De Prins uit lie! Sprookje
No. 1930S.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 15 Februari.
Tweede Blad. Anno 1923.
EERSTE KAMER.
FEUILLETON
TWEEDE KAMER.
üit het nieuw bezette land.
W -
Zitting van gisteren.
Na afdoening van eakel'e zaken van huis
houdelijk en aard en een aantal adressen,
etclt de VOORZITTER aan de orde het»
'ontwerp tot
Wijziging der Lager-Onderwijswet 1920.
Eerste spreker is de heer FRANSS EN,
oio uiteenzet, dat liet antwoord des Mi
nisters op zrki nota, ingediend bij het af-
Ideelingsonderzoek, liera niet bevredigt. Spr.
fciidhaaft opvatting, dat de toepassing
van ark 100 der wet door het Dep. van
'Justitie in strijd niet do wet is. Spr. wenseht
echte'' thans geen nader antwoord van den
Minister, maar vraagt nadere overweging
van zijn. bezwaren.
Do heer SLINGENBERG is voorstander
var. bezuiniging, wat niet wegneemt, dat
bij evenals enkele andere leden bezwaar
heeft tegen hot hier voorgeelejde, dat z.i.
vitale briangen van böt onderwijs raakt.
Bezuiniging op onderwijsgebied is mo-
jgftlijk, bijv. wat betreft de gebouwen, maar
Eiev wordt de hoedanigheid van ons onder
wijs bedreigd en goed onderwijs is voor
spr. onafwijsbare eisch voor onze welvaart.
'Gaan onderwijsraad en schooltoezicht met
dit ontwerp made? Waarom weigert de
Minister de adviezen dier autoriteiten oven
te leggen? Toch niet, omdat zij ongunstig
Izrjh? Spr. komt er ook tegen op, dab de
Minister met enkele leden der Tweede Ka-
bier, in easu de vier rscktsche leden rder
icon missie van rapporteurs, heeft geraad
pleegd alvorens het in openbare behan
deling kwam. Dat was'niet in orde.
Twee bezwaren van overwegenden aard
beeft spr. tegen het ontwerp: de verhoo
ging van het aantal leerlingen per klasse
des Ministers houding tegenover heil
rvolgoD der wijs.
De verhooging van liet gemiddeld aantal
leerlingen per klasse heeft ten gevolge
vermindering van het wettelijk aantal onder
wijzers en jaagt de gemeenten op kosten.
De groote petitie was daortegen gericht
en mon mag die beweging niet minachten.
|Ook uit Christelijke kringen is hiertegen
verzet gekomen. Terecht: met oen klasse
van 55 leerlingen kan een onderwijzer zijn
onderwijs niet altijd vruchtdragend doen zijn.
Spreker betoog!, dat het algemeen peil
van het onderwijs zal dalen door het groo-
'ter aantel leerlingen per klasse, al bullen
Ide vlugste kinderen daar niet onder lijden.
[Wij gaan terug tob vóór do wet-Cappeyne
van 1878. Do grootte der bestaande lokalen
l'aat trouwens bij vele gemeenten do ver-
jhooging vati. het leerlingaantal niet too. En
Idan bedenke men, dat de bouw dier 'lokalen}
gesej^ea onder goedkeuring van de Re-
^cc-ring/Het is daarbij voor spr. een or-
gemis, dat de Regeering deze wijziging
niet geleidelijk wil invoeren. In de tweedJe
plaats het vervolgonderwijs. Spr. keurt hot
af, dat de Minister dit uit' de wet heeft
laten wegvallen. Hij erkent, dat onder de
;oudo wet misbruik van dit onderwijs is
gemaakt, om aan onderwijzers een extra-
vcvdienste te bezorgen. Maar de Minister
wil dit vervolgonderwijs afschaften, nu er
nijverheidsonderwijs is gekomen. Dat gaat
echter niet op; zooveel1 nijverheidsonderwijs
t is er niet Persoonlijk betreurt spr. de
verwerping van het amendement-Wester man
in zake het Fransch en het uitstellen vein
bet zevende leerjaar en van de verbetering
van de opleiding van onderwijzers. Ook acht
spr. het een verslechtering van de wet,
'dat de bijzondere school g3en o/erleg met
bet schooltoezicht behoeft te plegen om
trent de benoeming V-an personeel. 'Zco
beeft spr. nog enkele bezwaren. De Mi
nister heeft een novelle toegezegd, spr.
