Leest even onze Reclame Advertentie op do achterste Pagina van dit Blad Magazijn WILHELMINA, Breestraat 175, Haari.straat,162 De Prins uit iietSprookje No. 19328. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 9 Maart. Dprde Blad. Anno 1923. TWEEDE KAMER. Uit het nieuw bezette land. FEUILLETON (Zitting van gisteren). t Naturalisaties. Goe^ekeurd worden: Wetsontwerpen naturalisatie van F. F. \V. van Amerom en 19 anderen; I. L. Am- kraut en 19 anderenM. Birr Blei (Weiss- znann) en 19 anderen; A. Breslou, geschei den echtgenoote van S. van Bi ene, en 19 aiKtercn. Verschillende ontwerpen. Aan de orde zijn: 1. Wetsontwerp vereeniging van de ge meenten Renkum en Doorwertli. 2. Wetsontwerp vereeniging van de ge meenten Ravensfcein, Huiscling en Neer loon, Deursen en Dennenburg en Dieden, Domen en Langel. 3. Wetsontwerp vereeniging van dc ge meenten Gendferen. Drongelen cn Meeu wen. Bij No. 1 zegt de heer VAN RAPPARD (V.B.), dat hij annexatie niet gewenscht acht als een gemeente zich daartegen ver gt fc gelijk met Doorwerth het geval is. Do Minister van Binnenlancibcke Zaken, 'dc heer RÜYS DE BEERENBROUCK zegt, dat in dit geval nimmer een annexa tie tot stand kwam De Gemeenteraden zijn gewoonlijk veeleer vóór annexatie dan de burgerij en daaraan heeft spr zich vast te houden. Men moet een annexatie voor al bezien met het oog op de toekomst. Het ontwerp wordt aangenomen. No. 1 en 2 worden goedgekeurd. Wijziging der Jachtwet. Voortgegaan wordt met het wetsont werp tot wijziging der Jachtwet. De algemeen c beschouwingen worden voortgezet. De heer WElTKAMP (C.-H.) acht den grondslag van bet ontwerp juist cn verce- tilgfc zich met het ontwerp. Het groote be lang van den landbouwer bij de verdelging van het schadelijk wild wordt door spr. oog eens geschetst. De jacht acht spr. een oirbaar vermaak, maar er moet geen na deel voor de boeren uit voortkomen. De heer BlEREMA (V -B.) kan zioli aan- slnitCf) bij hetgeen ter aanbeveling van dit ontwerp is gezegd en verklaart ook, dat z.i. dit voorstel een flinke stap in de goedo richting is. Hij vreest niet dat nu iedere boer met een geweer zal wandelen. De heer BAKKER. (C.-H.) is ook ingeno men met dit ontwerp. Hij behandelt eenigc 'dotailpuntcn- De heer WINTERMANS (R.-K.) juioht ook dit ontwerp toe, omdat dit een einde imaakt aan de bcnadecling der belangen s van de kleine luyden. v De heer VAN VOORST TOT VOORST (B.-K.) acht liet systeem der wot juist, mits goede schadeloosstelling voor de der ving van het jacht recht worde gegeven. In het algemeen zal het jachtrecht wel laan den eigenaar komen, en dat kan best als d? harmonie tusschen eigenaars cn pach- t-ers goed is. De boeren verlangen niet het jachtrecht te hebben maar alleen het recht om zich te ontdoen van schadelijk wild. De grootste schade wordt veroorzaakt door de konijnen, maar het zou alleen tot uitroeiing daarvan niet noodig zijn het jachtrecht aan de gebruikers te geven. Spr. is voor het amcndemont-Wekkamp. Dc heer EBELS (V. D.) acht een mati gen wildstand niet slecht, maar eon over dreven getal schadelijk gedierte is ver keerd. Hij verklaart zich daarom ook vóór dit ontwerp. De- heer A. COLIJN (A.-R.) betuigt, zijn instemming met dit ontwerp, dat het be lang van den landbouwer vóórop zette. De heer KOLKMAN (R.