"STÖRMACIITIGE H00GTËN7 UIT ONZE STAATSMACHINE, FEUILLETON LAND- EN TUINBOUW. RECHTZAKEN. Wo. 19199. (Nadruk verboden.). Dit en Dat oit de Staatsbegrooting X. 1 Het geweldige pak papier, dat de Staats-? begrootmg heet, ligt weer ter bescbiukiag. JVÜ willen er wat in bladeren; maar liet ligt niet in onza bedoeling allerlei ramin gen na te gaan. He Staatsbegrooting omvat nog wat meer dan het woord zou doen vermoeden; want ten eerste wordt daarbij overgelegd de „Nota betreffende den Toestand van 's Hands Financiën" en verder een aantal staten, die vergelijking met vroegere jaren moge- ijjk maken of ter herinnering dienen aan vroegere besluiten en wetten. De straks bedoelde „Nota" is een ge wichtig, maar niet ai ta eenvoudig en zelfs niet al ta eerljjk stuk. .Wg bedoelen daar mee niet te zeggen, dat de Minister van Financiën, die net ouderteekent, zich er mes aan oneerlijkheid schuldig maakt; in tegendeel; hjj doet zijn best een zoo zui ver mogelijk beeid vau den financieelen toestand te geven; maar wat hij noemt als .uitkomsten van vroegere jaren, wijkt keel wat af van hetgeen eenmaal over die jaren 13 geschreven en vermoed, toea zij nog in de toekomst in plaats van in het verleden lagen. .Want wat de Minister nu te zeg gen heeft over 1923, steunt op de Be grooting, zooals zij voorgesteld wordt; maar dio Eegrooting zai in den loop van 1923 veranderen. He Statea-uencraai zullen pos ten wjjzigen, verhoogen of veriagen, en nieuwe doen opnemen; en ia den loop van het jaar zullen aanvullende begrooliagin worden ingediend. En het spreekt vanzelf, dat dan do toestand verandert; yooral ook, omdat bij dergelijke nieuwe credieten niet wordt opgegeven, waar het geld, dat er .voor vereischt wordt, vandaan moet komen. BVat baat bet, als een gewoon rueusch ook een begrooting maakt en er een kos tuum van VO gulden op zet, maar er ten slotte één koopt van 1Ó0? En zoo gaat bet toch vaak in het staatshuishouden. jybor 1920 bedroegen de aanvullende be grootingen en verhoogingen ti4 procent van het oorspronkelijke einJcjjfer der begroe ting. Het zal daaruit duidelijk: zijn, dat de straks bedoelde Nota en zelfs de Staats begrooting geen juist beeld kunnen geven van den toestand. Daarvoor zou noodig zijn, dat lo. geen aanvullingsbegrootingen wer den veroorloofd, of 2o. dat bet bedrag gevonden kon worden uit „Onvoorzien", want het is eigenlijk een beetje dwaas, dal er posten zijn voor onvoorziene uit gaven en dat men voor z.g. onvoorziene zaken 10 of veel meer malea zooveel uit geeft, als de post aanwijst Maar zulk een wel, die aanvullende credieten verbiedt of onmogelijk maakt, zal er wel niet. komen; zij zou ook een rem worden tegen de goedgunstige beschikkingen van Kamer leden, die wei „het geheele Nederiandsche volk" vertegenwoordigen, maar toch voor het eeno deel daarvan heel wat vriende lijker gestemd zijn dan voor het andere. En nu kan men wel leenen, als er een groat tekort is, en daar doen wij tegen woordig sterk aan! maar elke Jeening eischt eenige millioenen rentebetaling eu die moet uit de belasting gekweten wor- 'den; zoodat elke vriendelijk bedoelde ver hooging van het crediet, om aak wanschen van het publiek te voldoen, vergrooting van den schuldenlast ea dus verhooging van de belastingen ten gevolge beeft, tot zij ondraaglijk worden. Ook blijkt uit hetgeen de Eegeering bij ■Naar het Engelscb van EMILY BRONTË. Dcor W. A. C. VAN STRIEN. 