"STÖRMACIITIGE H00GTËN7
UIT ONZE STAATSMACHINE,
FEUILLETON
LAND- EN TUINBOUW.
RECHTZAKEN.
Wo. 19199.
(Nadruk verboden.).
Dit en Dat oit de Staatsbegrooting X.
1 Het geweldige pak papier, dat de Staats-?
begrootmg heet, ligt weer ter bescbiukiag.
JVÜ willen er wat in bladeren; maar liet
ligt niet in onza bedoeling allerlei ramin
gen na te gaan.
He Staatsbegrooting omvat nog wat meer
dan het woord zou doen vermoeden; want
ten eerste wordt daarbij overgelegd de
„Nota betreffende den Toestand van 's Hands
Financiën" en verder een aantal staten,
die vergelijking met vroegere jaren moge-
ijjk maken of ter herinnering dienen aan
vroegere besluiten en wetten.
De straks bedoelde „Nota" is een ge
wichtig, maar niet ai ta eenvoudig en zelfs
niet al ta eerljjk stuk. .Wg bedoelen daar
mee niet te zeggen, dat de Minister van
Financiën, die net ouderteekent, zich er
mes aan oneerlijkheid schuldig maakt; in
tegendeel; hjj doet zijn best een zoo zui
ver mogelijk beeid vau den financieelen
toestand te geven; maar wat hij noemt als
.uitkomsten van vroegere jaren, wijkt keel
wat af van hetgeen eenmaal over die jaren
13 geschreven en vermoed, toea zij nog in
de toekomst in plaats van in het verleden
lagen. .Want wat de Minister nu te zeg
gen heeft over 1923, steunt op de Be
grooting, zooals zij voorgesteld wordt; maar
dio Eegrooting zai in den loop van 1923
veranderen. He Statea-uencraai zullen pos
ten wjjzigen, verhoogen of veriagen, en
nieuwe doen opnemen; en ia den loop van
het jaar zullen aanvullende begrooliagin
worden ingediend. En het spreekt vanzelf,
dat dan do toestand verandert; yooral ook,
omdat bij dergelijke nieuwe credieten niet
wordt opgegeven, waar het geld, dat er
.voor vereischt wordt, vandaan moet komen.
BVat baat bet, als een gewoon rueusch
ook een begrooting maakt en er een kos
tuum van VO gulden op zet, maar er ten
slotte één koopt van 1Ó0? En zoo gaat
bet toch vaak in het staatshuishouden.
jybor 1920 bedroegen de aanvullende be
grootingen en verhoogingen ti4 procent van
het oorspronkelijke einJcjjfer der begroe
ting. Het zal daaruit duidelijk: zijn, dat de
straks bedoelde Nota en zelfs de Staats
begrooting geen juist beeld kunnen geven
van den toestand. Daarvoor zou noodig zijn,
dat lo. geen aanvullingsbegrootingen wer
den veroorloofd, of 2o. dat bet bedrag
gevonden kon worden uit „Onvoorzien",
want het is eigenlijk een beetje dwaas,
dal er posten zijn voor onvoorziene uit
gaven en dat men voor z.g. onvoorziene
zaken 10 of veel meer malea zooveel uit
geeft, als de post aanwijst Maar zulk een
wel, die aanvullende credieten verbiedt of
onmogelijk maakt, zal er wel niet. komen;
zij zou ook een rem worden tegen de
goedgunstige beschikkingen van Kamer
leden, die wei „het geheele Nederiandsche
volk" vertegenwoordigen, maar toch voor
het eeno deel daarvan heel wat vriende
lijker gestemd zijn dan voor het andere.
En nu kan men wel leenen, als er een
groat tekort is, en daar doen wij tegen
woordig sterk aan! maar elke Jeening
eischt eenige millioenen rentebetaling eu
die moet uit de belasting gekweten wor-
'den; zoodat elke vriendelijk bedoelde ver
hooging van het crediet, om aak wanschen
van het publiek te voldoen, vergrooting
van den schuldenlast ea dus verhooging
van de belastingen ten gevolge beeft, tot
zij ondraaglijk worden.
Ook blijkt uit hetgeen de Eegeering bij
■Naar het Engelscb van EMILY BRONTË.
Dcor W. A. C. VAN STRIEN.