-K.) herinnert can zijn vroegere motie. Z. i. is een goede oplossing van heb jachtrecht niet mogelijk zoolang niet het pachtrraagstuk is opge lost. Spr. kan zich met dit ontwerp moeilijk vereenigen. Er is een groot ir isvcrst rod men spreekt van jacht, als mea bedoelt: het wild, dat noen wil doen verdwijnen. Het gaat bier eigenlijk alleeu om het ko nijn, dat „wild" is geworden. Spr schrikte er van, dat dit „smerige dier con eere- plaats kreeg naast den haas en later bij zijn degradatie het edele dier den fazant met zioh sleepte. Men overdrijft zeer bij dit ontwerp cn dat aoht hij verkeerd. Het konijn moet niet worden gespaard. Overi gens is er van schade niet veel sprake, als er een natuurlijke wildstand is. Spr. verdedigt vooral dien fazant, die eigenlijk een doodgewone kip is, en niet anders doet dan clio kip. De konijnen zija altijd schadelijk, maar do fazanten wil spr. handhaven. Afkeurenswaardig acht spr. het, dat het jachtrecht aan den eigenaar is ontnomen. Spr. kemt op tegen de denigreer end© wijze -waarop de heer Westkaznp over de jacht sprak. Do afschaffing van het heerlijk jacht recht ondervindt bij spr. geen bezwaar De lieer VAN RAPPARD (V. B.) is bet in vele opzichten met den heer Kolkman eens. Ook hij vindt, dat- het zeer overdre ven is cn dat men misverstand wekt, als men alle wild gelijk stelt met schadelijk vild. De fazant is een nuttig dier, hetgeen uit het ornithologisch onderzoek is geble ken. Mevrouw BAKKER—NORT (Y. D.) ver dedigt het standpunt van de dierenbescher ming tegenover dc jachtsport. Zij wijst op bet moorddadige van het strikkcu-zctl-en. De MINISTER VAN BINNENKANT SCHE ZAKEN, de heer RUYS DE BEE RENBROUCK, brengt liuldo aan de sa menstellers van dit ontwerp, waaraan bij geen deel had. Spr. acht het niet goed te generaliseeren, en acht bijvoorbeeld de uit spraak dat het wild in ons land zooveel schade aanricht niet juist. Sommige jacht liefhebbers hebben het voor vele anderen bedorven, maar men mag ook op dit pirot niet gcneraliseeren. Het konijn is volgens velen de rchuld van alles. Spr. erkent dit. Daartegen dient te worden opgetreden en het wetsontwerp geeft daartoe het reolit. De Minister ontkent, dab dit ontwerp zooveel wijziging brengt in de verhouding van eigenaar en gebruiker ten aanzien van het jachtrecht. Het is niet juist, dat ver plaatsing van het reoht geschiedt. Do grondgebruiker kan zijn recht overdragen en dus kan de regeling zóó zijn, dat beide partijen tevreden zijn. Do jacht moet niet braak blijven liggen, want dat zou een na deel zija voor andere terreinen. Het wets ontwerp stelt voorop het belang van den grondgebruiker cn do jacht mag niet ver der gaan dan dat bol-ang toelaat. Na eenige replieken worden' dc a.lge- meene beschouwingen gesloten. Dc vergadering wordt verdaagd tot Vrij dag één uur. Fransche gewelddaden. (Van onzcö ei gén. «Correspondent). XXX TRIEK, 6 Maart. iVoor eenige dagen in Trier zJijodo, was ik op een ochtend naar hat regaeringsge- bouw, door de Fransche overheid in be slag genomen, gegaan om daar ingia toe stemming cm met de Fransche militaire treinen mee te mogen reizen voor enkeöa dager, te laten verlengen. Voor het gebouw aangekomen was ik verrast daar een soorb eerewackt te vinden, links van den ingang stond een rij kleurlingen onder aanvoering van een als sergeant vermomden neger, rechts eon rij Fransche soldaten, allen met hofc geweer met de bajonet eir op bij da vcet. Ook in de hal van heb ^gebouw solda ten, kleurlingen en blanken, 'allen door el kaar. jvachtenda Er ging dus'blijkbaar iets