Woensdag 14 Juni 1922. Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. - Het voornaamste nieuws van heden. 7 Bureau Nacrdeindsplein. Telefoonnummers voer Directie en Administratie 175, Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57G55. PRIJS DEZER COURANT; Voor Leiden p. S mud. 2.35, p. week" -- 'f OTS Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week -018 Franco per post 2.35 portokosten. prijs der advertentien: C(, per rcgol, 's Zaterdags 40 Cts. per regel, S- .L'elabonnement belangrijk lagere prijs. wioinn advertentien, uitsluitend bij vooruitbe- ■i. Woensdag 50 Cts., Zaterdag 75 Cts., bij .rïaïimum aantal woorden van 30. incasso volgens postreebt. Voor eventucele op- Leiding Tan 10 cta- pc,rto betalen. F' Anummer 5 Cta. Nummer 19102. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD. gemeentelijke yischvef.koop. Dc Burgemeester van Leiden breng* ter ken- van dc ingezetenen, dat Donderdag aan de gemeentelijke vischwihkels verkrijgbaar is BCHELVISOH a f 0.1&—f 0.24. SCHAR a f0.15 SCHOL a f 0 20—f 0.34, TARBOT a f 0.52 en JONG a f 0.80 per pond. J. C. v. d. LIP, Weth. loco-Burgem. Leiden, 14 Juni 1922. drankwet. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algomoenc kennis, dat door A. Ca- 'paan to Leiden een vorzoekschrift is ingediend 'lei bekorrting van verlof voor den verkoop van pcoèolvrtfan drank voor gebruik ter plaat so 7an verkoop in den winkel van het perceel %aarlommeiwQg No 59. J. C. v. d. LIP, Weth. loco-Burgem. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 14 Juni 1922. Maatschappij der Nederlandschc Letterkunde- Aan Jeu vooravond van de jaarlijksche jergaüering van de Maatschappij der Neder- Jandscbe Letterkunde belegde de Commissie joor Geschied- en Oudheidkunde gisteren een voor alle leden der Maatschappij toegan kelijke bijeenkom.--1 in het Nutsgebouw. Na een inleidend woord van den voorzitter bieid dr. E. Wiersum, archivaris van Rotter- Jam een voordracht over: ,,.01denbarnevelt el; Pensionaris van Botterdam." Spr. vingt aan met op. te merken, dat het [pensionarisschap (28 December 1578 tot 13 Februari 1586) van vec-1 belang is geweest, niet alleen voor Rotterdam, maar cok voor Pldenbarnevelt zeil Het was voor hem de peïenschool vcor zijn groote politieke loóp- baan, het was do ladder, die hem het berei ken van do landsadvocatnur mogelfl-k, althans gemakkelijk maakte. Daarom achtte dr. [W. /icb alleszins verantwoord, om ook buiten .Rotterdam de aandacht te vragen voor Olden- barnovelts negenjarige werkzaamheid in de Maasstad. Spr. zette vervolgens uiteen, wat dit pen sionarisschap inhield, wélke rechten en ver plichtingen het medebracht en welken rang jde pensionaris bekleedde.^ Vóór hem wa ren reeds enkele personen ia dit ambt werk- taam geweest, een enkele zelfs wan door bet ttadsbestuur aan den dijk gezet. Afgaande op de bezoldiging van het ambt, tchoen het niet zeer gewichtig te zijn. Dr. W. gaf nu een korte-levensschets van jjDldenbarnevelt. Geboren te Amersfoort, [.waarschijnlijk in September 1547, studeer- (3r- hij in de rechten en oefende zich in 1564 en '65 in Den Haag in de praktijk, la 1566'67 vervolgde hij zijn studiën te Leuven en te Bourges. Toen trok hij naar Bazel en van daar naar Heidelberg, om