De Prins uit hetSprookje
No. 19311.
EERSTE KAMER.
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON
Lggap—m—mw—
g) BUITENL. WEEKOVERZICHT.
a
'l Beeds eenige malen hebben wij er op ge-
weaen, hoe Frankrijk aan één kant gaarne
van Duitschland 'volledige soaadevergo.ding
sou hebben maar aan den anderen kant
toch ook weer niet; bevreesd, dat een tot
betalen in staat zgiid Duitschland een be
dreiging zon vormen voor haar veilighoid.
Boe betaling en beveiliging hand a,)n hand
konden gaau, het is ons nimmer duidelijk
geweest on \v® zien de mogelijkheid van
combinatie nog steeds niet in. 't Is echter
ai zeer bedroevend, dat Engeland's premier
Jkrnai' Law, die bij het debar over het adres
van antwoord op de troonre'de van koning
George onomwonden het bovenstaande uit
sprak, op zich zelf al een bowijs, hoever
het met de entente is gekomen! dat
blijkbaar evenmin overzien kon. Zijn rede,
beeleniaal in mineur gehouden, bood daarom
ook geen enkel perspectief voor de wereld
in het algemeen en voor Europa in 't bijl*
zonder. Hij zette uiteen, waaraan het raan-
fóldo, doch beschikte niet over geneesmid-
elen. Zoover is het dus gekomen, dat de
leidende figuren wel de ziektea weten, maar
'ze niet kunnen genezen, Do ziekten
woekeren dernalve voort en wat de govol-
igen zuilen zijn? Wie durft het to voor
spellen? De Fransche slag in het Koergè-
jbied treft Europa in een van zijn slag-
aders en wordt niet op lijd het blooden go-
stelpt, dan bloedt de patiënt dood!
Veiligheid wil Marianne, doch zelf doot
het letterlijk alles, om die tot eon aanflui
ting te maken. Volmaakte veiligheid voor
een land. voor zoover daarvan ooit sprako
zal kunneu zijn, zal moeten komen van do
ziido van een model Volkenbond. De huidige
is nog slechts een armzalige copie van
wat het worden moei, Verboter.ng werkt Ma
rianne zelf tegen door b.v. Duitschiand's
toelating beslist te weigeren en door
een brengen van de schadevergoeiingsaf-
ïaire voor dozen Bond al evenzeer af te
wjjzen met do grootste beslistheid. Draf
ting's pogen heeft volledig schipbreuk ge
leden.
Er zijn in Engeland stemmen opgegaan,
flia zeiden: was hot Fransch-Engolsch-Ame-
rikaansch garantieverdrag maar gesloten,
'dan zou alles er anders voor staan. Tot op
zekere hoogte willen we dat toegeven. Wan-
beer Amerika zich niet had teruggetrokken,
maar conform het verdrag van Versailles
had meegedaan, werkelijk, we gelooven niet,
dat het nu zoover met Europa zou z'ja ge
komen op dit oogenblik. Op den langen
duur echter? Welke'.garantie boadgenoot-
j schappen geven voor den vrede, welke ga-
.rantie bondgenootschappen zelfs in zich zelf
'dragen, de jongste wereldkrijg heeft het
aangetoond. Wauneer tfe belangen wegvallen
voor nakoming van beloften, vallen maar al
te dikwijls de beloften mee.
Frankrijk staat in ieder geval thans alleen
en daarom poogt het Duitschland to vernie
tigen'of aithans klein te houden. Zou men
daar kt an zoo kortzichtig zjn to meenen,
dat één land als Frankrijk op den duur oen
ander kan knechten? Een tijd ja, een fangen
-tijd zelfs, ja, maar altijdNooit. En wat
'dan? Dan wordt met woekerwinst terugge
geven, wat ontvangen is. Beslist overtuigd
zijn we daarom, dat eens Frankrijk zelf Poin-
oaré en zijn bewind z.al verfoeien als oen
ramp voor het land. En helaas voer heef
verder Europa. Wat algemem than; wordt
erkend door Frankrijk',; vriend on vijand
maar men laat het allemaal op zjn beloop.