Sou willen, dat deze ook da noodigo 'maat
regelen tot geleidelijke invoering dar nieu
we iiegeling bevatte.
Mevr. POTHUIS—SMIT is overtuigd.dat
dit ontwerp het volksonderwijs op lager
peil zal brengen.
Daar hebben velen geen bewaar tegen;
teel'fs zullen er wel zijn, die vinden,. (dat do
^Minister niet ver g?noeg gaat. De Minister
van Onderwijs betreurt wel verschillende
maatregelen, die hij moet voorstellen; maar
als er bezuinigd moet worden, dan had'
1 men niet aan het onderwijs zelf moeten
tomen. Liever had hij op vermeerdering
Roman van G. HARDWIG.
27)
Zij rag er J>lcek uit. Anders verried
tiiots baar opgewondenheid, toen zij Mers-
bach ander de aanwezigen, ontdekte.
Zij boog, naar alle kanten groetend, het
hoofd, hier en daar een vluchtig woordje
(wisselend en overal bloemen in ontvangst)
nemend.
Toen kwam het oogenblik, waarop de
meiklokjes dn haar hand, als door den wind
bewogen, knikten.
„Koninklijke Hoogheid, vergun u mij al
ler onderrianigst, u een gelukkige reis toe
te wenechen."
Zij keek hem aan. Niets bewoog zich in
baar trekken.
,,Dat is aardig van uj Merabach, dat u.
gekomen bent," zei de Erfprins vriendelijk.
Zonder dc wimpers te bewegen nam
iAlexandra Louise de anjelieren uit zijn
hand en overhandigde ze aan de haar ver
gezellende hofdame. Toen ging zij verder,
terwijl haar hart koortsachtig klopte.
I n on ge nade ge val len - momp elde d e
vrouw van den geheimraad von Sokmann
met leedvermaak tot dk vrouw van den ge
zondheidsraad B üchtner. „Ja, ja, het
diet komt altijd uit: Ga nooit naar den
;lV ore';, wanneer je niet geroepen wordt."
„Wij z<jn tocli ook niet geroepen!" zei de
aan cce prokeno.
daarvoor juoeten aansturen! Waarom niet
liever bespaard pp militaire uitgaven?
Ook spreekster betreurt de hiefc-invoe-
ring van het zevende leerjaar en zelia
tegen een achtste leerjaar zou zij gesn
bezv aar hebben. De opmerkingen :n hot
.Vooi loopig Verslag tegen verbetering van
de opleiding, der onderwijzers zijn absoluut
er naast
Wat de groole klassen betreft, gaat
spreekster mede met de opmerkingen van
den heer Siingenberg. Zij -is overtuigd,
dat de voorstanders van groote ïclassen
geen juiste notie hebben van de bete
kenis van net klasse-onder wijs. Aan de toe
wijding en liefde van liet onderwijzend per
se nee. twijfelt spreekster geen oogenblik,
doch het individueel1© kind. raakt in do
groote klassen in verdrukking. Eu dit geldt)
in het bijzonder voor het volkskind,, waar
voor een kleine klasse een waldaad is.
Het doet spreekster leed, dat het vervolg
onderwijs niot verplichtend is gesteld, vooral
omdat zooveel ouders niet van de nood-
zakelykheid er van overtuigd zijn.
Wat betreft de kwestie der overtollige
onderwijzers, do Minister bedoelde niet dei
gemeenten op kosten te jagen, ook zij
moeten bezuinigeu. Spreekster hoopt, dat
de gemeentebesturen genoeg rugg.g.aatzul
len toonen, om aan dion 'drang, niet toe te
geven maar in de eerste plaats zulle?*
denken aan de deugdelijkheid van het on
derwijs.
Wat het door den heer Siingeubsrg ge
noemde petitionnement betreft, met hem
is zy het eens, dat men dit friet lang
mag aanslaan.
De paedagogische motieven ten gunste
van de afschaffing van het Fransch onder
schrijft spreekster ten volle. Zij verwacht
er geen schade van voor het onderwas.