daar zijn rechtsstudies te voltooien. Na in Duitsch llami on in Italië zijn studiën op zijn ouders Wten, zooals hij-'»uitdrukkelijk vermeldt, •voltooid te hebben, keerde h'j naar Heiland terug en vestigdo zich in 1-570 in Den 'Haag als advocaat voor het Hef van Holland 'a kreeg tamelijk veel praktijk. Toen het »f in 1572 uit Don Haag vluchtte, gingen d meeste advocaten mede, maar Oldenbar- cevelt was céa van de drie, die bleven, en den Prins voor wettelc-k gouverneur van Hol land erkenden, Hij was fel tegen de Span jaarden gekant eu in de vroedrchapsbeslui- ten vindt men dit later telkens terug. in bet begin van 1573 was Oldenbaraevelt beducht, dat de Spanjaarden hem in handen Zouden krijgen, en verhuisde hij naar Delft, maar hij weldra zich in eon groote praktijk mccht verheugen. Dl 1575 trouwde hij met Maria van Utrecht, wier financieele gegoed heid daartoe misschien heeft medegewerkt, Rat hem door zijn vijandon later werd aan gewreven. Erj zijn benoeming stond hij in de volle kracht van 'zijn leven, 29 jaar oud. Van al gemeen erkeside beteekenis, eerzuchtig van ualure, tot heerschai aangelegd, kon h(j weldra een groote rol spelen. Hoe groot het traktement van den jcngeci pensionaris was, toen hij in het begin van 1577 te Rotterdam in functie trad, is niet liftendmaar hij was bemiddeld en het hui- •Selijk leiven was zonder zorgen. Zijn werk kring laat zich in tweeën splitsen: lo. Zijn eigenlijke ambtsbezigheden en 2o. Zijn ver richtingen ter dagvaart of :jls commissielid elders. Verschillende zijner, dik'wjjls hoogst belangrijke zendingen naar andere steden, Mar Provinciale Staten, naar den Prins, enz. werden door don spreker genoemd en de be tekenis er van geschetst. Zijn eigenlijke Werkzaamheden als pensionaris, door dr. W-. Jut'oerig genoemd, jculmineeren zich in: liet rocken van Rotterdam tot een van de groote fetedc-n. En dit niet het minst door het be vorderen van een goed financieel beheer, ®tde door de pogingen, in Ret werk ge- tW tot ontwikkeling van handel en hij- rerheid. Daarbij blijken telkens zijn groote tennis en doorzicht, zijn durf en ?ijn ver- i®ouwen in 'toekomst. Het s'pteekt van Jr <Jat dit aanleiding gaf tot afgunst, dal bem ook de_ laster jiiet wérd ge spaard, waartegen hg zich echter opgewas sen betoonde. Daarentegen doet spreker duidelijk uitkomen, dat Burgemeesteren en .Vroedschappen zijn diensten zeer op prijs ttelden. lii toen, na zijn beneeming als Landsadvocaat, de Slaton afgevaardigden zonden om het ontslag van Oldenbarnevelt als pensionaris te verzoeken, werd met algemee- ne stemmen besloten hem te vragen pen sionaris to willen blijven. Ais echter Olden barnevelt de nieuwe benoeming aanneemt, c-ntslaan zij hem 13 Februar 1586 op "de meest eervoile wijze. Zooals bekend, werd Oldenbarnevelts jon gere broer Eliaé als zijn opvolger gekezon. Als een bewijs, dat zijn diensten -gewaar deerd werden, zegt de afgetreden fpnctlo- naris. Aan de Vroedschap opgedrongen dcor misbruik maken van zijn invloed, zeggen des advocaats vijanden. Vermoedelijk èn het één èn het ander, volgens' spreker. Maar vreemd is het wel, 'dat de resolutiën de benoeming niet nader motiveeren, meende spreker. In het kort samenvattend, wat van OJ- denbaiuevelté werkzaamheid