Een heerlijke lekkernij a.j.p's Ksrsipadding Kijkje achter de Coulissen. SPREEKCEL VRÜ6EKRÜBR1EK 2 van de wet vallen. De gehecle aanval tegen dit reglement ia dus niet op zijn plaats en be hoort te zijn gericht op art. 2 van de wet op de krijgstucht. Van fcetcokenis is verder wat de heer Ter Laan heeft opgemerkt over de tucht. Tucht moot niet zijn stomme dwang, maar wij moe ten hebben opvoodfing tot en oefening in tucht. Dit reglement wijst juiist op de taak van den meerdere. Art. 17 zogt onder a, dat den militair ver boden is zich aan te sluiten of steun te v«r- leenen aan giroepen of vereeniging-en, dde iD strijd zijn met het beginsel der krijgstucht Er behoeft ockter geen vrees te bestaan, dat men dit verbod zou uitbreaklen door het lid maatschap van poilitieko partijen, die langs lcgalen weg de ontwapening trachten te be reiken, te verbieden. Do Miniator van Oorlog moet zijn o oir deel uitspreken, welke vereenigingen of groepen in strijd zijn met de krijgstucht. Een wette lijk bezwaar ligt daarin geenseins. Dat zon der toestemming van den commandant aan boord of in de kazen geen vergaderingen worddn gehouden, geen .ntoeken]ijsten mogen rondgaan, enz. is niet anders bedoeld! dlan als een maatregel vtnn orde. Art, 20, waarbij o.a. den militair verboden is zjeh onvergenoegd te betoenen over be velen, voorschriften, enz. en lijd olijk verzet te betoonen, is in het geheel niets nieuws, maar een hurwoJanviiig van het bestaande. De Rogecring is niiet bereid do artt. 17-20 in tc trekken. Vocrts antwoordt spr. ont kennend op de vraag, of die Regeering be reid is dit rog loment te brengen in de com- migsaio voor georganiseerd overleg, aangcrien het botTeft een fundamenteel beginsel van de wet op de krijgstucht, waarover geen overleg mogelijk is. Ook is spr. niet bcrei'd wijziging to bren gen in art:. 17. Daarna komt spr. aan hel ontwapeiïLngs- vraagstulk. Tegenover hetgeen de S. D. A. P. naar voren hoeft gebracht merkt spr. op, dat die S. D. A. P. Mer te lande inderdaad een af zonderlijk standpunt inn^mt. Zij wil geen nationale veiligheiddc Volkenbond 'daar entegen is ^c'baeoerld op do 'bcix -arming van de nationale veiligheid. Ook de Rogcering zou niets liever wiiïïen dan ontwapening, maar zij heeft nuchter te zijn. Wat do begTooting aangaat, dient niet ver geten te worden, dat van do 03 millioen nog nucotoD worden afgetrokken de hediragen voor wiaehtgolden, terwijl op de OorlogsbegrrootLng een pensioenlast rust van niet minder dan 9 millioen. Als deze uitgaven worden afge trokken, blijft er nog geen 50 millioen over. Op de 0 orilchggbeg rooting is de ginootste dnuk uitgeoefend voor de bezuiniging. Het door don heer Marchant genoemde bc- c&nsig van 1 mHhJoen voor Je K. M. A. is in het geheel niet juist. Er i® slechts 3 ton uitgetrokken. Do heer MARCHANT Dan heeft n zeker <Je kosten van het Departement van Koloniën afgetrokken De MINISTER Ja, natuurlijk. Do heer MARCHANT Neen, dal is mei natuurlijk. Kost de Académie een mi'lflaoen of niet Do MINISTERDe Academie kost ons geen miKLoen, maar 2/3 van do kosten komen voor Koloniën. Voorts komt spr. op het defensicstclscl. Binnen de grenzen - van do beschikbare mid delen aal móeten worden nagegaan hoe ons dofensaestclsel zal worden ingericht. Naar do meening van do Regeering is het dualisme in ons leger verdwenen. Wat niet wil zeggen, dat zij geen waande meer hecht aan de liniën en do