Leest de Waterschade-Advertentie Magazijn „Wilhelmina" - Haarl.straat 162 - Breestraat 175. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 19 Januari. Derde Elaa. Anno 1923. GEMEENTEZAKEN. op d© laatst© pagina van dit Jblad. FEUILLETON Bb Prins uit bet Sproakje 4) in. ÜO. 19236. Benoemingen en ontslag. Voor de benoeming van. een leenaar aan <de Kweekschool voor Onderwijzers en On derwijzeressen, ter vervanging van den heer dr. H. J. Taverne, aan wiem met in gang van 1 Januari 1923 eervol ontslag is verleend, bieden B. en W. die volgenoe jroordraoht aan: lo. K. Bijlstra, leeraar aan de JEtijks nor- joaaaleohool to Hoogczand 2o. W. F. Gonggrijp, leeraar aan de Jan yarn Nassauechool to Utrecht. Door bet aam mej. H. Pel met ingang vain 1 Januari 1923 verleend eervol ontslag moet worden voorzien in de vacature van leeawes in de nuttige handwerken aan de af deeling A der kweekschool voor onder- IV ij zere en onderwijzeressen. B. en W. bevelen tor benoeming aan: lo. mej. A. E. Driescns, assistente bij het onderwijs in de handwerken aan de kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen en onderwijzers in de nuttige "handwerken bij het openhaar lager ander- Wijs, alhier. Sc. mevr. 0. J. W. WisseVerbuigt, tij- Üolijik leenares in de handwerken aan de ai de el ing B der kweekschool, alhier. Bij evemtueelo benoeming van mej. A. E. [Driesens stellen B. en W. voor gelijktijdig ctan haar, eveneens met ingang van 1 Febr. &.S., eervol ontslag te verleenen als assis tente bij het onderwijs in de handwerken aan de kweekschool voor ondier wijzers en onderwijzeressen In geval van benoeming van mevr. Wissc- iVerburgt geven zij in overweging aan mej. 'A, E. Driese-ns met ingang van 1 Februari a.s. wegens opheffing der betrekking, eer vol ontslag to verleenen als assistente bij hot onderwijs in de hardwerken aan de kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen. Ter vervulling van do vacature van Keu- rings veearts, tevens adjunot-Direoteur van het Openbaar Slachthuis en van don Keu- ringsdiienet van vee en vlee-soh alhier, ont staan tem gevolge van het aan den heer AT. Verkerk verleend: eervol ontslag, bie den B. en W. do volgende voordracht aan: lo. Th. P. A. Sperma Weiland 2o. A. van Manenbeiden Keuringsveearts aan het Abattoir en do Veemarkt te Amster dam. Door B. on W. wordt ook nog voorge el old aan den heer I. ten Brink met ingsang van 1 Maart- eervol ontslag te verleenen- als onderwijzer aan de O. L. school Modusa- slraa-t B. Zakelijke bedrijfsbelasting. In do Vergadering van 11 December 'j.I werd een voor .-tel van dein heer San ders, tot intrekking van de verordening iep de heffing van e&ne zakelijke belasting iep het bedrijf met ingang van 1 Januari "1928, verworpen, terwijl' oen voorstel van Ideai heer Huurman, om de belasting te halve eren, een zelfde lot onderging. Het voorstel van den heer Wilmer, alsmede em jak amendement daarop; te beschouwen voor stel van den heer Eikerbout-, werden ech ter in handen van het College van B. en ÖV. ter fine van prao-advies gesteld. Ten opzichte van het amendement van Ideu hoer Eikerbout meenen JB. on W. zich van breedvoerige beschouwingen te mogen .onthouden. Om dezelfde reden toch, waar om zij de voorstellen Sanders en Huurman als 't ware onaannemelijk moesten verkla gen, moeten zij ook aanneming van het amendemeiit-Elkerbout ten sterkste ontra den. Bij aanneming van 