EIDSCH ft Zaterdag 24 Februari 1923, Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. PRIJS DER ADVERTENTIE^,' 30 Gis. per xegeL Bij regrtaboanement féÉangriSc lag oren prijs. Kleine advert en tien, uitsluitend "bij Nrooruilbe- taling, Woensdags en Zatoudags 50 Gts., bij een maximum aantal vroordcn van 30. Incasso volgens poslrecht. Voor eventueel© op- zending van brieven 10 Gts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Gis. Bureau Neordeindsplein. Teiefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57065. PRIJS DEZER COURANT: rVoor Leiden p. 3 mn<L f 2.35, p. woof 'f 0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijd. per week 0.18 Franco per post 'f\ 2.35 cft portokosten. Nummer 19317. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen. EERSTE BLAD. VERKIEZING. De Burgemeester van Leiden Gelet op cte artt. 35 e.v. der Kieswet ea op de artt. 5 e.v. der Provinciale Wet Brengt ter kennis van de kiesgerechtig den dat de Oaaididaatstelling van de leden van do PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND in dein Kieskring III (Lekte n), zal plaats lubben op DINSDAG» 27 FEBRUARI a.s. dat op den dag der eanÏÏidaatstelling (27 Februari) ter secretarie dezer gemeen te, bij hem, Voorzitter van liet Hoofdstem bureau, van des voormiddags NEGEN tot des namiddags VIER UREN lijsten van can dictate ii kunnen warden ingeleverd; dat deze lijsten moeten inhouden de na nism. voorletters en woonplaatsen van de candidaten en onderteekend zijn door ten minste VIJF EN TWINTIG kiezers, be voegd tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt dat de inlevering der opgaven persoon- lijk moet geschieden door één der perso nen, die haar hebben onderteekend en be- yoegd zijn tob deelneming aan de verkil zing Limoen den kieskring, waarin de lijst wordt ingeleverd dat de tot invulling bestemde formulie ren voor deze lijsten kosteloos ter Secre tarie verkrijgbaar zijn tot en met den dag der verkiezing dat bij de lijsten moet worden overge legd de schriftelijke verklaring van lede ren daarop voorkomenden candidaat, dat hij bewilligt in de plaats, hem op dc lijst aangewezen, terwijl, indien die eandidaat zich buiten heb Rijk in Europa bevindt, <le verklaring telegrafisch kan worden ge daan dat formulieren voor de bewilligings- yerldarimgen mede kosteloos ter Gemeen te-Secretarie (Kamer 10) verkrijgbaar zijn. N. C. DE GIJSEUAAR, Burgem. Leiden, 2 Februari 1923. e- HINDERWET. B uncollects ter eoi Wcdiboudsat» van Jboiden; Gmktn hot veraock van: a. dc Koninklijke Nedoclau/dfioho Grofsmederij - om vergunning tot oprichting van con metaal- pk'terij ia otvn bestaand. gebouw op hot perceel I kadas-'braad Lakend Sectie N. No. 453. gelegen in (kern Waardpoldor. b. J. de Ni©, can vci'gunning tot uitbrewLang van de smederij in hot parceefl Heorongffadbt No. 112, Sectie I. No. 1798. Gelei op do artt. 6 en 7 der Hinderwet; Go van Lij dezcai kennis aan hot publiek', dal gnrroomdc verzoeken mei do bijlagen op do So- orc-tarie dozer gemeente ter viaio gelegd zijn; Alsmede dal op Zaterdag, den lOen Maait o.k. jÜos voor-middags te liailfcll op hot Raadhuis, gelegenheid zal wordon gages-en oin bezwaren tog on dozo verzoeken in to brengen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dot niet tot borocp ge- rechtsgd zijn zij, die niet o voreanikomsitig art. 7 'dor Hinderwet voor het gcroomtebastuur of een r.ijnor loden zijn verschenen, tauöhadc hun bo- zwoiran mondeling toe le bahtcn. N. C. DE GIJSELAAR, Bar-gem. VAN STRIJEN, Socrobaris. Londen, 24 Februari 1923. Is Leiden Lugdunum Batavorum? Op uitnoodigirig van do vereeniging Oud Leiden" hield gisteravond dr. J. H. (Holwcrda, directeur van heb Rijksmuseum