De Prins uit hetSprookje No. 19315. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 22 Februari. Tweede Blad. Anno 1923. jT UIT DE RIJKSTREEK. UIT DE OMSTREKEN. FEUILLETON xni. [ALKEMADE. Burger 1. Stand. Geboren: Quirinus Johannes Cornelis, Z. van E. J. Pouw en van M. Warmerdam, iJohannes Petrus, Z. van G. J. Bakker ■en van A. C. A Huigsloot. Gerardus [AntOnius Maria, Z. van G. Koek en van Th M. van der Zwei Adrian us Chris- tianus, Z. van P. Duivenvoorde en van 'A. M. van der Geest. Overleden: Maria Oornelis van 'der Veer jd. 12 j. Ondertrouw d: Jeep de Boer jm. 23 j. met Anna Waasdorp jcL %1 j: Burgemeester en Wethouders van Alkemade hebben de stemming voor de [Verkiezing van leden voor den Gemeente raad bepaald op 17 Mei a.s. De stemming Bal dhjs geschieden volgens de nieuwe kie- eeralijst. Bij de sneeuwopruiming in. de ge- faeente werden 21 verldoozen tewerk ge steld. Het aantal werklcozen is ten gevolge van het weder belangrijk toegenomen. Het bedraagt thans 52. KOUDEKERK. De opbrengst der handwerken enz. door de Chr. Measjesver- fceniging Martha en anderen ,ter tege moetkoming van de onkosten voor nieuwe gordijnen in de koorzaal der Ned. Herv. Kerk alhier, bedraagt f 193.22%. LEIDERDORP. Op initiatief van het bestuur van het Algemeen Ziekenfonds al hier, had gisteravond in het gebouw Irene (gen vergadering plaats, van de besturen yan de oncfescheidene alhier gevestigde ivereenigingen, ten doel hebbende om zoo mogelijk to kornen tot oprichting van een fonds tot bestrijding der onkosten van pa- (tiënten in de onderscheidene ziekenhuizen jfce Leiden. Uit de gevoerde besprekingen bleek dat lal de aanwezigen hiermede hun instemming hetuigden, doch de vraag werd geopperd pf er in deze gemeente zich genoeg leden eullen aansluiten om voldoende finantieel krach tig te zijn. Besloten werd om dit niet bepaald plaatselijk te houden, doch ook [personen in de omgeving in de gelegenheid ite stellen om zich hierbij aan te sluiten. Een commissie van zeven leden werd be- lioemd om van een en ander gegevens te [verzamelen, en de voorbereiden werk zaamheden te regelen, om hiervan voor tl Maart e.k. rapport uit te brengen ROELOF ARENDSVEENDe inspec teur van het lager onderwijs in de inspec tie Gouda heeft goedgekeurd dat de R.-K. Jongensschool alhier wordt verbouwd. Er zullen twee nieuwe lokalen worden bijge bouwd, terwijl de bestaande lokalen een Diet geringe verbouwing zullen ondergaan. kVele oudere zullen deze maatregel ten zeer ste toejuichen daar een groot aantal kin deren wegens gebrek aan ruimte niet op ide> school konden worden geplaatst dan bij het bereiken van den 7-jarigen leeftijd WOUBRUGGE. Door den heer Kroon is een dubbele noodwoning gebouwd op steenen voet, op oen stuk land in den pol- Üler Vierambaeh t'5 nabij het kruispunt. iDe bouw is door B. en W. goedgekeurd. Dit is de derde woning welke na 1744 in 'den kiring van het voormalig dorp Jacobs- [woude is gebouwd. In tal van plaatsen is reeds het initia tief genomein, om het 25-jarig regeerings- feest van onze Vorstin op waardige wijze te hordenken, doch van hier vernamen wij nog niets. Bekend ia hoe uitnemend de feesten bij 'de inhuldiging in 1896, en in 1913 hier zijn geslaagd Ditmaal zou weder de historie nagebootst kunnen worden, door weer te geven, met eenige wijziging, wat in 1752 in ons dorp geschiedde, en hetwelk omschre ven is, in de plaatsbeschrijving op pag. 176—180. En om in de historische lijn te blijven, kon ter opluistering in het water, waar de aluis var den Oudendijkschen polder zich bewond, geplaatst worden een vaartuig, ieen turff-eijker" uit de 18de eeuw, fraai opgetuigd en verder