De Prins tilt tietSprsokje
feuilleton
"berlijnsche "brïëvënT"
No. 19323.
LE9DSCM DAGBLAD, Zaterdag 3 Maart.
Derde Blad. Anno 1923.
BUITEHL. WEEKOVERZICHT.
Toen de Duitschers in den wereldkrijg»
kich v.ergrepen aan particulier bezit.. over-
ginger. tot .uitwijzingen, arrestaties en ver-
oord eel ingen, dis niet berustten op de rechts-
nioraal, om van het recht zelf ni:t eens 'te
spreken, toen de Duitschers steden beboet
ten en dejjeweners behandelden op de ma
nier, waarop „Feldwebels" plachten op te
treden, toen de Duitschers door allerlei re
gelingen fnuikend ingrepen in de normale
levensverhoudingen, toen is over de gehe&le
wereld een algemeene galm van verontwaar
diging opgegaan, waarmee ieder objectief
oordeelend mensen meer of minder luid in
stemmen moest. Dat zijn nu eenmaal dingen,
die, hoe men ze ook wilde verklaren, steeds
uiterst fel en streng dienen te worden ai-
gekeurd en waarvoor uit geen enkele^ ver
klaring een verdediging is te halen. Veelal
is toen zelfs opgemerkt en warempel
ook niet zuinigjes in ons eigen land!
dat uit die wandaden sprak een karakter
eigenschap van het Duitsche volk. Was de
situatie andersom geweest, hadden de ge
allieerden gestaan op Duitsch gebied, dan
«ou dat niet plaats vinden. O, pnnoozei-
beid der onnoczelheden! Als of aan het
mititairisme niet in ieder geval al de ge
noemde fouten kleven, onverschillig, wie er
de drager van is. Een militairisme zonder,
die attributen is niet denkbaar. Hoogstens
kan er sprake zijn van eenige nuanceering,
die verder grootendeels afhangt van heb
meer of minder succes, dat wordt verkre
gen. Hoe brutaler zich uit de machtswel
lust. gebaseerd op geweld, des te slechter
staat gemeenlijk de zaak er voor boven
dien Door dat brute geweld wil men dan
nis het ware de zaken dwingen een gun
stiger keer te nemen: „Not kennt kelt*
Gebot".
Do waarheid ven deze algemeenheden
word-; thans door de Fïanschea gedemon
streerd. De weelde der overwinning hreft
Frankrijk niet kunnen dragen pn 'n Franseh
militairisme heeft thans het Duitrehe ver
vangen. De laatste twijfel daaraan is weg-
govaagd door de wijze, waarop de Fron-
schcrt thans optreden in liet bezette Iloer-
gfcbied cn in het andere gebied vr/i Rijn
land, dat nog aan de bezetting is toege
voegd en wel „toevallig" zoo, dat Frankrijk
thans geheel en al in bezit is van den
Mnk er-Rijn oever cn van' alle strategische
v,uiten op den rechteroever met de spoor
verbindingen incluis; afgezien alleen van
■hot door de Engelschen bezettè gebied, dat
als ecci oas9 ligt temidden van de Fran
sche bezetting. In het 'bezette land lioarscht
de militaire terreur. Uitwijzingen, arresta
ties en veroordeelingen zonder rechtsgrond
zijn aan de orde van jlen dag, het vergrij-
ipen aan persoonlijk bezit, _de Feldwebti-
ïpraetijk, het in de war sturen d:r levens
verhoudingen, tot zelfs 'de z.nnelocze ver
nieling van goed, niets mankeert, zij het
laatste nog op bescheidener schaal; Alle
attributen van het militairisme zrja aanwe
zig zonder onderscheid. Tot zelfs de be
ruchte en befaamde „Es-ist-nicht-wahr'-^poli-
tiok dor Duitschers lubben de Franschen
zich eigen gemaakt-. A la giur.e comma a
la guerre, niet waar?
