VOOR DEJEUGD
IE-ID5CH DAGBIAD
24.
Donderdag 15 Juni.
Anno 1922.
lk.m i dL' t 'A»e»Jb t tl* ÏA' t 'JLM °A»i »JL'°X? i 'JL« e »JL.'«Ar t »A" ^A5«&»2lci»
lenden of Vijanden?
%Z.0
L_ rSTi iimiiii ir -jiTii
is
A A"\6 A
in verhaal voor Jongens en Meisjes,
«aar bet Engelsoh van E. GREEN.
Vrij bewerkt door 0. H.
HOOFDSTUK VI.
De Tunnel.
•t maiken man de tunnel was bepaald Leer
werk. Zelfs EHy vond bet een genot' mot
schoffel, die zij gemakkelijker hanteereb
dan de schoppen, welke do anderen ge
kten, bet zand weg te graven. Er lag zoo
romantisch in bet denkbeeld van een ge
le tunnel, dat dit het genot van den ar-
nog verhoogde. De vier kinderen waren
lelijk onvermoeid,
zandbank, waardoorheen zij zich een
baanden, was .gxootendeels door brem
oedid. Bijna nooit kwam daar iemand en
kon gebeuren, dat die jeuigdfige ingenieurs
reken aan één stuik onbespied bezig waren,
zij dus den in- en uitgang maar goed be
ten, zouden zij net zooveel van het eene
c in het andere kunnen koimen, als zij
wilden.
e konijntjes hadden hun goede diensten
ezen en hun werk .gemakkelijk gemaakt.
uJkfcig hadden zij niet zoo'n heel groot
uit te graven en na een paar dagen van
eapannen arbeid slaakt© Ben, die vooraah
le „tunnel" werkte, een kreet van vreugde,
zei, dat hij licht zaïg schemeren aan den
eren kant.
>eze medetdéeling was natuurlijk zeer op-
tdend en allen dréngeVi nu naar de plek,
ir Ben beziig was, om zich er van te over
De beide jongens groeven de tunnel
voorzichtig verder uit en ontdekten tot
groote vreugde, dat de on deraar dsche
uitkwam op een plaats, waar de brem
i uitstekend scherm' voor de opening
'mde.
zouden de kindereen bij het in-
uitgaap zich wel eens aan de brem prik-
maar Ben en Leni, die het meest de tun-
zouden gebruiken, bekommerden zich daar
it om. Hun plan was geluktzij hadden
i eaigen ondoraardsohe gang en wat kon een
niolg meer begeeren
,We hoeven nu niemand meer ongehoor-
te zijn", riep 1/3 ni uit, op tón voet
t rond' draaiend, „want het zal in niemand
bomen ons te verbieden door de tunnel te
an". Leni vergat echter, dat haar ouders,
zij het wisten, dit niet zouden goedkeuren
diat zij en haar brceTtje dus wel degelijk
waren.
„Ik vind ons geheim verbond toch zoo
trig", zei Elly telkens, terwijl de kinder eti
t verdere gedeelte van den dag dn het park
het Wifte Huis doorbrachten „'t is veel
dan wanneer kinderen met schoone
en groote-menschen-manieren bij je op
site komen. Ik vind jou veel aardiger, Leni,
in diie .gékke sohapeh''.
was hierdoor gevleid en zei
i,En ik hou veel meer van jou dan van
andere vriendinnetjes, zelfs meer dan
Alfred, maar van Ben en Harry en Vader
i Moeder houd ik toch het allermeest".
jJa natuurlijk 1" gaf Elly toe. „En ik ge-
pf, dat Harry ook een heel aardige jongen
Ik zou hem heel graag beter willeu ken-
«Harry is heel, knap", zei Leni met zuster
lijken trots. „Hij kan van alles en heeft pas
een spoortje aangelegd van ons huis naar do
boerderij hij en Alfred hebben het samen
gedaan, ma ar hij dééd toch het moeilijksio
werk. Het is zoo grappig in de kleine wa
gentjes te zitten en voortgeduwd te worden.
Het is natuurlek veel moeilijker geweest zoo
iets te maken d!an onz© tujanel, maar het
hoefde geen geheim te blij/ven".
„O, wat zou ik het graag zien rdep Elly
uit, die op het voorbeeld! van haar buurtjes,
die voor niets bang schenen te zijn, ook meer
moed kreeg. „Harry was dien middag in do
pastorie zoo vriendelijk tegen me en als ik
hem op den weg tegen kom, heemt hij zijn
pet voor me af. k Zou dolgraag iets willen
zien, wat hij gemaakt heeft''.
En Leni wilde niets liever dan haar vrien
dinnetje het spoortje laten kijken.
„Goed", zei z<e „ik zie ook eigenlijk niét
ih, waarom wij het niet zouiden kunnen klaar
spelen, als de jongens weer naar school zijn
en op een dag, dat er niemand thuis is. Moe
der gaat wel eens visites maken en Vader
gaat bijna el'ken dag naar de rechtbank in
de stad".
„Naar de rechtbank vree» Elly verbaasd'.
„Ik dacht, dat je vader altijd naar de Beurs
ging".
„Neee, Vader is advocaat'. Waarom dacht je
dat hij naar de Beurs ging
„Ik heb Oom wel eens zoo iets hooren zeg
gen".
Leni keek nu op eens boos, terwijl ze zei
„O, misschien bedoelt hij een heel anderen
Dammers. Ik heb Vader wel eens van hem
hooren vertellen, 't Moet een soort' oplichter
zijn. Maar hij is geen familie .van ons. Als je
oom d'at denkt, moet jij hem cm'aar eens gauw
uit den droom helpen''.