vestingCD, maar zij wil een operatiof leger met een beschermde basis. Wat do vesting Holland betreft, is niets bij het vroegere bestaande gevoegd, terwijl, oer bezuiniging is verkregen. Voorts worden verkregen een eenhoofdige leiding, oen onderling voijbandl cn krachtige aamenwerking, een bescherming vam de kust en geconcentreerd opleggen van materiaal. Onderscheid tusschen veldbroopen en ves ting troepen bestaat niet. De troepen in de vesting Holland moeten moor beschouwd woer den ails reserve-troepen voor het veldleger. Spr, deelt mede, dat een herziening van de vmedlesor.ganisatio, waardoor bezuiniging en versobering zal warden verkregen, in voorbe reiding is ol ter hand zal worden genomen. Hoe moor de organisatie het militielegcr zal benaderen, bc© moeilijker de mobilisatie zal rijn en hoe moeilijker het zal zijn vesrbanden U> vormch. Voor een militiolegcr in Zwitser land ia toch nog oen begrootiug ingediend van 78 millioen francs. Het cijfer van 40 millioen voor het boroops- persOiucel van de heeren Dee kens en Oolijn ie niet juistals dc pensioenen en wachtgel den er van worden afgetrokken, komt spr. tot 20 millioen. Bij de vredesorganisatie moet men reke ning houden mei hetgeen bij de oorlogsorga- misatio noodig zail zijn. Het denkbeeld van den heer Coljjn, om door concentratie van let leger in kampen tc geraken tot bezuini ging op de exploitatie, is overweging waard, doch een toezegging kan spr. nog niet doen. Wanneer het stelsel van 1912 ook thans nog was doorgevoerd, zoudtjn wij een bcgtroo- fing lebben van 86 millioen. WaaT nu de beginooting is teruggebracht tot 58 millioen, betoeöoent dit een aanmerkelijke verminde* riug. Het denkbeeld van dc kampementen is ab soluut nog niet opgegeven. De oofeühig van het kader is onvoldoen de, maar zal, als de toestanden economisch v/6«r wat beter zijn, weer met kracht ter land genomen worden. Periculum is er eveti- wel met Ook het artilleriefonds is niet van de baan. Alleen worde» thans met het oog ap! do fi nanciën golden uitgetrokken voor wat voor munitie noodig is. Vervolgens bespreekt de Minister den af trek voor peaisioeeis tor ting en den salaiis- aftrek. De militairen hadden een regeling, waarbij zij niets moeste» storten voor pen sioen, behoudens een storting voor weduweci- pteosioe». Toen kiu de pensioenstorting werd afge schaft, kwamjep de militairen 7 pOfc boven het normale salarispeil en toen do Wedu wen- en Weezemvet tot stand kwam, moest hierbij rekening worden gehouden met de storting, der militairen. Waar ook de sala rissen van het militair personeel tot het normaio peil zijn teruggebracht, is de toe gepaste 5 pCt. volkomen recht en billijk. Do rangschikkingsregeling is lang 200 slecht niet als wordtvoorgesteld. De Minister is voornemens onderofficie ren, die nog geen 35 jaren #diensfc hebben en voor afvloeiing in aanmerking komen, niet op pensioen te stellen, doch op wacht geld, totdat zij hun 35-jarigen diensttijd zul len hebben bereikt. Hij hoopt, dat'de wacht geldregeling binnen eeitige dage» in het „Staatsblad" zal kunnen worden afgekondigd. Het wachtgeld zal worden gesteld op 70 p|Ct van het salaris, en voor hen, die in de reserve komen, bovendien 5 jyCt. Ook zal enkele dagen later een wachtgeldregeling voor de officieren verschijnen. Z.L is de burgerwacht niet geschikt voor de vooropleiding. Wel is hij de burger wacht sympathiek gezind, maar deze vindt haar