De Prins uit hetSprookje No. 19311. EERSTE KAMER. TWEEDE KAMER. FEUILLETON Lggap—m—mw— g) BUITENL. WEEKOVERZICHT. a 'l Beeds eenige malen hebben wij er op ge- weaen, hoe Frankrijk aan één kant gaarne van Duitschland 'volledige soaadevergo.ding sou hebben maar aan den anderen kant toch ook weer niet; bevreesd, dat een tot betalen in staat zgiid Duitschland een be dreiging zon vormen voor haar veilighoid. Boe betaling en beveiliging hand a,)n hand konden gaau, het is ons nimmer duidelijk geweest on \v® zien de mogelijkheid van combinatie nog steeds niet in. 't Is echter ai zeer bedroevend, dat Engeland's premier Jkrnai' Law, die bij het debar over het adres van antwoord op de troonre'de van koning George onomwonden het bovenstaande uit sprak, op zich zelf al een bowijs, hoever het met de entente is gekomen! dat blijkbaar evenmin overzien kon. Zijn rede, beeleniaal in mineur gehouden, bood daarom ook geen enkel perspectief voor de wereld in het algemeen en voor Europa in 't bijl* zonder. Hij zette uiteen, waaraan het raan- fóldo, doch beschikte niet over geneesmid- elen. Zoover is het dus gekomen, dat de leidende figuren wel de ziektea weten, maar 'ze niet kunnen genezen, Do ziekten woekeren dernalve voort en wat de govol- igen zuilen zijn? Wie durft het to voor spellen? De Fransche slag in het Koergè- jbied treft Europa in een van zijn slag- aders en wordt niet op lijd het blooden go- stelpt, dan bloedt de patiënt dood! Veiligheid wil Marianne, doch zelf doot het letterlijk alles, om die tot eon aanflui ting te maken. Volmaakte veiligheid voor een land. voor zoover daarvan ooit sprako zal kunneu zijn, zal moeten komen van do ziido van een model Volkenbond. De huidige is nog slechts een armzalige copie van wat het worden moei, Verboter.ng werkt Ma rianne zelf tegen door b.v. Duitschiand's toelating beslist te weigeren en door een brengen van de schadevergoeiingsaf- ïaire voor dozen Bond al evenzeer af te wjjzen met do grootste beslistheid. Draf ting's pogen heeft volledig schipbreuk ge leden. Er zijn in Engeland stemmen opgegaan, flia zeiden: was hot Fransch-Engolsch-Ame- rikaansch garantieverdrag maar gesloten, 'dan zou alles er anders voor staan. Tot op zekere hoogte willen we dat toegeven. Wan- beer Amerika zich niet had teruggetrokken, maar conform het verdrag van Versailles had meegedaan, werkelijk, we gelooven niet, dat het nu zoover met Europa zou z'ja ge komen op dit oogenblik. Op den langen duur echter? Welke'.garantie boadgenoot- j schappen geven voor den vrede, welke ga- .rantie bondgenootschappen zelfs in zich zelf 'dragen, de jongste wereldkrijg heeft het aangetoond. Wauneer tfe belangen wegvallen voor nakoming van beloften, vallen maar al te dikwijls de beloften mee. Frankrijk staat in ieder geval thans alleen en daarom poogt het Duitschland to vernie tigen'of aithans klein te houden. Zou men daar kt an zoo kortzichtig zjn to meenen, dat één land als Frankrijk op den duur oen ander kan knechten? Een tijd ja, een fangen -tijd zelfs, ja, maar altijdNooit. En wat 'dan? Dan wordt met woekerwinst terugge geven, wat ontvangen is. Beslist overtuigd zijn we daarom, dat eens Frankrijk zelf Poin- oaré en zijn bewind z.al verfoeien als oen ramp voor het land. En helaas voer heef verder Europa. Wat algemem than; wordt erkend door Frankrijk',; vriend on vijand maar men laat het allemaal op zjn beloop. 