in het eenige over- eohot, van <fc voormalige „Van Woudes- ffstart", een schip, met hoog oampagnedek, zoo als op onze toren hier nog een voor beeld prijkt. Ook dit moet opgetuigd wor den naar 17-eeuwschen trant. Deze vaar tuigen, evenals de huizen op Oud-IIol- landsche wijze des avonds geïllumineerd, evenals de kozijnen der ramen van de hui zen, daarbij de brandende „pektonnen" in de Woüdwatering en in het midden ons fanfare-corps. Dr. A. Comrie sloot in 1752 het feest met een rede Als nu onzen leeruren het feest in September a.s. daarmede eer.s opende, dan zon alles in den rechten toonaard staan. En zou een historische tentoonstel ling achterwege mogen blijven? GisbereD ontvingen verschillende corpo raties een uitnoocSging van den burge meester om voor die herdenking ten Raad- huize saam te k'cmen de volgende week Woensdag. De heer A. A. van Ieperen, hoofd der openbare school alhier, is benoemd tot hoofd een er bijzondere school voor zwak zinnigen te Rotterdam. HAARLEMMERMEER. Dinidagivond werd of den Hoofdweg alhier de bestuurder van een motorrijwiel, doordien de motor slipte en omsloeg, zoodanig tegen den grond ge slingerd, dat hij verschillende kneuzingen opliep en op het deerlijk gehavend rywieü zijh reis niet kon vervolgen. Hij werd op genomen in een uit de richting Leideffl kc-menden auto. Maandagavond werd nabij Halfweg eec tweetal meisjes van omstreeks 17 jaar aangerand door eenige opgeschoten kwajon gens. Een harer werd op den grond ge worpen, doch wist weer overeind te komen en door haar krachtig verweer yerder uit de handen van de belhamels vandaan te blijven. Het komt aldaar meermalen voor dat meisjes niet ongehinderd op den weg kunnen passeeren, De heer P. F. M. van de Lint alhier, heeft te 's-Gravenhage met goed gevolg afgelegd het examen voor tweede stuur man voor de groote vaart. Do lijnwerker H., die te Niouwven- fiöp over prikkeldraad viel, dat door kwa jongens aldaar bij de electrische geleidin gen was gespannen, heeft daarbij een wond aan liet been opgeloopen. Een der ver moedelijke daders heeft een volledige be kentenis afgelegd. Dinsdagavond hield de heer J. 'Ai Vellekoop van Alp bon, in hotel „de Land bouw" alhier zijn laatste lezing, in dit win- terseizoan. Spreker had tot onderwerp ge kozen „de eeuwige toestand" en heeft don aanwezigen, die zn boaionde rede met voel aandacht vo'gden, een genotvollen avond be zorgd. Velen zullen den heer Vellekoop den volgenden winter ongetwijfeld hier gaarne weer in hnn midden zien. Naar wjj vernemen, is het mond- en klauwzeer in dezen polder zoover genezen verklaard, dat de bewaking geheel koo wor den opgeheven. KATWIJK AAN ZEE. Van de trawlvis- scherij kwamen Woensdag te IJmuidon aan de markt de loggers: K W 128 met f590, 8 met f1187, 57 met 1734, 107 met f514, 97 met f1077 en 144 met 1690 besomming. NOORDWIJïCERTDOUT. In café „v. d. Berg" had Woensdagavond een algemeens ledenvergadering plaats van de R. K. Kiea- vereeniging „Recht en Orde". De ingeko men namen van candidaten voor de aan staande Gemeenteraadsverkiezing werden be kend gemaakt. Ook werden plannen gemaakt met het oog op de uitbreiding van den Raad met vier leden. In café „De Zwaan" hield de afd. Noordwjjkerhout van den R. K. Volksbond een cursus-avond. Als spreker trad op do heer Ant. Angenent, piet het onderwerp: „De Ned. R. K. Volksbond op Sociaal Eco nomisch gebied." KIJNSBURG'. Alhier is aanbesteed het maken van ean uitbouw, toohtportaal, janz. aan de Ned. HerV. Kerk alhier voor reke ning van de Kerkvoogdij. Architect is de heer V/. Fontein te Loiden. De laagste in schrijver werd reeds door ons vermeld. Thans geven wij nog de volledige uitslag. Ingekomen waren ze biljetten, n.l. P. Kort, Rijnsburg, uitbouw f 18.961; ramen f90ü Zwanenburg en Van dar Bant, Katwijk, f17.900 en £600. W. Oudshoorn ea Zn Leiden, 117.696: en 1480. J. Verloop, Katwjjk, "17.000 en f-350. Lindcuburg, Hazerswoude, f 17.150 en 700. 