CORRESPONDENTIE.
„Welnu," heraam de stroomgod, ,,leg
deze maar naast u neder tot mijn terug
komst. Ik ga heen om het gewenschte te
zoeken."
Eenige oogenblikken later kwam hij we
der te voorschijn. „Zie hier!" dus riep hij
Numa zegevierend toe, de bijl, die ik ge
vonden heb. Deze zal toch wel de rechte
zijn, niet waar?"
„Ach neen," weeklaagde de arme be
proefde, „mijn bijl is van ijzer èn staal
en deze is van zilver. Mijn leven lang heb
ik zoo veel niet verdiend om zulk een kost
baar voorwerp te kunnen koopen."
„Bewaar dan ook deze tot ik terugkom,"
prutteldte de Stroomgod, schijnbaar onte
vreden over zijn vergeefsche moeite.
Meer dan een half uur bleef Numa aan
angst en vertwijfeling ten prooi, de terug
komst van den God des Tibers verbeiden.
Eindelijk zie daar duikt hij weder uit
de diepte op. Zijn oogen schitterden van
geluk en een blijden lach lag over zijn ge
laat verspreid.
Triumfeerend reikte hij het ijzeren werk
tuig den sidderenden kolenbrander over.
„Ja, ja, dit is mijn bijl!" juichte Numa.
„Heb dank, innig dank, o Goden, voor den
bijstand mij verleend. Uw liefde heeft mij
en mijn huisgezin van den hongersnood ge
red."
Numa stond gereed zich te verwijderen,
toen de God hem nogmaals toesprak: „Het
verheugt ons Goden zeer, brave man, dar.
gij deze gevaarlijke proef zoo glansrijk
hebt doorgestaan, Tot loon voor uw vlijt
en eerlijkheid schenken wij u deze gouden
en zilveren bijl beidenhandel er maar
mee naar goedvinden."
Alvorens Numa onthutst door zulk
een schitterend eeluk zich in staat ge
voelde den railden God te danken, was
deze reeds in die diepte verdwenen."
De blijde mare van den voorspoed hem
ten deel gevallen, verbreiddo zich op de
vleugelen 'der Faam.
Trouwens, Numa zelf had er geen ge-
héïm va.n gemaakt, toen hij de beide kost
bare voorwerpen in de nabijgelegen stad
aaD een vermogend handelaar had ver
kocht.
Zoodra mogelijk, timmerde hij zich een
ruimer woonhuis met bergplaats en stal
ling. Twee koeien en twee zwijnen werden
er oók aangeschaft. Ook' kocht hij twee
sterke ezels om de zware vrachten hout en
kolen naar de markt te vervoeren, bene
vens een paar kloeke slaven om op het
vee te passen, of hem bij den arbeid be
hulpzaam te zijn.
Een gouden toekomst lachte hem aan.
Eerlijkheid en arbeid hadden hem en de
zijnen ten zegen verstrekt, en allen, die
hem kenden verheugden zich over het ge
luk, hem ten deel gevallen.
AllenNeen, één was er die hem dat
benijdde.
Met wangunst in het hart sloeg Tarqui-
nius den rijken buurman gade.
Ook hij wilde rijk worden als Numa
doch niet met het goede oogmerk om zijn
rampzaligen toestand te verbeteren. Hij
.verlangde naar een lui en vadsig leven.
Rijk zijn en niets doen dat was zijn
levensideaal. Met deze gedachte vervuld,
begaf hij zich op zekeren morgen maar den
Tiber-oever, en om aan zijn voornemen
uitvoering te geven, koos hij dezelfde plek
waar te voren" de Godheid aan Numa ver-
£Mitmen was*.
Met schijnbare ernst en vlijt toog hij aan
den arbeid. Een reusachtige ejk, de groot
ste uit den omtrek had hij zich uitgekozen
om te kappen.
Alvorens den arbeid door te zetten,
wrong hij de ijzeren bijl zoo los aan den
steel, dat deze bij den dercöen slag reeds
losraakte en in de nalbijzijnde rivier
verdween.
Met geveiDsde droefheid zich op de
knieën werpende, riep hij de Goden aan:
„Help mij 1 help mijo Godèn, ik heb
de bijl verloren, zonder welke ik niet wer
ken kanl" dus jammerdle hij.
