UT ONZE STAATSMACHINE
LAND- EN TUINBOUW
UIT DE RIJNSTREEK,
OST DE OMSTREKEN.
FEUILLETON
IE 0HUR8T0H3
1
io. 19132 LülöSCH DAGBLAD, Vrijdag 11 Augustus. Tweede SBSad. Anno 1922.
Jeugdcriminaliteit.
"Wij h ebb ex: de kinderwetten, die onge-
vrijfeid veel goed hebben gedaan; wij heb
tuchtscholen en opvoedingsgestichten,
raarmse in den lijd van hun bestaan nogal
rat verandering heeft plaats gehad, ver-
frarbaar omdat men met een geheel
lie uw instituut te doen hadwij zullen
poedig kinderrechters hebben, waarmee
den terecht ingenomen zijn, maar waar
over enkelen het hoofd schudden, niet om-
lat zij do instelling veroordeelenmaar
midat zij vreezen, dat in de algemeen© en
iverigens prijzenswaardige zucht naar be-
liiniging het ambt van kinderrechter zal
lorden opgedragen aan één der zittende
echters zonder dat er zekerheid bestaat,
at deze voor dat speciale ambt de noodige
esohifktheid heeft.
Eu dan hebben wij de jeugdcriminaliteit,
lie kinderwetten, tuchtscholen, opvoeding®
estichfcen. kinderrechters noodig maaikte.
Het aantal der jeugdige boefjes is in ons
and tamelijk groot en tijdens den wereld-
iorlog is het er niet beter op geworden.
£r was zelf gebrek aan plaatsruimte voor
il de „veroordeelden" en die Minister van
ustitie heeft niet onbelangrijke sommen
angevraagd, om in de behoefte aan ruim-
e voor al die mogelijke toekomstige rnis-
ladigers of boosdoeners te voorzien. Hij is
elfs zoo ver gegaan, dat hij verre de toe
gestane bedragen overschreed, o. a. bij den
©uw van z.g. localiteiten bij Leeuwarden,
m dat hij ii> twistgeschrijf geraakte met
le Algemeene Rekenkamer, die deze groo-
e overschrijding van wettelijk toegestane
iredieten niet bon goedkeuren.
Het maakte daarom een verrassenden
ndruk dat- wat later het aantal ter-be-
ohikking-steJlingen sterk afnam. Dat
tèeft indertijd het Kamerlid Bulten aanl
eiding gegeven om opheldering te vragen,
t»f nu werkelijk de jeugdcriminaliteit in
jelijke mate was afgenomen als de ter-
(esohikking-stellingen.
De Minister heeft in zijn antwoord toe
gegeven. dat het aantal ter-beschikking- I
[tellingen heel wat geringer was dan in
18 en 1919, toen het dan ook bijzondei
oog was. Maar de daling van het aantal
b niet constant gebleven. Wel was er ver
hindering van jeugdcriminaliteit, maar
iat was meestal het geval met de groote
boden die ook het meerendeel der ter-
*«kikkm>g-geste!den leverden.
Wat de Minister bij die gelegenheid ver
ier meedeelde, scheen te bewijzen, dat de
ifneming der criminaliteit meer scihijn dan.
irezen wa«s. Immers, de Minister zei toen,
lat, „moet worden aangenomen, dat de
iifioh tot aanzienlijke inkrimping der uit
gaven heeft bewerkstelligd, dat de betrok
ken Staatsorganen nog nauwgezetter dan
rcoeger de vraag hebben voorgelegd of een
x» ingrijpende en kostbare maatregel als
er-besohikking-stel-ling in een bepaald ge-
Pal wel behoefde te worden toegepast.
Al in 1914 had de toenmalige Minister
ran Justitie bij circulaire aan de ambtena
ren van het O. M. er op aangedrongen, om
iet t-oepassen van maatregelen, die jaren-
ange verzorging van jeugdige veroordeel
den op kosten van den Staat noodiig ma
ken, tot het noodzakelijkste te beperken.