42) Als hij Ld mijn plaats geweest was en ik in de zijne. zon ik nooit een hand tegen, hem Lebben opgeheven, hoewel ik hem haat, met een haat, die mijn leven totaal veabitterb Je moogt ongedoovig kij ken, a-ls je dat wilt 1 Ik zou hom noodt uit haar gezelschap gebannen hebben, zoolang als zij het zijne wonsclito. Het oogentnlik, dat kaar genegenheid ophield, zou ik zijn hart uit zijn lichaam gerukt hebben en zijn bloed gedronkenMaar tot zoolang als jo mij nieb gelooft, leen je mij niet zou ik etukjo voor stukje gestorven zijn vóór ik een enkel haar van zijn hoofd aan raakte 1" „En tcfh," viel ik hem in de rede, „ziet u er niet tegen op, om alle -hoop op haar volllodig herstel te vernietigencb-ot u zelf nu weer in haar herinnering te bren gen, nu dat zij u bijna vergeten heeft, cn baar in een niouwe scène van onesniglieid cn ellende te wikkelen." „Je denkt, dst zij mij bijna vergeten is?" zei hij „O. Ncdly, je weet, dat dit niet zoo is! Jo weet ovengo?.d als ik, dat voor iedere gedaohte, die zij aan Linton wijdt, zij er duizend aan mij wijdt! In een aller ellendigst© periode van mijn leven dacht ik wel iets van dien aardhet kwelde mij verleden zomer, toen ik naar deze streek terugkeerdemaar alleen haar eigen ver- zekering had kunnen maken, dat ik het afsohuwelyko denkbeeld opnieuw toeliet. En dan zou Linton niets meer beteekenen, noch HindJey, ncoh al de droomen, dio ik ooit gedroomd heb. Twee woorden zouden mijn toekomst uitdrukken dood en hel luot leven zou als iik haar verloor een hel zijn." „hn toch wog ik een dwaas, om een oogenblik te denken, dat zij de genegen heid van Edgar Iinton boven do mijne stelde. Als hij met al die krachten van zijn nietig wezen liefhad, zou hij in tachtig jaar niet zoo veel kunnen liefhebben als ik in één dag. En Catharina heeft een hart, dat even diep is als het mijne; de zee zou even jgemafckel ijk in dien paarden trog zijn deza' begrooting te zeggeri heeft, dat er nog altijd ean fout wordt begaan, n.I. deze, dat eerst de begrootingen worden opge maakt en dan wordt nagegaan over hoe veel beschikt kan worden. De juiste gang zou zijn, dat de Minister van Financiën eerst zei hoeveel kon worden toegestaan en dat dan berekeüd werd, wat elk der Mi nisters zou mogen' uitgeven. Maar ook dat zal wel een vrome wensch bleven, even als de beide andore, die wij hiorbbVen stelden Deze begrooting zou de bezuiniging fiul- digen en inderdaad toonen de afzonder lijke Hoofdstukken vermindering, voor zoo- -ver geen wettelijke bepalingen zich er tegen verzetten. Dit laatste is het geval met Hoofdstuk I (Huis des IConings), door dat bij de Grondwetsherziening het inko men der Koningin en der Koningin-Weduwe en de post voor onderhoud der Koninklüke verblijven verhoogd is; ook met Hoofdstuk II (Hocge Colleges), doordat de schade loosstelling voor de leden der Tweede Kanier verhoogd is; mefc Hoofdstuk V, A' (Onder wijs, Kunsten en Wetenschap) 'door wette lijke bepalingen betreffende het onderwijs, en ten slótte voor Hoofdstuk VII A (Staats schuld), omdat elke leening hét bedrag der te betalen rente doet stijgen. Bij het tegen-elkander-wegen van deze verhooging en de vermindering voor andere departe menten blijkt, dat in 't geheel een ver mindering is verkregen van even over de 23 millioen, wat niet belet, dat er toch nog een vrg aanzienlijk tekort blijft be staan. Wij zeiden reeds, dat de begeleidende stukken van de Begrooting allerlei over