UT ONZE STAATSMACHINE LAND- EN TUINBOUW UIT DE RIJNSTREEK, OST DE OMSTREKEN. FEUILLETON IE 0HUR8T0H3 1 io. 19132 LülöSCH DAGBLAD, Vrijdag 11 Augustus. Tweede SBSad. Anno 1922. Jeugdcriminaliteit. "Wij h ebb ex: de kinderwetten, die onge- vrijfeid veel goed hebben gedaan; wij heb tuchtscholen en opvoedingsgestichten, raarmse in den lijd van hun bestaan nogal rat verandering heeft plaats gehad, ver- frarbaar omdat men met een geheel lie uw instituut te doen hadwij zullen poedig kinderrechters hebben, waarmee den terecht ingenomen zijn, maar waar over enkelen het hoofd schudden, niet om- lat zij do instelling veroordeelenmaar midat zij vreezen, dat in de algemeen© en iverigens prijzenswaardige zucht naar be- liiniging het ambt van kinderrechter zal lorden opgedragen aan één der zittende echters zonder dat er zekerheid bestaat, at deze voor dat speciale ambt de noodige esohifktheid heeft. Eu dan hebben wij de jeugdcriminaliteit, lie kinderwetten, tuchtscholen, opvoeding® estichfcen. kinderrechters noodig maaikte. Het aantal der jeugdige boefjes is in ons and tamelijk groot en tijdens den wereld- iorlog is het er niet beter op geworden. £r was zelf gebrek aan plaatsruimte voor il de „veroordeelden" en die Minister van ustitie heeft niet onbelangrijke sommen angevraagd, om in de behoefte aan ruim- e voor al die mogelijke toekomstige rnis- ladigers of boosdoeners te voorzien. Hij is elfs zoo ver gegaan, dat hij verre de toe gestane bedragen overschreed, o. a. bij den ©uw van z.g. localiteiten bij Leeuwarden, m dat hij ii> twistgeschrijf geraakte met le Algemeene Rekenkamer, die deze groo- e overschrijding van wettelijk toegestane iredieten niet bon goedkeuren. Het maakte daarom een verrassenden ndruk dat- wat later het aantal ter-be- ohikking-steJlingen sterk afnam. Dat tèeft indertijd het Kamerlid Bulten aanl eiding gegeven om opheldering te vragen, t»f nu werkelijk de jeugdcriminaliteit in jelijke mate was afgenomen als de ter- (esohikking-stellingen. De Minister heeft in zijn antwoord toe gegeven. dat het aantal ter-beschikking- I [tellingen heel wat geringer was dan in 18 en 1919, toen het dan ook bijzondei oog was. Maar de daling van het aantal b niet constant gebleven. Wel was er ver hindering van jeugdcriminaliteit, maar iat was meestal het geval met de groote boden die ook het meerendeel der ter- *«kikkm>g-geste!den leverden. Wat de Minister bij die gelegenheid ver ier meedeelde, scheen te bewijzen, dat de ifneming der criminaliteit meer scihijn dan. irezen wa«s. Immers, de Minister zei toen, lat, „moet worden aangenomen, dat de iifioh tot aanzienlijke inkrimping der uit gaven heeft bewerkstelligd, dat de betrok ken Staatsorganen nog nauwgezetter dan rcoeger de vraag hebben voorgelegd of een x» ingrijpende en kostbare maatregel als er-besohikking-stel-ling in een bepaald ge- Pal wel behoefde te worden toegepast. Al in 1914 had de toenmalige Minister ran Justitie bij circulaire aan de ambtena ren van het O. M. er op aangedrongen, om iet t-oepassen van maatregelen, die jaren- ange verzorging van jeugdige veroordeel den op kosten van den Staat noodiig ma ken, tot het noodzakelijkste te beperken. En de tegmwoordige Minister heeft dat in 1921 nog wat aangedikt en' verduidelijkt door er op te wijzen, dat de door de om- itandigheden geboden besuinigbg het noo- digi maakt, zich te beperken „tot- de bepaald irnstige gevallen." Bezuiniging dus, ook door misdadigs jon- ;eren, als het niet de spuigaten uitloopt, oaar t9 laten Ioopen. Nu ja, de tuchtscholen waren er nog. Eigenlijk zrjn die toch ook eigenaardige in stellingen. Op