En de tegmwoordige Minister heeft dat
in 1921 nog wat aangedikt en' verduidelijkt
door er op te wijzen, dat de door de om-
itandigheden geboden besuinigbg het noo-
digi maakt, zich te beperken „tot- de bepaald
irnstige gevallen."
Bezuiniging dus, ook door misdadigs jon-
;eren, als het niet de spuigaten uitloopt,
oaar t9 laten Ioopen.
Nu ja, de tuchtscholen waren er nog.
Eigenlijk zrjn die toch ook eigenaardige in
stellingen. Op ons heeft het. meestal' een
Iwazen indruk gemaakt, als wrj lazen yan
veroordeeling tot bijv. 3 weken tucht-
ichool. De woorden veroordeeling en school
eken ons in strrjd met elkaar en wij hebben
verbaasd gestaan over de handigheid, die
'ij het personeel van die inrichtingen werd
verondersteld, om in drie weken een jon
den, met wïen vader geen raad wist, tucht
e leeren.
Een wetsontwerp van 11 Juni tracht nog
weer een ander element in te voeren in de
ter-beschikking-stellingen en het tucht
schoolwezen.
De Minister, die in den oorlogstijd het
vreeselijk vond, dat zooveel veroordeelingen
van jongeren niet konden worden ten-uit-
vcer-gelegd en daarom groote sommen aan
vroeg en nog veel grootere besteedde, cm in
het gebrek aan bergruimte te voorzien, zegt
nu, dat men in die dagen van gebrek aan
plaatsruimte de ondervinding heeft opge
daan, dat verschillende jeugdige personen
zich in de vrije maatschappij zeer goed kon
den verbeteren. M.a.w. dat de gewone ter
beschikkingstelling en plaatsing in een
tuchtschool lang toiet in alle gevallen noudig
was.
Dat is voor den Minister een reden pm
voorwaardelijke ter-b:-schikkmg-stellr-g voer
te stellen. Dat geldt ook voer plaatsing in
een tuchtschool; de Minister vindt het eigen
lijk een beetje dwaas, dat een zoo uitnemend
opvoedingsmiddel als voorwaardelijke ver
oordeeling voer jongeren niet of zoo beperkt
is toegepast. En dan komt, wat men in het
dagelriksch leven 'noemt, ,.de aap ïjit de
mouw": het instellen van deze voorwaarde
lijke veroordeelïng leidt tot bezuiniging.
Heel gerust schijnt de Minister echter niet,
want tot tweemaal toe wordt verzekerd, dat
een voorwaardelijke verocrdeeling alleen
mag worden toegepast, Sis er geen' noodza
kelijkheid bestaat voor onmiddellijk ingrij
pen. En dan volgt nog een argument: de
Staat moet aanvullend optreden, want „maat
regelen van Staatswege kunnen de opvoe
ding in het eigen gezin nooit geheel ver
vangen." (Ook niet in de boefjes leverende
gezinnen? Red.)
Het wetsvoorstel is dus een bezuinigings
voorstel De mogelijkheid beslaat, dat het
aantal voorwaardelijke verocrdeelingen zoo
groot zal zrjn, dat nu een te veel aan plaats
ruimte ontstaat éa dat er klachten kunnen
opkomen, dat een of andere inrichting meer
léden van verzorgend personeel telt dan
verpleegden. Moeten die overtollige krach
ten dan behouden blijven in afwachting? van
wedertoeneming der criminaliteit.
Dat is een vraag; de Minister wil zelfs
het verplichte advies van het Algemeen
College van Toezicht. Bijstand en "Advies
facultatief stellen, omdat daardoor de ad
ministratie kan worden beperkt en dus be
zuiniging kan worden verkregen.
Aardbeien en frambozen.
Het leek er eerst veel op, dat het met
de cultuur van de aardbeien zou gaan als
verleden jaar. Gelukkig kwam de regen
voor vele streken nog tijdig genoeg, zoo
dat van den oogst nog een gedeelte terecht
kwam. Over hét geheel bleven de vruchten
klein.