"Van Duitselie zijde en clan van cHic
zijde, waar men de zelf in den oorlog ge
maakte fouten wel wil erkennen ver
baast men zich, dat nu niet weerklinkt dio
galm der werekl en dat te eer, waar de
Framschen in vredestijd doen wat de Duit
schers verrichtten in oorlogstijd. Nu, die
galm is bezig to groeien, tob groote schade
van Frankrijk, tot zelfs in Eng el and, Ita
lic. en Polen toe. Dat dio galm echter min
der krachtig moet zijn, komt daarvandaan,
Mn/t Duitsohland dostijdb opkwam voor een
ónroolitvaardigo zaak, terwijl dat met
Frankrijk toch in den grond <-lcr zaak iets
anders is. Frankrijk heeft recht op sohadc-
vergoeding, dat is ontwijfelbaar en dat
rchht erkent men. Dat reoht mag evenwel
nimmer wordt cm worgiigsrscht waartoe
bot n.u is ontruu'd, iets, wat langzamerhand
doordringt, tot aanzwelling van den galm
van afkeuring. En naar mate het militai
risme zich nog krachtiger zal doen gevoo-
ion, zal ook die galm nog toenemen. Aan
cïoifc nog krachtiger aandraaien van den
militairen schroef walt. helaas niet ti twij
felen. Eenmaal aan deze methode begon
nen, moeten de Franschen al verder cn
Roman van G. HARDWIG.
41)
„U wilde over mijn ouders iets vertel
len," zei Mia bedeesd, toen zij_bemerkte,
«flat hij geroerd, zweeg,
„Ik spreek van hen, mijn beste kind."
Een schok doorvoer haar leden cn eigen
lijk wist zij niet waarom.
,,Ik spreek van hen, die jou het leven
schonken. Ik spreek van ha-ar, chic jou tot
aan cSen laatsten ademtocht hoeft liefge
had cn wier laatste gedachte bezorgdheid
voor jou is geweest; ik spreek van je moe
der, Marie, dievan het leven scheidde in
treurige omstandigheden, die het gevolg
waren van eigen keuze; van je vader,
<hc door een ongeluk vóór haar dood en
jouw geboorte werd weggenomen."
„Mijn moeder, mijn vader!"' riep M;a
met bevende stem.
„Wie zijn dat dan? Ik begrijp er niets
van."
Dominee Seller boog zich dieper naar
haar gloeiend hoofdje over. „Ken je do
geschiedenis van dit liuis?"
Met een gil sprong zij op.
„Hét is <9e geschiedenis van je eigen
baders,"- zei hij zacht. „Marianne von Mors"
bach is je moeder, do houtvestersleerling
Jwef Frank je vader."
Zij verborg haar gezioht in de handen.
verder, of ze willen of niet. Temeer, waar
inderdaad nog niets is bereikt cloor de
Fransche. geweld-actie. Integendeel komt
Marianne met zijn bond|jenöo>ten cn met
neutrale landen speciaal met ons land
in botsing tengevolge van schending van
het Rijnvaart verdrag als anderszins door
het heffen van rechten op uitvö :r-goede-
ren uit het Roergebied enz. Bekend is ge
noeg, dat zulke belangen op den duur geen
verwaarloozing dulclcn, zoodat dc socialis
tische actie, die zich overal begint te or-
ganiaeerén togen Frankrijk ook in andere'
kringen steun zal .vinden.
De algemeene toestand in Europa worïït
steeds meer gecompliceerd door oen e.i an
der en bovendien groeit het oorlogsgevaar.
Mede tenegcvolge van het feit, dat cïe
Fransche actio hot Duitsahe nationalisme
stijft en het hoofd gevaarlijk cloet opste
ken. Zelfs de socialistische kringen in
Duitschland kunnen zich al niet geheel
onttrekken aan de revanche idee. Zoadat,
zou onverwachts nog een oplossing wor
den gevonden uit de Roer-misère, Frank-
rijk's veiligheid waarop Marianne toch n'og
meer bedacht is dan op dc schadevergoe
ding, hopeloos verloren schijnt
Veiligheid is er c k niet in Europa's Oos
ten. waar het Poolsch-Lithauensche con
flict nog lang niet uit cis werdd is ge
holpen, al heeft de Gezanten i'&ad direct ge
vaar thans afgewend naar het zich iaat
aanzien. Maar zekerheid ontbreekt. Even
als ten aanzien van de vraag, of de vrede
met Turkije tot stand zal komen.