42)
Als hij Ld mijn plaats geweest was
en ik in de zijne. zon ik nooit een hand
tegen, hem Lebben opgeheven, hoewel ik
hem haat, met een haat, die mijn leven
totaal veabitterb Je moogt ongedoovig kij
ken, a-ls je dat wilt 1 Ik zou hom noodt uit
haar gezelschap gebannen hebben, zoolang
als zij het zijne wonsclito. Het oogentnlik,
dat kaar genegenheid ophield, zou ik zijn
hart uit zijn lichaam gerukt hebben en zijn
bloed gedronkenMaar tot zoolang als
jo mij nieb gelooft, leen je mij niet zou
ik etukjo voor stukje gestorven zijn vóór
ik een enkel haar van zijn hoofd aan
raakte 1"
„En tcfh," viel ik hem in de rede,
„ziet u er niet tegen op, om alle -hoop op
haar volllodig herstel te vernietigencb-ot
u zelf nu weer in haar herinnering te bren
gen, nu dat zij u bijna vergeten heeft, cn
baar in een niouwe scène van onesniglieid
cn ellende te wikkelen."
„Je denkt, dst zij mij bijna vergeten is?"
zei hij „O. Ncdly, je weet, dat dit niet
zoo is! Jo weet ovengo?.d als ik, dat voor
iedere gedaohte, die zij aan Linton wijdt,
zij er duizend aan mij wijdt! In een aller
ellendigst© periode van mijn leven dacht
ik wel iets van dien aardhet kwelde mij
verleden zomer, toen ik naar deze streek
terugkeerdemaar alleen haar eigen ver-
zekering had kunnen maken, dat ik het
afsohuwelyko denkbeeld opnieuw toeliet.
En dan zou Linton niets meer beteekenen,
noch HindJey, ncoh al de droomen, dio ik
ooit gedroomd heb. Twee woorden zouden
mijn toekomst uitdrukken dood en hel
luot leven zou als iik haar verloor een hel
zijn."
„hn toch wog ik een dwaas, om een
oogenblik te denken, dat zij de genegen
heid van Edgar Iinton boven do mijne
stelde. Als hij met al die krachten van zijn
nietig wezen liefhad, zou hij in tachtig
jaar niet zoo veel kunnen liefhebben als ik
in één dag. En Catharina heeft een hart,
dat even diep is als het mijne; de zee zou
even jgemafckel ijk in dien paarden trog zijn
deza' begrooting te zeggeri heeft, dat er
nog altijd ean fout wordt begaan, n.I. deze,
dat eerst de begrootingen worden opge
maakt en dan wordt nagegaan over hoe
veel beschikt kan worden. De juiste gang
zou zijn, dat de Minister van Financiën
eerst zei hoeveel kon worden toegestaan en
dat dan berekeüd werd, wat elk der Mi
nisters zou mogen' uitgeven. Maar ook dat
zal wel een vrome wensch bleven, even
als de beide andore, die wij hiorbbVen stelden
Deze begrooting zou de bezuiniging fiul-
digen en inderdaad toonen de afzonder
lijke Hoofdstukken vermindering, voor zoo-
-ver geen wettelijke bepalingen zich er
tegen verzetten. Dit laatste is het geval
met Hoofdstuk I (Huis des IConings), door
dat bij de Grondwetsherziening het inko
men der Koningin en der Koningin-Weduwe
en de post voor onderhoud der Koninklüke
verblijven verhoogd is; ook met Hoofdstuk
II (Hocge Colleges), doordat de schade
loosstelling voor de leden der Tweede Kanier
verhoogd is; mefc Hoofdstuk V, A' (Onder
wijs, Kunsten en Wetenschap) 'door wette
lijke bepalingen betreffende het onderwijs,
en ten slótte voor Hoofdstuk VII A (Staats
schuld), omdat elke leening hét bedrag
der te betalen rente doet stijgen. Bij het
tegen-elkander-wegen van deze verhooging
en de vermindering voor andere departe
menten blijkt, dat in 't geheel een ver
mindering is verkregen van even over de
23 millioen, wat niet belet, dat er toch
nog een vrg aanzienlijk tekort blijft be
staan.