gebeuren, ook ik wachtte dus. Na enkele oogenblikkea, da:x kwam hel: in een zijgang werd een deur geopend, een Marokkaan met'een staa-lhelm op zijn hoofd, geweer met bajonet in zijn hand, kwam de gang in, achter hem enkele burgers met een handkoffertje,of een pak in hun hand: ze moesten zich -in de gang -in een rirj opstellen, dan voorwaarts, onder geleide van een paar gewapende ^daten, de gang en do bah door, de .t-rap af naar buiten tot tusschen de twee rijen soldaten. Een auto, een soort gevangenis wagen, met een joon kruis er op, reed voor, de deuren aan den achterkant werden geopend, de menschen, ongeveer zes in getal, moesten instijgen, waarna de deunen weer gesloten werden, en de auto, nadat een van de soldaten zich voorop gezet had, wegrée J. Een nieuwe gioep kwam dan uit de zijgang, een nieuwe auto stond klaar en als hq. de vocigo wer den de menschen ingeladen en weggereden. Nog enkele maleu herhaalde zich dat tot dat de laatste was weggevoerd en ook de soldaten afmarcheerden. Al heeft men als Hollander gnmiddelrftk weinig te maken met wat de Franschen in Duitse hl and uitvoeren, toch is het niet mo gelijk om bij het zien van een dergelijke veitooning gDiot in verontwaardiging te ge raken. Duitsche burgers, onder geleide van kleurlingen, in een auto gepakt hun land uitgezet! Alsof liet vee was en geen men schen, dio slechts geweigerd hebben do Fransche overheid in de onrechtmatige on derneming tegen liun eigen vaderland ge richt te steunen. Het is niot maar een- enkele keer dat er zooiets plaats heeft, da gelijks staan er in de dagbladen tal va"J uitw^jzigingen, meestal van hoogare beamb ten van post, telegraaf, spoorwegen en ook, van overheidspersonen.- de enkele keer e:ii- ter 'dab men zélf ziet hoe die menschen hun land uitgezet worden, krijgt men pas een indruk wat dit eigenlijk is. En toch was de uitwijzing die ik zien kreeg nog maar een zeer gemoedelijke; hoe dikwijls gebeurt het niet, dat de menschen jn huiï bureau, zonder eenige kennisgeving van te veren, opgepakt worden cn meteen wegge voerd of 's avonds uit hun familiekring wor den weggehaald, haar de grens van het bezette Rijnland worden gebracht en daar in den avond worden afgezet, terwijl do familie binnen vier dagén het bezette ge bied verlaten moet hebben. Dat is een. avon tuur dab iedeio ook maar ©enigszins lieo- gero beambte cn ieder in eer vooraanstaand burger dagelijks voor zich en voor zij:* huisgezin verwachten kan. Velen die pok slechts vermoeden jle Franscheo onaange naam te zijn, hebben hun koffer al gepakt gereed staan en de noodige voorzorgsm;at- regelen genomen, opdat have en goei dat ze in de stook moeten laten niet onbehaard achter blijven. Hoe of deze menschen, als ze uit hnn woonstoden uitgewezen worden, mst hun gezinnen in liet onbezette Duitsck- lsnd waar overal woningncol heersch*, een enderdak moeten vinden, is ieder van hen o-pnieutv eon moeilijkheid. Wat willen do Franschsn mat deze uit- wijzigingen van beambten en van burgers bei ei keu Volgens Fransche verklaring is het deel slechts het door uitwijzing of ook door gevangenneming verwijderen van na tionalistisch gezinde personen, d'.e 'door hun onfranschlievende houding het volk slechts opjagen en in zijn verzet sterken: dc Fransche o\ ei-beid daarentegen wenscht slechts kalmte en rust onder de bevolking te brengen, evenals het volk daar zelf naar verlangt. Zoo heeft menig Franschman het mij van het