Hoe 't eind was. Bij Doris op zolder, o, daar is 't zoo leuk 1 een kist staat er vol ouden rommel djaar diepen zij allerlei moois" nog uit op dat gaat er niet zonder gestommel soms raken w'aan 7t -'eahten en gesft het krakeel, want ieder kiest 't beste graag zelf voor zijn deel. 2. Laatst waren w'aan 't snuff'len en vonden een kroon van goudpapierjongens, zoo aardig „daar kunnen wij koning" mee spelen," riep Piet en vond voor die rol zich wel waardig j,jij koning? dat zou je wel willenneen, maat!" zei Doris en toen werd ons Pietje- erg kwaad. 3. Wij anderen vonden'i kwam Do ris' zelf toe om koning te zijn; dat was eerlijk, want eigenlijk was toch die kroon ook vaa hem Nu, Doris vond -t voorstel wat heerlijk, en Piet kwam toen weldra ook weer in 7Ï Ikuzneür lang boos zijn, dat' is maar Vervelend gezeur. 4. We renden toen met onze vondst naar. beneett op 't plaatsje zou 't kroningsfeest wezen Maar 't ging er volstrekt niet zoo vlug in zijn. werk als jullie het hier in kunt lezen! Yóór ieder een rol hak!, dat had me wat in', ten slotte toch! werd het geschikt naar elks jon. 5. Maar n u moet jé hoorenliet ging ëerflt zoo mooi tot op 't moment van de kroning, toen bleek 'fc dat de kroon veel te klein' was, te nauw, voor 'fc hoofd van den nieuwbakken koning. Piet drukte te hard en de kroon ging toén stuk Zoo eindigde 't feest met een groot ongeluk. HERMANN A. 3. 3 3} Frans Diepeveen en Johan Mokkenstorm, dat is zeker een spannend boek, jongens die vluchten en door een detective achtervolgd worden. Marietje Gaykema, schrijf mij nog eens 'hóe oud of je bent; als Annie, van wie je mij den leeftijd schrijft, ouder is dan jij, dan vind ik het volstrekt niet zooals jij denkt, die vriendschap van jou voor je viertal. Adriana Massaar, vindt je dat prettig om zoo lang vooruit te weten, wat je zult krij gen; dan is het immers geen verrassing meer. Jo Vos, ik hoop dat al die pijnen waar je over schrijft, niet de voorbode waren van eene ziekte. Hoe treurig van dat jongetje waar je over schreef. Kende je hem? Betsy Hooftman, dank voor je felicita ties. Die andere nummers, die je opschreef, die heb ik allemaal. Adriana de Wekker, dat hoop ik stellig ook dat jou wenschen voor mij vervuld zul len worden. Als ik later weer raadsels en anecdotes noodig heb, zal ik het je zeggen. Janna en Nellie Singeling, hoe komt het toch, dat je zusje Corrie nu weer van de trap is gevallen. Het is gelukkig dat het tel kens zoo goed afloopt. Corrie Abspoel, dank voor je gelükwen- schen. Ik word een heeleboel jaren oüder dan je zusje Miepie. Adriaan Reijngoud en Jo Reijngoud, er kwam heel wat uit het couvert te voorschijn, van Adriaan eene teekening, zeer toepasse lijk hoor, en nog een vers er bij en van Jo een mooi gewerkt kaartje; ik bedank jullie allebei hartelijk. Aan de drie zusjes Verbiest kom ik ver tellen, dat ik op kamers woon Frederik Hen- driklaan 157, het is de 2e verdieping, dus ik heb geen tuin, maar wel een balcon, dus dat is ook heerlijk. En hoe oud of ik word? Ja hoort eens, dat zet men zoo maar niet in de courant, dat is geen gebruik. Er is een jongen die heel aardig aan mij schrijft, dat het voor de raadseltante een groot raadsel is, hoe oud of zij zal worden. Nu zoo is het ook nog een raadsel, hoe oud of die raadsel tante is. Rika van Veen (Zoelerwoude) prettig dat je handwerk voor moeders verjaardag zoo mooi was geworden. Ik hoop dat je een preftigen dag hebt gehad. Zeker zou ik het aardig vinden, als je dichter bij mij woon de en mij eens kwam bezoeken. Annie Zirkzee, wat zal Willy er keurig uitzien dien dag, een roode strik zal be paald goed slaan. Maartje Haasnoot, nog wel gefeliciteerd met je verjaardag; ik wist het niet eerder, want je had er niet over geschreven. Marie van Dijk, dank voor je gelukwen- schen. Ik weet werkelijk niet meer precies alle raadsels, die er in die 2 jaar en 2 maan den dat ik nu al de raadseltante' ben, in de courant hebben gestaan. Annie Huisman, ik vind Ket'ook bijzonder goede cijfers. Het is heel begrijpelijk