Wij zeiden reeds, dat de begeleidende
stukken van de Begrooting allerlei over
zichten ook over vroegere jaren geven.
Het spreekt vanzelf, dat wij daaruit op
zijn hoogst dit en dat kunnen aanstippen.
Uitvoerig behandelt de Minister van Fi
nanciën de wijze, waarop de Regeering
tot- verlaging der begrooting is gekomen.
Onze ruimte is te beperkt om daarvan wat
over te nemen.
De oorspronkelijke begrooting voor 1922
weer een eindcijfer aan van f 887.231.430.71
waarvan f 643.453.31S.2l voor den gewonen
dienst bestemd was. Voor 1923 worefcfc die
zelfde gewone dienst geraamd op plm.
f 620.397.00S.31, dus ruim 23 millioen lager.
Dat zijn enorme getallen en zij zijn in
de laatste jaren verbazend toegenomen.
De ontvangsten (in tot-aal) bedroegen in
1902 ruim 161 millioen en de uitgaven ruim
162 millioen; en in 1921 waren deze cijfers
bijna G93 millioen en ruim 992 millioen.
Het spreekt vanzelf, dat de oorlogsjaren
een boozen invloed hebben gehad. Dat
blijkt o.a. uit de stijging van het bedrag
c3at voor rente van de Staatsschuld móest
worden betaald: in 1902 was dat ruim 30
millioen en in 1921 meer dan 65 millioen.
Bij de begroeting is ook een staat van
de opbrengst van ,,'s Rijks middelen" over
de jaren 1912—1921. Het is min of meer ge
vaarlijk daaruit iets over te nemen, omdat
in den loop van die jaren de bepalingen,
tarieven, enz. van belastingen, rechten en
heffingen allerlei veranderingen hebben on
dergaan on een vergelijking van bijv. 2214
millioen inkomstenbelasting in 1915 en 120
millioen in 1921 een onjuist beeld zou ople
veren van de gegoedheid oer bevolking. Uit
zulke vergelijkingen blijkt alleen heel dui
delijk, dat de belastingschroef zeer 6terk
is aangezet.
Uit de afzonderlijke Hoofdstukken der
begrooting zullen wij enkele punten aanroe
ren. Dat Hoofdstuk I (Huis der Koningin)
verhoogd moest worden, hebben wij ol ge
meld. Bovendien wordlt nog f 100.000 uitge
trokken voor voortgezette herstellingen aan
het Koninklijk Paleis te Amsterdam, waar-
te vatten al-s hij beslag lean leggen op haar
bede genegenheidStilHij as nauwelijks
een graad dierbaar dn- aan. lvaar dan haar
hond of haar paard. Hij heeft geen eigen
schappen om hem lietf te hebben als mij
hoe kan zij in hom liefhebben wat hij niet
heeft 2"
„Catharina en Edgar hebben elkaar zoo
lief als twee menschen maar kunnen!" riep
Isabella met plotselinge levendigheid.
„Niemand heeft een recht, om op die wijze
te praten, en ik verlang niet, dat mijn
broeder inzijn afwezigheid wordt neerge
haald 1"
„Je broer houdt ook bijzonder veel van
jou, nietwaar merkte Heafcbcliff verach
telijk op. „Hij laat je met zeldzame snol
heid aan je lot cv or."
„Hij weet niet wat ik lijd," antwoordde
zij. „Dat heb ik hem niet vorteld."
„Je liebt hem dus wat verteld; je hebt
hem geschreven nietwaar
„Ik schreef - om te zeggen, dat ik ge
trouwd was je zag het briefje."
„En niets daarna?"
„Neen."
„Mijn juffrouw is sedert haar verande
ring droevig- in haar nadeel veranderd,"
merkte ik op. „De liefde van zeker iemand
schiet blijkbaar in haar geval te kort
wie dat is kan ik wel gissenmaar mis
schien moet ik het niet zoggen."
„Ik zou denken, dat het dao van haar
zelf was," zei Heabhcliff. „Zij ontaardt in
een echte slons. Zij is bijzonder gouw moe
pogingen te d-oen om mij te behagen. Je
zult het bijna niet gelooven, maar op den
eigen morgen van oois tremwen schreide
zij om naar huis te gaan. Maar zij zal des
te beter voor dit huis passen, omdat zij
niet overzindelijk is, en ik zal or voor zor
gen, dat zij mij niet onteert door buiben
to zwerven."