'Après nous le déluge
Van een e.nstige kenter.ng- i immers nog
nergens sprake. Weliswaar heeft üouar Law
dreigend den vinger opgestoken: bedenk wel,
Marianne, dat een terugnemen van mijn itos-
pen aan den Eijn beteekent een finale breuk
dor entente, maar that's all. Frankrijk rea
geert ook niet .op het dreigement, behalve
dat het de mislukking van de Roer-actia
waarvan men zich langzamerhand toch ook
instinctmatig bewust begint, te worden, al
(beet het officieel nog altijd, dat. het best
'gaat. op Qigelsche reken'ng wil gaan schui-
(iven. Had Engeland meegedaan, dan had
JfDuilschland nimmer zoo'n lijd el ij.: verzet
durven ontketenen, dat nog met. onvermin-
'derdo kracht voortduurt, de elkaar opeen
volgende nieuwe sancties t-ot-'cerend; Enge
land', s houding en vooral zulke officieele uit
latingen over de verwachtingen van de
Eoer-actie stijven juist dat verzet. Zoo heet
het tthans bijkans unisono mt Franscnén
koker. Wel erg gemakzuchtig geredeneerd I
Maar voor 't binnenland nog wel inslaand.
Hoo lang nog?
Speciale ongerustheid gaat in Frankrijk
wekken, dat, terwijl de mark at weer is ge
stegen tot ruim het dubbele van waarop zij
af heeft gestaan, de franc blijft zakken.
Op zich zelf ook een vreemd verschijnsel,
want zoo Frankrijk door do Roeractie schade
1 jdt, Duitschland niet minder, vooral niet na
de isolatie, waarin a! het bezette gebied
ten aanzien ran onbezet Duitschland is ge
bracht De oorzaak wordt gezocht in het
ter markt brengen door de Duitsche Bank
van buitenl. wissels. Van vertrouwen is
immers geen sprake, meer. Maar dun ver
mindert Duitschland's betaalvermogen op
nieuw, want volhouden kan bet dat toch
niet, zucht men in Frankrijk en men roept,
zich op de horst slaande: zie jo nu. hoe
gemeen die Duitschers zjn! Alsof die ge
trapte Duitschers nog langer zullen sparen
voor schadevergoeding can een land, dat in
ernst daarvoor vreost
Maar helaas is de vrees gewettigd, dat
deze stijging tijdelijk zal Z'jn en du3 bside
valuta zullen kelderen! Want de een zit aan
den ander vast, zooals do kwestie der scha
devergoeding aan die der geallieerde schul
den, waarvoor Frankrijk zich ook Oost-In
disch doof houdt
J I Vergadering van gisteren.
Erfopvolging.
Aar. de orde is het wetsontwerp tot wij
ziging en aanvulling van da bepalingen van
het Burgerlijk Wetboek omtrent de erfop
volging.
Mevr. rOTHUISSMIT (S.-D.) spreekt
een enkel woord ten gunste van da positie
der natuurlijke kindereu en betreurt de ver-
werping van het amendement-Oud, dat daar
in verbeter mg wiide brengen.
Het wetsontwerp als geheel, acht spr.
goed, doch juist daarom vindt zij liet des
te meer jammer, dat art. 985 niet ge
schrapt is. Bij deze wet wordt het onder
scheid tusschcn het natuurlijk cn wettige
kind weder vergroot, terwijl het juist een
maatschappelijk belang is, dat do positie
der natuurlijke kinderem verbeterd wordt.
Spr. wil dan ook aan don Minister twee
vragen stollen, nl. of de Minister be-eid
is met een bet-orc regeling van dc rechts
positie van het natuurlijke kind to komen
en zoo ja, in wclko richting hij dan denkt
to gaan? Zullen ook de onwettige, niet.
orkendo kinderen in die regeling worden
betrokken?