als pensionaris van Rotterdam gebleken is, zien wrj, volgens Spr., dat hij daar kwam, toen het over gangstijdperk voor de stad ongeveer achter den rug was. En juist 'op dat gunstige tijd stip, heeft de stad het- geluk om de hand te leggen op een man, die vrijwel alle eigen schappen in zich vereenigde, om het bestuur der stad op voortreffelijke wijze te voeren. Voor Rotterdam is zijn negenjarige werk zaamheid en zijn goede diensten, die hij de stad bewezen heeft, inderdaad tot zegen ge weest Dat men dit ook thans te Rotterdam heeft ingezien, daarvan getuigt wel de op richting van een standbeeld voor den groe ten staatsman. Hij heeft het Rotterdamsch pensionaris- Schap hoog gehouden ett zjjn naaste op volgers, zijn broer Eliaa en Hugo de Groot tot wiens benoeming hij ook meegewerkt heeft, zullen daarvan nog He vruchten ge plukt hebben. En wanneer latere functiona rissen zich smalend uitlaten over dit loon trekkend baantje, dan bewijst dit, volgens spr., dat toen reeds het oog niet door Cats uitgesproken woord gold: „De man diemaect do plaets. De plaets niet de man!" Dr. ,W. Mulder S.J., van Amsterdam, hield vervolgens een voordracht over: „De Ierscha kwestie in de 19de en 20ste oeuw." Da Iersche kwestie is, volgens spreker ontstaan uit misverstand tnsschen Bngel- Schen en Ieren, bij de regeling hunner we- derzijdscho verhoudingen gedurende de eeuwen. Dit misverstand opruit voort uit 'diepgaand verschil, waarvan de voornaam ste aspecten zijn: verschil in godsdienst, taai, beschaving ön maatschappelijke vor men. Het Ontstaan van dit geschil ging buiten spr.'s plan; hij wilde het alleen lieb- .ben over de pogingen, om het misverstand .weg te nemen. Er zijn van twee kanten po gingen gedaan van Engelsche en Iersche Zj>de. De pogingen der EngelSciien zijn een stuksgewijze erkenning, dat de fe'ren recl.t op eigenaardigheden hebben. 'Alleen is Engelaiads oppergezag, nooit losgelaten, m.a.w., heeft Engeland nooit willen toege ven, dat Ierland ook recht had op de eigen aardigheid: nationaliteit. Bovendien hebben de Engelschen "dezo feut begaan in hun politiek van concessies, dat zij den Ieren altijd minder gaven dan wat zij op dat oogenblik eisöhten. De po gingen der Ieren liggen geheel op het gebied van taal en beschaving. Bewust of onbewust! is het Iersche volk in de 19de eeuw ver op weg geweest zich zelf te verengeischtm. Al leen hebban do Ieren Engeïands opperhoog heid nooit willon erkennen. Men begrijpt hieruit gemakkelijk, dat er altijd een terrein overbleef, waar men het niet eens werd, dat is dat der nationaliteit. Sinds de stichting en het werken van Sinh Fein, doet Ierland' geen, zij het dan' eek onbewuste, concessies meer. Engeland veelt instinctmatig, volgens spr., dat het in Sinn Fein zjjn groeten vjjand heeft gevonden, daar Sinn Fein voor het eerst den vollen eigendom der Ieren op hun eigen .gods dienst, taal, beschaving en raaatschappelijken toestand opeischt. En Engeland volhardt in zjjn politiek van te weinig toestaan, daar het in December 1921 wel een Icrschen Vrij staat, maar geen vrijen Ierschen Staat heeft willen erkennen. En toch -aldus' het slot van Spr.'s betoog zal" het tot die erken ning moeten komen, wil Engeland dat de Iersche kwestie tot een oplossing