taak niet op militair terrein. De toelar- ge naan officieren kunnen niet vervallen. Wat aangaat de motie, waarin een onder- officieronvereen ging op o.iontbeerljjke wjjaa critiek op den Minister uitoefende, is z. i. de houding van deze onderofficieren in strijd geweest met de krijgstucht en spr. hoopt, dat ze op hun houding zullen terugkomen; anders zullen andere maatregelen moeten worden getroffen. .Verschillende leden van de linkerzijde ma ken opmerkingen. De Minister verklaarde de molie-Ter Laa/n inzake coji.ingeo.svermnd.ring, de moteK* ter Laan inzuüo afschaffing der bernakngs- oefeningen in 1923 en de motie-Dresselhuys inzake vermindering der getalsterkte onaan nemelijk. Aanneming van de motie-Boon, vragende eon wettelijke regeling van do afvloeiing, ontraadt spr. ten sterkste. Do heer K. TER LAAN dient een motie in, waarbij do Kamer als haar oordeel .uit spreekt, dat de artt. 17—20 uit het nieuwe reglement voer do krijgstucht moeten ven- val len. De heer DUYS acht de houding van den Minister, dio zegt, dat hij niets kan doen tegen de onderofficieren van de bekende mo tie, maar toch een brief richt aan den be trokken commandant, waarin pqn meeoing wordt medegedeeld, zoodat die commandant een zekeren wenk krijgt, onbillijk en onreëel. Voorts acht hij den 5-pCt.-aRrek van de salarissen onbillijk, waardoor practisch twee maal het weduwenpcaisioen van het salaris wordt afgetrokken. Hij dient daarom de voe gende molie in: De Kamer, van oordeel, dat de 5-ptLt.- korting op den bijslag voor militairen, welke was toegekend ter gelijkstelling van burger lijke en militaire salarissen, ten onrechte is geschied; geeil den Minister in overweging bedoel den bijslag alsnog onverminderd in de salaris sen op te nemen en daarna op de salarissen der militairen de kortingen toe te possen, die ook op de salarissen va» de burgerlijke ambtenaren mochten worden toegepast. De beer OÜD (V, D.) merkt op, dat do heer I>uys sprekers taak heeft ovei geno men, waar spr. reeds Dinsdag het voor nomen hoeft te kennen gegeven, een motio over den fi-pCt.-aftrek to zullen indienen en handhaaft zijn standpunt iDzake de af vloeiing der onderofficieren. Voorts gaat hij volkomen mee met c9c motie-Boon, maar -aangezien daarbij ont- okt, dat de gelegenheid moet wonden opengesteld tot vrijwillige afvloeiing, dient spr. een motie in, waarbij^do Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat gedurende 1923 de vrijwillige afvloeiing moet werden toegepast. De heer DRESSELHUYS (V.-B.) be treurt de gedaanteverwisseling van den Minister en acht het niet juist, dat deze thans bezuiniging heeft verkregen en later met oen suppletoir© bcgrooting zal komen. Thans worden onvoldoende gelden aan gevraagd voor de opleiding. Spr. houdt vast aan do verklaring van den Minister, dat liet leger geen waarde Eecft zondor voldoende arlilleriebewapc- ning. Hij herinnert er aan, dat de ov(ftwmst, welko in den mobilisatietijd is gevormd, met den dag in waarde teruggaat, zoodat wij, als er nog eens oorlog mocht komen, geen voldoend geoefen-cï kader zullen heb ben. Waar staan op dc bcgrooting de gel den voor de proefnemingen met geschut uitgetrokken! Spr. kan zich met de plannen va» den Minister, *zooalsdeze zich nu heeft uitge laten, absoluut niet vereenigen. De Mi- nieter dient met ons mode to werken, 0111 e- 1 uitrusting van ons leger to krijgen binnen do grenzen van het economisch- mogelijke en dat wordt bereikt dbor aan neming van sprekers motie. Daarna verdedigt spr. het nieuwe re glement voor de krijgstucht. De beer DUYS (S.