„Wel, mijnheer," antwoordde ik, „ik
hoop, dat u in aanmerking zu.lt nemen, dat
mrs. Heatholiff gewoon is verzorgd ©n be
diend te wordenen dat zij grootgebracht
is als een eenige dochter voor wie ieder
een klaar stond. U moet haar ©en meid
geven, om de dingen im haar heen netjes
te houden, en u moet haar vriendelijk be
handelen. Wat u ook van mr. Edgar den
kon moogt, u kunt er niet aan twijfelen,
dat zij een geschiktheid bezit voor een
sterke genegenheid, anders zou zij de luxe
en de gemakken en de vrienden -van haar
vroeger tehuis niet hebben veriaten, om
van die aan den koepel heel wat zorg en
overleg eischen. Een deskundige op bouw-
gebied heeft in een tijdschrift zelfs be^
weerd, dat de oorspronkelijke bouw zóó is
geweest, dat afdoend herstel haast on
mogelijk Is.
Ook op de verhooging van Hoofdstuk
II (Hooge Colleges van Staat) vestigden
wij reeds de aandachtzij is het gevolg van
de wijziging van cio schadeloosstelling van
de leden der Tweede Kamer. Yoor dien
post wordt f 505.000 uitgetrokken en voor
pensioenen van Kamerleden en hun wedu
wen en weezen f 50.268. Yoor de andere
„Hooge CollcgeV kon een vermindering
geboekt worden. Voor de Staten-Generaal
wordt in 't geheel 1.200.366 uitgetrokken,
dat is f 135.623.50 meer dan voor 1922 was
geraamd. Yoor den Raad van State wordt
op f225.434 gerekend; voor de Algemecne
Rekenkamer op f403.SS6; voor de Kanse
larij der Nederiandsche Orden op f 21.701,07
waarvan f 6800 voor aankoop en herstelling
van dccoratiën en wat daarbij behoort; aan
Broeders der Orde van den Nederlaudschen
Leeuw zal f 8600 worden uitgekeerd cn als
verhoogde soldij aan militairen, ridders
der Militaire Willemsorde f 390het Kabi
net der Koningin eischt f 73.328.95.
Op Hoofdstuk III (Buitenlandscho Za
ken) wordt f949.014 bezuinigd. O.a. wordt
minder gevraagd: voor Bureel- en lokaal
behoeften f 114.^00voor uitgaven ten bate
van den dienst van voorlichting omtrent
het buitenland en der verbreiding in den
vreemde van kennis omtrent Nederland in
't algemeen f 169.000; voor de betrekkingen
van militaire- en marine-attaché f40.500;
voor het aandeel van Nederland in 'de kos
ten van den Volkenbond f 25.000 en wegens
opheffing der p a 3 p o orten o ure aux in het
buitenland f 40.000. Enkple van de vermin
deringen schijnen merkwaardigzoo is het
bindwerk gedaald van ruim f 50.000 in 1921
op f 24.000; het onderhoud cn schoonhou
den van gebouwen en meubelen van ruim
f 41.000 in 1921 op f 28.000. Onwillekeurig
vraagt men zich of, of deze posten dan
niet reeds vroeger verlaagd hadden kun
nen worden en ook zet men een vraagtee-
lcen bij brandstoffen, waarvoor f 7000 wordt
gevraagd, terwijl ér in 1921 maar f 1827.50
voor noodig was.
In een der groote bladen is de vraag,
gedaan of vermindering van heb aantal ge
zanten aan vreemde hoven of combinatie
der gezantschappen niet mogelijk zou zijn;
or zou een groote som door bespaard kun
nen worden, want dit vooral moet in het
oog gehouden worden, dat bezuiniging voor
al ook plaats heeft door het vermijden van
zoogenaamd kleine uitgaven „op de klein
tjes passen" is een goed beginsel. Dat hei
Rijkspaspoortenkantoor van f 50.000 op
f 10.000 daalt, zal door velen orn verschil
lende redenen met vreugde worden begroot.
