Lederhandel BRABANT LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 13 Januari. De'rede Biad. Anno 1923. GEMENGD NIEUWS. HaarJ.straat 299. L.ÜÖ1S PEMZEH. ZWEDEN. GROCK. Ia „De Haagsche Huisvrouw" lezen wij, dut do penningmeesteres een batig saldo van 11600 l:an ijoehen van de tentoonstelling door do Haagsche afdeeiiug van de Ned. Ver van Huisvrouwen in het huis van lo bar de Witt, in Den Haag. georganiseerd. Het bestuur denkt dit saldo te besneden vooi een nuttig en speciaal doel, bijv. door hot nuien ia 1923 van een zomerverblijf voor rustbehoevende huisvrouwen, die dit zeil niet kunnen bekostigen, tenzij de leden een ander plan aanbevelen. De vennootschap het Ne- (derlandsche Havenbedrijf, te Rotterdam, waarin de havenarbeid van de Steenkolen- Handelsvereeiiiging is geconcentreerd, heeft gisteren aan 800 vaste treimners met een termijn van een week den dienst opge- JK\g(l. Deze maatregel vloeit, zegt de ,,N. li. Gt.", voort uit de vrees, dat voorloopig geen zg. répara t.iekolen uit de Hijnprovïn- cie over Rotterdam zullen worden aange- yocird. Boveiidmn Avordt het twij tela-ohtig geacht, of vcx>rloopig nog ertsen voor do Duitsche industrie te Rotterdam zullen aan komon. Het out slag is voorloopig bedoeld ids een voorzorgsmaatregel, waaruit dus 'niet behoeft voort te vloeien, dat <üt groo ve aantal arbeiders inderdaad ontslagen zal worden. De afdeeling Rotterdam van [den Alg. Ned. Metaalbewerkersbond zendt ,een communiqué van de in het Verkoop- lokaal aldaar gehouden buitengewone le denvergadering dier afdeeling, waar het bekende schrijven van den heer Wilton aan [de Kamer van Koophandel werd bespro ken. Het volgend? is aan dit communiqué Ontleend „Door den voorzitter werd in deüi bree- öe uitgeweid over de wijze, waarop Wilton fit relletje heeft voorbereid en dut deze 'diciatengcvolge wel, bij afwezigheid van yyoldocnde feiten, die in de richting van arbeidsschuwheid wijzen, moest komen tot "]pen valsere voorstelling van zaken. Aan [do hand der feiten werd aangetoond, dat jgerstens door Wilton veel minder bikkers én ververs waren aangevraagd dan door hem was gescüeven, dat daarnaast veel personen waren opgeroepen, die reeds bij hem werkten, en ten derde, dat zelfs vele fai'cr personen nota bené als werkweige- raars werden gesignaleerd. Fen en ander was een duictelijke demon- - .tie van de leugenachtige manier, waar op de heer Wilton de izaak heeft voorge steld, waardoor dit schrijven niet kon zijn ëen gegronde klacht tegen de arbeiders, maar een felle aanklaohb beteekende tegen rde arbeidsverhoudingen en arbeidsvoor waarden aan dit bedrijf. Ook uit de ver gadering kwamen verschillende' vlammen de protesten naar voren, waaruit ook over- ifcddoliik bleek, dat het met de arbeids schuwheid wel zal los loopen." f Door de Amsterdamsche politie was de jopsp«oring verzocht van twee jongelieLu, ttï. H. en G. V., die verdacht werden zich in een Bankinstelling te Amsterdam aan diefstal van f8000 te hebben schuldig ge maakt Het adres van één hunner was bij 'de politie bekend en t-oen eenige inspec teurs tan de centrale recherche te Rotter- clam zich aan dit adres aldaar vervoegden, was daar ook de tweede verdachte aan wezig. Beiden werdeii gearresteerd. De een had nog f125 in zijn bezit; op dea ander werd slechts fl gevonden. Zij hadden eeui- gen lijd ia België en elders doorgebracht ©n daar van het gestolen geld goedkn sier gemaakt. In de staking der werkloozen te An dijk is nog weinig verandering geko men. Door een twintigtal wordt onder toe dicht der politie gewerkt, terwijl