ging8cijfer de beau róle heeft gespeeld.
Toen heeft spr. heel voorzichtig B. en W
gevolgd en nu is hij ook weer bang te zeilen
op het kompas van den heer Van Eek. Men
moet ook rekening houden met de buiten
gemeenten.
Blijkt het straks mee te vallen, welnu,
idan verlage men verder.
Wethouder BOTS begint met de geschie
denis van het voorstel-Van Eek te memo-
freeren. Eerst stond het er met de gemeen-
te-financiën goed voor en toen kon hij mee
gaan, maar na aannemen van het voorstel-
De Lange, inzake het vermenigvuldigir.gs-
fiijfer, word dat anders.
Behalve de buitengemeenten, doen ook
Rijk, etc. mee aan de gasprijs, dat moet
men niet vergeten. Bij de belasting doen
'deze natuurlijk niet mee.
Verhoogen later zou een onaangenaam
feit zijn. Vermindert men nu met een cent,
dan kan binnenkort misschien, valt het mee
weer een verlaging volgen. De wachtgeldre
geling voor het personeel zal ook geld kos
ten.
Do heer VAN ECK wijst elke beschuldi
ging van roekeloosheid af, gezien de cijfers,
.waarop zijn voorstel is gebaseerd. Toen de
Raad de begrooting opmaakte, was een si ui
tende begrooting goed, wil de Raad nu op
eens winst, dus een andere politiek Om
de gemeentefinanciën te verbeteren 1 Dat
beteekent belasting op een der eerste le
ven sbehoeften
Wanneer de nieuwe stokerij geen verla
ging van den kostprijs zou brengen, zou in
derdaad volgend jaar een klein tekort kun
nen ontstaan. Maar dat aan te nemen lijkt
hein al heel vreemd.
De heer KNUTTEL: Het is onzin, dat
aan te nemen.
De heer VAN ECK wijst dan nog eens
bij tegenvallers die niet te voorzien zijn op
het reservefonds. Mag dit heelemaal niet
worden aangeraakt 1 De belasting behoeft
niet direct te worden verhoogd.
Het gaat ook niet aan de batige saldi te
gebruiken voor de gemeentekas, terwijl an
ders direct moet worden bijgepast door de
burgerij. En dan: er is progressie bij de be
lasting. Wat de buitengemeenten, enz. be
treft, mogen die alleen gebruikt worden als
melkkoetjes Hebben die ook geen recht op
betalen van den kostprijs
Deze verlaging, is niet gebaseerd op do
nieuwe fabriek, maar op andere factoren.
Mag dat niet, ook gelet op de geld-moeilijk-
heid van vele ingezetenen
Wethouder BOTS zegt, dat B. en W.
niet tegen verlaging zijn, zie hun voorstel.
En blijkt straks, dat het nog verder kan,
wel, dan zal men dit voorstellen.
De VOORZITTER meent, dat de fout van
den heer Van Eek ligt in het hier bezigen
van indireot belastingstelsel, een fout, die
spr- ook maakte, toen htj pas 'in cleri raad
was. Men heeft hier een bedrijf. Mag men
daaruit een winst maken. Neen, dan is 't
afgeloopen. Ja, dan is de vraag of B. en
;W. een te groote winst voorstaan. Ruim
f84,000 noemt htj al zeer matig; ook in ver
gelijking met elders. De gasprijs is ook
niet te hoog in vergelijking met- elders.
Over het voorsteï-Van Eek sta
ken dan de stemmen, 1414. Vóór
de S. D. A. P. en de heeren Knuttel, Bis
schop, Wilbrink, Jan de Lange, Kuivenno-
ven, Heataskerk, en mevrouw Van Itallie.
Hierna schorsing.
AVONDZITTING.
17o. Voortstel in zake de reorganisatie
van het Openbaar Lager Onderwijs. (158)
I Al gem een e beschouwingen.
1 De heer SIJTSMA zal kort zijn. Hij heeft
met eenige voldoening kennis genomen van
'dezo voorstellen. Al 20 jaar heeft hij ge
werkt in de richting als de minister nu
oplegt. Zie b.v. 't afschaffen van het am-
bulantisme, de coëducatie, proportioneele
schoolgeldheffing etc. Was men destijds wat
toeschietelijker geweest, dan zou men nu
meer geleidelijk de reorganisatie kunnen zijn
ingegaan, dan waren we nader geweest aan
de verdemocratiseering van Tiet onderwijs,
want daarop komt- het neer.