Spreekster concludeert intusschen, dat
door deze wet het volksonderwijs een stuk
achteruit zal gaan en daarom zal zij .er
tegen stemmen.
De heer HEEKKENS TJEIIJSSEN zet zijn
bezwaren uiteen tegen de opheffing van hc-t
Frousch als leervak op de lagere school.
Het voorbereidend ouderwijs daarin komt
aan het later onderwijs ten goede. Ook
vindt spr. het af te keuren, dat Imen uni
formiteit ook wit wat betreft het aantal
leerkrachten. Daar kunnen de gemeenten
zich rtiet aan houden en Ue uitbreiding
der klassen maakt deze kwestie nog moei
lijker en voor het particulier onderwijs
brna ondraaglijk.
De "heer DE VEER is overtuigd, dat ttc
Rijksfinanciën baat zullen vinden by dit
ontv erp, doch met de gemeentefinanciëa
zal dit wol niet het geval zijn. Bij hei
betrachten van zuinigheid kan men ra eb
aanvaarding van het gemiddeld aantal leer
lingen het wef een eind brengen, doch fini
andere opzichten zal die gemeente toch op
lioogere kosten komen, bijv. door het behoud
van overtollige onder wijskrach ten Kan dc
Minister in zijn to verwachten novelle niet
een overgangsbepaling opnemen, waardoor
hot mogelijk wordt, dat de Rijkskas nog
zekeren tijd vergoedt het salaris van cloor
achteruitgang van het aantal' leerlingen over
tollige onderwijzers?
Ook enkele andere technische verbeterin
gen wil spr. door de novelle zien 'aan
gebracht.
Do heer SLOTEMAKER DE BRUINE be
tuigt zyn instemming met de opmerking
des Ministers in zyn Mem. van Antw., flat»1
h'j! thans niet raeb een principieeie herzie
ning. der Onderwijswet kan opkomen. Dat
zou ook hoogst bedenke!yk zijn tegenover
de gemeente- en schoolbesturen, die zich
amper in de thans geldende wet. hebban
ingeleefd. Tegen het denkbeeld, van som
mige zijden geopperd, om de Staatskas
het minimum onderwijs, de belanghebben
den al wat meer gegeven wordt, l'& laten
betalen, komt spr. ten stelligste op. Tegen
publiceering van "het advies van den On
derwijsraad ontwikkelt spr. bezwaren.
Voor dè verbetering van den economi
se hen toestand moet men niet bouwen op
verbetering van het onderwijs. De laat
ste verbetering werkt daarvoor te lang
zaam in. Wy moeten nu bezuinig:n, met
hoc cog op den oogenblikkelijken toestand,
maar spr. doet daaraan, wat onderwijs be
treft, slechts aarzek-nd mede. Men ga ech
ter niet te ver, bjv. wat 'betreft .net on-
derwjs voor doofstommen. Noeli de ter- j
Wij dragen ook geen roede at lila on geen
rijlaarzen met sporen, zou ik danken."
Ondertusschen was de Erfprins achter
zijn gemalin in den trein gestapt.
Zij stond de laatste oogenblikkcn aan bet
geopende. portierraam on kook naar buiten.
De man, diern zij in aller tegenwoordig
heid zwaar had gekrenkt, zoxtls haar belee-
c3igde trots haar had bevolen, stond recht
op, in zelfbewuste houding. Sleobts do don
kere rimpel tussehen zijn wenkbrauwen ver
ried haar scherpen blik wat zich daar ach
ter di o uitwendige kalmte afspeelde.
Angst en smart en berouw benamen haar
bijna den adem.
Schril klonk db stoomfluit, dc wielen zot
ten zich in beweging.
Alexandra. Louise keek nog steeds naar
buiten, haar oogen oogensohijnlijk op de
menigte gericht, maar zij zag el-oohts bom.
De zon straalde over bet bonte gewemel
op bet perron. Morsbaoh stond in mili
taire houding, zijn hand aan de pelsmuts.
Geen blik gold meer haar, die zijn offer af
wees:
Van dEt oogenblik af had bij bet van zich
verkregen, aan zijn aanstaand huwelijk
voor zijn eigen geweten dat gewicht toe te
schrijven, dat hem tot nog toe daarbij niet
eobeen te passen.
