STORMACHTIGE HOOGTEN.
No. 19224.
LEIDSOH DAGBLAD, Zaterdag 4 November.
Tweede Biad. Anno 1922
Memorie van antwoord
Sfaatsbegr@@tsng5 Hoofdstuk 8B
FEUILLETON
Aan de Memorie van Antwoord van den
van Binnenlandscho Zake aan de
Tweede Kamer op het voorloopig verslag
vaa Hoofdstuk I cbr Staatsbegroting is
jiefc volgende ontleend:
Luidens het betoog v^n verschillende le-
tV zouden de verkiezingen een onjuist
beeld hebben gegeven van den volkswil.
Ben pogiDg tot weerlegging van die uit-,
spraak moet van meet af met onvrucht
baarheid zijn geslagen, omdat do oevering
sleetts als axioma, niet als stelling kan
werden voorgedragen. Yoor cenig bewijs
Je -nt zij zich niet.
Zoolang zij, wien de uitslag der verkie
zingen heeft teleurgesteld en die daarom
geneigd zijn dien uitslag te wraken, ver
zuimen de middelen aan te .wijzen, om den
volkswil dichter te benaderen dan ons
stelsel van verkiezing vermag, missen zij
nu er zelfs geen volk achter de kiezers
meer bestaat, het recht tot een zoo boude
uitspraak als waarmede het voorteopte
verslag ogent.
In het nauwste verband daarmede staat
flo critiek, geoefend op de voorlichting,
we'ko den kiezers werd verstreM Dc anti-
■these zou verouderd zijn en als po ïtecke
scheidingslijn slechts kunstmatig in stand
gehouden worclen. Daarover valt. moeilijk
te twisten. Ieder, die ter stembus gaat,
heeft voor zichzelf ui'j te maken in hoe
verre hij meer of minder het oor wil leenen
aan wat hem te kust cn te keur wordt
yoorgehouden.
Dat men vrij algemeen de oplossiogvan
do crisis in overeenstemming aehto met de
door do verkiezingen geschapen nieuwe sa
menstelling der Kamer, verheugt de llegoe-
ring, maar verwondert haar niet. 'ïicöer-
daad past op de" uitspraak der stembus,
welke aan de reahtscho partijen een aan
zienlijke meerderheid bezorgde, een rechtseli
Kabinet. Allerminst doet hieraan- te kort
de overweging, dat als leuze van practi-
scbe politiek bezuiniging op cJen voorgrond
is getreden; do hooger-o beginselen, oio
aan het Reg'eeringsbelcid ten gronds.ag
liggen en door de kiezers in meerderheid
blijken beleden te worden, zijn allermii.pt
aangetast door cb omstandigheid, dat er
v?rschillende aangelegenhed:n worden ge-
yonden, die op neutraal terrein zich bewe
gen.
D.ebezuinigingsp olitick.
Y aarom van hen, clie -thana het Kabinet
■normen, geen krachtig ingrijpende bezuini-
gingspolitiek zou zijn te verwachten, valt
moeilijk in te zien. Dat het Kabinet m
hoofdzaak is samengesteld uit dezelfde lé
den als het vorige, kan to -h moeilijk als
een redelijk bezwaar wordon aangevoerd.
Reeds geruim en tijd vóór de jongst?; verkie
zingen is, in tegenstelling met de voorstel
ling, welke het Yoorloopig Verslag geeft,
met den meesten klem de bezuinigingspoli-
tiek ook door het Kabinet op den voorgrond
gesteld.
Wat in het bijzonder de Ministers van
Arbeid en van Or.derlvijs, Kunsten en We
tenschappen betreft, inderdaad zijn docr
hen in een vorige periode verschil'erde
wettelijke maatregelen voorgesteld en tot
stand gebracht, dio zware lasten meebren
gen. Maar men vergete niet, dat een over-
groote meerderheid van de Staten-Generaal
lien daarbij steunde, wat te begrïjpelijuet
ras, aangezien deze maatregelen hun be-
filag kregen in een tijdperk, toen de finan
ciële en economische crisis nog ntet was
losgebroken. Zelfs hebben die Ministers
rich menigmaal schrap moeten zetten te
gen pogingen uit den boezem der Voiks-
itt'rtpgenwoordiging, om de lasten voov de
schatkist nog aanzienlijk to verzwaren.