ons heeft het. meestal' een Iwazen indruk gemaakt, als wrj lazen yan veroordeeling tot bijv. 3 weken tucht- ichool. De woorden veroordeeling en school eken ons in strrjd met elkaar en wij hebben verbaasd gestaan over de handigheid, die 'ij het personeel van die inrichtingen werd verondersteld, om in drie weken een jon den, met wïen vader geen raad wist, tucht e leeren. Een wetsontwerp van 11 Juni tracht nog weer een ander element in te voeren in de ter-beschikking-stellingen en het tucht schoolwezen. De Minister, die in den oorlogstijd het vreeselijk vond, dat zooveel veroordeelingen van jongeren niet konden worden ten-uit- vcer-gelegd en daarom groote sommen aan vroeg en nog veel grootere besteedde, cm in het gebrek aan bergruimte te voorzien, zegt nu, dat men in die dagen van gebrek aan plaatsruimte de ondervinding heeft opge daan, dat verschillende jeugdige personen zich in de vrije maatschappij zeer goed kon den verbeteren. M.a.w. dat de gewone ter beschikkingstelling en plaatsing in een tuchtschool lang toiet in alle gevallen noudig was. Dat is voor den Minister een reden pm voorwaardelijke ter-b:-schikkmg-stellr-g voer te stellen. Dat geldt ook voer plaatsing in een tuchtschool; de Minister vindt het eigen lijk een beetje dwaas, dat een zoo uitnemend opvoedingsmiddel als voorwaardelijke ver oordeeling voer jongeren niet of zoo beperkt is toegepast. En dan komt, wat men in het dagelriksch leven 'noemt, ,.de aap ïjit de mouw": het instellen van deze voorwaarde lijke veroordeelïng leidt tot bezuiniging. Heel gerust schijnt de Minister echter niet, want tot tweemaal toe wordt verzekerd, dat een voorwaardelijke verocrdeeling alleen mag worden toegepast, Sis er geen' noodza kelijkheid bestaat voor onmiddellijk ingrij pen. En dan volgt nog een argument: de Staat moet aanvullend optreden, want „maat regelen van Staatswege kunnen de opvoe ding in het eigen gezin nooit geheel ver vangen." (Ook niet in de boefjes leverende gezinnen? Red.) Het wetsvoorstel is dus een bezuinigings voorstel De mogelijkheid beslaat, dat het aantal voorwaardelijke verocrdeelingen zoo groot zal zrjn, dat nu een te veel aan plaats ruimte ontstaat éa dat er klachten kunnen opkomen, dat een of andere inrichting meer léden van verzorgend personeel telt dan verpleegden. Moeten die overtollige krach ten dan behouden blijven in afwachting? van wedertoeneming der criminaliteit. Dat is een vraag; de Minister wil zelfs het verplichte advies van het Algemeen College van Toezicht. Bijstand en "Advies facultatief stellen, omdat daardoor de ad ministratie kan worden beperkt en dus be zuiniging kan worden verkregen. Aardbeien en frambozen. Het leek er eerst veel op, dat het met de cultuur van de aardbeien zou gaan als verleden jaar. Gelukkig kwam de regen voor vele streken nog tijdig genoeg, zoo dat van den oogst nog een gedeelte terecht kwam. Over hét geheel bleven de vruchten klein. De aardbei wil op de meest uiteenloo- pende grondsoorten groeien; op veen-, zand-, lclei- en zwavelgronden vinden wij groote kweekerijcn er van. Op de meeste gronden is Augustus dc maand, waarin de planten worden vernieuwd en nieuwe bed den aangelegd. Dit wordt gedaan van de beste planten, welke zich aan de uitloopers ontwikkelen. Op zwaren kleigrond kan men in den zomer meestal den bodem niet vol doende bewerkengewoonlijk is de droogte hiervan oorzaak. Op zulke gronden is Maart of April de beste tijd van nieuw aanplanten. Op de lichtere, beter te bewerken tuinen komen nu groote gedeelten leeg, waarop vroege aardappelen, erwten, tuinboonen e. d. hebben gestaan. Op die gedeelten, waar