'dit amendement toch zou de gemeentekas in 1923 niet ved minder aan inkomsten derven (p".m f 28.000), dan bij aanneming van het voorstel-Huur man het geval zou zijn geweest. Het voorst el-W ilmer heeft, vcorzo.oveel de artikelen 2 eai 3 betreft, hun sympathie. Weliswaar zal de opbrengst der belasting (artikel JL buiten beschouwing gelaten) bij aoimeming naar schatting met ruim f7000. dalen, (joch het komt hun voor, dat dit bedrag niet van zooveel beteekenis is, dat er niet overheen moet worden gestapt, nu daardoor in navolging van andere gemeen ten althans aan een deel der gerezen be zwaren kan worden tegemoet gekomen. Het in artikel 1 voorgestelde ontmoet echter bij het Collego bedenking. In da eerste plaats een bedenking van redactio neel aard, aangezien niet is aangegeven het tijdstip waarop 9e leeftijd, van 16 jaar rnoet zijn bereikt. Ter opheffing van deze leemte zou b.v. gelezen kunnen worden: „en don aanvang van een der voren bedoelde tijdvakken niet den leeftijd van 16 jaar hadden bereikt". Doch afgezien hiervan en daargelaten den administratieven rompslomp, die van de toevoeging wederom het gevolg zou zijn, komt het hun voor, dat het te werk stellen van jeugdige krachten in ©en on derneming of inrichting er door zal wor den bevorderd1. En dit zal de Baad in het bijzonder in de huidige omstandigheden met het -College v.rel niet wemsclielijk achten. Met artikel; 2 kunnen^ zift zich, galgk gezegd, zeer goed vereenigem. Slechts ver dient het aanbeveling, om evenals in ver schillende artikelen der bestaande veror dening, in plaats van „voor een bedrijf" te lezen: „voor een onderneming of in richting als bedoeld ia art. 1". B- en W. geven jnitsdien in overweging: a. niet aan te nemen het voorstel van den heer Wilmer en het daarop ingediende amendement van den heer Eikerbout; b. c-ver te gaan tot vaststelling van een verordening, waarin met bovenstaande ie* kenïng is gehouden. Geen reductie van Ma^ktgelden. Door de Leidsche Marktkoopliedcnbond „Ons Belang" was verzocht: lo. do vooruitbetaling van. de abonne mentsgelden voor het hebbon van een vaste jaarplaats op dte algemee-n-e Zator- dagsche dag- en avondmarkten, in plaats van half jaarlijks, maandelijks te doen ge schieden, en 2o. om de reductie op het markt-geld voor die kooplieden, <Me ten gevolge van den aard van hun koopwaar meer dan 10 vierk. M. noodig hebben^ zoo dat ze voor niet meer dan 10 vierk. M. zullen be talen. B. en W. hebben dit adres in handen gesteld der Marktcommissic, die geeci overwegend bezwaar heeft om de vooruit betaling over drje maanden te doen ge schieden. Moeilijker acht de Commissie het door adressant in de tweede plaats gedane ver zoek tegemoet te komen, aangezien inwil liging daarvan k. i. op ernstige practiscJio bezwaren stuit. De bond wil, dat koop lieden, die door den aard van hun koop- wa-ar een standplaats van meer dan 10 vierk._M. noodig 'hebbon, niettemin slechts voor fo vierk. M. zulleu behoeven te beta len. Het ligt voor de hand zoo merkt da Commissie voor het Marktwezen op te veronderstellen, dat, werd dit vastge steld, ieder koopman met het oog op „den aard van zijn koopwaar" et?n zoo groot mo gelijke Standplaats zou verlangen, welke hem dan, voorzoover grooter dan 10 vierk. M., kosteloos gegeven zou moetc-n worden. Do ruimte, die op de markt beschikbaar is on waarmede toch reeds gewoekerd moet worden, zou hierdoor relatief