Leest even onze verrassende Advertentie op de derde Pagina van dit blad Magazijn „WILHELMINA" UmSXXEISfSilf 162 - BREESTRAAT 175 STORMACHTIGE HOOGTEN. LEiDSCH Derde Blad. Anno 1922 y TWEEDE KAMER, m OfêZE STAATSMACHINE. RECHTZAKEN. FEUILLETON Ho. 19217= Zitting van gisteren. Interpellatie. De heer, KLEEREKOPER (S.-D.) vraagt de Kamer verlof vragen te mogen richten tot de Minister van Onderwijs over do vraag, waarom deze Minister is terugge komen van zijn voornemen, om in gemeen schap met de gemeentebesturen steun te verleenen aan noodlijdende beeldende kun- tenaars, hoewel vele gemeenten steun had den toegezegd. Over deze aanvrage wordt Vrijdag beslist Minister van Landbouw. Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi ging van de wetten, die de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel mot namo noemt. De VOORZITTER zegt, dat hierbij niet aan de orde is de kwestie van opheffing van het Deoartement van Landbouw. De heer VAN RAPPARD (V.-B.) begrijpt den spoed niet, voor dat ontwerp gevraagd. Hij acht het een unicum, dat dc Minis ter op een beslissing der Kamer vooruit loopt. De heer DRESSELHUYS (V.-B.) meent, dat de schijnbare simpele verandering in sommige wetten tot onzin leidt, o. a. waar meer dan één Minister met de uitvoering is belast. Do MINISTER VAN BINNENLAND SCHE ZAKEN, de heer RUYS DE BEE- RENBROUCK, antwoordt. Het spijt hem dat de heer Dresselhuys zijn bezwaren niet eer heeft meegedeeld, dan had de Minister ze kunnen onderzoe ken. Thans kan spr. daarop niet ingaan. Uitdrukkelijk verklaart spr., dat dit ont werp niets prejudicieert. De heer Van Rap- pard kan daarop gerust zijn. De heer DRESSELHUYS (V.-B.) stelt voor de behandeling van dit ontwerp to •schorsen. De heer BEUMER (A.-R.) acht de op merkingen van den heer Dresse.lhuys juist en betreurt het alleen, dat zij zoo laat uo- men. Hij adviseert den Minister do beh in deling uit te stellen. De heer VAN VU UREN (R.-K.) betreurt namens dc Commissie van Rapporteurs? dat de opmerkingen van den lieer Dressel huys nu pas komen. Spr. raadt ook aan de behandeling uit te'stellen. De MINISTER verzoekt de behandeling van het ontwerp te schorsen. Conform besloten. Arbeidsgeschillen. Voortgegaan wordt met de behandeling van het ontwerp, regelende bemiddeling in arbeidsgeschillen. De MINISTER VAN ARBEID, de heer AALBERSE, vervolgt zijn gisteren afge broken rede. Hij betoogt, dat verschillende conflicten stellig zouden zijn voorkomen, als dat wetje al had bestaan. Natuurlijk moet men geen te booge verwachtingen van dat wetje hebben. Het zal vaak ook niet helpen. Dc bezwaren van den heer Boon acht spr. te onpas gebruikt. De uitvoering van de wet zal kosten 40 mille. De opgeheven Kamers van Arbeid kosten wel 50 mille. Onjuist acht spr. het, dat dit ontwerp bu reaucratisch is. Gelukkig ontkende de heer Marchant dit reeds. Principieel is het wetsontwerp alleen be streden door mcj. Van Dorp. Er is overeenkomst tusschen haar op-, vatting en die van de socialisten, waaruit blijkt, dat het socialisme slechts is het libe- ralisme voor den vierden stand. Naar spr.'s oordeel kent mej. Van Dorp het leed van de conflicten niet en het is onjuist alles op de mechanische werking van het economi sche leven te laten aankomen. Natuurlijk er komt altijd een eind