De heer SL1NGENBEBG (V. D-. zegt,
dat dit wetsontwerp tweo belangrijke wij
zigingen bevat, rib ten aanzien van liet
erfreehfc ab int. o sta to cn van het orf-
iccht bij vast-erf. Spr. lean zioh met den
inhoud van het vvetsontworp «eer wel ver
eenigen, doch «ou gaarno ten aanzien van
enkele punten eenige nadorc inlichtingen
ontvangen. Intusschen juiojtt spr. do bepa
ling van de erfopvolging in het algemeen
toe.
Do verre biooifTorwantsokap treedt ia den te-
geaiwoordigeu tijd vcol mandor sterk op den
vooiiprojiid dan in hot vorledoa. Door een beper
king lot don zesden graad worden <t.ui ook n ie
mands boUiugon gteohaad. Aruirakonlijk liad de
Minister een beperking tot don dorden graad
voorgesteld ,<looh persoonlijk ruilt spr. de be
perking tot don zesden graad, waartoe de Mi
nister bij nota van wijziging besloot, boter.
Een andere belangrijke wijziging acht
spr. de regeling van do positie der echtge-
nooten. Tegenover de daartegen aangovoudv
bezwaren constateert spr. dat de Minister
terecht de belangen van hot gezin heeft
doen praevoleeron. Kan Spr. zich dus met
de hoofdpunten van het wetsontwerp zeer
wel vereenigen, teii aanzien val) dnkele ar
tikelen moet hij eenige bedenkingen opperen
en inlichtingen vragen. Zoo kan spr. zich
o.a. niet vereenigen van hot ontkdnnende
antwoord door den Minister gegovon op
de vraag of door (lit ontwerp niet jn som
mige gevallen afbreuk wordt gedaan aan
de bepaling van art. 955 Burgerlijk Wetboek.
Spr. zou gaarno zien,, dat de Minister
ten aanzien van de hnwelijksche voorwaar
den alsnog een novelle indierude, waardoor
zou komen vast te staan, dat deze nis een
overeenkomst moeten worden beschouwd.
Een zeer ernstig bezwaar is ook, dat ondor
curateele gestelden en krankzinnigen, die
getestateerd hebben toen zij nog gezond
waren, doch van de nieuwe wet geen ge-
biuik kunnen maken, de erfenis verdeeld
Zit worden op andaro wijze "dan (1e erf
later heeft bedoeld. Voorts brengt spr, r,og
het beklemrecht ter sprake, dat in Gro-
r.irgen het geheelo grondbezit beheerscht.
Professor Cohen heeft den Minister in over
weging gegeven om te dien aanzien een
speciale beopaling te maken en deze heeft
dit dan ook gedaan. Doch was zulks wel
noodig? Het beklemrecht toch wordt be-
heerscht door een overeenkomst.
De heer ANEMA (A. R.) wil een korte
opmerking maken over de. aJgemeene sociale
strekking van het ontwerp, in tegenstelling
met den vorigen spreker, die zich mees
met de techniek bezig hield. Ofschoon de
techniek stellig niet van belang ent',bloot
is, gelooft spr. niet, dat de bestaande be
zwaren aanleiding tot een novelle behoeven
te geven. II ij erkent verder, dat eon nadere
regeling van het erfrecht der gchtgenooton
en een 'bepaling van het erfrecht tot dau
zesden graad in overeenstemming is met
de algemeen geldende gevoelens. Overigens
kan hij het weisontwerp niet anders daji
met kahno belangstelling beschouwen. Het
doel om da positie van den overlevenden
echtgenoot to verzekeren geschiedt minder
door wettelijke regelingen dan wel door
hetgeen hel maatschappelijk leven ze't voort
brengt, -zooals pensioen, levensverzekering,
steun van bloedverwanten, heb rïiefc op-
eischen van het kinderlijk erfdeel, enz. ïfct
wetsontwerp is dus niet anders dan e»i
wettelijke bijdrage tot hetgeen de .maat
schappij reeds gevormd heeft. Bovendien
blijft zijn beteekonis in hoofdzaak beperkt
tot dc kleine inboedels en de kleine gö-
tzfrnnen. Overschat spr. de sociale betes-
kemis van het ontwerp dus niet, toch zal
hij er zjjn stean aan geven en juicht hij
de indiening er van toe. Te bejammeren is
echter do verwerping van het sub-amende-
mcnl-Oud om do eerste f2000 van den
boedel voor den overlevenden echtgenoot
vrij te laten. Had de Eerste Kamer het
Techt vsd amendement, dan zou spr. nog
eei^ amendement betreffende hst» V'oraus"
indienen.