begin af aan verteld, men wil slechts vrede en alles vermijden wat tct oproer zou kunnen leiden. Dat de Franschen vrede en rust in het Rijnland aangenaam vinden, wil ik graag gelooven, ze kunnen dan hun plannen het best en ongestoardst volvoeren. Een inbre ker die in andersmans huis doordringt om er wog te halen wat hij noodig heeft, is ook opeens een uitermate groot beminnaar van vrede on rust, ten minste van zijn te genpartij, want zelf bedient hij zich van het geweldzoolang de monschoo die hij besteelt kalm blijven en hem niets ta don wog leggen, is het hem wolkom. d*s te be ter kan hij zijn slag slaan. Het uitwijzen en ook het gevangenne men van rijks-beambten en van burgers kan echter onmogelijk een verkalming van de bevolking ten gevolge hebben. Als verdienstelijke, algemeen geachte en be minde inwoners van een stad plotseling door een vreemde militaire macht onrecht matig uit bun woonplaats worden geban nen, als vertegenwoordigers van de regee ring geboeid, alsof hot gevaarlijke misda digers waren, worden weggevoerd om voor een Fransch krijgsgerccht te moeten ver schijnen, dan kan de bevolking dat maar niot in gemoede aanzien, of de menschen zouden aan een kudde schapen gelijk moe ten zijn, die door de gewelddaden aan hun eigen mede-leden bedToven nicit in beroe ring kunnen komen. Gesteld, dat te onzen lande een burge meester van een stad door oen vreemde legermacht uit zijn werkkring werd weg gehaald en bet land uitgezet, dat een Com missaris der Koningin geboeid voor een krijgsgereoht werd gesleept, dat niet het minste recht heeft hem te veroordeelen, dat leeraren van oen- school, zooals het aan het Triersch gymnasium gebeurd is, zon der ook maar eenige opgave van redenen bevolen wordt onmiddellijk te vertrek ken, cl aai; ze anders gevangen gezet zullen worden, dan zouden we niet anders dan een algemeeno verontwaardiging, verzet en ten slotte oproer kunnen verwachten. Het is dan ook te verwonderen dat do Duitsche bevolking na al hetgeen er ge beurd is, nog steeds rustig is gebleven. Het doel van uitwijzing cn gevangenne ming zelfs in 'fc oud-bezette gebied, is dan ook iets anders, waarschijnlijk om het volk zijn leiders te ontnemen cn het zoo tot on derwerping tc kunnen brongen en met het land naar willekeur te kunnen handelen. AI valt er niet aan te twijfelen dat do Franschen graag in vrede leven met do Dudtocho bevolking, door deae maatregelen bewerken zo slechte hefc tegendeel. Doch er is nog meer wat do menschen prikkelt cn wel de dagelijks voorkomende mishande lingen en andere afkeurenswaardige» da den, door Fransche soldaten begaan. In een van de steden van het Rijnland, in een van do regeeringsgebouwcn, ik kan op verzoek niet zoggen waar, heeft men mij de stukken laten zien die daar dage lijks binnenkomen over allo mogelijke ver grijpen van Fransche militairen en van koloniale soldaten. Van d-ezo stukken wordt een afschrift gezonden nan de rogee- ring to Berlijn, zoodat dus wel aan te ne men is dat hetgeen zo vermelden waar heid is. De inhpud vormde een aaneen schakeling van beroovingen, mishande lingen, aanrandingen en wat er zoo nog meer aan euveldaden voor kan komen, die alle bij het lezen alleen reeds zouden, doen vermoeden dat we niet meer in Europa, maar in een of andere struikroo ver-staat, b.v. in Mexioo, zijn terecht gekomenaffi» eieren die burgers als ze niet uitwijken oi politieagenten als ze niet groeten met eer