DE CHURSTONS lEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 Augustus. Tweede Blad. Anno 1922 De Kaagweek. FEUILLETSH 10. 1»14? SUITENL. WEEKOVERZICHT. B Vrij plotseling schijnt Europa mot snelircdn- naar zoor belangrijke beslissingen t3 IdUoo. Waarbij bot niet dan uitermate te fco ia, dat nog altijd haat on oorlogszia rVoordjc meepraten. Wo herinneren ons niet wie destijds zeilde, dat Duitschland Oos- k "-er eg old op een afstand van een jaar volgen, maar deze profee: heeft de plank as niet ver mis geslagen. De Mark is ge er. tot eon laagte als nog nimmer gekend J~hot laat zich aanzien, dat het uiterste nog X is bereikt. Behoeft het nog betoog, dat in t van alle zijden besnoeide en beroofde land en 't is heusoh niet het minste gedeelte, jvan Germania is „bovrijd" iodere im- vrijwel ondoenlijk is geworden, terwijl de Wrt opnieuw bedenkelijke afmetingen aan- mL dat van betaling der schadevergoeding (tet geen sprake "moor kan zijn? Duitschland 1 voor den jongs ten plof der Mark trouwens I een volledig moratorium gevraagd. Daarop nimmer beslist en zekerheid is er ook eenszins. Vermoedelijk zal Maandag, wanneer Loyd George en Poincaró elkaar te Londen ont zien, de beslissing vallen, nadat ook België i Italië, de twee andore, direct belanghebben- i zijn gehoord. Wat speciaal voor wat Italië wft mogelijk is geworden, doordat met veel rite de kabinetscrisis opgelost is. Voor den is getreden een gereconstrueerd kabinet fticta, dat echter moor dan de buitonlandsohe mg el eg cnh ©den in de eerste plaats de binnon- mdsche zal höbbon te regelen en met name de ris alles nog voortdurend in scherpte toenc- jnde ruzie tussahen fascisten en socialisten, dio weer eens bleek in een algemeene ddo echter door de fascisten den kop ingedrukt. Een geenszins benijdenswaar- taak, die het kabinet alle stevigheid voor- nog ontneemt. Maar koeren wc naar de conferentie van terug, een van de vele vervolgen van ss, die nog wol weer de nooddge ver ken zal eisöhön. Elk optimisme vergaat zoo igzamorhand toch, gezien wat al die confe- mttes van Boulogne, Spa, Londen, ja waar t al, hebben opgeleverd. Torwijl daar de mo- sriumkwesti© moet warden uitgevochten, ziet tal van manoeuvres om invloed te oefenen |ülTOören, zoowel in goeden als slechten geest, j eerste manoeuvre zouden wij willen noemen t vasthouden van Frankrijk aan do vcrplioh- van Duitschland om 40 millioen Mark te tor compensatie van particulieren, in [Bon oorlog benadeeld. Gezien de omstandig- bood Duitschland thans 10 millioen, ge- leol in overeenstemming met do moratorium- invrage. Wanneer Germania de 50 millioen ladevergooddng immers niet betalen kon, hoe i het dan wel de 40 millioen voor Frankrijk .brengen? Een en ander staat met elkaar in lauw verband en zoo zien allen hot, zelfs Bel- tië. Maar Frankrijk wil van geen wijken weten dreigt, zoo Duitschland heden voor twaalf imr niet ja en amen zegt (dus zelfs nog voor ïon vervaltijd van 15 Aug.!) met nog niet nader jchreven sancties. Of hot echter thans alleen Lrfcx? zal durven overgaan, vlak voor de con to Londen? We twijfelen, hoezeer we arigens Frankrijk volkomen in staat achten wille van het idee van een hegemonie in ■opa alles op het spol te zotten. Vooralsnog [iien wc evenwel in dit gebeuren moor een ma- Buvre, doch dan in don all ersleohtsten gcost, zoodoende minder dan ooit gegaan wordt do richting van een werkelijk herstel. Wol lijnrecht daartegenover staat een raa- ravre van Engeland. Al is hot juist, dat En tend heel wat heeft gewonnen in don jong- oorlog, zoowel positief als negatief, niet- in is het een brood gebaar, dat Albion beeft maakt door voor te stellen een dikke streep to halen door alle intcffgeellaeerde schulden en