De Prins uit hetSprookje
Tweede Blad. Anno 1923.
TWEEDE KAMER,
Uit het nieuw bezette land.
FEUILLETON
SPORT.
RECHTZAKEN.
fUO. 19302.
r
Zitting van gisteren.
Bouwfonds.
Aar, 3e orde is het wetsontwerp, hou
dende vaststelling van de begrooting van
hei Bouwfonds voor de Departementen van
Binnenlandsche "aken en van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen voor 1922.
i De heer VAN VOORST TOT VOORST
(R.-K.) klaagt over het getreuzel met de
Uitbreiding van het Gemeentegebouw te
Arnhem. De Provinciale griffie is thans
in gedeelten van woonhuizen ondergebracht,
hetgeen het werk zeer bemoeilijkt. Spr.
sritiseert de werkwijze bij de verbouwing
«5h auhl deze uit een financieel oogpunt
hadeelig.
De heer BOMANS (R.-K.) critiseert de
houding der Kegeerlng tegenover het Gou
vernementsgebouw te Haarlem; de Regee-
riug heeft zich niet aan haar belofte ge
houden, ten aanzien van den afstand van
grond voor een nieuw gebouw.
De heer KETELAAR (V.-D.) ondersteunt
het betoog van den vorigen spreker.
De Minister van Binnenland
sche Zaken, de heer RU YS DE BEE-
'RENBROUCK, erkent, dat de huisvesting te
'Arnhem niet aan de eischen voldoet, en
zegt toe. dat alle spoed zal worden betracht.
Dc heer VAN DER BILT (R.-K.) acht
den post voor de H. B. S. te Purmerend
veel te hoog. Hij vraagt den Minister dez:n
post terug te nemen.
De Minister van Onderwijs, de
heer DE VISSER, ontkent, dat de post te
boog is. Onjuist acht hij het. dat hij het
M. O. bevoordeelt boven het L. O.
Het wetsontwerp wordt goedgekeurd.
Staatsboschbedrijf.
Aan de orde is het wetsontwerp tot vast
stelling van da begrooting van het Staats-
wosel.bedrijf voor 1923.
De beer LOVINK (C.-H.) betoogt, dat
dit bedrjjf allesbehalve economisch wordt
beheerd. Hij zet uiteen hoe z. i. het beheer
moet zijn.
De Minister van Binnenland
sche Zaken, de heer RUYS DE BEE-
BENBROUCK, betoogt, dat dit bedrijf niet
geheel en al als een commercieel bedrijf
is te beschouwen en dus niet commercieel
kan worden beheerd.
Hel ontwerp wordt goedgekeurd.
Begrooting voor Suriname.
Aan de orde is het wetsontwerp tot vast
stelling van de begrooting voor Suriname
1923.
De aigemeene beschouwingen worden
voortgezet.
i De heer IJZERMAN (S.-D.) betoogt, dat
'met: in Suriname niets gevoelt voor af
scheiding van Nederland of voor verkoop
Van deze kolonie.
Suriname is al sinds jaren een schade
post voor ons land. Ons land is daaraan
zelf in niot geringe mate schuldig. Nog
steeds wacht men op een groot plan tot
opheffing van deze kolonie.
De heer FEBER (R.-K.) keurt ook een
verkoop van de kolonie af. -Hij is het met
'der. vorigen spreker eens, dat de hygië
nische toestand in de kolonie te wenschen
overlaat; maar hij gelooft niet, dat het
plan van den heer IJzerman in de goede
richting gaat.
Vervolgens vraagt spr. inlichtingen over
de mechanische grondbewerking.
Ten aanzien van het onderwijs bepleit spr.
gelijkstelling van openbaar en bijzonder on
derwas. Al lang is deze toegezegd, maar
er komt nog niet veel van.
De Minister van Koloniën, de
heer DE GRAAFF, zegt ook, dat hij voor
.overdracht van de kolonie niets gevoelt.
Bij zou dat in strjjd achten met deu geest
van den tijd.
Over de correspondentie met Engeland
inzake de Westgrens kan spr. geen mede-
deelingen doen, omdat de zaak nog han
gende is.
Het rapport-Pijttersen zal aan ernstige
overweging worden cuderworpen.
Ter zake van de bevordering van den ge
zondheidstoestand betoogt spr., dat het ge
mis van medewerking der bevolking nog
steeds alle verbetering zeer moeilijk maakt.