Op den avond vóór zijn huwelijk greep
hij Mia's band en bracht haar in de gobe
lin kamer.
Zij was zóó ontroerd, dat haar de woor
den ontbraken oinhaar geluk uit te spre
ken. Zij narn daarom zij.a hand en kuste
die.
„Wanneer je wiilt dat ik in vrode met je
blijf," zei liij, haar blond kopje opheffend,
„doe dat dan nooit weer.''-
Nooit!" zei ze Lachend.
zijde-schuiving van het vervolgonderwys,
noch de uitbreiding van het aantal' leer
lingen hebben zijn sympathie, al zal iiy
er zich nu niet tegen verklaren.
Spr. besluit den Minister te vragen óf
hij geruststellende verklaringen betreffende
de resultaten van de bezuiniging kan geven.
De heer VAN DER MAESEN DE SOM-
BREFF maakt enkele opmerkingen over
de akte-examens L. O. in verband met de
o.pleiümg der aspirant-onderwijzers.
De VOORZITTER verdaagt hierna ?»e
vergadering tot Donderdag elf uur.
Zittin.g van gisteren.
ltegeUnk van werkzaamheden.
De YpOR&TTER stelt voor aan do
agenda toe te~vocfcen de wetsontwerpen
tot wijziging der Huurcommissie cn Huur-
opzeggingswet* en yan dc Radenwet.
Aldus besloten.
Bioscoopwet.
Voortgegaan wordt met de behandeling
dor Bioscoopwet.
De algemeen© beschouwingen worcfen
voortgezet.
De heer VLIEGÜN (S.-D.) betoogt, dat
de heer Rutgers van Rozenburg overdrijft
bij de schetsing van de kwaal, dat uit den
bioscoop voortkomt. Die afgevaardigde
heeft niet. bewezen en alleen maar veron
dersteld, dat er veel kwaad wordt ge
kweekt. Dit ontwerp is weer één om do
menschen zedelijker te maken. Aan het suc
ces daarvan gelooft spr. niet. Voor zoover
dit ontwerp de jeugd wil beschermen,
heeft spr. geen bezwaar, maar verder wil
hij niet gaan, en censuur voor volwassenen
wenseht hij niet. Van dergelijke keurings
commissies komt niets terecht. Het gaat
telkens om grensgevallen en vaak zal men
er met de muts naar gooien. De maatstaf,
dien de commissie moet aanleggen, nl. de
goede zeden, is zoo rekbaar, diat er niets
van terecht komt. De leden dier commissie
hebben allerlei levensopvattingen en die
botsen dan tegen elkaar en heit eind is, dat
de beslissing willekeurig wordt. Van al hot
gezedenmeester komt in de praktijk niet te
veel terecht, als de wet dat gaat toepassen.
Men moet dit maar aan de particuliere
liefhebberij overlaten. Al de wetten als
deze hebben niets uitgewerkt: de gezonden
zullen niet zoo bedorven worden en voor
de zieke lijken is alles gevaarlijk.
Spr. heeft wel bezwaar tegen vergroo
ting van de macht, der burgemeesters.
Geen bezwaar heeft spr. tegen verhoo
ging van de leeftijdsgrens van 18 jaar, mits
dc censuur voor de volwassenen vervalt.
Mej. VAN DORP (Lib.) meent, dat de
bioscoop een daling van het moreel© peil
heeft bevordeixl. Te Haarlem, is geen eer
lijke loopjongen meer te vinden en dat is
do schuld van de bioscoop. (Hilariteit).
Spr. betoogt, dat de techniek de zedelijke
kracht heeft verzwakt, en de bioscoop is
daarvan het bewijs; Spr. is maar tweemaal
in een bioscoop geweest (Gelach. Geroep
Wat weet u er cian van?) Zij geeft toe, dat
er wel eens goede films zijn, o. a. de vogel
films, maar die worden zelden vertoond.
De heer SMEENK (A.-R.) ziet ook voor
do zedelijke ontwikkeling geen heil in den
bioscoop, en alle kenners van de jeugd
pleiten voor ©3n algemeen verbod voor per
sonen beneden 18 jaar. Spr. is daarvóór on
wil de censuur voor oudere behouden.
