De Prins uit lie! Sprookje No. 1930S. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 15 Februari. Tweede Blad. Anno 1923. EERSTE KAMER. FEUILLETON TWEEDE KAMER. üit het nieuw bezette land. W - Zitting van gisteren. Na afdoening van eakel'e zaken van huis houdelijk en aard en een aantal adressen, etclt de VOORZITTER aan de orde het» 'ontwerp tot Wijziging der Lager-Onderwijswet 1920. Eerste spreker is de heer FRANSS EN, oio uiteenzet, dat liet antwoord des Mi nisters op zrki nota, ingediend bij het af- Ideelingsonderzoek, liera niet bevredigt. Spr. fciidhaaft opvatting, dat de toepassing van ark 100 der wet door het Dep. van 'Justitie in strijd niet do wet is. Spr. wenseht echte'' thans geen nader antwoord van den Minister, maar vraagt nadere overweging van zijn. bezwaren. Do heer SLINGENBERG is voorstander var. bezuiniging, wat niet wegneemt, dat bij evenals enkele andere leden bezwaar heeft tegen hot hier voorgeelejde, dat z.i. vitale briangen van böt onderwijs raakt. Bezuiniging op onderwijsgebied is mo- jgftlijk, bijv. wat betreft de gebouwen, maar Eiev wordt de hoedanigheid van ons onder wijs bedreigd en goed onderwijs is voor spr. onafwijsbare eisch voor onze welvaart. 'Gaan onderwijsraad en schooltoezicht met dit ontwerp made? Waarom weigert de Minister de adviezen dier autoriteiten oven te leggen? Toch niet, omdat zij ongunstig Izrjh? Spr. komt er ook tegen op, dab de Minister met enkele leden der Tweede Ka- bier, in easu de vier rscktsche leden rder icon missie van rapporteurs, heeft geraad pleegd alvorens het in openbare behan deling kwam. Dat was'niet in orde. Twee bezwaren van overwegenden aard beeft spr. tegen het ontwerp: de verhoo ging van het aantal leerlingen per klasse des Ministers houding tegenover heil rvolgoD der wijs. De verhooging van liet gemiddeld aantal leerlingen per klasse heeft ten gevolge vermindering van het wettelijk aantal onder wijzers en jaagt de gemeenten op kosten. De groote petitie was daortegen gericht en mon mag die beweging niet minachten. |Ook uit Christelijke kringen is hiertegen verzet gekomen. Terecht: met oen klasse van 55 leerlingen kan een onderwijzer zijn onderwijs niet altijd vruchtdragend doen zijn. Spreker betoog!, dat het algemeen peil van het onderwijs zal dalen door het groo- 'ter aantel leerlingen per klasse, al bullen Ide vlugste kinderen daar niet onder lijden. [Wij gaan terug tob vóór do wet-Cappeyne van 1878. Do grootte der bestaande lokalen l'aat trouwens bij vele gemeenten do ver- jhooging vati. het leerlingaantal niet too. En Idan bedenke men, dat de bouw dier 'lokalen} gesej^ea onder goedkeuring van de Re- ^cc-ring/Het is daarbij voor spr. een or- gemis, dat de Regeering deze wijziging niet geleidelijk wil invoeren. In de tweedJe plaats het vervolgonderwijs. Spr. keurt hot af, dat de Minister dit uit' de wet heeft laten wegvallen. Hij erkent, dat onder de ;oudo wet misbruik van dit onderwijs is gemaakt, om aan onderwijzers een extra- vcvdienste te bezorgen. Maar de Minister wil dit vervolgonderwijs afschaften, nu er nijverheidsonderwijs is gekomen. Dat gaat echter niet op; zooveel1 nijverheidsonderwijs t is er niet Persoonlijk betreurt spr. de verwerping van het amendement-Wester man in zake het Fransch en het uitstellen vein bet zevende leerjaar en van de verbetering van de opleiding van onderwijzers. Ook acht spr. het een verslechtering van de wet, 'dat de bijzondere school g3en o/erleg met bet schooltoezicht behoeft te plegen om trent de benoeming V-an personeel. 