-D.): Wc hadden nooit gedacht, dat de Minister zoo gek zou zijn, de voorstallen van de commissie over to nemen. De lieer DRESSELHUYS merkt op, dut dit reglement niets anders is dan een for- muieeren van hetgeen in den loop der ja ren door do jurisprudentie is komen vast# te staan. Hij meent, dat art, 17 geen be voegdheid geeft, om het lidmaatschap van vskvereenigingen te verbieden. Eeln Mi nister, die zoo iots zou toelaten, eou wel degelijk door d)e Staten-Generaal ter ver antwoording worden geroepen. Ten einde allo misverstand weg te no men, geeft spr. den Minister in overwe ging zijn toezegging gestand te doen door waarborgen te schoppen, dat dit ariikel niet tot misbruiken zal leiden. Do heer MARCHANT (V.-D.) meent, dat er een tegenstelling bestaat tusschen <Je redevoeringen van den heer Oolijn. De heer DÜYMAER YAN TWIST (A.- R.) brengt hulde aan de rede van mevrouw Bronsveld. Wat betreft de opmerkingen yan don heer Van Zadelheff ever -het goede optre den van de sociaal-democraten in liet bui tenland, herinnert spr. aan een molie, in 1920 van socialistische z tfc ir. de Belgische Kamer ingediend, waarbij deze uitsprak, dat nationale verdediging n<x>dig is. Ver der naar de redely an Branting bij de aan vaarding van het presidentschap, waarin ook werd gezegd, dat niet ontwapend kan worden, zoolang er nog.^geen internatio nale ontwapening is. De lieer VAN ZADELHOFF (S.-D.) komt op tegen de>ze opmerkingen on meent, dat liet nieuwe reglement op rile krijgstucht ?fc laatste greintje sympathie, dat nog vcor ons leger bestaat, wegneemt. De heer DECKERS (R.-K.) is volkomen gerust over de toepassing van het regle ment voor de krijgstucht. Hij is tegen do motie-Boon-en ook togen de motie-Oud en zou het op prijs stellen, wanneer de Mi nister het mogelijk zou maken, dat de Vrij willige afvloeiing gedurende minstens 4 maanden mogelijk wordt gemaakt. Voorts zou spr. die 4 maanden de gedwo.igen af vloeiing willen beperken tot hen, die aan spraak kunnen maken op pensioen en in do tweede plaats tot hen, die volgens de rangschikkingsrege 1 ing in klasse c waren geplaatst cn op wW behoud this het- minst wordt nriisg-esteld. Spr. dient in dezen zin een motie in. Do heer BOON (V.-B.) verdedigt nader zijn motfe.. De lieer COLIJN (A.-R.) heeft geduld totdat de financieele toestand weer beter is geworden en is overtuigd, dat Tie Mi nister cDan ook van meening zal zijn, dat niet moet worden bezuinigd op het opera tief orgaan, maar op do Jiniën en stellin gen. In rijn redevoeringen is alles essentieel volkomen aan elkaar gelijk. Minister HEEMSKERK komt op tegen de opvatting, als zou het veruod voor militairen om vergaderingen le be zoeken in strijd zijn met art. 9 der Grond wet, aangezien het alleen slaat op ver eenigingen eoi vergaderingen, in strijd met de krijgstucht. De vrees, dat het artikel ook het lidmaatschap van de S. D. A. P. zou verbieden, deelt hij niet. Het is geens zins iD strijd met het algemeen recht der ingezetenen tot vereenigen en vergaderen. Niet de Minister van Oorlog bepaalt de straffe» op overtreding van het reglement op de krijgstucht, maar Krijgsraden en Moog Militair Gerechtshof. Minister VAN DIJK ontraadt zeer ernstig aanneming van do motie-Ter Laan, om artt. 17 tot 20 uit liet