zichten ook over vroegere jaren geven. Het spreekt vanzelf, dat wij daaruit op zijn hoogst dit en dat kunnen aanstippen. Uitvoerig behandelt de Minister van Fi nanciën de wijze, waarop de Regeering tot- verlaging der begrooting is gekomen. Onze ruimte is te beperkt om daarvan wat over te nemen. De oorspronkelijke begrooting voor 1922 weer een eindcijfer aan van f 887.231.430.71 waarvan f 643.453.31S.2l voor den gewonen dienst bestemd was. Voor 1923 worefcfc die zelfde gewone dienst geraamd op plm. f 620.397.00S.31, dus ruim 23 millioen lager. Dat zijn enorme getallen en zij zijn in de laatste jaren verbazend toegenomen. De ontvangsten (in tot-aal) bedroegen in 1902 ruim 161 millioen en de uitgaven ruim 162 millioen; en in 1921 waren deze cijfers bijna G93 millioen en ruim 992 millioen. Het spreekt vanzelf, dat de oorlogsjaren een boozen invloed hebben gehad. Dat blijkt o.a. uit de stijging van het bedrag c3at voor rente van de Staatsschuld móest worden betaald: in 1902 was dat ruim 30 millioen en in 1921 meer dan 65 millioen. Bij de begroeting is ook een staat van de opbrengst van ,,'s Rijks middelen" over de jaren 1912—1921. Het is min of meer ge vaarlijk daaruit iets over te nemen, omdat in den loop van die jaren de bepalingen, tarieven, enz. van belastingen, rechten en heffingen allerlei veranderingen hebben on dergaan on een vergelijking van bijv. 2214 millioen inkomstenbelasting in 1915 en 120 millioen in 1921 een onjuist beeld zou ople veren van de gegoedheid oer bevolking. Uit zulke vergelijkingen blijkt alleen heel dui delijk, dat de belastingschroef zeer 6terk is aangezet. Uit de afzonderlijke Hoofdstukken der begrooting zullen wij enkele punten aanroe ren. Dat Hoofdstuk I (Huis der Koningin) verhoogd moest worden, hebben wij ol ge meld. Bovendien wordlt nog f 100.000 uitge trokken voor voortgezette herstellingen aan het Koninklijk Paleis te Amsterdam, waar- te vatten al-s hij beslag lean leggen op haar bede genegenheidStilHij as nauwelijks een graad dierbaar dn- aan. lvaar dan haar hond of haar paard. Hij heeft geen eigen schappen om hem lietf te hebben als mij hoe kan zij in hom liefhebben wat hij niet heeft 2" „Catharina en Edgar hebben elkaar zoo lief als twee menschen maar kunnen!" riep Isabella met plotselinge levendigheid. „Niemand heeft een recht, om op die wijze te praten, en ik verlang niet, dat mijn broeder inzijn afwezigheid wordt neerge haald 1" „Je broer houdt ook bijzonder veel van jou, nietwaar merkte Heafcbcliff verach telijk op. „Hij laat je met zeldzame snol heid aan je lot cv or." „Hij weet niet wat ik lijd," antwoordde zij. „Dat heb ik hem niet vorteld." „Je liebt hem dus wat verteld; je hebt hem geschreven nietwaar „Ik schreef - om te zeggen, dat ik ge trouwd was je zag het briefje." „En niets daarna?" „Neen." „Mijn juffrouw is sedert haar verande ring droevig- in haar nadeel veranderd," merkte ik op. „De liefde van zeker iemand schiet blijkbaar in haar geval te kort wie dat is kan ik wel gissenmaar mis schien moet ik het niet zoggen." „Ik zou denken, dat het dao van haar zelf was," zei Heabhcliff. „Zij ontaardt in een echte slons. Zij is bijzonder gouw moe pogingen te d-oen om mij te behagen. Je zult het bijna niet gelooven, maar op den eigen morgen van oois tremwen schreide zij om naar huis te gaan. Maar zij zal des te beter voor dit huis passen, omdat zij niet overzindelijk is, en ik zal or voor zor gen, dat