'Zco beeft spr. nog enkele bezwaren. De Mi nister heeft een novelle toegezegd, spr. Sou willen, dat deze ook da noodigo 'maat regelen tot geleidelijke invoering dar nieu we iiegeling bevatte. Mevr. POTHUIS—SMIT is overtuigd.dat dit ontwerp het volksonderwijs op lager peil zal brengen. Daar hebben velen geen bewaar tegen; teel'fs zullen er wel zijn, die vinden,. (dat do ^Minister niet ver g?noeg gaat. De Minister van Onderwijs betreurt wel verschillende maatregelen, die hij moet voorstellen; maar als er bezuinigd moet worden, dan had' 1 men niet aan het onderwijs zelf moeten tomen. Liever had hij op vermeerdering Roman van G. HARDWIG. 27) Zij rag er J>lcek uit. Anders verried tiiots baar opgewondenheid, toen zij Mers- bach ander de aanwezigen, ontdekte. Zij boog, naar alle kanten groetend, het hoofd, hier en daar een vluchtig woordje (wisselend en overal bloemen in ontvangst) nemend. Toen kwam het oogenblik, waarop de meiklokjes dn haar hand, als door den wind bewogen, knikten. „Koninklijke Hoogheid, vergun u mij al ler onderrianigst, u een gelukkige reis toe te wenechen." Zij keek hem aan. Niets bewoog zich in baar trekken. ,,Dat is aardig van uj Merabach, dat u. gekomen bent," zei de Erfprins vriendelijk. Zonder dc wimpers te bewegen nam iAlexandra Louise de anjelieren uit zijn hand en overhandigde ze aan de haar ver gezellende hofdame. Toen ging zij verder, terwijl haar hart koortsachtig klopte. I n on ge nade ge val len - momp elde d e vrouw van den geheimraad von Sokmann met leedvermaak tot dk vrouw van den ge zondheidsraad B üchtner. „Ja, ja, het diet komt altijd uit: Ga nooit naar den ;lV ore';, wanneer je niet geroepen wordt." „Wij z<jn tocli ook niet geroepen!" zei de aan cce prokeno. daarvoor juoeten aansturen! Waarom niet liever bespaard pp militaire uitgaven? Ook spreekster betreurt de hiefc-invoe- ring van het zevende leerjaar en zelia tegen een achtste leerjaar zou zij gesn bezv aar hebben. De opmerkingen :n hot .Vooi loopig Verslag tegen verbetering van de opleiding, der onderwijzers zijn absoluut er naast Wat de groole klassen betreft, gaat spreekster mede met de opmerkingen van den heer Siingenberg. Zij -is overtuigd, dat de voorstanders van groote ïclassen geen juiste notie hebben van de bete kenis van net klasse-onder wijs. Aan de toe wijding en liefde van liet onderwijzend per se nee. twijfelt spreekster geen oogenblik, doch het individueel1© kind. raakt in do groote klassen in verdrukking. Eu dit geldt) in het bijzonder voor het volkskind,, waar voor een kleine klasse een waldaad is. Het doet spreekster leed, dat het vervolg onderwijs niot verplichtend is gesteld, vooral omdat zooveel ouders niet van de nood- zakelykheid er van overtuigd zijn. Wat betreft de kwestie der overtollige onderwijzers, do Minister bedoelde niet dei gemeenten op kosten te jagen, ook zij moeten bezuinigeu. Spreekster hoopt, dat de gemeentebesturen genoeg rugg.g.aatzul len toonen, om aan dion 'drang, niet toe te geven maar in de eerste plaats zulle?