men de nieuwe aardbeienbedden wil aanleggen, wordt vooraf flink gemest, liefst met stalmest. De gemiddelde afstanden van de rijen, waarin wordt geplant, is pl.m 40 cM., terwijl de planten in de rij even eens dien afstand krijgen. Op zware gronden is deze ruimte nog te klein. Men zoekt de jonge planten van goed dragende bedden en plant zóó, dat de hartjes gelijk komen met de oppervlakte. D, aai-dbei is meestal winterhard; een eisck is voor een goede overwintering, dat de jonge planten, vóórdat de vorst invalt, flink bewortelen. Daarom, niet te laat plan ten. Zoo mogelijk in de eerste helft van of half Augustus. Als het kan, worden de jonge planten, tegen dat de koude tijd komt met ruigen mest gedekt. Dit helpt tegen bevriezen en is tevens geschikt voor be mesting. Zulke jonge bedden dragen, wan neer de planten goed zijn aangeworteld, het eerste jaar na aanplant reeds aardig vrucht en het tweedé ja-ar is de opbrengst van vele variëteiten het grootst. In het derde jaar begint dit gewoonlijk reeds te minderen, zoodat daar, waar jaarlijks over een flinke hoeveelheid beschikt moet wor den, om het andere jaar nieuwe bedden dienen te worden aangelegd. Sommige kweekers houden de planten maar één jaar en planten dan dichter, omdat dan niet die grootte wordt bereikt. ï)an worden jaar lijks nieuwe bedden aangelegd. In de mees te liefhebberstuinen houdt men de planten veel te lang. Het worden dan zeer omvang rijke bossen, maar zij geven niet in ver houding daarvan vrucht. Wanneer men geen jonge plakten noodig heeft voor nieuwen aanplant, dan doet men goed gelijk met het uitwieden van de bed den de ranken af te houden. In het voor jaar kan men mesten met dunnen koemest, welke tusschen de planten wordt gebracht en ondiep wordt ondergewerkt. Zeer goed kan om het andere jaar van kunstmest ge bruik worden gemaakt. Per 100 vierk. M. geve men m het voorjaar, gelijk met het schoonmaken van de bedden, 10 kilo su perfosfaat-, 8 kilo patentkali, en 3 kilo zwa velzure ammoniak of 4 kilo chilisalpeter. Vooral de kalk dient niet vergeten: deze meststof geve men toe bij voorkeur in het najaar en per 100 vierk. M. 25 a 30 kilo kalkmexgel. Deze gift wordt bij het aan leggen gegeven en kan dienen gedurende den tijd, dat het bed wordt gehouden. Bij het aanleggen van nieuwe bedden neme men verschillende variëteiten, die elkaar in rijpheid opvolgen. Voor liefheb berstuinen zijn o. a. zeer geschikt: Deutsch Evern, een van de vroeg ste, draagt rijk en geeft middelmatig groo te vruchten, goed van smaak. Ab r i k o o s. Een van de lekkerste aardbeien, rijkdragend. Mac Mahon. Bekende, rijkdragen- de, sterke soort. Ju.cunda. Draagt het laatst van de genoemde, heeft zeer- goede, stevige vruch ten, welke tegen verzending goed zijn be stand. Alle de genoemde zijn te rekenen tot de grootvruchtige variëteiten, waarvan men bij aaiipla-nt zeker succes zal hebben. De frambozen zijn zoo goed als afgedra gen. De oogst was over het geheel goed. De afgedragen takken doet men goed weg tc snijden en te verbranden. Hierdoor wor den de mogelijk inzittende larven van de frambozenkever vernietigd. Iedere liefheb ber kent het vuilwitte rupsje, hetwelk zoo vaak in frambozen wordt aangetroffen. De kleine, bruine kevertjes komen in Mei voor den dag en leggen eieren op de bloemen de hieruit voortkomende larven beschadigen de nog onrijpe vrucht en doen die héél vaak geheel verdrogen. Dit ongedierte is uiterst moeilijk te bestrijden, doordat de kevers m den grond overwinteren. Wij vonden ze tot 30 cM. diep in de aarde bij het verplanten van frambozen. Waar veel schade door