De Prins tilt tietSprsokje feuilleton "berlijnsche "brïëvënT" No. 19323. LE9DSCM DAGBLAD, Zaterdag 3 Maart. Derde Blad. Anno 1923. BUITEHL. WEEKOVERZICHT. Toen de Duitschers in den wereldkrijg» kich v.ergrepen aan particulier bezit.. over- ginger. tot .uitwijzingen, arrestaties en ver- oord eel ingen, dis niet berustten op de rechts- nioraal, om van het recht zelf ni:t eens 'te spreken, toen de Duitschers steden beboet ten en dejjeweners behandelden op de ma nier, waarop „Feldwebels" plachten op te treden, toen de Duitschers door allerlei re gelingen fnuikend ingrepen in de normale levensverhoudingen, toen is over de gehe&le wereld een algemeene galm van verontwaar diging opgegaan, waarmee ieder objectief oordeelend mensen meer of minder luid in stemmen moest. Dat zijn nu eenmaal dingen, die, hoe men ze ook wilde verklaren, steeds uiterst fel en streng dienen te worden ai- gekeurd en waarvoor uit geen enkele^ ver klaring een verdediging is te halen. Veelal is toen zelfs opgemerkt en warempel ook niet zuinigjes in ons eigen land! dat uit die wandaden sprak een karakter eigenschap van het Duitsche volk. Was de situatie andersom geweest, hadden de ge allieerden gestaan op Duitsch gebied, dan «ou dat niet plaats vinden. O, pnnoozei- beid der onnoczelheden! Als of aan het mititairisme niet in ieder geval al de ge noemde fouten kleven, onverschillig, wie er de drager van is. Een militairisme zonder, die attributen is niet denkbaar. Hoogstens kan er sprake zijn van eenige nuanceering, die verder grootendeels afhangt van heb meer of minder succes, dat wordt verkre gen. Hoe brutaler zich uit de machtswel lust. gebaseerd op geweld, des te slechter staat gemeenlijk de zaak er voor boven dien Door dat brute geweld wil men dan nis het ware de zaken dwingen een gun stiger keer te nemen: „Not kennt kelt* Gebot". Do waarheid ven deze algemeenheden word-; thans door de Fïanschea gedemon streerd. De weelde der overwinning hreft Frankrijk niet kunnen dragen pn 'n Franseh militairisme heeft thans het Duitrehe ver vangen. De laatste twijfel daaraan is weg- govaagd door de wijze, waarop de Fron- schcrt thans optreden in liet bezette Iloer- gfcbied cn in het andere gebied vr/i Rijn land, dat nog aan de bezetting is toege voegd en wel „toevallig" zoo, dat Frankrijk thans geheel en al in bezit is van den Mnk er-Rijn oever cn van' alle strategische v,uiten op den rechteroever met de spoor verbindingen incluis; afgezien alleen van ■hot door de Engelschen bezettè gebied, dat als ecci oas9 ligt temidden van de Fran sche bezetting. In het 'bezette land lioarscht de militaire terreur. Uitwijzingen, arresta ties en veroordeelingen zonder rechtsgrond zijn aan de orde van jlen dag, het vergrij- ipen aan persoonlijk bezit, _de Feldwebti- ïpraetijk, het in de war sturen d:r levens verhoudingen, tot zelfs 'de z.nnelocze ver nieling van goed, niets mankeert, zij het laatste nog op bescheidener schaal; Alle attributen van het militairisme zrja aanwe zig zonder onderscheid. Tot zelfs de be ruchte en befaamde „Es-ist-nicht-wahr'-^poli- tiok dor Duitschers lubben de Franschen zich eigen gemaakt-. A la giur.e comma a la guerre, niet waar? "Van Duitselie zijde en clan van cHic zijde, waar men de zelf in den oorlog ge maakte fouten wel wil erkennen ver baast men zich, dat nu niet weerklinkt dio galm der werekl en dat te eer, waar de Framschen