesbril.
Alleen zou nu nog dc deur der slaapka
mer moeten worden geopend cn de oude
freule, rnet het zwarte mutje op het lioofü.
moefcen-^'versehijnendan zou alles juist
zijn, zooals het voor jaren was geweest.
Zij zelf, het gelukkige kind, echter was.
een weg gegaan, waarop zij zichzelf niet
weervond.
's Middags riep zij Fips en ging met bcitt
over do heide dwalen.
Het was zomersch warm cn de hemel be
dekt met lichte vederwolkjes.
Fordf vervoTj'fljk*-