CORRESPONDENTIE.
Maar-we hebben hufp noodig. Kom jij
cms een handje helpen?"
„Dolgraag, manheer!"
„Prachtig! Kom ja dan van avond, zoodra
je met je work kïaar bent?"
„U kunt op mo rekeoea!" antwoordde
Hans ernBtig.
Dien avond verscheen Hans in de fami-
Ke. Mevrouw Mertens had hjj, evenals haar
man slechts één- of tweemaal gesproken.
Alleen Truus kende hij goed, 'daar aij in
dezelfde klasse van het gymnasium zaten.
Toen hij op de hoogte was gebracht van
de plannen voor een contra-partij, was hjj
dadeljjk een warm voorstander er van en
stelde hij zich voor allerlei baantjes be
schikbaar, die man hem zou willen opdra-
fen. Reeds dadelijk nam mijnheer Mertens
em mee om den microscoop te halen en
hem na te zien. Veel was geroest en ver
bogen, maar zij' werkten samen avond aan
avond en hun arbeid vlbtte goed. Er wa
ren prachtige preparaten, die gelukkig allen
goed gebleven en voor het gebruik geschikt
waren. Hans bleek een handig helper te
zijn; meneer Mertens en hij kregen steeds
meer plezier in hun werk en het was ©en
groote. voldoening voor beiden, toen zij
eindelijk het witte laken konden spannen
en alles klaarzetten, den avotid vdór het
partijtje.
Mies en .Tohan Blauw waren ultgenoodigd
benevens de vier meisjes, die Truus op
het feest kende en nog een paar buur
meisjes, Mevrouw Mertens had bij allen
laten zeggen, dat het een huiselijk avondje
zou zjjn en de meisjes voorat eeii schortje
moesten meebrengen. Dit laatste bad aan
leiding tot allerlei gissingen gegeven.
Behafve Hans van Ëldik en Jonan Blauw
zouden er nog vier jongens komen; 'jeugd
genoeg dus om de niet bepaald groote
kamérs te vullen.
Wat was het dien Zaterdag druk in
huis bij de familie Mertens I Alles was i»
de weer om tijdig klaar te dijn.
Toen de eefste bel weerklonk, stonden
de Koning en de Koningin, met de kronen
op, naast éikaai' om de gaston te Ontvan
gen, Dit gaf dadelijk de noodige VroOlflk-
heid. De bloemkettingen waren verwelkt,
maar Truus had lange kettingen tan oude
speelkaarten geknipt en die fflet goudpar-
pier beplakt, zoodat zjj et werkelijk ftopi
uitzagen.
Nadat allen van thee met eigengebakken
zandkoekjes waren voorzien, nöodigde mijn
heer Mertens het gezelschap uit tot bq-
woning eener voorstelling met zjjn mictos-
coop De schuifdeuren gingen open On men
zag in de achterkamer oen wit laken ge
spannen; de verwachting der aanwezigen
werd niet teleurgesteld. Allerlei wonderen
werden vertoond: het oog van een vlieg,
een poot en een voelhoorn van verschillende
insecten, spinrag, een haai-, grashalmen,
een madeliefje en andere mooi gevormde
bloemen. Dit alles Was zóóvele malen ver
groot en kwam zóó duidelijk op het witte
laken uit, dat allen ten hoogste verbaasd
en niet minder verrukt waren over het
geen zij te zien kregen. Bovendien legde
mijnheer Mertens alles glashelder uit en
plaatste hp zoo nu en dan een grapje er
lusschen, zoodat allen sopjs "schaterden van
bet lachen.
Op die manier was weldra een uur om
gevlogen. De gastheer verzocht den aan
wezigen inu, zich eerst een tjjdje op pndera
wijze te vermaken, dan zou hij op het
einde van den avond het tweede deel' van
zjjn programma laten zien.
„En nu neem ik de meisjes meel" zei
mevrouw Mertens.
„Wat gaan we doen? Waar gaan we
heen?" klonk het van verschillende kanten.
Wat keken de meisjes op, 'toen zij in
de keuken werden gebracht, waai' een groote
pot met goed gerezen beslag en twes pof
fertjespannen op hen stonden te wachten.
Dat was een vreugde! Allen kregen wat
te doen en wisselden elkaar bij haar taak af
Intusscheo werden in de kamer door de
jongens charades en eenige levende 'beelden
voorbereid. Onder veel vroolijkheid wer
den. de oude toomeelkleerem aangetrokken
■en toern de meisjes er binnenkwamen, had
den zjj veel plezier in de vertooningeh.