* denken aan de deugdelijkheid van het on derwijs. Wat het door den heer Siingeubsrg ge noemde petitionnement betreft, met hem is zy het eens, dat men dit friet lang mag aanslaan. De paedagogische motieven ten gunste van de afschaffing van het Fransch onder schrijft spreekster ten volle. Zij verwacht er geen schade van voor het onderwas. Spreekster concludeert intusschen, dat door deze wet het volksonderwijs een stuk achteruit zal gaan en daarom zal zij .er tegen stemmen. De heer HEEKKENS TJEIIJSSEN zet zijn bezwaren uiteen tegen de opheffing van hc-t Frousch als leervak op de lagere school. Het voorbereidend ouderwijs daarin komt aan het later onderwijs ten goede. Ook vindt spr. het af te keuren, dat Imen uni formiteit ook wit wat betreft het aantal leerkrachten. Daar kunnen de gemeenten zich rtiet aan houden en Ue uitbreiding der klassen maakt deze kwestie nog moei lijker en voor het particulier onderwijs brna ondraaglijk. De "heer DE VEER is overtuigd, dat ttc Rijksfinanciën baat zullen vinden by dit ontv erp, doch met de gemeentefinanciëa zal dit wol niet het geval zijn. Bij hei betrachten van zuinigheid kan men ra eb aanvaarding van het gemiddeld aantal leer lingen het wef een eind brengen, doch fini andere opzichten zal die gemeente toch op lioogere kosten komen, bijv. door het behoud van overtollige onder wijskrach ten Kan dc Minister in zijn to verwachten novelle niet een overgangsbepaling opnemen, waardoor hot mogelijk wordt, dat de Rijkskas nog zekeren tijd vergoedt het salaris van cloor achteruitgang van het aantal' leerlingen over tollige onderwijzers? Ook enkele andere technische verbeterin gen wil spr. door de novelle zien 'aan gebracht. Do heer SLOTEMAKER DE BRUINE be tuigt zyn instemming met de opmerking des Ministers in zyn Mem. van Antw., flat»1 h'j! thans niet raeb een principieeie herzie ning. der Onderwijswet kan opkomen. Dat zou ook hoogst bedenke!yk zijn tegenover de gemeente- en schoolbesturen, die zich amper in de thans geldende wet. hebban ingeleefd. Tegen het denkbeeld, van som mige zijden geopperd, om de Staatskas het minimum onderwijs, de belanghebben den al wat meer gegeven wordt, l'& laten betalen, komt spr. ten stelligste op. Tegen publiceering van "het advies van den On derwijsraad ontwikkelt spr. bezwaren. Voor dè verbetering van den economi se hen toestand moet men niet bouwen op verbetering van het onderwijs. De laat ste verbetering werkt daarvoor te lang zaam in. Wy moeten nu bezuinig:n, met hoc cog op den oogenblikkelijken toestand, maar spr. doet daaraan, wat onderwijs be treft, slechts aarzek-nd mede. Men ga ech ter niet te ver, bjv. wat 'betreft .net on- derwjs voor doofstommen. Noeli de ter- j Wij dragen ook geen roede at lila on geen rijlaarzen met sporen, zou ik danken." Ondertusschen was de Erfprins achter zijn gemalin in den trein gestapt. Zij stond de laatste oogenblikkcn aan bet geopende. portierraam on kook naar buiten. De man, diern zij in aller tegenwoordig heid zwaar had gekrenkt, zoxtls haar belee- c3igde trots haar had bevolen, stond recht op, in zelfbewuste houding. Sleobts do don kere rimpel tussehen zijn wenkbrauwen ver ried haar scherpen blik wat zich daar ach ter di o uitwendige kalmte afspeelde. Angst en smart en berouw benamen haar bijna den adem. Schril klonk db stoomfluit, dc wielen zot ten zich in beweging. Alexandra. Louise keek nog steeds naar buiten, haar oogen oogensohijnlijk op de menigte gericht, maar zij zag el-oohts bom. De zon straalde over bet bonte gewemel op bet perron. Morsbaoh stond in mili taire houding, zijn hand aan de pelsmuts. Geen blik gold meer haar, die zijn offer af wees: Van