Juist op dit punt is medewerking der in
dustrieën véór alles dringend noodig. In
het verloop der bestrijding der mijnworm-
ziekte stelt spr. zeer veel belang. Tot nog
toe kunnen de pogingen der Regeering nog
niet vruchtdragend zijn. Noodig is een plaat
selijke regeling tot bestrijding van deze
ziekte. De noodige gelden wil spr. op an
dere posten uitsparen, zoodat de amende
menten-IJzerman niet noodig zijn.
Inzake de gelijkstelling van het openbaar
en bpzonder onderwijs zegt spr. ernstige
overweging toe.
De vergadering wordt verdaagd tot
Woensdag één uur.
(Van onzen eigen correspondent).
XVIII.
Essen, 1 Februari.
Ecnige dagen geleden was ik in het
Noorden van 't Roergebied, waar de plaat
sen Gelsenkirchen, Gladbeok, Bucr, Reck
linghausen en andere industrie- en steen-
koolsteden liggen. Tot mijn verwondering
hoorde ik in die steden door zeer velen van
de bevolking een taal spreken, onver
staanbaar vcor een Hollander, die Duitsoh,
Fransoh en Engelsoh geleerd heeft. Ik heb
nauwkeurig opgelet bij een paar menschen
die stonden te praten, net doende of ik in
een boek stond te lezen, maar in werke
lijkheid hun gesprek afluisterende, waar
ik echter zelfs geen woord van vatten kon.
Het was geen Westfa'alsch, want dart: lijkt
veel op Holiandsch, een andere Duitsohe
tongval was het ook niet, voor Hollandsohe
ooren was het zelfs heelemaal geen taal,
alleen wat rare geluiden. Ik heb toen, om
dat ik er toch iets van denken moest, al
deze menschen maar voor zigeuners uitge
scholden of het juist was wist' ik niet',
maar ik had tenminste een oplossing.
Later heb ik gemerkt, dat ik me ©enigs
zins vergist had, deze voor mij wartaal
sprekende mensohen, die in het Noordelijk
Roergebied in grooten getale voorkomen,
zijn geen zigeuners, maar Polen, ras-echte
Polen, zoo uit bun vaderland hier inge
voerd om steenkool te helpen graven en
aan de hoogovens te werken.
Sinds den Fransch-Duit-schen oorlog van
1870'71 is hier aan de Roer de industrie
opgekomen en ontstond er tegelijk met do
uitbreiding van de fabrieken, een groote
behoefte aan werkkrachten. Deze werk
krachten werden overal vandaan gehaald,
zoowel van Duitschen bodem als uit het
buitenland. Onder de werkkrachtendie
zich in Duitsohland zelf aanboden, behoor
den in de eerste plaats wel de bevolking
uit Oost-Pruisen, Pommeren en Posen, het
tegenwoordige Polen. Velen van deze be
woners van het Oostelijk Dnatschland trok
ken vroeger en tegenwoordig nog in den
oogsttijd naar Noord-Duitschland, waar ze
onder den naam. van „Sakseoiganger" be
kend staan en vooral bij de beetwortel-
teelt veel als arbeiders gebruikt worden.
Duizenden van deze Polen trokken inder
tijd naar. het Roergebied om zioh daar als
mijnwerker of arbeider in de staalfabrie
ken te vestigen.
Deze Polen, die nu reeds bijna een men-
sobenleeftijdl in het Roergebied wonen, heb
ben zrioh hier echter nooit geheel en al
thuis kunnen voelen, als hun vaderland
hebben ze hot industriegebied nooit kun
nen beschouwen én steeds heersoht bij ve
len van hen nog het verlangen om naar
hun oude woonplaatsen terug te keeren.
Wait is de oorzaak van dit zich niet thuis
voelen hier, waardoor ze nog immer Pool
zijn gebleven en niet vergermaand zijn 1 Dc
voornaamste oorzaak bestaat wel in de
wrijving, die er immer tusschen Duiitsoher3
en Polen bestaan heeft en die nu, door do
bezetting tijdelijk wat verminderd, nog al
lerminst verdwenen is.
