DE CHURSTONS
lEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 Augustus.
Tweede Blad. Anno 1922
De Kaagweek.
FEUILLETSH
10. 1»14?
SUITENL. WEEKOVERZICHT.
B
Vrij plotseling schijnt Europa mot snelircdn-
naar zoor belangrijke beslissingen t3
IdUoo. Waarbij bot niet dan uitermate te fco
ia, dat nog altijd haat on oorlogszia
rVoordjc meepraten. Wo herinneren ons niet
wie destijds zeilde, dat Duitschland Oos-
k "-er eg old op een afstand van een jaar
volgen, maar deze profee: heeft de plank
as niet ver mis geslagen. De Mark is ge
er. tot eon laagte als nog nimmer gekend
J~hot laat zich aanzien, dat het uiterste nog
X is bereikt. Behoeft het nog betoog, dat in
t van alle zijden besnoeide en beroofde land
en 't is heusoh niet het minste gedeelte,
jvan Germania is „bovrijd" iodere im-
vrijwel ondoenlijk is geworden, terwijl de
Wrt opnieuw bedenkelijke afmetingen aan-
mL dat van betaling der schadevergoeding
(tet geen sprake "moor kan zijn? Duitschland
1 voor den jongs ten plof der Mark trouwens
I een volledig moratorium gevraagd. Daarop
nimmer beslist en zekerheid is er ook
eenszins. Vermoedelijk zal Maandag, wanneer
Loyd George en Poincaró elkaar te Londen ont
zien, de beslissing vallen, nadat ook België
i Italië, de twee andore, direct belanghebben-
i zijn gehoord. Wat speciaal voor wat Italië
wft mogelijk is geworden, doordat met veel
rite de kabinetscrisis opgelost is. Voor den
is getreden een gereconstrueerd kabinet
fticta, dat echter moor dan de buitonlandsohe
mg el eg cnh ©den in de eerste plaats de binnon-
mdsche zal höbbon te regelen en met name de
ris alles nog voortdurend in scherpte toenc-
jnde ruzie tussahen fascisten en socialisten,
dio weer eens bleek in een algemeene
ddo echter door de fascisten den kop
ingedrukt. Een geenszins benijdenswaar-
taak, die het kabinet alle stevigheid voor-
nog ontneemt.
Maar koeren wc naar de conferentie van
terug, een van de vele vervolgen van
ss, die nog wol weer de nooddge ver
ken zal eisöhön. Elk optimisme vergaat zoo
igzamorhand toch, gezien wat al die confe-
mttes van Boulogne, Spa, Londen, ja waar
t al, hebben opgeleverd. Torwijl daar de mo-
sriumkwesti© moet warden uitgevochten, ziet
tal van manoeuvres om invloed te oefenen
|ülTOören, zoowel in goeden als slechten geest,
j eerste manoeuvre zouden wij willen noemen
t vasthouden van Frankrijk aan do vcrplioh-
van Duitschland om 40 millioen Mark te
tor compensatie van particulieren, in
[Bon oorlog benadeeld. Gezien de omstandig-
bood Duitschland thans 10 millioen, ge-
leol in overeenstemming met do moratorium-
invrage. Wanneer Germania de 50 millioen
ladevergooddng immers niet betalen kon, hoe
i het dan wel de 40 millioen voor Frankrijk
.brengen? Een en ander staat met elkaar in
lauw verband en zoo zien allen hot, zelfs Bel-
tië. Maar Frankrijk wil van geen wijken weten
dreigt, zoo Duitschland heden voor twaalf
imr niet ja en amen zegt (dus zelfs nog voor
ïon vervaltijd van 15 Aug.!) met nog niet nader
jchreven sancties. Of hot echter thans alleen
Lrfcx? zal durven overgaan, vlak voor de con
to Londen? We twijfelen, hoezeer we
arigens Frankrijk volkomen in staat achten
wille van het idee van een hegemonie in
■opa alles op het spol te zotten. Vooralsnog
[iien wc evenwel in dit gebeuren moor een ma-
Buvre, doch dan in don all ersleohtsten gcost,
zoodoende minder dan ooit gegaan wordt
do richting van een werkelijk herstel.
