Uit Dierenstad.
CORRESPONDENTIE.
Koning Leenw gnat met zijn geheele hofhonding op reis.
door C. H.
Als Koning Leeuw op reis wil gaan,
Moet zijn gevolg steeds mee.
Wie dat wel zijn, zie j' op de plaat,
Ik tel er meer dan twee.
Piet Olifant chauffeert secuur
En Langhals, de Giraf,
Steekt 't hals door de ruit en roept:
Yal jullie er niet afl
Want boven zitten er ook nog,
Jim Langstaart en zijn maat.
Zijn d' aapjes, vol van grappen steeds
En ook van kattekwaad 1
O, achter steekt zelfs nog iets uit,
Zij puilen door de ruit.
En mopperen: we zijn toch niet
Yoor ons plezier heusch uit
Nu, 'k wenscti je allén góede ïèw't
Waar ga je eigrlijk heen?
Of ik soms mee wil rijden? Och,
Ik ,zeg maar liever; Neen!
Ingezonden door Wim Overduyn.
Mevrouw tot haar dienstmeisje: „Nu
heb je al weer frambozenpudding klaar
gemaakt en je weet dat ik daar niet van
houd."
Dienstmeisje: „Als u ze niet lekker
vindt, dat is niets, ik zal het wel opeten."
Meester tot leerling: „Jan, je mag me
niet nadoen."
Leerling: „Dat begrijp ik niet, want als
ik een som vraag, zegt u altijd: „je moet
maar net doern zooals ik."
Vóór ik begin met op vele brieven af
zonderlijk te antwoorden, wil ik eerst waar
schuwen, dat ik misschien aanstaanden Maan
dag en Dinsdag in Leiden zal zijn, zoodat
degenen die gewoon zijn, om hunne brieven
naar Den Haag te zenden, die nu naar
Leiden, bureau „Leidsch Dagblad'' moeten
sturen. Het is nog niet geheel 2eker, dat
ik in Leiden zal zijn, maar het is toch vei
liger dat alle brieven naar het bureau
„Leidsch Dagblad" worden verzonden, dan j
ontvang ik alles van daaruit, hetzij ik in
Leiden of in Den Haag zal' zijn.
Als iemand iets kwaads heeft gedaan
en daarom door de politie' wordt gezocht,
dan wordt zjjn signalement opgegeven, dat j
wil zeggen: eeue beschrijving van het uiter
lijk en de kleeding van dien persoon. Nu j
is mij door verscheidene kinderen gevraagd
om mijn signalement op te geven, vcor I
ais ik eens in Leiden kom, dan wilden j
ze op straat naar mij uitkijken; ik zal!
het probeeren: heel lang. donker haar, don- j
kere oogen, lange groene mantel, grijs 1
bont, groote platte zwarte hoed. Als jullie j
au denkt, dat je zoo iemand ziet, mag je j
gerust naar mij toekomen. Ik kan er nu
nog niets van beloven haar wie ik toe
kan komen, want ik kom maar enkele da
gen, heb dan vele bezoeken, en vergeet
ook niet met in die dagen al jullie brie
ven, wat mij ontzettend veel tijd kost, om
die allemaal te lezen en "te beantwoorden.
Sjoukjen Hiemstra, ik begin je brieven
al heel goed te kennen, want je zendt den
laatstem tijd erg trouw in.
Coba Dee, jou prijs heb ik in rnjja
jeugd ook gelezen, ik vond het een mooi
boek.
Jan Luttje, dat drukpersje van je, is
dat zoo een, met enkele rijtjes van metaal,
waar je de lettertjes in moet zetten?
Annie Morks, waarom zou ik er iets op
tegen hebben, dat je mee gaat doen? Je
bent welkom, doe maar goed je best; wat
een snoezig klein plaatje was dat op je
postpapier.
Annie Zirkzee, dank voor je langen jiit-
voerigen brief; van harte beterschap met
de zieke.
Jc van Heyl, de brieven moeten Maan
dags vóór 1 uur bezorgd worden aan het
bureau „Leidsch Dagblad." Zet mijn naam
ook maar op het couvert, dan weet men
dat het tot de kinderrubriek behoort.
Annie Amptmeijer, ook welkom. Tot en
met jo elfde jaar mag je met de klei
neren meedoen. Je anecdotes zal ik later
eens plaatsen.
Jaap Le Poole, als jij voor St Nico-
luas een mooie slee hebt gekregen, dan
begrijp ik dat je naar sneeuw verlangt,
maar ik verlang niets naar die gladde en
vuile boel.
Jo en Anton van Zjjp, ik zal je anec
dotes bij gelegenheid eens plaatsen, wees
maar niet ongerust als ze niet spoedig
verschijnen.
Nel Stuurman, jullie hebt zeker een heel
giooten tuin, want je schrijft mij ever 10
bijenkasten en veel kippen en veel vrucht-
boomen. Dn die knappe Cesar, moet die
op alles passen em 's nachts de wacht hon
den?
Jeannette Verboog, hetzelfde wat ik aan
dat meisje schreef over haar verhaaltje,
moet ik jou antwoorden over je opstel,
dat behoort niet tot mijn afdeeling.
Rika van Veen (Koudekerk). Tot en met
je 16e jaar mag je meedoen, dus réken
nu zelf maar uit, hoe lang je er nog bij
behoort
Antje Hogenes, de 10e van de derde
maand.
Troes van Egmond, ik blijf je zoo noe
men, wamt ik vind het een heel grappiger
naam, maar ik dacht dat het was afge
leid van een anderen naam.
Nellie van Klaveren, je kunt niet iede-
ren keer een even langen brief schrijven
dat hangt er natuurlijk van a£ of je mij
iets bijzonders hebt te vertellen.
Mitzie Meichlböck en Annie Franse, ik
hoop dat jullie Annie's boek mooi vindt,
maar pas op, ga niet op dat meisje lijken.
Lena van der Kaay, zorg maar dat 'je
gauw weer beter bent.
Jan en Adriaan Arbouw, ik hoopte voor
de schaatsenrijders dat het flink ging vrie
zen, maar heusch niet voor mjj zelf, ik
ber. er niets op gesteld op felle koude.
Louk Susan, als een bewijs dat je brief
verre van slordig was, wil ik je even
vertellen, dat iemand die bü 1:0611
ito de couverten opende, de opmerking
maakte over jouw brief: dat is een nette
hand.
I Mollie Aanen, probeer maar om een ge-
I zond sterk meisje te worden en alles op
I to eten wat je moeder je geeft.
Marietje van der Meer, je hebt a! zóó
dikwijls ingezonden, dat ik heusch niet zal
denken dat je enkel met prijsraadsels mee
wilt doen.
Marietje Seydell, ja er is veel mcois
en goeds bq, dat is zeker, maar ook wat
dat je anders zou wenschen, maar dat kaa