Bij Hoofdstuk IV (Justitie) verklaart
do Minister, dat het niet gemakkelijk is
geweest om op een begrooting voor 1922
van f38.317.213.46 nog f 7.775.610.13 te be
zuinigen. Hij heeft daarbij gerekend op
maatregelen, die hij anders niet zou geno
men hebben, en op prijsdaling van sommi
ge artikelen. Belangrijke verminderingen
hebben plaats gehad voor grensbewaking
en alles, wat op vreemdelingen betrokking
heeft, en op den z.g. handel in vrouwen en
meisjes (totale vermincbring f 048.0&0).
olc de bijdragen voor politiecursussen, enz.
zijn aanzienlijk lager geraamd (verminde
ring op art. 44'totaal f 134.300), terwijl
voor het aandeel van dit Departement iri
de kosten van de marechaussee f 1.666.077
minder wordt uitgetrokken.
rich tevi-eden in zulk een wildiernis als dit
is met u te vestigen."
„Zij verliet hen onder een begooche
ling," antwoordde hij; „omdat zij zich mij
voorstolde als een held uit een roman, en
van mijn ridderlijke toewijding een onbe
perkte toegevendihoid verwachtte. Ik kan
haar ternauwernood als een redelijk schep
sel beschouwen, eóó hardnekkig heelt zij
volhard in het voTmen van een denkbeel
dig begrip van mijn karakter en in het
handelen overeenkomstig de vorkeerde in
drukken, diie zij koesterde. Maar dk geloof,
dat zij mii ten slotte begint te kennenik
bemerk de onnootzole glimlachjes en gri
massen niet meer, die mij eerst zoo terg
den en de zinnelooze ongeschiktheid om
te onderscheiden, dat ik in ernst was, toen
ik haar mijn meening óver haar verliefd
heid en over haar zdlf te kennen gaf. Het
was een wonderbare poging tot doorzicht
te ontdekken, dat ik haar niet liefhad. Ik
geloofde eens, dat geen lessen haar dat
konden leeren I En toch is het slecht ge
leerd want dezen morgen kondigde zij als
een soort van verschrikkend.© kennisgeving
aam, dat dk er werkelijk in geslaagd was
te maken, dat zij mij haatte 1 Een ware
Heroules-arbeid, dat verzeker ik u 1 Als
die voltooid is, heb ik reden om dankbaar
te zijn. Kan ik je verzekering vertrouwen,
Isabella? Weet jo zeker, dat je mij haat?
Als ik je een kalven dag alleen Iaat, zou
je dan niet zuchtend en.vleiend bij mij
terugkomen Ik denk, dat zij liever gewild
had, dat dk tegenover jou enkel teeriar-
heid geschenen hadhet kwetst haar ijdei-
head, dat de waarheid gezegd wordt.
Maar het kan mij niet sohelen of men
weet, dat de passie geheel aan één kant
wasen ik heb haar daarover nooit een
leugen verteld. Zij kan mij niet beschul
digen, dat ik ook maar zoo veel bedrieg
lijke zachtheid toonde. Het eerste, dat zij
mij zag doen, toen wij uit de Grange kwa
men, was het oiphaugen' van haar kleinen
hond, en toen zij voor het dier pleitte,
waren de eerste woorden, die ik uitte,
een wensch, dat ik ieder wezen, dat bij
haar behoorde, kon ophangen, behalve
éénmogelijk dacht zij, dat zij die uitzon
dering was. Maar geen ruwheid walgde
haar. Ik veronderstel, dat zij er een inge
boren bewondering voor heeft, als haar
kostbaar persoontje maar - geen schade
lijdt! Was dit nu niet de meest absolute
absurditeit, heb zuiverste idiotisme voor
Kamerplanten.
Een laser schrijft mg: „Mijn Aronskelk
maakt geregeld leeljjke bladeren ea bloeit
heelemaal niet. Hoe moet ik hiermee han
delen? Hoe moeten bladbegonia's in huis
worden gekweekt?"
Nu de winter nadert, en daarmede
do tijd, dat wjj onza kamers trachten op
te vroolijken met onze blad- en bloemplan
ten, lijkt het mij niet ondienstig deze vraag
wat uitvoeriger te beantwoorden, te meer,
waar de bovengenoemde gewassen zeker tot
de meest gezochte en gewaardeerde be
hooren.