'Après nous le déluge Van een e.nstige kenter.ng- i immers nog nergens sprake. Weliswaar heeft üouar Law dreigend den vinger opgestoken: bedenk wel, Marianne, dat een terugnemen van mijn itos- pen aan den Eijn beteekent een finale breuk dor entente, maar that's all. Frankrijk rea geert ook niet .op het dreigement, behalve dat het de mislukking van de Roer-actia waarvan men zich langzamerhand toch ook instinctmatig bewust begint, te worden, al (beet het officieel nog altijd, dat. het best 'gaat. op Qigelsche reken'ng wil gaan schui- (iven. Had Engeland meegedaan, dan had JfDuilschland nimmer zoo'n lijd el ij.: verzet durven ontketenen, dat nog met. onvermin- 'derdo kracht voortduurt, de elkaar opeen volgende nieuwe sancties t-ot-'cerend; Enge land', s houding en vooral zulke officieele uit latingen over de verwachtingen van de Eoer-actie stijven juist dat verzet. Zoo heet het tthans bijkans unisono mt Franscnén koker. Wel erg gemakzuchtig geredeneerd I Maar voor 't binnenland nog wel inslaand. Hoo lang nog? Speciale ongerustheid gaat in Frankrijk wekken, dat, terwijl de mark at weer is ge stegen tot ruim het dubbele van waarop zij af heeft gestaan, de franc blijft zakken. Op zich zelf ook een vreemd verschijnsel, want zoo Frankrijk door do Roeractie schade 1 jdt, Duitschland niet minder, vooral niet na de isolatie, waarin a! het bezette gebied ten aanzien ran onbezet Duitschland is ge bracht De oorzaak wordt gezocht in het ter markt brengen door de Duitsche Bank van buitenl. wissels. Van vertrouwen is immers geen sprake, meer. Maar dun ver mindert Duitschland's betaalvermogen op nieuw, want volhouden kan bet dat toch niet, zucht men in Frankrijk en men roept, zich op de horst slaande: zie jo nu. hoe gemeen die Duitschers zjn! Alsof die ge trapte Duitschers nog langer zullen sparen voor schadevergoeding can een land, dat in ernst daarvoor vreost Maar helaas is de vrees gewettigd, dat deze stijging tijdelijk zal Z'jn en du3 bside valuta zullen kelderen! Want de een zit aan den ander vast, zooals do kwestie der scha devergoeding aan die der geallieerde schul den, waarvoor Frankrijk zich ook Oost-In disch doof houdt J I Vergadering van gisteren. Erfopvolging. Aar. de orde is het wetsontwerp tot wij ziging en aanvulling van da bepalingen van het Burgerlijk Wetboek omtrent de erfop volging. Mevr. rOTHUISSMIT (S.-D.) spreekt een enkel woord ten gunste van da positie der natuurlijke kindereu en betreurt de ver- werping van het amendement-Oud, dat daar in verbeter mg wiide brengen. Het wetsontwerp als geheel, acht spr. goed, doch juist daarom vindt zij liet des te meer jammer, dat art. 985 niet ge schrapt is. Bij deze wet wordt het onder scheid tusschcn het natuurlijk cn wettige kind weder vergroot, terwijl het juist een maatschappelijk belang is, dat do positie der natuurlijke kinderem verbeterd wordt. Spr. wil dan ook aan don Minister twee vragen stollen, nl. of de Minister be-eid is met een bet-orc regeling van dc rechts positie van het natuurlijke kind to komen en zoo ja, in wclko richting hij dan denkt to gaan? Zullen ook de onwettige, niet. orkendo kinderen in die regeling worden betrokken? De heer SL1NGENBEBG (V. D-. zegt, dat dit wetsontwerp tweo belangrijke wij zigingen bevat, rib ten aanzien van liet erfreehfc ab int. o sta to cn van het orf- iccht bij vast-erf. Spr. lean zioh met den inhoud van het vvetsontworp «eer wel ver eenigen, doch «ou gaarno ten aanzien van enkele punten eenige nadorc inlichtingen ontvangen. Intusschen juiojtt spr. do bepa ling van de erfopvolging in het algemeen toe. Do verre biooifTorwantsokap treedt ia den te- geaiwoordigeu tijd vcol mandor sterk op den vooiiprojiid dan in hot vorledoa. Door een beper king lot don zesden graad worden <t.ui ook n ie mands boUiugon gteohaad. Aruirakonlijk liad de Minister een beperking tot don dorden graad voorgesteld ,<looh persoonlijk ruilt spr. de be perking tot don zesden graad, waartoe de Mi nister bij nota van wijziging besloot, boter. Een andere belangrijke wijziging acht spr. de regeling van do positie der echtge- nooten. Tegenover de daartegen aangovoudv bezwaren constateert spr. dat de Minister terecht de belangen van hot gezin heeft doen praevoleeron. Kan Spr. zich dus met de hoofdpunten van het wetsontwerp zeer wel vereenigen, teii aanzien val) dnkele