al to zion van zijn portie iu de Duitsche ver- jgoeding mits de andoren dH voorbeeld be- Bofdcn to volgen. Bij voorbaat zonderde John Buil Amerika roods uit, waar de stemming pal i annuleerkig der schuMon is, maar Enge- nd zal van zijn schuldenaars alleen zooveel ragen als liet zelf aan Uncle Sam schuldig is. Hoofdzaak is de pressie op Frankrijk om nu |ook eon deed der schadevergoeding to laten n, de eonige weg om uit de huidige mi sère to komen, daarover zijn allo economen bet ■thans wed eens. Op den langen duur zou dan zelfs met zijn uitgesloten, dat Amerika Enge- I land's prijzenswaardig voorbeeld toch nog lgde. Ook in Lloyd George's rede schemerde |<kae pressie niet onduidelijk door, hoe hoffelijk ■do taal ook was, waarin de rede was vervat. Duitschland ziet weer eens te Londen de vier schaar over zich spannen, met Engeland groo- tendeols als pleitbezorger, dat .met toen om end e bezorgdheid de Fransche bewapening door dik on dun heen, al is de schatkist leeg, gadeslaat. V/aar Lloyd George evenwel handhaving der entente nog absoluut noodig oordeelt, zal Duitschland zich nog verre van gerust gevoelen. Een kleine troost is hierbij in vergelijking maar, dat de kwestie roet Beioren op den goe den weg is voor een minnelijke, beide partijen bevredigende schikking. Over oen schikking gesproken, Griekenland heeft er plotseling aan. herinnerd, dat er nog een Oostersohe kwestie om oplossing riep. Het heeft dat ongetwijfeld gedaan op een wijze, die reclame genoeg mag heoten, maar of de reclame ingeslagen is, mag betwijfeld. Griekenland met zijn berooide schatkist kan den strijd tegen Turkije niet langer voortzetten. Er moet een ojnd aan komen, wil het land niet geheel ten onder gaan. Edoch, dit eind zou het toch nog gaarne in eigen voordeel zien uitvallen. Voor koning Konstantijn is dit zelfs een soort nood zakelijkheid om zich te kunnen handhaven. Ed waar de strijd loopt om Smyrna en Thracië heeft Griekenland ten aanzien van beide een coup d'état uitgevoerd. In Smyrna is de auto nomie uitgeroepen ,al is het een vreemd soort autonomie, Thracië heeft hot wilien beveiligen door een aanval op Konstantinopel. Van er kenning van oen autonoom Smyrna is eohfcer geen sprake noch door dc Turken, noch door de geallieerden, die ten aanzien van deze kwes tie gebonden zijn aan eigen voorstellen van voor Turkije veel gunstiger strekking. En de aanval op Koaistantinopd is met doorgegaan, daar dit Griekenland in directe botsing zou hebben gebracht met de geallieerden, die im mers Konstantinopcl hebben bezet als een- on derpand voor nakoming van het mot Turkije ge sloten vredesverdrag, dat nog altijd voor 't grootste gedeelte op nakomen wacht. Bij elkaar genomen, komt het ons daarom voor, dat de Grieken met beide maatregelen weinig verder zijn gekomen, dat zij zelfs achter uit zijn gegaan door nog meer sympathie te ver liezen in Frankrijk on Italië als reeds verloren was, terwijl ook het goed gezinde Albion zich nu wel als tegenstander moet ontpoppen! Een bezoek van Holiandsche journa listen aan Denemarken. XI. (slot). Na de reeks van onsamenhangende en vo- gelvluchtige beschrijvingen, die ik tijdens en na mijn Denemarksche reis heb neerge schreven, past een ruim of meer bondige samenvatting aan 't slot. Laat ik dan allereerst nog eens mogen vaststellen, dat de ontvangst van de Hol iandsche journalisten in Denemarken buiten gewoon hartelijk en royaal is geweest. .Vorsten kunnen het nauwelijks beter en feestelijker verlangen. Zooals de Denen zich allerwege aan ons hebben voorgedaan moeten zij een bemin nelijk, gul ea oprecht volk zijn. Tirj hebben een grooter gevoel van vaderlandsliefde dan wij, en vooral: durven daar beter voor uit komen, ofschoon