B en W. pogen ae illusie te ontnemen,
dat het onderwijs er beter op zal worden.
Spr. is het daarmee niet eens. Hij ziet in
deze voorstellen wel deg:Ji\jk verbetering.
B. en W» gebruiken de woorden ontwik
kel ingsmoge-1 ijkiiaid en doel van het onder
wijs. De ontwikkelings-mogelijkheid is niet
te bepalen op 6 jaar, moet later worden
gesteld. Daarom juicht hij aanvankelijk ge
lijk onderwijs ton zeerste toe, opd3t ieder
komen kan waar hij wezen moet, ongeacht
stand, welvaart etc.
De heer VAN HAMEL zal ook kort zijn,
niet als de heer S., die vooruit liep op
de uitstelmoties. Hij meent, dat er alles
te zeggen is voor uitstel. Men weet heele
maal niet wat de minister wil en men weet
heelemaal niet hoe de nieuwe Kamer er
uit zal zien. Maar bovendien, de urgentie
van eenigo kardinale punten ziet spr. met
in. Tot 1 Jan. 1924 is er tijd b.v. wat
betreft het aantal leerlingen op de scholen.
De urgentie der splitsing is dus niet zoo
dringend. Hoe desorganiseerend zou terug
komen op de beslissing niet zijn! Splitsing
acht hij niet in het belang van het onder
wijs en twijfelachtig is het of het goed-
kooper is. Iloe zal men met 1 September
klaar zijn, zelfs met de grootste energie?
Spr. citeert een bericht aan het „Hbld.", om
aan te toonen, dat de bezuiniging wel eens
teleurstellend zou kunnen zgn. Hij raadt ten
slotte zijn voorstel ten zeerste aan.
De heer MEYNEN heeft zich tot enkele
punten beperkt. De splitsing is n.I. z. i.
niet te behandelen, want het ligt in de
voorgenomen technische herziening der on
derwijswet, welke wet nog onbekend is, ai
weet men, dat 15 millioeu bazuinigd moet
worden op onderwas. Een bezuiniging niet
op salaris, dus op gebouwen, aantal Ieer-
linger per klas, leerkrachten eaz. Elke re
geering na de verkiezingen zal voor be
zuinigen moeten zijn.
Is splitsing te voorkomen, dan is spr.
daarvoor, want hij ziet daarin geen verbe
tering van het onderwijs, afgezien van gel
delijke bezwaren. Spr. somt vetder nog tai
van blijvende bezwaren op. Wordt nu ge
splitst, dan zal misschien in September blij
ken, dat dit onnoodig is geweest.
De heer Van Hamel meent, dat er wei
nig urgentie is in de voorstellen. Daarmee
is hij het niet geheel eens, veel is wef
urgent In September wordt de Eerste Leid-
sche Schoolvereeniging b.v. geopend. Ur
gent is dus de vraag: wat zal er gebeuren
met de scholen aan Boom- en Aalmarkt, en
zoo is er meer, zooals spr. aangeeft Deze
urgente kwesties wil spr. wel afdoen.
In het advies der hoofden staat, dat zij
splitsing zouden betreuren en het zegt z. i.
wel wat, dat zij liever in een groota school
een klas wenschen, dan hun school door
splitsing te zien verknoeid.
De heer GROENEVELD wijst er op, hoe
B. en WL met deze voorstellen z. i. zijn
gekomen, omdat de wet hen verplicht. B.
en W. zijn met tegenzin er mee gekomen.
Zoo lijkt het voorstel meer op een voorstel
tot ontduiking der wet en het lijkt beden
kelijk veel op lijdelijk verzet. B. en W.
trachtten zooveel mogelijk het bestaande te
handhaven. Volgens de wet moeten 1ste,
2de er 3de rangs-scho!en ve'dw
B. en W. hebben nu een systeem uitge
dacht, waardoor 1ste en 2de rangs-scholen
blijven bestaan. Het lijkt spr. onmogelijk
op 6 jaar de ontwikkelings-mogelijkheid vast
te stellen. Zelfs een hersenkundige zou dit
niet kunnen, meent spr. Zoo zal z. i. een
drang ontstaan alle kinderen maar naar
een opleidingsschool te zenden voor alle
veiligheid.