De aardbei wil op de meest uiteenloo-
pende grondsoorten groeien; op veen-,
zand-, lclei- en zwavelgronden vinden wij
groote kweekerijcn er van. Op de meeste
gronden is Augustus dc maand, waarin de
planten worden vernieuwd en nieuwe bed
den aangelegd. Dit wordt gedaan van de
beste planten, welke zich aan de uitloopers
ontwikkelen. Op zwaren kleigrond kan men
in den zomer meestal den bodem niet vol
doende bewerkengewoonlijk is de droogte
hiervan oorzaak. Op zulke gronden is
Maart of April de beste tijd van nieuw
aanplanten.
Op de lichtere, beter te bewerken tuinen
komen nu groote gedeelten leeg, waarop
vroege aardappelen, erwten, tuinboonen
e. d. hebben gestaan. Op die gedeelten,
waar men de nieuwe aardbeienbedden wil
aanleggen, wordt vooraf flink gemest, liefst
met stalmest. De gemiddelde afstanden
van de rijen, waarin wordt geplant, is pl.m
40 cM., terwijl de planten in de rij even
eens dien afstand krijgen.
Op zware gronden is deze ruimte nog
te klein. Men zoekt de jonge planten van
goed dragende bedden en plant zóó, dat de
hartjes gelijk komen met de oppervlakte.
D, aai-dbei is meestal winterhard; een eisck
is voor een goede overwintering, dat de
jonge planten, vóórdat de vorst invalt,
flink bewortelen. Daarom, niet te laat plan
ten. Zoo mogelijk in de eerste helft van
of half Augustus. Als het kan, worden de
jonge planten, tegen dat de koude tijd komt
met ruigen mest gedekt. Dit helpt tegen
bevriezen en is tevens geschikt voor be
mesting. Zulke jonge bedden dragen, wan
neer de planten goed zijn aangeworteld,
het eerste jaar na aanplant reeds aardig
vrucht en het tweedé ja-ar is de opbrengst
van vele variëteiten het grootst. In het
derde jaar begint dit gewoonlijk reeds te
minderen, zoodat daar, waar jaarlijks over
een flinke hoeveelheid beschikt moet wor
den, om het andere jaar nieuwe bedden
dienen te worden aangelegd. Sommige
kweekers houden de planten maar één jaar
en planten dan dichter, omdat dan niet
die grootte wordt bereikt. ï)an worden jaar
lijks nieuwe bedden aangelegd. In de mees
te liefhebberstuinen houdt men de planten
veel te lang. Het worden dan zeer omvang
rijke bossen, maar zij geven niet in ver
houding daarvan vrucht.
Wanneer men geen jonge plakten noodig
heeft voor nieuwen aanplant, dan doet men
goed gelijk met het uitwieden van de bed
den de ranken af te houden. In het voor
jaar kan men mesten met dunnen koemest,
welke tusschen de planten wordt gebracht
en ondiep wordt ondergewerkt. Zeer goed
kan om het andere jaar van kunstmest ge
bruik worden gemaakt. Per 100 vierk. M.
geve men m het voorjaar, gelijk met het
schoonmaken van de bedden, 10 kilo su
perfosfaat-, 8 kilo patentkali, en 3 kilo zwa
velzure ammoniak of 4 kilo chilisalpeter.
Vooral de kalk dient niet vergeten: deze
meststof geve men toe bij voorkeur in het
najaar en per 100 vierk. M. 25 a 30 kilo
kalkmexgel. Deze gift wordt bij het aan
leggen gegeven en kan dienen gedurende
den tijd, dat het bed wordt gehouden.
Bij het aanleggen van nieuwe bedden
neme men verschillende variëteiten, die
elkaar in rijpheid opvolgen. Voor liefheb
berstuinen zijn o. a. zeer geschikt:
Deutsch Evern, een van de vroeg
ste, draagt rijk en geeft middelmatig groo
te vruchten, goed van smaak.