aan cea conflict, mat rraag niet hoe! Het bezwaar tegen het enquête-rccht acht spr. overdreven. Herhaaldelijk is het voor gekomen, dat de werkgevers zelf aanboden dat men hun boeken zou nazien om te lee- ren, dat zij niet anders konden handelen. Ten aanzien van de geheimhouding is spr. zeer gaarne bereid een oind mee te gaan met de amendementen-Schouten. Het en quête-recht kan spr. niet missen; als dat er uitging, ware de weg ontzield. Spreker vraagt de Kamer, om het ontwerp a fair chance to geven. Artikel 3. De heer SNOECK HEN- KEMANS (O.-H.) wcnscht in dit artikel het aantal arbeiders, dat bij een conflict, voor' bemiddeling in aanmerking komend, betrokken moet. zijn van 50 op 25 brengen. De MINISTER acht dit. amendement niet. noodig, omdat, bemiddeling niet ver boden is bij kleinere aantallen arbeiders Het amendement wordt verworpen met 68 tegen 12 stemmen. Artikel 4. De heer HIEMSTRA (S.-D verdedigt een amendement, waarvan de be doeling is de vakvereenigingen in te scha kelen. Spr.'s fractie acht het beter, dat" de vakvereenigingen worden vooropgésteld en alleen bij ontstentenis hiervan inroeping van den Rijksbemiddelaar door ongeorga niseerden mogelijk worde. Bij aanneming van dit amendement zullen in art. 10 en in enkele andere artikelen wijzigingen in den zelfden geest moeten worden aangebracht. Dc MINISTER ontraadt- het amende- ment-Hicmsfcra, omdat het practisok on mogelijk is. Tegen de redactie heeft hij overwegend bezwaar. Heb amendement wordt verworpen mot 64 togen 16 stemmen. Het artikel wordt goedgekeurd met G2 tegen 18 steramen. Bij ar.t 6 verdedigt tie heer HIEMSTRA (S.-D.) een amendement, waarvan de be doeling is, dat cle rijksbemiddelaar niet bij voorbaat en ambtshalve het geschil in der minne tracht bij te leggen. Hij geeft alleen aan de partijen in over weging bemiddeling to aanvaarden. Do MINISTER neemt dit'over. Bij artikel 17 licht de heer BOON (V.- B.) een amendement- toe. Een beslissing kan genomen zija met dc kleiist mogelijke meerderheid der stem men van den bemiddelingsraad. Waar bij het prbliol aldus de indruk zou woiden gevestigd, dat het oordeel over de gesckü punten en de midctelcn ter vereffening de meaning van de géheelo commissie weer geeft, schijnt het- wonsch.elijl: te bepalen, dat ook afwijkende meeningen tot haar recht komen. Voorla is bét. ongewensclit, dat gehei men zouden kunnen worden gepubliceerd. Ook do Minister meent, dat geheimen niet zullen mogen worden geopenbaard. Er is derhalve geen bezwaar tegen dit uitdruk kelijk, in de web vast te leggen. Dbf MINISTER neemt he eerste deel over, <3och heeft tegen het tweede bezwaar. De heer BOON (V.-B.) trekt do tweede helft in. Art- 23. Be heer BOON (V.-B.) licht zijn amendement toe. Fartijen behooren m:-Ldoor een verzuim van een gemach tigde voor het feit kamen te staan, dat inzage van boeken en bescheiden met sanctie van een strafbepaling, dwingend is voorgeschreven. Slechts wanneer zij zich hiertoe vrij willig verbinden, behoort zulks to zijn toegestaan. Pc MINISTER acht dit overbodig. De heer BOON (V.-B.) trekt het in. Art. 45. Do heer SNOECK HENKE- MANS (C.-H.) verdedigt zijn amendement, dat de enquête alleen zal geschieden als beidfe partijen zich er mee vereenigen. Hij wijzigt zijn oorspronkelijk amendement in dien zin, dat enquête toelaatbaar is als een algemeen belang bij een zaak is be; trokken. De heer DRESSELHUYS (V.