De heer TILANUS (C.-H.) sluit zich aan
bij den heer Rutgers van Rozenburg, eai be
toogt nog eens, dat de bioscoop niet bij
draagt tot karakter-vorming. Hij wenseht
ook een algemeen verbod beneden 18 jaar.
Dc heer TER HALL (V. B.) herinnert
aan de installatierede bij de oommissie ad
hoe, waarin werd gezegd, dat de bioscoop
een belangrijk instituut kon zijn. Spr. is
niet blind voor de gevaren en hij zou vóór
dit ontwerp kunnen zijn, alleen om uit den
ch-aos te komen bij de keuring.
Do tijd van sonsationeelo bioscopen is al
lang voorbij en spr. wijst op tal van films,
die bijzonder nuttig cn leerzaam zijn; o. a.
die van Mooi Nederland, van Leger en
Vloot en van Insulinde.
Spr. vraagt den Minister lo. of hij be
reid is in overleg te treden, met den Bond
van Bioscoop-directeuren bij het nemen
van zijn maatregelen van bestuur; 2o. of
„Geen man is het waard, dat een vrouw
als jij hem do hand kust. Ik jouw, ja! Ik
buig me voor dc reinheid en liefheid van
jouw wezen. Wij zullen ons altijd daar vin
den, waar jouw liefde en mijn plichtsgevoel
elkaar de hand reiken; dat kan ik je be
zweren Mia."
„Dat weet ik immers wel," riep zij, te
gen zijn schouder geleund„ik kan het al
leen niet zoo mooi zeggen als jij. Ik merk
dat heelemaal niet op, omdat me dat zoo'
natuurlijk voorkomt. Voor mij is alles
liefde, voor jou ook, dat weet ik, of je liet
nu zoo noemt of anders. Alles, wat je zegt,
kilinkt.immers zoo mooi, en ik ben van plan
om te leeren je dat na te doen."
^Spreek altijd zooals het op je hart
ligt," zei hij, haar voorhoofd kussend.
„Houd het niet voor een geluk met woor
den te pronken. Ik wil jouw gevoelens on-
vorvalsoht. Het zal mij steeds een helder
stroompje 2ijn, dat onbekommerd) midden
door dorre streken en gesteenten vliet."
Zij breidde haar armen -uit en wierp zich
aan zijn borst.
„Je hebt nu niemand meer noodig dan
mij," zei hij bewogen.
„En ik wil ook slechts jou, alleen jou!"
Den volgenden morgen bracht- npg oen
verrassing.
Uit het eerwaardige hof rij tuig klom
Kleeschon en strompelde met moeite de
trappen op. Het gouden licht van het Moi-
zonnetje maakte ook haar gerimpeld ge
zicht met de blauwe rimpelglazen mooier.
Zij kwam in opdracht der oude Hoogheid
en overhandigde haar eigen huwelijksge
schenk en dat der oude Prinseseen antiek
sieraad, van hooge waarde misschien voor
een museum, en een stuk handwerk naar
deze Bond in de Rijkskeuringscommissie
zaJ vertegenwoordigd zijn3o. hoe de Mi
nister de leeftijdsgrenzen voor het bios
coopbezoek zal denken vast te stellen.
Do heer VAN DER MOLEN (A.-R.) be
toogt, dat wel degelijk slechte invloed van
den bioscoop op het zedelijk peil der be
volking is gebleken. Hij wijst op mededee-
lingen in „De Telegraaf" en van mr. De
Bie, politierechter in Rotterdam. Spr. be
toogt, dat deze wet niet de individueele ze
delijkheid der bezoekers wil keuren, maar
alleen datgene wil verre houden, wat daar
op oen slechten invloed heeft.
In de wet Gods staat voor spr. geschre
ven, dat de overheid het zwaard moet hef
fen om het kwaad te straffen. Spr. erkent,
dat het moeilijk zal zijn oen Keuringscom
missie samen te stellen, maar voor die
moeilijkheid mag de overheid niet terug
deinzen om zich to onthouden.