rijzweep in hun gezïbht slaan, soldaten die met trappen of met hot stootcn mot go wcerkolvon zich doen gehoorzamen, kleui> lingen, die alles doen, wat in een beschaafd land afkeurenswaardig is, zooals het doa avonds op straat aanhouden en berooven van burgers van alles wat ze van waarde bij zioh hebben, het. aanranden van vrou wen en van meisjes, het zonder eenige ro den op de ergerlijkste manier mishande-» len van menschen die alleen over straat- gaan Al deze wandaden, vooral in do kolo niale troepen, zijn niet alleen van den laafc- eten tijdreeds zoolang als deze in het Rijnland zijn, dus sinds den vrede, zijn in de streken waar kleurlingen lagen, gere geld aanrandingen, beroovingen cn dergo lijike dingen voorgekomen. Wel zijn de soldaten door de Fransch© militaire overheid gestraft, doch dat heeft niet kunnen verhinderen, dat zulke voor vallen zioh steeds weer herhaalden, dat o.a. plaatsen als Trier en omgeving be kend onveilig waren en nog zijn. De laatste twee maanden echter is hefc aan tal wandadon steeds toenemendevan elk voorval wordt dc Fransche overheid door de Duitsche politie in kennis gesteldis hefc buitengewoon ernstig dan wordt soms geantwoord, dat dc daders gestraft zullen worden of het werkelijk geschiedt, daar bespeurt men niets van. Niet alleen dc daclen, doch ook reeds hefc aanwezig zijn van de kleurlingen is den Duitscher een ergernis. Deze kolo niale .troepen toch, die op het oogenblik in het gcheele Rijnland verspreid liggen en die ik in grooten getale in Bonn, Ko blenz, Trier en overal lang9 do spoorwe gen zag, tellen in hun gelederen vele ras sen van menschen, die nu niet als de meest beschaafde bekend staan, kerels met breede jukbeenderen en scheve spleet oogjes in hun tanige gezichten, enkele ne gers, zwart als roet, verder natuurlijk sol-* daten uit Marokko, Algiers cn Tunis, on naar men mij vertelde zijn er zelfs ook uit Madagaskar en An am bij. Onder al de.?© kleurlingen ziet men enkelen die werkelijk een gunstig, vriendelijk gezicht hebben, het meerendeel echter en daarbij zeg ik niets te veel, is tuig, kerels met gcmcenc boe ventronies, half-wilden die gedurende hun verblijf in Europa van de Europccschc bc-* schaving alleen de gebreken hebben over-» genomen. Dat deze» menschen onder stren-- ge tucht staan, hetgeen van Fransche le- gerzijde steeds beweerd is, is mogelijk, doch' dan is die tucht nog altijd niet streng genoeg om al de wandaden die deze kleur lingen in hefc Rijnland begaan, tc voorko men. De knal op de vuurpijl wordt echter wel gevormd door de Spain's. Voordat ik in Trief kwam wist ik niet wat een Spahi was, evenals het meerendeel van mijn Icj zers het nu nog niet zal wetenin Üezo stad heb ik ze echter leeren kennen. Een Spahi is een soort van mensch dat in onz© Tanden eigenlijk hefc best in een kermis tent vertoond lean worden. Zooals ik ze in een lange roode mantel haast tot aan den grond, waaronder een lang zwaard uit steekt cn met een witte tulband! zag wam delen, ziin het schilderachtige figuren, die? echter alleen in de Sahara op een kameel op hun plaats zijn. Ongeveer een maand geleden, toen er ïi¥ Trier betoogingen waren, is dezen Spahi'? als cavalerie bevolen om met den platten kant van do sabel de straten sclioon te yój gen. Bij dit uiteenjagen van de menigte, on liet achtervolgen van de menschen in RECLAME. Roman van G. HARDW1G. 46) ïk weet- niet, waartoe ik ben opge offerd ik weet