Het behoeft ternauwernood betoog, dat
beide Ministers volkomen accoord gaan met
het program van het Kabinet, waarin be
zuiniging voorop staat.
De Rogeoring ve-rheuigt ziok, dat rolo an
dere leden op metterdaad overtuigende gron
den den overgang van .dezé beide JVTi nisiers
ir, liet" nieuwe Kabinet verdedigden. Nevens
dit en het hierboven gcvo&rdo "betoog schijnt
het onnoodiig op den voet te volgen dc be
schouwingen, die nog in het bijzonder aan
(ion Minister van Arbeid werden gewijd. Zijn
aanblijven staat er inderdaad borg voor, dat
niet de belangen der arbeidersklasse rekening
zal worden gehouden.
Dc keuze van den Kabinets
formateur.
Of wat zeer vele leden ontkenden de
formateur onder allo omstandigheden moet
worden gekozen uit de sterkste groep der Re-
geeringsp ar tijen is een vraag, die zich niet
leent voor alle tijdon cn toestanden beheer-
schond antwoord. Men staat hier niet voor
een leerstuk van het jus naturale, maar vecl-
oer voor een vraagstuk, dat zijn oplossing
meet vinden in do omstandigheden.
Do Kabinets-formateur is zich allerminst
bewust zijn taak met grootero geheimzinnig
heid to hebben omringd dan sedert de invoe
ring van het parlementaire stelsel ten onzent
gebruikelijk en trouwens door den aard dor
opdracht geboden is.
Het ont worp-program is door den forma
teur opgesteld begrijpelijkerwijze achtte hij
zich nochtans gerechtigd, om zonder overleg
reet de groepen, van welke hij in de eers>to
plaats .steun verwachtte, zijn taak voort te
zetten. Het spreekt vanzelf, dat het overleg,
gevoerd in de maanden, gedurende welke ve
len buitenslands plegen to vertoeven, tljdroo-
vend wa3, maar vertrouwd mag worden, dat
clo verkregen overeenstemming ten goede zal
komen aan don parlementairen arbeid.
Hetgeen thans is geschied, is waarlijk met
in strijd met hetgeen het gebruik ten onzent
meebrengt. Uit lang vendogen tijden vindt
reen reeds opgeteekend, hoe dc geestelijke
- voorzaten van velen, dio thans de linkerzijde
vormen, zelfs met Koninklijke machtigi-g
een partij vergadering bijeenriepen, om over
do rich bi ng van het regeoriagsbeloid te be
slissen.
Natuurlijk betcckcnt de vorkregen overeen
stemming allerminst, dat elk onderdeel van
olk rogeeringsvoorstel door alle leden der
rechterzijde zal worden aanvaard, daarentegen
elk voorstel der linkerzijde afgestemd. Yan
oc-n lamel an n dor minderheid te spreken, ge
tuigt dan ook niet van een juist inzicht. Go-
toetst is slechte, dat de grondbeginselen, wel
ke het Kabinet tot richtsnoer zullen dienen,
ook die zijn van de 'meerderheid der Tweede
Kamer en dat er ook overeenstemming is om
trent de wijze, waarop inhoofdzaak de op
lossing van belangrijke vraagstukken zal zijn
te vinden.
- De bereids toegepaste err nog toe te passen
mitüdklon van bezuiniging bij het Staatsbe
drijf van de' pesterijen, de telegrafie op tele
fonie .mogen .doen,verwachten, dat on
voorziene omstandigheden voofbghmnlen
over 1923 geen tekort meer zal ontstaan.