ar tikelen moet hij eenige bedenkingen opperen en inlichtingen vragen. Zoo kan spr. zich o.a. niet vereenigen van hot ontkdnnende antwoord door den Minister gegovon op de vraag of door (lit ontwerp niet jn som mige gevallen afbreuk wordt gedaan aan de bepaling van art. 955 Burgerlijk Wetboek. Spr. zou gaarno zien,, dat de Minister ten aanzien van de hnwelijksche voorwaar den alsnog een novelle indierude, waardoor zou komen vast te staan, dat deze nis een overeenkomst moeten worden beschouwd. Een zeer ernstig bezwaar is ook, dat ondor curateele gestelden en krankzinnigen, die getestateerd hebben toen zij nog gezond waren, doch van de nieuwe wet geen ge- biuik kunnen maken, de erfenis verdeeld Zit worden op andaro wijze "dan (1e erf later heeft bedoeld. Voorts brengt spr, r,og het beklemrecht ter sprake, dat in Gro- r.irgen het geheelo grondbezit beheerscht. Professor Cohen heeft den Minister in over weging gegeven om te dien aanzien een speciale beopaling te maken en deze heeft dit dan ook gedaan. Doch was zulks wel noodig? Het beklemrecht toch wordt be- heerscht door een overeenkomst. De heer ANEMA (A. R.) wil een korte opmerking maken over de. aJgemeene sociale strekking van het ontwerp, in tegenstelling met den vorigen spreker, die zich mees met de techniek bezig hield. Ofschoon de techniek stellig niet van belang ent',bloot is, gelooft spr. niet, dat de bestaande be zwaren aanleiding tot een novelle behoeven te geven. II ij erkent verder, dat eon nadere regeling van het erfrecht der gchtgenooton en een 'bepaling van het erfrecht tot dau zesden graad in overeenstemming is met de algemeen geldende gevoelens. Overigens kan hij het weisontwerp niet anders daji met kahno belangstelling beschouwen. Het doel om da positie van den overlevenden echtgenoot to verzekeren geschiedt minder door wettelijke regelingen dan wel door hetgeen hel maatschappelijk leven ze't voort brengt, -zooals pensioen, levensverzekering, steun van bloedverwanten, heb rïiefc op- eischen van het kinderlijk erfdeel, enz. ïfct wetsontwerp is dus niet anders dan e»i wettelijke bijdrage tot hetgeen de .maat schappij reeds gevormd heeft. Bovendien blijft zijn beteekonis in hoofdzaak beperkt tot dc kleine inboedels en de kleine gö- tzfrnnen. Overschat spr. de sociale betes- kemis van het ontwerp dus niet, toch zal hij er zjjn stean aan geven en juicht hij de indiening er van toe. Te bejammeren is echter do verwerping van het sub-amende- mcnl-Oud om do eerste f2000 van den boedel voor den overlevenden echtgenoot vrij te laten. Had de Eerste Kamer het Techt vsd amendement, dan zou spr. nog eei^ amendement betreffende hst» V'oraus" indienen. De VOORZITTER: Op de gereserveerd® tribune hoor ik aanhoudend hard praten. Ik verzoek stilte. (Op deze tribune bevinden Zich alleen het lid der Eerste Kamer, da heer Schonfeldt, en één bezoeker, die naast hem is gezeten. Op een afstand zit nog een dame). De heer ANEMA betoogt verder, dab hij de bezwaren inzake de regeling van de rechtspositie van het natuurlijk kind, door den heer Visser van IJzendoom en mevr. rothuis—Smit naar yoren ^gebracht, niet kan deelen. Rosumeerand verklaart s;>r. dat hjj vöór het wetsontwerp zat stemmen. Het is oen overgangsstadium van het familie- erfrecht naar het gezina,erfrecht en betee kent een practische verbetering. De lieer VAN LANSOHOT (B.