De VOORZITTER meent, dat dit bij de
amendementen en artikelen te pas komt.
De heer GROENEVELD wijst er dan
op hoe B. en W. het ambulantisme de hand
boven het hoofd pogen te houden, wat de'
gemeente heel wat geld zal kosten, n.I. 10
onderwijzers extra, gevolgd door het bijz.
onderwijs.
Hoe denken B. en W. dan te doen met
de U. L. O.-scholen
Nu het uitstel. Hij meent, dat daartoe
niet moet worden overgegaan. De meeste
plaatsen zijn Leiden al vooruit en men mag
toch niet aannemen, dat straks al 't gereor
ganiseerde te niet zal worden gedaan,
f 100,000 zal bespaard worden volgens F.
en "VV. Die besparing derft men bij uitstèl,
Aan verschillende schoolhoofden is dispcr.
veel h-eil van de oenheids schoolmaar hij
vraagt toch waarom de le klas-eohool
Do VOORZITTER zegt, dat de heer Wil
brink op de punten ingaat, zoo worclit het
een Babylonische spraakverwarring.
Hij zal niet ingaan op de inrichting der
scholen, dat komt sraks. Hij zal beant
woorden de opmerkingen van algemeenen
aard
Spr. hoopt, dat de heer Sijtema gelijk
zal krijigen dlat dëze plannen dienen tot
verbetering van heb Openb. Onderwijs,
waaraan spr. zelf twijfelt, zie de splitsing
der soholen, de afschaffing van liet Fransoh
waarin hij het met den heer Knuttel eens
isde animositeit der soc.-dem. daartegen
begrijpt hij niet. Do heer Groeneveld) zei-
de, dat B. en W. met tegenzin de voor
stellen hebben ingediend, ten deele juist,
maar van sabotage is geen sprake. Do
kwestie eenheidöschool of standenschool is
niet beslist. Spr. verstaat onder standen
school trouwens ook iets andersnl. wan
neer een bepaald schoolgeld wordt gehe
ven, om zoo andere kinderen te weren,
maar daarvan is hier geen sprake.
De heer Knuttel heeft spr. er een ver
wijt van gemaakt dat hij niet op tijd) heeft
gezegd, de opleidingsscholen te hebben wil
len handhaven. Integendeel heeft hij dat
altijd doen uitkomen, ook in gesprekken
etc. Tenslotte het uitstel, geheel of ge
deeltelijk. Gedeeltelijk uitstel lijkt hem al
zeer ongewenscht, de plannen vormen één
geheel. Het gaat dus tusschen geheel uit
stel of behandelen.
Spr. voelt veel voor het betoog van den
heer v. Hamel, en spr. betreurt het scherpe
artikel van den Bond van N. O. in het „L. D."
Toch kunnen B. en W. niet adviseeren mee
te gaan met het voorstel-w. Hamel. Er zijn
groote practischc bezwaren, als wanneer zul
len de veranderingen komen en hoe zullen
zc- cr uit zien, vooral nu dc vraag is of deze
minister aanblijft en zoo ja, wanneer ze be
handeld zullen worden. 'Voorts gelooft spr.
niet dat do belangrijkste dingen onnooidig
zullen zijn. Zoo niet dé splitsing. Er zou te
veel veranderd moeten worden om niet daar
toe te moeten overgaan. De minister zal z.i.
allo gemaakte kosten niet te niet doen.
Voorts gelooft fepr., dat bij aanhouden liet
een jaar zaïl duren voor invoering mogelijk is.
Midden in den oursuis lijkt hem invoering on
mogelijk, hetgeen spr. nader uiteenzet.
Nemen we aan, dat er groote verander! a-
satie veil eend van voor de klas staan. Dat^^gcn komen, dan is er eerder kans op drispen-
geldt uiterlijk tot 1 Januari 1923, dus ook
daarbij is spoed wel gewenscht.
Den heer OOSTDAM is tegengevallen, dat
de belangstelling niet grooter is op de pu
blieke tribune. Met den heer Gr. is spr.
heelemaal oneens, dat B. en W. de wet sa-
boteeren. Integendeel, z. i. maken B. en W.
van deze wet, die hem niet bijzonder sym
pathiek is, wat er van te maken is. Het
komt alleen op de toepassing aan. De Bond
van W. O. wil één leerplan,, maar zegt la-
van N. O. wil één leerpan, maar zegt la-
nivelleeren en het peil naar beneden te
brengen.