Do Regiering zal liaaT standpunt omtrent
de vraag, of aan do samenwerkende groepen
in de bedrijven meer invloed moet worden
toegekend ten "aanzien van de regeling van
het bödirij f en de uit voering van-sooialo wet
ten, bepalen nadat haar daaromtrent de noo-
dïge adviezen zullen hebben bereikt. Het
adres van den Hoogen Raad' van Arbeid kan
betrekkelijk spoedig tegemoet gezien-worden,
nu de Commissie voor.de Bodrijfsor.ganisatie
uit dien Raad-omtrent de aan het ooirdeel van
dat college onderworpen vraagpunten prae-
acSvica heeft uitgebracht
Niet uitsluitend „veilig
stelling van don guide n."
Het betoog, diat er, voor zoover over do
plannen van het Kabinet lioht verschaft
is, allo aanleiding bestaat tot grote be-
zorgdhead borust op een minder juisten
ged'a-ohtongang. Daargelaten, dat de mee-
niiLg, als zou heb geheele program dor Re
geering worden samengevat in dc vei
ligstelling van don gulden", niet mot do
werkelijkheid in overeenstemming is, ziet
mem voorbij, dat die veiligstelling do on-
roisbaro voorwaarde is voor do behartiging
van do cultureel© en sociale- belangen,
welk© haar ter harte gaan. Dab een gedo-
Eften gooide geen oude schoenen weg, voor men nieuwe hadS
preoieerd ruilmiddel de grootst© vijand is
van deze en van vc-lo ander© belangen,
teert de ervaring .van allo tijden, bevestigd
door hetgeen thans in verschillende landen
nich afspeelt.
Het gevaar voor inflatie acht de rogee-
ring voornamelijk gelogen in de sterke
uitgaven van het Rijk en van Nederlamdsch
Indië.
Stijging van hot index-
ij f e r geen maatstaf.
Naar aanleiding van do opmerking, aan
het slot dezer paragraaf gemaakt, dat do
guldon zijn gaafheid reeds heeft verloren,
wat blijken zou uit het sedert 1914 geste
gen indexcijfer, moge worden aangetee-
kend, dat de hier bedoelde stijging van het
indexcijfer ©en wereld verschijnsel is, het
welk aan de gaafheid van den gulden
niets afdoet.. To ondersohcaden is e©ner-
siids de verhouding tusschen de goederen
en het goud, anderzijds de verhouding tus
schen het goud en de munteenheid. Do
eerst© verhouding is gewijzigd in dion zin,
dat er \taardevermindering is van het
goud. Dit neemt niet weg, dat do munt
eenheid van een bepaald land op haar
©oudwaardo kan gebleven zijn.
Dat men zonder sluitende begroeting
oen tijd lang oen gaven gulden kan heb
ben, moge juist zijn dat men hom, bij be
stendiging van <lisp toestand, op den duur
ode zou behouden, wordt betwist.
De Regeering ontkent, dat in do Nota
betreffcn.de den' toestand van 's Lands
financiën het tekort te gunstig zou zijn
voorgesteld. Zij is van oordeel, dab de ra
ming der middelen met do noodige voor
zichtigheid is opgemaakt.
Hot perspectief van 3714 millioein bespa
ring, dat in millioeneaLnota voorkomt,
dient niet om den toestand, gunstiger voor
te stellen da nhij is, maar om dien in de
toekomst gunstiger te maken.
Geen sluitende^begroo-
tingin 192 3.
Do Regeering gevoelt allerminst be
hoeft© het naakte feit t© verbloemen,' dut
er voor 1923 niet een sluitend budget zal
zijnhet is een gevolg van den nood, waar
in wij verkeeren en waarvoor "onmiddellijk
werkend kruid niet gewassen is, hoewel
soms die voorstelling gewekt Wordt, ook
door hen, die alle aangeboden kruid af
wijzen. Maar zij gevoelt wel- behoefte vast
te leggen, dat -het niet zóó blijven mag en
concreet de lijn aan te geven, waarlangs
het in de naaste toekomst verandoren
moet Dat is do beteckcnis der perspeetief-
-besparing Zij is enkel een werkmethode.
