FEUILLETON. BROEDER EN ZUSTER „"Welnee antwoordde Frits. „Ik weet ze ker, dat Vader ons zou. toestaan met hen om te gaan, als we 't' ihem vroegen. Hij zegt altijd, dat wij te weinig met andere kinderen omgaan en hoewel hij misschien eerst zou probceren, andeTe vriendjes en vriendinnetjes te vinden, zou hij toch eindigen met ons onzen zin te geven. Ik geloof vast, dat het een heel aardige familie is om vriendschap mee te sluiten. Maar 't is eigenlijk veel (leuker, ajis er een waais van gchei-mzinnighéid over hangt en het 'bespaart ons de moeite van het Vader te 'v rajgen en misschien wat te moeten aan houden". Elly slaakte oen zucht van verlichting en zei„I!k (ben blij, idiat je er zoo over denkt, Frits; want ik vind' het juist ook zoo leuk, als het een geheim is, een diep geheim, zooals Leni het noemt. Het is veel interessanter, maar ik zou niet graag iets verkeerds willen doen". Elly en Frits vergaten echter heelemaal, dat hoewel zij er van Overtuigd waren, dat hun wensch toegestaan zou worden, dit hun nog niet het recht gaf te handelen tegen den wil van hun oom en hun vader in, vóór zij deze toestemming vodkregen hacïden. Ho meeste kinderen willen maar al te.graag het recht zelf in handen nemen, vooral wanneer zij voelen, dat er een misverstand in het spe-1 is en dat hun wensch op zichzelf niet ver keerd is. Maar dit neemt niet wog, dat zij toch gehoorzaam moeten zijn. Wat Leni en Ben betreft, hun gedrag was eigenlijk nog minder te verontschuldigen dan dat der bekte anderen, want zij wisten heel goed, dat hun vader deze toenadering tot de kinderen van het Witte Huis zou afkeuren, terwijl zij ook konden begrijpen, dat als zij het aan hun moedor vertelden, deze een goed woordje voor hen zou doen en den weg effe nen, waarlangs dc kindern elkaar op de ge wone manier zouden ontmoeten. Zij wilden het. echter liever geheimhouden. Ben voélde wél, dat Vader het .gcval met het kanon zou afkeuren. Leni handelde dikwijls ondoordacht, waarbij Ben als de jongste haar gewoonlijk blindelings voiligde. In geen van beiden kwam het op, dat zij verkeerd1 handelden. Integen deel zij vonden het wat leuk en hoopten er zoo veel mogelijk plezier door te hébben. Op- ge, wondén Hepen zij naar huis. Hun geheim was oorzaak, dat zij nolg wat drukker dan ge woonlijk waren. Leni schaterde soims om een kleinigheid, terwijl Ben nu eens vroolijke grinnikte en dan weer „schaapachtig" keek, als hij dén blik van zijn moeder ontmoette. Maar het tweetal zat altijd vol geheimpjes en guitenstreken en er werd dus niet op gelet. -v-Ik begrijp niet, wat er in de buurt van de rivier gebeurt", zei Ha-rry plotseling, ,,'t Was r.et, of ik vanmorgen telkens een geweer hooide afschieten 't klonk eigenlijk nog har der. Maar om dezen tijd van het jaar wordt» er- toch niet gejaaigd. Ik denk, dat. zo in 't park van het Witte Hu-i-s konijnen geschoten hebben. Heb jij niets gemerkt, Ben „We hebben wel die bleeke kinderen gezien maar ze schoten geen konijnen", antwoordde Ben. e ,,'t Meisje is net een wassen pop", merkte Leni op. He broertjes lachten, maar mevrouw Hammers zei ernstig „Stil Leni ik gc'loof, dat het ar.me kind erg zwak is en zóó moet je niet over haair spréken. Als je die kinderen ergens ontmoe ten mocht, moet jc niet onaardig tegen hen zijn. Al vinden wij, dat dieneer de Lange on beleefd' tegen ons geweest is, moeten wij dit den jongen en het meisje toch niet laten ont gelden". Leni keek haastig op en vroeg „Waarom zegt u dat, Moeder 't Is net, alsof u er iets mei bedoelt". „Hat (doe ik eigenlijk ook. Jullie weet, dat Md.csje Hicks d'en volgenden Maandag jarig is en je allemaal in de pastorie op visite ge vraagd' bent. Het is niet onwaarschijnlijk, dat de kinderen aan het Witte Huis er ook zullen komen en 't zou me spijten, als jullie mevrouw Hicks in