1'. Duivenbode, Katwijk, 116B75 en 1515. SASSENHEIM. Ziekenhuis ver pi.apng. Zooals de lezers weten, beeft de eerste vergadering, over dit punt gehouden, ge;n resultaten opgeleverd, waarom de manne lijke leden ouzor gem een tr nogmaals waren opgeroepen. En er. is aan den oproep wel gehoor gegeven. De zaal van „Het Bruine Paard" was meer dan vol. Te ruim 7 uur opende Je burgemeester de vergadering en bracht nog even in herinnering, wat de heer Zwaan, van Zand- voort, heeft verteld over „Onderling Hulp betoon". aldaar. Hij hoopte, dat op hartelijke wjjze zal worden sameugewerkt, om een veremfging op te richten, dat allen zich één mogen gevoelen, waarna hij voorstelde met de be spreking der statuten te beginnen. Echter zoo ver was 't nag niet Eerst werden een soort algemeene beschouw'ngen gehouden, ingeleid door den heer K. van Breda, die sprak ais afgevaardigde van een ge houden vergadering door Protestantsch- Christelijken. Het bevreemde hem, dat de voorzitter niet eens informeerde, wat do vakvereenig'ngcn hebben gedaan, wat daar de geest is. Op bedoelde vergadering vond men het minder aangenaam, dat statuten en reglement al klaar waren. Namens die vergadering kon hg mededeelen, dat men deze statuten niet zou behandelen. We willen een vereeniging oprichten zoo het behoort. We aanvaarden geen automatisch bestuur. Dat kon vroeger, maar dat is uit den tijd. De raadsleden ziji! zeker wel bekwaam genoeg, maar wij roeenen, dat zoo iets remmend zal werken. We jnoeten deze statuten beschouwen als niet bestaande en den gemeenteraad er bui ten honden. De voorzitter antwoordde, dat hij zelf er heelemaal niet op gesteld was iri het bestuur te komen en hij dacht, dat de leden van den Raad er ook liever buiten blijven. Wat de statuten betreft, die heb ik ge maakt om voortgang aau den raad ta geven, zonder eenige bijbedoeling. Ik heb ze op ruimen schaal verspreid, zoodat velen ze hebben kunnen bespreken, waarom ik dacht, dat we ze nu wel konden behandelen. Om de menschen nu zoo maar wear naar huis te zenden, gaat niet best en dat zult u niet bedoelen. De heer Van Breda: Wij hebben dat ba- sluit genomen, wat ik niet tan veranderen. Ik misken uw goede bedoeling niet, maar ik kan niet anders. En over het bestuur zijn we het ai eens. De heer Lekkerkerker kwam even mede deelen, dat hij het werk niet aan dan burgemeester had overgedragen, zooals door sommigen was beweerd, doch alleen maar de medewerking van den Raad had gevraagd. De burgemeester had toen toegezegd bg 't tot stand komen der vereaniging behulp zaam te willen zijn. Hij had verzuimd dit in de vorige vergadering te zeggen, omdat hg het als van minder belang beschouwde. De voorzitter releveerde toen even, wat in de verschillende Raadsvergaderingen over deze zaak was besproken, waaruit bleek, dat de heer Lekkerkerker toch wol de zaak aan B. en W. had overgedragen. De voor zitter moest toen wel de koe bg de horens vatten en hij heeft niets buiten den Raad om gedaan. Da heer Lekkerkerker moest dus, zei de voorzitter, niet met zoo'n ver wijt komen in deze vergadering. De heer Lekkerkerker: 'k Heb het graag in uw handen willen leggen, maar ik heb het u niet gevraagd. Als het doel maar bereikt wordt, dan is het mrj onverschillig, wie het doet Voorzitter: Aan de bestuurstafel hier hebt n nog tegen mij gezegd: het spijt mij, dat die Gereformeerden niet