reglement voor de krijgstucht te schrappen. De motie-Duys, om den aftrek' van den 5 pÖt. bijslag nog eens in overweging le nemen, wijst spr. ten ecneamale af. Wat ■het geschut betreft wordt een onderzoek ingesteld naar het type, dat zal worden aangeschaft en hierop zal.niet direct kun nen worden beslist, zoodat de gelden niet eerder dan over een jaar of drie behoeven te worden aangevraagd. De motie-Oud, om in 1923 vrijwillige af vloeiing toe te passen, ontraadt spr. ton ernstigste met hot oog op do gr00te kosten. RECLAME. met nieuwe rozijntjes en amandelen, 20 cent per pakje. 8739 (Van onzen Parij sob en Ocrrospo attent). (Nadruk verboden). Parijs, 10 December. Een merkwaardig prooes heeft de Parij- sohe toon eel-wereld op stelten gezel. Maar laat ik bij hot begin beginnen. In 1919 ik zet do f ei ben kotrtelijk uit een, op den voet do over wegingen" vol gend van het vonnis door do dorde Kamer der Pairijscho rechtbank 2i7 November j.l. uitgesproken ontving Lugne-Poc, do di recteur van het théatre- de 1'Oeuwc, be zoek van een jong auteur, hem aanbevolen door don heer Tin f fier, eociét-airo van do Camédiio Francaise. De bezoeker heetfco eigenlijk BeRembaire, doch noemde zicli in do Fransohe artisten-kringon is het oén ingeburgerd gebruik zich een pseudoniem te kiozoii, dat don familienaam geheel ver dringt noemde ziohJoan Sar ment. Hij was toen 20 jaar on hij bracht den heer Liigmé-Poc een tooaieeüstusk„La Coivron- ne do Carton". Poë las het stuif, orkeiwle er in een veel belovend talent en engageerde mot hot., stuk don schrijver, die aangeboden had zalf de hoofdrol er in to vertolken. Het succes liet te wenschon ovot. .Doch oen jaar latar kwam do schrijver met een tweede drama: ,,Le Pecheur d'Onrbres", dal voor het 'Maison do l'Oeuvro een waar kasstuk werd. Het trok vollo zalen, vele maanden achtereen, en het vond ook spoe dig zijn weg naar het buitenland. In Ne derland werd het aongekookt door dr. Willem Royaards, die het tot heden echter nog niet voor het voetlicht bracht. Evenals in zijn eerste stuk speelde Sor- menit ook in „La Pecheur d'Ombres". Tus schen de opvoeringen door trad hij op in andere werken van het^repertodire van hot gezelschapStrindberg, Tbsod, enz. En dat eteeds, niettcgefLstaaTKk zijn jeugdigen leeftijd, met een opmerkelijk talent. Hij mocht zeggen, dat hij als acteur zoowol als auteur de voornaamste, aantrekkelijkheid vormde van het intieme schouwburgje aan de puc de Oliahy. Sar ment achtte zich ge zult. het be grijpen een gelukkig man. Hij kon zijn geluk niet op. En hij had voor Lugné-Poë, den man ddo hem de gelegenheid geschon ken bad zijn gaven to ontplooien, een tee- dcre erkentelijkheid, een gevoel als een kind heeft voor zijn vader. Op een dag, in de koortsrc«3 van een welgeslaagde repetitie, zei Poe tot Sar- ment „Het is niet voldoende een groot en be kend man te zijn, men moet ook partij we ten te trekken van*zijn kunst. Jij hebt een manager"/ noodig. Teekcn dus dezo for mule, die me in staat zal stellen op te ko men voor je rechten on belangen. Ik heb je zooveel geld laten verdienen, dat je niet meer weet wat er mee aan te vangen Daarbij legde li ij zijn jeugdigen vriend een brief voor, dien deze onde^teekendo zonder hem zelfs te willen lezen. In dien brief erkende Sarment, dat „Le Pecheur d'Ombres" het uitsluitend eigen dom was van 't Maison de l'Oeuvre. „Slechts behoud ik mij het recht voor" zoo