ST.-NICOLAAS-CADEAUX.
|De Man met den Zwarten Baaiu.
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 4 December.
Tweede Blad. Anno 1922
BINNENLAND.
M.V. Galanterieënhandei v. h. J. J. POLLMANN
UW ADRES.
FEUILLETON.
N0. 19249a
y er richt, doch riet langer dan 48 t)Br fNff
week.
Voor confectiezaken is bepaald, dat cou
peurs des Zaterdagsmiddags gelegenheid
verkrijgen hun diensten to bewijzen, waax
juist ue kleedingverkoop in verschillende
plaatsen op Zaterdag drukker is dun op
andere dagen dbr week, echter, dat ie
Zaterdag tusschen 1 en G uur n.m. in een
kleermakers werkplaats arbeid verricht, in
die week ton minste op één werkdag na
1 uur n.m. of wel vóór Maandagmiddag
halfeen geen arbeid mag verrichten. Do
tot dusverre gevolgde practijk om krach
tens artikel 28 der Arbeidswet 1Ö19 toe te
staan, dat in maat-eonfecticzaken do cou
peurs op één van do drie Zaterdagen aan
wezig waren, is niet doelmatig gebleken.
Wanneer op Zaterdag gelegenheid wordt
gegeven om kleeding te doen aanmeten of
te passen, is daarvan het natuurlijk ge
volg, dlit &eer velen juist dien middag
hiervoor uitkiezen. Dientengevolge staat
men voor de iceus van eon volstrekt verbod
of van volledige gelegenheid to werken.
Een volstrekt verbod druischb to zeer in
tegen de belangen van oen groot deel van
het publiek, dat alleen op Zaterdag gele
genheid heeft voor zulke inkoopon en be
stellingen.
Een man in een kleermnkerswerkplaata
mag de eerste vijf werkdagen per week
tussohen G on 8 uur n.m. moatnemen en
paseen en ook andere coupeurs werkzaam
heden verrichten, mits zoodanige werk
zaamheden daar niet des Zaterdagsmiddags
na 1 uur worden verricht. Deze bepaling
is opgenomen met het oog op de in som
mige streken des lands gebruikelijke ge
woonte dhr bevolking om na afloop der
gewon© dagtaak kleoding-inkoopen te doen
cn daartoe nimmer den vrijen Zaterdag-
d am id dag te bezigen. Met h«q; oog hierop
fs do toegelaten avondaifoeid' voor cou-x
peurs alleen tot do eerste 5 werkdagen
beperkt gelaten.
0. M. de Koningin heeft do thans
ook itloor de Eerste Kamer aangenomen
wetsvoorstellen tot Grondwetsherziening be
krachtigd.
Blijkens het voerlocpig verslag van de
Tweede Kamer over het wetsontwerp tot
vaststelling van de begrooting van uitga
ven ten behoeve van de voltooiing van heö
vestin^stdsel, dienst 1923, werd hg het
afdeolingsomdcrzoek van verschillende zij
den de aandacht gevestigd op hetgeen bij de
algemeene beschouwingen over de Staats-
begrooting door het Kamerlid ÏL Colrjh ten
aanzien van het vestingstelsel is gezegd.
'Men verklaarde het op prijs te zullen stellen,
indien do Minister in zijn beantwoording van.'
dit verslag oen uiteenzetting van de te dezer
zake door hem gehuldigde opvatting aan
dö Kamer zou willen gav&L Sommige leden
gaven als hun meening te koenen, dat de
voltooiing van hot vestingstelsel onverwijld
behoort te worden gestaakt on de bestaande
werden dienen te worden geslecht Andere
leden bepaalden zich tot de verklaring, daü
zij het niet doelmatig achtten than3 uitga
ven te doen voor nieuwe werken. Ver
scheidene ïodflö zouden zich echter met ernsfl
wenschon te verzotten tegen eaa afschaffing
als do bedoelde.
Do Minister van Arbeid heeft, be
schikkend© op oen gemeenschappelijk ver
zoek van het Verbond van Vcreenigingea
vaai Sigaren aibrikamben. in Nederland, de
Nod. R.-K. Vereemiging van Sigarenfabri
kanten, dc Vereeniging van R.-K. Sigaren
fabrikanten Eindhoven, do Voreeniging
vam R.-K Sigarenfabrikanten De Kempen,
de Voreeniging van R.-K. Sigarenfabrikan
ten Vailkenswaard, den Nod. Sigarenman
ftcbnische herziening Lager-Onderwys-wet.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
jjet wetsontwerp tot wijziging der Lager-
Ondcrwijs-wet 1920.