-B.) neemt het oude amendemeüt-Snóeck Henkcmans over. Dc MINISTER neemt het r.mendement- Snoeck Henkcmans over en blijft het amendement-Dresselhuys onaannemelijk verklaren. .Het amendemcnt-Dresselhuys wordt tfer worpen met 67 tegen 13 stemmen. Art <9. De heer SCHOUTEN (A.-R.) verdedigt een amendement, om de geheim houding voor de cnquêtc-rcsultntcvi ver plichtend te stellen. De hoer SNOECK HENKEMANS CC.-H.) juicht dit amendement toe, maar btijft be zwaar houden tegen het voorstel, omdat het onderzoek der boeken z. i. niet noodig is en wel gevaarlijk voor fabrieksgehei men enz. Dc heer VAN DIJK (R.-K.) meent, dat men niet te licht, moet denken over het onderzoek der boeken. De hoer GERRETSON (C.-H.) is tegen elke enquête, omdat er altijd „lokken'' zijn, waardoor hetgeen men daarbij zag Ci hoorde ruchtbaar worden. Bowmen kan men dat niet, maar frappante feiten zijn er. Do MINISTER gelooft, dat de bezwa ren, die men ziet, in de praktijk zeer over dreven zullen blijken. Hij is bereid het amendement over te nemen. Dót vnorrt^l wordt goedgekeurd met 50 tegen 23 stemmen. De heer SCHARER CS.-D.) verklaart vóór het ontwerp te zullen stemmen, om dat de Minister aan enkele bezwaren is lf tremont gekomen. Het wetsontwerp wordt goedgekeurd mefc 62 tegen 13 stemmen. De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag 7 November, n.m. één uur. Wijziging der Huurwetten. Het wetsontwerp, dat wij hierbij (wel wat laat) aankondigen, bedoelt oen nieuwe wijzi ging van. do Huurcommissiewct on van de Iliiuxopzeggingswet. Deze beide c.n daarbij nog do Huuraanzeggingswct zijn gevolgen van den-crisistijd en van den daarmee verband TiouKkmden woningnood,, welke laatste oen •nïc-f "altijd stillen strijd ttt&sclién YcrlruurdexQ en huurders ten gevolge had. Van die drie „huurwetten" is de Iluaircom- mlssiewet de oudstezij dateert in haar oor- spronkedijken vorm van 26 Maart 1917 maar zij heeft al tweemaal wijziging ondergaan, n.l. bij de wet van 25 Maart 1918 en bij die van 19 Febr. 1921. Die wijzigingen zijn o.a. noodig geworden door de invoering der beide andere huurwetten, diio zelf noodig bleken, teen de steeds wassende woningnocd en som mige, niot altijd bewonderenswaardige, doden en uitvluchten van verhuurders ze noodig maakten. Wij behoeven hier niet al de onaangenaam heden tusschen verhuurders en liuun&ars in herinnering te brengen. Waar twee kijven hebben gewoonlijk beiden schuld maar vrij vast staat, dat de huurders, dio in den boe zen tijd aan het kortste eind trokken, en nog soms trekken, wel wat steun van de over heid noodig had-den. En toch zijn die huur wetten een ergernis geweest voor beide par tijen voor den verhuurder, om dot hij met allerlei „wettelijk godoo" to doen kreeg en dc uitkomst er van hem toch vaak maar zeer matig bevredigde. Noodwetten vinden zelden bewonderaars. Do grooto grief, waartegen do Uuureom- uftissiewet moet opkomen, was de eisch van te "hoogo huur. Do wet, die dc gemeenten vrij hei d gaf liuur- commissiën in te stellen, beoogde aanvanke lijk do vaststelling van een billijken huur prijs voor woningen „van lagere huurwaarde" Eerst later is de wet ook op andere woningen toepasselijk