-K.) meent, dat het bezwrmr van de Broeder-schap der Notarissen swrtiqe afkondiging van dit wetsontwerp, gemakkelijk door den Minister is te ondervangen. Het bezwaar, dat daardoor moeilijkheden zouden rijzen ten aanzien vtrn lieden, die middelerwijl ster-ven blijft altijd bestaan, tenzij men den termijn zoo kort mogelijk ste'.t, hetgeen echter niet in de .bedoeling ligt. Met be trekking lot de bezwaren dier notarissen! tegen de bepalingen omtrent het vrucht gebruik van don langstlevenden echtgenoot, stelt spr. de vraag of het voorzichtigheids halve niet beter is, dat naast de stipulatie van het vruchtgeh-uik de overlevende echt genoot onterfd wordt. Ook zou spr. gaarne vernemen of in zui'k een gsral artikel 965 B. W. van lcracht bliift. Do hear HOFFMANS R. K.) vraagt don Minister nog een inlichting naar aan leiding van de practjjk, die gevolgd wordt in ge-ral er drie broers zijn, waarvan aan één hunner het vruchtgebruik vermaakt wordt De Min. van Justitie, de heer HEEMS KERK, is van oordeel, dat het de taak vtrn den erflater is om jn de eerste plaats liet faniiliegosd aan zfia gezin over te ge ven Op do vraag of het verleenen van vruchtgebruik een onterving inhoudt kan niet een te pertinent antwoord worden ge geven. In het geval door den heer 'Hoff- mians gesteld zou spr. geneigd zijn te zeg gen, dat de beide andere broers den Moe ten eigendom verkrijgen. Overigens is dit .een vraag, dio spr. niet behoeft te borat- woordenjndien de heer Hoffman; hiermede moeilijkheden ondervindt wende hij zich tot oen advocaat. De kwestie van do toepas sing van art. 965 verbast iets van haar bofeng doordat de vruchtgebruiker het goed kan opmake-D, tenzij lut onder beheer ge steld wordt, hetgeen bij erfrecht ab intes tate moeilijk gaat. Da door spr. voorge stelde regeling acht hij dan ook de meest ari.,gewezen». Hetgeen de Broederschap van Notarissen heeft gedaan was oen wel wat zor.derlingo wrjze van gebruik maken van het recht van petitie. Do notarissen Jiobbert do regeering als eon „quantité negligeible" b&sihouwd. AUeen door de beleefdheid van een lid der Kamer heeft het departement van doze zaak konnis kunnen nemon en eau gevoc-rde bespreking door een referen daris kunnen doen bijwoodn. Wat de regeling inzake het erfrecht van den tweeden echtgenoot betreft, de proetijk zal loeren, dat de Tweede Kamer bij liet aanbrengen van hare wijziging tan 'deze, in oen te éénzijdige stemming heeft ver keerd. Met het woord „oude gek" voor een man, die o? rijper on leeftijd" niet een jeugdigo vrouw trouwt, is deze zaak niet) op te lossen. De eenvoudigste wog om de inwerking treding dor wet te ver3chi(iven is niet al to voel haast te maken met de plaatsing in het tl taatsblad. Spr. acht liet echter niet raadzaam te voren mede te deolert hoelang hij daarmede zal wachten. Het besta is, dat da menschen düe hun testament! wcnscliMi te veranderen, zulks maar zoq spoedig mogelijk doen en dat hieraan be kendheid wordt gegeven in de bladen, met namo in de vakpers. Spr. is bereid nauwkeurig te. overwegen of voor hen aanleiding bestaat een nader voorstel te doen ten aanzien van Tsrank- zinnig gewordenen of onder cprateele ge- stelden. Welk resultaat die overweging zal hebben kan hjj echter nog ritet zeggen. Eïerop wordt gepauzeerd. Na do pauze zet de MINISTER YAN JUSTITIE zijn rede voort en betoogt, dat de rechteposillio van hot- natuurlijk kind in zake liet erfrecht 'in dit ontworp met kon geregeld worden ën om formeel be zwaar én met het oog op art. 955 B. W. dat het maximum van het erfdeel van het natuurlijk kind Is vastgesteld en 'dat spr. niet wenscht te schrappen. In Engeland bestaat meer testeervrijheid op dit punt, doch spr. wil dit voorbeeld niet navolgen, zelfs «iet al doet de Staats commissie-Limburg daartoe o:-n voorstel. Ee dient onderscheid te blijven bestaan tusschen wettig en natuurlijk kind. Do heer- HOFFMANS repliceert. De hoer SLINGENBEKG repliceert. Spr. is gerustgesteld inzake het beklemrecht/a Niet in zake do huwelijksche voorwaarden on dc erfopvolging van hen die krankzinnig zgn geworden. Zi. i3 een novelle te dsaen noodig. De MINISTER VAN JUSTITIE dupliceert cn verklaart zich bereid een overgangsbe paling te overwegen. Het ontwerp wordt hierna zonder hoof delijke stemming goedgekeurd. Het wetsontwerp in zake de Oranje-Nas- sau-orde wordt aangehouden wegens afwe