zij mij niet onteert door buiben to zwerven." „Wel, mijnheer," antwoordde ik, „ik hoop, dat u in aanmerking zu.lt nemen, dat mrs. Heatholiff gewoon is verzorgd ©n be diend te wordenen dat zij grootgebracht is als een eenige dochter voor wie ieder een klaar stond. U moet haar ©en meid geven, om de dingen im haar heen netjes te houden, en u moet haar vriendelijk be handelen. Wat u ook van mr. Edgar den kon moogt, u kunt er niet aan twijfelen, dat zij een geschiktheid bezit voor een sterke genegenheid, anders zou zij de luxe en de gemakken en de vrienden -van haar vroeger tehuis niet hebben veriaten, om van die aan den koepel heel wat zorg en overleg eischen. Een deskundige op bouw- gebied heeft in een tijdschrift zelfs be^ weerd, dat de oorspronkelijke bouw zóó is geweest, dat afdoend herstel haast on mogelijk Is. Ook op de verhooging van Hoofdstuk II (Hooge Colleges van Staat) vestigden wij reeds de aandachtzij is het gevolg van de wijziging van cio schadeloosstelling van de leden der Tweede Kamer. Yoor dien post wordt f 505.000 uitgetrokken en voor pensioenen van Kamerleden en hun wedu wen en weezen f 50.268. Yoor de andere „Hooge CollcgeV kon een vermindering geboekt worden. Voor de Staten-Generaal wordt in 't geheel 1.200.366 uitgetrokken, dat is f 135.623.50 meer dan voor 1922 was geraamd. Yoor den Raad van State wordt op f225.434 gerekend; voor de Algemecne Rekenkamer op f403.SS6; voor de Kanse larij der Nederiandsche Orden op f 21.701,07 waarvan f 6800 voor aankoop en herstelling van dccoratiën en wat daarbij behoort; aan Broeders der Orde van den Nederlaudschen Leeuw zal f 8600 worden uitgekeerd cn als verhoogde soldij aan militairen, ridders der Militaire Willemsorde f 390het Kabi net der Koningin eischt f 73.328.95. Op Hoofdstuk III (Buitenlandscho Za ken) wordt f949.014 bezuinigd. O.a. wordt minder gevraagd: voor Bureel- en lokaal behoeften f 114.^00voor uitgaven ten bate van den dienst van voorlichting omtrent het buitenland en der verbreiding in den vreemde van kennis omtrent Nederland in 't algemeen f 169.000; voor de betrekkingen van militaire- en marine-attaché f40.500; voor het aandeel van Nederland in 'de kos ten van den Volkenbond f 25.000 en wegens opheffing der p a 3 p o orten o ure aux in het buitenland f 40.000. Enkple van de vermin deringen schijnen merkwaardigzoo is het bindwerk gedaald van ruim f 50.000 in 1921 op f 24.000; het onderhoud cn schoonhou den van gebouwen en meubelen van ruim f 41.000 in 1921 op f 28.000. Onwillekeurig vraagt men zich of, of deze posten dan niet reeds vroeger verlaagd hadden kun nen worden en ook zet men een vraagtee- lcen bij brandstoffen, waarvoor f 7000 wordt gevraagd, terwijl ér in 1921 maar f 1827.50 voor noodig was. In een der groote bladen is de vraag, gedaan of vermindering van heb aantal ge zanten aan vreemde hoven of combinatie der gezantschappen niet mogelijk zou zijn; or zou een groote som door bespaard kun nen worden, want dit vooral moet in het oog gehouden worden, dat bezuiniging voor al ook plaats heeft door het vermijden van zoogenaamd kleine uitgaven „op de klein tjes passen" is een goed beginsel. Dat hei Rijkspaspoortenkantoor van f 50.000 op f 10.000 daalt, zal door velen orn verschil lende redenen met vreugde worden begroot. Bij Hoofdstuk IV (Justitie) verklaart do Minister, dat het niet gemakkelijk is geweest om op een begrooting voor 1922 van f38.317.213.46 nog f 