Het laat zich aanzien, dat de leidende
Turksche figuren le Angora in do Nationale
Vergadering hard werken voor den vrede,
maar in dit lichaam is ook een sterke extre
mistische stróoming, die alle Turksche
cischcn wil doorzetten. Welke partij het
winnen zal?
Wel typisch is, dat Frankrijk ook In 't
Goslen slccds meer in 't gedrang komt, trots
haar Turcophicle houding tengevolge van
de merkwaardige zwenking van Engeland,
die nu met dc Turken druk aanpapt, zooals
ook bleek uit de SmYrna-gcsC.hiedenis, waar
den Turken hun zin werd gegeven en zelfs
Mesopotamia wel wil opgeven.
„Riiihrhulp", Rukrkinderen",
en „Rulir musici". Schiller's
„Wilhelm Teil" als nationaal
oymbool. Een opwindende
schouwburgvoorstelling. De
geschrokken speculanten. In
liet. wisselkantoor. Maar cle
prijzen blijven hoog.
Men beweert dikwijls, dat dc mensch aan
alles went. Dit is zeker waar In Duitsch
land kon men zelfs gedurende den oorlog
de waarheid van dit woord ondervinden.
De menschcn wenden er aan, dat dagelijks
aan het Jront millioenen met verbeten woe
de op elkaar schoten, dat nu eens doze,
dan die jonge man uit families, roet wien
men bevriend was," den vroegtijdigen dood
ten offer viel, dat dc ellende voor Europa
niet walde eindigen.
Op bet oogenblik ïs dit woorcï echter
voor Berlijn niet van toepassing. Men went
niet aan het niouwe ongeluk, waarin
Duitschland geraakt is. Men went niet aan
de dagelijkscbe jobstijdingen uit het Ruhr-
gebicd, aam. dc berichten over heb lijden
va nde bevolking, clie onder cüe bevelen van
ccn vreemde militaire indekt gekomen is,
aan den oorlogstoestand in vredestijd. Dc
Bcrlijners ziften veilig buiten schot, maar
toch zijn ze niet afgestompt voor de op
windende boriohton, die dc couranten met
een tiisschcnruimte van enkele «ren uit
Wcstphalcn on Rijnland verbreiden. Hun
stemming wordt veeleer van dag tot dag
verbitterder, somborder, wanhopiger. Gold
vroeger de Rijn alleen als cl?. heilige stroom
als een symbool van het Duitsche wezen,
nu liecft de kleine Ruhr dee rol op zich
genomen.
jn groote drommen zijn duizenden „Ruhr
kinderen" aangekomen, die bij Berlijnsoho
families ingekwartierd worden, opdat zc
niet bloot zullen staan aan de gevaren van
het dreigend gebrek aan levensmiddelen in
het industriegebied. Binnen enkele dagen
was er nFettcgonstaanda don woningnood
Zij wilde iets zeggen, maar dc woorden
stokten in haar keel.
Seller stond op cn liep op haar too.
Zij week terug. Met een gil stootte zij
de woorden nu uit: „Neen, neen! Ik wil
hot niet."
i,Wat, jc wilt jc oud.ws niet erkennen?"
vroeg hij diep bedroefd. Ook jij niot?"
Zij Jètte niet op zijn woorden. Haar ge
dachten vertoefden bij het portret, dat had
moeten worden verbrandbij dat. portret,
dat in haar hart was geslopen, dat haar
in den droom was verschenen en dat zoo
wonderlijk vragend op haar had neerge
zien.
Haar. vingers beefden, toen zij op Sollor
tocstörmde en zijn arm omklemde. „Mijn
moeder mijn moeder! Dat kan ik niet
verdragen Zij is uit dit huis weggejaagd
en ikik ben er weer binnen gehaald.
Ik heb liet reeds tegen Richard gezegd,
dat er iets bijzonders voor mij in dit huis
was.
O, 'mijn hemel, wat moet ik doen7 Wat
kan ik doen, om dat, wat gebeurd is, on
gedaan tc maken. Zij rijn beódhn dbod en
ik weet niet eens, waar zij liggen begra
ven."