een tikje chauvinisme aan dat nationalistisch besef niet altijd vreemd is. Maar de Denen blijven voor groote over drijving behoed door een mate van beschei denheid, die voortvloeit uit het gevoel, een kleine natie te zijn. Die bescheidenheid vertoont zich m al lerlei uitingen en doet meestal sympathiek aan. We hebben haar ontmoet als een wel dadige hoffelijkheid in den omgang als een absentie van luidruchtigheid in heit feestvie ren van het volk, als een reserve in de bouw kunst, die absoluut vreemd gebleven is aan de Duitsche overdaad en „Groszmahns- sucht", en zuivere proporties paart aan eenveud. Om even bij de bouwkunst te blij ven: de moderne grootsteedsche gebouwen in Kopenhagen hebben eerder de Parftsche elegantie dan de dikdoenerij, die we elder3 plegen aan te treffen, terwjjl de villa's buiten de stad nooit protsig zijn, maar zich min of meer aanpassen aan den aard van het landschap. Dit alles komt niet alleen voort uit be scheidenheid, het is ook een aangeboren democratisch gevoel, dat veel sterker nog leeft, als ik goed gezien heb, in het Deen- sche dan in het Holiandsche volk. Ook dit zal wel mede een gevolg zijn van de geogra fische en economische gesteldheid van het land, waar de vrije boerenstan4 tot een gTOote ontplooiing is gekomen, waar de industrie een andere ontwikkeling -had dan elders, zoodat niet die verschrikkelijke af standen en kloven ontstonden tusschen rgk en arm. 1) De welvaart is er eerlijker verdeeld, de arbeiders verdienen hooge loc- nen, armoede heerscht zoo goed als ner gens. Er is een zekere nivelleering, die deo vreemdeling vertrouwen aandoet. De sociaal-democraten hebben een zeer grcoten politiekea invloed, maar zijn weinig revolutionair aangelegd, en voer communis ten is de voedingsbodem vrijwel afwezig, communistische bladen schijnen niet te be staan, ik heb alleen in Ódense een commu nistisch journalist ontmoet, die echter aan een socialistisch orgaan verhonden was, waar hij vanwege zijn jjver objectiviteit en aan geboren humor werd geduld. Natuurlijk is bij dit alles ook in hooge mate het temperament in 't geding, dat bij de Denen over 't algeméén niet zoo mach tig spreekt; zij zijn lankmoedig, iet-of-wat passief, bewegen zich in allerlei opzichten langs den gulden middenweg. Door groote hartstochten worden zij blikbaar niet in be roering gebracht, wat aan de tinteling, en de "kleur van 7t leven veel ontneemt, maar het een. solied fondament geeft. Deze geringe gepassioneerdheid vmdtmen natuurlijk in de kunst terug, en zij ver klaart zeker ook het weinig meetellen van Deensche invloeden in "de moderne stroo mingen op pfastisch, architectonisch en mu- zikaal gebied. Ofschoon .het land pdttoresk genoog is en bovendien schocne afinosfe- rische stemmingen vertoont, heeft Dene marken geen schilders van wereldvermaard- I heid voortgebracht. Aan de wereld-literatuur hebben zij; echter namen geschonken als An- 1 dersen, Kierkegaard, Jacobsen, waartegen- over wij niet gemakkelijk equivalenten kun nen stellen. De Denen verwijten elkaar vaak gebrek aan energie, ondernemingszin, en een traag 2) Typeerend is wel, dat geen fabrikant die door zijn arbeiders gegroet wordt, voor bij zal loopen zonder zijn hoed af te ne men, en met niet het geringste symptoom van nonchalance. Trouwens men groet in Denemarken heel sterk. Als een wande laar een inzittende in een auto groet, dan zinken plotseling alle hoeden in de auto! heid, die van het standpunt uitgaat: „waar om zich druk maken, we komen cr tóch". Een karaktertrek, die aan het Holiandsche volk niet onbekend is. Hoever de Denen aan die kwade eigenschap souffreeren weet ik niet, maar in flagrante tegenstelling daarmee staat de vooruitstrevende geest