De Aronskelk (Richardia africana) is af
komstig uit Zuid-Afrika. Gedurende de
winter- en voorjaarsmaanden bloeit zjj
met groote' witte bloemscheeden op lange
stelen. Vooral b(j de groote steden wordt
dit gewas door bloemisten in den vollen
grond in kassen gekweekt: de helderwitte
bloeiwijzen vormen een gezocht materiaal
voor de moderne binderij. En dan speciaal
voor grafkransen en -kruisen wordt de Ei-
chardia-bloem veel gekozen.
Liefhebbers kweeken dit gewas in den
regel als potplant, en sommigen weten mooi
gevulde planten met talrjjke bloemen voort
te brengen.
Er dient daarbij vooral rekening te wor
den gehouden met de eigenaardige leef
wijze van dit geslacht Do Richardia js
n.I. van buis uit een nioerasplant, waar
mede dus gezegd wil zijn, dat dit gewas
voor eau geregelden groei steeds over vael
vocht moet kunnen beschikken. Wanneer
in de maand April de blosi is afgeloopen,
dient men minder water te geven: liet ge
was verlangt dan een rustperiode. Uitge
bloeide bloemen worden uitgesneden, de
plant wordt vooral luchtig eu koel ge
plaatst en wanneer eind Mei geen nacht
vorsten meer te vreezen zijn, wordt zij uit
de pot geklopt de mogelijk aanzittende zij-
scheutcm worden afgebroken en buiten op
een toebereide plaats in den tuin uitge-
plant. De grond wordt vooraf fiink losge
maakt en voorzien van goed verteerden
mest of kompost waarin de plant met den
wortelkluit wordt geplaatst. Gedurende de
eerste weken zal zij er gewoonlijk niet
florissant uitzien, maar daarna treedt bij
voldoende» watertoevoer de groei in en bij
donker, liefst regenachtig weer wordt ver
dunde koemest gegeven. Gewoonlijk zuilen
zich, althans waaneer da plant gezond is,
flinke bladeren ontwikkelen, die een goede
blocinvorming vooraf moeten gaan. Eind
September wordt de Aronskelk met een
flinken kluit uitgestoken en in een is>t ge
plaatst, welke vooraf van een paar scher
ven is voorzien op de gaatjes in don bodem.
Aan de wortels wordt "niet veel gesneden
en de (5ot met voedzame aarde aangevuld.
Men late voldoende ruimte beneden dea
potrand om water ta kunnen gaven. Na het
oppotten wordt flink aangegoten en blijft
de pot nog gedurende 10 h 14 dagen
buiten Btaan op den grond. Half October
zot men de plant binnen in een luchtig,
koel vertrek cn geeft, zoo noodig, dage
lijks water. Wanneer do kachel moet bran
den, zet men haar ver daar vandaan, ter
wijl men de bladeren eens per week buiten
afsprocit en afsponst om stof te verwij
deren. Hierdoor wordt tevens het optre
den van bladluis voorkomen.
Wanneer de bloemen verschijnen, geve
men met water verdunden koemest. Wan
neer do plant in een matige huiskamer-
temperatuur staat, valt de bloei in de
maanden Februari en Maart. Wie bij gé-
die erbarmelijke, slaafsohc, laag staande
hond, om te droomen, dat ik haar kon lief
hebben i Yortei je meester, Nelly, dat ik
nog nooit in mijn leven zulk een verfoei
lijk sdhepsei als baar ontmoet bob. Zij
onteert zelfs den naam van Linton cn ik
bon soms uit louter gemis aan vdnding-
rijikiheéd vertil apt in mijn proefnemingen
ten opzicht© van wat zij kon verdragen, en
boo lang zij nog beschaamd terug zooi ko
men ln-uipen! Maar vertal hem ook, om
zijn broederlijk on trotsch hart gerust te
stollen, dat ik mij strikt binnen de parken
van do wet hond. Ik heb tot op dit oogen
blik vermeden haar het geringste rcoht te
geven, om oen scheiding to eischen, on
wat meer is, zij zou niemand danken, dio
ons scheidde. Als zij verlangde to gaan,
zou zij mogen do last van haar tegen
woordigheid overtreft het genot, dat ik
smaak, aio alk haar kwel
,,Mr. Heabhciliff," zei ik, „dit is de
praat van een dolleman uw vrouw is al
lerwaarschijnlijkst overtuigd, dat u gok
bont; en daoirom beeft zij u tot duoverre
verdragenmaar nu u zegt, dat zij mag
gaanzal zij ongetwijfeld van dit verlof ge
bruik maken. U bent niet zoo betocivcrd,
is .hot wel, juffrouw, om uit eigen verkie
zing bij hem te blijvent"
„Pas op, Ellenantwoordde Isabella,
terwijl haar oogen toornig fonkeldende
uitdrukking er van liet geen twijfel over
aan het volledig succes, dat haar metgezel
gehad had in zijn pogingen om zidh ver
foeid te maken.
