Het Bezuinigingsrapport-Rink STORMACHTIGE HOOGTEN. Ho. 19196. LEiDSCH DAGBLAD, Maandag 2 October. Tweede Biad. Anno 1922, Leiden Bergen-op-Zoom. 't Légt buiten het kader dezer bijdrage, Öm over die tijden hier breedvoerig te epreken. Waar in öde dagen van holden- etrijb' meer dan een oworeenkomst tusechen Leiden, de Sleutelstad, en Bergen-op- Zoom „als een frontierplaetsse van groo- ter importantie" (zae: schrijven v.h. Raad van Staten d.d. 1619 Nov. 26) te bespeu ren is, wil ik slechts één greep doen. FEUILLETON KUNST EN LETTEREN. INGEZONDEN. 1574 3 October 1622. Na >,die gosdo lieden der stede Van Leiden'4 (laat mij hier een benaming go- •bruikcai, die ik op meer dan één plaats in de diverse Bergsche archiedstukken ont moette) zich opmaken, om feestelijk o. m. jte herdenken, in openluchtspel, -wat dan, juist 300 jaar geleden, gebeurde in Bergen- êp-Zaom, dat, toen eenmaal de Spanjaard .voor baar veste verdreven was, behouden mocht blijven voor den Prins van Oranje, past het zeer zeker, hartelijken- dank te brengen aan de bevolking van Leiden, die, fwaar zij op 3 October toch vóóral den 348ston gedenkdag van haar o i g e n roemrijk ontzet viert, ook niet vergeten rwülde, vrat op den 3den October 1622 in 'Bergen-op-Zoom plaats vond. Leiden en Bergen-op-Zoom Wanneer ik zoo die twee steden naast lelkaar noem, komen mij verschillende sprekende feiten uit 't verleden in herin nering Toen in vroeger eeuwen, meer bijzonder in do 14de en 15de eeuw, in beide steden de Lakennijverheid zoo hoog bloedde (in bannen- en buitenland waren de Leidlsaho en Bergsoho „iakenen" bijzonder gewild!) heeft tevens bestaan tussohen Leiden en Bergen-op-Zoom een saamhoorigiheid on der de bewoners onderling (ten duidelijkst blijkt dit uit de gegovens der i5de eeuw- eche Hanze-reccssen), die, de eeuwen door, in meer dan één opzicht van een hoogst gelukkigen invloed is geweest. Toen de jaren van den 80-jarigen oorlog (aanbraken, was het gedaan met den roem ,van Bergens industrie. De stad, als Schel devesting, moestherhaaldelijk ons land dokken tegen een brutaal-vcortruk- konden vijand. Het beleg van beide stedtem, Ledden in 1574Bergen-op-Zoom in 1622, duurde 5 maanden en beóde. steden werden op één en denzelfden dagdaitum, 3 October, ont zet. Méér nog is er voorgevallen, in do eer ste helft der 17de eeuw, dat Bergen-op- Zoom aan Leiden bindt. In do boeken der Leidsche Universiteit werd in den nazomer van 1626 a3e student ingeschreven Marcus Zuerius, Berg en-op- Zooraenaar van geboorte, zoon van Jacob Zuerius en Anna Boshorn. In 1633 reeds werd Marcus Zuerius Box hom, nauwelijks 20 jaar oud, aangesteld tot buitengewoon hoogleeraar in welspre kendheid en werd hem later toevertrouwd öindis 1648, het .onderwijs in de historie aan Leidens Alma Mater. In meerdere brieven en gedichten heeft Professor Boshorn Leiden geprezen en haiar roem verkondigd, wel wetens wat hij aan de stad en haar hoogesohool verplicht was, zijn hooge geestesvorming. Op den dag zelf, da/t de stad Leiden den Vösten gedenkdag vierde van haar ontzet, 3 October 1653, stierf daar op 41-jarigen leeftijd Professor Bocchorn. Een van Leidens meest-beroemde hoog- leemaren, Rochus Hcrfferus, bezong bij dat afsterven in Latijn9ohe verzen Boxhara's nagedachtenis, waaruit Led diens droefheid bij dien dood duidelijk spreekt „Berga. Brabantinis quae etas fortis- 6ima rupis quamqu-e rigant Zoma.e, leaio fluentds aquae, Jam dum L e i d a gra- ves testatur sauoia luctus fas est et Laohry- mas addere, Berga, tuas." „Bergen, dat daar zoo versterkt gelegen Is op Brabants kusten,, om stroom c3 door het zacht-vlociende Zoomw-ater, nu de stad Leiden in haar droefheid getuigt van haar diepen rouw, past het zeer zeker u. Ó6k trancm te storten." (M. Zucrii Bcxxhornië Poëmata Francofurti, 1679). Einde November 1646 promoveerde als student aan de Leidsche. Hooge school Frans G-oedbart (FrannLscus Goudartius) Naar het Engelsch van .EMILY BR0NT& Dcor W, A. C. VAN STRIEN. 