zigheid van don Minister van Binnenland» sche Zaken. Do Voorzitter verdaagt hierop de veb- gaderiug. !v (Zitting vao gisteren). Interpellatie-van Ravesteqn. De heer VAN RAV0STEYN vraagt eetf interpellatie aan betreffeade onderhandelin gen met de regeerii\g te ^.ngora in ver-» band met de opheffing dor capitulaties, waarover Dinsdag wordt beslist. Persoonlijk feit. Mej- VAN DORP, zal van den heer Vatf der Waerden voor de beleediging door diens interruptie „ploertig", alleen onvoorwaar delijke vero-ntschuhligingen aanvaarden, i Bioscoop-wct. Voortgegaan wordt met de behandefinj van do Bioscoop-wet. Art. I. I>e lieor SMEENK (A. B.) licht toe oen amendement om in het tweede lid onder; 2e. te leien Roman van G. HARDWIG. 2P) Zij vroeg niet of hij oven geUvk-kig was als aij. Dat was immers vanzelfsprekend, meende zij. I „Och, indien er toch maa-r geen einde aan dezon dag kwam! Hij is 7.00 heerlijk!'' ,,En gauw zal je nu met mij alleen zijn,;' *ci hij, zonder dat ook maar het minste ge voel van geluk hem doortintelde. Hij dacht aan een ander moment van al leenzijn waarin hij, goh eel onder de beko ring van iemand, zich duizelig van geluk Ifcftd overgegeven aan heb genot van door -gcon derde te worden gehoord. Hij kon hot niet beletten, dat deze her innering hem als een doodssteek iu het hart trof. Hij moest de leugen echter doorzetten, -verder voortgaan de comedie an zijn huwe- lijk te spelen. En terwijl hij daaraan dacht, zag hij Mia's oogen zoo onschuldig lachen. „Met jeu alleen te zijn, is het aller-allermooi- 6te," zei ze vroolijk' Een gevoed van ontroering en bitterheid overviel hem. ,,Wij hebben niet veel tijd meer.'i Het was Mia op clezen dag geheel onver schillig of iemand over haar verrukt was of niet De Barones klopte haar zoon op den houder. „Wij zullen dadelijk opstaan, Riioharxï. Terwijl dc koffie rond gereikt wordt, kan Mia zich verklceden. Juffrouw Lüdors kan helpen, zorg daarvoor.-' Zoo geschaakt te worden leek dc jonge vrouw alleraardigst. Wip Nicttoganstaan de haai* sleep was zij in oen o ogenblik in haar kamer, waar zij mot een diepo bui ging door juffrouw Lüders als heeirsokertfc van Elbental werd bogroct. Eigenlijk vond zij het jammer, krans en sluier zich zoo maar of het een gewone hoed was uit heft haar te laten nemen; maar hij wachtte immers. En het oham- pagnekleurige lakcnsohe japonnetje met "heb geslikte jacquet je en de groote hoed met veeren was toch ook veel gemakke lijker. „Komt mijn man mij halen?" vroeg zij en zij bloosde onder den bewonderen- den blik van de kamenier. „Ja, zeker, Mevrouwde Barones!'- Zij keck nog eon rond in de kamer, welke voor hear een paradijs scheen geworden sedert Richard haar zijn liefde had ge schonken. Nu was zij veel te eng geworden voor haar groot-, groot gelukdaarvoor moest zioh de wijde wereld openen. „Ben je klaar, Mia?" - Het was maar één o ogen-bliknauwelijks hoorde zij zijn stem. of tegelijkertijd; was zij reeds naar hem toegevlogen. Toen zij de trap afdaalden, voelde hij haar ann op de zijne beven. „Ben je bevreesd?" vroag hij, haar be koorlijk gezichtje opheffend. „Het is ohm fluisterde zij en zij-wist niet, dat haar oogen vol tranon stonden. „Ik kreeg opeens zoo'n wonderlijk gevoel over mij, maar nu is het reeds weer voorbij. „Je moet nooit bang voor mij zijn," zei hij, terwijl hij haar licebc wangen streel de.' „Ik zal maar neon, hierover straksv Mia als wij alleen zijn."^ Hij brak haastig zijn zin af en bracht haar beneden. Toen zij in de deur vorsobenen, werd oen luid gejuich aangeheven. De feostgemootn voor da huwelijksplechtigheid stonden vcor de ramen en op het balkon, tarwe korrels te strooien gelukokorrols. Mersbach haastte zioh aan deze plechtig heid te ontkomen. ,,Kom, kom," fluisterde hij, hielp haar vlug in het rijt-uiig, niet lettend op de vreugde, waarmee Mia deae verrassing op nam, en drukte haar naast zioh in die kus sens. „Vooruit !'