Wol lijnrecht daartegenover staat een raa-
ravre van Engeland. Al is hot juist, dat En
tend heel wat heeft gewonnen in don jong-
oorlog, zoowel positief als negatief, niet-
in is het een brood gebaar, dat Albion beeft
maakt door voor te stellen een dikke streep
to halen door alle intcffgeellaeerde schulden en
al to zion van zijn portie iu de Duitsche ver-
jgoeding mits de andoren dH voorbeeld be-
Bofdcn to volgen. Bij voorbaat zonderde John
Buil Amerika roods uit, waar de stemming pal
i annuleerkig der schuMon is, maar Enge-
nd zal van zijn schuldenaars alleen zooveel
ragen als liet zelf aan Uncle Sam schuldig is.
Hoofdzaak is de pressie op Frankrijk om nu
|ook eon deed der schadevergoeding to laten
n, de eonige weg om uit de huidige mi
sère to komen, daarover zijn allo economen bet
■thans wed eens. Op den langen duur zou dan
zelfs met zijn uitgesloten, dat Amerika Enge-
I land's prijzenswaardig voorbeeld toch nog
lgde. Ook in Lloyd George's rede schemerde
|<kae pressie niet onduidelijk door, hoe hoffelijk
■do taal ook was, waarin de rede was vervat.
Duitschland ziet weer eens te Londen de vier
schaar over zich spannen, met Engeland groo-
tendeols als pleitbezorger, dat .met toen om end e
bezorgdheid de Fransche bewapening door dik
on dun heen, al is de schatkist leeg, gadeslaat.
V/aar Lloyd George evenwel handhaving der
entente nog absoluut noodig oordeelt, zal
Duitschland zich nog verre van gerust gevoelen.
Een kleine troost is hierbij in vergelijking
maar, dat de kwestie roet Beioren op den goe
den weg is voor een minnelijke, beide partijen
bevredigende schikking.
Over oen schikking gesproken, Griekenland
heeft er plotseling aan. herinnerd, dat er nog
een Oostersohe kwestie om oplossing riep. Het
heeft dat ongetwijfeld gedaan op een wijze, die
reclame genoeg mag heoten, maar of de reclame
ingeslagen is, mag betwijfeld. Griekenland met
zijn berooide schatkist kan den strijd tegen
Turkije niet langer voortzetten. Er moet een
ojnd aan komen, wil het land niet geheel ten
onder gaan. Edoch, dit eind zou het toch nog
gaarne in eigen voordeel zien uitvallen. Voor
koning Konstantijn is dit zelfs een soort nood
zakelijkheid om zich te kunnen handhaven. Ed
waar de strijd loopt om Smyrna en Thracië
heeft Griekenland ten aanzien van beide een
coup d'état uitgevoerd. In Smyrna is de auto
nomie uitgeroepen ,al is het een vreemd soort
autonomie, Thracië heeft hot wilien beveiligen
door een aanval op Konstantinopel. Van er
kenning van oen autonoom Smyrna is eohfcer
geen sprake noch door dc Turken, noch door
de geallieerden, die ten aanzien van deze kwes
tie gebonden zijn aan eigen voorstellen van
voor Turkije veel gunstiger strekking. En de
aanval op Koaistantinopd is met doorgegaan,
daar dit Griekenland in directe botsing zou
hebben gebracht met de geallieerden, die im
mers Konstantinopcl hebben bezet als een- on
derpand voor nakoming van het mot Turkije ge
sloten vredesverdrag, dat nog altijd voor 't
grootste gedeelte op nakomen wacht.