Door de minachting, die de Duitscher
altijd voor dén Pool gehad heeft, zijn sinds
1895 gedurende de oude regeering steed5
uitzonderingswetten voor die Poolsche be
volking gemaakt; in het vereenigingsleven
hadden ze niét dezelfde rechten als de
Duitschers, ze konden slechts onder poli-
tie-toezioht vergaderenook in de arbeids
wetgeving werden de Duitschers bevoor
deeld; Polcu, die geld overgespaard had
den en naar Oost-Duitschland terug wil
den, werd het vertrek van hier onmogelijk
gemaakt de verkoop van grond aan Polen
was verboden, enz., enz.
De Polen-haat uitte zich niet alleen
in deze uitzonderingswetten, die onder het
oude regime ontstaan, nu verdwenen zijn,
maar ook in voortdurende vechtpartijen
tusschen do Duitsche en Poolsche arbei
ders, waarbij de laats ten door hun gering
aantal natuurlijk altijd het onderspit moes
ten delven. In vereenigingszalcn, in steden
en in dorpen, waar de Poolsche vereeni-
gingen "bezittingen hadden als vlaggen,
kasten of wat ook, werden deze herhaalde
lijk door de Duitsohe arbeiders vernield.
De terugkomst van de Heimatstreue
Ober Schlesier was een nieuwe aanleiding
voor een Hetze tegen de Polen vlaggen
vïm Poolsche voreenigingen werden op
straat gehaald en vernield, de boel werd
kort en klein geslagen, de Polen werden
afgeranseld en de politie keek toe, het
waren t-ooh maar „dummé Polakken".
Het is zoo tc begrijpen, dat de Poolsche
arbeiders iD Duitsohland geen vaderland
konden vinden en steeds terug bleven ver
langen naar hun eigen land, dat nu een on
afhankelijke staat is geworden. Van de ge
legenheid bij het verdrag van Versailles
aan de Polen gegeven om naar hun eigen
land terug te keeren, werd dan ook door
enkele duizenden gebruik gemaakt, hoewel
zo hier een bestaanszekerheid hadden en
the in Polen nog moesten vinden. Ook trok
ken er Poolsche arbeiders naar Noord-
Frankrijk, aangelokt door de betaling in
franken, om daar in de verwoeste gebie
den te arbeiden. Hoeveel er thans van de
ongeveer 300.000 Polen, die voor en tijdens
den oorlog hier waren, over zijn, is niet
met zekerheid te zeggen, doch het is nog
steeds een beduidend aantal. Dit aantal
zbu ongetwijfeld veel kleiner zijn, indien
voor hen de kans bestond om naar hun
land te verhuizen en daar werk te vinden,
maar dit is op het oogenblik zoo onzeker,
dat ze, nu ze hier in de fabrieken nog hun
arbeid hebben, het niet wagon op goed ge
luk naar Polen te trekken. Bovendien heb
ben de meeste arbeiders hier het voordeel
tegen ongelukken verzekerd te zijn, bij
ziekte uit een kas gesteund te worden, enz.,
hetgeen ze alles zouden opgeven bij vertrek
van hier naar een land, waar alles nog in
opkomst is.x Deze dingen binden de Polen
aan het land hier worden eens de omstan
digheden in Polen beter, dan zal buiten
allen twijfel het overgroot© deel van hen,
dat nu door geldelijke voordeelen hier ge
bonden is, naar hun land terugtrekken.
Ze hebben den drempel van hun vaderhuis
nog niet kunnen vergeten, ondanks allo
pogingen die aangewend zijn om hen te
Verdujtsohen en dio ccp omgekeerde uit
werking gehad hebben.
De houding van de Polen tegenover de
Franschen is dan ook met. spanning tege
moet gezien, zoowel door Franschen als
door Duitschers. Do Polen hier waren niefc-
Duitsc.h, bun vaderland was zelfs mefc
Frankrijk bevriend, dus rekenden de Fran
schen wel op een goede ontvangst bij dc
Poolsche arbeiders on op hun medewer
king.
Daarin hebben zij zich vergist. Van
Duiteohe zijde werd wel eens beweerd, do
Polen hebben de Fransche troepen als hun
bevrijders mefc bloemen en vlaggen bin
nengehaald, maar dit zijn niets dan leugens
geweest, kwaadsprekerij van sterk anti-
Poolsdhe zijde.