nog vermin deren en de bloei van de markt zou zoo doende niet worden bevorderd Bovendien hoe moeten in de belastingverordeming de kooplieden, die voor de reductie in aan merking zouden "komen, worden aange duid Om een willekeurige on ongeoorloof do toepassing van de gunstige bepaling uit te sluiten zoudten de vele koopwaren naar haren aard omschreven moeten worden, hetgeen niet wel mogelijk is, want waar zou de grens getrokken moeten worden B, en W., zich vereenig end met «e beschouwingen der Öommissie, geeft den Baad in overweging in dien geest te be slissen en biedt een daarop gebaseerde verordening ter vaststelling aan. Voihaal van pensioenbijdragen van onderwijzend personeel. Ka eenigö beschouwingen aam hun voor- stol te hebben laten voorafgaan inzake het verhaal van pensioenbijdragen "ram heb on derwijzend personeel dat daarvoor in aan merking komt, geven B. en W. den Raad in overweging, te rekenen met ingang van 1 Januari 1923, op het onderwijzend perso neel aan heb gymnasium, de koog-ere bur gerschool met vijfjarigen cursus, de hoo- gere burgerschool voor meisjes, de kweek school voor onderwijzers en onderwijzeres- een, afd. A, bij het vervolgonderwijs, als mede op de z.g. onverplichte onderwijzers bij het lager onderwijs, op hét onderwij zend personeel aan de buitengewone school voor lager onderwijs en op het onderwij zend personeel van het gesticht „Voor- geest" voor zoover dit in salarieering is gelijk gesteld met het personeel der school voor buitengewoon lager onderwijs, een zoodanig bedrag aam pensdoemsbijdragcm te verhalen als door het Rijk op de leeraren en onderwijzers aan Rijksinrichtingen van onderwijs wordt of zal worden verhaald. Uitgaven dor Commissie voor de Steunverleening. Do ingevolge besluit van den Raad van don 6den November j.l. ingestelde „Com missie voor Steunvorleeming" raamt haar uitgaven over het jaar 1923 op f 100.000. B. on W. et-ellen dientengevolge voor dit bedrag door toevoeging van den post „Uit- keering door een speciale gemeentelijke steimcommissïe aan werklooze leden van organisaties, die, hetzij doordat zij uitge trokken zijn of nog niet trekkend zijn, het zij omdat aan hun organisatie om epocialo reden geen werklcozmkas verbonden is, geen uitkeering ontvangen uit een werk- loozenkas" ten laste van de begroeting voor 1923 te brengen. Gewijzigde wachtgeldregeling. In een toegezonden circulaire deelt de Minister van Arbeid mede, dat in de Al gemeen o Regelen d.d. 11 October 1920, be treffende bek verleenen van subsidie in uit- keeringon, die. door do werkgevers aan hun arbeiders "zijn - verstrekt, (wachtgeldrege ling) met ingang van 1 Januari 1923 ©en wijziging wordt aangebracht wat betreft het aandeel, dat Rijk en Gemeenten in die uibkeeringen bijdragen. Deze wijziging komt neer op een ver mindering van het- aandeel van het Rijk cn een verhooging van liet aandeel der Ge meente in de kosten. Het aandeel van het Rijk bedroeg tot nog too 33 1/3 pet.dat dor gemeente word bij Raadsbesluit van l Februari 1921 vastgesteld op tem hoogste 16 2/3 pet. Thans stelt de Minister het aan deel van Rijk en Gemeen to op een gelijk bedrag vast n.l. 25 pet. De vraag rijst nuIs het gemeente belang bij het tot stand komen van wacht geldregelingen voldoende betrokken om die -verhooging van 16 2/3 pet. tot 25 pet. to motiyeeren. Daarbij moet in het oog worden gehouden, dat het Rijkssubsidie onafscheidelijk