het diertje wordt veroorzaakt, daar is de eenig afdoende bestrijding de frambozen te ver planten en daarbij de aarde goed van de wortels te schudden. Dit verplanten en nieuw aanplanten doet men het best in het najaar, eind October, begin November. Aan bevelenswaardige soorten zijn de Superla tief en de Hornet. Laatstgenoemde is de geurigste, maar de vrucht is zachter, niet voor vervoer geschikt en eischt meer zorg bij het oogsten. Kan de vrucht van de Superlatief een warmen dag over hangen of een regenbui verdragen, de Hornet va-t bij rijpheid gemakkelijk af. J. S. Vragen op Tuinbouwgebied aan de Re dactie onder motto „Tuinbouw". El HAZERSWOUDE. De arbeider W. Lo-u- wors geraakte bij het bergwinnen met zijn hand bekneld en bezeerde sdit lichaamsdeel zcodanig, dat heelkundige hulp moest worden ingeroepen. De man zal voorloopig zijn werk zaamheden niet kunnen verrichten. De heer B. van Elswijk, onlangs ge kozen tot bestuurslid der „Wilhelmina-Ver- eeniging", heeft voor die functie bedankt. Thans werden gekozen de heeren J. J. van •Vliet en J. Noor-dam. Bij het verplaatsen van het ijzeren hek langs het kerkpad dor Ned.-Herv. kerk, heeft de aannemer J. Lindonbuirg zijn arm zoodanig ontwricht, dat hij rich onder geneeskundige behandeling heeft moeten stellen. Onze dorpsgenoot, de heer Kees Erke- lens, de zich reeds talrijke malen op het ge bied van de wielersport heeft onderschei-den, is thans voor de tweede keer kampioen van Zuid-Holland, waarbij de groote zilveren beker, uitgeloofd door dc- „Haagsehe Cou-raJÓt" zijn eigendom is geworden. Op den Voorweg is de boomkwoeker K. van Tol, door het verkeerd uitwijken van een motorrijder, aangereden, met het nootlottig gevolg, dat Van Tol van zijn rijwiel werd geslingerd, waarbij een anm en been werd gekneusd. Het rijwiel werd bijna geheel ver nield. Kerkelijk bericht. Geref. Kerk. Zondag te tien en te zeven uur ds. C. J. Wic- linga, van Zierikzee. TER-AAR. Gemeenteraad. Aanwezig alle leden. Notulen goedge keurd. Medcdeelingena. dat Koninklijk is goedgekeurd het maximum verraenigvul- digingscijfer plaatselijke inkomstenbelas ting b. goeeïxeuring van de verordening op den Keuringsdienst voor voc en vleesch. c. Bericht van aanneming tot lid van de commissie tot wering van schoolverzuim door K. de Rooy. Voorts wordt aangenomen de eindreke- ning van het electrificatiebureau der Ver- ecniging van Nederl. Gemeenten met be trekking tot de kosten van den aanleg van het eleotrisch net in de gemeente, c.ooals deze nader door het electrificatiebureau is medegedeeld. Ingekomen een schrijven van Ged. Staten waarbij wordt te kennen gegeven dat hrt raadsbesluit tot het aangaan van eengeld- leening ad f 71000 geen goedkeuring kan verwerven op den maatstaf van aflossing zooals deze wordt voorgesteld en meer wordt aangedrongen dat deze aflossing in gelijke termijnen plaats heeft en zoo moge lijk in een tijdvak van 30 jaren. Door den Voorzitter wordt naar aanlei ding daarvan voorgesteld de eerste 28 ja ren ieder jaar minstens f 2500 af te los sen en het overige gedeelte zoo noodig in hefc jaar na afloop dier aflossingen. Het percentage is vastgesteld op 6V< P^t. Aangenomen. Hot raadsbesluit van 19 Juni 1922 wordt ingetrokken. Wordt gelezen een adres van het Hoofd bestuur der Zuid-Holl. Vereeniging „Het Groene Kruis" te 's-Gravenhage waarin wordt verzocht-, medewerking om zijn ver eeniging te steunen, door toe te treden tot den ontsmettingsdienst en zoolang noodig is een bijdrage te verleenen tot een maxi mum van i/o cent per inwoner en per jaar. Do heer Visser vraagt wat Behaald kan worden indien