in vredestijd doen wat de Duit schers verrichtten in oorlogstijd. Nu, die galm is bezig to groeien, tob groote schade van Frankrijk, tot zelfs in Eng el and, Ita lic. en Polen toe. Dat dio galm echter min der krachtig moet zijn, komt daarvandaan, Mn/t Duitsohland dostijdb opkwam voor een ónroolitvaardigo zaak, terwijl dat met Frankrijk toch in den grond <-lcr zaak iets anders is. Frankrijk heeft recht op sohadc- vergoeding, dat is ontwijfelbaar en dat rchht erkent men. Dat reoht mag evenwel nimmer wordt cm worgiigsrscht waartoe bot n.u is ontruu'd, iets, wat langzamerhand doordringt, tot aanzwelling van den galm van afkeuring. En naar mate het militai risme zich nog krachtiger zal doen gevoo- ion, zal ook die galm nog toenemen. Aan cïoifc nog krachtiger aandraaien van den militairen schroef walt. helaas niet ti twij felen. Eenmaal aan deze methode begon nen, moeten de Franschen al verder cn Roman van G. HARDWIG. 41) „U wilde over mijn ouders iets vertel len," zei Mia bedeesd, toen zij_bemerkte, «flat hij geroerd, zweeg, „Ik spreek van hen, mijn beste kind." Een schok doorvoer haar leden cn eigen lijk wist zij niet waarom. ,,Ik spreek van hen, die jou het leven schonken. Ik spreek van ha-ar, chic jou tot aan cSen laatsten ademtocht hoeft liefge had cn wier laatste gedachte bezorgdheid voor jou is geweest; ik spreek van je moe der, Marie, dievan het leven scheidde in treurige omstandigheden, die het gevolg waren van eigen keuze; van je vader, <hc door een ongeluk vóór haar dood en jouw geboorte werd weggenomen." „Mijn moeder, mijn vader!"' riep M;a met bevende stem. „Wie zijn dat dan? Ik begrijp er niets van." Dominee Seller boog zich dieper naar haar gloeiend hoofdje over. „Ken je do geschiedenis van dit liuis?" Met een gil sprong zij op. „Hét is <9e geschiedenis van je eigen baders,"- zei hij zacht. „Marianne von Mors" bach is je moeder, do houtvestersleerling Jwef Frank je vader." Zij verborg haar gezioht in de handen. verder, of ze willen of niet. Temeer, waar inderdaad nog niets is bereikt cloor de Fransche. geweld-actie. Integendeel komt Marianne met zijn bond|jenöo>ten cn met neutrale landen speciaal met ons land in botsing tengevolge van schending van het Rijnvaart verdrag als anderszins door het heffen van rechten op uitvö :r-goede- ren uit het Roergebied enz. Bekend is ge noeg, dat zulke belangen op den duur geen verwaarloozing dulclcn, zoodat dc socialis tische actie, die zich overal begint te or- ganiaeerén togen Frankrijk ook in andere' kringen steun zal .vinden. De algemeene toestand in Europa worïït steeds meer gecompliceerd door oen e.i an der en bovendien groeit het oorlogsgevaar. Mede tenegcvolge van het feit, dat cïe Fransche actio hot Duitsahe nationalisme stijft en het hoofd gevaarlijk cloet opste ken. Zelfs de socialistische kringen in Duitschland kunnen zich al niet geheel onttrekken aan de revanche idee. Zoadat, zou onverwachts nog een oplossing wor den gevonden uit de Roer-misère, Frank- rijk's veiligheid waarop Marianne toch n'og meer bedacht is dan op dc schadevergoe ding, hopeloos verloren schijnt Veiligheid is er c k niet in Europa's Oos ten. waar het Poolsch-Lithauensche con flict nog lang niet uit cis werdd is ge holpen, al heeft de Gezanten i'&ad direct ge vaar thans afgewend naar het zich iaat aanzien. Maar zekerheid ontbreekt. Even als ten aanzien van de vraag, of