39) Je zult niet verbaasd zijn, Ellen, dat ik mij bijzonder treurig gestemd voelde, ter wijl ik daar in erger dan eenzaamheid aan dien ongastvrijen haard zat, en mij to binnen bracht, dat op vier mijlen af stand mijn heerlijk tehuis lag, dat de eenige menschen bevatte, die ik op aarde liefhad, en de Atlantische Oceaan had ons evengoed kunnen scheiden, als die vier mijlenik kon daar niet overheen Ik ondervroeg me zelf waarheen moest ik mij wenden om troost 1 En denk er aan, dat je het niet aan Edgar of aan Ca- tharina zegt boven elko andere smart rees deze: wanhoop, dat ik niemand vond, die mijn bondgenoot kon of.wilde zijn te gen Hcathcliff. Ik had bijna met blijdschap een schuil plaats op .Wuthering Heights gezocht, om dat ik door die schikking er voor beveiligd was met hem alleen-te leven; maar hij ken de de menschen, waar wij tusschen kwa men, en hij vreesde hun tusschen komst niet Ik zat en dacht een droevigen tijd na; de klok sloeg acht en ncgeD, en nog steeds stapte mijn metgezel op en neer het hoofd op de borst gebogen en volkomen zwijgend, behalve dat hij tusschenbeide een zucht of een bitter gezegde uitstiet. Ik luisterde, om de stem van een vrouw uit Bergen-op-Zoom en droeig hij zijn god geleerde stellingen, op aan den Raad der 6tad Bergen. Eenmaal gepromoveerd, vergat ook hij niet, wat hij <3e stad. Leiden schuldig was, en zoo-zien wo ,,Dns. Goudartius'' in zijn „Carmen votivum pro pace Monaste- riemsi". „Votief-lied behandelend den vrede van Munster", dat hij in den zomer van 1643 aan den Magistraat van Bergen' op-Zoom op-droeg, dankbaar herdenken het roemrijk feit van Leidens ontzet. (Zie„Register Stads Resodutsiën Ao. 1648, Juli 13). Als ik hier over de verhouding van Ber gen-op-Zoom tot Leiden sprak, beperkte ik mij opzettelijk tot de tijden, die Leidens 3-October-YereenigLng herdenken gaat. Nog zéér veel, wat Bergen-op-Zoom aan Loid-en verplicht, noemde ik hier niet. Moge intusschen uit het weinige hier ge^ memoreerde overvloedig blijken, dat Ber gen-op-Zoom het ten hoogste te waardee- ren weet, dat juist Leiden haar de eer der herdenking van roemruchte wapenfeiten, elens rond baar vcete voorgevallen, zoo ruim en hartelijk gunt. H. LEVELT, G-emeen te-archivaris. B ergen-op -Zo om RECLAME. 2275 „Zang Zij Onze Lens". Men verzoekt ons te willen mededcelen, dat het eerc-comité, voor liet uitgeschreven Con cours voor Zang- en Muziekvereenigingen enz., door de Gem, Zangver. „Zang Zij Onze Leus',', alhier, in Juni 1923, thans is samen gesteld en bestaat uit dc volgende personen j'br. mr. dtr. N. C. de Gijselaar, voorzitter rar. dir. C. E. van Strjjen rar. J. C. van dér Lip prof. dr. C. Snoudk Hurgmonje mr. P. A. Pijnacker Hordijk W. van Rossuim du ChattelOh. van SpallA. D. Vijgh J. W. Henny C. L. van Buurenmej. M. P. C. van Geer, en M. A. A. Steyns. Liquidatie van de Hagliespelers. Binnenkort zal tot liquidatie van de N.V. de Hagheapelers worden overgegaan, zogt de ,,TeL'' Belanghebbenden ontvingen dezer dagen den volgenden brief In antwoord op uw schrijven d.d. 20 dezer deel ik u mede, dat dezer dagen tot liquidatie der N.V. De~ïïag3io9pelëns wérd besloten. On- dergeteakende zal waarschijnlijk tot liquidla- teur worden benoemd. Voor zoover de zaken mij bekend zijn, kan ik u melden, dat heeren crediteuren ongetwijfeld hun volle pretenties zullen wordicn betaald, doch zult u waar schijnlijk nog cen'iigc weken geduld moeten hebben tot alle betreffende zaken geregeld zijn. (w.g.) A. H. Verkade. Naar de directie van Do Haghespelers nog mededeelde, zou men niettemin besloten heb ben het gezelschap, na afwikkeling van deze zaken, onder een anderen vorm voort tc zet ten. Is. Querido 50 jaar. Gisteren is de bekende schrijver Is. Querido 50 jaar gewortden. Plannen voor een huldi ging lipcft hij tevoren geweerd. 