vau Oucffliodcn, alhier, eeni met lichlbeek - den verduidelijkte voordracht over boyen- - staand onderwerp. Voor nog geen halve eeuw, aldus spreker, .1 wij fold e niemand of Leiden had rocht op de n ouden naam Lugdunum Babavorüm thans is de meoning geheel omgedraaid en zal or wel bijna niemand zijn, die Leiden dezen naam geven wil, Hoe kamt men aan dien naam en vanwaar dat meeningsver- schil vraagt spreker. Do oude Romcinschc Kaart, de bekende Poutiügerkaart, geeft, volgens spr., ons een aantal namen van plaatsen, langs den Rijn, en de afstanden tusschen d'ie plaat sen worden in cijfers aangegevón. Dit is feitelijk de eonigc grond, waarop men vroeger moderne plaatsen met die Romein- echo trachtte to identificeercn. Men meen de daarin al te maal Romcinsehe vestingen - te -den en de cijfers op,-dio kaart placht Mion dan langs onze wegen uit te meten «un den onderlingen afstand diier plaatsen te bepalen. GelijkluidcndGioid van namen verschafte de vaste punten voor die nfetin- gen. Hield men bijv. A lp hen voor het Al- bi nand van die kaart en bedroeg do afstand van Albinani tot Lugdunum daarop 12 Rcjinoinscho mijten, c3an meende men daar door bewezen te hebben dat Leiden Lug- «unum moest zijn. Natuurlijk was dit een bron voor on- _cenigheitl, voorat omdat- het niet cons vast- .Ktoi- l of die cijfers wol;mijlen betóekonden .en niet Gallische leugde, haast het dubbele - Van zulk een mijl, i'P grond van deze laatste verklaring «a- d prof. Blok Lugtlunum in Britten burg,- bij Katwijk. Doch die Brittenburg is, wat onze schrijvers uit de 16de en 17de eeuw ook mogen zeggen, geen Romeinsche aanleg en de voorwerpen, die daar gevon den beeton, zijn of onromoinsoh of ver dacht. Spreker heeft vroeger betoogd, dat die Romeinsche plaatsen in het Westen van onze Provincie te zoeken zouden zijn in hot ruïne u v-el d van Arentsbuvg, het eenige puilt, waar werkelijk een Romeinsch castcllum is voor den dag gekomen. Met lichtbeelden wordt getoond, hoo zulk een Romeinsoh castellum er uit zag en hoe daarbij Voorburg werkelijk zulk een castel- lum gelegen heeft. In de geheele Rijnstreek vau Utrecht tot de Zee ligt "in werkelijkheid een heele reeks van plaatsen, waar overblijfselen uit den Romein schen tijd voor den dag geko men zijn. Een der belangrijkste ligt nog een heel eind ten W. van Leiden. Immers ten Oosten van Valkenburg zijn opgravin gen begonnen in oen veld, waar zeer veel Romeinsolie voorwerpen gevonden zijn. Al kunnen wij hier nog niets met zekerhoid zeggen, tooh kan het werk, dat hier door den heer Remouchamps wordt geleid, zeer belangrijk worden. Trouwens, al die plaatsen in de Riju- Btreok zijn zeker geen Romeinsche vestin gen geweest, doch grootoude els Bataafsche- woerden gelijk de Betuwe ons die heeft lee- ren kennen vooTal door opgravingen te Man rik. Zoo wordt het hoe langer hoe moeilijker om die plaatsen van de Poutingerkaiart weer te vinden en die moeilijkheid springt eerst recht in het oog, als men bedenkt, dat die kaart zelve zeker niet voor de 4de eeuw van Chr. kan zijn vervaardigd, ter wijl bijna al onze bekende vondsten, gelijk dio vooral door het aardewerk worcfon ge dateerd, reeds in de 3de eeuw moeten zijn verdwenen. Hierdoor verdwijnt ook feitelijk de groote waarde, die men aan deze kaart hechtte, voor onze streken groortendeels in het niet en we kunnen feitelijk niets an ders met zekerheid zeggen, als dat- ergens in ons Westen een plaats Lugdunum Bata- vorum moet hebben gelegen. Des te dankbaarder beschouwen wij een nieuw gezichtspunt, door een Franseh ge leerde geopend, zedde spr., die den naam Lugdunum verklaart als „slechte berg of borg van den opkomenden Zonnegod" en die ons een plaats uit