heette het 5,mijn rol in dit stuk te spelen, tegen eeen honorarium, dat niet minder zal mogen bedragpn dan 200 francs per voorstelling". Wanneer dit onmogelijk was, wegens ziekte of dcor optreden elders zou de heer Lugné-Poë vrij zijn te hande len op de beste wijze voor beider belangen. Het stuk werd een groot aantal malen opgevoerd, doch Jean Sarment ontving nimmer de 200 frs. per voorstelling, welke hcqn toekwamen. Lugnc-Poë zei, dat de za ken slecht gingen, dat do opvoeringen veel te zwaar belast waren met zulk een bedrag dat hij misschien later wat meer zou kun nen doen voor zijn jongen vriend, doch dat deze zich voorJoopig moest tevreden stellen met het slaris, dat hij tot- dusver Iiad ge toucheerd J000 francs per maand, 33 francs por clag. Do jonge vriend, nog immer vervul^ van erkentelijkheid en respect voor zijn vader lijken beschermer, dorst niet neen to zog- j gen en beging aJzAo (zakelijk gesproken) een tweede grooto domheid. Had hij reser ves gemaakt, dan had hij, anderhalf jaar later toen Lugtió-Poë do ongelooflijke bru taliteit had hem te vervolgen omdat hij zijn stuk: „Le Pecheur d'Ombres" („zijn" d. w. z. van Lugné-Poë) had op gevoerd in Luxemburg, kunnen tegenwer pen „door het in gebreke blijven van mijn directeur cm mij het gestipuleerd honora rium uit t© betalen heeft hij, Lugné-Poë, zelf do overeenkomst verbroken". De koop kwam t© vervallen doordat de koopsom niet word betaald. Doch in do argloosihcdd zijns harten stemde Sament er mode in, voorloopig slechts 33 fianea per stuk en per dag voor zijn stuk en zijn spel beid© te verkrijgen dus 1>1 oven de aanspraken van Lugné-Poë op het stuk onverminderd. Maar daarmee was de dircoteur van het Maison de l'Oeuvre nog niet tevreden. Er viel nog meer tc halen uit dit ontluikend© talent. Sarment had niettegenstaande al les nog zijn auteursrechten en ook daar over Jlieendo dc heer Lugné-Poë te moe ten waken. Hij stelde zijn besohermeüng voor: dal hij voortaan de auteursrechten met hem zou deelen. Ook dit nam Sar ment aan hij zat nu eenmaal in het. schuitje cn gaf -daartoe cfe dnodige in structies aan zijn kassier van dc Société des Auteurs. Weer gingen eenigo maanden voor bij. Do nobele, onbaatzuchtig© directeur, dc vaderlijk© beschermer, betaalde IOOO francs per maand voor stuk en spel, het geen hem in staat stelde om eiken avond ongeveer G00 700 .francs aan recette te maken en kwam bovendien weer aan het eind van d© maand in het bezit van zijn 1090 francs, doordat de hem toekomende helft der auteursrechten gewoonlijk dat bedrag juist een weinig t© boven gingen. N iet waar, dat is zaken doen! En geen haan zou er naar gekraaid heb ben, had niet, eenigen tijd later, weer een nieuwe chantagepoging van den vraatzuch- tigen Maecenas do droppel gevormd welke dit onwelriekend vaatje deed overloopen. Op een avond vereoheen Lugné-Poë op nieuw roet een lang gezicht bij zijn jongen vriend. Dc zaken gaan hoe langor hoe slech ter, zoi hij. Mijn stade, of loten wc zeggen ons stuk trekt geen publick meer. Ik bon van plan nog 115 voorstellingen or van te gevan, doch zou jo dan moeten vragen daarvoor geheel afstond te doen van jo au toursreoh ten. Dit werd Saament te baa-. Hij had zijn directeur al eenigen tijd in de kaart gezien, doch hij had heb laten loepen uit ridder lijkheid en edelmoodigheid. Hij had niet- tegeaistaaoid© alles zooveel aan dien man te danken; zij hadden