Romt Beide sprekers werden door de vergade ring toegejuicht, waarpp tra enkele bespre kingen bij de rondvraag 'de overeenkomst werd gesloten. Hedenvoormiddag werd in ds groote zaai van het Nutsgebouw de goedbezochte alg> meene vergadering door dei voorzitter, prof. dr. E. Knappert, hoogleeraar alhier, ge opend met een toespraak. Spreker ving zijn toespraak' aan met een woord van welkom tot de aanwezigen, er op wjjzend hoe goed en hoe aangenaam hel samenzijn is van wie, van wat partij of richting overigens ook, zich door hun liefde voor onze taai, geschiedenis on let teren verbonden gevoelen. Onze maatschaDpij ta< met eere haar taak blijven vervullen, zoolang het ieder liarer leden slechts om haar belang te doen' is, zeide spreker. Naar gewijde traditie herdacht spr. aller eerst de dooden, die in' het verloopen jaar de Maatschappij ontvallen zijn. Het waren van de letterkundigen de gdneraar-majoor A. N. J. Fabius, G. J. P. ie Valette, Jacque line van der IVaals, Arie Prins. J. A. Groa- newegeü, P. Heering, mr. D. J. baron Mnckay en J. A. Bonger; van de weten schappelijke mannen gingen h'c-en: dr. H. Bavink, dr. M. 'van Gelder, mr. P. A. N. var. Meurs, dr. J. J. M. de Groot, dr. J. V. do Groot 0- P.. C. W. Bruinvis, mr. J. Knottenbelt, mr. Simon van Gijn, mr. J. L'. Eernsen', dr. G. J. Dozw. Ook enkele namen van buitenlandsche leden kwamen op de doodenljjst voor, nl. dr. Gidéon Busken Huet, te Parijs; dr. Si- gismund Nazy, de veelzjjdige Hongaarsche geleerde, mr. N. Baron de Pauw, ta Gent, en dr. Ch. Lecontars, te Leuven. Spr. wjjdde het verder gedeelte van zjjn rede aan de diensten, welke letterkundigen en mannen van wetenschap elkander we- derkeerig bewijzen kunnen. Want da Maat schappij omvat sinds kort beide groepen inniger dan voorheen, aan da fraaie iet teren beeft zij naast geschiedenis en taal- vorsching nieuwe woning geboden en nu ir.oel ook alle vervreemding tot verwant schapsgevoel worden, elk wantrouwen moet wijken en er mag slechts een elele wed strijd bljjven in het jagen naar dan prijs van wetenschap in schoonen vorm en aan kunst door kennis verdiept. Met eenige tref fende voorbeelden 'deed spr. uitkomen, hoe slecht geleerden en letterkundigen elkander dikwjjls hebben verstaan eu hoe toch bei den eikander noodig hebban. En dat kan te gemakkelijker, cmdat ieder wezenlijk ge leerde iets van den kunstenaar in zich draagt. Geen wantrouwen dus, maar ver langen om van elkander te Ieeren. Want ook heeft meent spr. -de kunstenaar iets van den man van wetenschap in zich. Zal 'n kunstwerk zoo wezen, dat geslacht ra geslacht er de hand naar zal uitstrekken, dan zai 't van wetenschappelijke opvatting door trokken moeten zijn, methodisch bearbeid, met die kennis van het leven, die niet a's gevolg van zekere gevoelige ontvankelijk heid iemand in den schoot is geworpen, maar door waarneming en ernstige studie wordt verkregen. In de allergrootsten is dit geworden tot een schitterende en ontzag lijke twee-eenheid. Dante is meteen doorge drongen in al het weten zijner eeuw, Goethe is dichter en geleerde te zamen. Doch ook mindere goden hebben hun kunst door ern stige studie voorbereid en gesteund. Wat nu, omgekeerd, de mau van weten schap van den woordkunstenaar ieeren