Dat B. en W. zoo laat zijn, is volgens
spr. een voordeel, vrant zoo kunnen wij het
onderwijs aanpassen aan de wet, wat on-
noodigc uitgaven voorkomt. Hij wil behande
len of uitstel, maar geen tusschenweg, zoo
als de heer Meijncn. Deze voorstellen van
B. en W. zijn één' gehee en een paar rade
ren daaruit te nemen, lijkt hem niet wen
schelijk. Ten aanzien van het voorstel-Van
Hamel behoudt hij zich zijn stem nog voor.
Aan art. 19 wil hij eenige grootere soepel
heid geven, door 1 September te vervan
gen door op een aan B. cn W. wenschelijk
moment.
De heer KNUTTEL heeft steeds gehoord
cfat de Reorganisatieplannen aanstaande
waren die er nu eindelijk zijn. Steeds werd
dan ook gezegd dat komen zou do eenheids
school. Hij heeft dat nooit geloofd; de toe
stand der kapitalistische maatschappij ver
zet zich daartegen. Do eenheidsschool is
alleen een lokaasje geweest om stemmen te
krijgen in de Kamer. Hij wil zijn veront
waardiging uitspreken over deze voorstel
len, gedicteerd door de zucht naar bezuini
ging. Dat er een ton bezuinigd wordt, lijkt
den reactionairen kringen prachtig.
We behouden nu niet alleen de splitsing
in standenscholen, maar deze splitsing is
nog vergroot door de vertraging. Zie de
Eerste Leidschc Schoolvereeniging. Welke
niet opgericht zou zijn, zoo de wethouder
gezegd had, dat de opleidingsscholen ge
handhaafd zouden blijven.
Een school zal er komen voor H. B. S.
en Gymnasium, een apart voor U. L. O.,
on de rest dan 't zelfde. Voor een kleine
groep beter gesitueerden wordt het beste
onderwijs gereserveerd. Dwang is er wel
iswaar niet, maar waar maar één ocüiool
voor opleiding wordlb voorgesteld, blijkt
men wel middeltjes tot wering te hebben.
Om van de ontwiikkelings-mogelijkbedd te
spreken bij kinderen van 6 jaar is totaal
absurd. Met 6 jaar -wordt zoo de beroeps
keus ingevoerd. Voor hot U. L. O. geldt
ook nog het niet kunnen missen der ver
diensten der kinderen..
Spr. eisoht de eenheidfeschool, waaruit
een groet voerdeel voortkomthet losma
ken van de drilschool, zooals doze ook an
de amendementen der vrijz.-dem. en soc.-
dem. wordlb gehandhaafd.
Een kans om een groote verbetering aan
te brengen laat. de wet niet toe, nl. het
Fransöh op de O. L. school. Dit wordt
juist afgeschaft. Fransoh is nog steeds de
meest verbreide en meest gesproken taal.
(Geroepdat is niet waar). Het bijbren
gen van een tweede taal met eigen bescha
ving etc. is een dor voornaamste^ dingen
tot vooruitbrengen van den mesch. En dan
is Fran&öh z.i. het meest gewensoht. Daar
om stelt spr. voor in het 7e en Se leerjaar
hot Fransoh te onderwijzen»
Mot Sept. wil hij het 7e, een jaar later
bet 8e leerjaar. Zoo is te redden, wat te
redden is. Tevens door het leerling-aantal
per klas zoo klein mogelijk te houden. Bij
deze voorstellen is niets gedaan tot verbe
tering van het onderwijs, waartoe B. en W.
niet verplicht waren.
De heer WILBRINK verwacht niet *oo-
satie wanneer de plannen zijn vastgesteld
De lieer MÉYNEN staat niet op aannemen
van zijn voo-rstel als (hij de zekerheid krijgt,
dat de uitvoering zal wachten op <le nieuwe
regeling. Ivan de iheer Oostd'am niet zijn voor
stel ifo deze richting indienen
Spr. trekt zijn voorstel in oan B. en W.'s
ta.uk niet verder te verzwaren.
De VOORZITTER zogt, dat giewacht zou
kunnen worden 'met de verbouwing dér schol
len, niet met de splitsing.