De heer STULEMEYER (R.-K.) spreekt
in denzelfden geest als de heer Van der
Molen. Een goede bioscoop is beter, dan
oen kroeg, maar juist daarin is toezicht
noodig.
De heer MARCHANT (V.-D.) betoogt-,
dat zij, die legen de bioscopen zijn, ook te
gen cVze wet moeten zijn, die juist de bios
copen sanctioneei*t. De wet biedt op dit
oogenblik voldoende macht om vuiligheden
tegen te gaan een positieve keur van de
overheid, wat wol vertoond mag worden, is
niet te aanvaarden. De toeleg van dit ont
werp is gebleken uit de amendementen,
die den bioscoop onmogelijk willen maken.
Spr. aocopteert alleen de bevoegdheid van
afkeuren en hij stolt ee>n motie voor, waar
in worclb uitgesproken, dat de be meeding
van do overheid zich niet verder moet uit
strekken dlan tot bescherming van de jeug
dige personen en waarin de Regeering
wordt uibgenoodigd cSiit ontwerp in dien
geest te wijzigen.
De heer KERSTEN (Ger. St. P.) acht
de cenige oplossing, dab alle openbare bios
coop voorstelling-en worden verboden, en hij
dieüifc daart-oe een motie in.
De MINISTER VAN BINNENLAND-
SCHE ZAKEN, de heer RUYS DE BEE-
RENBROUCK, zet voorop, dat- dc bios
coop op ziohzelf geen kwaad is on hij wijst
bijv. op de film „Nederland in den vreem
de." Eohter kan de bioscoop ook in ver
keerde richting weiken en juist daarom
is het gewcnsc-ht, dat- de overheid richting
aangeeft Het toezicht van de burgemees
ters is onvoldoend© gebleken, con dat de
burgemeesters niet persoonlijk alles con
troleeren. De gemeentelijke keuringscom
missies hebben niet bewezen, dat er zulke
verschillende tegen-stellingen bestaan als
men thans vreest bij centrale keuring. In
tegendeel hebben zij alle op vreedzame
wijze samengewerkt, en voor een overdre
ven oensuur vadt niet te vreezen. Centrale
keuring acht spr. beter, omdat gemeente
lijke uiteenloopende beslissingen geeft. Do
centrale zal meer eenheid bron gen.
Wanneer de keuringen voor volwassenen
vervallen, zouden de plaatselijke keurin
gen blijven bestaan, en dat is niet ge-
wensc-ht.
De vrijheid zou aangetast worden, meent
men. AI3 de vrijheid de natuurlijke gren
zen van de orde overschrijdt, is zij eon ge
vaar voor de orde. Dit is ge on nieuw
standpunt, want ook Thorbeoke nam dat
in, toen hij de tooneelcensuur inbracht in
de Gemeentewet. Voor do bioscopen is al
leen een eigen regeling nooclig. Spr. be
treurt de kwalificatie „domperswet" en hij
wijst op de. persoon, die in do Staatscom
missie ad hoe zitting baddon on die tot een
compromis zijn gekomen.
Spr. heeft altijd gehoopt, dab hij steun
zou krijgen bij de linkerzijde, maar nu dit
niet gaat, zal hij alleen moeten steunen op
de reohterzijde.
Bezwaar is gemaakt tegen (D keuring
voor de ouderen. Spr. wijst op de actie
voor Plaatselijke Keuze en op de droogleg
ging in Amerikajuist vele sociaal-demo
craten zijn daarvoor en zij leggen dus ook
de vrijheid aan banden
"De>n heer Ter Hall antwoordt spr., dat.
liij met den Roacl van Biosooop-directeu
ren bereid is overleg te plegen. In, de sa
menstelling der keuringscommissie hoopt
spr. clezo Bonid te f&km v-oi'teg-i-awoordigen.
Dc vergadering wordt verdaagd tot- Don
derdag één uur.
den smaak van het begin der vorige eeuw.
Mia, ontroerd van blijdschap over zoo
veel vriendelijkheid, kon zich nauwelijks
goed houden. Naast- Kleesohen daalde zij
db trap af, met deze oen contrast vormend
als lento cn winter. In -het rijtuig spreidde
zij eenige dekens en pelsen over dc ver
kleumde voeten van Kleesohen uit.