mo3t, is volgens spr. niet in één adem ta z:-ggea. Natuurlijk behoeven zij niet zelvea woord kunstenaars te zijn. Maar althans mag men van hen verwachten en zejfs eischen: juiste kennis van woorden e« duidelijke volzinnen. Het juiste woord is 3an toch wei het Np- derlandsche woord en niet het eerste het beste ons invallende isme. Nochtans we melt der geleerden-taal van de zonderling.te aanwensels, zooais spr. er een aan al inder daad Verbijsterende voorbeelden gaf. Of spr. dan bereid zeu zijn den inhoud aan den vorm op te offeren? O, u?en, maar slechts heeft hjj gevraagd, dat dc rijke inhoud door een schoonen vorm worde ge tooid. Denkt nu 'een oogenblik niet aan het juiste woord, maar aan de schoonheid van den ganschea zin. Spr. is niet zoo naïef om te mennen, dat al onze schrijvers hier do meesters onzer geleerden zouden zijn. Hij gal voorbeelden van het tegendeel. Maar wat hij mededeelde van hét advocaten Bar- goensch uit een gelukkig voorbiigeganen tijd cn van de rechtstaal on de taal uit het leger voor oen aantal jaren geleden, deden zien, 'dat zij allerminst konden -voldoen nan de meest matige eischen, welke men aan tet Nederlandsch mag stellen. Spr. putto uit do rijke kennis onzer literatuur weder menig voorbeeld, hoe ge leerden hun wetenschappelijke werken kleed den in een vorm, die aantrok en hun waarde verhoogde. En zoo kwam hij ten slotte hem na aan hét hart lag tot da vraag wat de historicus van den kunstenaar ieeren moet en reeds op dikwijls voortreffelijke wjjze geleerd heeft: verbeelding, voorstel lingsvermogen. Historische verbeelding, schouwing verdient niet den boozca naam, dien zij bij sommigen draagt. Sij verzint niet het nooit geschiede, zij vult niet door lichtvaardige bedenkselen der leemten aan, die eeriqk o'nderzoek moest openlaten. £ij denkt, zij voelt, zij leeft zich in net ge beurde in, wat afgestorven scheen roept zij wedei tot opstanding. 'Aldus dan kunnen verbeelding en schouwing de kroon zetten op ernstig historisch onderzoek als weten schap en kunst zich paren. Spr. besloot zijn van groote belezenheid en fijn taalgevoel getuigende rede met het geheim te ontvouwen, waarom het hart van den Nederlander uitgaat naar Nederland- scbe wetenschap en schoon en zuiver Ne- deriandsch van de taal, de glorieuse, de lieflijke Ieeren verleden en heden ons zeg gen, aldus besloot spr. wat Vondel ge zongen heeft van de „Oprechte Trou": „Zij is het krachtigste oement, Dat harten, ais muren breeken !f Tot puin en sendt." Na deze warm toegejuichte rede bracht de secretaresse, mej. dr. C. Serrurler. ver slag uit van den staat Her Maatschappij .een van hare belangrijkste Totgevailen en handelingen gedurende hot afgeloopen jaar. Daaruit bleek, o.m., dat in bet afgeloopen jaar 23 leden aan de Maatschappij door den dood ontvielen, waarvan 4 uit het bui tenland De Maab-chappjj telt nu 524 ge wone leden in Nederland, 7 in de Nederl. Koloniën en 21 in liet buitenland. .Verder heeft de Maatschappij nog 160 buitentand- sche leden. De maandeljjksche vergaderingen werden geregeld gehouden en waren over 't alge meen goed bezocht. Verder werden door de secretarissen der verschillende icommissiën en door den bi bliothecaris verslagen uitgebracht, waaruit den bloeienden staat