een der tig k veertigtal nog demonstreert. Het to taal aantal stakers bedraagt een 70-tal. Op het Raadhuis werd met roode verf geklad: Heeft de Raad wel bedacht, dat ook in 'jfen nacht aan lien wordt gedacht?" De winkelruiten van den voorzitter der mid- der standsvereeniging werden beschilderd imet:„Arbeiders, koopt hier niet"; waar 'de winkelier onder zette: „voordat de oude 6chulden betaald zijn". Gistermorgen is te Zuid- land de landbouwerswoning van J. S. af brand. Een tiental stuks vee kwam in do .vlammen om. Verzekering dekt de schade. De heer Schaap, bankier te Wormerveer, heeft een klacht ingediend tegen den soc.-dem. wethouder Binnendijk, die in een openbare vergadering er op heeft gezinspeeld, dat de heer Schaap in 1902 zou hebben gespeculeerd met onder hem berustende gelden van het Wormer- .voerscho begrafenisfonds. te Soest heeft con lijst doen aanleggen van personen, die zich bij herhaling aan openbare dronken schap hebben schuldig gemaakt; deze lijst wordt in alio vergunningslokalen opgehan- jgen cn de caféhouder, die aan deze perso- i nen tapt, wordt volgens verordening be boet. Onder groote belangstel- ling heeft gistermiddag te Arnhem do ter aardebestelling plaats gehad van de bij de ontploffing in artilleriepark aldaar om het leven gekomen E. Veraart, opper- jwaehtmeest er-bank werker bij het corps rij dende artillerie. De stoet vertrok van het militair hospitaal; opperwachtmeesters fungeerden als slippendragers, 'terwijl twaalf manschappen de lijkbaar te voet Volgden. Voor het huis van den overledene iii de Graaf-Lode wijkstraat hield de stoet werd bij de vele bloemstukken, dio de kist reeds dekten, nog een groot aantal kransen gelggd. Op de begraafplaats „Moscowa" werden behalve de militairen slechts eenige hon derden belangstellenden toegelaten. Dui zenden moesten buiten blijven. Voor het kerkhof stonden een 50 bereden manschap pen van het korps rijdende artillerie en de instructie-batterij opgesteld. Toen de stoet de poort binnenreed, stond ter weerszijden van den ingang een peleton bereden manschappen met de trompetters van het korps rijdende artillerie, die, ter wijl de stoet zich grafwaarts bewoog, treurmarschen bliezen. De kist werd door artilleristen gedragen. In den stoet volgden' de commandant der tweede divisie, gene- raal-majoor Van Grinten, de oud-comman danten van het korps kolonels Baud en ba ron Van Boetzelaer, de commandant van het 8ste regiment infanterie, kolonel Palm, de waarn. commandant van het korps rij dende artillerie, kapitein Rambonnet-, ver der een deputatie van het 8ste regiment infanterie onder kapitein ridder Van Rap- pard en een deputatie van het 19de regi ment infanterie onder overste Kooyman. Aan de groeve voerde het woord de korpscommandant kapitein Rambonnet en opperwachtmeester Van Dijk en ds. Both, waarna de oudste zoon namens dc familie bedankte voor de groote belangstelling. Aan een 15-tal agenten van politie te Ainliem is aangezegd, dat zp, in verband met de voorgenomen bezuiniging bg de po litie, naar een andere betrekking moeten uitzien. Er is een staking, omvattende het ge- beele personeel van 160 man, uitgebroken bij de Coöp. Strookartonfabrfek „Ons Be lang" te Stadskanaal. In uitzicht gestelde loonsverlaging is de oorzaak. Van de werkloozen te Maastricht, die Donderdag naar de kolenmijn te Winterslajg (België) moesten vertrekken, zijn slechts vijf gegaan. De niet voor mijnwerk geschikten zullen nu tot last der gemeente blijven, terwijl de overigen ontslagen worden. Bij de behandeling van de begrooting in den Raad te Tilburg werd besloten het presentiegeld der Raadsleden van f7.50. terug te brengen op f 5, alsmede voortaan geen subsidie meer te verleenen aan de Burgerwacht. In verband met don moordaanslag bij Valk en s waard op den bioscoopeigenaar Desmet, te Eindhoven, heeft nu ook diens vrouw volledig bekend. Indertijd blijkt ook al een plan tot vergif tiging beraamd to zijn. In een op he dien in spoedver gadering bijeen to roepen algemeene hoofd- bestuursvergadering zal door hot dage- lijksch bestuur van den Nod. R.