De VOORZITTER: Op de gereserveerd®
tribune hoor ik aanhoudend hard praten.
Ik verzoek stilte. (Op deze tribune bevinden
Zich alleen het lid der Eerste Kamer, da
heer Schonfeldt, en één bezoeker, die naast
hem is gezeten. Op een afstand zit nog
een dame).
De heer ANEMA betoogt verder, dab
hij de bezwaren inzake de regeling van
de rechtspositie van het natuurlijk kind,
door den heer Visser van IJzendoom en
mevr. rothuis—Smit naar yoren ^gebracht,
niet kan deelen. Rosumeerand verklaart s;>r.
dat hjj vöór het wetsontwerp zat stemmen.
Het is oen overgangsstadium van het familie-
erfrecht naar het gezina,erfrecht en betee
kent een practische verbetering.
De lieer VAN LANSOHOT (B.-K.) meent,
dat het bezwrmr van de Broeder-schap der
Notarissen swrtiqe afkondiging
van dit wetsontwerp, gemakkelijk door den
Minister is te ondervangen. Het bezwaar,
dat daardoor moeilijkheden zouden rijzen
ten aanzien vtrn lieden, die middelerwijl
ster-ven blijft altijd bestaan, tenzij men den
termijn zoo kort mogelijk ste'.t, hetgeen
echter niet in de .bedoeling ligt. Met be
trekking lot de bezwaren dier notarissen!
tegen de bepalingen omtrent het vrucht
gebruik van don langstlevenden echtgenoot,
stelt spr. de vraag of het voorzichtigheids
halve niet beter is, dat naast de stipulatie
van het vruchtgeh-uik de overlevende echt
genoot onterfd wordt. Ook zou spr. gaarne
vernemen of in zui'k een gsral artikel 965
B. W. van lcracht bliift.
Do hear HOFFMANS R. K.) vraagt
don Minister nog een inlichting naar aan
leiding van de practjjk, die gevolgd wordt
in ge-ral er drie broers zijn, waarvan aan
één hunner het vruchtgebruik vermaakt
wordt
De Min. van Justitie, de heer HEEMS
KERK, is van oordeel, dat het de taak
vtrn den erflater is om jn de eerste plaats
liet faniiliegosd aan zfia gezin over te ge
ven Op do vraag of het verleenen van
vruchtgebruik een onterving inhoudt kan
niet een te pertinent antwoord worden ge
geven. In het geval door den heer 'Hoff-
mians gesteld zou spr. geneigd zijn te zeg
gen, dat de beide andere broers den Moe
ten eigendom verkrijgen. Overigens is dit
.een vraag, dio spr. niet behoeft te borat-
woordenjndien de heer Hoffman; hiermede
moeilijkheden ondervindt wende hij zich tot
oen advocaat. De kwestie van do toepas
sing van art. 965 verbast iets van haar
bofeng doordat de vruchtgebruiker het goed
kan opmake-D, tenzij lut onder beheer ge
steld wordt, hetgeen bij erfrecht ab intes
tate moeilijk gaat. Da door spr. voorge
stelde regeling acht hij dan ook de meest
ari.,gewezen». Hetgeen de Broederschap van
Notarissen heeft gedaan was oen wel wat
zor.derlingo wrjze van gebruik maken van
het recht van petitie. Do notarissen Jiobbert
do regeering als eon „quantité negligeible"
b&sihouwd. AUeen door de beleefdheid van
een lid der Kamer heeft het departement
van doze zaak konnis kunnen nemon en
eau gevoc-rde bespreking door een referen
daris kunnen doen bijwoodn.