7.775.610.13 te be zuinigen. Hij heeft daarbij gerekend op maatregelen, die hij anders niet zou geno men hebben, en op prijsdaling van sommi ge artikelen. Belangrijke verminderingen hebben plaats gehad voor grensbewaking en alles, wat op vreemdelingen betrokking heeft, en op den z.g. handel in vrouwen en meisjes (totale vermincbring f 048.0&0). olc de bijdragen voor politiecursussen, enz. zijn aanzienlijk lager geraamd (verminde ring op art. 44'totaal f 134.300), terwijl voor het aandeel van dit Departement iri de kosten van de marechaussee f 1.666.077 minder wordt uitgetrokken. rich tevi-eden in zulk een wildiernis als dit is met u te vestigen." „Zij verliet hen onder een begooche ling," antwoordde hij; „omdat zij zich mij voorstolde als een held uit een roman, en van mijn ridderlijke toewijding een onbe perkte toegevendihoid verwachtte. Ik kan haar ternauwernood als een redelijk schep sel beschouwen, eóó hardnekkig heelt zij volhard in het voTmen van een denkbeel dig begrip van mijn karakter en in het handelen overeenkomstig de vorkeerde in drukken, diie zij koesterde. Maar dk geloof, dat zij mii ten slotte begint te kennenik bemerk de onnootzole glimlachjes en gri massen niet meer, die mij eerst zoo terg den en de zinnelooze ongeschiktheid om te onderscheiden, dat ik in ernst was, toen ik haar mijn meening óver haar verliefd heid en over haar zdlf te kennen gaf. Het was een wonderbare poging tot doorzicht te ontdekken, dat ik haar niet liefhad. Ik geloofde eens, dat geen lessen haar dat konden leeren I En toch is het slecht ge leerd want dezen morgen kondigde zij als een soort van verschrikkend.© kennisgeving aam, dat dk er werkelijk in geslaagd was te maken, dat zij mij haatte 1 Een ware Heroules-arbeid, dat verzeker ik u 1 Als die voltooid is, heb ik reden om dankbaar te zijn. Kan ik je verzekering vertrouwen, Isabella? Weet jo zeker, dat je mij haat? Als ik je een kalven dag alleen Iaat, zou je dan niet zuchtend en.vleiend bij mij terugkomen Ik denk, dat zij liever gewild had, dat dk tegenover jou enkel teeriar- heid geschenen hadhet kwetst haar ijdei- head, dat de waarheid gezegd wordt. Maar het kan mij niet sohelen of men weet, dat de passie geheel aan één kant wasen ik heb haar daarover nooit een leugen verteld. Zij kan mij niet beschul digen, dat ik ook maar zoo veel bedrieg lijke zachtheid toonde. Het eerste, dat zij mij zag doen, toen wij uit de Grange kwa men, was het oiphaugen' van haar kleinen hond, en toen zij voor het dier pleitte, waren de eerste woorden, die ik uitte, een wensch, dat ik ieder wezen, dat bij haar behoorde, kon ophangen, behalve éénmogelijk dacht zij, dat zij die uitzon dering was. Maar geen ruwheid walgde haar. Ik veronderstel, dat zij er een inge boren bewondering voor heeft, als haar kostbaar persoontje maar - geen schade lijdt! Was dit nu niet de meest absolute absurditeit, heb zuiverste idiotisme voor Kamerplanten. Een laser schrijft mg: „Mijn Aronskelk maakt geregeld leeljjke bladeren ea bloeit heelemaal niet. Hoe moet ik hiermee han delen? Hoe moeten bladbegonia's in huis worden gekweekt?" Nu de winter nadert, en daarmede do tijd, dat wjj onza kamers trachten op te vroolijken met onze blad- en bloemplan ten, lijkt het mij niet ondienstig deze vraag wat uitvoeriger te beantwoorden, te meer, waar de bovengenoemde gewassen zeker tot de meest gezochte en gewaardeerde be hooren. De Aronskelk (Richardia