Het looiend zwijgen.
No. 19048.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 7 April.
Tweede Blad. Anno 1922
EERSTE KAMER.
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON
Vergadering van gisteren
G rond wetsherziening.
Aan de orde is de voortzetting der de
batten over de Grondwetsherziening.
De lieer BOSCH VAN L -rD-AMELlS-
iWEERD (K-K.) heeft j .et vreugde de
y oor steil en der Regeering begroet, die veel
.verbetering brengen, zoo ten aanzien van de
troonopvolging. Hij betreurt echter, dat
hoofdstuk VI buiten de herziening is ge
bleven en het processieverbod niet is op
geheven. De argumenten daartegen acht hij
uiterst, zwak. Moeilijk zal het spr. vallen
zijn stem le geven aan dc Hoofdstukken
III cn IV.
Het twee-kamerstelsel is dringend nood
zakelijk. De grooto vraag is echter, hoe de
Eerste Kamer moet worden samengesteld.
Door verkiezing volgens evenredige ver
tegenwoordiging zal de Kamer baar ka
rakter verliezen.
De heer VAN EMBDEN (V.D.) is matig
voorstander van dc Grondwetsherziening.
Met meer geestdrift zou spr. de voorstellen
hebben begroet als twee dingen tot hun
recht waren gekomen nl. het referendum
en de regeling van het buitenlandsch be
leid .Min of nicer belangrijke-verbeteringen
worden echter verkregen voor betere rege
ling van de troonopvolging, de oorlogsver,
klaring, de wijze van verkiozing der Eerste
Kamer en de ruimte, die voor do koloniën
en bezittingen wordt gelaten om tot autono.
mie te komen.
Spr verdedigt voorts hob referendum.
Feitelijk mag dit niet gemist worden als
hoogere instantie. Het is een aanvulling
van de wetgevende macht, ook bij behoud
van het twee-Kamerstelsel. Echter is het
een middel .van correctie, dat schaarsch
moet worden gehanteerd, daar het een le
kostbaar en te omslachtig wapen is. Spe
ciaal bij een Grondwetsherziening acht spr.
•het referendum gewenscht. De wijze waar
op nu een Grondwetsherziening tot stand
komt, gaart; geheel om buiten het volk, dat
onder dit hoogste staatsrecht heeft te le
ven. Ook heeft de Eerste Kamer gisteren
de enorme fout begaan, om alle 10 wets
ontwerpen gelijk te behandelen. Er wordt
nu feitelijk bereid een reusachtig omme-
lctte van argumenten, wa-arin geen enkel
ingrediënt meer zal zijn te herkennen.
Dc herzieningen komen jnu bovendien
'gelegen, omdat zij plaats hebbenh vóór de
ontbinding der Staten-Generaal. De verte
genwoordigers, die op dit oogenblik dc
Grondwetsherziening tot stand brengen,
hebben daarvoor geen mandaat. Bij de
a.s. verkiezingen zal de herziening con
.voldongen feit zijn,.
Ten aanzien van de Eerste Kamer, spr.
zou die als instituut in onze Staatsinrich
ting willen missen als zij bleef samengesteld
volgens de huidige wijze. Nu die verkiezing
zal plaats hebben volgens' evenredige ver
tegenwoordiging door interprovinciale stem
m ug, wil spr. de Eerste Kamer behouden.
Dc tegenwoordige samenstelling van de
I'rov. Staten is thans zóó, dat de linker
zijde daarin op bijzondere wijze geformeerd
is. De sociaal-democratische fractie is daar
in sterker dan de Vrijheidsbond en de Vrij
zinnig-Democraten samen, behalve in Dren
te cn Groningen.
Daarom is een zekere welwillendheid
ïuK;dig om Viijheidsbonders of "Vrijzinnig-
Democraten af te vaardigen.