Daarna werd er een ferme aanval op de
poffertjes gedaan en onder het versterken
ran dm inwendig#» tttnech waoirttjü jfeft
gasten nog een verrassing. Op vriendetijk
verzoek van Truus had mevrouw Blauw
den knecht gestuurd met §1 wat er noodig
was om de Drie Koningen te laten op
treden. De jongens wilden het graag Inog
eens doen. Daar kwamen zg aan met hun
lichtende sier, weer denzelfden levendigea
indruk makend als nu tieu dagen geleden.
Zij gingen de tusschendeur staan en
zongen hun lied ten einde. Truus keek
haar ouders aan, alsof zjf zeggen wilde:
„Heb ik er te veel' van gezegd?"
Toen de Koningin met het bedelliedje
eindigde, kreeg Hans een inval. Hij nam
kronen en halskettingen io de hand en
wierp ze in den bedelzak.
„Hier is goud in overvloed!" zei hb met
een koninklijk gebaar. „Neem het! Hier
mede doen wij afstand van onze koninklijke
waardigheid."
Allen Ipchten en Truus wierp ten bewijze,
dat de Koning en de Koningin alles wilden
offeren, de beide boonen in den zult.
„Nu jongens, je hebt ons recht veel
genoegen gedaan," zei mijnheer Mertens
tegen de Drie Koningen. „Dan zuilen wij
dus tot het tweede gedeelte der microscoop-
voorstelling overgaan."
Was in het eerste deel' alles dood. nu
was grootendeels alles levend: de ontelbaar
vele diertjes in een waterdruppel, een ?e-
vend bladluisje, een klein wormpje, enz.
enz. Hans had zich disn geheelen Zater
dagmiddag uitgesloofd om ze buiten 'de
stad, in slooten en een bloemisterij te vin
den. Er werd reeds eenige raaien gebeld
om de meisjes te halen, doch de gastvrouw
liet allen wachten; zjj wilde de opgetogen
heid niet verstoren.
Eindelijk ging de deur zachtjes open
en mevrouw Mertens zag, dat het mijnheer
Blauw was. Hij legde den vinger op zijn
lippen, toen zjj naar hem toe wilde komen
en bleef stil bij dé deur staan, zelf ge
boeid door het slotnummer, dat het kris-
talliseeren van zouten te zien gaf en inder
daad hoogst verrassend was.
„BravoP' riep h\j, toen het uit was eh
de gastheer was niet Weinig gèVleid door
de hulde van zijn overbuurman.
Nu was het oogenbiik om afscheid to
nemen aangebroken.
„0 Vader, we hebben zooveel plezier
gehad!" riepen Mies en Johan uit.
Allen bedankten mijnheer en mevrouw
Mertens hartelijk en het Was hüu aan "te
zien, dat z^ een heerlijken avond gehad
hadden.
Toen alle gasten, behalve Hans, vertrok
ken waren, zei mijnheer Mertens tegen zrjo
vrouw:
„Jij bent da bovensto-beste, vrouwtje!
iWe hebben dezen heerlijken avond aan
jou te danken en ik wit je zeggen, dat ik
er zelf ook echt sohik in heb gehad. Ik
voel mij wel tien jaar jonger,"
„Mooi zoo!" antwoordde mevrouw Mer
tens. „En hier heb je de rekening: je
zult zien. dat ik nog drie cent onder deri
rijksdaalder gebleven ben."
„Wel sapperloot, jij bent een kraan!"
zei haar man bewonderend.
„Jammer, dat hert voorbij isl" zuchtte
Truus.
„Voor mij is het nog erger. Nu zjjn
mrjn prettige avondjes hier ook voorgoed uit
en ik vond ze juist zoo gezellig", zei Hans.
„Uit!? 'tLijkt er niet opt jongen!" zei
do gastheer nu tegen hem. „Om te beginnen
kom je morgen bij. ons eten en mjj helpen
den microscoop weer op te bergen. Dat
wil zeggen, tijdelijk opbergen, want ik heb
er nu weer veel' te veel lust in gekregen
om hem voorgoed op te bergen. Wgi zullen
er nu samen nieuwe preparaten voor rna-
ken en in elk geval zien wg je minstens
één avond in de week bij on3. We zijn nu
vrienden geworden en laten elkaar niet
weer los.
Hans nam de vriendelijke uitnoodiging
met beide handen aan en zei tegen Truus:
'tWas toch zoo verkeerd nog niet, hè,
dat wij de boonen kregen?"
„Nee", antwoordde Truus, ,,'tis alles heel
anders geloopen dan ik dacht. Dat hebben
we aan Moeder te dankes."
Dien avond werd mevrouw Mertens extra
hartelijk door haar dochtertje omhelsd.