moeilijkheden bracht. Vooral jij, Leni, moet maar niet alles zeggen, wat je voor den mond komt". Leni's oogen schitterden vroolijk. Zij vond het „vroeselijk leuk'1 Elly te ontmoeten en ret te doen, alsof zij elkaar 'heelemaal niet kcnlden. Zij had al zoo dikwijls verlangd eo- medie te spelen en geloofde, dat zij er. werke lijk aaideg voor had. Tot nu toe had zich de gelegenheid daartoe echter nog nooit voor gedaan. Toen zij en Elly elkaar den volgenden mor gen op het eilandje zagen en hoonden, dat 'de kinderen van beidé families bij de familie Hicks gevraagd waren, op-raken zij af, elkaar uit do hoogte ie behandelen en geen woord te wisselen. Leni was alleen bang. dat een lach bui haar verraden zou. Zij en E'ily oefenden zich in hot awaken van stijve buigingen en spraken tegen denkbeeldige omstanders op minaelitendé manier oaer elkaar. Elly ging er ook heelemaal in op. Zij en Frits speelden dikwijls allerlei verhalen in dien 'geest. Maar voor Leni was het geen spek Het was haar heelemaal ernst en zij meende zich zoo en niet anders op dien bewust en Maandag in de pastorie te moeten gedragen. He dag brak aan en de kinderen, (die om twaalf uur -als goede vrienden op het eilandje afscheid! hadden -genomen, zouden elkaar dien middag als de grootste vijanden behandelen. Maar toen Leni de zonnige kamer der pasto rie binnenkwam en dia ar verscheiden kinde ren aantrof, d-ie zij bijna aillernaal kende, voelde zij plotseling dat „oamédie toch niet zoo gemakkelijk was, als zij dacht had. Op het eilandje was het a makkelijk geweest, elkaar onverschilli tc kijken, een stijve budging te raaV tegen een denkbeeldige persoon te ze „Wat een gek, opgeprikt kind'Mas b m* at in do kamer, waar dé vriendélijke Hicks haar jeugdige gasten hartelijk voel'de zij, dat zij zichzelf belachelijk a kon en wist zij niet, hoe te hJanldiek wierp een steelschen 'blik op Elly en n aI flauwen glimlach op haar gezichtje keek heeJ. gewoon. Zij was -gewend ee bel bestaan te leiden, het ©éne allédu lr en het andere Charor droomen en verbe ITct kostte haar niet dé minste insp •van 'het ééne in het andere over te Maar Leni, die- minder verbeelding! bezat, ging dit niet zoo gemakkelijk was heel verlegen, toen mevrouw Hiel ,rj „Kom, lieve kind, laat ik je eens buurtje van het "Witte Huis in kennis gen. Zij is hier heelemaal vreemd', ra; zult zéker wel eens naa.r haar toe gaan hl M lV'- 'ET Leni kon dit niet weigeren. Bo kwam haar ondeugd weer boven. „Elly", zei de gastvrouw, „hier is Leni mers. Jullie zijn buurtjes en ik hoop, i vriendinnetjes zult worden''. Nu had'Leni meestal goéde, innemeni nieren, zelfs al kon ze nu en dan wa gensaehtig doen. Mevrouw Hicks ont dan ook niet weinig, toen zij zag, dat een leelijk gezicht togen Elly trok en een meisje, dut -in de buurt stond, harda „Liére 'help wat een gek, opgeprik is dat Een oogenblik was het stil in de h| Elly liet haar hoofdje hangen, zocjdat s< gen -meenden, dat zij schreide, terwijl uit het raam keek om zooals door iet verondersteld werd, zijn hoosheid te verb Plotseling drong Harry met een kien s verontwaardiging naar voren, trok zijn een.eind op zij ep zei op fluisterenden tegen haar „Söha-am je, Leni Je vohdient naar gesbuuird te wonden Haar na ging hij Elly en begon vriendelijk tegen haar t ton. Zij keek hom met haar ernstige en haar lieven glimlach aan, terwijl zij zacht zei „Wees alsjeblieft niet boéö op Leni. I grijp het lieel goed1". „Ik zal 't liaa-r thuis nog eens goed gen klonk het uit Harry's mond. „0, alsjeblieft niet Jij kunt het ni< grijpen, maar ik ik vind het juist let zult me zoo'n verdriet doen door op brommen (Wordt vervol; door HEBORA VAN HE VELHE. 