Bij elkaar genomen, komt het ons daarom
voor, dat de Grieken met beide maatregelen
weinig verder zijn gekomen, dat zij zelfs achter
uit zijn gegaan door nog meer sympathie te ver
liezen in Frankrijk on Italië als reeds verloren
was, terwijl ook het goed gezinde Albion zich
nu wel als tegenstander moet ontpoppen!
Een bezoek van Holiandsche journa
listen aan Denemarken.
XI. (slot).
Na de reeks van onsamenhangende en vo-
gelvluchtige beschrijvingen, die ik tijdens
en na mijn Denemarksche reis heb neerge
schreven, past een ruim of meer bondige
samenvatting aan 't slot.
Laat ik dan allereerst nog eens mogen
vaststellen, dat de ontvangst van de Hol
iandsche journalisten in Denemarken buiten
gewoon hartelijk en royaal is geweest.
.Vorsten kunnen het nauwelijks beter en
feestelijker verlangen.
Zooals de Denen zich allerwege aan ons
hebben voorgedaan moeten zij een bemin
nelijk, gul ea oprecht volk zijn. Tirj hebben
een grooter gevoel van vaderlandsliefde dan
wij, en vooral: durven daar beter voor uit
komen, ofschoon een tikje chauvinisme aan
dat nationalistisch besef niet altijd vreemd
is. Maar de Denen blijven voor groote over
drijving behoed door een mate van beschei
denheid, die voortvloeit uit het gevoel, een
kleine natie te zijn.
Die bescheidenheid vertoont zich m al
lerlei uitingen en doet meestal sympathiek
aan. We hebben haar ontmoet als een wel
dadige hoffelijkheid in den omgang als een
absentie van luidruchtigheid in heit feestvie
ren van het volk, als een reserve in de bouw
kunst, die absoluut vreemd gebleven is aan
de Duitsche overdaad en „Groszmahns-
sucht", en zuivere proporties paart aan
eenveud. Om even bij de bouwkunst te blij
ven: de moderne grootsteedsche gebouwen
in Kopenhagen hebben eerder de Parftsche
elegantie dan de dikdoenerij, die we elder3
plegen aan te treffen, terwjjl de villa's
buiten de stad nooit protsig zijn, maar
zich min of meer aanpassen aan den aard
van het landschap.
Dit alles komt niet alleen voort uit be
scheidenheid, het is ook een aangeboren
democratisch gevoel, dat veel sterker nog
leeft, als ik goed gezien heb, in het Deen-
sche dan in het Holiandsche volk. Ook dit
zal wel mede een gevolg zijn van de geogra
fische en economische gesteldheid van het
land, waar de vrije boerenstan4 tot een
gTOote ontplooiing is gekomen, waar de
industrie een andere ontwikkeling -had dan
elders, zoodat niet die verschrikkelijke af
standen en kloven ontstonden tusschen rgk
en arm. 1) De welvaart is er eerlijker
verdeeld, de arbeiders verdienen hooge loc-
nen, armoede heerscht zoo goed als ner
gens. Er is een zekere nivelleering, die deo
vreemdeling vertrouwen aandoet.
De sociaal-democraten hebben een zeer
grcoten politiekea invloed, maar zijn weinig
revolutionair aangelegd, en voer communis
ten is de voedingsbodem vrijwel afwezig,
communistische bladen schijnen niet te be
staan, ik heb alleen in Ódense een commu
nistisch journalist ontmoet, die echter aan
een socialistisch orgaan verhonden was, waar
hij vanwege zijn jjver objectiviteit en aan
geboren humor werd geduld.
Natuurlijk is bij dit alles ook in hooge
mate het temperament in 't geding, dat bij
de Denen over 't algeméén niet zoo mach
tig spreekt; zij zijn lankmoedig, iet-of-wat
passief, bewegen zich in allerlei opzichten
langs den gulden middenweg. Door groote
hartstochten worden zij blikbaar niet in be
roering gebracht, wat aan de tinteling, en
de "kleur van 7t leven veel ontneemt, maar
het een. solied fondament geeft.