Hij sloot ha-ar in zijn armen. Vreugde
«en dankbaarheid over haar kinderlijk ge
voel wogen zwaarder dan zijn biltere her
inneringen. „Mariannes dochter!" mom
pelde hij en kuste haar voorhoofd.
Het was haar nog niet duidelijk gewor
den, wat in dit uur boven haar hoofd was
losgebroken. Wat gaf zij om het oordeel
der wereldVoor haar was er maar één,
om wiens oordeel zij iots gaf, cn die was
ver weg, kon haar niet ter zijde staan in
tfen strijd tegen haar, die haar moeder in
in Berlijn, plaats gemaakt voor 50.000 van
dez© „Ruhrkinderen." Dc volgende week
komen Je „Rulmnusici" naar Berlijn, do
vereeiiïgdo stedelijke orkesten van Essen,
Boclium en Dortmund. Ze zullen hier in
dc reuzenzaal van den grooten schouwburg
een concert geven. Tot hun ontvangst zijn
geweldige voorbereidselen getroffen. Ook
deze honderden musici zullen de gasten
van Berlijnsehc families zijn. Men zal hun
in h(ft Rijksdaggebouw luisterrijk ontvan
gen. De biljetten worden tegen kolossaio
prijzen verkocht, char de gezamenlijke op
brengst natuurlijk de „Rukrhulp" ten goe
de komt, maar men betwist elkaar do
kaarten.
Tot een machtige, onvergetelijke demon
stratie kwam hefe dezer dagen bij een op
voering van Solictor's „Wilhelm Teil" in
liet „Staatlichc-I Scliai^spielhaus." Schil
ler is trouwens ^plotseling weer die per
soonlijkheid geworden, die hij voor hon
derd jaar voor cfe Duitschers geweest is,
groote vrijheids- en volksdichter. Zijn his
torische drama's krijgen voor ons sedert
we weel' een stuk wereldgeschiedenis be
leefd hebben cn beloven, een veel diepere
beteekenis dan :c hadden in den rustigen
vredestijd. Zijn „Wilhelm Teil" echter, dit
door het vuur van den geestdrift gedragen
drama van den opstand van een onder
drukt volk tegen vreemde indringers schijnt
een nauwkeurig dichterlijk spiegelbeeld
van onzen tegenwoordigen toestand: te ge
ven. In Essen hebben de Fraiische-n de
Schouwburg gesloten, toen men 't waagde,
de „Teil" op te voeren.
In Boclium hebben zo zich met tanks
voor de schouwburg opgesteld en hebben
op die wijze een opvoering van het stuk
mot geweld verhinderd. In Berlijn echter
zijn we tenminste voorloopig, nog
meester over onze besluiten, wat we in den
Schouwburg zien willen. De avond droeg
den stempel var» een groote nationale be
tooging. In de voorste loge naast liet too-
neel, waar eens de plaats van den keizer
was, zat- de rijkspresident met dien rijks
kanselier. In de loge daartegenover de
president van den Rijksdag naast da Duit
sche gezant in Brussel. Door do gelicele
zaal verspreid, de rijksministers en de Rus
sische ministers, clc leiders van de politie
ke partijen, andere bekende parlementsle
den, de vertegenwoordigers van alle krin
gen van het publieke leven. Onder hen ook
do gezant, van Duitsch-Oostenrijk. De
stemming in de- zaal was tot 't uiterste
gespannen. Ofschoon men zeggen kan, dat
c3e beschaafde Duitschor de „Tel" bijna van
buiten kent, ontdekte men toch met nieu
we bewondering, hoeveel verzen cn uit
spraken een beangstigend aotueele be tee-1
kenig voor onzen tegenwoerdigon toestand
ln zich bergen.
Men voelde, hoe oen geheimzinnige war
me stroom door de harten van alle -Oë-
hoordei-8 ging. De oude» Atfcinghausen, ccn
der figuren uit het drama, zegt tot zijn
neef. cbn jongen ritkW, die zich het liefst
bij de overwinnende tegenpartij wrl aan
sluiten, dc beroemde woorden:
Ang Vaterland, ans teure sckliesz dicli an,
Das halte fesfc mit deinem ganzen Herzon.