2) Als de kinderen te samen speelden, kregen zij dikwijls twist met elkander en wanneer tante dan tussehen beidé kwam1, heette Karei altijd' de oorzaak er van te zijn. Gewoonlijk keek hij dia-n Marjan -gramstorig aan, en liep zonder vealder acts te zeggen, naar buiten, naar de jongens met wien hij, zooals hij be weerde, nooit. Tiuczie had. Han ging Marjan met tante mee. en kwam naast haar zitten, om te vertedien van de school, en van het kwaad dat anderen daar déden, en zij dit op een wijze d'at tante Emma tot dc overtuiging kwam, dat Marjan al een heel lief meisje was, wijl zij al de ongehoor- zaamihedld' van andéren zoo leelijk vond. Al klaagdé tante in hare -brieven aan de ouders ook nooit over Karei, toch schemerde hare vóórliefde voor Marjanne er wel in door, en liet zij het dluidélijk blijken, dat ze haar nichtje allerliefst vond1, en er tegen op zag, haar later weer te moeten afstaan. Alls cmiefvrtotow Verdudn dat 'lias, glimlachte zij gewoonlijk, en zei wel eens tegen haar echtgenoot„Emma kent ons Marjannetje nog niet, (het -ding zal haar van belang vleien, en daar. heeft Karei nu eenmaal geen slag van", -V Het gebeurde eens, dat tante Emma bezoek had1 van dis. Mansveld, een reeds bejaard, maar held'erdénkend, vriendelijk man, die veel met kinderen had omgegaan. Terwijl zij met deze zat te praten, werd hare aandacht weder afgeleid, door een hevig gekibbel tusschen de kindéren. Honrinee, die het natuurlijk ook hoordé, zei met een glimlach, ,dé kinderen lijken het wel niet eens, juffrouw Verduin, gebeurt dat wel eens meer „Ja, maar al te veel", zei tante Emma, „die Ivarel is zoo'n plaaggeest en Marjan" „Kan zeker niet veel verdragen viel 'do minee in. „Oéh, dat weet ik niet'', zei tante weer, „maar, vergunt u mij dat ik even ga kijken „Welzeker", klonk het goedig, „ga gerust uw gang" doch, het was niet nocdig d'at tante 'heenging, daar Marjan al met een hoogen kle-ur aan kwam loepen, om haren nood te klagen, en zooals ge begrij-pen kunt, door Karei gevolgd. In hunne dtrift bemerkte ods tweetal ter nauwemoo-d dat er een vreemde in de kamer was. Marjan vertelde half schreien de, „da-f Karei haar moedwillig -met den bal gegooid had1, en haar daarna op dén -grond had gewor pen haar ju-rk was er heel en al vuil door". Karei riep er tusschen in, ,ydat het.niet waar washij (had het niet met moedwil gedaan. Hij speelde met don 'bal, en had Marjan ge waagd uit den weg te gaan, ma-ar zij'had niet gewald toen hajd' hij den bal over haar hoofd willen worpen, en haar bij ongeluk even geraakt, mw 't kon onmogelijk doen Marjan hald toen den bal opgeraa gezegddat zaj dien aan tante zou brei zij had hem toen uitgesliept en gezegd dan krijg je hem niet weerom", toen vr; bc-os -geworden en had den bal weer uit hand willen trekken, en bij die wor?' was Marjan gevallen*'. Kareis verrtedi was géd-uri'g weer door uitroepen van zusje afgebroken en tante, die eigenlijk logen was met het gekibbel, trok Marjan zich toe, en zei tegen Karei„dat hij plaaggeest was, en dat hij maar liever de jongens -moest spelen, zij zou bij Marj wel eens een meisje op bezoek wagen' Er. Mansveld, die zich tot hiertoe oni gchéudén had, wendde zich nu tot Marj met de vraag of hij de builen die zij do< stoutheid van KaTel gekregen had, eens mocht. Het meisje kéék boos, en légde zij verlegen was, haar hoofdje tégen aan. Toen nu dominee aan Karei vroeg, eens even mocht zien, of het kwaad oa gedaan badi, niet op zijn voorhoofd ges ven stond, "begon dé jon-gen hartelijk te 1»< trad vrijmoedig naar den -gcedén -man en keek hem met zulk een epen schelm® biilk aan, dat 'dieze niet nalaten kon hem o 'de kin te vatten, en na zich eeni-ge blikken in dfic eerlijke kijkers te hebbes lustigd, rondtuit te verklaren dat hij er_ v-an vond opgeschreven, en dus, als Marj8 hem hare builen niét kon toonen, db va-st zoo heel erg niet -geweest kon zijn. (Wordt vwolp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 12