tot den ontsmettingsdrienst wondt toegetreden, waarop geantwoord wordt dat met gezamenlijken steim die dienst- zal kunnen blijven doorgaan, en niet met verlies behoeft tc w-orden gewerkt. De geldelijke bij drage, welke wordt gevraagd is zeer ge rib g- cn in verband met hel groote belang van het instandhouden van den ontsmettings dienst, heeft de Raa'd zich bereid verklaard mede te werken tot geldel ijken steun en daar bij tot' toetreding te besluiten. Het vermenigvuldiigingcijfer inzake heffing plaatselijke inkomstenbelasting 1922 wordt met algemeene stemmoti vastgesteld op 2. Het in het vorige jaar gestelde cijfer 1.2 wordt voor dit jaar te laag geacht. Met bet oog op de kosten, die noodzakelijk moeten worden bestreden, ter voorkoming van de verdere versprei ding der besmettelijke ziekte wordt verhooging van de desbetreffende be groot ingspost- met f200 aangevraagd en met algemeene stemmen aangenomen. Teu- benoeming van 2 zetters voor 's Rijks Directe Belastingen wegens periodieke af treding van de heeren C. Kroon en H. J. Schreuder, worden voorgedragen de heeren C. H. Kroft. en L. Bosman. Naar aanleiding van de goedkeuring der verordening op vlcesck en vee, bespreekt do Voorzitter de benoeming van een keurmeester aan wion wordt opgedragen de werkzaam heden, die in genoemde verordening vermeld zijn tc vëTriohten en stelt op den voorgrond iemand daarvoor aan te wijzen, dio meer in do nabijheid van de gemeente woonachtig is cn daardoor gemakkelijker die opdracht kan vervullen. Hiervoor zij do veearts te Niouw- voen, als kortst wonende bij deze gemeente wel meer de aangewezen persoon. Deze aan wijzing vond bij den Raad ook wel ingang en bracht daartegen geen bezwaar in. Tot stemming overgegaan zijnde, wordt de heer Karsemeijer te Nie-uwveen met al gemeene stemmen benoemd als keurmees ter voor deze gemeente. De belooningen en de keuringstarieven waarvan in genoemde verordening sprake is, zullen nader wor den geregeld in afwachting van desbetref fende voorstellen van bet Dagelijkscr Be stuur. Bij de rondvraag wordt door den heer Van Vliet gewezen op den slechten toestand van het pad nabij het veilings- lobaal aan het Veer en acht ter voorko ming van ongelukken verbetering gc- wenscht. Is het pac£ in onderhoud bij do Provincie of de gemeente Vervolgens wijst de heer Van den Boo-= gaard op het gevaar voor hot publiek door hot snel rijden van automobielen om do kromming bij de Kattenbrug tusschen do Geerdijk en het Jaagpad «u meent dat het noodzakelijk is, maatregelen te treffen, die dat gevaar opheffen. De voorzitter ant^ woordtlo. dat hot bedoelde pad aan de Papenbrug in onderhoud is bij de Provin cie en den opziohtr daarover zal spreken 2o. dat bij de kromming aan de Katten brug een bord zal worden geplaatst met het opschrift „Gevaarlijke baxht". Overi gens niemand meer het woord vragende sluit de voorzitter de vergadering. ZWAMMERDAM. Kerke 1. bericht. Remonstrantsch Geref. Gem*Zondag morgen, te halfelf, ds. Rappold. HILLEGOM. Voor het examen boek houden M. 0. is in Den Haag geslaagd, de heer H. P. Beukeanper, alhier. De heor J. Kijne alhier is benoemd tot onderwijzer aan de Ohr. Mulo-söhool te Bloe men/daal. KATWIJK. Burg. Stand. Ge-» boren: Leuntje, D. v. P. Varkevisser en G. van Duyn. Louise, D. v. Jac. Guyt en M. Schaap. Johannes Jacobus, Z. v. Jac. Th. Remmerswaal en G. M. van der Kraft. Geertrui, D. v. H. Noppen en W. Ouwersloot. Arie, Z. v. D. van Duy-1 venbode en P. Guyt. Alida, Z. v. A.