„Dank u duizendmaal; Moeder", zei Truus,
toen mevrouw Mert-eca haar goeden nacht
kwsaj zeggea
Eerst eeu vriendelijk verzoek, dat julli^
allen hoop ik, goed zult begrijpen. Wili
len jullie mij voorloopig geen nieuwe raad-,
seis toezenden? Ik wilde graag eerst eettip
alle raadsels,' die ik nog heb liggen gebruik
ken, nl. die geschikt zijn een plaatsje gei
ven. Zóó veilen vragen mij steeds: ,,wan-j
neer komen mijn raadsels nu eens aan dqj
beurt? Dus ia het veel beter dat eerst het(
stapeltje, dat ik heb liggen, geheel wordt
afgehandeld, an dan zal ik heusch wel1
Waarschuwen als ik er weer aan toe ben.
Is dit nu goed begrepen? Voorloopig geen
nieuwe raadsels aan mij zendem.
En kinderen lief, wanneer zullen allen
«u toch eens goed begrijpen dat ik er niets
aan heb om brieven zonder naam te ont
vangen, hoe kan ik dan vermelden wie fcnij
dfie goede oplossingen zond. Ditmaal wa
ren het er liefst vier. Van sommigen komt
mij het schrift bekend voor, maar jullie
ziet zelf wat een massa brieven of ik krijg.
Ik kan dus werkelijk niet al die verschil
lende handen onthouden. Eén raadsel-
vriendinnetje zendt er mii eon anekdote
over Lies en haar pop bij. "Wie is dat?
Öoba Móêflé, jammer dat je de goede
oplossing van het prijsraadsel niét bijtijds
hebt ingezonden, dan had je kunnen rüee-
löt'en.
Beftüs van der Lee den. dat Zal een ver
gissing zijn geweest ckt ef ,,Piét" sbond
Ji.i was hét.
Sj duit jen Öaemstra, je hebt gelijk dat ik
enorm veel nietiwe neefjes éfi nichtjes
krijg. Ditmaal las Ik wéPi4 zóóveel ttnbe-
keritlfi namen. Ik PUn je vaü haftie dat je
spoedisr op jé slootje kunt. gaart Fijdèfi.
Beb Bosman, ik ben de raadsel tafiite zoó-
als d« jeugd mij noémt en dus geéh ^Mijn
heer»"
Lous BfuyrtS. het is voor het eerst dat
ik e^n brief van je krijg; heb je de vórige
koeren jé maam er dan wel onder geïêtt
OF heb je den brief soms in een verkéer-
db bus gedaan
Jkn ert Adriaan Afbouw, wat be doeltje
daarmee, dat een zeker meisje schrijft:
niet, C-jfc ik het. niet. wil hebben. Waar er.
warmeer schrijft-, ze dat7
Annie en Willy van Klaveren, ik begreep
best dat het pen vergissing Was vam J&ie.
■nöBtïegel. Hébben jullie veel pleraier in
hët pianospelen 7 Fi+udeert cfan méér góed.
Neeltje van Wijk, nog wel gefeliciteerd,
met je Verjaarclivr, dl bëhodrt 3s*e ook tót.
het verleden als ie dit leest.
Nol on Henk Jonker, jullie had alleen.
Den Hasg óp dêti brief gêz"t. Wil je er
vöörtoiVfi ook Ffederik Hendrikln-ttn 157 bii
zétten
Jo van Leeuwen, je raadsels iö dank ont
vangen.
Neeltje van Leeuwen, heerlijk niet waar
om mee te dóen aan zoo'n kinderoperette 1
Ik heb heel dikwijls een operette door kin
deren laten opvoeren en -iedereen ha-d er
altijd coo'n plezier in.
Lena én Freddy van der Kaay, zijn jul
lie zusje en broertje? Want ik begrijp uit
den brief dat Frpddy een jongen Ie.
Mattie ën Dinie Susan, gerust hoor.
schrijft, maar om beurten, dtefa brief aan
mijik weet dan wel dat het van jullie sa
men is.
Nellie van Leeuwen, j"1 brief zag er grflp
pig uit met al die afgeschroeicb kantjes
wees maar blij, dat hij niet heelemaal in
brand vloog.
Lana Planken en Alie Haasbeek, vrien
delijk bedankt beiden vóór het gewerkte
souvaniertje. Heel aardig van jullie om mij
dat te sturen.
Toni Pilanen, v.rtel mij nog eens hoe
oud of je bant, zou je niet zelf kunnen
sohrijven, als Tante geen tijd heeft?
Annie Maas, waarom wou je zoo graag
een Beiersóhe jurk hébben, dat moet je
mij eens uitleggen.
Nelly Singe ling, dat. begre-ep ik wel, dat
de prijs jou hoogst welkom zou zijn en dat
Janna er ook blij om zou zijn. Ik vind Jan-
na'e rapport ook goed. Wie elf jaar is, mag
wel met de igrooteren meedoem, maar het
hoeft nog met.
Maiie van Dijk, dank voor de aardige