africana) is af komstig uit Zuid-Afrika. Gedurende de winter- en voorjaarsmaanden bloeit zjj met groote' witte bloemscheeden op lange stelen. Vooral b(j de groote steden wordt dit gewas door bloemisten in den vollen grond in kassen gekweekt: de helderwitte bloeiwijzen vormen een gezocht materiaal voor de moderne binderij. En dan speciaal voor grafkransen en -kruisen wordt de Ei- chardia-bloem veel gekozen. Liefhebbers kweeken dit gewas in den regel als potplant, en sommigen weten mooi gevulde planten met talrjjke bloemen voort te brengen. Er dient daarbij vooral rekening te wor den gehouden met de eigenaardige leef wijze van dit geslacht Do Richardia js n.I. van buis uit een nioerasplant, waar mede dus gezegd wil zijn, dat dit gewas voor eau geregelden groei steeds over vael vocht moet kunnen beschikken. Wanneer in de maand April de blosi is afgeloopen, dient men minder water te geven: liet ge was verlangt dan een rustperiode. Uitge bloeide bloemen worden uitgesneden, de plant wordt vooral luchtig eu koel ge plaatst en wanneer eind Mei geen nacht vorsten meer te vreezen zijn, wordt zij uit de pot geklopt de mogelijk aanzittende zij- scheutcm worden afgebroken en buiten op een toebereide plaats in den tuin uitge- plant. De grond wordt vooraf fiink losge maakt en voorzien van goed verteerden mest of kompost waarin de plant met den wortelkluit wordt geplaatst. Gedurende de eerste weken zal zij er gewoonlijk niet florissant uitzien, maar daarna treedt bij voldoende» watertoevoer de groei in en bij donker, liefst regenachtig weer wordt ver dunde koemest gegeven. Gewoonlijk zuilen zich, althans waaneer da plant gezond is, flinke bladeren ontwikkelen, die een goede blocinvorming vooraf moeten gaan. Eind September wordt de Aronskelk met een flinken kluit uitgestoken en in een is>t ge plaatst, welke vooraf van een paar scher ven is voorzien op de gaatjes in don bodem. Aan de wortels wordt "niet veel gesneden en de (5ot met voedzame aarde aangevuld. Men late voldoende ruimte beneden dea potrand om water ta kunnen gaven. Na het oppotten wordt flink aangegoten en blijft de pot nog gedurende 10 h 14 dagen buiten Btaan op den grond. Half October zot men de plant binnen in een luchtig, koel vertrek cn geeft, zoo noodig, dage lijks water. Wanneer do kachel moet bran den, zet men haar ver daar vandaan, ter wijl men de bladeren eens per week buiten afsprocit en afsponst om stof te verwij deren. Hierdoor wordt tevens het optre den van bladluis voorkomen. Wanneer de bloemen verschijnen, geve men met water verdunden koemest. Wan neer do plant in een matige huiskamer- temperatuur staat, valt de bloei in de maanden Februari en Maart. Wie bij gé- die erbarmelijke, slaafsohc, laag staande hond, om te droomen, dat ik haar kon lief hebben i Yortei je meester, Nelly, dat ik nog nooit in mijn leven zulk een verfoei lijk sdhepsei als baar ontmoet bob. Zij onteert zelfs den naam van Linton cn ik bon soms uit louter gemis aan vdnding- rijikiheéd vertil apt in mijn proefnemingen ten opzicht© van wat zij kon verdragen, en boo lang zij nog beschaamd terug zooi ko men ln-uipen! Maar vertal hem ook, om zijn broederlijk on trotsch hart gerust te stollen, dat ik mij strikt binnen de parken van do wet hond. Ik heb tot op dit oogen blik vermeden haar het geringste rcoht te geven, om oen scheiding to eischen, on wat meer is, zij zou niemand danken, dio ons scheidde. Als zij verlangde