- Guyt en L. Snijders. Johannes Abrar» ham, Z. v. Abr. Roosdorp en M. Hellenaar.; Overleden: A. C. J. Seckei 31 j., Z. v. M. Seckei en Joh. Nijhoff, beiden over-» leden. Ondertrouwd: Cornells van Vliet en Johanna Gezina Maria Remond. Arie Duyndam en Jannetje de Vreugd. Gehuw cl: Klaas Messemaker en Dirk je Jonker. KATWIJK-AAN-ZEE. Het groote strandfeest, gehouden op initiatief vah de „VoreenSging tot Bevordering van Vreemde lingenverkeer", is op waardige wijze gevierd^ en is een feest geweest, waarnaar door de kinderen der alhier vertoevende vreemdelin gen en de kinderen der dorpelingen met ver langen werd uitgezien. Hoewel meermalen het feest moest worden onderbroken door de geweldige regenbuien, die ridh vooral aan zee danig kunnc-n doen Roman van PAUL TRENT. Git het Engelsch, door A. G. (Nadruk verboden.) „U een lafaard," zei hij minachtend; Daar zij glimlachte sleohbs. Janet Forbes arriveerde voor. de lunch En na een paar woorden met Mark gewis- rid te hebben, begaf zij zich naar mra. «ndridgto. die zij grondig onderzocht. Welnu?" zei mrs. Lendridge bedaard. s.Ik zal sir Felix Hillier hier brengen, u te onderzoeken," zei zij eindelijk. >»De groote ohirurg?" >.Jaik ben overtuigd, dat een operatie loodig zal wezen." •.Het is toch niet nik kan u niet zeggen, wat het is. En ik teloor, sir Felix het ook niet zal kun- len zoggen, vóórdat hij u geopereerd leeft i.Maar je vreest. •Ret lijdt geen twijfel, dat de toestand Htetig is, maar ik zou niet graag willen, u dacht-, datdat u zal sterven. Ik eot mrs Lendridge, dat u graag heeft, ik ronduit spreek." "O verreweg, lieve. m >at- mij zelf betreft, geloof ik niet, dat gezwel kwaadaardig is; maar alleen *T«e kan dat uitmaken." tegNjp hetik ben blij, dat ik de r ei'd weet. Maar ik zou nog niet sterven niet omdat ik bang ben voor den dood, maar ik wensch mijn jongen gelukkig te zien en getrouwd vóórdat ik hem verlaat. Ik maak mij bezorgd over hem." „Ik geloof, dat u oen boegen ouderdom zal bereiken," antwoordde Janet vol ver trouwen. Na do lunch beantwoordde zij al de vra gen, die Mark haar deed, en zijn gelaat werd zeer ernstig. „Hoe eer sir Felix komt, des te beter. Ik weet zoo zeker, dat hij haar zal operee- ren, datZou je haar liever na-ar een. hospitaal te Londen overbrengen V' „Niet, zoolang zij hier evengoed kan be handeld worden. Op geld moet in geen ge val gelet worden/' „Zij zal, dunkt me, gelukkiger in haar eigen huri zijn. Er is hier een kamer, dde ik uitstekend geschikt vind. Ik zal een paar verpleegsters meebrengen en alle schik kingen treffen." „Dank je, Janet. Je bent een ware vrien din." ,,En ik zal hier zelf ook blijven. Ik ga bij Betty slapenApropos, ik wil op weg naar het station even bij haar aan- loopen. Wat is het laatste nieuws van den strijd?" Mark deelde haar den stand der zaken mee. „Naar ik hoor en weet, geloof ik vast, dat de nieuwe motor van geenerlei waarde zal blijken te zijn',, besloot hij. „Arme BettyMaar jij z It zeker wel zeer in je scshik zijn." „Ik geloof wel, dat ik dat ben, maar../' „Het verslapt, hé?" „In geenen deelt, maar je ha'dt volko men gelijk. Als zij lijdt, zal ik lijden". „Je verdiende loon", antwoordde zij luchtigmaar haar oogen stonden vrien delijk. „Beantwoordt mij één vraag: Denk je, dat mijn moeder in het leven zal blijven?" vroeg hij plotseling. „Dat houd ik er wel voor," antwoordde zij na een pauze, en hij begreep haar. Janet begaf rich van de villa naar „Ohurstons", waar zij Betty in haar kan toor vond. „Wat voor berioht breng je?" vroeg de laatste haastig. „Er moet een operatie plaats hebben. Wil je me voor een paar weken logies ver leenen? Het huis van de Lendridges is klein en daar moeten de verpleegsters lo- geeren. „Hoe langer je blijft-, des