der Sfaatschappij méde bleek. - Ook de geldmiddelen zijn', blijkens het financieel verslag van den penningmeester, bevredigend, i I i i yóór de pauze inging Werd de uitslag der stemming over de te benoemen gewone en buitqnJandscbfi ledefi mffigedeehL Benoemd bleken: Tot gewone leden: .1. S. Bartstra, feeraar M. O. te Haarlem; mr. J. C. Bloem, Rot terdam, meuewerker aan de „N. Rolt. Cou rant"; mr. J. J. van Bolhuys, 's-Graven- hage, Kameroverzichtschrijver der „N. R. Courant"; J. C. van Dijk, 's-Gravenhage; dr. S. Eringa, learaar Ckr. Gymnasium en H. B. S., Rotterdam; mr. P. N. van Eyck, Londen, Engeisoh correspondent der „N. Rot;. Courant"; dr. J. J. di Ged r. con r- vator Rjjks-Prentenkabinet te L.-iJen; dr. H. A. Enno van Gelder, leeranr H. B S., Breda; J. Greslioff, Arnhem, hoofdredacteur „Nieu we Arnh. Courant"; dr. J. Hooykaas, rector Stedelijk Gymnasium, Arnhem; dr. J. H. T. Kohlbrugge, hoogleiaar Utrecht; A'. J. de Mare, conservator Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage; mr. A. S Oppenheim, hoog leeraar te Leiden; S. F. yan Oss, 's-Gra venhage, hoofdredacteur van de „Haagsche Post"; mej. R. Pennink, wetenschappelijk assistente Kon. Bibliotheek, 's-Gravenhage; dr. Leon Polak, privaat-docent Rjjks-Uni- versfteit. Leiden; mr. T. E. Posthumus Meyes, Amsterdam; dr. IC. J. Riemens, privaat docent Universiteit Amsterdam; J. Schorten, civiel-ingenieur, Delft; A. Thiry, bibliothe caris der Openbare Leeszaal, Tiet; Joh, Tieirocy, leeraar Stedelijk Gymnasium, Haar lem; M. E. van der Vlugt, Parijs; dr. J. de Vries. Leraar H. B. Arnhem; dr. R. H. Woltjer, hoogloeraar Vrije Univer siteit, Amsterdam, en J. W. WijndeiL, Am sterdam. commies a. d. Universiteitsbiblio theek. Tot buitenlandsche leden: dr. G. von An- tal, boogieeraar aan de Hoogeschooi te Papa (Hongarqe); dr. S. P. E. Boshoff, te Potchefstroom (Transvaal); Wies Moons, te St-Gilles (bij Dendermonde); C. Verschae- ve (schuilnaam: I. Oorda), te Alvering'iem. Na do pauze hield prof. dr. W. Vogel sang, to Utrecht, een voordracht, getiteld: „Schilderkunst en Rederijkerij", waarin hjj do aesthetische waarde van het werk der Romanisten behandelde. (Van deze voordracht kunnen wij geen verslag geven. De vergadering is niet voor de Pers toegankelijk en da spreker, dien wij om een excerpt vroegen, deelde ons te lefonisch mede, dat hij een excerpt aan den verslaggever der „N. R. Ct." nad gé- zonden. aan wien wij het konden vragen. Deze dr. H. E. van Gelder, 's-Graven- hnge telegrafisch gevraagd, seinde terug: Heb geen excerpt.). Op voorstel der Maand dijkscho Verga dering word besloten: a. om uit de renten van het vaste Fonds een som van f 109 be schikbaar te stellen als bijdrage voor den eventueelen aankoop door een Nederlandr sche commissie van een verzameling van do voornaamste handschriften d;r Oud-Friesehe wétten, thans hét e'gendom van de erven Freiherr von Richthofen; b. uit de ronten van het Vaste Fonds ter. hoogsto f 400 over twee jarea te ver- deelen. beschikbaar te stellen voor de uit gave van het tweede, door dr. N. van der Laan bewerkt deel van: „Het Roemer .Vis- seher's Brabbeling"; c. bij een nog in te komen gunstig advies ten hoogste f300, over twee jaar te ver deden uit de renten van het Vaste Fonds toe te staan voor een Oostenrjjksche uit gave van Gerard van Swieten's brievea en andere bescheiden. Op voorstel van het bestuur werd be sloten: a. den bibliothecaris ais lid van hét be stuur op te nemen, hem ais zoodanig voor drie jaar te benoemen en herkiesbaar te stellen; b. do jaarwedde van den secretaris te brengen van ten hoogste f 600 op ten hoogste f750, die van den penningmeester op ten hoogsto f250 en die van d.