to gaan, zou zij mogen do last van haar tegen woordigheid overtreft het genot, dat ik smaak, aio alk haar kwel ,,Mr. Heabhciliff," zei ik, „dit is de praat van een dolleman uw vrouw is al lerwaarschijnlijkst overtuigd, dat u gok bont; en daoirom beeft zij u tot duoverre verdragenmaar nu u zegt, dat zij mag gaanzal zij ongetwijfeld van dit verlof ge bruik maken. U bent niet zoo betocivcrd, is .hot wel, juffrouw, om uit eigen verkie zing bij hem te blijvent" „Pas op, Ellenantwoordde Isabella, terwijl haar oogen toornig fonkeldende uitdrukking er van liet geen twijfel over aan het volledig succes, dat haar metgezel gehad had in zijn pogingen om zidh ver foeid te maken. „Geloof geen enkel woord, dit hij spreekt. HÜ is een liegende duivelEen monster cn niet een monschelijk wezen Te voren is mij al gezogd, dat ik hom mocht verlaten cn ik heb de poging gedaan, maar ik durf hem niet bethalen Beloof alleen, Ellen, dat je geen syllabe van zijn schandelijke uitingen can mijn broer of Catharina zult melden. Wat hij ook jni&g bowören, hij verlangt Edgar tot wanhopig woddeus toe te tarten hij zegt, dat hij mij 'gehuwd hoeft met de bedoeling om macht over hem te krijgen en die zal hij niet krijgen. Ik wil liever sterven Ik hoop maar, ik bid, dat hij zijn dhzivelsehe voorzichtigheid mag vorgeten en mij dooden Het eenige ge noegen, dat ik my kan vooretellen is te ster ven of hem dood te zien Ziezoo, dat is voor het oogenblik voldoen de zei Hoatclidf. „Als jo opgeroepen wordt in eon gerechtshof, zal je jo haar taal herin noren, Nelly En kijk good naar dat gelaat mis aan een tuin de Eicliardia niet in den vollen grond kan planten ep haar dus voort durend in pot moot houden, mo.4 in Jdei-- Juni, dus «ia den rusttijd, da oude aarde verwijderen door da plant uit den pot t« kloppen en deza weer inplanten in voed- zamen groind, bijv. in fcen mengsel van goeden tuingrond, ouden lcosmest en turf molm. Zoo noodig, neemt men den pot iets grooter. Steeds als potplant gekweekt, krijgt men zelden de mooie, breede bloei wijzen, welke worden voortgebracht na eett tijdelijk verblijf in don vollen grond. 1 Behalve de bovenbedoelde kamerpotplant worden ook Richardia-varietc.it.en gekweekt in den zomer op bloemperken. Zoo kennen wij do Richardia albo-macu- lata, welke kleiner is dun de R.-Africnna en zich tooit met mooi witgevlokte blade ren. De droge knollen worden hiervoor ba- gin Mei op de bloemperken geplant, phm. 20 c.M. uiteen. Op alle niet te droge gron den zal deze soort gemakkelijk groeien! Zoodra do bladaren in najaar door de vorst zjjn beschadigd, heemt men de knol len uit den grond, gnjjdt alle Jjovangrond- sche doelen en wortels weg en laat de knollen in de zon drogen. Op een droge,- vorstvrjje plaats zullen zij gemakkelijk over winteren: een droge kelder is daarvoor een zeer gaschikto plaats. Op zolder kan men ze overhouden in kistjes met droog zand. Een mooie variëteit is nog de R. solfatara; hot blad hiervan is minder mooi gevlekt, maar de planten groeien flink en de bloemen zijn groot, zwavelgeel met een donker vio lette binnenviel'. Voor liefhebbers van deze bloethon ecu keer bijzondere, eigenaardige kleur. In eeö vo'gend o patel over bladbegonia's. J. S. Vraag: Hoe is de naam van bijgaande peer en wanneer moet zij worden geplukt? J. H. v. L., te I4, Antwoord: De peer heet Soldat Lae boureur; moet begin petober geplukt worj den. Is eetrijp November, begin