Zij biedt" Óen claim, waarvan de waarde
niet valt t© kennen.
Het tekort van 5 rriillioen, dat naast
de slechts in perspectief verkregen bespa
ringen, nog op do aanvankelijk ingediende
beg rooting was overgebleven, zal bij de
Memories van Antwoord in zake de afzon
derlijk© Hoofdstukken verdwijnen. Een
meer systematische uiteenzetting van de
bezuinigingsplannen dan reeds o.a. in do
geopende perspectieven, gegeven werd, is
op het oorgenblik niet mogelijk. Do moge
lijkheid om de volksbelangen to dienen is
mede afhankelijk van de handhaving der
waard© van het ruilmiddel. Dezo handha
ving vormt op dit oogenblik een der eer
ste volksbelangen. Zij eisoht een sterke
vermindering van de Rijksuitgaven, welke
niet uitsluitend door vereenvoudiging en
het streven naar efficiency kan verkregen
worden, maar daarnaast andero maatre
gelen vordert.
Bij de Ro^oeiüng is 'geen maatregel in over
weging, woQco aanleiding kan gevon tot do
meaning, dat de toepassing van poriodieko sa-
larisverhoógiagen geenszins vaststaat.
Do Minister van Financiën pleegt aan nage
noeg alle opmerkingen in de pers omtrent wen-
scholijko bezuinigingen volle aandacht te schen
ken. Ovor deze opmerkingen wordt in do eerste
plaats het oordeel ingewonnen van het hoofd
van het betrokken Departement van algemeen
bestuur, waarna zoo nooclig en naar gelang de
beschikbare tijd dit toelaat, een onderzoek door
de bezuinig ings inspeel ie wordt ingesteld. Dat
verschillende dezer opmerkingen onjuist of over
dreven bleken, doet-niet. af- aan de waarde,
vvelko de Minister hooht aan dit strevon van het
publ iek'om lot b«uiniging mede te werken. De
voorstellen der bozuinigingscömmissie-Rink
werden ernstig overwogen; doch do toezegging,
dat al hetgeen door d'io commissie wordt voor-
gootekl, zal verwezenlijkt worden, kan de. Re
geering, gelijk, vanzelf spreekt, niet geven.
De Regeering is doordrongen van de gov aren,
welke aan het groofo bedrag der vlottende
schuld vorbonden zijn Wat de uitgaven voor
dc woningvoorziening betreft, is de Regeering
vooreerst- van oordeel, dat het geven van bij
dragon on premies voor don woningbouw in den
loop van 1923 moot beëindigd worden. Ook zal
binnen den kortst mogelijken tijd moeten terug
gekeerd worden tot het standpunt, dal de Staat
ten aanzien van dc woningvoorzioning slechts
aanvullend cn vcibeteren/d zal optreden. Hot
plotseling stopzetten van alle toezeggingen zou
1oi grooic moeilijkheden leiden. Maar wol hoeft
do Regeering besloten, dat hot bedrag van
f 80 miilióon, hetwelk voor 1922 het maximum
vormde der toezeggingen voot voorschotten en
"premies, voor 1923 Ion minste tot de helft zal
worden teruggebracht.
Uit liet vorenstaande blijkt, dat, voor zoover
zulks mogelijk was, roods een bolangrijko be
perking op de buitengewone uitgaven is aange
bracht. In deze ricbiing zal worden voortgegaan,
aangezien de Regeering ten volle erkent, dat do
finanoieolc toestand ook wat deze uitgaven b<s
treft, do- uiterste beperking eiseht.
De Regeering heeft de noodige voorschriften
gegovon ton oindo tegen het euvel der supple-
toiro begroolingon zooveel mogelijk te waken.
Hot bestaando stelsel van do handelspolitiek
zal worden gehandhaafd, ook omdat zonder vci>
laging van productiekosten duurzaam herstel
van het economisch leven niet mogelijk is en
dus alles wat deze verlaging onnoodig tegen
gaat, -moet wordon vermeden.