slechts, dat ik mij vol schaamte en berouw uit deeen toestand los maak. Mijn moedei' cn ik ondervinden geen vreugd© in jullie hu ie. Daarom ga ik even als zij deed heb huis verlaten, en doe af stand evenals zij, van julli-e naam." Zij rukte, terwijl haar slapen van opge wondenheid gloeiden, den trouwring van haar vinger, legde hem tueschcji den brief van Alexandra Louise en den hare, ver zegelde den blief en zond hem aan Mcrs- bach adres bij den troep, dat Ti ij zorgvuldig voor alle dagen had opgeteekond. Toen sprong zij op, terwijl zij over al -haar leden beefde. Nu moest zij zorgen weg te komen l En terwijl zij nog steeds aan haar smart ten prooi, aarzelde, kwam de verschijning van dominee Seller haar zoo duidelijk voor oogen, dat zij met een verlossingskreet de ge wrong on handen liet zakken. Nu wist zij dus een vriend, die haar in 'den nood zou kunnen helpen Boven in de slaapkamer hing het- toilet, -dat zij op den morgen van haar trouwdag .load gedragen, voordat,de klucht nog ten feLndc was gespeeld. Zij trok heb haastig ■aan, alsof daarmee tegelijk de laatste band iwas verbroken. In. haar zak ritselde iets. Wat hAd zij toentertijd ook weer zoo haastig er in gestoken, waaraan zij in het geheel niet meer had gedacht 1 Zij haaldo het te voorschijn: een couvert en daarin een fotografie. Voor het huis .stond de oude Scfdmamji on Fips met- een- kaart om den hals, waarop „Wij felicitee- ren u." Toen was het- plotseling of al het leed cn verdriet- weer opnieuw in haar wakker werd. Zij dacht cr in het geheel niet aa-n, hoe het nu gaan zou, van waar dc midde len tot haar onderhoud, te krijgen ook niet, dat van het geld, dat zij bij zich had gehad; bijna «iets was overgebleven, daar zij ongeveer alles aan -dc tuinmansvrouw had gegeven. Heb was haar alleen maar duidelijk, dat dc weg naar haar tehuis ver was cn dat zij den geheclen nacht door zou moeten 'rei zen, om den volgenden morgen de deur van hot heidehuis te kunnen openen. Met geweldigo haast pakte zij alles tc za- men, wat vroeger haar eigendom was ge weest geen enkel stuk. wat ook maar het minste aan haar huwelijk herinnerde, wil de zij meenemen, opdat de vrede op de heide niet zou worden verstoord. En toen vertelde zij beschaamd de on waarheid, dat zij zonder uitstel alleen op reis moest naar de dame, voor wie zij den ring had gekocht overhandigde de kame nier den brief voor Richard on gaf een order, dat er nicte mocht worden gedaan om de brandschade te verbergenmaar dat integendeel alios zoo blijven moest tot de ritmeester terug kwam. Van de uren, die nu volgden, kreeg zij nooit een duidelijke voorstelling, en z-elfo later begreep zij niet hoe zij die uren was doorgekomenhaar weggaan uit het huis. waar zij had gemeend een hemelsoh geluk te zullen vindende eenzame reis, die alles, waaraan zij met heel haar ziel had gehangen, achter zich afsloot-. XVII. Nog lag het dennenwoud geheel in mor gennevels gehuld, toen do trein langzaam het eenzame stationnetje Zernow naderde, dab nog in zoete rust lag en onkel door het fluiten der locomotieven eenig teeken van leven begon tc geven. Het roepen van den portier bracht ook geen bijzondere drukt© teweeg. Een paar boerenvrouwen en jongens, met korven en pakken, veehandelaars ©n arbeiders bega ven zich naar den uitgang en verspreidden zich op den weg naar het dorp. Achter ben aan, met eon dichten sluier voor het gezicht, verliet Mia heb perron. „Zou ik een