Wat de regeling inzake het erfrecht van
den tweeden echtgenoot betreft, de proetijk
zal loeren, dat de Tweede Kamer bij liet
aanbrengen van hare wijziging tan 'deze,
in oen te éénzijdige stemming heeft ver
keerd. Met het woord „oude gek" voor
een man, die o? rijper on leeftijd" niet een
jeugdigo vrouw trouwt, is deze zaak niet)
op te lossen.
De eenvoudigste wog om de inwerking
treding dor wet te ver3chi(iven is niet al
to voel haast te maken met de plaatsing
in het tl taatsblad. Spr. acht liet echter
niet raadzaam te voren mede te deolert
hoelang hij daarmede zal wachten. Het besta
is, dat da menschen düe hun testament!
wcnscliMi te veranderen, zulks maar zoq
spoedig mogelijk doen en dat hieraan be
kendheid wordt gegeven in de bladen, met
namo in de vakpers.
Spr. is bereid nauwkeurig te. overwegen
of voor hen aanleiding bestaat een nader
voorstel te doen ten aanzien van Tsrank-
zinnig gewordenen of onder cprateele ge-
stelden. Welk resultaat die overweging zal
hebben kan hjj echter nog ritet zeggen.
Eïerop wordt gepauzeerd.
Na do pauze zet de MINISTER YAN
JUSTITIE zijn rede voort en betoogt, dat
de rechteposillio van hot- natuurlijk kind
in zake liet erfrecht 'in dit ontworp met
kon geregeld worden ën om formeel be
zwaar én met het oog op art. 955 B. W.
dat het maximum van het erfdeel van het
natuurlijk kind Is vastgesteld en 'dat spr.
niet wenscht te schrappen.
In Engeland bestaat meer testeervrijheid
op dit punt, doch spr. wil dit voorbeeld
niet navolgen, zelfs «iet al doet de Staats
commissie-Limburg daartoe o:-n voorstel. Ee
dient onderscheid te blijven bestaan tusschen
wettig en natuurlijk kind.
Do heer- HOFFMANS repliceert.
De hoer SLINGENBEKG repliceert. Spr.
is gerustgesteld inzake het beklemrecht/a
Niet in zake do huwelijksche voorwaarden
on dc erfopvolging van hen die krankzinnig
zgn geworden. Zi. i3 een novelle te dsaen
noodig.
De MINISTER VAN JUSTITIE dupliceert
cn verklaart zich bereid een overgangsbe
paling te overwegen.
Het ontwerp wordt hierna zonder hoof
delijke stemming goedgekeurd.
Het wetsontwerp in zake de Oranje-Nas-
sau-orde wordt aangehouden wegens afwe
zigheid van don Minister van Binnenland»
sche Zaken.
Do Voorzitter verdaagt hierop de veb-
gaderiug.
!v (Zitting vao gisteren).
Interpellatie-van Ravesteqn.
De heer VAN RAV0STEYN vraagt eetf
interpellatie aan betreffeade onderhandelin
gen met de regeerii\g te ^.ngora in ver-»
band met de opheffing dor capitulaties,
waarover Dinsdag wordt beslist.
Persoonlijk feit.
Mej- VAN DORP, zal van den heer Vatf
der Waerden voor de beleediging door diens
interruptie „ploertig", alleen onvoorwaar
delijke vero-ntschuhligingen aanvaarden, i
Bioscoop-wct.
Voortgegaan wordt met de behandefinj
van do Bioscoop-wet.
Art. I.
I>e lieor SMEENK (A. B.) licht toe oen
amendement om in het tweede lid onder;
2e. te leien
Roman van G. HARDWIG.
2P)
Zij vroeg niet of hij oven geUvk-kig was
als aij. Dat was immers vanzelfsprekend,
meende zij.
I „Och, indien er toch maa-r geen einde
aan dezon dag kwam! Hij is 7.00 heerlijk!''
,,En gauw zal je nu met mij alleen zijn,;'
*ci hij, zonder dat ook maar het minste ge
voel van geluk hem doortintelde.
Hij dacht aan een ander moment van al
leenzijn waarin hij, goh eel onder de beko
ring van iemand, zich duizelig van geluk
Ifcftd overgegeven aan heb genot van door
-gcon derde te worden gehoord.