Jn df huidige Eerste Kamer zijn UI le
iden rechts en 19 links. In de Prov. Staten
i an Zuid-Holland is echter de rechtsoho
minderheid gering. Verandert die verhou.
ding, dan worden 10 leden van rechts door
ling* vervangen. Deze overwegende macht
hsbbrn een paar honderd kiezers van Zuid-
Ho] land
In dl» verband merkt spr. op, dat de
argumenten van den heer De Vos van
Steen wijk, tegcu de evenredige vertegen
woordiging aangevoerd, uiterst zwak wa
ren. HÏj vitest, dat als de Kamer Hoofd
stak Ilf verwerpt, er een pijnlijk conflict
zal ontstaan tusschen de beide takken der
Staten Genei aal In dat geval zal zelfhand
having van de Eerste Kamer zelfvernieti
ging beteekenen.
Spr. heeft enkele bezwaren tegen het
tweede Hoofdstuk. Hij betreurt het, dat
art. 57 is gehandhaafd, volgens welk het
oppcrbe&tteur der buitenlandsche betrek
kingen bij den Koning berust.
Ten tweede Is do Volkenbond in dit-
Hoofdstuk niet genoemd en ten derde is
het recht van oorlogsverklaring niet uitge
sloten.
Art. 59 is een groote stap achteruit: Er
wordt een officieels onderscheiding ge
maakt tusschen overeenkomst en tractaat.
Tervrille van een juridisohe kwestieis de
zaak materieel verknoeid. Dc overeenkom
sten zijn onttrokken aan de zeggenschap
der Staten-Generaal. Deze overeenkomsten
kunnen betreffen de meest vergaande on
derwerpen. Zoo kunnen nu, als de Vloot
wet wordt aangenomen, door eenige minis
ters over de aanwending van de Indische
vloot met buitenlandsche mogendheden af
spraken maken buiten de Staten-Gene
raal om.
Na de pauze zijn rede voortzettend, be
handelt mr, VAN EMBDEN de verhooging
van het inkomen van de Kroon. Spr..is heb
daar niet inede eens, liefst zeide hij er niets
meer van, doch als volksvertegenwoordiger
meent hij zijn oordeel te moeten motivee-
ren. Vooreerst keurt hij het niet goed, dat
bij den hoogen geldnood van Staat en be
last ingbetalers, nu men streeft, naar bezui
niging, men tot aanbeveling van do ver
hooging komt met argumenten van uiter-
lijken staat. Voorts acht hij het ongeluk
kig, dat van het verhoogde inkomen Diet
ten volle gebruik zal worden gemaakt. Dit-
bevat een nieuw element- in ons staats
recht.
Met de zorgen en kommer in de huidige
maatschappij maakt deze verhooging een
schrille, pijnlijke tegenstelling. Die verhoo
ging stuit spr. daarom tegen de borst.
Spr. keurt ook af, dat de eischen van re
presentatie het hoofdmotief voor de ver-
hcoging vormden. Gaan we daarmede niet
te ver? Het Noorsohe Storting kent een
civiele lijst van 700,000 kronen, d. i. plm.
f300,000; dat- is heel wat- minder.
Ook lceurt spr. nf de weigering des Mi
nisters om mededeeling te doen van de
opbrengst van het kroondomein. Waarom
dit zoo hautain afgewezen, als de Minister
heeft gedaan. Dal nadert byzantinisme.
De noodeloozo geheimzinnigheid der re
geering ten dezen treft spr. pijnlijk. In
breede kringen der bevolking lieeft dit
leedwezen gewekt.
Do wijziging der troonopvolging heeft
spr. sympathie, maar 't zal van 't antwoord
des Ministers afhangen hoe liij over hoofd
ei tuk II zal stemmen. De overige hoofd
stukken aanvaardt spreker.
De lieer FOKKER stolt dc vraag,
of er nu noodzakelijkheid was voor deze
Grondwetsherziening.
Spr. ontkent dit en put zijn overtuiging
uit de ontstentenis van alle belangstelling
der natie er voor.