Intusschen was boven nog een pakje be
zorgd, - dat met zeer slordige letters aa.n
Mie was geadresseerd. Het pakket was met
vijf groote zegels op de touwen voorzien.
De gelukkig Mia lachte maar steeds door
terwijl zij het pak open maakte.
Eindelijk was het haar gelukt. Een hard
in papier gewikkeld voorwerp viel er uit,
in Mia's hand-en een fotografie. Een
klein, door een haag omsloten huis met
lustig rookenden schoorsteen, op den ach
tergrond in clan hoek een ontbottende vlier
struik. Voor dc gesloten huisdeur stond een
oude man cn naast hem, trotsoh opzittend,
oen groote zwarte poedel. In zijn be»k droeg
dezo een papiertje met het opschrift: „Wij
feliciteer en u."
Over Mia's lachend gezicht gleed bij het
zien van deze dierbare vrienden een
gloeiend rood. Hoe lang was het al gele
den, dat haar gedachten in haar oude ge
boorteplaats hadden vertoefd! Hoe had zij
di-e zoo kunnen vergetenOok had zij in
den laatsten tijd niet meer aan het huisje
op de heide on zijn bewoners gedacht. Nu
kwamen zij zoo weer bij haar; waren trou
wer gebleven dan zij. De oude bekenden
riepen haar toe: „Leef gelukkig." Zij
kreeg een gevoel dezen wensch niet te heb
ben verdiendzij had hen immens allemaal
vergeten i
„Sodmannfluisterde zij zacht. „En
Fips Mijn lieve, oude Fips!"
Kunnen de Diiitsc-hers betalen?
XXII.
(Van onzen eigen correspondent.)
Essen, 10 Febr.
Tdder mensdli kan liet wel eens gebeuren,
dat hij <le gehccle wereld ziet op oen wijze
zooals men in oen droom de dingen ziet. Al
les lijkt dan oen schijn, hot geeft oen ge-
veel van on wezenlijkheid, waarbij de huizen,
de boomen, de wereld niet meer zijn dan de
soherincu van een tooneel, do mensahen die
voorbij gaan niet meer waarde hebben dan
de bordpapieren poppen van een poppeuknst.
figuren die dc omgeving opvullen.
Gostcld dat housdli die wereld, waarin wij,
leven ,niet meer waarde zou hebben, dian oen
droomverschijning en dat al de mcnsclien,
vooral Duitachens en Fransalien, die nu wild
•dp elkaar zijn, eens tegelijk wakker werden,
wat zou dat dan een allergelukkigste op
lossing zijn van alle mogelijke „vraagstuk
ken", waarmede hot mcnschdom en de vol
keren oadtorling beliept zijn en dlio dan zou
tten blijken niet meer g-owcest te zijn dan
ceii naohtniare, een kwelling; 't echadevor-
gocdi ngsv ra a gs tukzelfs de Roen! Knotting
plotseling niet meer «dan hersenspinsels.
Maar qp het oogenblik droomen we dan.
nog de Fraiische soldalen zijn nog altijd in
het Roergebied en d'e Duitsdhers zinnen er
ook nog steeds over 11a hoe zo de Fransohe
plannen het best kunnen verijdelen.
Tot nu toe is hun dat nog al good gelukt,
tenminste dien indruk krijgt men wel uit dJe
berichten, die hior klagelijks bcikend gemaakt
worden en die zoo ©enigszins een overzicht
gaven van den algemoe non toestand. Do
Franadlie berichten b.v. spreken zegevierend,
dat reeds drie leden treinen door de Fransdho
spoorwegtroepen zijn buitgemaakt en naar
Frankrijk geleid; maar vroeger, d.wjs. vóór
do bezetting, ging er o'.ik half unor, dag cn
nacht door ,ccn trein met steenkool naar
Frankrijk, dus die drie, laat het er onder-
tuisschen zos zijn gewonden, zijn nog niot
zoo'n héél groote overwinning. Do spoorwe
gen hebben do Fransohon tot nu toe- ook nog
niet kunnen bemachtigen, zoowel ten Noor-
dien als ten Zuiden van liet gebied loopt
slechts een militaire lijn, die bei-die naar
Dusseldonp voeren. Tuösohon djezc beide lij
nen, in het Rcongobiod, rijden nog Duitsche
treinen of, wat tegenwoordig ook zeer in ge
bruik is, rijden hoalcmaal geen treinen meer.