D9 Minister kan zich niet scharen aan de
I jp) van sommige leden, die blijkens het
voorlopig verslag betreffende het ontwerp
tot wijziging dor Lager-Ondorwijs-wet van
ooildoel zijn, dat do toestand van 's lands fi
nanciën niet mag leiden tot bezuiniging op.
di) uitgaven voor het onderwijs.
Hij kan echter mededeelen, dat het g-odieel-
I tcUjk te gemcét komen aan bezwaren, tegen
|j0| aanhangige wijzigingsontweap ingebracht
het geschatte bedrag van de bezuinigiDg op
bet lager onderwijs zal verminderen al is
daar togen zooveel mogelijk door het aanbren
gen van andiere wijzigingen gewaakt.
In hot denkbeeld om do voorgestelde be-
piniiging als overgangsmaatregel voor moei
lijker tijden in to voeren kan niet wonden
getreden, omdat niemand daarvoor een ter
mijn zou kunnen bepalen en omdat altijd de
mogelijkheid open blijft om hij gunstiger om-
ptandiigihoden op de thans aan te leggen be
perkingen terug te komen.
Dc meening dat do financieele gelijkstel
ling van het openbaar en het bijzonder on
derwijs bij de ondenvijspacificatie een ruil
object zou zijn jeiweest,- om aanmerkelijke
ranbetering van het onderwijs als het ware
I jf tc dwingen, acht do Minister ten ecnen-
I male onjuist.
Dc pacificatie berust onkel op recktsgron-
I
Do Minister adlit reactie tegen do pacifi-
I fcatie ontoelaatbaar. Dit neemt evenwel niet
I weg dat indien, zooals thans, de financieele
I toestand des lands bezuiniging en versobering
I op elk gebied van overheiddbemoeiin t tot
I cisdh van dringende noodzakelijkheid heeft
I gemaakt, de rege-arirug niet mag aarzelen om
I met eerbiediging van de in 1920 verkregen.
I brroddging en binnen het raam van de daar-
I tp gevestigde financieele gelijkstelling, maat-
I regelen voor te stellen om te komen tot be-
I perking ran de uitgaven voor- het lager on-
I oerwijs over de géhcele larie. Dit en dit al-
lleen is de strekking van het onderhavige
vetsontweip.
Verwezenlijking van de hoofdgedachte van
liet z.g. „Gewijzigd Unie-rapport'', voor.zoo-
I veel de financieele regeling betreft, zou dan
[tok oen principieel© herziening eosohen der
I op dit stuk vigeer en de bepalingen der wet op
ILot lager-ondorwijs. Een dermate ingrijpende
1 wijziging past echter niet in het bestek yan
het onderwerp cl ijk wetsvoorstel
De Minister is het niet "eens met de leden,
I te van oordeel zijn, (kit de Onderwijsraad
I .rel zou kunnen worden gemist.
Wel kan hij iets gevoelen voor de opvatting
lom de taak van dat college meer te bepor-
I kon tot principieel© kwesties en het dus niet
I tc betrekken in zuiver administratievo bc-
|^lipsingen>
Een algemeene herziening van de ondcr-
Irijzarssala rissen ligt ap het oogenblik niet in
t voornemen der Regeering, maar wijziging
I bt opheffing van eenige onregelmatigheden
wond-t overwogen.
Het behoeft wel geen betoog, dat de mees-
I ten dor door het wetsontwerp te verkrijgen
IbizuJinigingen niet vooraf met voldoende
I ruuwkeuirigheid in cijfers zijn uit tc dpCflckcn.
Het best is nog te benaderen dc besparing,
l'jie verlmfegen zal worden door de inkrimping
I van hot aantal salarissen, da© ten laste van
Ik Rijk komen. In de Memorie van Tocülich-
1 ting is die b^mring op den duur op 15l/a
ImilUoon r.-ehat. Het i3 echter waarrséhijn-
I lijk, dat deze som - tengevolge van dc thans
I Toongestelde veranderingen niet volledig zal
Iborden boreikt.
'Bij do p-':kclcn deelt de Minister mode,
dat hij meent niet te moeten medewerken tot
uitbreilcSing van het aantal vakken op de la
gere school.