B. en W. kunnen dankbaar zijn voot het
ï'dteo Oostdara pvor de in-werking-stelling,
nuts daaraan niet is verbonden wachten op
de nieuwe rijksregeling, dan zou dë verant-
wcordélijik'heid van B. on W. te groot worden.
De heer OOSTDAM stelt nu voor in par. 19
do w oor dén „op 1 Sept. to vervangen dodr
B. en W. te bepalen tijdbtLp.
Do lieer w. HAMEL vreest, dat inzake be
zuiniging men gedesi llusioneend zal worden.
Hij handhaaft voorts, dat dé splitsing voor
1 Jan. 1924 onnoodig is. Met de reorganisatie
is te wachten tot 1926. Betreffende dë twee
le klasse-sch'&len kan nog tijdig genoeg wor
den beslist. Voorts bliijft hij bij zijn bezwaren.
Dc. VOORZITTER wijst er op, hoe de
heer Van Hamel talrijke praetische bezwa
ren niet heeft weerlegd. Hij is er van over
tuigd, dat de splitsing in ieder geval zal
doorgaan.
Het voorstel-Van Hamel (uit
stel) wordt verworpen met 25 stem
men tegen de stem van den voorsteller.
PUNTENBEHANDELING.
Aan de orde komt nu het voorstel-Knut-
tel, behandelende de punten 15 (de een
heidsschool).
De heer GROENEVELD heeft dit be
zwaar, dat Gymnasium en H. B. S. eischeu
zullen stellen bij de toelating en dat er dus
toch een school moet zijn die daarvoor aan
past.
De heer MEIJNEN is het geheel eens
met den heer Knuttel in dit punt. Hij
spreekt zijn voldoening uit over de geluk
kige greep van den wethouder in dezen, die
zich aansluit bij wat historisch is ontstaau
en den toets heeft doorstaan. Op alle scho
len zullen dezelfde vakken worden onder
wezen, met eenige variatie op enkele he
len. Er is wat gespot met het woord ont
wikkelingsmogelijkheid en wordt dit *pge-
vat in dien zin, dat vóór het kind op school
is, al moet worden vastgesteld, wat er van
het kind zal groeien, dan is dit juist. Aan
die uifcleggenig heteft spr. niet gedacht. Er
zijn verschillen tusschen kinderen uit Bou-
welouwestecg en van Witte Singel. De laat
ste brengen al een heele materieele hoe
veelheid mee, te danken aan de mooclers,
die meer tijd hebben, voor hun kind-eren, etc
De kinderen zijn er niet beter of slechter
door, alleen ze zijn anders. Je moet het
onderwijs aansluiten bij wat er aan ontwik-
kelinsgmogelijkheid al aanwezig is op G
jaar. Zoo vat hij het woord op. En zoo kan
men heb onderwijs aansluiten bij de werke
lijkheid. De ervaring bewijst dat practisch
ook de omgang van beide groepen niet goed
is. Men moet de kinderen laten in hun sfeer,
hun milieu.
De heer KNUTTEL: Laat ze maar in de
Bouwelouwesteeg
De heer MEIJNEN wijst dan op het twee
de woordhet doel. Z. i. wordt niet bedoeld
op 6 jaar dc beroepskeus vast te doen stel
len. In het algemeen zal men zien, dat de
kinderen een beroep kiezen vanuit den ge
zichtskring der familie. Niet individueel,
maar in het algemeen. Daarom is het ver
standig daarmee rekening te houden. Fr
zijn kinderen, bestemd om voortgezet onder
w ijs te volgen, om ambachtsonderwijs te vol
gen, etc. Daarmee is rekening te houden en
het onderwijs moet verschillend zijn. Daar
om is variatie zoo gewenscht. Spr. zegt
niet beter of uitgebreider onderwijs, '.naar
ander, wat spr. nader uiteenzet. Het moet
mogelijk zijn later een kind over te plaatsen
wanneer dit noodig blijkt. Ieder kind moet
zijn 6feer kunnen vinden.
De heer OOSTDAM oordeelt, dat B. en
W. in goed gezelschap zijn, zie ook naar
Amstendiam.
J>e heer KNUTTEL: Zie de Tribune".
De heer GROENEVELDDie mag hij
niet lezen.
De heer OOSTDAMNeen, dde lees
ik niet.