Zijn gebed werd verhoord. De Tibergod
vertoonde zich ^aan de oppervlakte der
rivier en vroeg hem:
„Waarom jammert ge aldus, o sterve
ling?"
„Q Goden, ik heb mijn bijl in de diepte
der wateren zien verdwijnen; ik bid u,
sta mij bij in dtezen nood."
„Is deze soms de vermiste?" vroeg de
j stroomgod, een -zware gouden bijl omhoog
heffende.
„Ja, ja, dat is de mijne, ik bid u geef
mij dien weder!" riep Tarquinius vroolijk
uit, terwijl hij zich nader bij den oever
begaf om den kostbaren schat aan te
nemen.
„Terug, snoodaardbulderde db veront
waardigde Tibergod, terwijl hij de gouden
bijl verre wegslingerde, zoodat hij in de:
diepte verdween. „Terug, snoodaard, <en
nu voort van hier!" vervolgde hij met ver
heffing van stem. „Gij vermeet u de "goden
te bedriegen; ik zeg u: dat gij van nüifaf
aan in het zweet uws aanzijns het brood
zult eten, maar nimmer de rust en deD
vrede zult leeren kennen, dfe aan eerlijken
arbeid als een zegen verbonden zijn."
In de «zomervacantie is het pakje brieven
der Leidsche jeugd zeer afwisselend. De eene
week ontbreekt die door uit de stad zijn en
verschijnt dan de week daarop weer en|dan
zijn het weer anderen, die, hoe geinpuw
anders ook, dian eens een paar weken ont
breken. En nu zal ik jullie eens vertellen 'dat
ifk de maand September naar Zwitserland
ga en dtus dan onmogelijk iedere week 'do
correspondentie kan doen. Maar om jullie nu
niet' een heele maand in de steek te laten,
zal ik -het oan de veertien dagen doen, dan
woeden de Lei'dsohe brieven naar mij opge
zonden in Zwitserland en zal ik vandaar uit
antwoorden op alles, al lees je dat dan pas
6en week later. Ik denk. toch' dat de Leidsche
raadseljeugd dat gezelliger zal vinden, dlan
'dat een vreemde het 'die weken voor mij
'waarneemt'. Deze weken in 'Augustus ben ik
nog in Zeeland en moeten de brieven dus
Zaterdags vóór 12 uur bezorgd worden, zoo
dat ik ze tijdig heb om er vóór Donderdags
op te antwoorden. De regeling voor Septem
ber deel ik nog wel een paar maal made in
de correopondentie, daaT er nu telkens kin
deren uit de stad zijn, die dan de kindercou
rant misschien niet lezen.
Tmrug Kwestroo, dat meisje waar je over
schreef, heeft: wel eens meegedaan en mij
'toen raadsels gezonden. Schrijf mij igerust op
heel gewoon papier, want ik vind het jammer
als al je moolie postpapier voor mij wordt'
gebruikt'.
MaTie La man en Lena van Leeuwen har
telijk d'ank voor de ansichten uit 'Alkmaar
on Schiedam.
Annie Zirkzee, zorg maar goed voor het
jonge hondje, en pas vooral op dat hij niet
alles kapot bijt, dat doen die jonge diertjes
zoo graag.
Annie Stouten, ik hoop rdaT je 12 Aug. een
prettig daJgje hebt gehad in Noordwijk het
weer was nogal goed dien dtag.
Hanmen en "Wim Nieuwland, je bent een
heel eind vaü huis af geweestwas het er
mooi hebben jullie veel gewandeld "Want
fietsen doe je misschien nog niet.
Hester de Bruyn, als er bij een letterraad
sel eens een lettertje ontbreekt of te veel
staat, dan is 'dat een kleine vergissing, daar
kan ifk niets aan doen.
Lies de Bruyn, anekdotes -mag je altijd in
zenden, die heb ik nooit' te veel en raadsels -
mag ook gerust om de 3 weken. Al kan ik zè
niet direct plaatsen, 'dan bewaar ik ze maar,
tof i'k ze noodig heb.
Mairte Poeliejoe, dus jutLlie zijn al met 4
meisjes nu wie weet hoe welkom dan een
broertje later zou zijn, al 'denk je nu. dat je
liever alleen zusjes hebt.