van den landbouw, die sneiler dan de on ze de moderne machines heeft toegepast, en veel vroeger het belang van goed onder wijs heeft begrepen. Ook politiek zijn de Denen beter ge schoold dan wij. Zij hebben vier groote partijen, waarvan de sociaal-democratische de omvangrijkste is, daarna de moderne (waartoe de landbouwers in hoofdzaak be- hooren), die min of meer liberaal getint is, de conservatieve volkspartij en de ra dicalen (die klein in aantal, maar nog krach tig van invloed zijn; hun blad, „Politiken" is het grootste dagblad van Denemarken) -Kerkelijke onderscheidingen worden niet naar politiek terrein overgebracht, theo logische kampen, zooals wij die kennen, be staan er vrijwel niet. De groote strijd, die de geesten heeft beheerscht, is of dé kerk staatskerk zal blijven, en of het kerkelijk huwelijk zijn verplicht karakter behouden zal of facultatief moet worden gesteld. Over het uiterlijk leven der Denen in het algemeen en dat der Kopenhagers in het bijzonder zou nog heel wat te schrijven zijn. In het algemeen draagt het een gea vanceerd karakter, zonder dat het de ont aardingen, de decadenties vertoont, die el ders aan het moderne leven knagen. Wel loopt er op het oogenblik een sterk mate rialistische trek door het volk, waaronder trouwens iedere natie na den oorlog te lij den heeft, en die zich bjj de Denen vooral uit in lekker eten en drinken er zijn in Kopenhagen onafzienbaar groote café-za len, die tot barstens vol zitten maar zelden wordt dit grof of stuitend. Is bet niet een zekere ingetogen elegantie, dan is het een onmiskenbare naïviteit, die het volk voor liederlijke uitspattingen behoedt Ik ben op een Zondagavond in Tivoli ge weest, het amusementsoord van Kopen hagen, waarop ieder inwoner, intellectueel of niet, trotsch schijnt tc zijn; het leek een fenomenale kermis met helverlichte la nen, geïllumineerde restaurants, overal klonk muziek, er werd gedanst, en er spat te vuurwerk, maar de bijna timiede ma nier, waarop de Kopenhagers van dit alles genoten, typeerde het kinderlijke, dat ook nog in deze grootstedelingen levend ge bleven is. Toch heeft het stadsleven, vooral in den middag, iets nerveus-mondains, dat men in een Duitsche stad na den oorlog te ver-, geefs zoekt, en waarvoor men zeker naar Parijs moet, om vergelijkingen te maken. Zoo goed als de groote moderne gebouwen iets van de Parijsche elegantie vortoonen, zoo goed doet dat ook het Kopenhaagsche straatleven. En de damesAch, ik zou lyrisch moeten worden, als ik ging schrijven over de Kopenhaagsche vrouw. Ze wordt niet ten onrechte de „blonde Parisienne" genoemd, de blonde Parisien- ne van het Noorden. Het blonde haar heeft cfie uitdagend gele kleur, die alleen aan Noorderlingen eigen is, de oogen zijn meest lichtblauw, cn de volstrekt gave teint, die zonder eenige kunst verkregen schijnt, is eenvoudig onvergelijkelijk. Ze is chic ge kleed en verliest haar gratie niet, zelfs wanneer ze eensigaar rookt. Ja, want de Deensche vrouw rookt sigaren. O, heele fijne 'dunne sigaartjes, maar tóch sigaren. En dat doet ze niet thuis, of wanneer nie- mand het ziet, maar openlijk in een café. Het staat zonderling, en een Hollander went er moeilijk aan. Het gebruik is nog niet algemeen, maar cigaretten weigert iu Denemarken, geloof ik, geen enkele vrouw. Toch mag men niet deuken, dat in Dene marken het huiselijk leven verwaarloosd wordt. Integendeel neemt dit een groote plaats in Speciaal de vrouwen zijn huise lijk aangelegd en het zal niet zonder reden geweest zijn, dat aan de diners die wij mee maakten, zoo goed als geen dames deelna men. Het vrouwenkiesrecht bestaat er zoowel actief als passief, maar het aantal vrouwelijke parlementsleden is uiterst ge