Overigens spreekt het vanzelf, dat do- bloei
van een inthislrio ook op andero wijze bevor
derd kan wordon dan door bosohorming bij den
Staat en gemeenten.
Do Slaatsoommiosio voor do rogoling der fi-
nanoioelo verhouding tusschen Rijk en gemeen
ten heeft op 2S Mei van dit jaar aan do Re
geering bericht, mot tijdig to zullon gereed ko
men met een voorstel tot definitievo korziening
dor finaiicioe-lö verhouding, en daarbij aange
boden omtrent oen herziening dor nooduilkee-
ring van advies te dienen. De Regeering heeft
aan de commissie geantwoord, dit advies gaarno
te zullon tegemoet zien. Dozer dagen ontving do
Regeering advies, dat thans oen punt van over
woging bij haar uitmaakt.
Dé commissi© hoeft de navolgend© begin-»
.seien aanvaard:
De Rijksuitkeering krachtens de wet van
-21 Mei 1897 (Stbl. 15S) vervalt te beginnen
mot die over net jaa-r 1923.
2. Over elk der jaren 1923 tot en-mét 192G
ontvangen de gemeenten als R'jksuitkoe-
rlng-
a; ©en bodrag gelijk aan hetgeen blij-»
kens do vastgestelde gemeentcrekening
wegens kosten van krankzinnigonverple-»
ging in het jaar waaravor do uitkeering
loopt, zuiver ten lasto der gemeente is ge-»
b. ven, doch niet hooger dan hetgeen to
dier zake blijkens do vastgestelde rekening
over 1921 zuiver door de gemeente is ge
dragen;
b. een bedrag gelijk aan de helft der
jaarwedden van den burgemeester en den
gemeentesecretaris in het jaar waarover
do uitkeering loopt.
3. Indien het totaal van de hierboven
onder 2a en b vermelcb bedragen in een.
gemeente in een der jaren 1923 tot en
met 1926 lager is dan de som waarop dio
gemeente in het betrokken jaar aanspraak
had kunnen maken iD^evolg? clp arth 1
tot cn met 9 van de wet van 24 Juli 1897,
ontvangt die gemeente bovendien een be
drag geliik aan dat verschil.
4. Behalve de hierboven onder 2 eu 3 go-»
noemde bedragen ontvangen de gcm^enteii
iaüici» en voor zoover dc financieele toe-»
stüixl zich afspiegelend in dm drulc der
plaatselijke belastingen, daartoe aa^lói-
Naar het Engelsch vao EMILY BRONTE.-
Hror W. A. a VAN STRIEN.
.Hij vloekte op ons en. liet Linlcxn geen
tijd om te antwoorden, daar hij hem bijna
de keuken in wierp en hij voelde zijn.
^"uist, toen ik volgde, blijkbaar verlangend
om mij Deer te slaan. Ik was een oogen-
blik bevreesd en ik liet een deel vallen
Mj tr,a/pto het mij achterna en sloot ons
buiten.
»Ik hoordo con kwaadaardigen, lrraki-
Wm lach hij het. vuur en toon ik mij om
keerde, zag ik dien batelijkem Joseph, die
zlJn beendcrige handen stond t© wrijven,
c{kbeefdo
,Jk was zeker, dat hij je jc bekomst zou
geven i" Hete is teten- prachtige' jongen Hij
.heeft den echten geest iri ziek. Hij weet -
la, hij weet- zoo goed als ik wie daar do
- K1ueStei z.ijn hi, hi, hi! Hij deed jo
^toorlijk: opkrassenHi, hi, hi
;,»Vaar moeten wij heen gaan V' \moeg ik
m,jn neef terwijl ik do spotternij van den
Gilden ellendeling negeerde.
i,Linton was wit en beefde. Hij was toen
''c ^a-rdag. Elleno, neen 1 hij zag er
er**.* k want zijn smal gezicht en
°°o<ïn gaven can uitdrukkiiLg van
Gteot
^"aanzi
nen rra?ïge' maehte-Iooze woede te ken-
«elnldd 3 J?'re^P dcn knop van de deur en
dold 6 'Vr?-G binnen gogren-
,,Ala je mij niet binnen Iaat, zal ik je
dooden 1" gilde hij meer dan -hij zei. Dui
vel, duivel! Ik zal je dooden, ik zal jo
dooden!