dEt oogenblik af had bij bet van zich verkregen, aan zijn aanstaand huwelijk voor zijn eigen geweten dat gewicht toe te schrijven, dat hem tot nog toe daarbij niet eobeen te passen. Op den avond vóór zijn huwelijk greep hij Mia's band en bracht haar in de gobe lin kamer. Zij was zóó ontroerd, dat haar de woor den ontbraken oinhaar geluk uit te spre ken. Zij narn daarom zij.a hand en kuste die. „Wanneer je wiilt dat ik in vrode met je blijf," zei liij, haar blond kopje opheffend, „doe dat dan nooit weer.''- Nooit!" zei ze Lachend. zijde-schuiving van het vervolgonderwys, noch de uitbreiding van het aantal' leer lingen hebben zijn sympathie, al zal iiy er zich nu niet tegen verklaren. Spr. besluit den Minister te vragen óf hij geruststellende verklaringen betreffende de resultaten van de bezuiniging kan geven. De heer VAN DER MAESEN DE SOM- BREFF maakt enkele opmerkingen over de akte-examens L. O. in verband met de o.pleiümg der aspirant-onderwijzers. De VOORZITTER verdaagt hierna ?»e vergadering tot Donderdag elf uur. Zittin.g van gisteren. ltegeUnk van werkzaamheden. De YpOR&TTER stelt voor aan do agenda toe te~vocfcen de wetsontwerpen tot wijziging der Huurcommissie cn Huur- opzeggingswet* en yan dc Radenwet. Aldus besloten. Bioscoopwet. Voortgegaan wordt met de behandeling dor Bioscoopwet. De algemeen© beschouwingen worcfen voortgezet. De heer VLIEGÜN (S.-D.) betoogt, dat de heer Rutgers van Rozenburg overdrijft bij de schetsing van de kwaal, dat uit den bioscoop voortkomt. Die afgevaardigde heeft niet. bewezen en alleen maar veron dersteld, dat er veel kwaad wordt ge kweekt. Dit ontwerp is weer één om do menschen zedelijker te maken. Aan het suc ces daarvan gelooft spr. niet. Voor zoover dit ontwerp de jeugd wil beschermen, heeft spr. geen bezwaar, maar verder wil hij niet gaan, en censuur voor volwassenen wenseht hij niet. Van dergelijke keurings commissies komt niets terecht. Het gaat telkens om grensgevallen en vaak zal men er met de muts naar gooien. De maatstaf, dien de commissie moet aanleggen, nl. de goede zeden, is zoo rekbaar, diat er niets van terecht komt. De leden dier commissie hebben allerlei levensopvattingen en die botsen dan tegen elkaar en heit eind is, dat de beslissing willekeurig wordt. Van al hot gezedenmeester komt in de praktijk niet te veel terecht, als de wet dat gaat toepassen. Men moet dit maar aan de particuliere liefhebberij overlaten. Al de wetten als deze hebben niets uitgewerkt: de gezonden zullen niet zoo bedorven worden en voor de zieke lijken is alles gevaarlijk. Spr. heeft wel bezwaar tegen vergroo ting van de macht, der burgemeesters. Geen bezwaar heeft spr. tegen verhoo ging van de leeftijdsgrens van 18 jaar, mits dc censuur voor de volwassenen vervalt. Mej. VAN DORP (Lib.) meent, dat de bioscoop een daling van het moreel© peil heeft bevordeixl. Te Haarlem, is geen eer lijke loopjongen meer te vinden en dat is do schuld van de bioscoop. (Hilariteit). Spr. betoogt, dat de techniek de zedelijke kracht heeft verzwakt, en de bioscoop is daarvan het bewijs; Spr. is maar tweemaal in een bioscoop geweest (Gelach. Geroep Wat weet u er cian van?) Zij geeft toe, dat er wel eens goede films zijn, o. a. de vogel films, maar die worden zelden vertoond. De heer SMEENK (A.