De sleohte toestand in het Roergebied en
de vrees dat. deze toestand bij een Fran
schen inval neg slechter zou wo-rden, heeft
de Polen zich bij de Duitschers doen aan
sluiten. hoewel zij niet als dezen antd-
Fransoh zijn. Heeft misschien hier of daar
een enkele Pool zioh Franschgezind ge
dragen, over het geheel genomen stellen
de Polen zioh tegelijk met de Duitschers
tegenover de Franschen al is het ook uit
een anderen grond.
Hun gering getal, in verhouding tot de
geheele Roeibevolking, in aanmerking ge
nomen, zullen zij deze houdöng wel blijven
handhavenschaarden ze zioh nu aan
Fransche zijde, zo zouden hun leven niet
meer zeker zijn bij een, in de toekomst
weer verdwijnen van d<? Fransohe troepen.
B. I
Roman van G. HARDWIG.
Steeds het gespeelde levenIk heb er
genoeg van, meer dan genoeg."
,,Wat zou ik je anders kunnen geven?"
vroeg hij, nog aarzelender
„Niets!"
Het klonk schel als een sterk gespannen
snaar. Zij verhief zioh en schreed haastig
op en neer, do banden in elkaar geslagen.
„Ken je niets daarvoor," zei de zij, steeds
staan blijvend.
„En 't is ook niet jouw fout, dat je die
tralies niet ziet, dio jou en m«j insluiten in
deze kooi van landjes."
„Het is onze aanverwante geboorte
grond," wierp hij haar voor de voeten.
„Ma&r daarom niét minder eng," zeicb
zij stug. „Omstandigheden, die pressen en
knevelen, in plaats van uit te breiden."
„Wat mis je bij ons?" vroeg hij, baar
hand grijpend.
„Yraag liever: Wat geven wij je?" lach
te zij batter. „Toen ik als kind tot jelui
kwain, wist ik niets van mij zelf. Ik droom
de van het echte leven
„Nu bon je ontwaakt?" vroeg hij bitter
en verteerde door de liefde en haar vlam
mende oogen.
Zij sprak verder, zacht en stokkend, als
tot zichzelf: „Wie niet gelukkig is op deze
[Wereld, moest liever niet op dit onder-
JniQianscihe vertoeven. Voor den nood, die in
«sokwnhuizen en ?ui géi i ngen -irmich tingen
zich doet voelen, koester ik geen ware en
geen gehuichelde belangstelling."
„Moet je mij zeggen, dat je niet geluk
kig bent?" zei hij somber en liet baar
hand los.
Zij lette er niet op.
„Een vrouw als de groote Elisabeth van
Engeland te zijnEen kroon te dragen,
waarvoor zich kronen buigen
Voorstellen op te werpen, die voor vol
keren beslissend zijnplannen te bera
men, die een wereld verschikken
Elke gedachte stak boven tijd en ver
gankelijkheid uit en zij wist zichzelf tot
een. baken te plaatsen in het golvenge-
klots der tijden. Wie zou nu nog een ander
geluk wenschen?"
Zij had de armen verlangend opgeheven,
als wilde zij dat lot naar zich toe trekken.
„U weet niet, wat u bezit," zei de Erf
prins bewogen, daar de smartelijke toon
van haar stem hem tot in het diepst van
zijn hart trof.
„Wat u voor mij kon zijn, ja moest zijn,
weet u niet. Waarom verdroeg ik het ook -
onderbrak zij zichzelf, „da u geen notitaft
van mij nam? Wanneer mijn liefde niets
voor u befceekent
Zij zag hem treurig aan met een gloeien
den blik.
„Men kan een diadeem cadeau doen,
doen, liefde niet."
Hij nam haar hand en drukte die in de
zijne. Toen liet hij die los en ging weg.
Zij keek hem na, schrok op uit haar over
peinzing en drukte de vingertoppen tegen
haar slapen. Deze klopten en gloeiden.
De wind suisde langs de ramen,, als rol
de er een rad in vliegende vaart voorbij.
Zij dacht aan de drie Nornen, die in
den storm van het leven rustig doorspin-
nen aan hun noodlotsdraden.
En terwijl zij daar zoo stond te pein
zen, was het haar, als hoorde zij haar
naam noemen boven het loeien van den
storm uit.
Nu was de plaatsvervangster op het oude
slot gekomeneen dame op rijperen leef
tijd met gladgestreken haar en een alt
stem.
Mia kon dus vertrekken en reed nu uit
in den heerlijken zonneschijn, langs de
chaussee in vliegenden draf.