rijtuig kunnen krijgen naar het heidehuis?" vroog i\ïia aan den por tier. De man zag -haar onverschillig nieuws gierig aan. Hij was nog maar sedert korten tijd daar aangesteld en hij kendo haar niet. Zij. drukte hem een geldstuk in dc han den. ,,J.k zal mijn beet.doen!" Ho© lang was het nu wel geleden, dat- zij in rouwMeeren op dezelfde plaats had ge staan 1 Het leek haar een eeuwigheid. Een stroom van gebeurtenissen was op haar aangekomen cn liad haar tegéh den grond geslagen. Geheel in gedachten verdiept stond zij te wachten. „Het .rijtuig staat klaar!" wa/3 liet be richt vau don teruggekeerden pcrrticr. Zij wees op haar koffer en daalde de stee- nen trap af. Een boerenwagen, bespannen met een werkpaard, dat door een boeren jongen bij den teugel werd gehouden, stond klaar om haar en haar bagage op to nemen. „Moet ik naar het heidehuis rijden Zij knikte. In vluggen draf ging het nu de dorp straat door. Door de geopende vensters van liet- schoolgebouw klonk gezang. Kippen en ganzen stoven kakelend op zijde; een troepjo honden vloog hevig blaf fend den wagen Da. Uit deuren en ramen kwamen nieuwsgierige gezicht-en kijken, om do vreemdeling© tc zien, die liet een zame huis kwam bezoeken. Niemand herkende in deze ernstige, voorname, jonge vrouw, Miozc Helling van vroeger. Eindelijk had zij het dorp, de laatste schuur en de laafctc grazende kudde scha pen achter den rug. Daar strekte zich de heide, bruinrood in nevelen gehuld, voor haar uit. Maar door do wolken kwamen reeds enkele zon nestralen te voorschijn. En plots met- jtcn ruk werd de nevel in tweeën geschoord en werd de kale vlakte met .een goudglans bedekt. Mia\s blijk vloog vooruit naar heb roode dak, uit wol-ka schoorsteen een enkel rook wolk jo ten hemel opsteeg. En daar, daar zag zij ook weer den bcwuetcn struik in zijn hoekje staan, on op de haag wapperden bonte doeken. Zij drukte de handen tegen het kloppen de hart. Het rijtuig hield vo-or de tuindeur stil. Mia sprong or uit. De jongen zette den koffer op den grond, nam zijn geld «n reed weg. In het huis hoorde men iemand naar de huisdeur loopen, die spoedig daarop werd geopend. Vóór Sodmaim aan liep knorrend dc poedel. Tczm Mia, /.onder nog een woord te heb ben uitgebracht, Soduiann haar hand fo©' stak, veranderde het grommen van den hond plots in een vreugdcjanken. Vrooiijt sprong hij tegen haar ©p, van plezier kwis pelend cn als een dolle om haar been dansend. „Juffrouw Miez.e, Mevrouw dc LJ-iro. nes Zij hield Sodmanns harde hand »tcvig in de hare. „Ik blijf liter/' zei zij zacht. „Bij u bei den." De drempel, waarover zij dikwijls rnt vroolijk was heen gesprongen ee waarover do doodkist van dc oude freule naar buiten was gedragen, lag helder geschrobd in zon, evenals toentertijd. Binnen in hefc huis was ook alles onver anderd. De ronde tafol, dc geranium-plaur ten voor heb raarn, 'l naai taf eitje, wuaiVf» de vingerhoed cn dc leesbril. Alleen zou nu nog dc deur der slaapka mer moeten worden geopend cn de oude freule, rnet het zwarte mutje op het lioofü. moefcen-^'versehijnendan zou alles juist zijn, zooals het voor jaren was geweest. Zij zelf, het gelukkige kind, echter was. een weg gegaan, waarop zij zichzelf niet weervond. 's Middags riep zij Fips en ging met bcitt over do heide dwalen. Het was zomersch warm cn de hemel be dekt met lichte vederwolkjes. Fordf vervoTj'fljk*-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 9