Van hem is ook niet hét voorstel te ver
wachten tot wederinvoering van het Fransch
in de leerjaren .beneden het zevende jaar.
Bezwaarlijk kan de Minister thans tot
terugneming van de leerverplichting voor het
zevende leerjaar overgaan. Ten Hoogste zou
te overwegen zijn, of de financieele omstan
digheden moeten leiden tot op9ohorting van
öLo verplichting en wol tot 1 Januari 1925 in
aansluiting aan het bepaalde in art. 203 der
--rwljöwet.
Hot schrapp. van art. 8 dor Lager-Onder-
wijs-wot betcekent niet het ongedaan maken
van de op een maximum-aantal van 40 leer
lingen tot stand gekomen reorganisatie van
scholen, dfie vroeger voor een grooter aantal
teerlingen bestemd .ren. Alleen wordt Kans
de gelegenheid geopend om desgewenscht
scholen voort te zet te a of in te richten voor
meer dan 400 leerlingen. De Rageering be
schikt echter niet over eenig rechtsmiddel
om, in afwachting van het tot stand komen
van dit wetsontwerp dc op de thans nog vfi-
geere ride wot gebaseerde reorganisatie te
verhinderen.
Do ervaring met do oudercomniiasdën is
nog tc krjirt, dan dSat de wenschelijkihei'd van
do wetswijziging reeds gebleken zou zijn.
De voorgestelde inkrimping van het onder
wijzend personeel berustte op bezuinigings-
ovorweiging-en. Do Minister heeft gemeend te
moe-ten zwichten voor den aandrang, om deze
gevallen zooveel mogelijk to boperken. Mits
dien ia thans een nieuwe schaal ontworpen,
waarbij voor de eolilolen voor gewoon lager
onderwijs db volgende cijfers zijn verkregen
Aantal leerkrachten.
Aantal leerlingen Hoofd. Bijstand. Totaal.
t.m. 32
1
1
33
72
1
1
2
73
116
1
2
3
117
160
1
3
4
161
210
1
4
5
211
260
1
5
6
261
315
1
6
7
316
370
1
7
8
371
425
1
8
9
426
480
1
9
10
Volgens deze schaal bsklraagt de opklim
ming van het getal leoillingen voor de eerste
tot de tweede categorie 40, naar ©lk van do
beido volgende categoriën 44, naar do bcido
daarop volgende categoriën elk 50 en voor
de Volgende catogoriën bdbooTcnde tot scho
len met ten minste 7 leerkrachten telkens
55 leerlingen.
Do Minister meent ten deze niet verder te
mogen gaan, omdat do besparing dan te ge
ring zou worden.
Voor de u. 1. scholen is ee>n kleine wijziging
aangebracht, waardoor een meer regelmatige
opklimming van het aantal leerlingen wordt
verkregen.
Voor deze scholen wordt nu de volgende
schaal voorgesteld
Aantal leerkrachten.
Aantal leerlingen. Hoofd. Bijstand. Totaal,
tan. 23 1 - 1
24 46 1 1 2
47 83 l 2 3
84 120 1 3 '4
121 150 14 5
151 180 15 0
181 210 10 7
And-are stelsels voor de bepaling van het
minimum-aantaJl leefkrachten passen niet in
het kadter van de onder werpelijko herziening
(kir wet.
JËtet uitgebreid lager onderwijs is in het 4e
lid van art. 3 der wet reeds zolÊsfcamdig geor
ganiseerd.
De Minister is bereid, over de vraag, of
cr reden is, de regeling van de uitbetaling
van het salaris bij verlof wegens milifaüren
dienst to wijzigen, met zijn ambtgenoot; van
oorlog overleg te plegen.
"Waar de Regeering zioli op bet standpunt
stelt, dat voor de onderwijzers geen andere
wachtgeldregeling behoort fe gelden dan voor
de Rijksambtenaren, is de Minister van mee
rling, dat de togen het invoeren van die rege
ling aangevende bezwaren niet gegrond zijn.
Het gevon van verder gaande wettelijke
voorschriften, om tot vermindering van het
aantal wachtgelders to komen, moet, naar
het den Minister voorkomt, op practisclic be
zwaren afstuiten.