Reeds kwam het grauwe slot van El-
bental uit de vlakte te voorschijn.
En nu Mia kon van bewondering geen
woord spreken betrad hacr voet zalen,
waarbij alles, wat zij bij de oude Hoogheid
had gezien, in het niet verzonk.
He vrijvrouwe gedachtig aan de spreuk,
dat de eene hand de ander wascht en dat
het de Hertogin geweest was die de fami
lie Mersbach had beschermd, toen zij dreig
de ten onder te zullen gaan, strekte vrien
delij'k de hand) naar Mia uit.
Plotseling echter trad zij geheel ver
schrikt eenige passen achteruit.
Een zeldzame gelijkenis deed haar zoo
schrikken.
„Wees welkom I"
Mia kuste haar vingers zonder een woord
te spreken. Toen sprak zij zacht„Ik dank
u, mevrouw, dat u mij welkom heet."
Mevrouw von Mersbach wierp nog een
blik op het aardige gezicht van het blozen
de meisje.
„Hoe oud bent u, juffrouw von Hel
ling?"
„Juist achttien geweest, mevrouw."
SCHAKEN.
Gisteravond had wederom een vriend
schappelijke wedstrijd plaats tusschen de
Leidsche Volksschaakclub en de Voorscho-
tensche Schaakvereniging, ia de bovenzaal
van „de Harmonie". Voorschot2n kwam met
13 deelnemers opzetten.
Na een strijd van ongeveer 2l/i uur
was de laatste partg afgeloopen en was 3e
stand 61/2G1/^- Een mooi resultaat'.
VOETBAL.
Interacademiale wedstrijden.
Te Delft is gisteren de eerste interaca
demiale wedstrijd gehouden tusschen Lei
den en Rotterdam.
De eftallen stelden zich aldus op
Leiden: Kingma Boltjes; Librefc en
Blecourt; Verspeek, Eriks en Gelderman;
Snouck Hurgronje, van Delden, Doeve,
Goslings en Adriaanse.
Rotterdam: van Strik; Bruning en
Crompvoets; Karnebeek, Smits en de Jong;
Strikker, Priester, Bijkerk, v. d. Sloodt en
van Raalte.
Er stond een hinderlijke wind dwars over
het veld, die oorzaak was, dat er niet best
gespeeld is. Geen der partijen was over
wegend sterker. Voor de rust was de stand
10 voor Rotterdam door toedoen van Van
Raalte. In de tweede helft verknoeide Van
Dclden een makkelijke kans voor Leiden
door voor open doel naast te schieten, zoo
dat Rotterdam met 1—0 won.
Groningen won van Utrecht wegens niet
opkomen. Een vriendschappelijke wedstrijd
tusschen Groningen en een combinatie van
andere universiteiten werd door Groningen
met 30 gewonnen.
Het Zwaluwen-elftal.
De doelverdediger van Ajax, J. de Boer,
blijkt j.l. Zondag in den wedstrijd tegen
H.V.V. een spier gescheurd te hebben en
moet op medisch advies enkele weken rust
houden.
In Ajax zal hij tijdelijk vervangen wor
den door een speler uit de lagere elftallen,
van Heeswijk; van Rhijn van U.V.V. zal
nu het doel der Zwaluwen verdedigen ht
den wedstrijd op 13 dezer te Brussel tegen
de Roode Duivels.
Opgemerkt moet worden dat Van Rhijn
Zondag in den wedstrijd V.O.C.U.V.V.
het terrein heeft moeten verlaten wegens
een opgeloopen kwetsuur.
ZWEMMEN.
D uitschland—Nederland.
Dit vodrjaar zal in Maagdenburg een
polo-wedstrijd DuitschlandNederland wor
den gespeeld.
Dameswedstrijden te Monte Carlo.
De Nederlandsche _Zwembond heeft even
als vorige jaar, een uitnoodiging ontvangen
van de Federation frang. de natation et de
sauvetage, om met een zevental deel te ne
men aan do zwem- en waterpolo-wedstrij-
den, die, gehouden worden van 47 April
te Monte Carlo ter gelegenheid der 3de
Olympiade voor Vrouwen.
Het bestuur van den N.Z.B. heeft de uit
noodiging aanvaard on de Polo-commissie
opgedragen voor 1 Maart een voorstel in te
dienen tot aanwijzing van 9 zwemsters.