verklaard. In die eerste wot werd do hu.urcommissie gemachtigd, om, betrekkelijk vrij, een huur som te bepalen. De verhuurder mocht.geen hoogcren huurprijs verderen dan op 1 Januari 1D16 had gegolden, wanneer niet de hu aroom- missie de verhoogiing goedkeurde, waarhij dan in aanmerking konden worden genomen de aafd der woning in verband met de buur- sam, die tot 191G had gegolden, en de hoo- gerc uitgaven, die de verhuurder voor de woning, direct of indirect, te bestrijden had. Bij de latere herziening der wet werd do vrijheid van den verhuurder ccniigszins ver ruimd. Hem werd veroorloofd 20 proc. te hef fen boven den huurprijs van 1 Jan. 1916 of 10 proc. boven dien van 1 Jan. 1918 voor wo ningen. die oerst na do invoering der Huüïr- opzogg'.ngswet onder de Huurcommissio wet vielen. Tot dat percentage verhooging mocht de verhuurder gaan, zonder tusschen komst van de Huurcommiissïc. Bovendien mocht de Huurcommissio toen gaan. tot 50 proc. bo'-en den huurprijs van 1916 of tot 37Vi proc. boa-en dien van 191S. Geleidelijk kon zij tot deze verhoogingen la ten komen. Het waren echter geen vaste cij fers, maar grcnsiprijzen de wet bepaalt, dat die grens mag benaderd of bereikt worden, om te komen tot oen billijke opbrengst van de woning voor den verhuurder. Alleen wan neer ingrijpend^ verbeteringen of verande ringen aan de wouing warcD aangebracht, mochten die grenzen worden overschreden. Bij diezelfde wetsherziening werden ook meer woningen dan tot nog toe aan dc wer king -der nuurcommissicwct onttrokken. Men ziet du3, dat door de wet van Fcbr. 1921 meer woningen en meer gevallen aan do inmenging der Hiruroommiasie worden ont trokken dat do verhuurder meer vrjjhcid kroeg en dat de huuroomm.'issie dc huur hoo- gor Icon stollen, dan de wet oorspronkelijk had toegelaten. M. a. w. dc riuurcomnussiewct werd wat skipper. En du do woningtoestanden vortote- ren en het publiek al wat gewend raalct aan hoogero huren en deze ook wol gemot iivserd kunnen worden, rijst'"de 'Vraag, of men aiotg niet oen stap verder kan gaan. Onttrekt mcu oen aantal btiurverhoogiagen aan de- medei werking dor Hunrcommiksriëii. dan' zullen bo vendien deze heel watminder werk to doen'1 krijgen, cn dit zal een niet onaanzienlijke be zuiniging ten gevolge hebben. Zelfs is de vraag gerezen, óf liet niet tijd geworden was, om dc Huureconmissiewet in to treikkc-n. Zoo ver diurft do Regooring nog niet gaan; maar tot een aanzienlijke verruiming i3 zij bereid. Mag nu al de Hnuroommiissio verhoo- gingon toost a an tot 50 on 377s proc. boven do huursom van 1916 cn 1918 on mag do ver huurder al 20 of 10 proc. boven dio som cischon zonder dc Huurcommissio te raad plegen, nu wordt voorgesteld de 50 en 377» pree. vrij to laten en dus alleen dc eisch van goedkeuring door de Huurcommissio te luien gelden voor nog graotero Yerhoogingcn. Hot i3 schijnbaar een licelc sprong van 20 op 50 proc. en van 10 op 377-maar men dient in aanmerking te nomen, dat al vele verhoogingen boven do 20 cn 10 proc. zijn toegestaan. Do Regeering heeft zelfs overwogen om nog verder te gaan, n.l. of liet wenschelijk vjas te bepalen, dat over een bepaalden tijd! de 50 proc. GO en 70 zou kunnen worden cn dat zoo in afzienbacen tijd do huurovereenkomst' geheel vrij zou worden en dus do Iluurcom- mi&siën