Deze geringe gepassioneerdheid vmdtmen
natuurlijk in de kunst terug, en zij ver
klaart zeker ook het weinig meetellen van
Deensche invloeden in "de moderne stroo
mingen op pfastisch, architectonisch en mu-
zikaal gebied. Ofschoon .het land pdttoresk
genoog is en bovendien schocne afinosfe-
rische stemmingen vertoont, heeft Dene
marken geen schilders van wereldvermaard-
I heid voortgebracht. Aan de wereld-literatuur
hebben zij; echter namen geschonken als An-
1 dersen, Kierkegaard, Jacobsen, waartegen-
over wij niet gemakkelijk equivalenten kun
nen stellen.
De Denen verwijten elkaar vaak gebrek
aan energie, ondernemingszin, en een traag
2) Typeerend is wel, dat geen fabrikant
die door zijn arbeiders gegroet wordt, voor
bij zal loopen zonder zijn hoed af te ne
men, en met niet het geringste symptoom
van nonchalance. Trouwens men groet in
Denemarken heel sterk. Als een wande
laar een inzittende in een auto groet, dan
zinken plotseling alle hoeden in de auto!
heid, die van het standpunt uitgaat: „waar
om zich druk maken, we komen cr tóch".
Een karaktertrek, die aan het Holiandsche
volk niet onbekend is. Hoever de Denen
aan die kwade eigenschap souffreeren weet
ik niet, maar in flagrante tegenstelling
daarmee staat de vooruitstrevende geest
van den landbouw, die sneiler dan de on
ze de moderne machines heeft toegepast,
en veel vroeger het belang van goed onder
wijs heeft begrepen.
Ook politiek zijn de Denen beter ge
schoold dan wij. Zij hebben vier groote
partijen, waarvan de sociaal-democratische
de omvangrijkste is, daarna de moderne
(waartoe de landbouwers in hoofdzaak be-
hooren), die min of meer liberaal getint
is, de conservatieve volkspartij en de ra
dicalen (die klein in aantal, maar nog krach
tig van invloed zijn; hun blad, „Politiken"
is het grootste dagblad van Denemarken)
-Kerkelijke onderscheidingen worden niet
naar politiek terrein overgebracht, theo
logische kampen, zooals wij die kennen, be
staan er vrijwel niet. De groote strijd, die
de geesten heeft beheerscht, is of dé kerk
staatskerk zal blijven, en of het kerkelijk
huwelijk zijn verplicht karakter behouden
zal of facultatief moet worden gesteld.
Over het uiterlijk leven der Denen in het
algemeen en dat der Kopenhagers in het
bijzonder zou nog heel wat te schrijven
zijn. In het algemeen draagt het een gea
vanceerd karakter, zonder dat het de ont
aardingen, de decadenties vertoont, die el
ders aan het moderne leven knagen. Wel
loopt er op het oogenblik een sterk mate
rialistische trek door het volk, waaronder
trouwens iedere natie na den oorlog te lij
den heeft, en die zich bjj de Denen vooral
uit in lekker eten en drinken er zijn in
Kopenhagen onafzienbaar groote café-za
len, die tot barstens vol zitten maar
zelden wordt dit grof of stuitend. Is bet
niet een zekere ingetogen elegantie, dan is
het een onmiskenbare naïviteit, die het
volk voor liederlijke uitspattingen behoedt
Ik ben op een Zondagavond in Tivoli ge
weest, het amusementsoord van Kopen
hagen, waarop ieder inwoner, intellectueel
of niet, trotsch schijnt tc zijn; het leek
een fenomenale kermis met helverlichte la
nen, geïllumineerde restaurants, overal
klonk muziek, er werd gedanst, en er spat
te vuurwerk, maar de bijna timiede ma
nier, waarop de Kopenhagers van dit alles
genoten, typeerde het kinderlijke, dat ook
nog in deze grootstedelingen levend ge
bleven is.