.De volgende wedstrijden staan op het pro
gramma
Waterpoloconcours, 100 en 400 M. vrije
slag, 100 M. rugzwemmen, 4 maal 50 M.
estafette vrije slag, 4 maal 50 M. wissel
slag estafette, schoonspringen van 3 M.
plank en 5 M. platvorm, en 200 M. school-
slagzwemmon. Op de persoonlijke num
mers mag slechts één deelneemster per na
tie zwemmen en op de andere nummers één
ploeg per natie.
ROTTERDAMSCHE RECHTBANK.
Oplichting.
Gistermiddag heeft terecht gestaan de
29-jarige portretschilder W. K., to Rotter
dam, beklaagd van oplichting.
Beklaagde heeft n.l. begin Juli van het
„Streng opgevoed, naar ik hoor?"
„Ja, tante was streng", fluisterde Mia.
„Maar zij was tooh zoo goed! Ik kan het
haar helaas, niet meer vergelden."
,,U bont heed vroeg wees geworden?"
Mia keek verbaasd op. Daaraan had zij
nooit gedacht.
„Ik heb alleen mijn tante gekend. Ja,
heuscli, alleen maar tante."
,,'fc Is erg jammer. Maar het overkomt
al te velen."
Van nu af begon Mia over de vraag
naar haar ouders na te denken. Natuur
lijk had zij ouders gehad! Vreemd toch,
dat tante nooit over hen had gesproken.
Zij moesten dan toch ook ergens begraven
liggen. Wat zou zij graag die graven eens
zien
„Zij ging bij de tafel zitten, om het vol
gende aan dominee Seller te schrijven:
„Waarde Dominee!
Mijn vertrek uit het huis van de oude
Hoogheid naar mevrouw von Mersbach is
zóó onverwachts gebeurd, dat ik nu eerst
tijd vind, u daarover te schrijven. In het
begin was ik wel ©enigszins ter neer ge
slagen nu echter ben ik weer vroolijk,
mijn salaris is hier iets meer en de behan
deling lijkt mij goed.
Mevrouw de Barones heeft mij onlangs
naar mijn ouders gevraagd en gevraagd
wanneer Ik wees geworden ben.
Weet u daar misschien ook iets van,
Dominee?
Ik vond het niet pretting, dat ik in deze
zaak zoo onwetend was.
De zoon van Mevrouw de Barones is de
zelfde jongeman, die mij indertijd op de
heide heeft aangesproken, toen hij op weg
naar u toe was.
vorige jaar in een der plaatselijke bladeu
een advertentie geplaatst, ongeveer lui
dende als volgt: Reiziger-incasseerder
wordt ten spoedigste gevraagd door kunst
schilder tegen borgstelling. Vakkennis on-
noodig."
Op deze advertentie liccft de kantoorbe
diende K. A. Visser te Rotterdam gereflec
teerd. Deze ontving op zijn sollicitatiebrief
een antwoord, dat onderteekend was: W,.
Coppée, en in de voortgezette onderhande
ling dc mededeeling, dat een borgstelling
van f 500 gevergd werd. De werkzaamhe
den, die Visser te doen zou krijgen, zouden
bestaan in het aanbrengen van bestellingen
van portretten, zoo werd hem door beklaag
de meegedeeld. Ook liet deze doorschemeren
bij die besprekingen, dat de zaken een
groote vlucht zouden gaan nemen. O.a. ver
telde hij, dat de uitbreiding van de werk
zaamheden het voorshands noodig maakte,
om 2 perceelen aan den Beukelsdijk te hu
ren. Om aan te toonen hoe volhandig hij
het reeds had, zou beklaagde gewezen heb
ben op een hoeveelheid van CO portretten,
die hij in bestelling heette te hebben.
Aan Visser, die niet veel lust getoond
zou hebben, de gevraagde f 500 zoo maar
te storten, heeft beklaagde ten slotte zijn
meubilair in onderpand aangeboden, op
welk aanbod Visser ten slotte zou zijn in
gegaan. Deze meubelen zoo wordt be
klaagde verder bij dagvaarding ten laste'
gelegd zouden echter niet zijn eigendom
zijn geweest, omdat hij ze in huurkoop
had.
Van de zaken van het schildersatelier
„Pictura" is niet veel terecht gekomen en
gistermiddag dan had de onfortuinlijke
kunstschilder zich te verantwoorden voor
die f 500, die hij door „listige kunstgrepen"
zou hebben verkregen en „ten eigen bate"
aangewend.