ring. In de Twee-de Kamer (Folketing) zit ten er drie. terwijl bet aantal Kamerleden grooter is dan het onze. Ik heb ook eenige malen een Deensoh huiselijk interieur betreden, maar vond er telkens warmte cn behagelijkheid. Wat in de steden in Denemarken vreemd aandoet, is de vrijmoedige manier, waarop de menschen hun fiets tegen het trot toir laten staan, soms in een klein hekje, dat op afstanden naast de trot tod re wordt geplaatst. Meestal gebruiken dc Deensche wielrijders geen slot, en schijnt niemand er aan te denken een fiets te stelen. Roman van PAUL TRENT. Uit bet Engelsch, döor A. G. (Nadruk verboden.) 1861 is dus afgesproken, ik heb altijd Iveei vau jonge meisjes gehouden. Het I noodlot heeft mo oen leelijke poets geb&k- I >-en door mij niet evengoed een dochter als jpee zoon te geven. Mark verliet me, dat |bij u te Londen had ontmoet. Hij sahoen jfleh best geamuseerd te hebben.'-' I Misschien is het beter niet over uw zoon jf^spreken," zei Betty zenuwachtig. Even na de komst van Betty verschenen I Janet en Mark. In het eerst waa er iets 1 Vcrkigens in huil houding tegenover elkaar, jiaaar dat verdween spoedig. Betty scheen I Plotseling in een zeer opgeruimde stem- 1 ining te zijn en praatte.druk on vroolijk. J u sp«*-.k het meest tegen mrs. Lendrige, I zeer geanimeerd antwoordde. Janet I fi-rin,meerde zich met in stilte naar hen te -teren en to gad© te slaan. Mark scheen I n.lcfc Scheel op zij.a gemak en zijn oogen I bijna voortdurend op Betty gericht. a- 6071 vw*aw om te winnen! En hij zo-u I n.iar winnen. HOOFDSTUK XXVI. I ,VMfk 00 ll10^ m(*t de beide meis- I -:eï? le, wandelen, en toen zij waren I bokjx.rdo zijn moeder hem over *bn onl^leefdboid. „Ik dacht, dat ik beleefd was," ant woordde hij lakoniek. „Miss Churston ver kiest zeker mijn afwezigheid boven mijn gezelschap." „Ben je daar wel zoo zeker van, mijn jongen? Vrouwen zijn moeilijk te begrijpen. Oordeel nocit naar haar manier van doen of naar hetgeen zij zeggen." „Hoe moet men haar dan beoordeelen naar haar daden?" „Niet altijd. Oordeel naar je instinct." „Dat is een vrouwenmetbode,zei hij ongeduldig. Na het avondeten zij dineerden Zon dag altijd vroeg begaf Mark zich op weg naar Fcrhampton en klopte daar tegen de deur van een net huisje. Sylvester kwam spoedig voor den dag en de norsere uitdrukking op zijn gezicht verdween, toen hij zijn bezoeker herkende. „Kom binnen, sir," zei hij hartelijk. De zitkamer was eenvoudig, maar gezel lig ingericht en keurig netjes. Spoedig had den zij hun pijpen aangestoken en zaten tegenover elkaar. „Wat bezielde u toch om ons te verla ten, sir?" vroeg Sylvester onomwonden. „Hot staat mij naar mijn oordeel niet vrij dat te zeggen," antwoordde Mark na een pauze. „Er wordet beweerd, dat u met de jonge meesteres heeft gekibbeld. Ik vind het niets moeilijk met haar om te gaan." „Ik meende, dat je een afkeer van vrou wen had," riep 31ark lachend uit. „Dat heb ik ook; maar niet van haar. Zij is zoonis zij wezen moet. Een helder verstand cn haar hoofd zit op de rechte plaats. Zij is bovendien zoo wijs zich niet ie yfifil jnst rai,m zaken te bemoeien. Maar ik vergeet toch nooit, dat zij de meester is" „Meesteres," corrigeerde Mark even. „Dat is voor mij hetzelfde. Ik hoor won derlijke dingen van uw nieuwen motor, sir. Ik wou, dat ik dien mocht helpen ma ken," zei Sylvester spijtig. Mark zag dat zijn gelegenheid was geko men en aarzelde niet daarvan gebruik te maken. „Ik zie geen reden, waarom je niet zou helpen mijn motor te maken," antwoordde hij kalm. Sylvester's oogen begonnen te schitteren, terwijl hij overeind sprong. „Dat meent u toch niet, eir." „Laat me eens zien, jij krijgt vijf pond in de week bij „Churston." Crosby is