Decem ber. J. S. Vragen op Tuinbouwgebied aan de Re dactie van (lit blad pnder motto „Tuin bouw". HAAGSCHE RECHTBANK. Mishandeling. Voor deze rechtbank heeft terechtgestaan J. Ph. S., los werkman uit Leiden, ter zake van mishandeling. Deze bekl. was met een broer in een vechtpartij geraakt met een paar Indonesische studenten, Da- dat er te voren scheldwoorden gevallen wa ren. Een derde Indonesische student kwam zijn huis uit met de bedoeling zijn vrienden binnen te liaien. Nauwelijks ©chter was hij buiten de deur, of hij kreeg van bekl. een slag in het gezicht, zoodat hij neerviel cd bewusteloos bleef liggen. De beklaagde verklaarde aldus te hebben gehandeld, omdat hij meende, dat deze derde student hem wilde aanvallen. Eisch een maand. AMSTERDAMSCHE RECHTBANK. Het Chineezendrania te Amsterdam. Nadat. Dinsdag jl. dc laats to van de reeiks Ohineozeaimoorden, die to Amster dam in den laats ten tijd lióhben plaats gevonden, voor de rechtbank is behandeld diende gisteren voor dio rechtbank <lo zaak van do groote moordpartij, die den autoriteiten aanleiding heelt gegeven, ter zij is vrijwel in den toestand, di© mc pasi. Neon, Isabella, jo bent nu niet gcoofoikt om je eigen leidsman te zyn cn ik, di© je wet tige beschermer ben, moot je onder mijn be waking houldeü, hoe walglijk <Uo verplich ting ock mag zijn. Ga naar boven ik heb' iets onder vier oogen tot Ellen Doan te zeg gen. Dat is niet do wog naar boven, zeg ik je Wiel, dit is 'd© weg naar boren, kind Hij groep haar en stiet haar het vertrek uit cn kwam terug, terwijl hij mompelde „Ik heb geen meelij Ik hob .goen meelij f Iloe moer de wormen zidh wringen, hoe meer irf ©r naar hunker, om hun ingewandón uit t© trappen Het is een moreel tanden-krijgon cn naar Verhouding, dat dó pjjn aangroeit', maal ik met te grooter energi©". „YcJBtaat u wat liet woord medelijden b©- tockent zei ik, ten-wijl ik mij haastte mijn muts weer op te zetten. „Hobt u ©r ooit een VzOUigje van in uw loven gevoeld „Log dfot neer viol hij in Ide Tcde, tóón hij bemerkte, dat het mijn bedoeling was t© vertrokken. „Je gaat neg niet weg. Kom nu hi;crr, Nolly,ik moet je óf o vork alen óf d,win- gen om mij te helpen bij het volvoeren van mijn vast plan om Catharina te zien, en dat wel zonder uitstel. Ik zweer, dat ik geen kwaad bedoel ik verlang niet eenig tuimult' tewee-g to brengen of mr. Linton te wrbitte- ren of te bclcedigon ik verlang alleen van - haar zelf te hooren, hóe zij zioh bevindt en waarom zij ziek geweest isen om to vragen 01 iets, dat ik zou kunnen (Loon, haar van nut zou zijn. Verleden nacht was ik zes uur in den tuin van de Grange, en ik zal daar van nacht terfugkecrcn en dederen naohfc zal ik? "de plaats bezoeken ©n iederen dog tot ik een' gelegenheid vind olm binnen ie komen. Ala Edgar Linton mij feigenkomt, zal ik niet aar zelen hem neer te slaan en hom zoo veel t© geven, dat zijn stilzwijgendheid zoo lang ik blijf verzekerd iö. Als zijn b'cdrorvlon zich' 'tegen mij koeren, zal ik zc van mij alhouden met deze pistolen. Maar zou het niel beter! zijn to voorkomen, dat ik met hen of hun meester in arniraiking kom En je het zoo gemakkelijk kunr.en doen Ik zooi j© waarschuwenals ik kwam, cn dan zooi j© m© ongemerkt in kunnen laten, zoddra zij alleen was, en waken tot ik vertrok, met ©cn volkomen geVust gewetenje zou onheil ver» liinc8etreri\ |Wordt vervoi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 9