-K. Tex tielarbeidersband „St.-Lambertus" 't voor stel worden gedaan om de uitkeeringen uit de werkloozenkas over het geheele land stop te zetten. De plotselinge opkomende groote werkloosheid in dit bedrijf, vooral in het Zuiden des lands, noodzaakt het be stuur tot dezen maatregel over te gaan. Zooals de toestand nu is, zou in het gun stigste geval liet tekort per week f 3000 bedragen. Den leden zal geadviseerd wor den, zich om hulp te wenden tot de werk gevers en de gemeentebesturen. Als gevolg der m-et 1 Jan. jl. ingevoertcse loonsveailaging dreigt or, naar uit Leeuwarden wordt gemold, een conflict bij do Ned. Tramweg-Mij. Een deel van hot personeel aoht die verlaging in strijd met do N. D. V. Volgens mededeoling van het Handelsinformatiebureau van Van der Graaf Co.'s Bureaux voor den Handel zijn over de week, eindigende 12 Januari, in Nederland uitgesproken 82 faillissemen ten, tegen 35 faillissementen in dezelfde week van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en met 12 Januari 1923 149 faillissementen, tegenover 81 over het zelfde tijdperk van het vorige jaar. Morituri to salutant Ik, het Noordelijk Dagblad, geboren den eersten Januari 1823, uit den nood der omstandig heden, door mijn ouders niet bsgo^rd, door niemand bemind, door velen veracht on be spot, ik groet u, o lezers, voor de laatste maai. Ik ga sterven. Negenmaal heb ik onder uwe oogen mo gen verschijnen, maar het was altijd met een zekeren schroom, omdat ik $rme, zelf gevoelde, hoeveel ik to kort schoot tegen over mijne zusters, voor wie ik als plaats- Vervangster moest optreden. Ik weet het, velen hebben mijn tekort komingen met den mantel der lïefda bedekt. Maar er waren anderen, die mg met hoon en spot hebben overladen en mij met een gevoel van weerzin in hunne woningen heb ben toegelaten. Zij hebben m'tf het scherpst laten gevoelen hoever mijn schijndood© zus ters uitblonken boven mij. Maar dat juist is het, wat mg, au ik voor altijd ga verdwgnen, zoozeer verheugt. De vriendelijkheid, waarvan ik het gemis zoo ten zeerste heb gevoeld, zal thans bij den terugkeer van mijne zusters tegenstra- len van ieders aangezicht. Mijn sterfdag zal de vreugdedag zijn van allen, die ik zoo gaarne heb willen troosten tgdens de absentia van mijn zusters. Dat het mij niet is mogen gelukken, werkelijk het verheugt nip. Want daarmede heb ik de heerlijke over tuiging, dat mijn zusters de waardeeriog hebben, die zg verdienen, en 'ieder tevreden was met zgn uitverkorene. Nu weet ik, dat elk van haar iets per soonlijks, iets eigens had; dat velen aan trok. Nu weet ik, dat zij de waarheid zeg gen, die verklaren, dat een wereld zonder strijd, zonder verschil van inzicht en op vattingen, zonder concurrentie is een dooda wereld, dood en star als ik zelf moe3t zijn om het iedereen naar den zin te maken. De eenheidscourant was als de eenheids worst: bestemd voor iedereen, maar door niemand ^raag genoten. Ik ga dus in vrede. Lezers, ik groet u en hoop nooit weer te komen. Kleermaker „U heeft m ij n eerste