4732 in het huis te ontdekken, en vulde den tus- sc'nentijd met hevige spijt en droevige voor gevoelens, die ten slotte hoorbaar spraken in een onbedwingbaar gezucht en geween. Ik bemerkte niet hoè openlijk ik treurde tot Earnshaw in _zijn afgemeten wandeling tgenover mij stil hield en met nieuw ont waakte verbazing op mij staarde. Ik vatte het voordeel, dat zijn aandacht terugge keerd was, aan, en riep uit: „Ik ben vermoeid van de reis 'en ik ver lang naar bed te gaan! V/aar is de dienst bode Wijs mij waar zij is, daar zij niet bij mij wil komen!" ,,Wc hebben er geen", antwoordde hij; ,,u moet u zelf bedienen „Waar moet ik dan slapen snikte ik. Ik dacht niet meer om cenige waardigheid, onder het wicht van vermoeidheid en ramp zaligheid. „Joseph zal u Heathcliffs kamer wijzen".: zei hij; „open die deur". Ik was op het punt te gehoorzamen, maar hij hield mij plotseling tegen en voeg de er op den vreemdsten toon aan toe: „Wees zoo goed uw slot om te draaien en er den grendel voor te schuiven laat dat niet na!" „Goed!" zei ik. „Maar waarom, mr. Earnshaw?" Ik was niet ingenomen met het denkbeeld om mij opzettelijk met Heath cliff op te sluiten. „Ziehier antwoordde hij, terwijl hij een pistool van bijzondere constructie uit zijil vest to voorschijn haalde, dat een mes met dubbele snee aan den loop bevestigd had. „Dat is een groote verzoeking voor een wanhopig man, nietwaar Ik kan den drang niet weerstaan, om hiermee iederen nacht naar boven te gaan cn zijn deur te Verschenen is het tweede verslag van 'de Staatscommissie, ingesteld bij K. B. van 20 September 1920, (bezuinigingscommis sie). Aan Hoofdstuk I van dit verslag ont- leenen wij Afschaffing van "do boden bij de Depar tementen van algemeen bestuur ontmoette bij de Regeering overwegende bezwaren. Zij erkende, dat het aantal boden te groot is en dus zal moeten worden ingekrompen door, waar dit mogelijk is, werkzaamhe den, welke thanö door boden worden ver richt, aan ambtenaren van lagercn rang op te dragen en door ycryanging yan boden door jongens. Hoofdstuk IL van het verslag bevat voor stellen van bij zonderen aard met betrek king tot de werkwijze, de bezetting, enz. van bepaalde takken van dienst. Voor den 'huishoudelijken dienst bij het Departement van Buitenlandsche Zaken is op de begrooting van 1922 een bedrag van f 304,000 toegestaan. Deze som kwam der commissie buitengewoon hoog voor, al nam zij in aanmerking, dat de telegrammen en de buitenlandsche paspoorten groote som men per jaar vorderen. Na onderzoek kwam zij tot de slotsom, dat door gebrek aan vol doende toezicht en gemis van de vereisch- te spaarzaamheid de uitgaven voor den huishoudelijken dienst onnoodig hoog zijn opgevoerd. Bij schier allo groepen van uit gaven meende de commissie die euvel to moeten constateeren. Inzonderheid de zeer aanzienlijke kosten van meubileering, electrische installatiën en schrijfbehoeften trokken haar aandacht. De uitgaven voor meubilair en electrische installatiën in het gebouw bedroegen over 1919, 1920 en 9 maanden van 1921 niet min der dan f 121,000, waarvan pl.m. f 17,000 werd betaald voor de inrichting