In een latere scène sterft Attinghausen
en met de vermaning aan zijn landgenoo-
ten: ^SeicB einig, einig, cinig!"
Bij de eed op do Rutli aan het Vier-
waldstadter meer worden de den Duitsch er
niet minder bekende woorden uitgespro
ken
„Deirn einc Grcnze had Tyrannenmacht,
Wenn dev Bedrücktc urgendb recht karm
finden,
Greift cr getrosfcen Mutes in den Hummel,
Und holt hinuntcr scinc ew'gen Rcohtc,
Die droben hangen unverausserlich",
Und unverletzilioh wie dio Sterne selbst."
Bij al deze verzen barstte een orkaan
van bijvalsbetuigingen los. Aan het slot
van de RütTi-scènc verhieven alle aanwozi-
gen zich als één man van hun zetels en
spraken de woerden na:
„Wir wollen sein in oinzïg Volk v<jn
Brüdsrn,
In koiner Not uns trenncn und Gefahr."
E11 a!s op een onzichtbaar toeken hieven
allen het „Dautschloiidf" lied aan.
Maar dc uitwerking was nog veel groo
dc vernielende Lrandüng van het leven nad
gedreven, omdat vergeving voor naar iets
onbekends was.
En tegen deze vrouw, met het koude,
steenen hart, kwam zij met al haar jeug
dige kracht in opstand
„Het was mij reeds onmogelijk van haar
te gaan houdbn," stiet zij opgewonden uit.
„En zij houdt ook niet van mij. Mijn moe
der en mijn vader stonden tusscshen haai
en mij. V/at moet er nu gebeuren? Mijn
beste mijnheer Seller, wat moet cr nu ge
daan worden?"
Hij dacht nan den wenk, dien de Barones
hem had gegeven. „Je grootmoeder heeft
ook geleden," zei hij langzaam cn ckong
de harde woorden, die bij h^m opkwamen,
terug. „Zooveel le meer, daar zij bsvrecsd
was voor het oorclael der wereid."
Opnieuw omvatte zij zijn arm. „Ik vraag
cr niet naar, wat zij heeft geledem Ik voel
immers, dat zij mijn vader op bet oogen
blik nog evenveel haat als toen. En ik, ik
heb.haar band gekust, dezelfde hand, <lie
mijn .moeder do deur wees. O, riep zij, de
gevouwen handen aan de lippen drukkend,
„boe dankbaar ben ik, dat Richard in dien
tijd niet hier was, dab hij liét niot heeft be
leefd, hoe mijn moeder op -de knieën lag
voor haar, dat ik nog van hem kan li-ouden
zooals ik doe Daarvoor dank ik u
Seller zag haar vol erbarining aan. Waar
was nu haar overgroot geluk met. al zijn
zaligheid Waar haar kinderlijk goloof in
de goedheid der menschcn?
,,Ik moet nu weg," zei hij met vriende
lijken ernst. „Want ik kan jo niet helpen.
Onze Vader in den Hemel kan je raad ge
ven, wanneer je daarom bidt. Het wa9 de
wil van je tante Helling, die niet tot jou
in familiebetrekking stond; het was de
ter. In iedere acte, in iedere scène voelde
men iets, dat onmiddellijk betrekkrhg had
op dezen dag en dit uur.
Toen de looncelspcler Ivorlner in den rol
van den landvoogd Gessier verscheen, ging
een mompelen door de zaal: „Degoutle".
Reeds bij vroegere opvoeringen van de
„Teil", had Kortner de boosaardige wille
keur van Gessier steeds gekarakteriseerd,
doordat hij met een rijzweep om zicli heen
sloeg. Nu de berichten uit liet Ruhrgebied
over bedreiging van Duitsche burgers door
de rijzweepon van Fransche officieren
steeds talrijker werden, kreeg ook dit gebaar
van den acteur een infame actualiteit. Toen
de voorstelling afgeloopcn was, konden de
toeschouwers niet van elkander scheiden.
Zo bleven, als door toovermaclit verbonden
en geboeid, nog lang in de zaal staan, tot
dat het electrische licht uitging.