Toch heeft het stadsleven, vooral in den
middag, iets nerveus-mondains, dat men
in een Duitsche stad na den oorlog te ver-,
geefs zoekt, en waarvoor men zeker naar
Parijs moet, om vergelijkingen te maken.
Zoo goed als de groote moderne gebouwen
iets van de Parijsche elegantie vortoonen,
zoo goed doet dat ook het Kopenhaagsche
straatleven. En de damesAch, ik
zou lyrisch moeten worden, als ik ging
schrijven over de Kopenhaagsche vrouw.
Ze wordt niet ten onrechte de „blonde
Parisienne" genoemd, de blonde Parisien-
ne van het Noorden. Het blonde haar heeft
cfie uitdagend gele kleur, die alleen aan
Noorderlingen eigen is, de oogen zijn meest
lichtblauw, cn de volstrekt gave teint, die
zonder eenige kunst verkregen schijnt, is
eenvoudig onvergelijkelijk. Ze is chic ge
kleed en verliest haar gratie niet, zelfs
wanneer ze eensigaar rookt. Ja, want
de Deensche vrouw rookt sigaren. O, heele
fijne 'dunne sigaartjes, maar tóch sigaren.
En dat doet ze niet thuis, of wanneer nie-
mand het ziet, maar openlijk in een café.
Het staat zonderling, en een Hollander
went er moeilijk aan. Het gebruik is nog
niet algemeen, maar cigaretten weigert iu
Denemarken, geloof ik, geen enkele vrouw.
Toch mag men niet deuken, dat in Dene
marken het huiselijk leven verwaarloosd
wordt. Integendeel neemt dit een groote
plaats in Speciaal de vrouwen zijn huise
lijk aangelegd en het zal niet zonder reden
geweest zijn, dat aan de diners die wij mee
maakten, zoo goed als geen dames deelna
men. Het vrouwenkiesrecht bestaat er
zoowel actief als passief, maar het aantal
vrouwelijke parlementsleden is uiterst ge
ring. In de Twee-de Kamer (Folketing) zit
ten er drie. terwijl bet aantal Kamerleden
grooter is dan het onze.
Ik heb ook eenige malen een Deensoh
huiselijk interieur betreden, maar vond er
telkens warmte cn behagelijkheid.
Wat in de steden in Denemarken vreemd
aandoet, is de vrijmoedige manier, waarop
de menschen hun fiets tegen het trot
toir laten staan, soms in een klein hekje,
dat op afstanden naast de trot tod re wordt
geplaatst. Meestal gebruiken dc Deensche
wielrijders geen slot, en schijnt niemand
er aan te denken een fiets te stelen.
Roman van PAUL TRENT.
Uit bet Engelsch, döor A. G.
(Nadruk verboden.)
1861
is dus afgesproken, ik heb altijd
Iveei vau jonge meisjes gehouden. Het
I noodlot heeft mo oen leelijke poets geb&k-
I >-en door mij niet evengoed een dochter als
jpee zoon te geven. Mark verliet me, dat
|bij u te Londen had ontmoet. Hij sahoen
jfleh best geamuseerd te hebben.'-'
I Misschien is het beter niet over uw zoon
jf^spreken," zei Betty zenuwachtig.
Even na de komst van Betty verschenen
I Janet en Mark. In het eerst waa er iets
1 Vcrkigens in huil houding tegenover elkaar,
jiaaar dat verdween spoedig. Betty scheen
I Plotseling in een zeer opgeruimde stem-
1 ining te zijn en praatte.druk on vroolijk.