Nu dreigt het gevaar, 'dat elk-Ministerie,
dat hierna komt, met een eigen -Grond'wets
herziening zal aankomen, nu dc ministe
ries-Van der Linden cn Ruys hel voorbeeld
hebben gegeven.
Spr. heeft bezwaar tegen de ontworpen
troonopvolging, die ten gevolgd heeft, dat,
als Prinses Juliana komt te sterven zon
der nakomelingen, do troon open komt te
vallen. De mogelijkheid van zooiets ligt
niet zoo ver als men oppervlakkig denkt.
Die regeling schrijft spr. toe aan prussoplio
bie. Dat de anti-revolutionnairen en Christ.
Hist, zich niet krachtig daartegen hebben
verzet, verwondert spr. Trouwons zijn niet
de meest regeerendc huizen in Europa van
Duifcsche herkomst? En heeft dit afbreuk
gedaan aan de populariteit. Engeland on
België bowijzen het tegendeel.
Waarom dan de Saksen-Wei mars van den
Ncderlandsohen troon uitgesloten? Dat ge
slacht stamt toch af van het NederlancUche
Vorstenhuis. Ook aan het huis Wied her
innert spr. En wat de keuze van een ko
ning betreft, die staal allicht onder andere
invloeden, zoodat we kans hebben een to
taal vreemden te krijgen. Spr. kan zijn
stem aan hoofdstuk II niet geven, hoewel
hij tegen de bepaling omtrent het inkomen
van de Kroon geen bezwaar 'heeft
Tegen de nieuwe wijze van verkiezing
der Eerste Kamer heeft spr. bezwaar, om
dat dan de invloed van partijleiders te
groot wordt. Het ergste is echter, dat de
provinciale band tusschen kiezers en geko
zenen geheel zal verdwijnen en de Eer
ste Kamej; haar eigen cachet zal verlie
zen. Maar als do Eerste Kamer een dou
blure wordt van de Tweede, dan is haar
bestaan overbodig. Wijziging van Hoofd
stuk III acht spr. dus niet noodig. be
halve dat hij 5000 schadelooss telling voor
de Tweede Kamer niet te veel acht. Maar
de grondwettelijke f3000 kan men langs
andere wegen tot f 5000 verhoogen.
Wijziging van Hoofdstuk IV noemt spr.
ongöwenscht, omdat .het karakter der Prov.
Staten daardoor wijziging ondergaat.
Tegen de instelling van twee-jaarlijksche
begrootiug^n heeft spr. praktisch bezwaar.
Dc heer VAN NIEROP acht ook de
invoering van twee-jaarlijksche begrootin
gen ongewenseht, evenals alle schrijvers
over het budgetrecht. Dc suppletoir© be
grootingen zullen niet kunnen uitblijven
Moer uitgaven, die reeds geschied zijn.
Trouwens in tal van landen heeft men één
jarige begrootingen, 'n twee-jarig budget
vindt men enkel in Duitsche bondsstaten.
De heer VERHEIJEN wil verklaren,
dat de Eerste Kamer ten volle haar recht
van bestaan heeft bewezen door de 'wijze
waarop zij de onderhavige materie behan
delt Hij komt daarom er tegen op, dat in
sommige kringen deze Kamer als kop van
Jut wordt behandeld. Maar dc wijziging,
welke de bepalingen betreffende de Eerste
Kamer zullen ondergaan, keurt hij af. En
hij verklaart zich dus, in tegenstelling met
den Bosch tegen de hoofdstukken, die een
verandering in het karakter der Kamer zul
len brengen. Reeds in 1917 is in dat karak.
ter wijziging gebracht, doch als men nu dc
mogelijkheid opent van ontbinding der Pro
vinciale Staten, nadab de Eerste Kamer
wegens conflict met de Tweede is ontbon
den, dan komt hetzolfde kiezerskorps aan
liet woord als voor de Tweede. En dan
wordt het geheel© bestuur der provincie
bovendien ontwricht.
