VOOR DEJEUGD
1EID5CH DAGBIAD
No. 7.
Donderdag 15 Februari.
Afmo 1&23
Frits de langslaper.
»i»
■=-. door -«®j
FRANCINE.
„Frits.,.; Frits,... sta je du op? Prits
dan toch!" Even stilte. Toen kwam er
van de bovenverdieping een gedempt ge
luid. Blijkbaar had de slaper het hoofd
diep onder de dekens verborgen.
„Ja, Moeder, ik kom al"
Zuchtend keerde mevrouw Brouwer in
)de huiskamer terug. De overige kinderen,
vier iD getal, zaten reeds om het ontbijt
'geschaard, haar te wachten.
„We gaan maar beginnen kinderen", sprak
ze, „Frits is er toch nog niet"
Ze hielp de twee kleinsten aan hun bo
terhammen en onder vroolijk gepraat ver
liep het ontbjjt.
Nog altijd was Prits niet verschenen.
„Jan en Bertha", sprak moeder, nu jul
lie vacantia hebt, kun je wel wat bood
schappen voor mij gaan doen."
Jan was elf en Bertha tien jaar, dus
konden zij moeder al aardig helpen nu
het vacantia was.
Moeder gaf hun een lijstje waarop de
verlangde boodschappen stonden, etn deed
nog e«iige aanwijzingen.
„Mogen wp niet op Prits wachten, Moe
der", vroeg Jan, „dan kan hij ook mee
gaan."
„Neen" sprak moeder beslist, „Prits is
al vaak genoeg geroepen, hij had moeten
zorgen hier te zijn."
Toen vertrokken de beide kinderen.
„Ziezoo kleintjes" zei moeder toen tot'
Marietje en Annie, „gaan jullie nu maar
wat in den tuin spelen hoor."
Marietje en Aunie waren de jongsten.
Marietje was zes, Annie vier jaar oud.
Vroolijk huppelden zij naar den tuin,
zooals Moeder het gezegd had.
Even bleef Moeder nog zitten in da
nu stille huiskamer. Zjj dacht aan Frits,
haar oudste, die nu al bijna dertien jjaar
was. Zeker, ook hjj was een vriendelijke,
gehoorzame jongen, en hij zou ziju Ouders
niets geen zorg gegeven bebben, indien
hjj maar niet dat ééne, leelijke gebrek
had gehad. Al vaak haddan Vader en Moe
der met elkander, en ook met Frits en
over gesproken hoe dat ééne gebrek, van
's morgens niet dadelijk op te staan als
bij geroepen werd, hen stellig leed zou
berokkenen, als hij het niet tijdig overwon.
Tot nog toe, echter steeds tevergeefs. En
zoo erg als vandaag, was het nog nooit
geweest! Meestal kwam hij binnen hollen,
als het gezin reeds halverwege met het
ontbijt gereed was. Maar dan moest, hij
ook naar school! Nu, den eersten morgen
van de vacantia, was hjj maar in net
geheel niet aan het ontbijt gekomen. En
'nóg drong geen enkel' geluid van boven
[tot mevrouw Brouwer door, dus lag hij
nog steeds in bed. Maar nu was 'tgenoeg!
jOogenblikkelijk zou hjj opstaan!
Snel liep mevrouw Brouwer de trap op
[eoi trad het kamertje, dat door Frits en
Jan gedeeld werd, binnen. Eén bed was
,er leeg. Maar in het andere, diep onder
ide dekens bedolven, lag nog steeds Frits,
'Blijkbaar had hij zijn moeder niet hooren
binnenkomen. Met een forschen ruk sloeg
'mevrouw de dekens terug.
wFrits," sprak ze, „zot je nu dadelijk
opstaan?"
Ontsteld spreng Frits overeind. Hij lagt?
juist nog zoo heerlijk te dommelen! MaarR
de stem van zrjn Moeder deed hem wakker!
schrikken.
Zóó boos had hij haar nog nooit gezien
Zonder iets te zeggen begon hij zich te t
wasscben at te kleeden. Toen hp klaar
was, zeide Moeder:
„Ga naar beneden, Frits, het ontbijt staat
nog klaar, maar in het vervolg zullen wij
andere maatregelen nemen."
Stil ging Frits heen. Hij durfde Moeder
haast niet aanzien, want hij wist wet dat
zij niet alleen boos was, maar ook bedroefd.
's Avonds, toen alle kinderen naar bed
waren, zaten Vader en Moeder samen in
de huiskamer. Moeder vertelde het gebeurde
van dien morgen aan Vader. ,,'kHeb er
den gebeelen dag aan loopen denken",
zeide zij ten slotte, „maar' wij moeten iets
verzinnen om Frits van zijn gebrek te ge
nezen, a5ó mag het niet doorgaan."
Vader had aandachtig geluisterd.
„Weet je Marie, wat wij zullen deen?"
vroeg hjj. „In 't vervolg, avat er ook ge-
beure, wp roepen Frits maar éénmaal. Staat
hij dan niet op, dan moet hij zelf de
gevolgen maar dragen. Nu is het vacantie,
dus een mooie gelegenheid om er mee
te beginnen. Maar ook als de school weer
begint, gaat onze maatregel door. Hij mbèt
op tijd leeren opstaan."
Moeder dacht even pa. „Ja", zeide zp
teen, ,,'k geloof dat dit een goed' plan is."