de vrede met Turkije tot stand zal komen. Het laat zich aanzien, dat de leidende Turksche figuren le Angora in do Nationale Vergadering hard werken voor den vrede, maar in dit lichaam is ook een sterke extre mistische stróoming, die alle Turksche cischcn wil doorzetten. Welke partij het winnen zal? Wel typisch is, dat Frankrijk ook In 't Goslen slccds meer in 't gedrang komt, trots haar Turcophicle houding tengevolge van de merkwaardige zwenking van Engeland, die nu met dc Turken druk aanpapt, zooals ook bleek uit de SmYrna-gcsC.hiedenis, waar den Turken hun zin werd gegeven en zelfs Mesopotamia wel wil opgeven. „Riiihrhulp", Rukrkinderen", en „Rulir musici". Schiller's „Wilhelm Teil" als nationaal oymbool. Een opwindende schouwburgvoorstelling. De geschrokken speculanten. In liet. wisselkantoor. Maar cle prijzen blijven hoog. Men beweert dikwijls, dat dc mensch aan alles went. Dit is zeker waar In Duitsch land kon men zelfs gedurende den oorlog de waarheid van dit woord ondervinden. De menschcn wenden er aan, dat dagelijks aan het Jront millioenen met verbeten woe de op elkaar schoten, dat nu eens doze, dan die jonge man uit families, roet wien men bevriend was," den vroegtijdigen dood ten offer viel, dat dc ellende voor Europa niet walde eindigen. Op bet oogenblik ïs dit woorcï echter voor Berlijn niet van toepassing. Men went niet aan het niouwe ongeluk, waarin Duitschland geraakt is. Men went niet aan de dagelijkscbe jobstijdingen uit het Ruhr- gebicd, aam. dc berichten over heb lijden va nde bevolking, clie onder cüe bevelen van ccn vreemde militaire indekt gekomen is, aan den oorlogstoestand in vredestijd. Dc Bcrlijners ziften veilig buiten schot, maar toch zijn ze niet afgestompt voor de op windende boriohton, die dc couranten met een tiisschcnruimte van enkele «ren uit Wcstphalcn on Rijnland verbreiden. Hun stemming wordt veeleer van dag tot dag verbitterder, somborder, wanhopiger. Gold vroeger de Rijn alleen als cl?. heilige stroom als een symbool van het Duitsche wezen, nu liecft de kleine Ruhr dee rol op zich genomen. jn groote drommen zijn duizenden „Ruhr kinderen" aangekomen, die bij Berlijnsoho families ingekwartierd worden, opdat zc niet bloot zullen staan aan de gevaren van het dreigend gebrek aan levensmiddelen in het industriegebied. Binnen enkele dagen was er nFettcgonstaanda don woningnood Zij wilde iets zeggen, maar dc woorden stokten in haar keel. Seller stond op cn liep op haar too. Zij week terug. Met een gil stootte zij de woorden nu uit: „Neen, neen! Ik wil hot niet." i,Wat, jc wilt jc oud.ws niet erkennen?" vroeg hij diep bedroefd. Ook jij niot?" Zij Jètte niet op zijn woorden. Haar ge dachten vertoefden bij het portret, dat had moeten worden verbrandbij dat. portret, dat in haar hart was geslopen, dat haar in den droom was verschenen en dat zoo wonderlijk vragend op haar had neerge zien. Haar. vingers beefden, toen zij op Sollor tocstörmde en zijn arm omklemde. „Mijn moeder mijn moeder! Dat kan ik niet verdragen Zij is uit dit huis weggejaagd en ikik ben er weer binnen gehaald. Ik heb liet reeds tegen Richard gezegd, dat er iets bijzonders voor mij in dit huis was. O, 'mijn hemel, wat moet ik doen7 Wat kan ik doen, om dat, wat gebeurd is, on gedaan tc maken. Zij rijn beódhn dbod en ik weet niet eens, waar zij liggen begra ven." Hij sloot ha-ar in zijn armen. Vreugde «en dankbaarheid over haar kinderlijk ge voel wogen zwaarder dan zijn biltere her inneringen. „Mariannes dochter!" mom pelde hij en kuste haar voorhoofd. Het was haar nog niet duidelijk gewor den, wat in dit uur boven haar hoofd was losgebroken. Wat gaf zij om het oordeel der wereldVoor haar was er maar één, om wiens oordeel zij iots gaf, cn die was ver weg, kon haar niet ter zijde staan in tfen strijd tegen haar, die haar moeder in in Berlijn, plaats gemaakt voor 50.000 van dez© „Ruhrkinderen." Dc volgende week komen Je „Rulmnusici" naar Berlijn, do vereeiiïgdo stedelijke orkesten van Essen, Boclium en Dortmund. Ze zullen hier in dc reuzenzaal van den grooten schouwburg een concert geven. Tot hun ontvangst zijn geweldige voorbereidselen getroffen. Ook deze honderden musici zullen de gasten van Berlijnsehc families zijn. Men zal hun in h(ft Rijksdaggebouw luisterrijk ontvan gen. De biljetten worden tegen kolossaio prijzen verkocht, char de gezamenlijke op brengst natuurlijk de „Rukrhulp" ten goe de komt, maar men betwist elkaar do kaarten. Tot een machtige, onvergetelijke demon stratie kwam hefe dezer dagen bij een op voering van Solictor's „Wilhelm Teil" in liet „Staatlichc-I Scliai^spielhaus." Schil ler is trouwens ^plotseling weer die per soonlijkheid geworden, die hij voor hon derd jaar voor cfe Duitschers geweest is, groote vrijheids- en volksdichter. Zijn his torische drama's krijgen voor ons sedert we weel' een stuk wereldgeschiedenis be leefd hebben cn beloven, een veel diepere beteekenis dan :c hadden in den rustigen vredestijd. Zijn „Wilhelm Teil" echter, dit door het vuur van den geestdrift gedragen drama van den opstand van een onder drukt volk tegen vreemde indringers schijnt een nauwkeurig dichterlijk spiegelbeeld van onzen tegenwoordigen toestand: te ge ven. In Essen hebben de Fraiische-n de Schouwburg gesloten, toen men 't waagde, de „Teil" op te voeren. In Boclium hebben zo zich met tanks voor de schouwburg opgesteld en hebben op die wijze een opvoering van het stuk mot geweld verhinderd. In Berlijn echter zijn we tenminste voorloopig, nog meester over onze besluiten, wat we in den Schouwburg zien willen. De avond droeg den stempel var» een groote nationale be tooging. In de voorste loge naast liet too- neel, waar eens de plaats van den keizer was, zat- de rijkspresident met dien rijks kanselier. In de loge daartegenover de president van den Rijksdag naast da Duit sche gezant in Brussel. Door do gelicele zaal verspreid, de rijksministers en de Rus sische ministers, clc leiders van de politie ke partijen, andere bekende parlementsle den, de vertegenwoordigers van alle krin gen van het publieke leven. Onder hen ook do gezant, van Duitsch-Oostenrijk. De stemming in de- zaal was tot 't uiterste gespannen. Ofschoon men zeggen kan, dat c3e beschaafde Duitschor de „Tel" bijna van buiten kent, ontdekte men toch met nieu we bewondering, hoeveel verzen cn uit spraken een beangstigend aotueele be tee-1 kenig voor onzen tegenwoerdigon toestand ln zich bergen. Men voelde, hoe oen geheimzinnige war me stroom door de harten van alle -Oë- hoordei-8 ging. De oude» Atfcinghausen, ccn der figuren uit het drama, zegt tot zijn neef. cbn jongen ritkW, die zich het liefst bij de overwinnende tegenpartij wrl aan sluiten, dc beroemde woorden: Ang Vaterland, ans teure sckliesz dicli an, Das halte fesfc mit