is van het gemeentesubsidie zoodat, indien de gemeente weigert, het Rijk zich ook terugtrekt-, en er dus geen wachtgeldregeling tob stand komt. Ook schijnt van nader overleg met heb Rijk over een voor de gemeente meer voor- deelige verdeeling van ieders aandeel wei nig heil to verwachten. Voorts zij er op gewezen, dat het Rijk in de aangehaalde ciroulair© het wachtgeld, althans do grens tot welke» Rijk en Ge meente gaan, eena-gszins vermindert. O.a. zal mot- ingang van 1 Januari 1923 slechts een bijdrage worden verleend over uitkee- ringsbodr-agen van ten hoogste f 20 per week en voorzoover dio 70 pet. van het ge derfde loon niet overschrijden. Hoewel uit den aard der zaak geen ra ming van kosten kon worden gegeven is hot tooh wol als zeker aan to nemen dat elko wachtgelder voor de gemeente een bospa- ring bet eekent, omdat in zijn uitkeering ook werkgever en Rijk bijdrages. Bovendien zullen door oom wachtgeld regeling de normale verhoudingen in de be drijven blijven bewaard wat mode een al gemeen belang is en in het bijzonder oen gemeentebelang kan worden genoemd. B. en W. stellen op grond van een en ander voor de gewijzigde wachtgeldregeling te aanvaarden. Vergunning tot het bouwen van een loods van hout. Onder overlegging van een adres van de Leidsche Roei- en Zeilvereeniging „Die Leythe", geven B. en W. in overweging aan de vereeniging vergunning to verlee nen om het te maken bootloodsje op het terrein achter den Morschweg, van hout te doen maken. .Verkoop van buiten gebruik gestelde voorwerpen en materialen. Onder verwijzing naar een lijst van' op do Stadstimmerwerf aanwezige, buiten ge bruik gestelde voorwerpen en materialen verzoeken B en W. den Raad tot open baren verkoop van die zaken to besluiten. Overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente. I verband met den aangenomen bouw van een aantal woningen op een terrein ten Zuid-Oosten van de Thorbeckcstraat is B. en W. verzocht to bevorderen dat het perceel hetwelk den voorstraat bestemden grond voor het eigenlijk bouwterrein af scheidt van de Thorbeckcstraat, door dc gemeente in eigendom en onderhoud wordt overgenomen en dat te zijner tijd van ge meentewege tot straataanleg daarop wordt overgegaan. Genoemd perceel is groot 325 vlerk. M. en eigendom van de Wed. J. BotermansKanbier. Tot staving van dit verzoek wordt te kennen gegeven, dat het vrijwel onmogelijk zou zijn de bedoelde woningen te bouwen, wanneer de bouwers behalve den straataanleg op eigen terrein, bovendien riog den aanleg op aangrenzend terrein zouden moeten bekostigen en dat een rendeerende exploitatie van de te bou wen woningen dan bezwaarlijk te verkrij gen zoude zijn. Met de Commissie van Fabricage zijn B. cn W. van oordeel, dat er met hot oog op het tot stand komen van do meergenoemde woningen in dit bijzonder geval wel aan leiding is om af te wijken van den regel dat alle met den bouw in vprband staande kos ten van straataanleg voor rekening van de bouwers komen en dat de gemeonte alleen aangelegde straten overneemt. De eigenaresse is bereid de grond groot 325 vierk. M. kosteloos af te staan aaü de gemeente. B. en W. geven nu en Raad in overwe ging tot overneming van dien grond, te be sluiten. Aankoop van bouwterrein. B. en W. waren dezer dagen in de legenheid in publieke veiling do hand té leggen op de perccelen weiland, Sectie N nis 128, 129, 132, 137, 138, 139, 143, 144, 