J u sp«*-.k het meest tegen mrs. Lendrige,
I zeer geanimeerd antwoordde. Janet
I fi-rin,meerde zich met in stilte naar hen te
-teren en to gad© te slaan. Mark scheen
I n.lcfc Scheel op zij.a gemak en zijn oogen
I bijna voortdurend op Betty gericht.
a- 6071 vw*aw om te winnen! En hij zo-u
I n.iar winnen.
HOOFDSTUK XXVI.
I ,VMfk 00 ll10^ m(*t de beide meis-
I -:eï? le, wandelen, en toen zij waren
I bokjx.rdo zijn moeder hem over
*bn onl^leefdboid.
„Ik dacht, dat ik beleefd was," ant
woordde hij lakoniek. „Miss Churston ver
kiest zeker mijn afwezigheid boven mijn
gezelschap."
„Ben je daar wel zoo zeker van, mijn
jongen? Vrouwen zijn moeilijk te begrijpen.
Oordeel nocit naar haar manier van doen
of naar hetgeen zij zeggen."
„Hoe moet men haar dan beoordeelen
naar haar daden?"
„Niet altijd. Oordeel naar je instinct."
„Dat is een vrouwenmetbode,zei hij
ongeduldig.
Na het avondeten zij dineerden Zon
dag altijd vroeg begaf Mark zich op weg
naar Fcrhampton en klopte daar tegen
de deur van een net huisje. Sylvester
kwam spoedig voor den dag en de norsere
uitdrukking op zijn gezicht verdween,
toen hij zijn bezoeker herkende.
„Kom binnen, sir," zei hij hartelijk.
De zitkamer was eenvoudig, maar gezel
lig ingericht en keurig netjes. Spoedig had
den zij hun pijpen aangestoken en zaten
tegenover elkaar.
„Wat bezielde u toch om ons te verla
ten, sir?" vroeg Sylvester onomwonden.
„Hot staat mij naar mijn oordeel niet vrij
dat te zeggen," antwoordde Mark na een
pauze.
„Er wordet beweerd, dat u met de jonge
meesteres heeft gekibbeld. Ik vind het niets
moeilijk met haar om te gaan."
„Ik meende, dat je een afkeer van vrou
wen had," riep 31ark lachend uit.
„Dat heb ik ook; maar niet van haar.
Zij is zoonis zij wezen moet. Een helder
verstand cn haar hoofd zit op de rechte
plaats. Zij is bovendien zoo wijs zich niet
ie yfifil jnst rai,m zaken te bemoeien. Maar
ik vergeet toch nooit, dat zij de meester is"
„Meesteres," corrigeerde Mark even.
„Dat is voor mij hetzelfde. Ik hoor won
derlijke dingen van uw nieuwen motor,
sir. Ik wou, dat ik dien mocht helpen ma
ken," zei Sylvester spijtig.
Mark zag dat zijn gelegenheid was geko
men en aarzelde niet daarvan gebruik te
maken.
„Ik zie geen reden, waarom je niet zou
helpen mijn motor te maken," antwoordde
hij kalm.
Sylvester's oogen begonnen te schitteren,
terwijl hij overeind sprong.
„Dat meent u toch niet, eir."
„Laat me eens zien, jij krijgt vijf pond
in de week bij „Churston." Crosby is ge
negen je zeven te geven. Ga je daarop
in?"
Mark sloeg hem vol spanning gade, ter
wijl hij zijn aanbod deed.
,,'t Is niet het geld, dat mij aanlokt, sir.
Ik heb alles, wat ik noodig heb. Maar ik
houd er van te werken met zoo iemand
als Ik mag gaarne uw denkbeelden,
uitvoeren, proeven nemen en de dingen
zien worden. U brengt mij in verzoe
king, sar."
„Maar je hebt mijn aanbod nog niet aan
genomen,'.' antwoordde Mark glimlachend.
„Neen, sir. Ik moet er over nadenken.