deinem ganzen Herzon. In een latere scène sterft Attinghausen en met de vermaning aan zijn landgenoo- ten: ^SeicB einig, einig, cinig!" Bij de eed op do Rutli aan het Vier- waldstadter meer worden de den Duitsch er niet minder bekende woorden uitgespro ken „Deirn einc Grcnze had Tyrannenmacht, Wenn dev Bedrücktc urgendb recht karm finden, Greift cr getrosfcen Mutes in den Hummel, Und holt hinuntcr scinc ew'gen Rcohtc, Die droben hangen unverausserlich", Und unverletzilioh wie dio Sterne selbst." Bij al deze verzen barstte een orkaan van bijvalsbetuigingen los. Aan het slot van de RütTi-scènc verhieven alle aanwozi- gen zich als één man van hun zetels en spraken de woerden na: „Wir wollen sein in oinzïg Volk v<jn Brüdsrn, In koiner Not uns trenncn und Gefahr." E11 a!s op een onzichtbaar toeken hieven allen het „Dautschloiidf" lied aan. Maar dc uitwerking was nog veel groo dc vernielende Lrandüng van het leven nad gedreven, omdat vergeving voor naar iets onbekends was. En tegen deze vrouw, met het koude, steenen hart, kwam zij met al haar jeug dige kracht in opstand „Het was mij reeds onmogelijk van haar te gaan houdbn," stiet zij opgewonden uit. „En zij houdt ook niet van mij. Mijn moe der en mijn vader stonden tusscshen haai en mij. V/at moet er nu gebeuren? Mijn beste mijnheer Seller, wat moet cr nu ge daan worden?" Hij dacht nan den wenk, dien de Barones hem had gegeven. „Je grootmoeder heeft ook geleden," zei hij langzaam cn ckong de harde woorden, die bij h^m opkwamen, terug. „Zooveel le meer, daar zij bsvrecsd was voor het oorclael der wereid." Opnieuw omvatte zij zijn arm. „Ik vraag cr niet naar, wat zij heeft geledem Ik voel immers, dat zij mijn vader op bet oogen blik nog evenveel haat als toen. En ik, ik heb.haar band gekust, dezelfde hand, <lie mijn .moeder do deur wees. O, riep zij, de gevouwen handen aan de lippen drukkend, „boe dankbaar ben ik, dat Richard in dien tijd niet hier was, dab hij liét niot heeft be leefd, hoe mijn moeder op -de knieën lag voor haar, dat ik nog van hem kan li-ouden zooals ik doe Daarvoor dank ik u Seller zag haar vol erbarining aan. Waar was nu haar overgroot geluk met. al zijn zaligheid Waar haar kinderlijk goloof in de goedheid der menschcn? ,,Ik moet nu weg," zei hij met vriende lijken ernst. „Want ik kan jo niet helpen. Onze Vader in den Hemel kan je raad ge ven, wanneer je daarom bidt. Het wa9 de wil van je tante Helling, die niet tot jou in familiebetrekking stond; het was de ter. In iedere acte, in iedere scène voelde men iets, dat onmiddellijk betrekkrhg had op dezen dag en dit uur. Toen de looncelspcler Ivorlner in den rol van den landvoogd Gessier verscheen, ging een mompelen door de zaal: „Degoutle". Reeds bij vroegere opvoeringen van de „Teil", had Kortner de boosaardige wille keur van Gessier steeds gekarakteriseerd, doordat hij met een rijzweep om zicli heen sloeg. Nu de berichten uit liet Ruhrgebied over bedreiging van Duitsche burgers door de rijzweepon van Fransche officieren steeds talrijker werden, kreeg ook dit gebaar van den acteur een infame actualiteit. Toen de voorstelling afgeloopcn was, konden de toeschouwers niet van elkander scheiden. Zo bleven, als door toovermaclit verbonden en geboeid, nog lang in de zaal staan, tot dat het electrische licht uitging. Zeker het ontbreekt in Berlijn ook niet aan menschen, die liun eigen persoonlijke