meewerken. Over het maken van de statuten heeft u mg niet gesproken, 'k Meen dan ook, dat ik u hee lemaal niet heb voorbijgeloopen. De heer Dwarswaard: als burgers van Saesenheim respecteeren wij, dat u een burgervader voor ons wilt wezen, maar ik schaar mij aan de zijde van den heer Breda. De heer J. v. Diest sprak zeer verzoe nende woorden. Hij wilde geen onnoodige dingen er bij halen, maar zoo gauw mo gelijk een vereeniging oprichten, omdat daaraan groote behoefte bestaat, voor on- en minvermogenden. Voorzitter: dat is goed gesproken. Is men werkelijk van zins een vereeniging te stich ten, dan volgt het andere vanzelf. De heer Warnaar: Ik ben eenige weken afwezig geweest en heb pas nu de statuten ingezien. De voorzitter heeft getracht al len ender één hoed te vangen, geïnspireerd door de lezing van den heer Zwaan. Dat is een lofwaardig pogen. Ik ben er ook tegen, dat de Raad als bestuur zal op treden en met het maken van do statuten heelt de burgemeester naar ean vorm ge zocht om de zaak te laten marcheeren. \Ve moeten er alle politiek buiten houden. Maar is een vergadering als deze wel ge schikt, om de statuten te behandelen? Kan het niet in kleiner comité gebeuren? De voorzitter: ik ben bet volkomen met den heer Warnaar eens, wat het bestuur betreft, maar ben van meening, dat de statuten wel behandeld kunnen worden. Er is voldoende bekendheid aan gegeven. De heer Boeienga: de vorige vergade ring is uiteengegaan, om ruggespraak te houden met de vakverenigingen. Op die bijeenkomst heb ik de leiding gehad. Nu sta ik hier niet als predikant, maar als burger van Sassenheim. Ik sta geheel an ders tegenover mijn gemeenteleden, dan de pastoor tegenover zjjn parochianen. Men ziet mij van R.-K. zijde aan als do bonte hond, als iemand, die de zaak wil laten mislukken. Dat is geheel mis. Ik ben over tuigt) van de noodzakelijkheid van bedoelde vereeniging. 't Spijt me, dat we niet meer als op een blanco papier kunnen bandelen. Ik wil geen hartstochten wekken, doch de zaak heelt een voorgeschied.n s. Aan onze zijde wordt beweerd, dat de Bisschop van Haarlem er in is gemengd; dat de statuten behandeld zijn in Roomsche vergaderingen. Van R.-K. zijde wordt niet zao heel dik wijls de samenwerking gezocht met de Pro testanten, getuige b.v. een R.-K. Geiten- vereenig'.ng. Ook is gezegd, dat de R.-K. gsarn- willen samenwerken met het oog op een toekomstig Piusgestïcht. Wjj willen alleen gebruik maken van een groot zie kenhuis. En wat het bestuur betrelt: Wy willen een vrrj bestuur, samengesteld uit twee vertegenwoordigers van elk der drie ggoote kerkgenootschappen en één uit de kleinere. En we staan er op, dat er geen subsidie gegeven wordt van gemeentewege, 't Moet een zelfstandige vereeniging worden. Dit zijn zoo de voornaamste punten. Het zou een onbegonnen werk zijtn de statuten zoo ze daar liggen, nu te behandelen. Voorzitter: Hoe de Bisschop staat tegen over deze zaak? Met hem is neetemaat geen voeling gehouden. Hij staat er geheel bui ten. Het Piusgesticht heeft er niets mee te maken. Ieder kan gaan waar hij wil. De statuten zgn geheel een zaak van mij. Ik heb daar met niemand ruggespraak over gehouden. Of de R.