145, 146, 147 en 148, ter grootte van 10.38.39 H.A., gelegen in de»n Stadspolder, ten noorden van den Heerensingel, en wel tegen een prijs van f 72600. Het bezit van deze landerijen, die een aaneengesloten complex vormen, moet voor de gemeente van belang worden geacht,; aangezien zij met de reeds aan de gemeente toebehoorende terreinen, waardoor zij voor een belangrijk gedoelto worden be grensd, een goed geheel uitmaken, dat zeer geschikt is "voor den bouw van ar-' beiderswoningen. Ook de koopprijs, met inbegrip van de onkosten ad f 4863.50, f 0.77 per vierk. M. bedragende, komt hun' aannemelijk voor. In overeenstemming met het advies van' do Commissie van Beheer over het Grond-' bedrijf, geven den Raad alsnu in overw©-» ging tot dien aankoop over te gaan. Levering van gemeente-drukwerk. Bij raadsbesuit van 20 December 1917 werd besloten de levering van het druk werk voor de gemeente wederom voor den tijd van 5 jaren, ingaande 1 Januari 191^ ondershands op te dragen aan don heer Eduard IJdo, boekdrukker alhier, tegen cle door den Nederlandschen Bond van Boekdrukkerijen vastgestelde minimum tarieven en verder onder de in de concept overeenkomst vermelde voorwaarden. In verband met het eindigen der overeen komst op 31 December j.l. is door B. en W. reeds geruimen tijd geleden overwogen, op welke wijze thans het te leveren druk werk zou moeten worden opgedragen. Zij hebben echter zoo lang mogelijk gewacht met do indiening van een desbetreffend voorstel, eensdeels met het oog op den on- zekeren toestand in het drukkersbedrijf (eerst in de afgeloopon maand kwamen de patroons onderling tot overeenstemming, terwijl daarna de bekende staking van eeu gedeelte der gezellen plaats had) ander deels, aangezien met het oog op de exor bitant hooge kosten moest worden nage gaan in hoeverre het drukwerk nog meer beperkt diende te worden, dan in de jaren 1921 en 1922 reeds het geval is geweest. Terwijl toch in de jaren 1916 en 1917 (on der liet oudo contract) «de drukkosten resp. plra. f 8.700.— en plm. f 10.700. bedroegen en volgens preadvies van De cember 1917, op eene stijging van ten min- sto 100 werd gerekend, bleken de kosten in 1918 en 1919 reeds tot resp. plm. f 43.000.en plm. f 36.700.te zijn ge stegen, terwijl in 1920 zelfs bijrol zesmaal meer n.l. ruim f 61.600.moest worden betaald, dan in 1917. Tengevolge van d© aanzienlijke beperking van het drukwerk in de jaren 1921 en 1922, daalden de kos ten in die jaren resp. tot plm. f 32.000. en plm. f 28.000.In het belang van de gomeentefinanciën en vermits in deze tij-» den beperking van do uitgaven meer dan ooit geboden is, zal alles in hc't wevk ge steld moeten worden, om nog lot meer dere verlaging van de uitgaven meer daii ooit geboden is, zal qlles in het werk ge steld moeten worden, om nog tot mee» der© verlaging van do uitgaven voor het gc- RECLAME. 1781 Reman van G._ HARDWÏG. „"Waarom bent u geen zicloherdee in Ei bertal gebleven, dominee, in een tijd, dat mijn oudera uw bijstand en uw troost zoo zeer noodig hadden? Waarom veranderde u indertijd zoo plotseling van standplaats, zoneter op den wenocli Aan mijn vader te letten? Do geheele zaak schijnt mij zoo duister en daarom heb dk de opdracht van mijn moeder met vreugde begroet. Wan neer héb niet to veel verlangd is, wijd u mij dan eens in, geef mij klaarheid over dit duistere punt in dc geschiedenis van mijn familie." „Mijn