belangen even gewichtig vinden als die van -•het vaderland. Dat bemerkte men, toen in de laatste weken plotseling de Berlijnsche beurs begon tc wankelen, alsof een aardbe ving haar fundamenten liad geschud. Plot seling deed zich een verbluffend schouw spel voor: de dollar en dc gulden stortten gedurende cenigen tijd van hun sprookjes achtige hoogte naar beneden. Maar men moet niet geloovcn, dat deze verheugende gebeurtenis overal glimlachende gezichten le voorschijn riep. De speculanten waren doodelijk geschrokken. En, dat moet open lijk bekend worden, eigenlijk speculeert half Berlijn! Men behoeft maar eens om het middag uur op een bcursdag een van de talrijke wis- sellokalcn en bankfilialen binnen te gaan. die zich in alle straten bevinden. Dc merk waardigste looneelcn ziet men hier afspelen. Na 12 uur komen ze aanloopcn, de goede klanten van het wisselkantoor, met verhitte gezichten, met gloeiende oogen en zenuw achtig trillende handen. Men wacht op den eersten koers, die van de beurs getelefoneerd worden. Er vormen zich groepen. Men debatteert, twist, gesticu leert. ,»Moet ik verkoopen „Moet ik hou den?" Dat zijn de gewetensvragen, waar mede do bankbeambten bestormd worden Maar nog heeft men tijd een besluit te ne men. Tot half twee neemt dc bank orders aan. Men is dus genoodzaakt weer le wach ten. Verscheidenen hebben boterhammen meegebracht, gaan zwijgend op een stoel zitten, pakken hun broodjes uit cn beginnen mechanisch tc kauwen, terwijl de hersens overleggen cn zich afmartelen met valuta vraagstukken. Nieuwe berichten komen van de beurs. Men fluistert met elkaar, geeft el kaar raad, betoogt eikaars ongelijk. Men. gaat ten slotte naar de tafels cn schrijft de orders op. In een hoek slaat met dc armen over el kaar en niet con ironisch gezicht een jonge man, onbewogen, niet uit den plooi te bren gen. Dat is een der .profeten," die alles we ten. Men omringt hem, zoekt schuchter do wijsheid op te vangen, die zijn lippen spre ken en doet daarna toch datgene, wat men reeds tc voren doen wilde. Half Iwee! De teerling is geworpen. Voor heden laat zich niets meer veranderen. Bedrukt, angstig cn toch ook vol hoop sluipt liet gekeele gezel schap weg. Een zegt berustend: „Hoe men liet ook doet, men doet Tiet toch altijd ver keerd." Wat zijn dat allemaal voor menschen? Wat voor beroep oefenen zc uit'? Werke lijk, men zou bijna denken, dat hun werk alleen daarin bestond, dat zc dagelijks in hun notitieboekje bladeren, waarin hun ef fecten opgctcekend staan. Ilun lol gaat met de noteeringen op en neer. Maar er zijn gelukkig ook nog andere ver standige menschen. En deze hebben met een lichte blijheid in hun hart de berichten over de verstandige en handige actie van de Duitsche rcgecring en dc Rijksbank ge volgd, die juist in dezen wanhopigen, poli - tieken toestand de daling der mark zoo succesvol lot staan bracht. En nauwelijks zijn de speculanten van hun schrik beko men, of daar wordt een nieuwe, niet min der weldadige slap gedaan: de aankondi ging van een le verwachten binncnlandsche goudlcening, dus dc uitgave van Duitsch pa pier met een vaste waarde. Dat opent den Duitschen spaarder eindelijk dc mogelijk heid, liet geld, dat hij overhouden kan, zoo wensch der oucSc freule, dat ik jc de waar heid zou vertellenanders was het ook niet gebeurd." Hij nam haar rechterhand in de zijne. „Laat het gehoorde