ge negen je zeven te geven. Ga je daarop in?" Mark sloeg hem vol spanning gade, ter wijl hij zijn aanbod deed. ,,'t Is niet het geld, dat mij aanlokt, sir. Ik heb alles, wat ik noodig heb. Maar ik houd er van te werken met zoo iemand als Ik mag gaarne uw denkbeelden, uitvoeren, proeven nemen en de dingen zien worden. U brengt mij in verzoe king, sar." „Maar je hebt mijn aanbod nog niet aan genomen,'.' antwoordde Mark glimlachend. „Neen, sir. Ik moet er over nadenken. Weet u, ik ben in de leer geweest bij „Churstons" en heb heel mijn leven bij de firma gesleten. De oude heer was altijd heel goed voor mij en Bat is zijn dochter ook. Het denkbeeld stuit mij tegen de borst haar te verlaten. Ik vermoed, dat het er tegenwoordig niet al te best bij haar voor staat en dat het nog erger zal worden. Ik heb ook niet veel idee van dat heer-_ schap Travers. Volgens mijn meening ver staat hij zijn werk niet." En nu beging Mark in zijn ijver een fout. „Ik zal er nog voordeel bij hebben als ik je tien pond in de week geef," zei hij drin gend. Sylvester keek hem wantrouwend aan. „Als u mij dat aanbiedt, dan is u dwazer dan ik dacht. Ik ben dat geld niet waard en dat weet u ook wel. Er zijn «.en massa goede monteurs te krijgen voor drie a vier pond per week." „Maar het zijn geen Sylvesters." „Ik weet, dat ik voor mijn vak deug, maar „Je hebt de firma ponden doen uitspa ren, toen ik nog mij „Churstons" was. Je bent niet alleen een goed monteur, maar je bezit ook voorstellingsvermogen. 'tWas nooit noodig, je de dingen tot in bijzonder heden uit te leggen. Je vatte een idee da delijk en spaarde me uren van mijn tijd. Ik kan je eerlijk zeggen, dat je mij wel tien pond in de week waard bent. Het is van belang, dat ik mijn motor zoo spoe- i dig mogelijk op de proefbank krijg. Kom, Sylvester, toon je gezond verstand en han del niet tegen je eigen belang in." Sylvester, die nog altijd stond, vulde bedaard zijn pijp, terwijl zijn oogen naden kend op Marks gezicht waren gevestigd. „Er is iets aan die zaak, wat mij niet aanstaat en dat ik niet begrijp." Heeft u mij werkelijk noodig oT is het uw doel „Churstons" een leelijke poets te bakken?" Mark aarzelde met het antwoord. Als hij de waarheid zou zeggen, dan moest hij met een eenvoudig „ja" op beide vragen antwoorden. Voelend, dat hij eigenlijk iaag handelde, zei hij ontwijkend: „Ik heb jouw kennis en jouw hersenen noodig. Wil je mij die geven?" En Sylvester aarzelde niet langer. „Neen, sir. Ik geloof, dat u „Churstons" een leelijke kool wilt stoven, en ik denk niet meer zoo goed over u als ik heb ge daan. Alles wèl beschouwd heeft u jaren bij „Churstons" gewerkt en de oude „baas" maakt u tot zijn vriend, evenals hij mij dat deed. Waarom zou u de firma willen be- nadeelon? Miss Churstons heeft u toch nooit eenig kwaad gedaan, is 't wel?" „Zaken zijn zaken. Ik heb het recht mij to verzekeren van de beste krachten, waar- voet* ik bereid ben den prijs te betalen." „Mijn krachten zijn voor geen prijs van u te koop. Ik blijf bij „Churstons". En het spijt me, dat u me ooit dit aanbod heeft gedaan." „En mij ook, Sylvester. Je bent een goeie kerel en ik respecteer je. Als „Churstons" ooit mocht ophouden te bestaan, dan zal er altijd een baantje voor je zijn, als je dat verlangt," zei Mark vriendelijk en hield hem zijn hand toe. Maar Sylvester accepteerde het aange boden gunstbetoon niet. „Churstons" ophouden te bestaan?" Ler- haalde hij verontwaardigd. „Ik wil bidden, dat ik in mijn graf lig, voordat zoo iets gebeurt. Is het uw bedoeling te maken, dat de firma moet ophouden te bestaan? Als dat het geval is, dan zullen we elkaar nog wel eens nader spreken." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 5