- Een kort oogenblik drong het roepen en juichen nog tot hun ooren door. In de Residentie was natuurlijk reeds lang bekend, op welk uur het jong© paar oaji bet station zou aankomen. Ten-gevolge hiervan had-zioh een groote menigte naar het perron gespoed en was de wachtkamer geheel vol. Mérsbach, wien deze opdringerige nieuws gierigheid -hinderde, ergerde zich- over 'Mia's kinderlijkheid, die zich over deze drukte verheugde zonder te beseffen, dat haar persoontje het. middelpunt van de al- geroeene belangstelling was. „Neem van deze dwaze menschen toch geen notitie," zei hij, haar zoo vlu>g moge lijk naar den gereserveerden coupé voe rend, die door beminlijko handen met ro zen en mirten was versierd. Zij klapte van plezier in haar handen. „En blijven wij hier nu heelemaad alleen «ttenr Toen do trein zich langzaam 111 beweging zotte, greep zij zijn hand en haar gezicht pam een omstlgo uitdrukking, aan. ,,Ik heb viermaal in eon trein gezeten. Allijd ondor zeer treurige Omstandigheden. I>e eerste maal, toen ik naar het pensio naat ging. Dan, toen tante Kamilla op sterven lag. E«n goede hemel, met welk een- angst do laatste maal naar de oude Prin ses Nooit heb ik van een reis kunnen ge nietenaltijd huilde .ik onderweg." „Arm kind!" zei hij, half lachend, half medelijdend. Ala hij maar een vonkje van verlangen in zioh had kunnen wakker roepon, maar heel even oen gevool van vreugde over hem was gekomen Hij wist hot immers, dat op dit oogen blik Alexandra Louise in chn goest tegen woordig was niet allee-n op dit, maar in alle toekomstige oogenbkkken, welke do belofte voor hét altaar brarn zou brengen tegenwoordig met haar zenuwachtig lachje «lat zooveel smart, zooveel hartstocht wist tn verbergen met de brandende blikken, die een wereld van liefde en leed in zich verborgen. En het was hem alsof hij de jonge vrouw aan zijn zijde van zich af-moest stooten. „Maar dezen keer verheug ik mij buiten gewoon," fluisterde Mia met een stralen- den blik, terwijl zij twee rozen uit een guir lande plukte. „Dezen keer ben ik werke lijk verheugd. Wa/t zou die oude Hoogheid wel zeggen, als ik hier begon te dansnn 1 Mag ik, mag ik deze roos op je borst ste ken?" Zij boog zich hem toe en legde haar hoofd tegen zijn wang. „Wanneer je het aardig vindt, zeker!" „Aardig, neen," zeide zij, hom teedor aankijkende. „liet schenkt mij groote vreugde." Zij stak de bloem in hot knoopsgat en klapte in de handen.. „Steek je nu de andere op je borst, Mia." Zij stak zich c3c roc« op do borst, zonder te vermoeden hoe allerbekoorlijkst zij er uitzag, toen zij met een blosje van verle genheid en geluk hem zacht toefluisterde „Je wilde mij nog iets zeggen, weet jo nog wel? Tosn wij dc trap afgingen, zei jo het liever te willen zeggen, als wij alleen wa ren en nu zijn wij immers alleen." Hij bedacht zich een oogen blikje. „O j*, jé was bang Hij nam l'-aar hand stevig in de zijne. Dé leugen en bet verraad, die hij aan haar vertrouwen had begaan, schrijnden hem diep in het- hart. „Wanneer twee menschen samen in het huwelijk treden, betreden zij beidon oen nieuw land. Ik zou zoo graag willen, dat jij mij zooveel vertrouwde, dat ik je leider kon zijn Dezo'Wensch leek hem zoo weinig bevre digend toe, dat hij haastig afbrak. „Niets gevoelen dan vreugde over hot bezit van de geliefde, aan niets denken, dan aan het eerste alleenzijn, zichzelf ver geten en zich ver boven het aardsche ge voelen in dc armen der liefde." En nu stotterde hij daar nuchter zoo iela van een vreemd land en van een leids man zijn. Haar onschuld nam deze dorre wijsheid voor werkelijke bewijzen van liefde op. „Jo moet» vroolijk en gelukkig zijn, dat is alles wat ik wensch," zei hij, haar- handje aan zijn lippen brengend. (Wordt vervolgd).JrN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5