eerst maar eens in je bezinken, mijn kind, en laat jc vooral niet door toorn meeslepen." Zij antwoordde niet. Zij zag hem strak na, toen hij naar de deur liep. Zij riep hem ook niet terug, toen hij de kamer uitging. Het was haar of een zware last op haar schouders drukte, waarvan hij haar niet be vrijden kon. De deur viel achter hern in het slot. Toen schrok zij. Dc zon ging onder en verspreidde een gloed als van een grooten brand. Maar ach ter deze vuurzee loerde dc nacht. Uit dc verte klonk wielengeratel door de stilte. Nu eerst kwam Mia weer tot zichzelf. Seller was weg. Zij was alleen. Een diepe zucht van verlatenheid ont snapte aan haar borst. Zij vloog naar het raam, orn hem terug te roepen, maar in do toppen der boomen Bfcierf het geluid weg. Wat nu? Waarheen zij ook keek, steeds stond deze vraag dreigend vóór haar, cu in haar hart wist zij geen antwoord op deze moeilijke vragen, waarvoor zij plotseling als voor een afgrond stond. Haar jeugd was niet in staat om oorzaak cn gevolg van elkaar to scheiden, om zoodoende eenig licht in al het duistere to kunnen brengen. Zij zag slechts de donkere plaats, waar dc dood een moederhart deed stil staan en zoo een einde maakte aan alle ellende. •Maar het portret was nu immers haar eigendomHet trok haar met onweerstaan- te beleggen, dal liet niet reeds in jïe volgen de week de halve waarde verloren heeft. Daardoor zal ook de stormloop op de buiten-» landschc deviezen tot staan komen, waar-: door de Duitselie mark opnieuw steviger komt te staan. Men had deze middelen al lang te baat moeten nemen. Maar ten slotte komt iets goeds toch nooit le laat. Hel op-, treden der regeering beteekent, dat men in onze economische duisternis eindelijk een lichtpunt ziet; dat dc arbeiders, de massa's, nieuw vertrouwen in het bestuur van 't rijk verkrijgen, en dat op die manier daadwer* kelijk de eenheid van alle b« volkingskrim gen groeit. Weliswaar zijn de verwachte gevolgen van deze financieele operaties nog uilgeble-s ven: de prijs der levensmiddelen en ge bruiksartikelen zijn nog niet gedaald. nieuwe verordeningen cn strafbedreigingen, die de regeering legen prïjsverhooging in werking heeft gesteld, zijn lot dusver zon der resultaat gebleven. De kooplui zijn wan trouwig. Wellicht wordt echter alles wel weer anders! Lang -zullen de hooge prijzen toch niet stand kunnen houden. Reeds wordt het langzamerhand lecger in de winkels. Het publick aarzelt tc koopen. Het wacht af. De waren moeten toch eens goedkoope^ worden. En zoo zullen de kooplui, als da gunstige ommekeer in het geldniveau aam» houdt want wij moeten het reeds als gun stig beschouwen, als een gulden 0000 Mark cn niet, zooals kort geleden, 18000 Mark kost, spoedig moeien beginnen hun prij-. zen te verlagen, als zij iels verkoopen wil-i len. Dat zou 't begin zijn van een langzaan! herstel van onze economische verhoudin gen. Wij wilen niet optimistisch zijn; wij hebben ons afgewend veel te hopen. Maar wie weet wellicht bloeit uit den akker van 't ongeluk toch nog een klein bloempje dér hoop op, welks geur en kleur ons nieuwe levensmoed geeft. Dr. MAX OSBORN. WEER EEN WINTER VAN SPORT. Een onzer medewerkers schrijft uit lerina (Engadin)i Nadagen. i Maar nog volop de mo:ite waard. 1 Het lijkt zelfs, alsof sneeuw en ijs nog: eens willen laten kijken, wat ze .kunnen doen, voor ze or to 2 overgaan do „neigea d'an tan" to worden. Leeraars in het ski-loopen on schaatsen!