-K. in deze achter mij staan, weet ik niet. Pastoor Thus: Ik dank den heer Boeienga voor het gesprokene, omdat ik merk, dat bij v3ór de zaak is. Ik hoop, dat er zegen op zal rusten en dat er een weg gevonden zal worden, dat de vereeniging tot stand komt. Ook ik ben voor een groot zieken huis. Dat ziekenhuis van hier ligt meer op de lippen, dan het werkelijk zaak is. De bedoeling daarmee is hoofdzakelijk iets te doen voor ouden van dagen en weezen en het verleenen van hulp, b.v. wanneer er een ongeluk gebeurd, dus in spoedgevallen. Wij hebben hier niets, om in geval van nood hulp te verleenen. De heer Boeienga: het verheugt mg, dat do pastoor zoo heeft gesproken. Hg staat in dezen dus aan onze z'jde en steunt du3 onzen wensch min of moer. Pastoor Thus: Ik heb met de vorige dominé's altgd prettig samengewerkt Dat is nu wel iets minder geworden. Ik hond van broederlijk samenwerken en ben er ook voor, dat van elke kerk twee leden in Lo# bestuur komen. Geen partij moet daar over- beerscben. De heer Boeienga: Nogmaals mijn dank, waar de pastoor ook in dezen met ons mee gaat. De voorzitter: Ik vind het treurig dat er gedacht is, dat de statuten eerst iui Roomschen boezem zouden z'jn behandeld. De heer v. d. Geest lichtte nog even toe, dat het geheele voorstel van ziektn- huisverpleging nit den Raad is voortge komen. De heer G. v. Tol: De heer Boeienga is zelfs nageschreeuwd door Katholieken, Dat heeft de zaak verscherpt. Do heer Bader: Wg betreuren dit ea keu* ren het ten zeerste af. Maar waar hion klare wjjn wordt geschonken, wil ik den heer Boeienga vragen, of hg heeft gezegd; dat wy graag willen samenwerken, omdat de Roomschen met de grootste ondersteu ning gaan strgken. Dat heeft ontstemming gewekt. En voelen de Protestanten niet, dat het onbillijk is. waar da R.-K. de meer derheid vormen, dat zij de minderheid in' 't bestuur zullen uitmaken? De heer Boeienga: Ik ben er absoluut onkundig van, hoeveel van elke partij er zou worden getrokken en waar de meeste werkloozen zijn. Bovendien vod ik veel te democratisch, om mg zoo uit te laten, 'k Heb er in 't geheel niet over gespro ken. Als da heer Bader mjj kende, zoü hg dat begrijpen. De heer Bader: Ik geloof, wat de heer Boeienga zegt, en bet doet mg genoegen, dat gehoord te hebben. De beer Boeienga: Ik heb er niet op tegen de R.-K. drie zetels in 't bestuur te geven. De heer Van Breda: Ik kan mg wel met het voorstel van den heer Boeienga ver eenigen, om de zaak tot een goed einda te brengen. Hierna werd een voorloopig bestuur be noemd, bestaande uit de heeren Bader, Bisschop, Krom, Warnaar, Van Tol, Breda,- Lekkerkerker en Speelman, met den heer Warnaar als voorzitter. Dit voorloopig bestuur zal nu komen me# conceptstatuten en reglement. VOORHOUT. In .Voorhouts Ned. Herv, Kerkgebouw gaf „Voorhouts Gom. Koor'' zijn 10e openbare uitvoering). Het Is eea heerlgke avond geworden. Do heer A. Tel- jeur van 's-Gravenhage liet zich als direo- teur van het koor van de beste zijde zienk terwgt hot koor zeer mooi zong. Da den Haan opende als eero-voorzilter met gebed, waarna h.t koor met het Bonds, lied inzette. Zonder iets te kort te doert aan do ve'.e andere met zorg, gekozen num mers van het programma, welke op su blieme wijze gezongen werden; ook znndec, iets af te dingen op de prestaties der medewerkers, die om strijd het beste gaven, willen wij alleen hierbij speciaal noem» mej. J. Hoogstraten van Sassenheim, die als soliste, „Son de stad Gods" op onver beterlijke wijze vertolkte, en als jong solista werkelijk veel belooft voor de Vereeniging. Psahn 118 van E. WettigWeisenbonJ gaf aan den zeker uiterst gonotvollen avond eon waardig slot, en de velen die het tjok volle kerkje vuldetn, w.o. ook burgemeee- ter. wethouder, raadsleden en vjerscnillendia notabelen, toonden zich dan ook uiterst te- vi eden. De lieer W. alhier ontving dezer dagen een prentbriefkaart, die volgens be# poststempel op 15 Juli 1907 te Hilversum v/as gepost, en alzoo meer dan 15 jared heeft noodig gehad om Voorhout te kunnen vinden. WASSENAAR. Woensdagavond ver gaderde de R.