van de ambtswoning van den Minister van Buiten landsche Zaken. Vier leveranciers, te we ten een electrotechnisch bureau, een meu belmaker, eenbehanger en stoffeerder en een timmerman, ontvingen over genoemd tijdvak van twee jaar en negen maanden resp, f 42,000, f 10,100, f 25,800 en f 15,700 Hoewel het voor de commissie niet mo gelijk was na te gaan of alle uitgevoerde werkzaamheden noodig waren, en tegen re delijke prijzen zijn geschied, vestigde het onderzoek bij haar den indruk, dat een in vele opzichten noodeloos kostbaar be heer is gevoerd. Dit was veroorzaakt, door dien do voor den huishoudelijken dienst verantwoordelijke ambtenaren niet of zeer onvoldoende toezicht hielden; de prijzen van de leveranciers niet werden gecontro leerd, aan de wenschen van ambtenaren geredelijk werd voldaan en mededinging bij de bestellingen niet plaats had. Zoo wer den in 1921 nieuwe electrische kabels in 't gebouw aangelegd, omdat het bestaande kabelnet te zwaar was belast. De kosten bedroegen ongeveer f 14,000. De uitvoering van dit werk is zonder voorafgaand over leg geheel aan den leverancier overgelaten, terwijl ook niet aan verschillende installa teurs te voren prijsopgaven zijn gevraagd. De prijzen, welke de leveranciers bereken den, werden niet gecontroleerd en evenmin in van Rijkswege op de uitvoering van dit kostbare werk deskundig toezicht gehou den. De commissie merkte bovendien op, dat de aanleg van een nieuwe leiding wel licht geheel vermeden had kunnen worden. Mot betrekking tot de uitgaven aan sohrijl en buroolbohoefton, welke over 1920 een bedrag van f 33,000 beliepen, zonder de kosten van bui tenlandsche passen, nam de commissie dezelfde gebroken waar als hier voren zijn geschetst. Een duplioaitor, in 1920 aangekocht voor f 425, werd na een half jaar te zijn gebruikt vervangen door een ander toestel, dat f 575 kostte. De eerste maohine, welko nog in zeer goeden toestand verkeerde, was op zolder opgeborgen. De voor het departement bonoodigde schrijf- en bureel- behoeften werden, met uitzondering van enkele papiersoorten, in de laatste jaren steeds aan gekocht bij oen kleinhandelaar tc 's-Gravcnbagc. Zijn vorderingen bedroegen over 1919 en 1920 on een deel van 1921 tezamen ongeveer £45,000 over 1920 alleen f 25,900. De commissie sprak onderzoeken. Als ik haar een keer open vind ,is het met hem gedaan. Ik doo het zoo stellig mogelijk, al heb ik ook een mi nuut te voren mij honderd redenen te bin nen gebracht, die mij zouden moeten weer houden; het is een of andere duivel, die mij dringt om mijn eigen plannen te dwarsboo- mon door hem te dooden. Je vecht tegen dien duivel zoo lang als je kan; maar als de tijd komt, zullen al dc engelen in den hemel hem niet redden 1" Ik beschouwde het wapen onderzoekend. Er kwam een afgrijselijke gedachte bij mij ophoe sterk zou ik zijn, als ik zulk een instrument bezat 1 Ik nam het uit zijn hand ne raak© het lemmet aan. Hij keek ver wonderd bij -de uitdrukking, die mijn ge zicht gedurende een kort oogenblik aan nam; dat was geen afschuw, dat was be geerte. Hij rukte het pistool achterdochtig terug, sloot het ines en deed het jn zijn schuilhoek terugkeeren. „Het kan mij niet schelen, of u het hem vertelt," zei hij. „Maak, dat hij waakzaam is, en waak voor hem. U weet, hoe wij tot elkaar staan," zei ik; „het gevaar, dat hij loopt, geeft u geen schok". „Wat heeft Heathcliff tï gedaan V' yroeg ik. „Waarin heeft hij u verongelijkt, dat u hem zoo ontzettend haat 'Zou het niet verstandiger zijn hem te gebieden het huis te verlaten?" „Neen!" donderde Earnshaw, >,als hij aanbood mij te verlaten, zou hij ten doode