Het bepaalde in het 8ste lid van artikel 51,
onder b, is in overeenstemming gebracht met
art. 9 van het K. B. van 3 Augustus 1922, zoo
dat de schorsing yan wachtgeld tijdens hu
welijk slechts zal worden toegepast op de on
derwijzeressen, die in het huwelijk traden op
don dag, waarop het wachtgeld ingaat of
•'aarna.
Voorts is het 2e lid van art. 57 aangevuld
met een bepaling togen de z.g.m schiin u. 1.
scholen.
Het nut van hot vervolgonderwijs is niet
geëvenredigd aan de kosten daarvan. Boven
dien voorziet het vervolgonderwijs niet meer
in een behosfte, zoonis voorheen het. lieriha-
li ngsonderwijs. Ondor do gegeven omstandig
heden acht de Rogeering het onverantwoor
delijk om voor het vervolgonderwijs de Rijks-
vorgoeding te bestendigen, en wordt mitsdien
voorgesteld art. Cl der Lager-Onderwijs-wet
te doen vervallen. Een overgangsbepaling ga
randeert. nog de Rijksvergoeding voor de cur
sussen, waairbij het in-werking-treden dezer
wet vervolgonderwijs wordt gegeven.
Erkend moot worden, dat de wettelijke re-
gêll. betreffende de schoolgeldheffing tot
velerlei kritiek aanleiding heeft gegeven. Do
geuite wensdhen zijn echter zoo uiteenloopend
dat de Minister gemeend hoeft cr roorloopig
van moeten afzien wijzigingen vóór te stel
len, die kans hebbcD -1 gemeen? bevrediging
te - en schenken.
Daiair het wegens dc bijzondere omstandig
heden bij het buitengewoon lager onderwijs
al te belemmerend zou werken, indien (1e toe
passelijk verklaring van de wetsartikelen,
welke op hét schoolgeld betrekking hébben,
behouden bloef, verdient het aanbeveling
vocït dezen tak van het onderwijs de school-
géldheffing aan dc gewone regelen der Ge
meentewet on do te nemen maatregelen van
bestuur over te laten. In verband hiermede
is nog een verandering in het desbetreffend
artikel aangebracht.
Do bedenkingen, gerezen tegen de bij Nota
van Wijziging voorgestelde verzwaring van
de ©aseflien betreffende het aant-al leerlingen,
vereiseht voor de stichting cener bijzondere
school hebben den Minister bij nadere over
weging ertoe geübld, de wijziging van act. 73,
1© lid a der wet in hoofdzaak te beperken tot
het in liet oorspronkelijk wetsontwerp gedane
voorstel.
Er bestaat geen roden om dé. schoolbestu
ren dc bevoegdheid te ontnemen om het in
nen van het schoolgeld aan het gemeentebe--
stuur over te laten cn de inning uitsluitend
aan de schoolbesturen op tc dragen.
Ook de Minister is ©r van overtuigd, dat do
scholen, die naa-r haren aard in aanmerking
komen ojn onder het buitengewoon lager on
derwijs te worden gerangschikt, in moedlijfco
omstandigheden verkeeren. Hoezeer het hem
lood doet, de tot-stand-koming van de in uit
ziekt gestelde algemeene maatregelen van be
stuur nog niet tc kiénnen borordaren, kan cr
niet toe medewerken in de wet een termijn
vast te loggen, waarbinnen die maatregelen
moeten wiorden afgekondigd. Evenwel is hij
van oordeel, dat nog moot worden getracht,
voor zoover dit met do bezuinigingsmaatre
gelen mogelijk is, een voorziening te treffen
ten aanzien van het in-standdiouJden van
scholen voor doofstommen, sleelitlioorenden
on blinden.
Nu om financieele redenen het denkbeeld
móet worden prys gegeven van een spoedige
invoering van de nieuwe onderwijzersoplei
ding, is ook de aanleiding weggevallen om
wijziging te brengen in de arth 156, 163 cn
170 dor wet. Het daartoe strékkend voorstel
wordt dan ook teruggenomen.
Aan vermeerdering van het aantal vp4el-
dingsinrichlingen bestaat geen behoefte het
zou geldverspilling zijn, daartoe do gelegen
heid te openen.
Het komt den Minister wensehclijk voor,
dat van do thans aanhangige wetswijziging
gebruik wordt gemaakt om in de regeling
van de onderwijzers- en hoo-fdonderwijaers-
cxamens eenigo wijzigingen aan te brengen,
waarop herhaaldelijk is aangedrongen.