Ab r i k o o s. Een van de lekkerste
aardbeien, rijkdragend.
Mac Mahon. Bekende, rijkdragen-
de, sterke soort.
Ju.cunda. Draagt het laatst van de
genoemde, heeft zeer- goede, stevige vruch
ten, welke tegen verzending goed zijn be
stand. Alle de genoemde zijn te rekenen
tot de grootvruchtige variëteiten, waarvan
men bij aaiipla-nt zeker succes zal hebben.
De frambozen zijn zoo goed als afgedra
gen. De oogst was over het geheel goed. De
afgedragen takken doet men goed weg tc
snijden en te verbranden. Hierdoor wor
den de mogelijk inzittende larven van de
frambozenkever vernietigd. Iedere liefheb
ber kent het vuilwitte rupsje, hetwelk zoo
vaak in frambozen wordt aangetroffen. De
kleine, bruine kevertjes komen in Mei voor
den dag en leggen eieren op de bloemen
de hieruit voortkomende larven beschadigen
de nog onrijpe vrucht en doen die héél vaak
geheel verdrogen. Dit ongedierte is uiterst
moeilijk te bestrijden, doordat de kevers m
den grond overwinteren. Wij vonden ze tot
30 cM. diep in de aarde bij het verplanten
van frambozen. Waar veel schade door het
diertje wordt veroorzaakt, daar is de eenig
afdoende bestrijding de frambozen te ver
planten en daarbij de aarde goed van de
wortels te schudden. Dit verplanten en
nieuw aanplanten doet men het best in het
najaar, eind October, begin November. Aan
bevelenswaardige soorten zijn de Superla
tief en de Hornet. Laatstgenoemde is de
geurigste, maar de vrucht is zachter, niet
voor vervoer geschikt en eischt meer zorg
bij het oogsten. Kan de vrucht van de
Superlatief een warmen dag over hangen
of een regenbui verdragen, de Hornet va-t
bij rijpheid gemakkelijk af.
J. S.
Vragen op Tuinbouwgebied aan de Re
dactie onder motto „Tuinbouw".
El
HAZERSWOUDE. De arbeider W. Lo-u-
wors geraakte bij het bergwinnen met zijn
hand bekneld en bezeerde sdit lichaamsdeel
zcodanig, dat heelkundige hulp moest worden
ingeroepen. De man zal voorloopig zijn werk
zaamheden niet kunnen verrichten.
De heer B. van Elswijk, onlangs ge
kozen tot bestuurslid der „Wilhelmina-Ver-
eeniging", heeft voor die functie bedankt.
Thans werden gekozen de heeren J. J. van
•Vliet en J. Noor-dam.
Bij het verplaatsen van het ijzeren hek
langs het kerkpad dor Ned.-Herv. kerk, heeft
de aannemer J. Lindonbuirg zijn arm zoodanig
ontwricht, dat hij rich onder geneeskundige
behandeling heeft moeten stellen.
Onze dorpsgenoot, de heer Kees Erke-
lens, de zich reeds talrijke malen op het ge
bied van de wielersport heeft onderschei-den,
is thans voor de tweede keer kampioen van
Zuid-Holland, waarbij de groote zilveren
beker, uitgeloofd door dc- „Haagsehe Cou-raJÓt"
zijn eigendom is geworden.
Op den Voorweg is de boomkwoeker K.
van Tol, door het verkeerd uitwijken van een
motorrijder, aangereden, met het nootlottig
gevolg, dat Van Tol van zijn rijwiel werd
geslingerd, waarbij een anm en been werd
gekneusd. Het rijwiel werd bijna geheel ver
nield.
Kerkelijk bericht. Geref. Kerk.
Zondag te tien en te zeven uur ds. C. J. Wic-
linga, van Zierikzee.
TER-AAR.
Gemeenteraad.