De heer KNUTTEL: Juist zoo jammer.
De heer DUBBELDEMANDan komt
hij in de hel.
De heer OOSTDAM meent, dat de Bond
van N. O. zelf ziet op gevaarlijk terrein
te komen, door de waarschuwing tegen ni-
velleering naar beneden.
Br steekt iéts moods in de. eenheidsschool
alile kinderen zijn mij gelijk. Maar in de
practijk zou het peil dan moeten dalen.
Men neemt toch terecht den midldelmiaiat
der ontwikkeling dor kinderen. Spr. ver
wijst ook in dezen naar gepomen proeven,
waarop hij niet nader zal ingaan. Verder
sluit spT. zich aan bij den heer Meynen.
Moeilijkheden zullen er altijcL zijn, maar
die zullen wel worden opgelost. Op stands
verschil etc. moet niet worden gelet, dat-
eikent spr.
Mevr. v. ITALLIE kan zich vereenigen
rnet het eerste gedeelte van het voorstel-
Knuittel. Gedeeltelijk loopt haar voorstel
daarmee parallel, weshalve zij ook dit zal
heap reken. De ontwikkelingsmogelijkheid
ligt in den mensch zelf en bij de kinderen
loopt deze dwars door de sociale lijn heen.
Men is nog bevangen in het volmaakte in
tellectualisme. Bij beter gesitueerden zijn
betere manieren etc., zeker, maar men
vergeet, dat andere kinderen wel grooter
practisch vermogen hebben, gedwongen
door omstandigheden. Het dis nog de vraag,
welke eigenschap voor het leven meer
waard is. Het gaat ook niet op, dat d!e
hoogere sociale klassen beter toegerust
zijn. Men ziet juiht na eenige generaties
'daar de families zakken. Juist uit de fris-
sohe lagen komen dikwijls de grootste ge
leerden. Het is niét alleen een zoude om
de kinderen niet tot ontwikkeling te bren
gen voor de kinderen zelf, maar ook voor
den Staat, wanneer deze wist, waa/rover
hij anders zou hebben kunnen beschikken.
Zelfs al moest het onderwijs wat zak
ken, is dat nog niet zoo erg. Ouderwijs is
maar een miiddlel, niet doel. Bij de betere
scholen blijft 1/3 zitten in grootere verhou
dingen nog bij het M. O. en nog hooger
bij het H. O. Gaan beide soorten kinderan
met elkaar om, dan zullen zij elkaar lee-
ren aanvullen.
Sipr. erkent, dat cr nadeel en zijn in ma
nieren etc. Men neemt gauwer het sleohéo
over dan het goiede. Alleen door vermen
ging kan men echter krijgen stijging van
het geheele beschavingspeil van oils land.
Nu heeft men do grootste verschdlleu in
beschaving. Zwitserland heeft de eenheids
school en daar is do beschaving ook meer
een eenheid.
Met het 6e jaar is niet uit te maken of
het kind hoort op deze of op die school? 1
Daarom wil spr. gelijkheied van onder
wijs voor de eerst-o 4 jaar. Daarna kan men
betier zLesn. Het doel dor opvoeding wordt
daardoor niet geschaad. Spr. vreest, dat
in de practijk de theorie van overgaan
van school niet mogelijk zal blijken. Waar
wilt u de kinderen bergen 1
Spr. hoopt dat na het 4c leerjaar de
scheiding naar do natuur zal gesdbieden,
die niet vraagt naar een kanten wieg of
een onbekleedede wet kan niet helpen
hier, wel de zeden.
Do heer GROENEVELD meent, dat heb
principe stamdenschool hier al direct wordt
beslist en daarom wil hij nog wat opmer
ken. Waar gefortun eerden langer de kos
ten van 't onderwijs kunnen dragen, is er
wel degelijk verschil.
De heer Meynen z§i: er zijn eenmaal ran
gen en standch en men moet blijven in dén
stand waarin men géboren is. 't Zou anders
ook al te erg zijn. Stel u voor, dat een Rouwe-
loufwertjc professor wordt
(Geroepdit is tooli vaker gebeurd
Men moet elk kind! een kans geven en dat
■gebeurt volgens B. cn W. niet. Spr. ontkent,
■dat dé kinderen uit lagere kringen dommer
zijn. Zij zijn wel wat achterlijk in manieren,
maar dlat is slechts oen vera isjc.