cb oude literatuur aanhaalt, waar een au der Lugdunum, het bckondo oude Lyon, beschreven wordt als ,,borg door den Zonnegod bij zijn opkomst beschenen". En niet alleen, dat- daar in Lycm-Lugdu- nuiu zulk oen berg ligt, doch ook op twee andere plaatsen, die in Gallic nog Lugdu num heeten, Laon en Sb. Beltrand, vindt men eveneens zulk een alleenstaanden borg, blootgesteld aan do stralen der op gaande zon. Dus, zoo zou men zeggen moet ook het Lugdunum Batavorum in het Wes ten van Zuid-Holland zulk een „berg van don lichtenden Zonnegod" zijn. En waar vindon wij diion an citers dan op den 16 M. hoogen heuvel onzer burcht vroeg spr. Dat men daarbij bet bouwwerk zelf, als een late ren burcht aanlog moet denken spreekt van zélf. Wanneer echter in dien ouden bij cl hier zulk een heuvel heeft gele gen, dan kunnen we ons voorstellen, hoe dio in bet landschap moet hebben gedoini- neea-d, vooral als toen, gelijk geologen ver moeden de dKiinen nog niet bestonden. Uit een plaats van den geograaf Ptolemaous, meende spreker dan ook te kunnen opma ken, dat Lugdunum Batavorum geen stad of vesting, dboh bepaald zulk een miir- kantpunt in list kustland is geweest. Zoo wijzen ons, volgens spreker, deze theorieën mogelijk nog een weg, waar langs dc kwestie is op te lossen. Wanneer de gravingen in onzen Buchtheuvcl werke lijk zouden bewijzen, dat hij hier reeds cn Bataafschen tijd heeft bestaan en een opgraving zou hier zonder eenigen twijfel met zekerheid tot een positief of noga/tief resultaat voeren dan zou het, naar spr.'s overtuiging blijken, dat Leidons oor sprong toch in werkelijkheid was ,,do lichte heuvel der Bataven" Lugdunum Ba tavorum. Dc Buddha Amitnbha in de Japansclie Kunst. De serie van kunsthistorische voordrach ten alhier werd gisteravond voortgezet met een lezing van prof. dr. M. W. de Vis ser, hoogleeraar in het Jap arisch aan do Universiteit alhier, over bovengenoemd onderwerp. Spreker ving aan met op te merken, dut oen der schoonste figuren van het Noorde lijk Buddhisme is Amitabha, de hemcLschc Buddha van het Onbegrensde Licht, die in zijn Westersch Paradijs, liet Reine Land, liefdlerijk de zielen opneemt, van allen, die met een hart vol geloof tot hem bidden. Zelfs de meest verstokte zondaar vindt nog genade in zijn oogen, wanneer in diens laatste oogenblikkcn het licht, dat van des Buddha's liefelijk aangezicht uitstraalt, doordringt in zijn hart. Vermoedelijk aan Perzië ontleend, is deze in liet Westen tronende, hemclsche Buddha de ondergaan de zon, zoodat hij speciaal met liet oog op het hiernamaals, wordt aangehedten. Zijn oneindig medelijden en wijsheid wor den gerepresenteerd door zijn beide voor naamste volgelingen, de Bodliisattwas Kwannon (Owalokitösware) en Daiseishi (Makastaanapriapta), die met 'hem samen een drieéénheid vormen en meestal aan weerszijden van hem worden afgebeeld. De beschouwing van dc ondergaande zon doet voor onzen geest Amitablia's on zichtbare ëssentiï, zijn absolute natuurver- rijzen; in het Paradijs woont hij als Ami tdgas in zijn hemclsche, niet materie-te, stralende .gestalte, waarin hij zich ook el ders kan manifesteeren, en als de histo rische Buddha is hij in zijn transformatie lichaam op aarde verschenen. Het verschil tussohen de Amitdbha-leer en liet overige Buddhisme, behalve doMai- tuya-vereering, is zeer groot. Zij predikt het steunen op eens anders kracht in plaats van op zijn eigen, liet is dc Poort van het Paradijs-, die leidt naar het Nirwdna in- plaats van naar den Weg cler Edelen, die moeizaam voert door eigen deugd en me ditatie, naar hetzelfde einddoel, Nirw&no. Kortom, het is dé gemakkelijke weg ter zaligheid tegenover den Moeilijken. Van de drie hoofdtrekken