opgeschreven zijn; overreed hem het to be proeven en u bent een moordenares! Zal ik alles verliezeh, zonder eeh kans om het terug te krijgen. Zal Hareton een be delaar zijn .0, duivelsIk zal het te rug hebben]; en ik zal z ij n goud ook heb er Eaar bevreemding over uit, 'dat aan dezen handelaar zulke belangrijke leveringen waren opgedragen zonder dat aan anderen do gele genheid tot mededingen was gegeven. De commlssio kwam tot dc slotsom, dal, wan neer met haar opmerking rekening werd ge houden en gestreefd werd naar een zoo econo misch mogelijk beheer, op dc uitgaven voor de huishouding bij dit departement wel f 100,000 per jaar zou kunnen worden bezuinigd, onge rekend do besparingen, te verkrijgen door de medewerking van hot Rijksinkoopbureau. Aan de bezetting, werkwijze cn huisvesting van hot Departement van Landbouw, N. on H. wijdt hot verslag uitvoerige bosohouwingon. Wat de directie van don Landbouw betreft, conclu deert do commissie, dat de secretarie en de di rectie zouden kunnen wordon voreenigd mot de algcmccne secretarie van het Dopartement, waaraan acht ambtenaren zouden zijn toe te voegen. In het geheel zooi de door de commissie aangovoordo organisatie 4-1 ambtenaren vor deren, dat is 27 minder dan bij do directie van den Landbouw werkzaam waren toen de com missie haar onderzoek instelde. Naar de zienswijze van de commissie kon do af doeling vissciherijen in haar tegenwoordige sa menstelling niet worden gehandhaafd. Zij gaf den Minister in overwoging, den hoofdinspec teur voor do vis sch er ij on wiens bureau inmid dels is govostigd in het Deparlcmentsgobouw met de leiding dor afdeeling visscherijen te be lasten. Wordt daartoe overgegaan, dan zal slechts één ambtenaar van hot departement aan dien hoofdambtenaar behoeven te worden toe gevoegd voor wotgevonden arbeid in zaken van j uridischen aard. In dit geval kunnen vier van de vijf ambtenaren dor afdeeling visscherijen worden gemist! In hEiar conclusie omtrent de personeelsbezetting bij de afdeeling comptabi liteit gaf de commissie een gewijzigde samen stelling van die afdeeling, waarbij zij kwam tot 20 in plaats van 47 arriblenaronl De besparing op het personeel van dc afdee ling algomeone secretarie zou, indien er aan de voorstellen van de oommissie gevolg werd gegevon, 13 ambtenaren bedragen. Bij het on derzoek van dit Departement viel het op, dat oen aantal vertrekken in het Deparlcmentsge- bouw ruimschoots gelegenheid bood voor huis vesting van meer ambtenaren dan daarin work- zaani waren Gaf de minister aan vele opmer kingen, die de commissie te dezer zake maakte, gevolg on word ménige vereenvoudiging aanne melijk geacht, op oen aantal punten bleok vcr- sohil van moon.ing te bestaan. Do commissie acht zich vcrplioht op die punten terug te ko- mon en stelt zich voor in een volgend verslag de slotsom der voortgozolte godachtenwissoling mode le deolen. Wat den huishoudelijken dienst bij het De- partomont van L., N. cn H. betreft, concludeerde de commissie, dat, ook wanneer de prijzen se dert 1920 niot waren verminderd, naar haar zienswijze oen bedrag van ten minste f 30,000 op dc kosten van dozen dienst zou kunnen wor den bezuinigd. Do besparingen ten gevolge van de prijs daling en de medewerking van het Rijks inkoopbureau meende zij op f 20.000 per jaar te kunnen stellen. Volgens haar be rekening zou voor het jaar 1922 f 120.000 toereikend zijn, dat is bijna f 80.000 minder dan het op de begrooting voor dit jaar uitgetrokken bedrag van f 199.500. Uit het antwoord, hetwelk de Minister op desbe treffende opmerkingen aan de commissie deed toekomen, bleek, dat een en ander nauwkeurig