KLicina Park-vliet, waf een lange gezel-"
lige brief was het ditmaal. Je verhalen over
de poesjes las ik met plezier. Vroeger in
mijn ouderlijk huils hebben wij eens 13, katten
gehaid, 3 grooten en die kregen tegelijk je der',
eenigo kleintjes en teen lagen ze a-lléa te
zamen in één gróofen mand, ocK zoo'n aller-"
aardigst gezicht was dait, daar zou jij ook
wel genoten hebben, denk je niet
Nelly van der Wilden veel plezier op je
logeerpartij in Delftvertel er mij later
maar eens over.
Diirk dte Groot, zóó, was die brief zondet
naam van jouje imag mij gerust tante noe
men, dat weet je toch wek •- -*■ L v
Hester Ma rijt, als je de raadsels in de
Leidsohe kindercourant altijd zoo aardi
vindt, dan moet je maar trouw gaan meedoen
Koosje Schudt het- spijt- mij dat je in Den
Haag logeert, terwijl ik er uiet ben dk zou
jou graag eens zien. Ik ontving al zóóvele
aardige briefjes van jemaar die kennis
making zal dan in Leiden wel eens plaa
hebben.
Jaantje en Stien de Wekker, hier boven
heb je al kunnen lezen hoe lang ik in KIoo
sterzande blijf en waar ik dan heenga.
Jan Harting, dat -is een buitengewoon
goede verjaardag voor je geweest; ik hoep
dat je veel en dikwijls van je fiets zult ge
nieten. Houdt je zooveel van sprookjes en Ie
genden Nu er bestaan ook vele mooie.
Eriika Griigoleit, je bent een nieuwelinge
ben je een Hollandsche Je naam klinkt vol
strekt niet Hollandsch.
Rika van Veen, is de vacantie al weer
bijna om Jammer he. Geniet maar goed
van de laatste vrije dagen.
Jetty van de Noordaa, ik had het dfus bij
het rechte eind, toen ik raadde, 'dat die eene
brief van jou was ik -meende ook zoo zeker
je schrift te herkennen.
Marietje Seydel, ik hoop voor je dat! je no
veel kunt gaan fietsen in deze laatste vacan
'fieweken.
Allen een hartelijk groetje' van
Mej. A. KOOPMANS VAN BOEKEREX
ANTWOORDEN OP DE RAADSELS
UIT !HET VORIGE NUMMER.
1. Een bal of een hoepel.
2. Een rivierbed
3. B
aap
ketel
Batavia
v ij v e r
t i n
a
4. De letter s.
5. Agaatje.
6. Tusscheu kop en staart.
7. Rapenburg, rap, ar, rapen, pen, brug
8. De broodbakker, want dan is hij broo
deloos.
Goede oplossingen ontvaai-gon vam:
Jetty vaoi de Noordaa. Eriha Grigoloit. Annie
Pel, Rika van Veen. Jo Voorbrood. Semien
Voorbrood. Jan Harting. Jaantje en Stien de
Wekker. Louis van Klaveren Koosje Schuit
Hester Ma-rijt. Dirk de Groot. Nelly van den
Wilden. Klazdna Parlev-liet. Pieter de Klerk
Jacob de Klerk. Klaas Horsman. Marietje Scy-
deh. Marie Poeliejoe. Greta v-an Daaien. Hester
de Bruyn. Lies de Bruyn. Harmen en Wam
Nieuwland. Christien de Pree. Annie Stouten
Ella Brugmans. Mdenie Metsellaar. Annie Zirk
zee. Rina Oudshoorn. Truus Kwestroo.
RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE
KIEZEN.
Ingezonden door Dina van der Reijden.
[Wie heeft wel honderd oogen en ziet
toch maar met twee
Half van hout, half van 't zwijn,
Raad eens, wat dat wel mag zijn.
Ingezonden door Sjoukje Hiemstra.
Van voren gelezen,
Zeer dicht aan de kaak;
Van achteren af,
Veelal leelijk van smaak.
Ingezonden door .Willem van Ulden.
Welke palen zijn onzichtbaar en worden
toch gemakkelijk opgemerkt
Ingezonden door Adriaan Bolle.
Mijn geheel is 3 lettergrepen. De 2 eer
sten zijn van glas; de 3e is glas en het
geheel is glas.
Ingezonden door Ina Houpt.
In welk land trouwen meer vrouwen
dan mannen
Ingezonden door Jacoba v. d. Berg.
Mijn eerste is koud en hard; mijn tweede
is warm en zacht; mijn geheel ie groot en
wjt en optmoet i]j liefst piet.