dezer leer ver heerlijken twee de schoonheid van het Wes tersch Paradijs, terwijl de derde de zestien graden van meditatie behandelt-, die naast reine werken dc wedergeboorte brengai in dSen hemel. De inhoud van de>zen tekst wordt tot in de-kleinste bijzonderheden geïllustreerd door een beroemd Japansch schilderij uit het jaar 763, waarvan het Rijks Etluiographisch Museum alhier eeu zeer groote copie bezit. De oudste bronzen beelden van Amula Ilerannon en Sciski in Japan clhteeren uit de tweede helft dor zevende eouw. De vriendelijke laohende trek op zijn gelaat maakt bij latere voorstellingen plaats voor meditaire of statige majesteit. Steeds om geeft een rond aureool zijn lioofd en vaak ook is er een groote opengewerkte glorie- schiju achter zijn goheelc lichaam. In het eerste ziet men bij <33 mystieke sekte vaak vlammen weergegeven, zooals die volgens de Indische gedachte uit het lichaam der •van wondermacht vervulde heiligen uit stralen in den nimbus achter het lichaam ziet meji dikwijls tal van kleine manifes taties van Amitabha zelf, z.g. transforma tie-B uddha's weergegeven. Na de beelden van de zevende tot de veertiende eeuw werden de schilderijen be handeld. Daarbij spelen drie motieven de hoofdrol: io! het Paradijs in aJ zijn glorie, zooals het bovengenoemd schilderij het doet zien2o. Amida's verwelkoming der stervende geloovigen, zooals hij mot geheel zijn gevolg van 25 Bodliisattwas (wezens Onmiddellijk onder het Buddhasoha.p) uit zijn hemel neerziet, om de ziel van den vromen stervende te verwelkomen3o. Amida's verschijning boven dc bergen, be geleid door Hcrar.non en Sciski. De laafc- trtc motieven, evenals heb eerste aan Voor- Indië, Centraal-Azic, en China ontleend, brachten do schoonheid der natuur in de Buddhistische schilderkunst, terwijl deze van haar kant een machtig middel was tot het verbreeden der Amitëbha-teer. Door don Bucïdlristischen bisschop Eshin in d© tiende en in het ibegin dér elfde eeuw naar Ohineesche voorbeelden uit. de zevende eeuw in de Japansche schilderkunst op wondersehoonc wijze ingevoerd, bleven deze voorstellingen tot in do vijftiende eeuw een geliefkoosd onderwoi*p der religieuze schilders. Ten slotte toonden rAm:da-figuren der mystieke sekte, waar hij in rooden glans het Vuur representeert en een symbolicJc schilderij vfin het suialle Witte Paard (Deugd en Geloof) taissehcn de beide ri vieren (van trouw e-n hobzuoht) de veelzij digheid der vormen, waarin deze machtige leer in beelden on schilderijen sprak tot het hart der ecnvoiïcLigen van geest en hen allen vervulde met hoop op een zalig hier namaals, aldus besloot spreker zijn betoog. Vei'eeuiging tot bevordering dor Bouwkunst. Aan de 186ste vergadering dn het Nuts- geBouw ging vooraf een kunstbeschouwing van een verzameling afbeeldingen van kunst werken van beroemde meesters uit bekende Museums dn Europa, welwillend afgestaan door den heer Fred. A. van Kleef. Aanwe zig waren ook de teekeningen, afkomstig uit het Gemeente-Archief, betrekking heb bende op de in 1891 gedane onderzoekin gen van den Burchtheuvel door den gem.- architect Knuttel, in combinatie met dr. Du Rieu. Uit deze teekeningem Icon ge constateerd worden in wc^ke richting dit onderzoek is geleid en ook, clat zuks niet is geschied op de wetenschappelijke wijze van bodemonderzoek, zooals dit pas in de latere jaren met zulk uitnemend succes is toegepast door dr. Holwcrda, bij zijn op gravingen o.a. aan den Arendsberg te Voorburg. De (voorzitter, dc heer J. A. Verhoog, opende de vergadering, welke ook door tal van dames was bezocht, met dc mededee- ling, dat oorspronkelijk op ctezen avond zou optreden de architect Jan Wils, van Voor burg. Ter