-R.) ziet ook voor do zedelijke ontwikkeling geen heil in den bioscoop, en alle kenners van de jeugd pleiten voor ©3n algemeen verbod voor per sonen beneden 18 jaar. Spr. is daarvóór on wil de censuur voor oudere behouden. De heer TILANUS (C.-H.) sluit zich aan bij den heer Rutgers van Rozenburg, eai be toogt nog eens, dat de bioscoop niet bij draagt tot karakter-vorming. Hij wenseht ook een algemeen verbod beneden 18 jaar. Dc heer TER HALL (V. B.) herinnert aan de installatierede bij de oommissie ad hoe, waarin werd gezegd, dat de bioscoop een belangrijk instituut kon zijn. Spr. is niet blind voor de gevaren en hij zou vóór dit ontwerp kunnen zijn, alleen om uit den ch-aos te komen bij de keuring. Do tijd van sonsationeelo bioscopen is al lang voorbij en spr. wijst op tal van films, die bijzonder nuttig cn leerzaam zijn; o. a. die van Mooi Nederland, van Leger en Vloot en van Insulinde. Spr. vraagt den Minister lo. of hij be reid is in overleg te treden, met den Bond van Bioscoop-directeuren bij het nemen van zijn maatregelen van bestuur; 2o. of „Geen man is het waard, dat een vrouw als jij hem do hand kust. Ik jouw, ja! Ik buig me voor dc reinheid en liefheid van jouw wezen. Wij zullen ons altijd daar vin den, waar jouw liefde en mijn plichtsgevoel elkaar de hand reiken; dat kan ik je be zweren Mia." „Dat weet ik immers wel," riep zij, te gen zijn schouder geleund„ik kan het al leen niet zoo mooi zeggen als jij. Ik merk dat heelemaal niet op, omdat me dat zoo' natuurlijk voorkomt. Voor mij is alles liefde, voor jou ook, dat weet ik, of je liet nu zoo noemt of anders. Alles, wat je zegt, kilinkt.immers zoo mooi, en ik ben van plan om te leeren je dat na te doen." ^Spreek altijd zooals het op je hart ligt," zei hij, haar voorhoofd kussend. „Houd het niet voor een geluk met woor den te pronken. Ik wil jouw gevoelens on- vorvalsoht. Het zal mij steeds een helder stroompje 2ijn, dat onbekommerd) midden door dorre streken en gesteenten vliet." Zij breidde haar armen -uit en wierp zich aan zijn borst. „Je hebt nu niemand meer noodig dan mij," zei hij bewogen. „En ik wil ook slechts jou, alleen jou!" Den volgenden morgen bracht- npg oen verrassing. Uit het eerwaardige hof rij tuig klom Kleeschon en strompelde met moeite de trappen op. Het gouden licht van het Moi- zonnetje maakte ook haar gerimpeld ge zicht met de blauwe rimpelglazen mooier. Zij kwam in opdracht der oude Hoogheid en overhandigde haar eigen huwelijksge schenk en dat der oude Prinseseen antiek sieraad, van hooge waarde misschien voor een museum, en een stuk handwerk naar deze Bond in de Rijkskeuringscommissie zaJ vertegenwoordigd zijn3o. hoe de Mi nister de leeftijdsgrenzen voor het bios coopbezoek zal denken vast te stellen. Do heer VAN DER MOLEN (A.-R.) be toogt, dat wel degelijk slechte invloed van den bioscoop op het zedelijk peil der be volking is gebleken. Hij wijst op mededee- lingen in „De Telegraaf" en van mr. De Bie, politierechter in Rotterdam. Spr. be toogt, dat deze wet niet de individueele ze delijkheid der bezoekers wil keuren, maar alleen datgene wil verre houden, wat daar op oen slechten invloed heeft. In de wet Gods staat voor spr. geschre ven, dat de overheid het zwaard moet hef fen om het kwaad te straffen. Spr. erkent, dat het moeilijk zal zijn oen Keuringscom missie samen te stellen, maar voor die moeilijkheid mag de overheid niet terug deinzen om zich to onthouden. De heer STULEMEYER (R.