De heer DE LANGE heeft veel interes
sante beschouwingen gehoord. Aangezien hij
een leek is op onderv ijsigebied legt hij zich
•graag bij diê deskundigen noer, in dézen B.
cn W., uit wdiens ruiker alle andëreh bloomen
hobfben geplukt. Spr. heeft den heer Meyj.en
zoo verstaan niet. iodor kind moet blijven
in het géboortc-milieu, maar elik kind krijgt
c-en ontwikkelingskans naar mate er in :s
gelegd. Waaar de ontwikkelingsmogelijkheid
er is, «daar komt het uit. Zie de pro^s-orou
udt de lagere klassc-n.
Do heer SYTSMA zou, na wat do heer
Meynen zeide cö na wat mevr. v. Itallie op
merkte, zeker zijn gekomen arm de zijde van
den heer Knuttel. De materialistische rede
van den heer Meynen, aangedikt door den
heer Oosfcd'am, betreurt hij zeer en volgaarne
volgt hij het Idealisme van zijn partijgenoote,
die hij nader verdédigt.,
De heer MEYNEN betreurt, dat hij niet
begrepen is. Heeft hij gezegd, wat hem is
tegengeworpen, dan lieeft hij zijn bedoeling
slecht .gezegd. Hij heeft bedoeld, dat do kin-
déren iets rcéobrcngen op school en dit niet
over *t hooft mag worden gezien en voorts
dat ieder kind gebracht moet worden in zijn
sfeer, d'.i. niet de sfeer van zijn geboorte,
maar de sfeer waartoe zijn aanleg hem voert.
Hij zou zich schamen ideccn te hébben als
hem worden aangewreven.
De VOORZITTER wijst er op dat men be
zig is mot liet belangrijkst uit het voorstel.
Daarom wil hij voorstellen hier öb behande
ling tc 9choirsen, gezien het late uur (ruim
kw-art voor elf).
Aldus wordt besloten.
Volgende zitting (Maandag a.s.) krijgen we
dus eerst de verdediging va!n den wethouder,
<ïan de replieken.
RONDVRAAG.
F'Ie, neer 1
de
den, dat nu ook belangrijke bëstoit-ii
TAn volrrAn M->t -• - 1.
Eek inzake werkverschaffing 7
stelling der commissie is nimmer 0
/inn 1«~i f mi» a.. 1- 1.
ten volgen. Bet is toch nl. aeer mo,.
zulk werk, en dan nog wel pioduct.ef
te vinden. Er is werk verschaft
sportterrein, demping der sloot aan Ru
en Witte Laan, demping sloot Ziilsin
verbetering toegang Kooipark, demping
ten ten Zuiden van den Haagwea
„Ons Belang" en afbiaak van eenöD(
in de Brandewijnsteeg. Met vier -vsrld
is men nog bezig. Verder zijn nog een i
tal dingen in voorbereiding. Er is <pr
degelijk iets gedaan.
De heer VAN ECK vraagt ook
ming van de werken in voorbereiding,
zrjn verwachtingen over de commissie i
groot zijn. Dan zou het beter kunnen
rechtstreeks met voorstellen bij den
te komen.
Wethouder PERA r^emt nog nog ver
ding van den RijnsJ,\jj-gerweg als" in voi
breiding. Veel hebben B. en W. nioeï
weigeren om de kosten &n het weinig qI
De Delftsche Jaagpad-verbetering achten!
en W. o.a. voor 't oogenblik niet gewen?
Wanneer de heer VAN STRALEN z
dat de commissie toch daartoe besloot
woordt de Wethouder, dat de comnvl
niet beslist, maar B. en W.
De heer GROENEVELD wijst op de dot
loopende stinksloot aan den Morschweg
het militair ziekenhuis.
Wethouder MÜLDER zegt, dat de hel
DUBPELDEMAN gelijk had, dat de
OranjegrachtGioenesteeg is gebruikt i
werkplaats. Dat is gedaan door twee
sonen, die gewaarschuwd zijn, dat verg-jj
ning moet worden gevraagd. Het zal
ophouden of zoo voortduren, dat er
hinder meer is voor het verkeer.
Do heer DUBBELDEMAN zegt, dat
morgen juist weer begonnen is en nog
met een autogeen-instrument. Hij heeft i
politie gewaarschuwd.