hemel," zcido de predikant, tor- wijl liij zioh weer m zijn leunstoel wierp, „wat ml ik u zeggen? Uw zuster was een li of meisje ©n dc houtvester was eon knap roan. Zal ik u zeggen, dat liet toezicht van uw ouders niet streng genoog was? De twee hielden van elkaar zooals jonge, on ervaren mensohen van elkaar houden. En locai. zijn zij in storm on bij nacht van bet landgoed gejaagd. Laat in den nooht klop ten zij aan mijn deur cn verzochten mij hep to trouwen, voordat zij verder gingon op het onzekere pad, dat voor hen lag. „Hebt u da-b gedaan?" „Ik zeddc bun fo wachten oil ging naar het kqsteel om uw ouders vaohter te-stem-, ri>cn.,Toan ik onverrichter zak© terugkwam .vroren zij verdwenen., v ♦•Verdwenen V*- '\z „Ja, verdwenen. En nu, wie® zal dit laat berouw r.og ten goede komen?" „Wie spreekt van hero-uw?" stoof Mers- bach op. „Een uiting van modelijden is nog geen berouw. WaJineer ik aan het graf van mijn vader sta, mijn vader, wièn cle licht zinnigheid van zijn dochter het hart brak, denkt u dan, dat er een. spoor van berouw in mij ontwaken kon 1 Moet niet veel meer alios, wat' natuur en opvoeding in mij ge legd hebben, in opstand komen tegen mijn dwa.2e zuster? Do wensoh van mijn moeder heeft u niet méér kunnen verrassen dan mij, want wanneer cr ooit oen vrouw, ge weest is, die smart en kommer glansrijk overwonnen heeft, dan is het- mijn moeder. Zij heeft de vlek op onzen naam uitgc- wisohtzij heeft gemaakt, dat deze gebeur tenis vergeten werd. Hoog on onaange vochten bekleedt zij in de maatsohappij haar plaats de hertogin zelf noemt zioh haar vriendin. Wat allen gebillijkt hebben zal ook wol goed geweest zijn." „Waartoe dan deze opdracht V' „Ik weet het niet. Er kunnen oogenblik- ken in hot leven van ie doren mensoh voor komen, die zijn gedachten in een andere richting leiden, zonder dat hij daarom zolf een schrede afwijkt van den weg, dien hij bewandelt." Hij stond op. „Laten wij dus aannemen, dat wij mot een voorbijgaande ingeving lo doen heb ben," zeide dominee Sol lor niet zonder na druk. „Dan zal mijn onwetendheid geen. te- loursteJling veroorzaken." Eon blos bedokto het- gelaat» van don jon gen man. v „Zonder het openlijk uit t<e spreken ver dedigt u dit paar. Stilzwijgend stelt u rnija ouders in het ongelijk, tegenover mij, hun toon. Vergeef mij, dat ik mij gedrongen ge voel -even openhartig te zijn als u. Het 8ohijnt mij toe, dat u door uw toenmalig plotseling vertrek uit ElbenthaJ ook een plioht verzaakt heb, namelijk, om mijn va der, clio, zooals dk gehoord heb, u zeer goed gezind was en met wion u persoonlijk be vriend waart, helpend en steunend ter zijde te blijven. Misschien dat daardoor zijn levon nog verlengd geworden zx>u zijn." Do predikant was eveneens opgestaan. Zijn gelaat verloor dc koele uitdrukking, clio heb misnoegen van den» jongen man zoozeer had opgewekt, en eon trok van wee moed. kwam op het doorgroefde gezicht on gaf daaraan ïeta buitengewoon eerbied waardige. „Dat weten wij niet," zeide hij lang zaam. „De Heer roept zich tot ons, wan neer Hij wil wij hebben slechts te volgen. U vraagt mij rekenschap van mijn handel wijze. Op dit oogenblik en in aanmer king nemende in welko verhouding 'ik vroe ger tot uw familie stond wil ik aanne men, dat u daartoe recht hebt. Ik ging uit Elbenthal, omdat ik niet anders kon, mijn hart zou anders gebroken zijn van ver driet ik had uw zuster lief." Zijn