gelukkige dagen ge kend zij waren zulko voortreffelijke ka meraden geweest, niettegenstaande do bijna veertig jaren verschil in leeftijd. Hij bad .berust in alles. Als men hem maar werken liot en het suocos liot, het applaus en do vreugd© van op to broden in zijn stuk. Hij was jong on voor zijn lóvons- ondc<pbottd had hij piet veel noodig. Met ©en nobel gebaar had hij den andetr steeds het gold toegeschoven. Doch deze nieuwe afpersing vond hij to bar. Hij brak met Lugné-Poë on hij ver- clweetn. Men zag hem in de ruo d© Olichy niet meer tarug. En op een gorden dag las men in de ooiur-ant, dot de jongen op tour- née was in Luxemburg, waar bij „Le Pecjicur d'Ombres'epecldc. Toen deed de directeur van l'Oeuvre iets wat hij als intelligent zakenman niet had beboeren to doen doch een in ziju plan nen gedwarsboomd afdreigev ia niet altijd rodelijk hij liep naar don rechter cn eisohto schadevergoeding van Sarment, omdat dezo, zonder zijn toestemming, ziju (Poë's) toaneelstuk in Luxemburg had ver toond. En 3 y a des. jugee ii Padis boven allo verwachting stolde de rechter hem in het gelijk. Het vonnis is een verrukkelijk specimen van juridische logica. Geen speld is er tusschen to wringen Sarment heeft (21 Maart 1921) met Lugné-Poë leen overeenkomst aangegaan, waarbij hij dozan 't eigendom afstond van zijn stuk. Het is waarop voorwaarde, dat hij-zelf do hoofdrnS ér in zou spelen en dat bij 200 frs. per avond zou toucheeren. Deze voorwaard© echter is door hemzelf teniet gedaan, daar hij toch sindsdien genoegen nam met een aanzienlijk klcimer bedrag, daarvoor kwitanties teokende, enz. Boven dien, alvorens boos weg te loepen en elders te gaan spelen heeft hij zijn directeur niet in gebreke gesteld. Rij had hem moeten in de gelegenheid stellen (sic) de overcero komst na to- komen. Hij had hem (n^ deurwaarder en met getuigen) moeten aanzeggenbetaal inij en laat mij spelen anders constateer ik, dat ge onze overeen' kornet- verbreekt eu herneem ik dus ook weer mijn vrijheid. Dan misschien (het schijnt nog niob eens vast to staan) had hij het in oen onbedacht oogenbhk weggeschonken eigendomsrecht van rijn stuk terug kuifhen krijgen. Doch waar hij clat niet deed, en alleen maar nijdig weg liep Overwegende zegt het vonnis o. a. dat niemand zichzelf recht kan doen (en dat is maar goed ook, want waarvan zou den andere de rechters, de advocaten, de griffiers en deurwaarders moeten leven?) overwegende enz., enz., enz. stolt vast, dat het stuk „Lc Pecheur d'Ombres" het eigendom is-van 't. Maison do l'Oeuvre op de voorwaarden der over eenkomst van 2 Maart 1921, stelt vaet, dat Lugné-Poë liet recht heeft zich te verzetten tegen allo opvoeringen, tot stand gekomen in strijd rnet gen oom do overeenkomst, veroordeelt Sarment te betalen aan Lugné-Poë een bodrog van 1000 francs voor do tot heden berokkende schade, stelt vast, clat Sarmo-nt zV hebben te be^ talen een bedrag van honderd francs voor elke inbrenk in de toekcSnst te constate©; ren, gedurende tien opvoeringen, welke termijn verstreken zijnde nader recht za) worden gedaan, P verklaart Sarment niet «rakelijk i|y zijn tegen-eiseh, ri en veroordeelt hero tot alle toeten. Gelukkig is het hierbij niet geblevenDifi typisch geval van recht, dat- geen gerech tigheid is (summum jus, summa injuria, zeiden do Romeinen, W hoogste recht is heb hoogste onrecht en dit. is nog maar. al te waar) heeft een st-orm van