-K. Middlenstandsvereeniging ,,De Hanze" alhier. De vergadering was goed bezocht. Na behandeling van eenige ingekomen stukken werden tot bestuursleden gekozen de heeren J. Jonker en A. O. Leijen. Besloten werd tot opriahting van een so ciëteit. Tot lid der Commissie van Toezicht voor het Hanze-Advie3-Bureau, word aangewe zen de heer A. O. Leijen. Roman van G. HARDWIG. 83) Haar hart) vloog hein. te gemoet, haar voeten bleven echter op dezelfde plaats staan, waar zij waren. Richard ging in de tuindeur staan. Ge durende den rit van vior uren had' hij ein- dolijk wat van het zinbe too verend uur nog in hem voortleefde mot wortel en al uit gerukt. Toen hij met zijn paard den terug tocht hao ondernomen, dacht hij vol be rouw aan zijn onrechtvaardige heftigheid, en toen hij Mia, nu zoo zag staan met den bouquet rozen verlegen in haar hand, ging er voor het eerst een gevoel van hartelijk heid jegens haar door zijn ziel. Hij wierp de deur achter zich dicht en vloog het tuinpad op. Zonder een woord te «preken, nam hij haar hand en drukte die aan zijn lippen Zij liet de rozen vallen, zóó wild bonsde baar hart. ,,Kun je mij alles vergeven?" zei hij zacht en legde haar hand op zijn voor hoofd. „Ik ben ziek geweest en zal nu ge zond worden, door jou." Zij begreep hem niet. Zij hoorde sleohts zijn gedrukte stem. „Wat kan ik...?" fluisterde zij verlegen. Richard legde den arm om Mia's schou der. ,,De liefde Mia, herinner je je niet, ver draagt alles, hoopt alles l" Zij knikte. Het was de spreuk bij haar inzegening geweestzij stond vast in haar hart gegrift. „En verdraagt alles," fluis terde zij lachend. „Ja," zei bij en haair onschuldige oogen gaven hem troost en vreugde voor rijn ziel. „Maar vergeeft vooral allee!" Toon zy nog steeds half verlegen zweeg, nam hij haar armen en spreidde ze uit. Het bleed begon sneller door haar aderen te stroomen. Zij sloeg de armen om rijn hals en vlijde haar hoofdje innig gelukkig aan zijn borst. Hij legde vervolgens haar arm in den zijne. Zoo wandelden zij samen het pad af. „Toen ik da-ar straks boos van je weg ging," zed hij hartelijk, „kwam een herin nering bij mij op aan iete, wat ik meende reeds te hebben vergeten, jij stond t oaar zoo ver van af, als die ster hier boven. En zoo zal het altijd bij alles zijn, wat- inij ver heugt en kwelt. Jij hebt er bedemaal niete ntee te maken, Mia. Wanneer je maar eerst wist, hoe het toeval ons beheerscht. Slechts geboorte en dood rijn zekeral het andere is toeval. Men doet zoo dikwijls, wat men niet doen moest, en doet het, omdat men niet anders kan. Zoo komt het onrecht in do wereld." „Jij doet altijd, wat behoorlijk en goed is," zei zij, haar wangen tegen zijn schou der leggend. „Ik bedoel, met een goede bedoeling wordt niets sleohts gedaan, en een slechte zaak heeft geen gcede bedoe ling. Het rijn, zei dominee Seller, de be de nkelijkste dingen, die men tracht voor zichzelf te verontschuldigen." „Wat niet te verontschuldigen is," eed hij, terwijl hij haar arm vaster tegen rich aan drukte, „is toch soms te vergeten. Zoo v«r reikt ook de wijsheid der predikan ten. In dit leven hebben wij het meest be hoefte aan zachtheid en liefde der vrouwen. Elke man heeft hieraan behoefte, geloof mij. Ik ook, kind! Ik ook!" „Dat moet je niet zeggen," fluisterde zij <üep bewogen. Ik zie tegen jou op als tot die ster daar. Heb schijnt mij, dat ik door jou word opgeheven uit al mijn gedachten, met heel mijn liefde. Het ia of allés, wat ik vroeger voelde, ook voor jou zoo onvol ledig is geweest als een struik, die eerst nog moet bloeien." „En bloeit hij u?" vroeg hij lachend, ter wijl hij haar naar rich toe trok. Zij knikte. Toen nam hij haar hoofd