Aanwezig alle leden. Notulen goedge
keurd. Medcdeelingena. dat Koninklijk
is goedgekeurd het maximum verraenigvul-
digingscijfer plaatselijke inkomstenbelas
ting b. goeeïxeuring van de verordening
op den Keuringsdienst voor voc en vleesch.
c. Bericht van aanneming tot lid van de
commissie tot wering van schoolverzuim
door K. de Rooy.
Voorts wordt aangenomen de eindreke-
ning van het electrificatiebureau der Ver-
ecniging van Nederl. Gemeenten met be
trekking tot de kosten van den aanleg van
het eleotrisch net in de gemeente, c.ooals
deze nader door het electrificatiebureau is
medegedeeld.
Ingekomen een schrijven van Ged. Staten
waarbij wordt te kennen gegeven dat hrt
raadsbesluit tot het aangaan van eengeld-
leening ad f 71000 geen goedkeuring kan
verwerven op den maatstaf van aflossing
zooals deze wordt voorgesteld en meer
wordt aangedrongen dat deze aflossing in
gelijke termijnen plaats heeft en zoo moge
lijk in een tijdvak van 30 jaren.
Door den Voorzitter wordt naar aanlei
ding daarvan voorgesteld de eerste 28 ja
ren ieder jaar minstens f 2500 af te los
sen en het overige gedeelte zoo noodig in
hefc jaar na afloop dier aflossingen. Het
percentage is vastgesteld op 6V< P^t.
Aangenomen.
Hot raadsbesluit van 19 Juni 1922 wordt
ingetrokken.
Wordt gelezen een adres van het Hoofd
bestuur der Zuid-Holl. Vereeniging „Het
Groene Kruis" te 's-Gravenhage waarin
wordt verzocht-, medewerking om zijn ver
eeniging te steunen, door toe te treden tot
den ontsmettingsdienst en zoolang noodig
is een bijdrage te verleenen tot een maxi
mum van i/o cent per inwoner en per jaar.
Do heer Visser vraagt wat Behaald kan
worden indien tot den ontsmettingsdrienst
wondt toegetreden, waarop geantwoord wordt
dat met gezamenlijken steim die dienst- zal
kunnen blijven doorgaan, en niet met verlies
behoeft tc w-orden gewerkt. De geldelijke bij
drage, welke wordt gevraagd is zeer ge rib g-
cn in verband met hel groote belang van
het instandhouden van den ontsmettings
dienst, heeft de Raa'd zich bereid verklaard
mede te werken tot geldel ijken steun en daar
bij tot' toetreding te besluiten.
Het vermenigvuldiigingcijfer inzake heffing
plaatselijke inkomstenbelasting 1922 wordt
met algemeene stemmoti vastgesteld op 2.
Het in het vorige jaar gestelde cijfer 1.2
wordt voor dit jaar te laag geacht. Met bet
oog op de kosten, die noodzakelijk moeten
worden bestreden, ter voorkoming van de
verdere versprei ding der besmettelijke ziekte
wordt verhooging van de desbetreffende be
groot ingspost- met f200 aangevraagd en met
algemeene stemmen aangenomen.
Teu- benoeming van 2 zetters voor 's Rijks
Directe Belastingen wegens periodieke af
treding van de heeren C. Kroon en H. J.
Schreuder, worden voorgedragen de heeren
C. H. Kroft. en L. Bosman.
Naar aanleiding van de goedkeuring der
verordening op vlcesck en vee, bespreekt do
Voorzitter de benoeming van een keurmeester
aan wion wordt opgedragen de werkzaam
heden, die in genoemde verordening vermeld
zijn tc vëTriohten en stelt op den voorgrond
iemand daarvoor aan te wijzen, dio meer in
do nabijheid van de gemeente woonachtig is
cn daardoor gemakkelijker die opdracht kan
vervullen. Hiervoor zij do veearts te Niouw-
voen, als kortst wonende bij deze gemeente
wel meer de aangewezen persoon. Deze aan
wijzing vond bij den Raad ook wel ingang en
bracht daartegen geen bezwaar in.