te aangenamer het mij zal wezen," antwoordde Betty har telijk, en spoedig daarop richtte Janet haar schreden naar het station. Betty scheidde vroeg met werken uit en reed toen naar mrs. Lendridge, om haar een bezoek te brengen. Mark ontving haar en beiden waren zenuwachtig. „Het bedroeft me zoo, wat ik omtrent uw moeder heb gehoord. Mag ik bij haar gaan?" begon Betty. „Ik zal het haar vragen." Mrs. Lendridge stond er op, dat de be zoekster bij haar in haar kamer zou ko men. Betty boog zich over het bed heen en kuste haar hartelijk. „Ik ben zoo blij, dat je bent gekomen. Mark zal ons thee geven. Niemand schenkt zulke lekkere thee als MarkHeeft Ja- net het je verteld, lieve?" „Ja." „Mark zal er zoo vreeselijk onder te doen hebben. Zul je vriendelijk tegen hem zijn?" „Ik geloof niet, dat ik hem kan helpen." „Dat kun je wel. Beter dan iemand an ders. Wil je mij beloven bij hem te zijn als ik geopereerd wordt. En later „Hij zal mijn gezelschap niet begeeren." „Als het ergste mocht gebeuren, kun jij hem troosten zooals niemand anders." „Maar hij mag mij niet. W.'j zijn vijan den", protesteerde Bett-y. „Toe, beloof het me", smeekte mrs. Len dridge. „Ik kan mij niet aan hem opdringen." „Je kunt het een of ander excuus be denken." „Ik kan slechts zeggen... dat ik mijn best zal doen," antwoordde Betty einde lijk. „Dat is mij voldoende... Dat beteekent van jou meer dan van de meeste vrouwen. Ik zou, o, zoo graag blijven leven, lieve. Ik hunker er naar Mark's zoon in mijn armen te houden en dan zal ik tevreden kunnen sterven." „U mag dan nog wel lang leven en heel oud worden, om dat te zien." „Dat geloof ik niet," zei mrs. Lendridge vertrouwelijk. „Denkt hij er over om te trouwen? Dat wist ik niet." „Mark zal trouwen met de vrouw, die hij liefheeft, zoo spoedig dat maar in rijn macht staat." „De vrouw, dde hij liefheeft," herhaalde Betty en vertrok daarop spoedig. Zij was onder 't naar huis rijden zeer nadenkend. De vrouw, die Mark liefheeft dat moest natuurlijk Janet zijn. Er wae nie mand anders. Hoe blind was zij geweest, om dat niet eer te zien. Janet deed alles voor mrs Lendridge. Zij bad openlijk haar bewondering voor Mark bekend. En Mark mooht Janet gaarne lijden. Zij zouden heel goed bij elkaar passen, en toch Voor het eerst in haar leven was Betty rich bewust, dat zij hevig jaloersch was op een andere vrouw en dat gevoel was heel onaangenaam. HOOFDSTUK XXX. Betty had de werkplaatsen doorgeloop pen en met voldoening opgemerkt, dat er met spoed werd gewerkt aan het ten-uit- voer-brengen van de groote bestelling der Luchtvaart-Vereeniging. Eens herinnerde zij zich Mark's waarschuwing en daoht zij ee«n volgend oogenblik aan de mogelijkheid dat de nieuwe motoren de strenge proef neming, die w-as bedongen, niet zouden doorstaan. Als dat mocht gebeuren, zou haar positie werkelijk heel ernstig zijn. Zij eindigde haar rondgang in de werkplaat» voor proefnemingen, waar Tam Sylvester haar met een glimlach ontving. Aan een plotselinge op-welling toegevend deelde zij hem de waarschuwing mee, die Mark haar had gegeven. „Is er iets van aan?" vroeg zij eindelijk. „Eerlijk gezegd, miss, voel ik mij niet ge heel gerust," antwoordde hij met weerzin. „En toch liet je mij de bestelling aan nemen." „Neen, miss, ik heb wel opgepast u in eenig opzicht te raden. Maar ik zou mij niet bezorgd maken. Ik verwacht, dat zij het best zullen doen, ofschoon het mij niet aanstaat, wat mr. Lendridge heeft gezegd. Hij weet wat hij zegt. Ik wou. dat wij hem hier hadden." „Ik ook," zed ze met een zucht. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 5