Het verdient aanbeveling, om het bij het
onderwijzersexamen geldende stelsel te ver
laten en den Minister vrij. te laten in de
samenstelling dor examencommissie.
Voorts is voor het hoofdonderwijzersexa
men aan to bevelen, dat het land, eveuals
•voor het onderwijzersexamen, wordt verié_éld
in kringen, zoodat de woonplaats van den
candidaat beslissend ia voor dé vraag, waar
-hij het examen zal afleggen.
Door deze wijzigingen zullen eveneens do
kosten van de mens dalen.-
^Véór-ontwcrp werktijdenbesluit.
Do Minister van Arbeid hoeft bij den Hoogen
Raad van Arboid aanhangig gemaakt een voor
ontwerp van eon werktijdenbesluit voor fabrie
ken en werkplaatsen.
Aan do taoliehting is ontleend:
Nu, ten gevolge van do herziening der Ar
beidswet 1919, de normale worktiji in fabriekon
of werkplaatsen is gesteld op 81/* uur por dag
on 48 uren por wocik, diont hot vigocrendo Werk
tijdenbesluit op Jal vaai plaatsen tc worden her
zien, om aan den nieuwen toestand aanpassing
te kunnen vindon. Waar voorts ter gclegonhcid
van de bewuste wetswijziging dc bewogingsvrij-
hoid welke artikel 25 bedoelt aan do industrie
te waaiborgan, eonigszins is verruimd, dienon
de op dit punt vroeger vastgestelde voorschrif
ten van hot Werktijdenbesluit ook daarmede in
overeenstemming te worden gebracht.
Een cn ander gaf aanleiding tot oen belang
rijko omwerking van sommige bepalingen; er is
echter naar geetreofd de techniek van het be
staande besluit zoovoel mogelijk intact 1c laten
en dezo slechts dan voor oon herziening in aan
merking to brengen, wanneer de practijk daar
van bezwaren had loeren kennen of herziening
ten gevolge van nieuw aangebrachte verande
ringen noodzakelijk bleek.
In art. 3 is onder d. een bepaling opgenomen
in verband met do eigenaardige bodrijfsbeboefte
voor inrichtingon, die in dc groote steden hier
te lande voorkomen cn waar raenjmgonoeg uit
sluitend ten behoovo van hotels, restaurants,
coöperatieve en centrale keukens zich onledig
lioudt met het schoonmaken of schillen van aard
appelen on groontcn. Des Zaterdags dienen in
deao inrichtingon ook dc bestellingen voor den
Zondag te worden uitgevoerd, zoodat liet onmo
gelijk is in dozo bedrijven oen vrijen Zaterdag
middag te handhaven. Inmiddels is in hot be
lang van hot botrotken personeel een vervan
gende vrije middag op eon der andore werk
dagen van do week of vrije Maandagochtend
voorgeschreven.
In de gemeenten Alkmaar, Axel. Gonomuiden,
Harderwijk, Helmond^ Hoorn, Lelden, Roer
mond, iSit'ard, Stavoron, Utrecht, Vonlo en
IJzondijko, alsmede te Heeronveen, mag oen
arbeider in fabrieken of werkplaatsen op Zater
dag tusschen 1 on 6 uur des nam. arbeid ver-
riobtcn, welke direot verhand houdt met dc op
die»n dag gehouden weekmarkt, onder voor
waarde, dat hij in do week, waarin hij arboid
vorridhit ap Zaterdag na 1 uur des nam., geen
arbeid verricht, hetzij op ton minste één anderen
werkdag na 1 uur nam., hetzij op Maandag vóór
121/* uur des nam.
-Voorts is er een nieuwe bepaling, dat
in eea huidenzouterij geclurcn.de ten hoog
ste 10 uur per dag en op Zaterdag tus
schen 1 cn 6 uur nam. arbeid mag worden
RECLAME.
9529
F.en avontuur van Ralph Smith, detective.
door
EDUARD H03EL.
(Nadruk verboden).
.'Jazij waren juist ontvangen, cn
I jtehts gedeeltelijk geboekt. Ik geloof niet,
|7' wij daar iets aan zullen hébben, want
|C; gemaskerd© zal eerst het goudgeld uit
laten, oil later,,, als do zaak weer eenigs-
l1;03 in het vergeetboek is geraakt, voor-
Mtcg de biljetten. Maar ik heb nu ge-
|lfcg gezien hier; ga je mee?"