Tot stemming overgegaan zijnde, wordt
de heer Karsemeijer te Nie-uwveen met al
gemeene stemmen benoemd als keurmees
ter voor deze gemeente. De belooningen en
de keuringstarieven waarvan in genoemde
verordening sprake is, zullen nader wor
den geregeld in afwachting van desbetref
fende voorstellen van bet Dagelijkscr Be
stuur. Bij de rondvraag wordt door den
heer Van Vliet gewezen op den slechten
toestand van het pad nabij het veilings-
lobaal aan het Veer en acht ter voorko
ming van ongelukken verbetering gc-
wenscht. Is het pac£ in onderhoud bij do
Provincie of de gemeente
Vervolgens wijst de heer Van den Boo-=
gaard op het gevaar voor hot publiek door
hot snel rijden van automobielen om do
kromming bij de Kattenbrug tusschen do
Geerdijk en het Jaagpad «u meent dat het
noodzakelijk is, maatregelen te treffen, die
dat gevaar opheffen. De voorzitter ant^
woordtlo. dat hot bedoelde pad aan de
Papenbrug in onderhoud is bij de Provin
cie en den opziohtr daarover zal spreken
2o. dat bij de kromming aan de Katten
brug een bord zal worden geplaatst met
het opschrift „Gevaarlijke baxht". Overi
gens niemand meer het woord vragende
sluit de voorzitter de vergadering.
ZWAMMERDAM. Kerke 1. bericht.
Remonstrantsch Geref. Gem*Zondag
morgen, te halfelf, ds. Rappold.
HILLEGOM. Voor het examen boek
houden M. 0. is in Den Haag geslaagd, de
heer H. P. Beukeanper, alhier.
De heor J. Kijne alhier is benoemd tot
onderwijzer aan de Ohr. Mulo-söhool te Bloe
men/daal.
KATWIJK. Burg. Stand. Ge-»
boren: Leuntje, D. v. P. Varkevisser
en G. van Duyn. Louise, D. v. Jac. Guyt
en M. Schaap. Johannes Jacobus, Z. v.
Jac. Th. Remmerswaal en G. M. van der
Kraft. Geertrui, D. v. H. Noppen en
W. Ouwersloot. Arie, Z. v. D. van Duy-1
venbode en P. Guyt. Alida, Z. v. A.-
Guyt en L. Snijders. Johannes Abrar»
ham, Z. v. Abr. Roosdorp en M. Hellenaar.;
Overleden: A. C. J. Seckei 31 j., Z.
v. M. Seckei en Joh. Nijhoff, beiden over-»
leden.
Ondertrouwd: Cornells van Vliet
en Johanna Gezina Maria Remond. Arie
Duyndam en Jannetje de Vreugd.
Gehuw cl: Klaas Messemaker en Dirk
je Jonker.
KATWIJK-AAN-ZEE. Het groote
strandfeest, gehouden op initiatief vah de
„VoreenSging tot Bevordering van Vreemde
lingenverkeer", is op waardige wijze gevierd^
en is een feest geweest, waarnaar door de
kinderen der alhier vertoevende vreemdelin
gen en de kinderen der dorpelingen met ver
langen werd uitgezien.
Hoewel meermalen het feest moest worden
onderbroken door de geweldige regenbuien,
die ridh vooral aan zee danig kunnc-n doen
Roman van PAUL TRENT.
Git het Engelsch, door A. G.
(Nadruk verboden.)
„U een lafaard," zei hij minachtend;
Daar zij glimlachte sleohbs.
Janet Forbes arriveerde voor. de lunch
En na een paar woorden met Mark gewis-
rid te hebben, begaf zij zich naar mra.
«ndridgto. die zij grondig onderzocht.
Welnu?" zei mrs. Lendridge bedaard.
s.Ik zal sir Felix Hillier hier brengen,
u te onderzoeken," zei zij eindelijk.
>»De groote ohirurg?"