rekening met mijn portret cn mijn tweede met het portret van mijn vrouw betaald, voor de derde zou ik nu graag geld zien. Fotograaf: „O, er is geen haast bij; ik wacht wel, tot-ge een kind hebt." .RECLAME. Zoolleder, Tnsclijes, Hondenariikrlcn Alles op het jjchieci «Ier sport enz. 1567 (Jok in Zweden is éen krachtig streven merkbaar, het land uit de inzinking op te heffen, waarin het, evenals zoovele andere landen in Europa, na de schijn-conjunctuur van 1919/1920 was geraakt. Tijdens den, oorlog kon Zweden sterk van hare neutrale positie profiteeren, vooral haar staalnijverheid leverde op groote schaal krijgsmateriaal, terwijl de uitschakeling van Duitschland op de wereldmarkt, Zweden in staat stelde werktuigen, gereedschappen, landbouwmachines, melkseperators enz., enz. in groote hoeveelheden in het buitenland te plaatsen. Ook de Zweedsche scheepvaart nam een groote vlucht, doch van deze geheele ontwikkeling, zoo zij niet volkomen in de lijn van het land lag, is slechts weinig overgebleven. Op het gebied, waar Zweden van oudsher special!! teit was, wij noemen bijv. lucifers, telefoontoestellen, enz., heeft het land zijn uitvoer flink kunnen hand haven en bleek eerst de hooge va- luta en de dure leven^^.ndiard van Zweden een zware ha.. :.p voer de concurrentie met Duitschland te zijn,( gaandeweg hebben de loonen en zui niger arbeidsmethoden zich aan de nieuwe situatie aangepast, zoodat aan het einde van het jaar een werk- loozencijfer van circa 37.000 perso nen gunstig afstak bij de 96.000 leden der Zweedsche vakvereenigingen, die bij den aanvang des jaars werke loos waren. In het midden van 1920 nog was een aanzienlijk gedeelte van de Zweedsche koopvaardijvloot opge legd, doch daarna is een geleidelijke verbetering ingetrdeen, die nog steeds aanhoudt. Practisch gespro ken is thans de Zweedsche vloot ge heel in de vaart, voornamelijk door de groote verschepingen van hout en houtpulp. Door de lagen vrachten is het profijt echter niet groot. De buitenlandsche handel van Zweden nadert sterk de normale van vóór den oorlog. In percenten uit gedrukt, was de uitvoer in Septem ber 94.2 en de invoer 98.6. In Sep tember van het jaar 1921 was het percentage van den uitvoer 60.1, het geen duidelijk de sterke vooruitgang van den export aantoont. Zoo wer den bijv. aan papier en carton in genoemde maand 32.000 ton uitge voerd, een hoeveelheid, welke tof dusver nog nooit was bereikt. Dc uitvoer van houtpulp bedroeg 113.300 ton, hetgeen meer dan tweemaal zoo veel was als in September 1921, en anderhalf maal zooveel als de maan- delijksche uitvoer in de jaren vóór den oorlog. Over het algemeen toont de uit voer van hout uit Zweden een be vredigenden vooruitgang aan, nadat hij eerst sterk onder de concurren tie van het naburige Finland, met zijn lagere valuta, had geleden. De drie kwartalen van het afgeloopen jaar brachten voor Zweden een tota len uitvoer aan hout in diverse vor men van circa 657.000 Std., hetgeen meer dan twee en een half maal zooveel is als het totaal, dat in de eerste negen maanden van 1921 werd uitgevoerd. Onder de verdere arti kelen, die in de Zweedsche uitvoer- lijsten opvallen, noemen wij locomo tieven, waarvan Zweden in negen maanden tijds 206 stuks verscheepte. voornamelijk naar Rusland, ferwijl in. dezelfde periode van het vorige jaar slechts 21 stuks naar het buiten land een weg vonden. Ook de uit voer van lucifer», die dank zij de bijzondere gewildheid ven dit eigen aardige Zwccd"Ke product in de slechtste tijden steeds stabiel was ge bleven, neemt nog voortdurend