1 hftc GTev<xr sboaid bij d© auto te waoh-
I Wij stapten in, en Mac Gr ever ging
l^i motor aanzetten. Terwijl wij dus nog
&til stonden, kreeg" ik hot gevoel, of
IjfQaiw) mij stimk aankeek. Ik onderzocht,
|^'c' dat zijn kon, en men mag er betee-
|h?nLs a^11 biechten of niet (Ralphs oordeel
|t d: ni©t durven vi-agen, uit vrees te
I "*u-n uitgelachen) hij, die mij daar
■l^kad stond aan te kijken, was iai het
li'1 ^an een vollen, zwarten
I *a r dj
tv
t.r'f'11 ^huis gekomen waren, was het
Téiii- deden, natuurlijk het me-
ht";n °n der zoeken. Het bevatte een por-
»aa een mooie, donkere, jong© vrouw,
vSrr p^^'^Holiek vóór zich eta-ronde.
'I zeide Ralph. „Het beturen van i
die foto zal ons niet veel wijzer maken
wij doen vee-1 beter, het "medaillon zelf ©ons
wat nauwkeuriger t© beschouwen."
Terwijl hij zoj sprak, had hij een ver
grootglas uit zijn zak gehaald, en begon hij
het gouden voorwerpje zeer zorgvuldig te
bekijken. Opeens scheen hij iets belangrijks
te ontdekken.
„Kijk eens hi©r, Eddie, hier staat een zoo
good als geheel afgesleten monogram. Kan
jij de letters er van lezen?".
Het was mij niet mogelijk te on der-
scheiden, welke letters het monogram
vormden; en eerst, toen er een sterkere
loupe bij was gehaald, kwam Ralph na
lang turen fer achter, wat et moest hebben,
gestaan.
„Ja, dat is het, goloof ik," sprak hij,
„ik weet niet beter, of het rijn d© let
ters J. C."
Ik kreeg plotseling ©en inval.
„Jim Claytonriep ik uit
„Inderdaad, Eddie, dat heb je aardig
gevonden! Ik geef nu toe, dat het er wer
kelijk op begint te gelijkendat Clayton
en de Bankroover één on dezelfde persoon
zijn Er blijven echter booh nog van «dio
dingen ov-or, die rnij niet bevallen, omdat
zij mij riog onverklaarbaar zijn; ik noemde
jo al, dat heb mij vreemd lijkt, dat Clay
ton ©enige dagen vóór d© Bankroof plaats
bad, verdween. Nu zou ik kunnen zeggen,
dat hij voorbereiding-en voor do „zaak"
moeat treffen in die dagen, dooli dat is
geen "juiste verklaring, mijns inziens. Ove
rigens heb ik nog een vermoeden maar
wat. is dat?" viel Smith zichzelf ia d©
rede.
Onder het spreken had hij den geheel-en
tijdtij-d het medaillon in cle banden gehou
den, ©n er gedachteloos me© gespeeld. Nu
was het plotseling opengesprongen, on
zagen wij niet het vrouwcpertrct, doch
een klein strookje papier; waarschijnlijk
bad Ralph gedurende het om en om
1 draaien van het medaillon op een v-erbor-
I gen veertje gedrukt.
Snel vouwde Smith het briefje open,
maai' ©enigszins teleurgesteld eolioof hij
het mij toe: want het bevatte blijkbaar
gehea naschrift.
Er stond
„4—16; 19118—9—221-6—5—3—16;
175112124 14—5—17—15—16; 7-5-
15—16—20; 20-3-8—14-1; 1-7-5-21—
18; 1-13-4—11—15"
en verder niets.
„Dat kan werk geven!" zei de Ralph, ©n,
voortvarend als altijd, wilde hij reeds da
delijk aan den arbeid gaan, om het cijfer
schrift op te lossen, toen hem riog iets to
binnen schoot.
„Eddie," sprak Irij, „wij zullen ©venals
de Scotland-Yarder# een advertentie in de
krant zetten, zij het dan ook andera ge
steld, ©n al verwacht ik meer van de onze.
Sohrijf jo ©ven op?" Eai hij dicteerde mij
„Gevonden in Oxfordsfcreet een gouden
medaillon, bevattend© een vrouweportret.