>.Jaik ben overtuigd, dat een operatie
loodig zal wezen."
•.Het is toch niet
nik kan u niet zeggen, wat het is. En ik
teloor, sir Felix het ook niet zal kun-
len zoggen, vóórdat hij u geopereerd
leeft
i.Maar je vreest.
•Ret lijdt geen twijfel, dat de toestand
Htetig is, maar ik zou niet graag willen,
u dacht-, datdat u zal sterven. Ik
eot mrs Lendridge, dat u graag heeft,
ik ronduit spreek."
"O verreweg, lieve.
m >at- mij zelf betreft, geloof ik niet, dat
gezwel kwaadaardig is; maar alleen
*T«e kan dat uitmaken."
tegNjp hetik ben blij, dat ik de
r ei'd weet. Maar ik zou nog niet
sterven niet omdat ik bang ben
voor den dood, maar ik wensch mijn jongen
gelukkig te zien en getrouwd vóórdat ik
hem verlaat. Ik maak mij bezorgd over
hem."
„Ik geloof, dat u oen boegen ouderdom
zal bereiken," antwoordde Janet vol ver
trouwen.
Na do lunch beantwoordde zij al de vra
gen, die Mark haar deed, en zijn gelaat
werd zeer ernstig.
„Hoe eer sir Felix komt, des te beter.
Ik weet zoo zeker, dat hij haar zal operee-
ren, datZou je haar liever na-ar een.
hospitaal te Londen overbrengen V'
„Niet, zoolang zij hier evengoed kan be
handeld worden. Op geld moet in geen ge
val gelet worden/'
„Zij zal, dunkt me, gelukkiger in haar
eigen huri zijn. Er is hier een kamer, dde ik
uitstekend geschikt vind. Ik zal een paar
verpleegsters meebrengen en alle schik
kingen treffen."
„Dank je, Janet. Je bent een ware vrien
din."
,,En ik zal hier zelf ook blijven. Ik ga
bij Betty slapenApropos, ik wil op
weg naar het station even bij haar aan-
loopen. Wat is het laatste nieuws van den
strijd?"
Mark deelde haar den stand der zaken
mee.
„Naar ik hoor en weet, geloof ik vast,
dat de nieuwe motor van geenerlei waarde
zal blijken te zijn',, besloot hij.
„Arme BettyMaar jij z It zeker wel
zeer in je scshik zijn."
„Ik geloof wel, dat ik dat ben, maar../'
„Het verslapt, hé?"
„In geenen deelt, maar je ha'dt volko
men gelijk. Als zij lijdt, zal ik lijden".
„Je verdiende loon", antwoordde zij
luchtigmaar haar oogen stonden vrien
delijk.
„Beantwoordt mij één vraag: Denk je,
dat mijn moeder in het leven zal blijven?"
vroeg hij plotseling.
„Dat houd ik er wel voor," antwoordde
zij na een pauze, en hij begreep haar.
Janet begaf rich van de villa naar
„Ohurstons", waar zij Betty in haar kan
toor vond.
„Wat voor berioht breng je?" vroeg de
laatste haastig.
„Er moet een operatie plaats hebben.
Wil je me voor een paar weken logies ver
leenen? Het huis van de Lendridges is
klein en daar moeten de verpleegsters lo-
geeren.
„Hoe langer je blijft-, des te aangenamer
het mij zal wezen," antwoordde Betty har
telijk, en spoedig daarop richtte Janet haar
schreden naar het station.
Betty scheidde vroeg met werken uit en
reed toen naar mrs. Lendridge, om haar
een bezoek te brengen. Mark ontving haar
en beiden waren zenuwachtig.
„Het bedroeft me zoo, wat ik omtrent
uw moeder heb gehoord. Mag ik bij haar
gaan?" begon Betty.
„Ik zal het haar vragen."
Mrs. Lendridge stond er op, dat de be
zoekster bij haar in haar kamer zou ko
men. Betty boog zich over het bed heen en
kuste haar hartelijk.