elfder ure gaf deze kennis van verhindering, daar hij wegens ongesteld heid in Tirol vertoeft! Gelukkig had dc voorzitter cr voor gezorgd, in een dergo- lijk kritiek geval te voorzien, cn had hij eenige reservesprekers ter beschikking. Na dat de notulen waren goedgekeurd, trad als spreker op onze stadgenoot, dc heer W. van Ross urm du Chattel, die zoo welwil lend was geweest het bestuur bij te sprin gen. Als onderwerp was gekozen: „Over Bengen en Steden in Zwitserland." Het is vanzelf niet te zeggen hote groot de toeloop zou zijn (geweest, als Jan Wils had gesproken, doch het feit is te consta- teeren, dat tal van leden en introducé's zich blijkbaar aangetrokken gevoelden door de titulatie van des hoeren Du Chattels onderwerp, aldus de secretaris, de heer Fred. A. Wempe. »Sproker begon er op te wijzen, dat zijn mecled'eelingen voor een groot gedeelte ge heugenwerk moesten zijn, omreden de tijd vafl voorbroiding wel wat. kort was geweest. In de inleiding gaf spreker een geogrn^ fisch overzicEt van dezen Bondsstaat, die ongeveer i 1/5 maal mo groot als Nedêr- 1 aai cl, La yele dingen met on9 land overeen komst heeft. Prat gaan ook de Zwitsers op hun vrijheid en hierbij werd er ook gewezen op den eed, indertijd gezworen, daar op den R.utU: „Houw en trouw tot in den dood." Zoo trad spreker idan ook in vergelijking met wat er in ons land is overgebleven uit den bloeitijd in de middeleeuwen, zoo in openbare gebouwen, stadhuisbouw als an derszins, waaruit bleek, dat Zwitserland veel van al dat. oude, hetwelk hier te vin den is, mist. Verder wees spreker op het eigenaar dige vier-taleu-stelsel, eon gevolg van Zwit- serlands ligging als ingedrongen tussohen vier groote Rijken, en behandelde ook de bron van inkomsten uit de horloge- en oa- oaofabricoge, enz. Maar ja, dbt is alles zeer mooi te hoonen uit een economisch oog punt, doch do dames en lieeren zaten ai te popelen oan met het schoone bergland zelf konnis te maken. Nu, de heer Du Chat tel heeft in deze een bijzonderen tact, want niet al te lang stond hij stil bij deze tooh ook noodige algerneene beschouwin gen over dit zoo vaak door toeristen be zocht wonderland je. Daar zaten wij dan plots in het donker en zagen allereerst geprojecteerd een soort vogelvlucht-pers pectief van dit reusachtig bergcomplex, waarop spreker aanwees welken weg hij daclit te volgen op zijn rondgang over ber gen en dalen. De eerste tochten waren daar in de omgeving van Lausanne aan d<® Fransohe zijde, verder de. Noordzijde aan den Duit-schen kant, dc Oostzijde bij En- gadin en over cn door de zware bergkam men naar de IEaliaansclie streken. Nu is het geen kunst om lantaarnplaat jes te projecteeren, clooh er dient wat bij te worden gezegd en de gave om al demon- Btreoronde dié heerlijke natuurtafereelen uit te beelden, bezit deze spreker in de hoogste mate. Hoe, kan het ook anders, als men door eigen bezoek zulk een bijzondere terrein kennis be,zit! Geheugenwerk, nu goed, maar dan toch zoo intens onderhoudend, als weinigen zul len nadoen. Aoh, wat waren zij mooi, die opvolgende scherpe opnamen van d:ze na tuurwonderen! Die Rhónegletscher, die ge weldige bergmassa van dc Berncr Alpen; de Mont-Blane, Eige-r Jungfrau, Matter- horn. Dan dat mooie landsohap bij St.-Mo- xdtz, bekend bij onze arme longzieken. Doch hoe technisch mooi ook ook die tunnelbouw door Sb.