was onderzocht en dat maatre gelen waren genomen of werden overwogen om, waar mogelijk, tot vermindering van uitgaven te komen. Hoofdstuk III bevat adviezen en voor stellen van bijzondere aard uitgebracht, naar aanleiding van door de betrokken de partementen gedane verzoeken of medledee- lingen. O.m. heeft de Commisie een onder zoek ingesteld naar de uitgaven, welke de uitvoering van de wet op het Testamenten- register bij het Departement van Justitie zouden vorderen. De Commissie kwam tot besluit, dat in tweeërlei opzicht een aan merkelijke bezuiniging zou kunnen worden verkregen. Behalve tal van opmerkingen ten aan zien van verschillende departementen treft men verder nog in Hoofdstuk ril be3chou- ben; en dan zijn bloed; en de hel zal zijn ziel hebben. Die zal met dien gast tien keer zoo zwart zijn, als hij ooit te voren was „Je hebt mij, Ellen, met de gewoonten van je ouden meester bekend gemaakt. Het is duidelijk, dat hij op den rand van den waanzin is ten minste hij was zoo gisteravond. Ik sidderde voor zijn nabij heid en vond de lompe gemelijkheid van den knecht, daarbij vergeleken, nog betrek kelijk aangenaam". Hij hervatte nu weer zijn sombere wan deling, cn ik lichtte den klink en ontsnap te in de keuken. Joseph stond over het vuur gebogen en keek in een grooten pan, die er boven hing; en een houten kom met pap stond dicht bij op den stoel. De inhoud van de pan begon te koken cn hij keerde zich om, om zijn hand in de kom te steken. Ik giste, dat deze toebereidselen waarschijnlijk voor ons avondmaal waren, en daar ik honge rig was, besloot ik het eetbaar tc houden; daarom riep ik scherp: „Ik zal de pap klaarmaken!" bracht de kom buiten zijn bereik en ging voort met mijn hoed en rij kleed af te doen. „Mr. Farnshaw", ging ik voort, „zegt mij, dat ik me zClf moet bedienenen dat zal ik. Ik zal tussohen julllie niet voor dame spelen, <want ik vrees, dat ök dan van Ihon- igier zon sterven." „Goede hemel!'- mompelde hij, terwijl- hij ging ritten en van do knie tot den enkel óp zijn gestreepte kousen sloeg. „Als er nu nieuw'© meesters bij komen juist nu ik aan twee meesters gewend geraakt oen, als ik nu een meesteres boven mij ge plaatst krijg, wordt het tijd om weg te yluohton. Nooti had ik gedacht, dat ik dletn wingen aan over do oprichting van ëën af deeling Gebouwen bij het Departement van Financiën, terwijl ook met betrekking tofc cïa werkwijze van de Rijkspostspaarbank onderscheidene wenken worden gegeven in zakt .vereenvoudigingen en maatregelen tot vermeerdering van inkomsten. In Hoofdstuk IV treft men aan voorstel len on opmerkingen met betrekking tot be zuiniging op uitgaven voor materieel of tot vermeerdering van 's Rijks inkomsten.. Volgens de berekening van de Commis-» sie zou, indien overeenkomstig haar voor-* stel wordt gehandeld, op de uitgaven voor; enveloppen bij de Departementen van Alge meen Bestuur dooreengenomen ten minste» 50 pCt. kunnen worden bespaard. De Commissie acht het wcnschelijk, t« doen nagaan of niet de gevangenisarbeid meer dienstbaar zou kunnen worden go- maakt aan het verrichten yan bindwerk voor de Departementen. Naar het aan do Commissie voorkwam, zou een zoodanige regeling een besparing van ten minste f50.000 per jaar kunnen opleveren en tevens bevorderlijk rijn aan de ontwikkeling van vakbekwaamheid bij de gevangenen. Wat de huisvesting van het Departement van Algemeen Bestuur en de daaronder rosorteerende instellingen te 's-Gravenhago betreft, gaf de Commissie den minister van Binnenlandsche Zaken in overweging te bevorderen dat voorshands geen nieuwe ge-» bouwen voor huisvesting van de Departe-1 menten