-K.) spreekt in denzelfden geest als de heer Van der Molen. Een goede bioscoop is beter, dan oen kroeg, maar juist daarin is toezicht noodig. De heer MARCHANT (V.-D.) betoogt-, dat zij, die legen de bioscopen zijn, ook te gen cVze wet moeten zijn, die juist de bios copen sanctioneei*t. De wet biedt op dit oogenblik voldoende macht om vuiligheden tegen te gaan een positieve keur van de overheid, wat wol vertoond mag worden, is niet te aanvaarden. De toeleg van dit ont werp is gebleken uit de amendementen, die den bioscoop onmogelijk willen maken. Spr. aocopteert alleen de bevoegdheid van afkeuren en hij stolt ee>n motie voor, waar in worclb uitgesproken, dat de be meeding van do overheid zich niet verder moet uit strekken dlan tot bescherming van de jeug dige personen en waarin de Regeering wordt uibgenoodigd cSiit ontwerp in dien geest te wijzigen. De heer KERSTEN (Ger. St. P.) acht de cenige oplossing, dab alle openbare bios coop voorstelling-en worden verboden, en hij dieüifc daart-oe een motie in. De MINISTER VAN BINNENLAND- SCHE ZAKEN, de heer RUYS DE BEE- RENBROUCK, zet voorop, dat- dc bios coop op ziohzelf geen kwaad is on hij wijst bijv. op de film „Nederland in den vreem de." Eohter kan de bioscoop ook in ver keerde richting weiken en juist daarom is het gewcnsc-ht, dat- de overheid richting aangeeft Het toezicht van de burgemees ters is onvoldoend© gebleken, con dat de burgemeesters niet persoonlijk alles con troleeren. De gemeentelijke keuringscom missies hebben niet bewezen, dat er zulke verschillende tegen-stellingen bestaan als men thans vreest bij centrale keuring. In tegendeel hebben zij alle op vreedzame wijze samengewerkt, en voor een overdre ven oensuur vadt niet te vreezen. Centrale keuring acht spr. beter, omdat gemeente lijke uiteenloopende beslissingen geeft. Do centrale zal meer eenheid bron gen. Wanneer de keuringen voor volwassenen vervallen, zouden de plaatselijke keurin gen blijven bestaan, en dat is niet ge- wensc-ht. De vrijheid zou aangetast worden, meent men. AI3 de vrijheid de natuurlijke gren zen van de orde overschrijdt, is zij eon ge vaar voor de orde. Dit is ge on nieuw standpunt, want ook Thorbeoke nam dat in, toen hij de tooneelcensuur inbracht in de Gemeentewet. Voor do bioscopen is al leen een eigen regeling nooclig. Spr. be treurt de kwalificatie „domperswet" en hij wijst op de. persoon, die in do Staatscom missie ad hoe zitting baddon on die tot een compromis zijn gekomen. Spr. heeft altijd gehoopt, dab hij steun zou krijgen bij de linkerzijde, maar nu dit niet gaat, zal hij alleen moeten steunen op de reohterzijde. Bezwaar is gemaakt tegen (D keuring voor de ouderen. Spr. wijst op de actie voor Plaatselijke Keuze en op de droogleg ging in Amerikajuist vele sociaal-demo craten zijn daarvoor en zij leggen dus ook de vrijheid aan banden "De>n heer Ter Hall antwoordt spr., dat. liij met den Roacl van Biosooop-directeu ren bereid is overleg te plegen. In, de sa menstelling der keuringscommissie hoopt spr. clezo Bonid te f&km v-oi'teg-i-awoordigen. Dc vergadering wordt verdaagd tot- Don derdag één uur. den smaak van het begin der vorige eeuw. Mia, ontroerd van blijdschap over zoo veel vriendelijkheid, kon zich nauwelijks goed houden. Naast- Kleesohen daalde zij db trap af, met deze oen contrast vormend als lento cn winter. In -het rijtuig spreidde zij eenige dekens en pelsen over dc ver kleumde voeten van Kleesohen uit. Intusschen was boven