Weet u, ik ben in de leer geweest bij
„Churstons" en heb heel mijn leven bij de
firma gesleten. De oude heer was altijd
heel goed voor mij en Bat is zijn dochter
ook. Het denkbeeld stuit mij tegen de borst
haar te verlaten. Ik vermoed, dat het er
tegenwoordig niet al te best bij haar voor
staat en dat het nog erger zal worden.
Ik heb ook niet veel idee van dat heer-_
schap Travers. Volgens mijn meening ver
staat hij zijn werk niet."
En nu beging Mark in zijn ijver een fout.
„Ik zal er nog voordeel bij hebben als ik
je tien pond in de week geef," zei hij drin
gend.
Sylvester keek hem wantrouwend aan.
„Als u mij dat aanbiedt, dan is u dwazer
dan ik dacht. Ik ben dat geld niet waard en
dat weet u ook wel. Er zijn «.en massa
goede monteurs te krijgen voor drie a vier
pond per week."
„Maar het zijn geen Sylvesters."
„Ik weet, dat ik voor mijn vak deug,
maar
„Je hebt de firma ponden doen uitspa
ren, toen ik nog mij „Churstons" was. Je
bent niet alleen een goed monteur, maar
je bezit ook voorstellingsvermogen. 'tWas
nooit noodig, je de dingen tot in bijzonder
heden uit te leggen. Je vatte een idee da
delijk en spaarde me uren van mijn tijd.
Ik kan je eerlijk zeggen, dat je mij wel
tien pond in de week waard bent. Het is
van belang, dat ik mijn motor zoo spoe-
i dig mogelijk op de proefbank krijg. Kom,
Sylvester, toon je gezond verstand en han
del niet tegen je eigen belang in."
Sylvester, die nog altijd stond, vulde
bedaard zijn pijp, terwijl zijn oogen naden
kend op Marks gezicht waren gevestigd.
„Er is iets aan die zaak, wat mij niet
aanstaat en dat ik niet begrijp." Heeft u
mij werkelijk noodig oT is het uw doel
„Churstons" een leelijke poets te bakken?"
Mark aarzelde met het antwoord. Als
hij de waarheid zou zeggen, dan moest hij
met een eenvoudig „ja" op beide vragen
antwoorden. Voelend, dat hij eigenlijk
iaag handelde, zei hij ontwijkend:
„Ik heb jouw kennis en jouw hersenen
noodig. Wil je mij die geven?"
En Sylvester aarzelde niet langer.
„Neen, sir. Ik geloof, dat u „Churstons"
een leelijke kool wilt stoven, en ik denk
niet meer zoo goed over u als ik heb ge
daan. Alles wèl beschouwd heeft u jaren
bij „Churstons" gewerkt en de oude „baas"
maakt u tot zijn vriend, evenals hij mij dat
deed. Waarom zou u de firma willen be-
nadeelon? Miss Churstons heeft u toch
nooit eenig kwaad gedaan, is 't wel?"
„Zaken zijn zaken. Ik heb het recht mij
to verzekeren van de beste krachten, waar-
voet* ik bereid ben den prijs te betalen."
„Mijn krachten zijn voor geen prijs van
u te koop. Ik blijf bij „Churstons". En
het spijt me, dat u me ooit dit aanbod
heeft gedaan."
„En mij ook, Sylvester. Je bent een goeie
kerel en ik respecteer je. Als „Churstons"
ooit mocht ophouden te bestaan, dan zal
er altijd een baantje voor je zijn, als je
dat verlangt," zei Mark vriendelijk en
hield hem zijn hand toe.
Maar Sylvester accepteerde het aange
boden gunstbetoon niet.
„Churstons" ophouden te bestaan?" Ler-
haalde hij verontwaardigd. „Ik wil bidden,
dat ik in mijn graf lig, voordat zoo iets
gebeurt. Is het uw bedoeling te maken,
dat de firma moet ophouden te bestaan?
Als dat het geval is, dan zullen we elkaar
nog wel eens nader spreken."
(Wordt vervolgd).