De VOORZITTER acht dit de juiste j
nier.
Wethouder MULDER komt dan op
zwemgelegenheid. Inderdaad was woordeljj
niet waar wat in "de stukken stond, maart
omstandigheden waren zoo, dat de gel|
genheid toch geweigerd moest worden.
De heer DUBBELDEMAN meent, dat t
de gelegenheden wel wenschelijk zoudi
zijn. Wat echter voor de zwemplaats
vaarlijk is, is ook gevaarlijk voor de
woonde huizen daar.
Wethouder BOTS antwoordt den
Heemskerk inzake storing in do stroma
levering op Zaterdagavond. Dat was te i
ken aan een veronachtzaming van 10
her.
De heer HEEMSKERK hoopt, dat vw
taan zulke bezigheden niet weer op
terdag. zullen gebeuren.
De heer HUURMAN: 't Is gebeurd,
Zondagswerk te voorkomen.
Wethouder BOTS antwoordt dan dei 1
A. Eikerbout oror een wedde van een vr<
ger tijdelijk ambtenaar der lichtfabriek^
De PIEKAAR vraagt en krijgt vei
lof tot eep interpellatie over het gunM
van timmerwerk buiten He, stad.
De heer DE LANGE doet nog
vragen over het badhuis der „Eendrack.
lo. hoeveel heeft het badhuis
2o. hoeveel baden zijn de eerste vijf rnaj
den genomen?
3o. hoeveel geld is ontvangen?
4o. hoeveel bedragen de exploitatie-uil
gaven over de eerste 5 maanden?
Mevrouw VAN ITALLIE wijst er
hoe er plannen waren het stenografie
verslag te veranderen in een analytisc'
Spr. herinnert B. en W. daaraan nog et
De VOORZITTER: De kwestie is niet t
gelen. Dit jaar eindigt het contract. Er i
tijd tot Januari.
De heer SIJTSMA brengt over een klacjj
over slechts verdecling van werk onder r
werkloozen.
Zal worden onderzocht.
Hierna sluiting.
UIT DE BIJNSTREEK,
ALPHEN. Burger i Stand
Bevallen: C. van den Hoek geb, Va|
Klavèren z. M C. C. Boeren geb. Brea
kei z. A. Stapper geb. Van den Bosch i
G. van der Stoel geb. Verburg d. T
M. Meijer geb. Rijken z.
Overleden: C. G. v. Gemert echtgi
van H. de Heij, wodnr, van J. de Kr uil
69 j. E. van Egmo^d, jd. 14 j. W. HJ
C. de Korte jd. 7 w. (overleden te Leidenj
J. Kok wedr. van T. Hoogcnes 90 j.
J M. B van Huik jd. 6 j. J- van dei|
Berg wed. van A. van Leeuwen 71 j
W. Thus echtg. van A. J. Hoogcrwoord
j. G. A. de Jong jm. 3 j.
Gehuwd: A. J. A. Breukel jm. -9
en H. Schavemaker jd. 25 j. J- J K°a
jm. 27 j. en P. van Zwieten jd. 32 j-
van Houten jm. 30 j. en W. J. Vcrruijt j
28 j. A. H. Rouwcndal jm. 24 j. cn
L. Jongeneel jd. 23 j.
ALKEMADE. B u r g e r I. S t a n dj
Geboren: Quiriruis Johannes z v
C. W. Kortekaas en M. M. A. Roeien.
Helena Maria d. van J. Horsmau en J - j
Montagne. Jacobus Gerardus z. van
H'oogenboom en M. M. de Jong 43
dorus Cornell's z. van W. van Beek en_ J
Loos. Gèrardus Cornells, z. van J-
meulen en M. Kennis. Cornelia Enure j
tia d. van M. Klerks en P. "an Wieringej
Jacoba Marga-etha d. van F. Lcos "j
M. van Hameren. J
Overleden: Leonardus van
ld. Bernardus van der Zon 7 w.
lem van der Haak 72 j. J -.J
O n d e r t r o u v.' dWilhelmus v
Hoorn jm, 23 j. en Johanna Apolona -
jd. 21 j. Martinus van Ruiten jm.
en Johanna Maria Pouw jd. 35
phus Cornelis Wilhelmus Groenen jj
25 j. en Jeanne Henriette Eliza hiscnc j
22 jaar.