nog een pakje be zorgd, - dat met zeer slordige letters aa.n Mie was geadresseerd. Het pakket was met vijf groote zegels op de touwen voorzien. De gelukkig Mia lachte maar steeds door terwijl zij het pak open maakte. Eindelijk was het haar gelukt. Een hard in papier gewikkeld voorwerp viel er uit, in Mia's hand-en een fotografie. Een klein, door een haag omsloten huis met lustig rookenden schoorsteen, op den ach tergrond in clan hoek een ontbottende vlier struik. Voor dc gesloten huisdeur stond een oude man cn naast hem, trotsoh opzittend, oen groote zwarte poedel. In zijn be»k droeg dezo een papiertje met het opschrift: „Wij feliciteer en u." Over Mia's lachend gezicht gleed bij het zien van deze dierbare vrienden een gloeiend rood. Hoe lang was het al gele den, dat haar gedachten in haar oude ge boorteplaats hadden vertoefd! Hoe had zij di-e zoo kunnen vergetenOok had zij in den laatsten tijd niet meer aan het huisje op de heide on zijn bewoners gedacht. Nu kwamen zij zoo weer bij haar; waren trou wer gebleven dan zij. De oude bekenden riepen haar toe: „Leef gelukkig." Zij kreeg een gevoel dezen wensch niet te heb ben verdiendzij had hen immens allemaal vergeten i „Sodmannfluisterde zij zacht. „En Fips Mijn lieve, oude Fips!" Kunnen de Diiitsc-hers betalen? XXII. (Van onzen eigen correspondent.) Essen, 10 Febr. Tdder mensdli kan liet wel eens gebeuren, dat hij <le gehccle wereld ziet op oen wijze zooals men in oen droom de dingen ziet. Al les lijkt dan oen schijn, hot geeft oen ge- veel van on wezenlijkheid, waarbij de huizen, de boomen, de wereld niet meer zijn dan de soherincu van een tooneel, do mensahen die voorbij gaan niet meer waarde hebben dan de bordpapieren poppen van een poppeuknst. figuren die dc omgeving opvullen. Gostcld dat housdli die wereld, waarin wij, leven ,niet meer waarde zou hebben, dian oen droomverschijning en dat al de mcnsclien, vooral Duitachens en Fransalien, die nu wild •dp elkaar zijn, eens tegelijk wakker werden, wat zou dat dan een allergelukkigste op lossing zijn van alle mogelijke „vraagstuk ken", waarmede hot mcnschdom en de vol keren oadtorling beliept zijn en dlio dan zou tten blijken niet meer g-owcest te zijn dan ceii naohtniare, een kwelling; 't echadevor- gocdi ngsv ra a gs tukzelfs de Roen! Knotting plotseling niet meer «dan hersenspinsels. Maar qp het oogenblik droomen we dan. nog de Fraiische soldalen zijn nog altijd in het Roergebied en d'e Duitsdhers zinnen er ook nog steeds over 11a hoe zo de Fransohe plannen het best kunnen verijdelen. Tot nu toe is hun dat nog al good gelukt, tenminste dien indruk krijgt men wel uit dJe berichten, die hior klagelijks bcikend gemaakt worden en die zoo ©enigszins een overzicht gaven van den algemoe non toestand. Do Franadlie berichten b.v. spreken zegevierend, dat reeds drie leden treinen door de Fransdho spoorwegtroepen zijn buitgemaakt en naar Frankrijk geleid; maar vroeger, d.wjs. vóór do bezetting, ging er o'.ik half unor, dag cn nacht door ,ccn trein met steenkool naar Frankrijk, dus die drie, laat het er onder- tuisschen zos zijn gewonden, zijn nog niot zoo'n héél groote overwinning. Do spoorwe gen hebben do Fransohon tot nu toe- ook nog niet kunnen bemachtigen, zoowel ten Noor- dien als ten Zuiden van liet gebied loopt slechts een militaire lijn, die bei-die naar Dusseldonp voeren. Tuösohon djezc beide lij nen, in het