voront-- waardiging doen gaan door do kringen van alle® wat zich voor too^cel en tooneelkunst interesseert. Henry Bernstein ©n André Aintoine o. a, namen het openlijk op voor hun collega, die het slachtoffer werd van zijn jeugdig idealisme. Do Union deö Artistes en de Soci&to des Auteurs sprin gen voor Sarment in de bres. Hij za) al thans dc vrije beschikking over zijn stuk wel terugkrijgen. Maar dan blijft toch het feit, dat h&t mogelijk was voor een jong artist, zioh zoo te doen uitzuigen door iemand, die tot dus verre den naam had een onzer weinige sympathieke, proper© toon e el directeuren te ziju, een kunstenaar kunstbesobermoff, een bcvorrcUoraar van frk-oho, oorspronke lijke talenten. En dan blijft toch de l^rdë levensles ontvangen door een onstuimig, enthousiast godenkind, dat zichzelf gaf. edelmoedig,- en dat d© dupe werd van zijn vertrouwen. Het .avontuur heeft blijkbaar aan het Maison de 1'Oeuvre meer nadeel gedaan don het zou gehad hebben indien Lugnó» Poë zich niet had verzet tegen het terug nomen van het stuk door Sarment. AM«h keert zich ten slotte tot een aanbeveling voor dezen laatste en tot een reclame voor 't stuk, dat Gemier in het Odéon gaat op voeren zoodra het vrii zal zijn. Niettegenstaande de stamr© formule» aanbidding der rechters, wordt er todK nog Recht gedaan in Parijs. LEO FAUST. Een en houdbare toestand. Een aboimé wijst op een oriboudbarea stand hi hot midden der stad. Hot betreft name lijk de „Keimewegsleeg" (verbinding tuawohart Haarlemmerstraat en Apothekersdijk), 1 ifotar breed, door velen herdoopt als „Bonler***! da Kerraeweg". In genoemd steegje of pomtfje .staan twee urinoirs, waarvan hinderlijk veel gébruik gemaakt wordt. Dc lucht in die oir\re-* ving is daardoor zoo onhoudbaar, da* men, nooit ramen open kan zetten. Daarbij komt nosf hot hinderlijk gehol van -de jeugd door £ft"e poort, muren en ramen bovcomdien bon dwrtfoe-c, rendo, zoodot de bewoners 'ni en too dfet de boel afgebroken wordt. Klachten bij B. on -hebban tot dusver absoluut niet geholpen. Ia- zonder dringt er alsnog op aan, dat bedoeld© stoög zal worden afgesloten. A. dc B., tc L Lcdden, Leiderdorp, Ha-t aerawoude, Wadulingsvecn, Gouda, Haastrecht, Vlist, SchcoilhoveQ, Nicuwpoort, Goudriaan, SLingcland, G»orinahem, Woudrichem, Alm- koiik, Daaecu, K«Maen*3V©er, Gecrlruidenlierg, Oesku^hcut, Teteringion, Breda, 92.9 K.M. Over Rottendam, Moerdijk is 78.2 K.M. Mej. do L te L. Recht hebt u cr niet op, idodi het is wel billijk, dat men u iets ver goedt. P., tc K. Ja. Mej. S., tc L. Mevrouw kan het weige ren. MlsscLicn is er nog wel oen schikking! mogelijk. Bespreek het nog ecna Do V., te L. Als uw /zuster met van hem wil scheiden, is er niets aan tc doen. J. V., tc L. Als een gevonden voor werp, waarvan men aangifte heeft gedaan bij de politie, na^drie jaar niet is opgc* vraagd cn de eigenaar er van onbeken is gebleven, mag xrw het als eigendom t>e" schouwen. Mej. B., te L. Dc laatste uitvoering van de tooneelvereeuiging „Nut en Ver maak" had plaats 14 November van d»« jaar, de voorlaatste in April 1922 en Februari a. s. zal een bal-masqué vror gegeven. H. .T. M. P., te L. De oppervakte van Nederland is 596.5 vierkante geogr- waarbij de Zuiderzee, do Wadden en Nederlandscb gedeelte van den °voj., niet in rekening zijn gebracht. De king bedroeg Op 31 Dec.. .1919 6,831. --

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 10