-n biblio thecaris van ten hoogste f 200 op ten hoogste f400; 2o. de jaarwedde van den penn'ngmees'er reeds dadelijk van f 109 op f200 en die aan den bibliothecaris van 1200 op f300 te brengen. In verband met de aannaming dezer voor steilen werd tot wetswijziging besloten en do wet met de aangebrachte veranderingen in overeenstemming gebracht Hierna hadden eaniga benoemingen plaats. Tot penningmeester werd herbenoemd dr. J. Heinsius en tot bibliothecaris dr. R. van der Meuten Rz. Tot bestuursleden werden" benoemd de heeren prof. dr. Ph'. S. van Konkel, dr. J. L. Walch en dr. H. T. Colenbrander, terwijl ten slotte tot lid der Commissie voor Schoono Letteren, in de plants van den heer H. Robbers, dio aan 3e baurt van aftreden was en zich niet weder herkiesbaar stelde, benoemd werd de heer Frans Mjjnssen. Hierna werd de vergadering mat Je ge wone plichtplegingen gesloten, waarna dé meeste aanwezigen zich ve eenigden aan den gemeenschappelijkeri maaLjjd in Jen Huize Éruyns, Rapenburg S. j Door do Raadslelen mevrouw W. vafc I tali ieVan Embden en den heer K. Sjjtsma, zijn op de voorstellen betreffende de reor ganisatie van het Lager Onderwjjs, voorko mende aan het slot van het Ingekomen stuk No. 158 van 22 Mei 1922, ook dcor ons op- genomen, de navolgende amendementen ja- gediend: L In den tweeden regel achter de woor den „ééne school" in te lassehen: „waar van het 5de en het 6de leerjaar." De lezing wordt dan; De tegenwoordige lste-klasse-scholén cm te vermen tot 'ééne schooi, waarvan het 5de en het 6de leerjaar uitsluitend bestemd is voor kinderén (als1 in het voorstel van No. 158). IIL Wat na de kommapunt in den vier den regel vobri. te dosn veryallen. BINNENLAND. Maatschappij der Ned. Letterkunde töi Leiden. a De Nieuwe Katholieke Partij. V Promotie, nieuwe rangen en raiigbevor* dering P. T. 1 BUITENLAND. De Fransche regeering besluit zich t$ Den 'Haag,te doen vertegenwoordigen. Vrijspraak in het proces-Killinger wegens mdeplichtigheid aan don moord op Erz- berger. Staking der zeelieden in Britsch-Indië. IV en V. Deza voorstellen te lezen: a. dat de tegenwoordige scholen 2de eiï 3de klasse met de centrale school (scholen) vcor het zevendo leerjaar inrichtingen wor den, die de leerlingen geschikt maken voor U.L.O., Ambachtsschool en M.S.G.; b. dat de 2de-klasse-scholen I, 3 en 4 met de acht derde-klasse-scholen worden ge* splitst in scholen mefc jaarklassen; h c. dat de Van-der-Werff-straat schooi wor-i de opgeheven en dat de leerlingen over dol overblijvende scholen worden verdeeld; vcortó dat met bekwamen spoed plannen! worden ingediend voor den bouw van min stens ëén zeven-klassige-school; *i X. dat het maximum aantal leerlingen' per klasse op alle scholen worde vastge steld op 32; J l XI. dat het onderwqS in de nuttige hand werken onder