Rcongobiod, rijden nog Duitsche treinen of, wat tegenwoordig ook zeer in ge bruik is, rijden hoalcmaal geen treinen meer. Men wacht daar slechts op het weder in ge bruik nomen van de postkoets. Zoo is met de gedeeltelijk niet cn gedeelte lijk wel bestaande sp :or wcigveihi udiingen met de onderbroken telefoon en telcgraa/f- ileidingen, met dan weer dicht cn dan weer open zijnde postkant-oren het maatschappe lijk leven hior vcókomen iu de war. Do Duit- sehers ondervindon er natuurlijk schade tdoor, dat spreekt van zelf, maar ze hebben het ea* graag voor over als ze weten dat dien Fran sch cn 't voikeer ook onmogelijk wondt ge smaakt. Dc-ze medhten n-u eigen telefoon en t olega a f-Ie id i cgen aanleggen en omdat de spoorwegen igvribcltelijk onbnulkbaar zijn, -all hun vervoer met last-auto's a on plaats lieh- l^en, beidt? ondernemingen, diue schatten van gefJd kooien. Wel hebben de Fransahen de twee genoemde spoorlijnen, die „vormiLitarisecnd" zijn, maar dat vormilitadeeoron bestaat tot nu too slechts hierin, diat or daags maar heel enkele treinen rdjidlen met een snelheid icta grooter dan dite van oen voetganger, daac men stcodö vwoest, dat die Duitechers den spoor weg onbruikbaar h-dbbon gemaakt en dat er elk oogenblik botsingen en ontsporingen zijn, omdat do Fransdho spoorwegbeambten niet op dc Duiitochc spoorlijnen tibuie zijn. Zoo is tot nu toe aan het Fransche optre den [hier geen daverend suoees voihonden ge weest; ik weet niet of ik te overmoedig ben in mijn oordeel, maar soms krijg ik het ver- mfttadien, dat. dit welslagen dier Franschén wel eens zoo Lang op zich zou kunnen üaten wachten, dat idio gdbceóc ondenneming In een grootsohe mislukking eindigen moet. De geest van lijdelijk verzet noemt niet alleen niot af, maar woirdt zriifs sterker, het is of dc bevolking or pleizior in heeft, de Fransohcn togen te werken, wetende d'at deze toch niets jcu-n-ncn doen, zoolang alle geweld achterwege wondt gelaten. De kolentreinen cn licic uitvoer van toer en nog enkele andere za- En zij kuste het kleine huis mot zijn een zame bewoners. „Freule, het wordt tijd vcnor u om zich te kleoden." Juffrouw Lüdors stond aohtor haar, om haar bet bruidstoilet aan te trokken. Daar verdwenen haar droevige gedach ten ale sneeuw voor de zon. Mia had in het geheel geen tijd meer, om al de kostbaar heden te bewonderenden praohtigen zij den «leep met zilver garneersel, de luch tige onderjapaa, den briljanten halsket ting, een geschenk van do hertogelijke fa milie. En nu de mirten krans! Het waren geen moederhanden, die deze op het krullend baar legden geen stille ee- genwenöoh was in dd-t bloeiend sieraad' ge weven. Er vielen ook geen afscheidstranen op, nooh werd een laatsto vertrouwelijk woordje over haar gefluisterd. Nu de sluier Daar lag hij als een wolk over haar schouders en omhulde haar als een zori ge heim. De kostbare sluier, als zilver glinste rend in de zoom, viel tot op don zoom van don sleep af. „Alles is in orde, freule. Ik zal het boven gaan melden." Nu stond zij alleen voor den gwioten spiegel en plotseling beving haar een vree- selijk weemoedig gevoel. Op de tafel lag die bruadsbouquet, witte orchideeën, meiklokjes en bloeiende mirte. Zij nam dc bloemen in haar band en drukte haar gezicht er in. Toen ging dc deur open. Do Baronee versoheen. Achter haar juffrouw Liïdcrs. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5