Zeker het ontbreekt in Berlijn ook niet
aan menschen, die liun eigen persoonlijke
belangen even gewichtig vinden als die van
-•het vaderland. Dat bemerkte men, toen in
de laatste weken plotseling de Berlijnsche
beurs begon tc wankelen, alsof een aardbe
ving haar fundamenten liad geschud. Plot
seling deed zich een verbluffend schouw
spel voor: de dollar en dc gulden stortten
gedurende cenigen tijd van hun sprookjes
achtige hoogte naar beneden. Maar men
moet niet geloovcn, dat deze verheugende
gebeurtenis overal glimlachende gezichten
le voorschijn riep. De speculanten waren
doodelijk geschrokken. En, dat moet open
lijk bekend worden, eigenlijk speculeert half
Berlijn!
Men behoeft maar eens om het middag
uur op een bcursdag een van de talrijke wis-
sellokalcn en bankfilialen binnen te gaan.
die zich in alle straten bevinden. Dc merk
waardigste looneelcn ziet men hier afspelen.
Na 12 uur komen ze aanloopcn, de goede
klanten van het wisselkantoor, met verhitte
gezichten, met gloeiende oogen en zenuw
achtig trillende handen.
Men wacht op den eersten koers, die van
de beurs getelefoneerd worden. Er vormen
zich groepen. Men debatteert, twist, gesticu
leert. ,»Moet ik verkoopen „Moet ik hou
den?" Dat zijn de gewetensvragen, waar
mede do bankbeambten bestormd worden
Maar nog heeft men tijd een besluit te ne
men. Tot half twee neemt dc bank orders
aan. Men is dus genoodzaakt weer le wach
ten. Verscheidenen hebben boterhammen
meegebracht, gaan zwijgend op een stoel
zitten, pakken hun broodjes uit cn beginnen
mechanisch tc kauwen, terwijl de hersens
overleggen cn zich afmartelen met valuta
vraagstukken. Nieuwe berichten komen van
de beurs. Men fluistert met elkaar, geeft el
kaar raad, betoogt eikaars ongelijk. Men.
gaat ten slotte naar de tafels cn schrijft de
orders op.
In een hoek slaat met dc armen over el
kaar en niet con ironisch gezicht een jonge
man, onbewogen, niet uit den plooi te bren
gen. Dat is een der .profeten," die alles we
ten. Men omringt hem, zoekt schuchter do
wijsheid op te vangen, die zijn lippen spre
ken en doet daarna toch datgene, wat men
reeds tc voren doen wilde. Half Iwee! De
teerling is geworpen. Voor heden laat zich
niets meer veranderen. Bedrukt, angstig cn
toch ook vol hoop sluipt liet gekeele gezel
schap weg. Een zegt berustend: „Hoe men
liet ook doet, men doet Tiet toch altijd ver
keerd."
Wat zijn dat allemaal voor menschen?
Wat voor beroep oefenen zc uit'? Werke
lijk, men zou bijna denken, dat hun werk
alleen daarin bestond, dat zc dagelijks in
hun notitieboekje bladeren, waarin hun ef
fecten opgctcekend staan. Ilun lol gaat met
de noteeringen op en neer.
Maar er zijn gelukkig ook nog andere ver
standige menschen. En deze hebben met
een lichte blijheid in hun hart de berichten
over de verstandige en handige actie van
de Duitsche rcgecring en dc Rijksbank ge
volgd, die juist in dezen wanhopigen, poli -
tieken toestand de daling der mark zoo
succesvol lot staan bracht. En nauwelijks
zijn de speculanten van hun schrik beko
men, of daar wordt een nieuwe, niet min
der weldadige slap gedaan: de aankondi
ging van een le verwachten binncnlandsche
goudlcening, dus dc uitgave van Duitsch pa
pier met een vaste waarde. Dat opent den
Duitschen spaarder eindelijk dc mogelijk
heid, liet geld, dat hij overhouden kan, zoo
wensch der oucSc freule, dat ik jc de waar
heid zou vertellenanders was het ook niet
gebeurd."
Hij nam haar rechterhand in de zijne.