vanzelf zouden verdwijnen. Dat heeft echter de Regeering niet aangedurfdeen roden daarvoor geeft zij niet op. Reeds is do vraag gedaan, of het niet betcK zou geweest zijn, nu roods de coramLssiëa t3 ontbiaden en de wet in te trekken. Degenen, die dit in overweging gaven, vreczen, mis schien niot ten onrechte, dat, nu er vrijheid bestaat om tot 50 proc. vorhoeging to gaan, deze verhooging als vanzelf-sprekend zal wor den beschouwd en ook toogeoast zal worden, waar or geen grond voor is. t Do Regeering verwacht, dat de vrijheid van den verhuurder, om de liuursom te vcr- hoogen, ten goede zal komen aan den woning voorraad, doordat, de vorhuurdcr beter in' staat zal zijn de verhuurde woning behoorlijk te onderhouden. Wij hopen, dat dit het gevolg zal zijn, maar staan er wel wat sceptisch te genover in deoen tijd van gcldjacht. 't Is eohtor waar, dat de Woning noodwet aan Bur- gomeester en Wethouders de macht geeft om tc zorgen, dat de woning in goeden staat wordt gehouden. Nu hot werk der Huuroommissiën, als het hier besproken ontwerp wot wordt, sterk zal verminderen en cr op bezuiniging wordt aangestuurd, is het verklaarbaar, dat liet on gewensclit is om een IIuurcommissio in to stellen, waar die neg niet bestond, 't Is niet te verwachten, dat er nu nog neiging zou be staan om dat te doen mocht er wel zulk een gemeente zijn, dan zal die vooraf verlof moe ten vragen aan den Minister van Arbeid. Menige Huurcommissio zal bovendien werk'« loos worden. De nu nog geldende wet bepaalt," dat, nis het oogenblik daarvoor gekomen ia, tegelijk allo Huur com miasiën worden opge heven door de intrekking der Huurcemmissie- wet. liet wetsvoorstel strekt nu lo.a. ook, om aan de Kroon do bevoegdheid te goven do wet voor bepaalde gemeenten buiten werking te stellen. In elke g?mccnto waarvooT km geen IIuurcommissie bestaat of aangewezen is, zal de kantonrechter doen, wat ancW* do Huurcommissio zou hebben gedaan. Ten slotte zij nag vermeld, dat nu duidelijk in dc wet wordt aangegeven hoe de kosten van do HuurcomTnissiën worden voldaan. Wel kemt de helft van die kosten ten lasto van d© gemeente en^ de wederhelft ton lasto vari liet Itijlc, maar de gemeente betaalt en hel Rijk restitueert. Echter kunnen de ÏTiiurcom- rüissio en de kanlonroehlor de kósten, diio' ne>o#?loos zijn gemaakt, voor rekening laten van dengone, dio zc veroorzaak te. HOOG MILITAIR GERECHTSHOF. Verduistering of studentenstreek? Voor het Hoog Militair Gerechtshof werd in hoogor beroep behandeld de zaak tegen een, tijdens hot plegen van hot hem ten laste gelegd feit, reserve-korporaal bij het ïstc regiment vesting-artillerie, door den Krijgsraad te 's-Gravonhage, wegens RECLAME. Naai het EDgc-lsch van EMILY BRONTa Leer W. A. CL .VAN STRIEN. W) - Cathy was op hecterdaad betrapt, dat zij de nesten van de korhoenders leeghaalde, ten minste zc opjoeg. De Heights was land van Hcathciiff cn hij maakte de stroopster een standje. »Ik heb er geen één gepakt, noch er één gevonden," zei zó, toen ik naar hen toe zwoegde, terwijl zij haar handen uitspreid de tot staving van de bewe-ing. ,,Ik had bedoeling niet ze tc vangen maar papa vertelde mij, dat er hier groote hoeveel- -den waren, en ik verlangde dc eieren te zien." Hcathciiff keek naar mij met een boos- aardigon glimlach, dio zijn bekendheid met vet gezelschap en bijgevolg zijn kwaadwil- ig-ieid uitdrukte, en vroeg wie „papa" was. .