,,Josepü barstte weer los in zijn krake-
ri gen lach
Hemel, dal is net je vader l- riep hij uit.
Dat is jc vader l Wij hebben altijd wat van
beide zijden in ons. Stoor jo er niet aan,
Ha re ton, jongen weoe niet bang hij
kan. niet bij j© komen!
„Ik vatte Lintons hand en trachtte hcsm
weg Mi trekken maar hij gilde zoo ijselijk,
dat ik niet durf do voortgaan. Ten slotte
werden zijo kreten verstikt door een vree-
eelijken hoestaanvaler gutste bloed uit
zijn mond, cn hij viel op don grond.
,,Ik rondo ziek van schrik den hof in, en
riep zoo luid als ik kon om Zillah. Zij
hoordo mij spoedigzij melkte de kooien
in een loods achter de schuurhaastte zich
van baai- werk en informeerde wat er aan
de hand was.
„Ik had geen adem over om uit te log
gen; maar trok haar naar. binnen en keek
om na-ar Linton. Earnshaw was te voor
schijn gekomen, om het onheil, dat hij aan
gericht had, te onderzoeken, en hij was
bozig het arm© schepsel naar boven te
brengen. Zillah en ik stegen achter hem
naar bovenmaar hij Itield mij togen bo
ven aan de trap en zei, dat ik niet na-ar
binnen moest gaan, dat ik naar huis moest
gaan.
„Ik riep uit, dat hij Ljnton gedood had,
en ik wilde binnengaan.
„Joseph deed do deur op slot en ver
klaarde, dat ik niets van dien nonsens 7,ou
doen, en vroeg mij of ik van plan was even
gek te zijn als hij.
„Ik sbond te schreien tot do huishoud
ster weer verscheen; zij verzekerde, clat
hij heel gauw beter zou zijn, maar niet als
ik zoo blèef gnllen en leven maken, en zij
pakte mij en droeg mij bij-na het huis in.
„Ellen, ik was op het punt om mijn ha
ren uit mijn hoofd te rukken! Ik snikte en
weende zoo, dat mijn oogon bijna blind
waren, en de schurk, waarmee jo zoo sym
pathiseert, stond tegenover mij en vermat
zich mij telkens te verzoeken stil t© zijn en
te ontkennen dat het zijn schuld wa-3, en
ten slotte verschrikt door mijn verzeke
ringen, dat ik het papa zou zeggen en dat
hij in do gevangenis gehnacht zou worden
en opgehangen, bogon hij zelf te huilen en
ijlde naar buiten, om zijn laffe aandoening
te verbergen.
„Nog was ik hem niet kwijt. Toen zij mij
ten slotte dwongen om te vertrekken en ik
ongeveer een honïerd el van het huis ver
wijderd was, kw£tm hij plotseling uit de
schaduw van den wegkant te voorschijn,
greep Minny bij den teugel en greep mij
vast.
„Juffrouw Catharlha, ik ben heel, verdrie
tig", begon hij, „maaivhet is te erg",
„Ik gaf hem een striem met mijn zw^ep;
misschien met de gedachte, dat hij mij wou
vermoorden. Hij liet mij los, terwijl hij één-
van zijn afschuwelijke vloeken brulde, en
ik galoppeerde meer dan half van zinnen
naar huis.
„Ik wenschte je dien avond geen goeden
nacht cn ik ging den volgenden avond niet
naar Wuthering Heights lk verlangde
heel sterk te gaan; maar ik was vreemd
opgewonden en vreesde soms te hooren,
dat Linton dood was, en sidderde dan weer
bij de gedachte Hareton te ontmoeten.