„Laat het gehoorde eerst maar eens in je
bezinken, mijn kind, en laat jc vooral niet
door toorn meeslepen."
Zij antwoordde niet. Zij zag hem strak
na, toen hij naar de deur liep. Zij riep hem
ook niet terug, toen hij de kamer uitging.
Het was haar of een zware last op haar
schouders drukte, waarvan hij haar niet be
vrijden kon.
De deur viel achter hern in het slot.
Toen schrok zij.
Dc zon ging onder en verspreidde een
gloed als van een grooten brand. Maar ach
ter deze vuurzee loerde dc nacht.
Uit dc verte klonk wielengeratel door de
stilte.
Nu eerst kwam Mia weer tot zichzelf.
Seller was weg. Zij was alleen.
Een diepe zucht van verlatenheid ont
snapte aan haar borst.
Zij vloog naar het raam, orn hem terug
te roepen, maar in do toppen der boomen
Bfcierf het geluid weg.
Wat nu?
Waarheen zij ook keek, steeds stond deze
vraag dreigend vóór haar, cu in haar hart
wist zij geen antwoord op deze moeilijke
vragen, waarvoor zij plotseling als voor een
afgrond stond. Haar jeugd was niet in
staat om oorzaak cn gevolg van elkaar to
scheiden, om zoodoende eenig licht in al
het duistere to kunnen brengen. Zij zag
slechts de donkere plaats, waar dc dood
een moederhart deed stil staan en zoo een
einde maakte aan alle ellende.
•Maar het portret was nu immers haar
eigendomHet trok haar met onweerstaan-
te beleggen, dal liet niet reeds in jïe volgen
de week de halve waarde verloren heeft.
Daardoor zal ook de stormloop op de buiten-»
landschc deviezen tot staan komen, waar-:
door de Duitselie mark opnieuw steviger
komt te staan. Men had deze middelen al
lang te baat moeten nemen. Maar ten slotte
komt iets goeds toch nooit le laat. Hel op-,
treden der regeering beteekent, dat men in
onze economische duisternis eindelijk een
lichtpunt ziet; dat dc arbeiders, de massa's,
nieuw vertrouwen in het bestuur van 't rijk
verkrijgen, en dat op die manier daadwer*
kelijk de eenheid van alle b« volkingskrim
gen groeit.
Weliswaar zijn de verwachte gevolgen
van deze financieele operaties nog uilgeble-s
ven: de prijs der levensmiddelen en ge
bruiksartikelen zijn nog niet gedaald.
nieuwe verordeningen cn strafbedreigingen,
die de regeering legen prïjsverhooging in
werking heeft gesteld, zijn lot dusver zon
der resultaat gebleven. De kooplui zijn wan
trouwig. Wellicht wordt echter alles wel
weer anders! Lang -zullen de hooge prijzen
toch niet stand kunnen houden. Reeds wordt
het langzamerhand lecger in de winkels.
Het publick aarzelt tc koopen. Het wacht
af. De waren moeten toch eens goedkoope^
worden. En zoo zullen de kooplui, als da
gunstige ommekeer in het geldniveau aam»
houdt want wij moeten het reeds als gun
stig beschouwen, als een gulden 0000 Mark
cn niet, zooals kort geleden, 18000 Mark
kost, spoedig moeien beginnen hun prij-.
zen te verlagen, als zij iels verkoopen wil-i
len. Dat zou 't begin zijn van een langzaan!
herstel van onze economische verhoudin
gen. Wij wilen niet optimistisch zijn; wij
hebben ons afgewend veel te hopen. Maar
wie weet wellicht bloeit uit den akker
van 't ongeluk toch nog een klein bloempje
dér hoop op, welks geur en kleur ons nieuwe
levensmoed geeft.
Dr. MAX OSBORN.
WEER EEN WINTER VAN SPORT.
Een onzer medewerkers schrijft uit
lerina (Engadin)i
Nadagen. i
Maar nog volop de mo:ite waard. 1
Het lijkt zelfs, alsof sneeuw en ijs nog:
eens willen laten kijken, wat ze .kunnen
doen, voor ze or to 2 overgaan do „neigea
d'an tan" to worden.