toe. Van deze bekende „houtjes" voerde Zweden gedurende September 3891 ton uit. Het hoogte-record per maand 3200 ton, zoodat alle concurrentie van landen met lagere valuta ten spijt, die de lucifers veel goedkoo- per kunnen leveren dan Zweden, de Zweedsche lucifers hunne plaats op de buitenlandsche markten zegevie rend handhaven, Zooals wij reeds boven aanduid den, staat de Zweedsche papiermarkt er voor het moment goed voor. De verschillende fabrieken werken op volle capaciteit, het is voornamelijk courantenpapier, dat door Zweden aan het buitenland wordt geleverd, en wel in de eerste plaats aan de Vereenigde Staten. Zweden is na Canada de grootste leverancier van dit - -.1 errporatie der ver se/ -3 lu-neken van dit papier in Scandinavië is bezig te contrac teeren met de Vereenigde Staten voor een leverantie van 100.000 ton voor 1923. Van deze hoeveelheid zul len de Zweedsche fabrieken 60.000 ton leveren. Met den uitvoer van ijzer-erts is Zweden minder gelukkig. De vraag - van 's buitenlands heeft niet veel te beteekenen. Ook de machine-nijver heid is nog lang niet wat zij wezen kon, en in het scheepsbouwbedrijf vindt slechts één derde der werklie den emplooi. Ook de electrotechni- sche nijverheid biedt nog geen gun stig beeld. In al deze takken van nijverheid drukt de buitenlandsche concurrentie zwaar. Zweden heeft tijdens den oorlog een exclusieve valuta-politiek ge voerd. Voortbouwende op theoreti sche opvattingen van den Zwecd- schen professor Gustav Cassel, die o.a. laatstelijk door de Duitsche re geering, evenals Mr. G. Vissering, naar Berlijn was geroepen, om plan nen ter stabiliseering der Duitsche valuta te ontwerpen, heeft Zweden een tijdlang den invoer van goud ge weigerd, met het gevolg, dat de Zweedsche Kroon buitenmatig aan alle internationale markten reeds. Deze politiek, evenals het nauwlet tend toezicht, dat van staatswege in Zweden op de groote banken wordt uitgeoefend, heeft niet kunnen ver hinderen, dat Zweden precies dezelf de crisis heeft doorgemaakt als zoo vele andere Europeesche landen, welke veel liberalere opvattingen omtrent munt- en bankwezen had den gehuldigd. Verschillende groote banken zijn in Zweden in moeilijk heden geraakt, doch ook op dit ge bied heelt men in Zweden het ergste achter den rug. In den laatsten tijd is een beweging in Zweden merk baar, den koers ,van den Amerikaan- schen dollar kunstmatig op peil te houden en daarmede de Zweedsche valuta aan de internationale beurzen een stabiel karakter te verleenen. De Zv/eedsche Rijksbank heeft een tijd lang daartoe dollars afgegeven, daar echter op het verloop der wissclprij- zen een aantal buitenlandsche fac toren invloed hebben, heeft deze po ging weinig resultaat opgeleverd. 0 (Van onzen Parijschcn Correspondent.) (Nadruk verboden.) Parijs, 8 Januari. Sedert een paar jaar worden door dc cri- tick ook de groote fantaisistcn van den music-hall en het café-concert voor ,,vol" aangezien. Voor wat Frankrijk aangaat hebben zij dit voor een groot deel te^ dan ken aan André Antoine, die aan enkelen hunner (Vilbert-, Dranem, Allems), toen hij nog in hot Odéon den scepter voerde, ccn rol uit de meesterwerken van Molière toe vertrouwde. Toch heeft het publiek nog een zeker vooroordeel tegen hen. Het laat zich graag door hen vermaken, het lacht om hen; maar het weiger hen te tellen onder de waar achtige kunstenaars. Het publiek wil deze „potsenmakers" potsenmakers als Mo lière of zijn meester Scaramoucho niet op één lijn gesteld zien met het amb tenarendom, dat debuteert als surnumerair aan het