„Op den derden dag vatte ik moed; ten
minste ik kon geen langer uitstel verdragen
en sloop opnieuw weg. Ik ging om vijf
uur, daar ik meende, dat hel mij zou ge
lukken om ongemerkt het huis binnen te
sluipen. Maar we honden kondigden mijn
nadering aan. Zillah ontving mij cl» met.de
woorden, dat de jongen „aardig opknapte"
liet zij mij in een klein, net, met ceri vloer
kleed voorzien vertrek, waar ik tot mijn
onuitsprekelijke vreugde, Dunton op een
kleine sofa zag liggen, terwijl hij con van
mijn boeken las. Maar hij wilde een heel
uur lang noch met mij spreken, noch naar
mij kijken, Ellen. Hij heeft zulk een onge
lukkig humeur, cn wat mij geheel ver
bijsterde, toen hij zijn mond opeP deed,
was, dat, om de leugen te uiten, dat ik het
tumult veroorzaakt had, en dat Harctón
geen schuld had!
„Daar ik niét in staat was om te ant
woorden,'behalve hartstóchtelijk, stond ik
op en liep het vertrek uit. Hij zond mij.
een. zwak „Catharina" achterna. Hij re
kende er niot op, om jzoo geantwoord te
-worden-; maar ik wilde niet terugkeeren
en dc volgende morgen .was. heb de tweede
dag, waarop, ik thuis bleef, bijna besloten
om hem niet nieer te bezoeken.
„Maar het was zoo ellendig om naar
bed te gaan en op te staan, cn in, het
gchoel niets over hem te hooren, dat nAjn
besluit als sneeuw voor do zon versmolt,
vóór het nog behoorlijk vaststond. Het had
eenp verkeerd geschenen om de reis te ma
ken nu scheert het verkeerd er mee op te
houden. Michael kwam om te vragen of hij
Minny moest zatleten ik zei „ja", en over
woog, dat ik.een plicht vervulde, toen zij
mij over de heuvels droeg.
„Tk was gedwongen, do voorste ramen
voorbij te gaau, om in den hof te komen;'
het had geen nut te beproeven mijn aanwet
zigheid te verbergen,
„De jonge meester is in het huis," zei
Zillah, toen zij zag, dat ik mij naar de .ont-
vaaigkamer begaf.
„Ik -ging binnenEarnshaw was daar
ook, maar hij verliet terstond het vertrek.
„Lir-ton zat half slapend in den grooten
leuningstoelik ging naar het, vuur cn ..c-
gon op ornstigen toon, terwijl ik gedeelte
lijk meende wat ik zei:
„Als je mij niet moogt, Linfon, en als
jo denkt, dat ik mot opzet kom om je te
kwetsen, en beweert, dat ik cDat eiken keer
doe, is dit pnzc laatgto ontmoeting; laat
ons elkaar vaarwel zoggen; cn zeg mr.
Heath cl iff, dat je geen verlangen hebt om
mij te zien, en dat hij niet meer leugens
moet bedenken over de kwestie."
„Ga zitten en zet jc hoed af, Catharina,"
antwoordde hij: „.Jc bent zoo veel gelukki-»
ger dan ik ben; je moést ook béter zijn»
Papa p^aat genoeg over mijn gebreken en
toont mij^ genoeg verachting, om het na
tuurlijk.te maken, dit ik aan mijzelf zou
twijfelen. Ik" twijfel er herhaaldelijk aan
of ik niet zoo volkomen waardeloos ben
als hij mij noemt; on dan voel ik mij roo
stuursch en bitterik haat iedereen Ik bc-n
waardeloos, en slecht van httmchr en sl cht
van geest, bijna altijd; en als jc dat ver
kiest, mag jc mij vaarwel zeggen jc zult
een kwelling^ kwijt raken. Doe mij alleen
hierin recht' Catharine; getpof, dat, als'
ik even lief cm vriendelijk en goed als rij;
kon zijn .ik het'ook zijn zou: even gaarne,!
ja, riog liever dan even gelukkig en ge
zond. En geloof, dat je vriendelijkheid gej
maakt heeft, dat ik je meer liefheb dan al$