e.a. zouden worden gehuurd of aangekocht. Alleen dan zou, meende de Commissie tot het koopen of huren van huizen mogen worden overgegaan als na nauwkeurig on-» derzoek vast stand, dab in de thans voor 's Rijles dienst bestemde gebouwen do ver-» eischte plaatsruimte niet aanwezig is, en door een meer rationeel© bestemming van de daarin beschikbare lokaliteit ook niet kon worden verkregen. De overige Minis ters ontvingen afschrift van dit schrijven. In antwoord op haar brief el de de Mi nister van Binnenlandsche Zaken aan de Commissie mede dat de Ministerraad! zich met haar opmerkingen had vercenigd. In een schrijven van den Minister van Financiën dd. 25 Februari 1922, betrekking hebbende op de mogelijkheid om zonder hooge kosten te voorzien in do dringende behoefte van een geschikt gebouw voor huisvesting van den Postchëque- en giro dienst, bracht cüo minister het denkbeeld ter sprake, dezen dienst van gebouw ta doen verwisselen met het Centraal Bureau voor de Statistiek. Na onderzoek moest de Commissie hot denkbeeld van een verwisseling van gebou wen, als door den Minister bedoeld, onte raden. Naar het haar voorkwam zou het gebouw van het Centraal-Bureau voor de Statistiek aan de Oostduinlaan te 's-Gravenhage volj doende gelegenheid bieden tot huisvesting van den Postchèque on girodienst, ook bij belangrijke uitbreiding van het daarbij werkzaam zijnde porsoneel. (Builen verantwoordelijkheid der Redactie). Copie van al of niet geplaatst© stukken wordt niet teruggegeven. j De Herdenking van Leidens Ontzet van 80 jaren in haar ontwikkeling. Biji den naderenden dag der Herinnering! aan Leidöns Ontzet, dia aanvangen wil meb een heerlijke wijding, waarna de schitterende Optocht volgt, gepaard met de uitvoering van effii veelsoortig program, dat aan „elck wat wils" belooft, moge het bij de geëerde Leidenaresi geen verwondering baren, dat een oud-Leidenaar, die de jaarlrjksche Her denking steeds meeleefde in den geest ditmaal bewijzen wil gevön van dat meeleven, nu, prachtiger dan ooit, de Herdenking rich in vormen uit, geheel verschillend van de primitieve, ofschoon niet minder geestdrif tige, diepgevoelde wijze, waarop rij nu nog gevoeld moge werden. In 1842 dan, en enkele jaren daarna, be* dag zou zien, dat i'k do oudo plaats zou moeten verlaten maar ik denk, dat <T.9 nu dichtbij is !'- Ik schonk aan dit geklaag geen aan-» daohtik ging enel te werk en zuchtte bij do herinnering, dat er een tijd geweest was, toen dit alles als een vroolij'ke grap zou zijn beschouwd; maar dwong mij spoe dig om de horinnering van mij af te zet ten. Dc herinnering aan het geluk, dat voorbij wa«s, pijnigde mij, en hoe grooter het gevaar was, otm de verschijning cr van op te roepen, des te sneller de lepel rond ging en telkens een handvol meel in heb water viel. Joseph zag mijn wijze van koken met groeiende verontwaardiging aan. „Hemelriep hij uit. „Hareton, je zult vanavond je pap niet krijgen; cr zullen niets dan brokken zijn zoo dik als mijn vuist. Ik zou kom-en-al or in gooien, als ik jou was! Daar, nu dat nag, en dam bent u klaar. Pang, pang. Een geluk, dat do bodem er niet uit is!" Het w a s nogal een ruw maal, dat er ken ik, toen het in de borden weid ge-» stort; er waren er voor vier en een kan vcrsche melk werd uit het melkhuis ge-- bracht, die Hareton greep cn waaruit hij begon te drinken, terwijl hij van den groo ten rand morste. Ik maakte bezwaren en verlangde, dat hij zijn portie in een kroes zou krijgen; en verzekerde, dat ik het vocht niet Icon drinken, nu er zoo morsig mee werd om gegaan. JWordt vervolg!).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 5