tusschen rijn beide handen en kuste haar voor de eerste maal mot een inner lijken drang. In het blauwJakeiisohe toiletje, met de jockey-muts op het blonde haar, trad Mia Mersbaoh's kamer binnen. „Is het zóó goed" Geen oogenblik kwam de gedachte bij haar op, dat rij in dit nauwsluitend japon netje er zoo verrukkelijk uitzag. „Prachtig! Ik ben dadelijk tot je dienst. Zoo juist ging de postbode voorbij.5' Zij greep naar rijn hand. „Je zult toch niet ongeduldig worden?" De bediende bracht juist op dit oogen blik de morgenpoet binnen. „Iets voor mij?" „Niets," zed hij, de adressen bekijkend. „Dat dominee Seller toch niet» meer van zich laat hooren „Neem toch geen notitie meer van Sel ler. Jullie belangen loopan boo uiteen; dat ia de reden.9 Mia. keek onderzoekend, de kamer rond. „Ik zou heuscli er op durven zweren, dat hier bloemen waren." „Waar zouden die dan vandaan komen?" Hij hield het laatst ontvangen couvert in de hand. Een eenvouoüge, witte enveloppe en daarop een kort adrespoststempel Mo naco. Maar uit dit couvert stroomdo een zoete, fijne geur als een zoete, lokkende verleiding, als ware het een opium droom, waarbij verlokkende tafreelen in do ziel binnensluipen en daar schijngeluk geven. „Ik kom dadelijk achter je aan," zei hij haastig. „Haal jij int-usschen jo handschoe nen maar." Was dan die onzalige gedachte nog niet geëindigd? En liij meende anders dat mon ster den kop te hebben ingedrukt. Nu leefde bet echter weer op de ge dachte kwam weer opnieuw bij hem op. Hij scheurde de enveloppe open. Een geïllustreerde briefkaart viel er uit. „Sou venir de Monaco." Maar Moraaoo was door gestreept'. „Souvenir" was allee® blijven staan. Aandenken, niet vergeten, mis schien ook hopen 1 Alle6, alles stond in dit eene woord te lezen. Hij hield de kaart in rijn handen en ademde den adem in, die daarover gegaan was, van haar tob hem. Ondanks zichzelf was de herinnering hem te machtig. Hij boog zich over de plaats, waarop haar hand had. gerust, toen zij de wcorden had doorgestreept, en kuste die plek. Toen nam hdj de kaart echter weer, scheurde haar in kleine stukjes en wierp# deze in den papiermand. Tot op dit oogenblik was het in <te ma- pége stiL „Kom!" zei Mersbaoh on hielp Mia in het zadel. „Wees maar niet bang; er zal je niets overkomen." Dat oogenblik kon hij maar niet verge* ten, waarop hij Alexandra Louise voor de eerste maal op haar paard had gezien, toen zij meeging op jacht, en rij ct boo flink en mooi onder dbn zwarten hoed uitzag, veel voornamer dan al de anderen. Wan neer hij het niet had geweten, hij zou in ha-ar toch onmiddellijk de Vorstin hebben erkend. En nu kende hij ook de leegte van baar hart, die haar alleen tot hem had ge voerd. En plotseling kwam het als een verlich ting over hem, als een helder inzicht on ala de verlossing. Zij was een vrouw, die medelijden vroeg zonder het zelf te weten. Geen liefde, maar medegevoel wild© en mocht hij haar geven, zoo lang haar trotsoh hart het leed op aar de droeg. Hij keek in Mia's gelaat, dat nood van opgewondenheid was, als ware hem een pak van het hart gevallen, liet het paard stil staan en ging naar haar toe, om haar te hoeren, haar hanc# te grijpen. „Och, Mia, wanneer jo maar wilt geloo- ven, dat ik jouw rust en jouw geluk steeds voor oogen heb." „Waarom spreek je daar toch steeds weer over?" zei ze lachend. „Je geeft die immers allebei in zoo hooge mate." Hij stond naast het paard en keek naar haar op. „Werkelijk? Ik kan het haast nietgcloo- veuhet schijnt mij dikwijls toe, dat een onuitgesproken vraag over je gericht glijdt"- - v ~- {Wordt verroJyd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5