Tegen ad ver tont iekosten terug te beko
men bij Mr. E. Hobel, 391 Farringdou-
street."
„Ik zet jouw naam ©r bij," zeide hij, ,,in
plaats van d© mijne, om twee gegronde re
denen. Ten eerste zullen de Sootland-
Yarders niéb vermoeden, als zij ten
minste de advertentie lezen dat het
medaillon iets met den diefstal te maken
heeft. Do tweede reden is deze: de vriend,
wieri het aangaat, zal eer op het medaillon
afkomen, wanneer hij. zich bij een wille
keurig persoon, dan wanneer hij zich bij
eon detective heeft te vervoegen. Yerder
heb ik er bij laten schrijven „tegen adver-
tenti©kosten", niet om die paar onnoozelo
ohiillings, maar om do advertentie een on
schuldig karakter te doen dragen. En jo
begrijpt wel, dat „gevonden in Oxford-
etreet" don Bankroover zal doen denken,
dat hij zijn eigendom op straat, ©n niet in
de Baink, verloren heefib'; zotten wij „ge
vonden In de Bank," dan zou cr natuurlijk
niemand zijn, die aan het aas bijt. Wil je
nu ©ven naar een pa/ar kranten telefonee-
ren, om de advertentie te plaatsen? Ik
zou er zeer veel prijs op stellen, wanneer
zij nog tn do avondeditie zal komen te
etaan. Bobaal ©r desnoods wat meer voor,
maar cr is haast bij, willen wij sucoes heb
ben."
Ik deed, wat Ralph mij, had gevraagd,
en kreeg overal de verzekering, dat de ad
vertentie 's avonds nog zou worden opge
nomen.
„Laten wij nu voor vanavond de werk
zaamheden vaststellen, Eddie," zeide
Ralph, toen ik gereed was; „ik had ge
dacht, dat jij den man misschien komt
er wel een vrouw! te woord staat, ©n
hem ©enigen tijd aan den praat houdt
wellicht krijg jo het een of ander uit hem,
dat ons t© pas kan komen, opdat Mac Gr©-
vor, die hom natuurlijk open doet, in dien
tijd de auto vóór brengt. Dan volg je hem,
en ziet t© welen to komen, waar hij heen
gaat." Ik laat dat geheel aan j© eigen han
digheid over; ikzelf houd mij in dien tijd
bezig met het cijfersobrift, ik heb het origi
neel natuurlijk weer in het medaillon go=
daan. Hier heb jij ook een afschrift; geef
nu eerst Mac Grover zijn instructies, en
ga dan evenals ik trachten het geheim
schrift te ontcijferen,'!
Ik gaf Mac Grovor do noodige bevelen,
en oven later zaten Ralph ©n ik over een
stuk papier gebogen, om hot geheim uit
het medaillon te ontsluieren. En het was
lang geen gemakkelijk© taak; dat kan ik
verzekeren
HOOFDSTUK III.
Oe man met den baard.
Men begrijpt, dat wij, toen 's avonds do
kranten worden bhmengefbraoht, dadelijk
nagingon, of onze. advertentie was opgeno-»
men. Do meesto bladen haddeai haar ge
plaatst. Ralph wees mij met een ©enigszina
epcittenden glimlaoli do annonce van Scot
land-Yard.
„Wat zullen zij in spanning ritten!" was
bet ©enige, wat hij cr bij opmerkte.
„Wat denk je eigenlijk van de onze,
Ralph?" vroeg ik hem.
„Och, wat aal ik je er van zeggen? Wij
hebben veel kans, dat er ccn vriend van.
d©n Bankroover komt on die er in slaagt,
on© zijn epaor te doen verliezen; dat zou
de eerste maal niet zijn in zoo'n ge^al.
Maar de mogelijkheid blij fit natuurlijk be
staan, dab do misdadiger er in vliegt door
het onschuldig© voorkomen van onze ad
vertentie.. Lijkt die niet sprekend op een
van do vele, welke wij dagelijks onder;
„gevonden voorwerpen" lezen? Wie weet,
of het ons niet meeloopt, al mogen wij
nergeriS vast op rekenen 1"
„Wij zullen er het best© van hopen
„Zeker. Nu; ik ga naar beven, jij blijflj
dus hier. Succes, boorl"
„Dank je.'!
'T e, (Wordï yervolgdj,