Conservatoire, om te eindigen als afdeelingschef aan de Comédie Francaise. Het vak van acteur en actrice is regelmatig geworden en volkomen fatsoen lijk. Een jong meisje aarzelt, bij de be roepskeuze, tusseben comédienne of onder wijzeres. Eertijds, nog niet zoo heel lang geleden, in de dagen toen tooneelmenschen niet thuis hoorden in een behoorlijk gezel schap, kon men zeker ervan zijn, dat zij. die deze loopbaan kozen, het deden uit roeping. Tegenwoordig legt men zich op de carrière van tooneelist toe als op een andere. En dat is heel jammer!:.. De acrobaten, de clowns, zijn nog niet „embourgeoisés". Men vindt onder hen nog talenten van een frissche oer-kracht, van een innig -gezonde vis-comica, door geen verkeerde opvoeding bedorven, in reizende circuussen, i» de spullen cn tenten der kermisen, durven zij hun inspiratie den vrij en loop laten. Zoo zong en danste Max Dearlv, nederig leerling der Marseillaan- sche mimen, op de kaden van Le Havre in een cabaret, dat zijn clandizie vooral had onder de Iersche matrozen en engageerde zich vervolgens bij- een gezelschap potsen makers, bij wie hij, in een apenhuid ge huld, dolle sprongen maakte en door ven sters en deuren vloog als een tweede-rangs- personaadje in een fantastische jachtpartij. Aan zijn zijde, eveneens in de huid van een orang-oetan, speelde ceu kameraad uit wien de acteur Térand gegroeid is. Ge ziet van hier de twen mannen, na afloop der voorstelling, hijgend en zweetend, bek af, murw van de blauwe plekken 1 Hoeveel debutanten zouden zulk een vuurproef dur ven aanvaarden om tot roem te geraken of misschien zelfs slechts tot bekendheid?... Ik houd yan deze self-made-men in de kunstwereld, deze oorspronkelijke, vrij» gevochten artist en-naturen,. Hun optreden heeft bijna altijd de charme behouden van ongereptheid en spontaniteit. Gisteren - heb ik in de „Folies Bergere" Grock gezien. Als ik een etiket op hem zou moeten plakken, zou het zijn van muzikale clown, en ongetwijfeld werd hij door de tooneel-agenteu. ook onder deze ru briek thuisbracht, tot op den dag dat hij een vedette werd, wiens naam en wiens affiche voldoende voor hem spreken. Ik denk, dat hij zich op de schouders van een kameraad heesch of zich in evenwicht hield op een stapel wit-geverfde stoelen en onder- tusschen eenige variaties op het „Carna val de Venise" tten gchoore bracht. Doch thans is hij niet meer dit banale nummer: hij is Grock. Zijn elegante partenair is op het too- neel. Met zijn zwarte rok. onberispelijk van ctupe. maar met wansmakigo knoopen, zijn koffie-kleurig gelaat, zijn zorgvuldig ge kapte schedel, heft dio partenair het af schrikwekkend voorkomen van den wasch- echten sa'cn-virtuoos en uit zijn viool haalt hij cn strijkt hij een „schattige" me'odio. Dan verschijnt Grock. Hij drijft in een vaar en vies costuum, een samenraapsel op-het-geluk-af uit een of anderen achter buurt-uitdragerswinkel. Hij heeft groote, lange bultige turftrappers aan en hij draagt witgaven handschoenen, zooals een vierde-klas maitvc-d'hotel. Uit zijn zak heeft hij een minuscuul viooltje te voor schijn gehaald, en schitterend vertolkt hij erop een vluchtig albumblad. Dat is de kennismaking. Door zijn maat uitgenoodigd zich aan een vleugel-piano te zetten cn zich de evenknie van Paderewslci te toonen, staat Grock erop, zich in dc uniform van de kun-, stenaar j de zwarte rok, te gaaa hullen. Hij keert terug in een aller treurigste toetakeling, een fnuikende parodie van een rok, levend beeld der moderne armoe. En altijd draagt hij nog de wijde, lange, bul tige