-Ir. Linton, van Thrusheross Grange Antwoordde zij. "Ik dacht al, dat u mij niet kende; an- hebben°" U °P man'er gesproken ^us» dat papa hoog geacht en vspeeteerd wordt?" zei hij sarcastisch. wie bent u?" vnoeg Catharina, tor- rln" ZtL- spreker nieuwsgierig aanstaar- n^ien rnan j,cf l»w zoon?' de jS' meuw sgieng aanstaar- >j ien rnan heb Ik vroeger gezien. Is uw zoem?" wees op Harcfon, den anderen per soon, ctie door dc toevoeging van twee jaar bij zijn leeftijd niets anders dan meerdere dikte en kracht gewonnen had; hij scheen even ruw en lómp als ooit. ,,Miss Gathy," viel ik in de rede, ,,het zal weldra drie uur zijn in plaats van éém, dat wij uit zijn. Wij moeten werkelijk terug." ,,Necn, die man is mijn zoon niet," ant woordde Heathcliff, terwijl hij mij op zij duwde. „Maar ik heb er een, en u hebt hem ook vroeger gezien cn hoewel uw ver zorgster zoo'n haast heeft, donk ik, dat zoowel u als zij gebaat, zouden zijn bij wat rust. Wil u maai- dit stukje hei afslaan cn mijn huis binnen gaan? U zult 'door die rust vroeger thuis komen en u zult vrien delijk ontvangen worden." Ik fluisterde Catharina toe, dat zij in geen geval het voorstel moest inwilligen or was heelemaal geen denken aan. „Waarom?" vroeg zij luid. „Ik ben moo van het loopen, cn dc grond is bedauwd. Ik kan hier niet zitten. Laat ons gaan, Ellen. Bovendien zegt hij, dat ik zijn zoon gezien heb. Ik geloof, dat hij zich vergist, maar ik gis waar hij woontop do boer- dorij, <Sie ik bezooht-, toen ik van de Pe- niston-Rotsen afkwam. Woont u daar niet?" „Ta, dat doe ik. Kom, Nelly, houd je mond het zal een traktatie voor haar zijn om kennis met ons te maken. Hareton, loop met de deern vooruit. Jij zult met mijwandclen, Nelly." „Neen, zij gaat niet naar cenigc plaats von dien aard," riep ik, terwijl ik wor stelde om mijn arm los to maken, dien hij gegrepen had; maar zij was al bijna bij tien steenen drempel, en rendo In volle haast den rand langs. Haar aangewezen metgezel was niet vanzins haar te bege leiden hij nam zijn afscheid, toen de weg bereikt was, en verdween. „Mr, Heathcliff, het is heel verkeerd," vervolgde ik; „u weet, dat u geen goed bedoelt. En daar zal zij Linton zien, en alles zal verteld worden, zoocüra wij maar teruggaan; en het zal op mij neer komen." „Ik verlang, dat zij Linton bezoekt," antwoordde hij„hij ziet er dc laatste da gen wat beter uitr; hij is niet vaak geschikt voor een bezoek. En wij zullen haar gauw overhalen om het bezoek geheim te hou den wat is d.aarin voor kwaads gelegen? „Het kwaad daarvan is, dat haar vader boos op mij zou zijn, als hij bemerkte, d»at ik toeliet, dat zij uw huis binnentraden ik be>n overtuigd, dat u el echte plannen liebt, nu u haar aanmoedigt om dat to doen," antwoordde ik. „Mijn plan is zoo eerlijk mogelijk. Ik zal je over mijn bedoelingen duidelijk inlioli- ten," zei hij. „Dat neef en nicht elkaar lief mogen krijgen en trouwen. Ik handel edelmoedig jegens je meester; zijn jonge eprwit heeft geen verwachtingen, en als zij mijn wenschen steunt, zal ze ineens be zorgd zijn als mode-erfgenaam van Linton." „ALs Ldnton stierf," antwoord(5e ik, „cn zijn leven is zeer onzeker, zooi Catharina