Hij kon hot niet beletten, dat deze her
innering hem als een doodssteek iu het
hart trof.
Hij moest de leugen echter doorzetten,
-verder voortgaan de comedie an zijn huwe-
lijk te spelen.
En terwijl hij daaraan dacht, zag hij
Mia's oogen zoo onschuldig lachen. „Met
jeu alleen te zijn, is het aller-allermooi-
6te," zei ze vroolijk'
Een gevoed van ontroering en bitterheid
overviel hem. ,,Wij hebben niet veel tijd
meer.'i
Het was Mia op clezen dag geheel onver
schillig of iemand over haar verrukt was
of niet
De Barones klopte haar zoon op den
houder.
„Wij zullen dadelijk opstaan, Riioharxï.
Terwijl dc koffie rond gereikt wordt, kan
Mia zich verklceden. Juffrouw Lüdors kan
helpen, zorg daarvoor.-'
Zoo geschaakt te worden leek dc jonge
vrouw alleraardigst. Wip Nicttoganstaan
de haai* sleep was zij in oen o ogenblik in
haar kamer, waar zij mot een diepo bui
ging door juffrouw Lüders als heeirsokertfc
van Elbental werd bogroct.
Eigenlijk vond zij het jammer, krans en
sluier zich zoo maar of het een gewone
hoed was uit heft haar te laten nemen;
maar hij wachtte immers. En het oham-
pagnekleurige lakcnsohe japonnetje met
"heb geslikte jacquet je en de groote hoed
met veeren was toch ook veel gemakke
lijker. „Komt mijn man mij halen?" vroeg
zij en zij bloosde onder den bewonderen-
den blik van de kamenier.
„Ja, zeker, Mevrouwde Barones!'-
Zij keck nog eon rond in de kamer, welke
voor hear een paradijs scheen geworden
sedert Richard haar zijn liefde had ge
schonken. Nu was zij veel te eng geworden
voor haar groot-, groot gelukdaarvoor
moest zioh de wijde wereld openen.
„Ben je klaar, Mia?"
- Het was maar één o ogen-bliknauwelijks
hoorde zij zijn stem. of tegelijkertijd; was zij
reeds naar hem toegevlogen.
Toen zij de trap afdaalden, voelde hij
haar ann op de zijne beven.
„Ben je bevreesd?" vroag hij, haar be
koorlijk gezichtje opheffend.
„Het is ohm fluisterde zij en zij-wist
niet, dat haar oogen vol tranon stonden.
„Ik kreeg opeens zoo'n wonderlijk gevoel
over mij, maar nu is het reeds weer
voorbij.
„Je moet nooit bang voor mij zijn," zei
hij, terwijl hij haar licebc wangen streel
de.' „Ik zal maar neon, hierover straksv
Mia als wij alleen zijn."^
Hij brak haastig zijn zin af en bracht
haar beneden.
Toen zij in de deur vorsobenen, werd oen
luid gejuich aangeheven. De feostgemootn
voor da huwelijksplechtigheid stonden
vcor de ramen en op het balkon, tarwe
korrels te strooien gelukokorrols.
Mersbach haastte zioh aan deze plechtig
heid te ontkomen.
,,Kom, kom," fluisterde hij, hielp haar
vlug in het rijt-uiig, niet lettend op de
vreugde, waarmee Mia deae verrassing op
nam, en drukte haar naast zioh in die kus
sens.
„Vooruit !'-
Een kort oogenblik drong het roepen en
juichen nog tot hun ooren door.
In de Residentie was natuurlijk reeds
lang bekend, op welk uur het jong© paar
oaji bet station zou aankomen. Ten-gevolge
hiervan had-zioh een groote menigte naar
het perron gespoed en was de wachtkamer
geheel vol.
Mérsbach, wien deze opdringerige nieuws
gierigheid -hinderde, ergerde zich- over
'Mia's kinderlijkheid, die zich over deze
drukte verheugde zonder te beseffen, dat
haar persoontje het. middelpunt van de al-
geroeene belangstelling was.