-Gobhard en Simplon. Dan weer het mooie Lucern met het onvolprezen Vierwaldstiidtermeer om straks "veer "dwars door het graniet een uitstapje te maken naar Domocbssola aan de Italiaanschc zijde met het Laga ui Couio en Lago-Mag- giore. Ja zeker, 't. ging snel met spreker als gids door dit wondere sprookjesland en tooh werd er gewezen op alle bijzonder mooie punten, ook vooral niet te vergeten den aantrckkelijken bouw van de Zwitscr- sche woningen, <B:e met hun overstekende daken, met spanea gedekt en veelal voor zien van gaanderijen aan de buitengevels, zoo karakteristiek uitkomen tegen den be groeiden bergwand of de Alpenweide. Hoe eenvoudig en tooh slank van bouw zijn al' die kerkjes, die daar oprijzen tussohen berg en dol, doch buiten dit al: waurt vindt u een grootsohor panorama dan wat de oevers van het genoemd Vierwoudste- denmeer u te aanschouwen geven? Ook In terlaken en meer anctero plaatsen kregen wij op het doe.k, doch steeds domineert daar op dien achtergrond dat wonder schoo ne beeld van het witbësneeaiwde hoogge bergte met die indrukwekkende gletseher- tafreclen. Long zou bicrovor nog te spreken zijn, doch het was ten slotte wel te begrijpen, toen de serie afgesloten werd met enkele simpele afbeeldingen van Zwitserlands Bergflora, dat den heer Du Chattel een warm applaus Cen deel viel, en de voorzit ter den wenscli uitsprak, den spreker nog lang als reserve te mogen blijven noleeren. Nadat, wederom twee nieuwe leden waren toegelaten, werd deze gezellige, drukbe zochte vergadering gesloten. Willem Audriessen. Willem Andriessen heeft gisteren zijn anh- gekondigden piano-avond gegeven fln de kleine zaal van de Stadazaal. [Hoewel de 'opkomst van liet publiek vrij' goed was, valt het toch te betreuren, dat nog niet veel meer menschen naar deze uitvoering gegaan zijn, want een piano-avond Van Wil lem Andriessen behoort tot de kunstuiting van de hoogste orde. Wat ons vooreerst dadelijk inneemt* voor zijIn spel, is de artistieke en klankvolle aanslag; hierbij paart hij naast een sou plesse en cen glashelder paroond le-voor- schijn-brengen der tonen ee)n overweldigend geven van klankvolume, terwijl al deze zoo voortgebrachte klanken jpaefc oen mystisch waas zijn overtogen, dat over liet geheel een soort droomstemming ligt. Willem An driessen geeft zichzelf geheel in zijp. spel. maar altijd beheerscht. Altgd voelt men, dat de pianist zich volkomen bewust is van wat hij doet; nergens laat hij zich mede-sloepen en is hij ondergeschikt aan do machten van de komende en gaondo klonkzuilen. Steeds staat hij boven zijn work, waarin hij Zich absoluut ingeleefd heeft, totdal. hij het door en door begreep en mee kon voelen. Zoo legt hij' de compositie aan het publiek voor; zooals hij Bet be grijpt. zooals het één .van Jiem zelf is geworden; zooals het in hem bezonken is en tot rust gekomen. Dat Willem Andries sen ovct een zeer uitgebreid repertoire d-:zö goede eigenschappen weel a u te w ..Plcii. blijkt uit het programma. ^Partita I" van Bacli, eenvoudig en mooi van kl jik voor- l BINNENLAND. De arbeidsvoorwaarden in het heerenklocding* bedrijf. Er is een Chr. Plattelandersbond opgericht. De Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten heeft het vraagstuk der financieele verhouding tussohen het Rijk en de Gemeenten behandeld* BUITENLAND. De Vereenigde Staten vragen terugbetaling van de geallieerden van de bczettingskostcn. De raad van commissarissen te Angora stelt de uiterste concessies vast, die hij aan de ge allieerden wil doen. De Vrijstaatsche regeering doet een goeden vangst te Dublin. gedragen. Daarna het poëtische ca lijk van toon gekleurde Prélude, 'Aria et Finale van 0. Franck. Ook de muziek van Don teaac 'Albéniz, met name Evocation, El Puerto en Triano, uit de kl'aviersuite Hél'ia, vond! in Willem Andriessen eeu uilnemetii-1 ver tolker. Albéniz, dio een wonderkind was, reeds op 6-jarigen leeftijd maakte hij piano-loumées in Amerika en Europa, schrijft muziek van o?n grillig karakter, interessant en boeiend, terwijl naast