Nog een dergelijk misdrijf werd hem ten
laste gelegd, betreffende f 100 borgstorting
van een agent van zijn zaak in Leiden.
Beklaagde ontkende ook maar den gering-
sten opzet te hebben gehad, om op oneer
lijke wijze aan geld te komen. Zeer aange
daan vertelde hij in groote trekken zijn le
vensgeschiedenis. In Amsterdam geboren,
heeft hij daar de 5-jarige H.B.S. gevolgd.
Daarna heeft hij de moeilijke kunstenaars
loopbaan gekozen. Zoowel het tooneel als de
schilderkunst trokken hem sterk aan. Het
leven heeft hem veel ontgoocheling go-
bracht. Tot overmaat van ramp werd zijn
wouw ziekelijk. Het is vooral daarom, dat
hij getracht heeft een bestaan te vinden,
dat een einde zou maken aan het gereis en
getrek, waartegen zijn vrouw niet langer
bestand bleek. Op raad van een vriend heeft
hij het plan opgezet om een uitgebreid por-
tretschildersatelier te stichten. Overal in
den lande wilde hij agenten aanstellen tot
het aanbrengen van bestellingen op provi
sie. De zaken zijn echter misgeloopen. Er
kwamen geen bestellingen en met hard wer
ken aan ander schilderwerk was er nog geen
droog brood, te verdienen. Toen zijn de
borgsommen er bij ingeschoten. De agenten
wilen hun geld terug, hij beloofde het hun
herhaaldelijk en spande zich ook tot het
uiterste in om het inderdaad terug te zen
den, maar had er niet don tijd voor. De
menschen zijn ongeduldig geworden en heb
ben er do politie in gemengd.
De vertegenwoordiger van het O. M., nür.
Polman, nam in aanmerking, dat beklaagde
in een andere wereld leefde dan zijn omge
ving. Spreker achtte het aannemelijk, dat
zijn artistenaaatuur hem in dezen moeilijken
toestand had gebracht. Hij verkeert in een
wereld van sterke verbeeldingen en riet
daarom de dingen wat overdreven groot.
Niettegenstaande dat alles verdient bekl.,
volgens spreker, een zeer ernstige waar
schuwing. In hetgeen hij gedaan heeft zijn
wel degelijk elementen van oplichting aan
wezig, voo-ral in die geschiedenis met dat
meubilair ligt te dier zake het zwaartepunt.
Eisch4 maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. N. C. van Mastrigt,
bepleitte een mildere straf on bracht de
goede trouw van beklaagde naar voren.
0
„Ik vind hem bijzonder aardig. Maar
ik geloof, dat hij verschrikkelijk trotech Is.
En nu, geachte Dominee, wees hartelijk
gegroet door Uw toegenegen Mieze!"
Vergeefs wachtte Mia op oen weenzion
met den man, wiens beeltenis zij als een
heiligdom in hart bewaarde. Naar hem
vragen durfde zij niet. Maar rij hoorde,
dat hij hier en daar eenigen tijd in Elben-
tal waa gewee6fc.
Maar eens, toen zij buiten in het park
do eerste sneeuwklokjes had geplukt en
met de bloemen in de hand in het huis
terugliep, kwam hij haar tegen, juist toen
hij op het punt stond om het huis te ver
laten.
Haar oogen schitterden van vreugde.
„Eindelijk! Ik heb u in 't geheel nog geen
goeden dag kunnen zeggen."
„Mijn tijd! os beperkt. Ik ben door den
dienst gebonden. Hoe bevalt het u hier?"
„Heel goed!" zeide zij en keek neer op
de sneeuwklokjes. „Maar
„Watmaar vroeg hij glimlachend.
„Ik kan niet zeggen, hoe. Dikwijls wordt
het mij hier een beetje angstig.
„Angstig? Todh niet voor spoken?"
„Och, spoken 1" Zij lachte luid.
',Elk oud kasteel heeft zijn spook, dab
weet u tooh?"
„Dikwijls," zei ze zachtjes, „wanneer
het heel stil is draai ik me om, omdat
het dan plotseling is of er iemand ach
ter me staat."
„En
„Niemand, natuurlijkHet is immert
onzin alleen zoo eigén..."
(Wordt vervolgd).