„Neem van deze dwaze menschen toch
geen notitie," zei hij, haar zoo vlu>g moge
lijk naar den gereserveerden coupé voe
rend, die door beminlijko handen met ro
zen en mirten was versierd.
Zij klapte van plezier in haar handen.
„En blijven wij hier nu heelemaad alleen
«ttenr
Toen do trein zich langzaam 111 beweging
zotte, greep zij zijn hand en haar gezicht
pam een omstlgo uitdrukking, aan.
,,Ik heb viermaal in eon trein gezeten.
Allijd ondor zeer treurige Omstandigheden.
I>e eerste maal, toen ik naar het pensio
naat ging. Dan, toen tante Kamilla op
sterven lag. E«n goede hemel, met welk een-
angst do laatste maal naar de oude Prin
ses Nooit heb ik van een reis kunnen ge
nietenaltijd huilde .ik onderweg."
„Arm kind!" zei hij, half lachend, half
medelijdend.
Ala hij maar een vonkje van verlangen
in zioh had kunnen wakker roepon, maar
heel even oen gevool van vreugde over hem
was gekomen
Hij wist hot immers, dat op dit oogen
blik Alexandra Louise in chn goest tegen
woordig was niet allee-n op dit, maar in
alle toekomstige oogenbkkken, welke do
belofte voor hét altaar brarn zou brengen
tegenwoordig met haar zenuwachtig lachje
«lat zooveel smart, zooveel hartstocht wist
tn verbergen met de brandende blikken,
die een wereld van liefde en leed in zich
verborgen.
En het was hem alsof hij de jonge vrouw
aan zijn zijde van zich af-moest stooten.
„Maar dezen keer verheug ik mij buiten
gewoon," fluisterde Mia met een stralen-
den blik, terwijl zij twee rozen uit een guir
lande plukte. „Dezen keer ben ik werke
lijk verheugd. Wa/t zou die oude Hoogheid
wel zeggen, als ik hier begon te dansnn 1
Mag ik, mag ik deze roos op je borst ste
ken?"
Zij boog zich hem toe en legde haar
hoofd tegen zijn wang.
„Wanneer je het aardig vindt, zeker!"
„Aardig, neen," zeide zij, hom teedor
aankijkende. „liet schenkt mij groote
vreugde."
Zij stak de bloem in hot knoopsgat en
klapte in de handen..
„Steek je nu de andere op je borst,
Mia."
Zij stak zich c3c roc« op do borst, zonder
te vermoeden hoe allerbekoorlijkst zij er
uitzag, toen zij met een blosje van verle
genheid en geluk hem zacht toefluisterde
„Je wilde mij nog iets zeggen, weet jo nog
wel? Tosn wij dc trap afgingen, zei jo het
liever te willen zeggen, als wij alleen wa
ren en nu zijn wij immers alleen."
Hij bedacht zich een oogen blikje. „O j*,
jé was bang
Hij nam l'-aar hand stevig in de zijne.
Dé leugen en bet verraad, die hij aan haar
vertrouwen had begaan, schrijnden hem
diep in het- hart.
„Wanneer twee menschen samen in het
huwelijk treden, betreden zij beidon oen
nieuw land. Ik zou zoo graag willen, dat
jij mij zooveel vertrouwde, dat ik je leider
kon zijn
Dezo'Wensch leek hem zoo weinig bevre
digend toe, dat hij haastig afbrak.
„Niets gevoelen dan vreugde over hot
bezit van de geliefde, aan niets denken,
dan aan het eerste alleenzijn, zichzelf ver
geten en zich ver boven het aardsche ge
voelen in dc armen der liefde."
En nu stotterde hij daar nuchter zoo iela
van een vreemd land en van een leids
man zijn.
Haar onschuld nam deze dorre wijsheid
voor werkelijke bewijzen van liefde op.
„Jo moet» vroolijk en gelukkig zijn, dat
is alles wat ik wensch," zei hij, haar- handje
aan zijn lippen brengend.
(Wordt vervolgd).JrN