schoc'n aangewende mslodiek en harmonharie, soms ook een duidelijke humoristische zin in treedt. Met Chopin, resp. Fantasie op 4lJ, Ber ceuse op 57 en Polonaise op 53 werd do avond besloten. Andriessen getuigde hier weer van zyn schoone en persoom ij ke op vatting. Het enthusiaste publiek liet hem pas na cen toestukje cen Etude vau Chopin gaan. Adressen aan den Raad. Voligvuitlio mlrosson zijn aan den Raad toe gezonden Ondergctoekenden, J. W. Lezwijn ou A. P. Httups, Tosip. voorzitter cn secretaris van den Ailigomcenen Nedterilandsohcn Bouwn'rbeidors- bomd, te dozer zake domicilie kiezende te hunnen kantore, Heorcngraclit 31 (\VJksge- bouw); geven'namens ide organisatie, dio zij in de- zon vertogenwooTicHigon, TJw ('lolloge beleefd te kennen-• dat zij met belangstelling kennis namen van het voorstel van B. en W. inzake het van gemeentewege doen bouwen vnn 162 wa rringen dat zij, gezien het voorstel van B. en W. de kans niet. goring achten dat het bouwen van bedoelde woningen zal geschieden door een bui te nsteeilache firma; Idat zij, veihcuigd zijnde ovor deze wijze v;in bestrijding 'der werkloosheid door middel van pnrod uet ie ven ahboid, gaarne zouden zieu dat deze poging een zoo groot mogelijk resultaat zou hebben Moor ide Loidsolie arbeiders en dus do kans, dat buitensteodsohe werkkrach ten van deze gemeenteldjike wenkverruiming zullen profitoeren, tot cen minimum zou wil len zien teruggebracht; verzoeken Uw College het voorstel van B. e»n W. in dezen aiBeen aan te willen nemen onder voorwaarde, dat de benoodigde werkkrachten voor min stens 80 pet. zullen wonden betrokken van de gemeente 1 ij ke AhboLckhe urs dat onder dc res toerende 2b per. ook zullen zijn begrepen de eventueel door den aanne mer aan te stellen wxyrlieden en (of) uit voerders, waarbij te bepalen is dat onder voortdeden wo-ndon verstaan personen, uitslui tend met het toezicht belast; dat dc aannemer vonpliidht zal worden als minmumloon tc betalen liet ter plaatse gel- diende etandaardioon; dat bovenstaande bepalingen ook van [kracht zuililen ziju voor cvontueelc outer aan nemers, ómdat de practijk heeft bewezen dat het systeem onder-uitbesteding maar al te vaak gebruikt wordt als middel om aan bin dende bepalingen langs cen omweg te ont komen; dat ook maatregelen worden getroffen, waardoor het onmogelijk wordt dat door hot toepassen van tr.ucs het door een aantal ppr- aonon gezamenlijk „aannemen") aan dc bc- paling vaai öict gebruiken van Lcidsêflie ar beiders wordt ontkomen; dut zij Uw Colfloge belcef l doe.li dringend verzoeken het voorstel van B. en W. niet aan to nemen dan onder bovenstaande voorwaar den. Geven rad voiv.efliuldigdon eerbied te kvti- ncn; M. C. Vorw-cij cn J. M, van. Hoc--, resp. voorzitter en .secretaris der afdocding Leid- a van den Oentr. Ned. Ambtcnaarsbond; dat zij ernsbigo bezwaren moeten opperen tegen het voorstel van B. en W. inzake v - •Jengiug van den raaximum-arbci duur voor het gemeen (©-«personeel. Onder verwijzing naar de liicromIrontuloor de vortegen woord igeTs van alle organ ten tte.s geuite bezworen in do 11 Dr-o. j.l. gr houd-.'a vergadering d r Alg. Ambt. Comm., mc-.nen wij dc aandacht van Uw Coillego te moeten vestigen op het navolgende. Is onze orga nisatie in hot algemeen togen elke poging tot verslechtering der arbeiteivoorwaardvn, in 't bijzomlvr meent zij ziëli le moeten ver zetten, tegen deze door B. cn \7. voorgestel de verlenging van den arbcidatijd'. Langere arbeidstijd tec-h heeft als gevolg mevr-tere vorlkloortioid cn waar het streven van de Uvcihcid (gericht nv/-t zyn op bestrijding - van de woriklooslieidi, is de voorgen )mca

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 1