Men wacht daar slechts op het weder in ge
bruik nomen van de postkoets.
Zoo is met de gedeeltelijk niet cn gedeelte
lijk wel bestaande sp :or wcigveihi udiingen
met de onderbroken telefoon en telcgraa/f-
ileidingen, met dan weer dicht cn dan weer
open zijnde postkant-oren het maatschappe
lijk leven hior vcókomen iu de war. Do Duit-
sehers ondervindon er natuurlijk schade tdoor,
dat spreekt van zelf, maar ze hebben het ea*
graag voor over als ze weten dat dien Fran
sch cn 't voikeer ook onmogelijk wondt ge
smaakt. Dc-ze medhten n-u eigen telefoon en
t olega a f-Ie id i cgen aanleggen en omdat de
spoorwegen igvribcltelijk onbnulkbaar zijn, -all
hun vervoer met last-auto's a on plaats lieh-
l^en, beidt? ondernemingen, diue schatten van
gefJd kooien. Wel hebben de Fransahen de twee
genoemde spoorlijnen, die „vormiLitarisecnd"
zijn, maar dat vormilitadeeoron bestaat tot
nu too slechts hierin, diat or daags maar heel
enkele treinen rdjidlen met een snelheid icta
grooter dan dite van oen voetganger, daac
men stcodö vwoest, dat die Duitechers den spoor
weg onbruikbaar h-dbbon gemaakt en dat er
elk oogenblik botsingen en ontsporingen zijn,
omdat do Fransdho spoorwegbeambten niet
op dc Duiitochc spoorlijnen tibuie zijn.
Zoo is tot nu toe aan het Fransche optre
den [hier geen daverend suoees voihonden ge
weest; ik weet niet of ik te overmoedig ben
in mijn oordeel, maar soms krijg ik het ver-
mfttadien, dat. dit welslagen dier Franschén wel
eens zoo Lang op zich zou kunnen üaten
wachten, dat idio gdbceóc ondenneming In
een grootsohe mislukking eindigen moet.
De geest van lijdelijk verzet noemt niet
alleen niot af, maar woirdt zriifs sterker, het
is of dc bevolking or pleizior in heeft, de
Fransohcn togen te werken, wetende d'at deze
toch niets jcu-n-ncn doen, zoolang alle geweld
achterwege wondt gelaten. De kolentreinen cn
licic uitvoer van toer en nog enkele andere za-
En zij kuste het kleine huis mot zijn een
zame bewoners.
„Freule, het wordt tijd vcnor u om zich
te kleoden."
Juffrouw Lüdors stond aohtor haar, om
haar bet bruidstoilet aan te trokken.
Daar verdwenen haar droevige gedach
ten ale sneeuw voor de zon. Mia had in het
geheel geen tijd meer, om al de kostbaar
heden te bewonderenden praohtigen zij
den «leep met zilver garneersel, de luch
tige onderjapaa, den briljanten halsket
ting, een geschenk van do hertogelijke fa
milie.
En nu de mirten krans!
Het waren geen moederhanden, die deze
op het krullend baar legden geen stille ee-
genwenöoh was in dd-t bloeiend sieraad' ge
weven. Er vielen ook geen afscheidstranen
op, nooh werd een laatsto vertrouwelijk
woordje over haar gefluisterd.
Nu de sluier
Daar lag hij als een wolk over haar
schouders en omhulde haar als een zori ge
heim. De kostbare sluier, als zilver glinste
rend in de zoom, viel tot op don zoom van
don sleep af.
„Alles is in orde, freule. Ik zal het boven
gaan melden."
Nu stond zij alleen voor den gwioten
spiegel en plotseling beving haar een vree-
selijk weemoedig gevoel.
Op de tafel lag die bruadsbouquet, witte
orchideeën, meiklokjes en bloeiende mirte.
Zij nam dc bloemen in haar band en drukte
haar gezicht er in.
Toen ging dc deur open. Do Baronee
versoheen. Achter haar juffrouw Liïdcrs.
(Wordt vervolgd).