„Ik' zou niet over je valder kuVmen spréken
zonder ons igéheim te verraden, maar ik 'ben
blij, dat ik het weet. Ik dacht al, dat het je
vader niét kon zijn hij heeft zoo'n aardig
gezicht. 't Zou leuk zijn", iging zij voort,
„als ik eens hij jullie kon komen op een dag,
dat Frits naar school ia Heb ik je al verteld,
dat hij Oom gevraagd heeft op dezelfde school
als je broertjes te gaan Voor hem is 't wel
prettig, maar voor mij is 't natuurlijk eng
saai. Daarom wil ik graag zooveel mogelijk
met je spelen. Tegen 't najaar krijg ik pas
een gouvernante".
„Ik krijig ook thuis les, maar mijn gouver
nante tgeeft mij 's zomers altijd veel meer vrij
dan 's winters en voor mijn huiswerk kan ik
viroeg opstaan. 'Ik geloof, dat ik je, als jij het
alleen bént-, best bij ons kan binnensmokkelen.
Dan kun je het spoortje zien. Wat zal het
leuk zijn En dé menschen van de boerderij
zuflleh heelemaal niet op jé letten bovendien
kun je in een wagentje blijven liggen on be
dek ik jo met wat stroo. En als er dan nie
mand in de buurt is, kan ik je mee in huis
nemen ofm je onze speelkamer te laten zien
en zouden wij als we de deur op slot déden
wat prettig kunnen spelen. Als er dan
iemand aankomt, verstop dk je in een kast.
We hébben een prachtig© kast-om je in te
verstoppen met reten er in, waar je door kunt
kijken".
Elly klapte in haar handen van plezier en
riep verrukt uit „O wat leuk, dat je me in
een kast verstoppen kunt, net alsof ik een
vluchteling was".
Leni lachte tra ook zij begreep Elly's ge
voelens wel niét dadelijk, daar zij veel prao-
tischer was aangelegd dan haar buurtje, dat
altijd dn haar verbeelding het liefst de een
of andere interessante persoon uit een boek
wa9. D© twee meisjos konden liet echter won-
dengoed samen vijofden en het plan voor het
he7x>ek aan het Roode Huis werd in 'Meuren
en geuren besproken. Ben zag heelemaal niet
in, waarom dit niet zou plaat9 hebben.
„Het beste zal' zijn op een Donderdagmid
dag, als Moeder haar naaikrans heeft'. Dan
is het heel stil in huis en eir komt dien mid
dag nood-t bezoek, omdat al Moeders kennis
sen weten, dat het naaikrans is. En we kun
nen eT gemakkelijk voor zongen, 'dat Juf ons
niet in dein weg loopt. We zullen haar vra
gen de een of andore boodschap voor ons te'
doen, niet dat zij boos zou zijn dat is ze
nooit, wat we ook uitvoeren maar zij zoU
het Méeder eens kunnen vertellen en dén:
hadt je de poppen aan het dansen 1"
Leni zelve vond liet een prachtig plan en
Elly was opgetogen. Zij had het 'al zoo jaim-
mer gevonden, dat de vacantie gauw uit zou
zijn en zij haar buurtjes dajn veel minder zien
zou. Dit plannetje stemde haar echter weer,
vroolijk.
„Als we Harry maar hier hadden", zei leni
na- een poosje1, „dan zou hij ons wel wijzen,
hoe we een tent onder dien hooon zoudén
maken. Hij is zoo knap
Een paar dagen later, nadat Leni haar
oudste broertje al voor dén derden keer ge
vraagd had, hoe zij een tent imoest maken en
verder niets wilde loslaten, zei Harrv. die
reeds Hang argwaan koesterde, tegen haar
„Vin-je niet, dat het nu lang genoeg ge-
duUrd heeft en zou je het Moeder niet verteb
len
„Wat bedoel je, Harry
„Wel, dat zul je zelf veel beter weten dan
ik. Je hebt' een groot géheim, d'at niemaWd
schijnt te mogen weten en ik geloof, dat het
iets betreft, waarvoor je niet durft uitkomen''.
Leni zweeg eenige oogenblifcken. Zij was
een beetje koppig en wilde haar plan niet
opgeven. Was het bovendien morgen de dag
niet, waarop Elly's bezoek bepaald was Dat
moest in elk geval 'doorgaan. En met een
boos gezichtje zei zij
„We hebben altijd onze geheimen mogen
hébbqü en jij hebt er ook een massa. Ik be
grijp niet, waarom je zoo zanikt over 't mijn©
en probeert er achter te komen. Beimoei je
toch met jezelf
Als Leni boos was, kon zij soms heel on
aardige dingen zeggen. Harry liet zich hier
door echter niet uit het veld slaan en ging
kalm voort
..Heel best Ik zal er mij niet verder mee
bemoeien. Ik was alleen maar bang, dat je
erdoor in allerlei moeilijkheden zou kernen".
Maar Leni was al weg. Zij wilde niet naar
Harry luisteren.
Den volgenden dag, toen zij met haar vrien-
dihnetje in de buurt der boerderij was, zei zij
niets tegen Elly van Harry's waarschuwing.
Het stadskind genoot van varkens en kuikens
co was steeds in bewondering voor het een
of ander. Zij keek vol belangstelling rond cd
deed allerlei vragen.
Aan 't spoortje vond zij echter niet veel
aan. Zij had trams en treinen in overvloed
gezicSi, al vond zij het leuk door Leni in zoo'n
aardig klein wagentje voortgeduwd te wor
den, waarbij zij met een dun laagje stroo was
toegedekt.
MaaT juist toen zij door 'de achterdeur naaj