Spreker is dus zoowel tegen Hoofdstuk
III als tegen Hoofdstuk IV der herziening.
Spr. protesteert alsnogtegen de wijze,
waarop o. a. prof. Visser v. IJzendoorn de
Eerste Kamer als oud vuil heeft behandeld
en ten slotto wijst hij er op. dat verhooging
van het inkomen van de Kroon onvermij
delijk is in verband mét de stijging der on
kosten van het loven.
De heer DE WAAL MALEFIJT heeft be
zwaar tegen enkele wijzigingen van de
Hoofdstukken III en IV. Spr. verheugt zich
er over, dat. de stemplicht geheel uit de
Grondwet is verdwenen, vooral nu wc vrou
wenkiesrecht hebben; hij gaat mede mot
de wijziging van art. 122, vraagt wijders
of do straffeloosheid, die de ministers zul
len erlangen voor hetgeen zij in de Kamers
zullen zeggen, ook moet uitgestrekt wor
den tot de Commissarissen der Koningin
en burgemeesters. Ook tegen de rerhoo-
ging der schadeloosstelling der Kamerle
den heeft spr. geen bezwaar, al levert het
vastleggen er van in de Grondwet beden
king op. Maar de terugwerkende kracht er
van betreurt spr.
Maar ernstige bedenkingen heeft spr. te
gen de nieuwe verkiezingswijze dor Eerste
Kamer en haar aftreden om de 4 jaar. Spr.
is in het algemeen tegen evenredige verte
genwoordiging en de resultaten van de toe
passing er van moedigen z. i. niet aan tot
uitbreiding van het instituut. Vooral dat
stemmen op lijsten is hem een doorn in
het oog.
Bij de regeling der verkiezing van de
Eerste Kamer door de Prov. Staten is daar
bij het organische karakter van de Staten
geheel te loor gegaan.
Vooral dat niet meer de Staten maar de
ledon der Staten voortaan de Eerste Ka
merleden zullen kiezen acht hij in strijd
met het karakter der Provinciale Staten.
En daarbij zal het politieke karakter der
Kamer yerschcrpt worden.
Spr. betreurt het daarom, dat nu reeds
do evenredige verkiezing der Eerste Kamer
in de Grondwet wordt vastgelegd. Waarom
zouden de partijen niet onderling kunnen
afspreken omtrent proportioneele verte
genwoordiging Dat zou aan het karakter
der Kamer ten goede komen. Zijn bezwaren
tegen het evenredig kiesrecht zijn ten slot
te zoo overwegend, dat hij zijn stem niet
aan Hoofdstuk III zal kunnen geven. En de
ontbindbaarheid der Prov. Staten -onnoo-
dig, zelfs schadelijk achtend voor de pro
vincie, zal spr. ook aan Hoofdstuk IV zijn
stem onthouden
De heer IDENBURG wil dc voorstellen
rakende ons koloniaal bezit met een enkel
woord bespreken. Hij gaat met een enkel
woord de geschiedenis na van de verhou
ding van Nederland tot zijn Koloniën en
bezittingen De exploitatiedenkbeelden zijn
nu wel verdwenen uit onzo koloniale poli
tiek. waardoor de kiem van een eigen staat
kundig leven in Indië tot ontwikkeling kon
komen en de jongste bestuurshervorming
is een uiting van het oplevend politiek be
wustzijn van Indië. Sprekers ideaal is
slechts een cultureel© band tusschen Indië
en het moederland. Dat heeft de regeering
ook gevoeld blijkens de nieuwe richtlijnen
in de herziening der Grondwet neergelegd.