„Ik ben zoo blij, dat je bent gekomen.
Mark zal ons thee geven. Niemand schenkt
zulke lekkere thee als MarkHeeft Ja-
net het je verteld, lieve?"
„Ja."
„Mark zal er zoo vreeselijk onder te doen
hebben. Zul je vriendelijk tegen hem zijn?"
„Ik geloof niet, dat ik hem kan helpen."
„Dat kun je wel. Beter dan iemand an
ders. Wil je mij beloven bij hem te zijn
als ik geopereerd wordt. En later
„Hij zal mijn gezelschap niet begeeren."
„Als het ergste mocht gebeuren, kun jij
hem troosten zooals niemand anders."
„Maar hij mag mij niet. W.'j zijn vijan
den", protesteerde Bett-y.
„Toe, beloof het me", smeekte mrs. Len
dridge.
„Ik kan mij niet aan hem opdringen."
„Je kunt het een of ander excuus be
denken."
„Ik kan slechts zeggen... dat ik mijn
best zal doen," antwoordde Betty einde
lijk.
„Dat is mij voldoende... Dat beteekent
van jou meer dan van de meeste vrouwen.
Ik zou, o, zoo graag blijven leven, lieve. Ik
hunker er naar Mark's zoon in mijn armen
te houden en dan zal ik tevreden kunnen
sterven."
„U mag dan nog wel lang leven en heel
oud worden, om dat te zien."
„Dat geloof ik niet," zei mrs. Lendridge
vertrouwelijk.
„Denkt hij er over om te trouwen? Dat
wist ik niet."
„Mark zal trouwen met de vrouw, die hij
liefheeft, zoo spoedig dat maar in rijn
macht staat."
„De vrouw, dde hij liefheeft," herhaalde
Betty en vertrok daarop spoedig. Zij was
onder 't naar huis rijden zeer nadenkend.
De vrouw, die Mark liefheeft dat
moest natuurlijk Janet zijn. Er wae nie
mand anders. Hoe blind was zij geweest,
om dat niet eer te zien. Janet deed alles
voor mrs Lendridge. Zij bad openlijk haar
bewondering voor Mark bekend. En Mark
mooht Janet gaarne lijden. Zij zouden heel
goed bij elkaar passen, en toch
Voor het eerst in haar leven was Betty
rich bewust, dat zij hevig jaloersch was op
een andere vrouw en dat gevoel was heel
onaangenaam.
HOOFDSTUK XXX.
Betty had de werkplaatsen doorgeloop
pen en met voldoening opgemerkt, dat er
met spoed werd gewerkt aan het ten-uit-
voer-brengen van de groote bestelling der
Luchtvaart-Vereeniging. Eens herinnerde
zij zich Mark's waarschuwing en daoht zij
ee«n volgend oogenblik aan de mogelijkheid
dat de nieuwe motoren de strenge proef
neming, die w-as bedongen, niet zouden
doorstaan. Als dat mocht gebeuren, zou
haar positie werkelijk heel ernstig zijn. Zij
eindigde haar rondgang in de werkplaat»
voor proefnemingen, waar Tam Sylvester
haar met een glimlach ontving.
Aan een plotselinge op-welling toegevend
deelde zij hem de waarschuwing mee, die
Mark haar had gegeven.
„Is er iets van aan?" vroeg zij eindelijk.
„Eerlijk gezegd, miss, voel ik mij niet ge
heel gerust," antwoordde hij met weerzin.
„En toch liet je mij de bestelling aan
nemen."
„Neen, miss, ik heb wel opgepast u in
eenig opzicht te raden. Maar ik zou mij
niet bezorgd maken. Ik verwacht, dat zij
het best zullen doen, ofschoon het mij niet
aanstaat, wat mr. Lendridge heeft gezegd.
Hij weet wat hij zegt. Ik wou. dat wij hem
hier hadden."
„Ik ook," zed ze met een zucht.
(Wordt vervolgd).