Den volgenden morgen was het weer
even als altp'd. Bjjna was het ontbijt afge-
loopen, daar kwam Frits pas binnen. Stil
zette hp zich op zijn plaats. 'Zoolang hij
at, sprak Moeder geen woord. Maar later,
toen de overige kinderen de kamer uit
waren gegaan, zei Moeder:
„Frits, luister eens goed! Al meermalen
hebben Vader en ik jo gezegd, dat je
'3 morgens zoodra je geroepen wordt, moet
opstaan. Toch ben jo iederen dag weer
veei te laat. Nu hebben Vader en ik afge
sproken, dat je in het vervolg slechts
éénmaal geroepen wordt. Sta je dan niet
op, of het vacantie is of piet, wij laten
je stil in bed liggen. Het doet mij veel
verdriet Frits, dat ik zóó tegen je moet
spreken, maar je moet oy tijd leeren
opstaan, het zou je in je later leven veel
verdriet kunnen berokkenen, als je deze
leelijke gewoonte nu niet overwint."
Beschaamd had Frits geluisterd. Hp mom
pelde iets van voortaan vroeger te zullen
opstaan en ging toen de kamer pit.
Den volgenden dag was het pvenwel het
oude liedje. Moeder had woord gehouden,
hem gelijk met Jan, slechts éénmaal ge
roepen. De klok sloeg echter reeds tien
uur, toen Frits beneden kwam. Wel schaam
de hij zich erg en durfde hij Moeder haast
niet aan te zien, maar niettemin ging het
verscheidene dagen achtereen op dezelfde
manier.
Moeder zuchtte. Zou Frits dan nooit be»
hoorlijk leeren opstaan?
I
.1 1
Het was een prachtige zomermorgen.
Reeds vroeg had mevrouw Brouwer, door
het gezang der vogels gewekt, het bed
verlaten. 'Zij ging even naar buiten, in
den tuin. Toen zij zag boe heerlijk het
weer was, en dat alles een sohoonen dap
beloofde, kwam het plan bij haar op, met
de kindoren een dagje naar buiten te gaan,
naar het strand. Dat zou een verrassing
geven als zij straks beneden kwamen! Zp
ging naar de huiskamer en daar zat Vade»
reeds haar op te wachten.
Moeder deelde hem haar plan mede, ea
vader was er terstond meo ingenomen.
„Ik kan zelf niet mee", zeide hp, „want
ik verwacht iemand, dio vandaag rnjj over
zaken zou komen spreken, maar jij en de
kindereu kunnen zeer goed gaan.
En daar bedenk ik wat Marie, je moet
hun niets zeggen, vóór zp beneden zijn,
dat zal de verrassing des te grooter ma-
ken."
„En Frits dan", vroeg moeder, „als ik
hem slechts éénmaal roep, en niet vertel
dat wij uitgaan, is hp stellig niet op tijd
beneden."
Vader keek ernstig: „Ja Marie", zeide
hij, „dat is wel naar voor hem, maar wjj
handhaven ons plan, slechts éénmaal roe
pen en dan niet meer. Hpi moet dan maar
door schade en schande wijs worden."
„Jo hebt gelijk man", antwoordde moeder,
,,'k ga dan nu de kinderen maar roepon."
'Zij betrad het kamertje der jongens,
wekte zooals iederen morgen Jan en Frits,
en ging toen naar de meisjes. O, hoe
hoopte zp, dat Frits ditmaal' terstond zou
opstaan, want hoewel' het om zijn eigen
bestwil zoo moest, slechts noode zou zij
hem achterlaten.
De meisjes waren al wakker. Bertha
spreng terstond het bed uit toen moeder
binnenkwam, en de kleintjes werden door
moeder vlug aangekleed. Niet lang daarna
was het troepje beneden, uitgezonderd Frits.
„Jan", vroeg moeder, „was Frits al op
toen je naar beneden ging?"
„Neen, Moeder", antwoordde Jan, ,,'k heb
nog gezegd: toe Frits, ga nu mee naar
beneden, maar hij bromde wat en draaide
zich nog eens om."
Moeder zuchtte. Zp merkte het wel, haar
oudste zou niet meegaan.
„Nu kindereu", zeide zjj, „jullie moet
vanmorgen vlug ontbijten, over een uur
gaat de tram en daarmee willen wp van
daag naar zee gaan."
Dat gaf een vreugde I Jan stond op en
wilde de kamer verlaten.
„Jan", vroeg Vader, „wat ga je doen?"
,,'k Wil aan Frits gaan zeggen dat w'ri
Uitgaan", antwoordde JaD, „anders is lat)
niet op tpd klaar."
„Hier blpven, Jan", zei Vader. „Frits
moet op tpd opstaan, of wjj uitgaan of
niet."
Het ontbijt was spoedig afgeloopen. Van
louter vreugde had niemand der kinderen
veel kunnen eten. Maar moeder had een
Binken voorraad broodjes ingepakt, want
zij wist wel dat aan de zee de kindere®
des te liever zouden eten.
Men was gereed om te vertrekken. Frits
was er nog steeds niet. Nog oven fluisterde
moeder wat met vader en vroeg hem du
hp vandaag toch thuis moest blijven, een
oogje op Frits te houden.
Vader beloofde het en vroolijk nam men
afscheid. Meer dan een uür daarna kwam
Frits naar beneden. Hij was wakker ge
worden van het slaan eener' kiok po Be-