Leeraars in het ski-loopen on schaatsen!-»
rijden verzekeren, dat hunne, „leermidde
len" nooit befcrr aan d? eischen beantwoorde
den. Ondertusschea pakken de leerlingen
vlijtig hunne kojfers, hetgeen men bun ook
niet kwalijk kan nemen.
Andere mcnsch n. reeds aardig op leef
tijd, beginnen nog danslessen to nemem
Het is nu eenmaal, wat men plechtig
een teeken des ttfds noemt, die uitgelaten
heid van personen ivm di verkeerde zijd-el
van do veertig.
Hoewel het als bekend mag worden aan
genomen. dat iedereen do zoogenaamde!
kracht des levens" om en nabij zpn cersti-
k omen den verjaard? g st.dt, is h?t opmerke
lijk1 lioo men thans, a n deze en aan genei
zijde van don A'lantiöchen Oceaan, een over
schot van die kracht gebruikt.
Ik heb hot van een "hoogst betrouweus-
waardig globe-trotter", zelf niet meer vart
de jongsion, die meedoet als liet er op
aan komt. Overal dezelfde geschiedenis, of
jo in Nice of Napels van uit de Vereeaigdö
Staten belandt. Men km nbt zeggen grijze
menschen want nóóit te voren is zulk
een zondvloed van hasrv:rf over het jnehjch.-
dom n:ergestreken, als in de jaren nh den'
oorlog maar toch lieden, dio men aart
andere, lastiger to verborgen vorschjjosele'n,
als zijnde op zekeren leerlij 1 herkent, dah-
sen er als dollen op los.
Aan de Rivièra blo sit nevens het ïiobel
vak, dat in „beauty-patiours" oftewel „aca
démies de beauté" (geen kleinigheid) wordti
uitgeoefend, de dansles als rijkelijke brood
winning van mannelijke schoenheden, dia
mot do krultang in snor en hoofdhaar aan*
gezet zijn.
Bejaarde dames schreien jlikke tranen^
als Apollo wat te lang mét eon andere
danst. „Omgekocht door dio kat
Ook hier in het Engadin merkt 211 ?n heÖ
bejaarde, én zelfs oude element op, dati
het terrein btiieerscht. i
baar geweld aan. Zij opende opgewonderf
dc deur en vloog de gang door naar juf
frouw Lüders kamer, om haar te bedan
ken; dat zij genoeg aan het portret van'
haar moeder had gehecht om het voor ver
nietiging te bewaren.
De kamer was leeg cn donker.
Zij trad cte slaapkamer binnen en stak
do kaars op het wasehtafeltjo aan. Toen.
een ruk en het omhulsel van het portret
werd op zijde geschoven. Dool' den bcwe-
genden lichtkrans der kaars beschenen,
keek Marianne Frank in al haar schoon
heid op haar kind neer, al was die schoon
heid reeds lang vergaan.
Mia vouwde de handen. Het werd haaf
7,00 benauwd. „Moeder," fluisterde zij. En
terwijl zij het woord fluisterde, bracht het
een m«a9sa onbekend leed over haar. „Moe
der, mijn moeder! O, waar bent u toch?"
De nachtwind was storlccr geworden de
toppen der boomen werden hevig heen en
weer bewogen. Een ruischen ging dfoor de
lucht.
Mia was voor het portret op haar knieën
ge val Jen. Zij brak in tranen uit, waardoor
zij van het benauwende gevoel/ dat zij zou
stikken, werd bevrijd.
Zij verborg haar gezicht in dc handen én
schreide, als wilcle ij haar hooggeprezen
geluk in tranen oplossen.
Zij voelde nu, dat zij niet in dit huis kon
blijvendat zij al haar leed aan het hart
van haar man moest uitstortenmaar ook
wist zij, dat tussclicn hem cn haar ccn don
kere schaduw was gevallen.
En steeds meer vloeiden haar tranen, als
zij aan do onzelfzuchtige liefde dacht varï
haar, die het weinige, dat zij bezat, met
haar had gedeeld, en van het weinige nog
voor haar had bcwaafd. (Wordf vervolgd).