-» rijden verzekeren, dat hunne, „leermidde len" nooit befcrr aan d? eischen beantwoorde den. Ondertusschea pakken de leerlingen vlijtig hunne kojfers, hetgeen men bun ook niet kwalijk kan nemen. Andere mcnsch n. reeds aardig op leef tijd, beginnen nog danslessen to nemem Het is nu eenmaal, wat men plechtig een teeken des ttfds noemt, die uitgelaten heid van personen ivm di verkeerde zijd-el van do veertig. Hoewel het als bekend mag worden aan genomen. dat iedereen do zoogenaamde! kracht des levens" om en nabij zpn cersti- k omen den verjaard? g st.dt, is h?t opmerke lijk1 lioo men thans, a n deze en aan genei zijde van don A'lantiöchen Oceaan, een over schot van die kracht gebruikt. Ik heb hot van een "hoogst betrouweus- waardig globe-trotter", zelf niet meer vart de jongsion, die meedoet als liet er op aan komt. Overal dezelfde geschiedenis, of jo in Nice of Napels van uit de Vereeaigdö Staten belandt. Men km nbt zeggen grijze menschen want nóóit te voren is zulk een zondvloed van hasrv:rf over het jnehjch.- dom n:ergestreken, als in de jaren nh den' oorlog maar toch lieden, dio men aart andere, lastiger to verborgen vorschjjosele'n, als zijnde op zekeren leerlij 1 herkent, dah- sen er als dollen op los. Aan de Rivièra blo sit nevens het ïiobel vak, dat in „beauty-patiours" oftewel „aca démies de beauté" (geen kleinigheid) wordti uitgeoefend, de dansles als rijkelijke brood winning van mannelijke schoenheden, dia mot do krultang in snor en hoofdhaar aan* gezet zijn. Bejaarde dames schreien jlikke tranen^ als Apollo wat te lang mét eon andere danst. „Omgekocht door dio kat Ook hier in het Engadin merkt 211 ?n heÖ bejaarde, én zelfs oude element op, dati het terrein btiieerscht. i baar geweld aan. Zij opende opgewonderf dc deur en vloog de gang door naar juf frouw Lüders kamer, om haar te bedan ken; dat zij genoeg aan het portret van' haar moeder had gehecht om het voor ver nietiging te bewaren. De kamer was leeg cn donker. Zij trad cte slaapkamer binnen en stak do kaars op het wasehtafeltjo aan. Toen. een ruk en het omhulsel van het portret werd op zijde geschoven. Dool' den bcwe- genden lichtkrans der kaars beschenen, keek Marianne Frank in al haar schoon heid op haar kind neer, al was die schoon heid reeds lang vergaan. Mia vouwde de handen. Het werd haaf 7,00 benauwd. „Moeder," fluisterde zij. En terwijl zij het woord fluisterde, bracht het een m«a9sa onbekend leed over haar. „Moe der, mijn moeder! O, waar bent u toch?" De nachtwind was storlccr geworden de toppen der boomen werden hevig heen en weer bewogen. Een ruischen ging dfoor de lucht. Mia was voor het portret op haar knieën ge val Jen. Zij brak in tranen uit, waardoor zij van het benauwende gevoel/ dat zij zou stikken, werd bevrijd. Zij verborg haar gezicht in dc handen én schreide, als wilcle ij haar hooggeprezen geluk in tranen oplossen. Zij voelde nu, dat zij niet in dit huis kon blijvendat zij al haar leed aan het hart van haar man moest uitstortenmaar ook wist zij, dat tussclicn hem cn haar ccn don kere schaduw was gevallen. En steeds meer vloeiden haar tranen, als zij aan do onzelfzuchtige liefde dacht varï haar, die het weinige, dat zij bezat, met haar had gedeeld, en van het weinige nog voor haar had bcwaafd. (Wordf vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 9