stem klonk heesch van aandoening; de jonge man deed verrast een stap ach teruit en zijn oogen vestigden zich met deelneming op het-gelaat van dan ouden heer. ,,Höpeloo3 had ik haar lief. En ik zag haar de ellende te geanoet gaan toet oen ander en kon niet helpen. Oordeel nu zelf! Mersbaoh waagde het niet ©en woord in het midden-te brengen. Zwijgend stak hij de hand uit, die de predikant langzaam greep on vasthield, terwijl hij voortging: „Een zioleherdcr, wion het ernst i3 met zijn beaoep, raag niet in zijn smart op gaan hij leeft niet voor zichzelf, maar voor anderen In Elbental herinnerde» aille3 mij aan datgene, wat ik niet vergeten kon. En daar was nog meer. Het Woord, waar van ik de verkondiger ben en dat liefde en vergevensgezindheid predikt, hadden uw ouders teruggewezen. Ho zou ik van de»n kansel christelijke liefde en verdraagzaam heid prediken, wanneer daarginds twee menschen zaten, van wie ik wist, dat zij deze leer weigerden te aanvaarden." Hij zweeg een oogenblik, diep geroerd, terwijl hij nog altijd de hand van den jon gen man in de zijne hield. Toen zeide hij op gecSempten toon, ter wijl hij hem vast aanzag „En waarmee had ik uw stervenden va der moeten troosten? Waarmee hem do laatste uren verlichten? Hoe kon ik hem vergiffenis toezeggen, terwijl Hij liet Mersbaoh's hand los en streek zich peinzend over het voorhoofd. Daarop veranderde hij van toon. „Ziet u, dat zijn de gronden voor mijn plotseling vertrok. Berouw heb ik er nooit van gehad. Ik heb een lieve, trouwo vrouw gevonden. Zij sluimert niet ver van hier in het graf, tot mijn diepe smart. Ook vader- vreugde beleef dk van mijn flinken zoon. Ter wille van de waarheid wil ik aan mijn verhaal toevoegen, dat ik nog jaren heb gewacht op een teeken van leven van uw zuster en voor dat geval had ik altijd een kleine som in gereedheid liggen. Maar er is niets gekomen. Zij is verdwenen, waar schijnlijk is zij reeds dcod, aan haar aard- 6che rechters ontrukt en don homelsohen rechter nader gebracht." „Ik dank u voor uw openhartigheid, do minee," zei Merabaoh ernstig, maar niet zonder bitterheid. „U stapelt aanklacht op aanklacht tegen mijn ouders. Van uw standpunt heeft u missohien gelijk. De we reld, waarin wij leven, denkt «anders en ban dolt dient emgevoLge ook anders. Mijn opéxacht heb ik vervuld." „Ja." „En dus kom ik afscheid van u neracn,- Yaarwel, dominee, en vergeef mij, dat ik u gestoord heb." „Ik heb u reeds eer gezegd, dat het mij genoegen deed u weer te zien en dat her haal ik." Mersbaoh boog vormelijk beleefd eb ver liet de kamer. De muurbloemen in den voortuin geur* den sterker dan ooit. Boven de heide trilde de lucht van warmte. Dc bewoners van het heidehuis waret» met de kippen opgestaan en het gevolg daarvan was, dat de wasch reeds vroeg tijdig klaar, om opgehangen te worden, in de mand lag. Voor het ophangen zorgde Mieze. Met hoogop ges troop te mouwen, den ouden hoed, die een juweel was tegen do zonnestralen, op het blonde haar, hing zij ijverig bet eene stuk na bet andere opr de lijn. „Kan ik soms helpen?" Zij ging op de teen en stoom cn gluur do over de heg. Wie? O, bent u het, meneer Willie? Bent 4i nog niet gesmolten? Tante is nog niet bij de band?"- Zij zag cr zoo gmappig-lief uit in haar werkpakje, dait Willie voelde boe zijn hart' sneller begon te kloppen. QfToTii vervolgd), f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 9