„Geloof geen enkel woord, dit hij spreekt.
HÜ is een liegende duivelEen monster cn
niet een monschelijk wezen Te voren is mij
al gezogd, dat ik hom mocht verlaten cn ik
heb de poging gedaan, maar ik durf hem
niet bethalen Beloof alleen, Ellen, dat je
geen syllabe van zijn schandelijke uitingen
can mijn broer of Catharina zult melden. Wat
hij ook jni&g bowören, hij verlangt Edgar tot
wanhopig woddeus toe te tarten hij zegt, dat
hij mij 'gehuwd hoeft met de bedoeling om
macht over hem te krijgen en die zal hij niet
krijgen. Ik wil liever sterven Ik hoop maar,
ik bid, dat hij zijn dhzivelsehe voorzichtigheid
mag vorgeten en mij dooden Het eenige ge
noegen, dat ik my kan vooretellen is te ster
ven of hem dood te zien
Ziezoo, dat is voor het oogenblik voldoen
de zei Hoatclidf. „Als jo opgeroepen wordt
in eon gerechtshof, zal je jo haar taal herin
noren, Nelly En kijk good naar dat gelaat
mis aan een tuin de Eicliardia niet in den
vollen grond kan planten ep haar dus voort
durend in pot moot houden, mo.4 in Jdei--
Juni, dus «ia den rusttijd, da oude aarde
verwijderen door da plant uit den pot t«
kloppen en deza weer inplanten in voed-
zamen groind, bijv. in fcen mengsel van
goeden tuingrond, ouden lcosmest en turf
molm. Zoo noodig, neemt men den pot
iets grooter. Steeds als potplant gekweekt,
krijgt men zelden de mooie, breede bloei
wijzen, welke worden voortgebracht na eett
tijdelijk verblijf in don vollen grond. 1
Behalve de bovenbedoelde kamerpotplant
worden ook Richardia-varietc.it.en gekweekt
in den zomer op bloemperken.
Zoo kennen wij do Richardia albo-macu-
lata, welke kleiner is dun de R.-Africnna
en zich tooit met mooi witgevlokte blade
ren. De droge knollen worden hiervoor ba-
gin Mei op de bloemperken geplant, phm.
20 c.M. uiteen. Op alle niet te droge gron
den zal deze soort gemakkelijk groeien!
Zoodra do bladaren in najaar door de
vorst zjjn beschadigd, heemt men de knol
len uit den grond, gnjjdt alle Jjovangrond-
sche doelen en wortels weg en laat de
knollen in de zon drogen. Op een droge,-
vorstvrjje plaats zullen zij gemakkelijk over
winteren: een droge kelder is daarvoor een
zeer gaschikto plaats. Op zolder kan men
ze overhouden in kistjes met droog zand.
Een mooie variëteit is nog de R. solfatara;
hot blad hiervan is minder mooi gevlekt,
maar de planten groeien flink en de bloemen
zijn groot, zwavelgeel met een donker vio
lette binnenviel'. Voor liefhebbers van deze
bloethon ecu keer bijzondere, eigenaardige
kleur.
In eeö vo'gend o patel over bladbegonia's.
J. S.
Vraag: Hoe is de naam van bijgaande
peer en wanneer moet zij worden geplukt?
J. H. v. L., te I4,
Antwoord: De peer heet Soldat Lae
boureur; moet begin petober geplukt worj
den. Is eetrijp November, begin Decem
ber. J. S.
Vragen op Tuinbouwgebied aan de Re
dactie van (lit blad pnder motto „Tuin
bouw".
HAAGSCHE RECHTBANK.