bottines en de wit garen hand schoenen. Met de zelfingenomenheid der ijdelo be roepskunstenaars zet hij zich aan de pia no. Hij preludeert, glimlachend, de han den met do wit garen handschoenen op zichtig hoog heffend. Maar zijn metgezel heeft met den strijkstok het kale hoofd van Grock aangeraakt. Steeds beminnelijk en gracieus, neemt Grock het deksel van de piano cn dreigt, bij ongeluk, den onhandi- go neer to slaan. Dan zet hij zorgvol het deksel opzij tegen den vleugel aan. Hij trekt niet zonder vertoon, de wit garen hand schoenen uit cn gooit ze op den grond. Maar hij vreest, zo niet te zullen terug vinden, en, op het klavier klimmend, en heb schuin er tegenaan geplaatste deksel als tobogan-baan gebruikend, laat hij zich glijden naar do arme handschoenen, die hij afgunstig in veiligheid brengt. Hij had zich eenvoudig kunnen bukken en zo op rapen, maar virtuozen zijn gecompliceerd van gemoed. Zoo, Avanncer hij vindt dat zijn tabouret te arer van den vleugel af staat, is Crock's eerste opwellinghet mu ziekinstrument naar den tabouret te du- Avcn, en niet den tabouret naar de piano to schuiven. Om zijn harmonika te bespelen, waaruit hij de sonoor-zwaarwichtige klanken van' een kerk-orgcl haalt, neemt hij natuurlijk plaats op de leuning van den stoel. Mee-» gesleept door de schoonheid der muziek,; rijst hij overeind op den stoel, die kraakt; doch een en al extaze slaat hij geen acht op dezo mindenvaardige aardscho gebeurlijkheden. Hij glimlacht de muzikale vervoering togen, en, geleidelijk, ziet men dezen glimlach voor een boA'enmenscho- lijken droom verworden tot een uitdruk king van onnoozelheid, en daarna tot een grijns. Grock daalt uit de sferen der kunst matige opwinding of naar een gemoeds stemming van domme weekhartigheid en' van verveling. Het is heel dc psychologie,- heel het ziels-proces van den virtuoos die slechts-virtuoos is, wat zich afspiegelt op zijn gelaat. En lachend denk ik aan het type van de musicus dat Tolstoy heeft vast gelegd in de „ICreutzer Sonate". Ik houd ook daarom zoo van dc groottl fantaisistcn, omdat zij onzen geest toe staan te vagabondeeren. Zij dwingen n niet tot onafgebroken aandacht; zij slui ten u niet op in de anecdote van een dra ma of een blijspel. Zij bieden u een reeks vluchtige visies welke lift u geheel vrij staat loom te volgen, aandachtig te be kijken of absoluut links te laten liggen. Het is een sevie rijke aanleidingen tot be- peinzng. Een dei-gelijk schouAvspcl ver diende te Avorden genoten in opgetogenheid Maar liet is goed, dat de lach losbarst, nu en dan, en klatert als zonlicht door de fi losofische Avolkeu, Avelke Grock en zijn go- lijken opeenhoopen rond onzen geest. De atmosfeer zou te drukkend Avorden; de ge dachten welke dé cIoaatis in ons wakker roepen zijn ernstig. Het is geen toeval, dat A'an Grock's lip pen telkens Aveer de vraag tfaar vorea dringt Pourquoi Hij spreekt weinig. Wat hij zegt heeft be trekking op gewone, allerdaagsche dingen. Maai* dikwijls, heel dikwijls, zich overtui gend naar zijn partner, die de majestueus© ongevoeligheid Aan een afgodsbeeld be waart, mompelt Grock, smartelijk, zwak en goedhartig Pourquoi Hij vraagt het, met een teedere stem, een A\einig timide, terwijl hij in aanbid ding opziet naar den musicus met het keu rige costuum, met de zelf-tevreden correct heid, die hem nooit antwoorden zal. Grock' weet het, en daarom is er ook een licht* trilling van ironie in zijn stem, Avanncer hij- voortgaat te vragen: Pourquoi? LEO FAUST,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 9