dat je moeder er tevreden over was. Dat krabbel - briefje van je kleine broertje is heel grap pig, zoo verbeelden kleine kinderen zich al tijd dat ze brieven schrijven. Gerrie Slootweg, ik zal je'góede bedoeling om mij bloemetjes te brengen voor de daad nemen en wil het wel gelobvèn.' dat"als je dicht bij mij woonde, je het dan zou doen. Ik zou graag die heele kléine geitjes eens willen zien; lammetjes vind ik ook-zoo lief. Betsy en Harry van Am'eróngen, je hebt zeker wel gelezen wat ik al schreef over het raadsel van de raadseltarUe"; dat'is düs al een antwoord op ééne vraag. En je hebt ook al kunnen lezen dat ik de courant van til Aug. al ontving. Annie en Lenie Stouten beiden' hartelijk bedankt voor het mij toegezondene. Het lees- teeken is aardig gewerkt door Annie, en de kaart van Lenie mc-t die lieve poesjes met kraaloogen is allergrappigst. Die oogefi glin steren zoo leuk. Minie Metselaer, je hebt een goeden ver jaardag gehad, merk ik uit je brief en heel wat gekregen. Gerrit van der Poot, doe maar goed je best, dan zal je er steeds meer plezier in krijgen. Élla Brugmans, ook al dank voor felici taties, en ik hoop eveneens dat jij het nog dikwijls zult kunnen doen. Heel aardig aan geboden om mij den heelen jaargang te zen den, maar nu heb ik alle nummers. Coba en Nel van Waardhuizen, ik schreef hierboven ook al aan iemand dat ik woon Den Haag, Frederik Hendriklaan 157. Jacobus Selier, over jou brief schreef ik al een woordje, ja, dat raadsel kan niemand ter wereld oplossen. Bartje of Badje van der Voort, ik kon je naam niet goed lezen, wil je het eens pre cies vertellen hoe of je heel. Annie Amptmeyer, Jan Koster is een van de boeken, die mijn vader schreef. Het wordt graag door de jeugd gelezen. Ik speel heel graag piano, ik heb altijd hec-1 veel van mu ziek gehouden. Margit Piltner, ik hoop dat je nu weer be ter zult zijn. Zoo, zeggen jullie in Hongarije het moederland, zooals wij hier zeggen het vaderland. Marietje Planjer, je naam had ik al een paar maal gevonden bij mijn brieven. Dus jij bent de oudste van de kinderen, en houdt je veel van dat kleinste Zjusje? Barbara Kenheek, ik ben blij voor je, dat je bent overgegaau. Willem Leget. ik blijf vandaag maar aan het bedanken, jij zendt mij ook al vele goede wenschen. Zoo ook mijn dank aan Annie Steenhauer en aan Annie Frans?, en Lena en Freddy van der Kaay. Wilhelm Döll, insgelijks gefeliciteerd. Grappig, dat we maar één dag verschillen, namelijk de verjaardagen, niet in leeftijd, hoorl Gerrit Eikerbout, jo brief van verleden week ontving ik vandaag tegelijk met dien yan dejté week. Marietje Seydell, ja de Paaschvacanti* nadert ook al weer met rassche schreden, over 3 weken begint die al. A. J. Schreuder, je mag je brief over dé post sturen, als je dat wilt, maar als je in Leiden woont is het wel goedkooper als je hem brengt naar het Bureel van het „Leidsch Dagblad". Abram Burgerjon, zeg maar aan je kleine zusje dat ik haar veel plezier wensch mét haar nieuwe pop; ik merk wel dat jij veel van je zusjes houdt. Drietal Voorbrood, hartelijk dank voor dé mooie briefkaart, die bij de wekelijksche brieven was ingesloten, ik ken jullie al zoo goed, we hebben elkaar ook al eens gezien, niet waar? Marietje Haarlem, heb jij je been zoo erg gebrand? Dat vind ik heel akelig voor je. evenals dat andere dat je mij schreef. Zul je mij a.s. week schrijven of je geen pijn meer hebt van dat branden. Ik feliciteer Bertha nog wel met liaar verjaardag. Lena en Herman van Weizen, ik denk dat Lena den brief en Herman de raadsels schreef. Heb ik dat goed geraden? Bedankt voor de gelukwenschen. Het papier waarop de raadsels waren, vloeit zoo gauw, dus daarop kan men niet zoo netjes schrijven. Coba Iloope, je hebt mij zoo'n duidelijke beschrijving van het kussen gegeven, dat het was alsof ik het voor mij zag liggen en op mijn gemak kon bewonderen. Sari Aalbersberg, erg mooi hoor wat jö mij schreef; Ik stel altijd belang in de din-i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 13