Mishandeling.
Voor deze rechtbank heeft terechtgestaan
J. Ph. S., los werkman uit Leiden, ter
zake van mishandeling. Deze bekl. was
met een broer in een vechtpartij geraakt
met een paar Indonesische studenten, Da-
dat er te voren scheldwoorden gevallen wa
ren. Een derde Indonesische student kwam
zijn huis uit met de bedoeling zijn vrienden
binnen te liaien. Nauwelijks ©chter was
hij buiten de deur, of hij kreeg van bekl.
een slag in het gezicht, zoodat hij neerviel
cd bewusteloos bleef liggen.
De beklaagde verklaarde aldus te hebben
gehandeld, omdat hij meende, dat deze
derde student hem wilde aanvallen.
Eisch een maand.
AMSTERDAMSCHE RECHTBANK.
Het Chineezendrania te Amsterdam.
Nadat. Dinsdag jl. dc laats to van de
reeiks Ohineozeaimoorden, die to Amster
dam in den laats ten tijd lióhben plaats
gevonden, voor de rechtbank is behandeld
diende gisteren voor dio rechtbank <lo
zaak van do groote moordpartij, die den
autoriteiten aanleiding heelt gegeven, ter
zij is vrijwel in den toestand, di© mc pasi.
Neon, Isabella, jo bent nu niet gcoofoikt om
je eigen leidsman te zyn cn ik, di© je wet
tige beschermer ben, moot je onder mijn be
waking houldeü, hoe walglijk <Uo verplich
ting ock mag zijn. Ga naar boven ik heb'
iets onder vier oogen tot Ellen Doan te zeg
gen. Dat is niet do wog naar boven, zeg
ik je Wiel, dit is 'd© weg naar boren, kind
Hij groep haar en stiet haar het vertrek
uit cn kwam terug, terwijl hij mompelde
„Ik heb geen meelij Ik hob .goen meelij f
Iloe moer de wormen zidh wringen, hoe meer
irf ©r naar hunker, om hun ingewandón uit t©
trappen Het is een moreel tanden-krijgon
cn naar Verhouding, dat dó pjjn aangroeit',
maal ik met te grooter energi©".
„YcJBtaat u wat liet woord medelijden b©-
tockent zei ik, ten-wijl ik mij haastte mijn
muts weer op te zetten. „Hobt u ©r ooit een
VzOUigje van in uw loven gevoeld
„Log dfot neer viol hij in Ide Tcde, tóón
hij bemerkte, dat het mijn bedoeling was t©
vertrokken. „Je gaat neg niet weg. Kom nu
hi;crr, Nolly,ik moet je óf o vork alen óf d,win-
gen om mij te helpen bij het volvoeren van
mijn vast plan om Catharina te zien, en dat
wel zonder uitstel. Ik zweer, dat ik geen
kwaad bedoel ik verlang niet eenig tuimult'
tewee-g to brengen of mr. Linton te wrbitte-
ren of te bclcedigon ik verlang alleen van -
haar zelf te hooren, hóe zij zioh bevindt en
waarom zij ziek geweest isen om to vragen
01 iets, dat ik zou kunnen (Loon, haar van nut
zou zijn. Verleden nacht was ik zes uur in
den tuin van de Grange, en ik zal daar van
nacht terfugkecrcn en dederen naohfc zal ik?
"de plaats bezoeken ©n iederen dog tot ik een'
gelegenheid vind olm binnen ie komen. Ala
Edgar Linton mij feigenkomt, zal ik niet aar
zelen hem neer te slaan en hom zoo veel t©
geven, dat zijn stilzwijgendheid zoo lang ik
blijf verzekerd iö. Als zijn b'cdrorvlon zich'
'tegen mij koeren, zal ik zc van mij alhouden
met deze pistolen. Maar zou het niel beter!
zijn to voorkomen, dat ik met hen of hun
meester in arniraiking kom En je het
zoo gemakkelijk kunr.en doen Ik zooi j©
waarschuwenals ik kwam, cn dan zooi j©
m© ongemerkt in kunnen laten, zoddra zij
alleen was, en waken tot ik vertrok, met ©cn
volkomen geVust gewetenje zou onheil ver»
liinc8etreri\
|Wordt vervoi