schooltijd worde gegeven' en' tcebetrouwd 'blijft aan de vakohderwqzeresl- s'en; dat voor do jongens in dio uren onder wijl zal worden gegeven in handenarbeid; dat Woensdagsmiddags facultatief zal wor den toegevoegd eon cursus in handenarbeid voor meisjes on jongens. XV. In do plaats van „do opleidings scholen en scholen voor U.L.O." te lezen: „alle scholen:" De Minister (Van Onderwijs, Kunsten en "Wetenschappen heeft ingetdexkken zijn be schikking van 27 Mei j.l., voor zooveel be- 1 troft tde bonoöming van de commissie, in 1922 tc VGravenhage belast met het afnemen 'der oxamo£s ter verkrijging van de akte van be* kwaamheid als hoofdonderwijzer of hoofd on-1 derwijzeres, en bepaald, dat in 1922 te 's-Gra- j venhage twee oommissiën zitting zullen hou den tot het afnemen van bovenbedoelde examensv i- Renoemd zijn o,a. 'de heeren a. in com missie 's-Gravenhage I, tot lid en vo"onrzitter K. Brants, inspecteur van het lager onder wijs in do inspectie Leiden, alhiertot lidi en ondervoorzitter P. Legrand, ouki-dielricts-i schoolopziener tc Oogstgeesttot lodeh J. Schaap, directeur eenor bijzondere Kweek school voor Onderwijzers en Onderwijzeres- sen alhier dr. D. Brouwer, onderwijzer aan de Gemeentolijke Kweekschool voor Onder wijzers en Onderwijzeressen alhier A. O. G. de» Ttho-uars, onderwijzer aan do Gemeentel ij kol Kweekschlool voor Onderwijzers en Onderwij- eerossen alhier J. Brooze, hoofd eener open* bare lagere school en directeur der RijksnoxH maallessen alhiertot plaatsvervangende' leden W. van dor Laan, onderwijzer aan de Gemeentelijke Kweekschool alhier, en H. Schilp, onderwijzer aan een bijzondere kweek school aflhier Bij Kon. besluit Is benoemd tot ontvan ger van het derde kantoor dor dirocte belas tingen te 's-Gravenhage de heer B. Form ij nd, inspecteur der directe belastingen, invoer rechten cn accijnzen alhier, dorde afdecling. Voor het eindexamen van hel Gymna sium alhier werden geëxamineerd acht capt» didaten voor diploma A. Toegelaten zijnC. Beekenkamp, C. van Nes, A. W. Voors, J. de Wit en Coma. A. Zce* lonberg. h Afgewezen zijn dri© candidaten. Voor het examen van apotheker» assistent waren door d-T commissie alhier gisteren opgeroepen drie' candidaten. Go» slaagQ zijn de dames M". H. D. Liesker» geb. te Prinsenhage, en L'. bloogendoorn, alhier, i -| 1 i I De Zuid-Hollandsche watersch'apsbond heeft te Rotterdam in zijn' jaarvergadering in de bestuursvacature, pntstaan door het bedanken van mr. C. W. van der Pot Bzn. voorzien door de benoeming van mr. J. Slf.gter, secretaris van Rijnland, alh:er. J 1Gisteravond bad vanwege de ouder- ccmmisJsie van de opanb. schoei derde klasse No. 1 (Plantsoenschool) een ouderavond, de derde, plaats. De leerlingen! der tiende klasse zongen onder leiding van rlen heer Van den Heuvel. In de plaats van den heer Zeel, die ontslag heeft genomen wegena drukko werkzaamheden, werd tot lid deil commissie gekozen mevr. Van 'Wijk. Mej. M. M. J. Ephraïm behandelde het onderwerp: Hoe kunnen onze kinderen de vacantie door brengen? en de heer P. A. Wisse: Idealisme. De vergadering waS druk bezocht. i Heden is het tien jaar geleden, dat de electrische tramlijn LeidonKatwijk werd geopend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 1