de erfgenaam zijn." „Neen, dat niet," zei hij. „Er is geen bepaling in het testament, die dat zeker maaktzijn bezit zou aan mij vervallen maar om disputen te voorkomen, verlang ik bun vereen iging, en ben besloten drie tot stand te brengen." „En ik ben besloten, dat zij nooit meer met mij uw huis zal naderen," antwoordde ik, toen wij het hek bereikten, waar miss Cathy op onze komst wachtte. Heathcliff verzoekt mij kalm te zijnen terwijl hij ons op het pad voorging, haastte hij zich om de deur te openen. Mijn jonge meesteres keek hem telkens aan, alsof zij niet nauwkeurig kon uitmaken wat zij van hem moest denkenmaar nu glimlachte hij, als hij haar oog ontmoette, en ver zachtte zijo slem, als hij haar aansprak; cn ik was dwaas genoog, owi mij tè verbeel den, dat de herinnering aan haar moeder zijn verlangen om haar kwaad to doen zou ontwapenen. Linton stond bij den haard. Hij had ge wandeld in het veld, want hij bad zijn muts op, en hij riop Joseph hein droge sohoonen te brengen. Hij was lang geworden voor zijn leeftijd, die nog enkele maanden van do zeGtien verwijderd was. Zijn trekken waren nog .aardig, en zijn oog en gelaatskleur fnis- sóher dau iik mij herinnerde, hoewol het louter een tijdelijke glans was, dien do ge zonde lucht en de weldadige zon hem had den gegeven. „Nu, wie is dat?" vroeg mr. Heathcliff, terwijl hij zioh tot Cathy wenddo. „Kunt u dat zeggend?" ',,Uw zoon?" zei zc, nadat zij aarzelend eerst den een en daarna den ander had besohouwd. „Ja, ja," aji'twoorddo hijmaar is dit do eenige keer. dat u hem gezien hebt? Denk eens na! O, u hebt con slooht geheugen 1 Linton, herinner jij je je nicht niet, waar mee je ona zoo placht to kwellen in je ver langen om haar te zien?" „Wat, Linbonl" riep Catharina, vroolijk verrast bij het hooren van dien naam. „Ia d^t de kleine Linton Hij is langer dan ik! Bon jij Linton?" Do jongeling stapte naar voren on maakte zich bekendzij kuslo hem vurig, en zij zagen met verbazing do verande ring, die de tijd in het voorkomen van bei den had teweeggebracht. Catharina had haar volle lengte boroikt, haar figuui was zoowel mollig als slank, elastisch ak> staal, en haar heele uiterlijk tinteldo van gezondheid cn geest. Lintons blikken en bewegingen waren zeer kwij nend cn ziju figuur was bijzonder tenged maar er was een bevalligheid in zija ma nieren, die doze gebroken verzachtte en hem niet onaangenaam maakte. Nadat zij talrijke teekenen van genegen heid met hom gewisseld had, ging zijn ninhb naar rnr. HeathoHff, dio bij do cLnr toefde en zijn aandacht verdeelde tusschen de voorwerpen, dio binnen en dio buiten ia- rcji -dat wil zeggen, dat hij voorwendde de laatste tc beschouwen on in werkelijk heid alleen do eerste lette. ,,Eh u bent dus mijn ooml" riep zij, (er- wijl zij zich oprichtte om hem to begroe ten. „Ik dacbt, dat ik u rnooht, hoewel u eerst stuurscn wa-s. Waarom brengt u geen bezoek met Linton op de Gratige? Al dio jaren als zulke nauwe buren te leven cn ons noodt to bezoeken, is vreemd, waarom bobt u dat gedaan?" ,,Ik bezocht het eens of tweemaal te vaak vóór je geboren was," anlwoordda hij. „Drommels nog tooi Ah jo oertiga kussen te missen hebt, geef ze dan aan Lint-om ze zijn aan mij niet besteed. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 9