Vooralsnog blijve de wettelijke band tus
schen ons en Indië bestaan, maar die band
moet slapper worden en de thans voorge
dragen grondwetsherziening, met name de
artt. 61, 62 en art. 62bis, heeft de daartoe
noodige lenigheid. Spr. zet dit nader uiteen
Een zuivere parlementaire regeeringsvorm
is vooreerst in Indië niet mogelijk, omdat
de Volksraad nog niet kan zijn de verte
genwoordiging van het Indische volk. De
pogingen om daardoor een kiesstelsel te
vinden moeten vooralsnog mislukken. Nie
mand denkt dan ook aan een parlementai
ren Volksraad, maar die instelling kan wel
van grooten invloed ten goede zijn en er
kunnen belangrijke bevoegdheden aan ge
geven worden. Onze volksvertegenwoordi
ging mag in geen geval willen wijken voor
een lichaam, dat elke parlementaire veranfc
woordelijkheid ontbeert, maar wel late men
zooveel mogelijk daaraan over.
Met den vorigen spreker verheugt spr.
zich ci* over, dat dc woorden koloniën en
bezittingen" uit de Grondwet zullen ver
dwijnen, ofschoon hij koloniën" niet hin
derlijk acht.
Het duidelijke onderscheid tusschen be
stuur en regeling in art. 61 gemaakt, juicht
bij ook tec. Mede stemt hij er mee in, dat
het bestuur van Indië blijft gevoerd ,,in
naam des Konings"; het is een erkenning
van de souvereiniteit van Nederland.
Teleurgesteld is spr. met prof. Van Emb-
den door de opvatting die de regeering
krachtens haar verklaring hecht aan het
woord organen" in art. 62. Moge zij haar
interpretatie niet als limitatief beschouwen.
Spr. betoogt wijders, dat de Gouverneur-
Generaal in rade geen bestuurscollege kan
vormen; een collegiaal bestuur zou den G.
G. ziju verantwoordelijkheid ontnemen,
wat slechts denkbaar zou zijn bij een zui
ver parlementaire bestuursinrichting.
Thans moet aan den G- G. het laatste beslis
sende woord worden gelaten. Zoo wil ook
artikel 61.
Ten slotte de mogelijkheid, in zake afge
vaardigden van de pol. vertegenwoordiging
in ons parlement. Dit denkbeeld is geboren
bij de gedachte, dat deze slechts als arbiter
bij conflicten zouden optreden. Maar zoo
beperkt is de taak van ons parlement niet
en bovendien is men zich niet bewust van
de practische bezwaren aan een dergelijk
stelsel verbonden. Spreker is het dus ge
heel er mede eens, dat de grondwetsher-
ziener niet op dat denkbeeld is ingegaan.
Spr. verklaart zich ten slotte, zijn in
zichten resumeerend, voor de voorgedra
gen herziening der koloniale artikelen.
Heden, II uur. zal dc heer Bergsma het
eerst het woord voeren.
(V iO r v o 1 g 'van gisteren).
Stemmingen.
Aan dc orde is de stemming over de
motie-Van Stapel© betreffende steun aan
dc Ha/rinigviosoherij.
Deze motie wordt verworpen met 63 te
gen 21 stommen.
De motie-Dresselhuvs betreffende ver>
goeding aan .de Louise Groeve wordt aau-
genomen 'met 57 tegen 28 stemmen.
De motie-Van Ravesteyn, betreffen do
herstel van do handelsbetrekkingen met
Rusland en bespreking run het verdrag
van Versailles op de Oonferenti© te Genua»
wordt verworpen met 82 tegen 5 stemmen..
Do heer TROELSTRA (S.-D.) verklaar
de vóór de stemming dat zijn partij tegen-
de motie zou stemmen. Zij acht het ook:
niet gewenscht dat een opdracht wordt ge-
gevQn en zij vertrouwt, dat do Regecring
alles zal doen wat. zij meent tc moeten
doei»
Dc Vlootwet.
De heer VAN RAVESTEYN (C. Fr.)
vervolgt zijn rede en bestrijdt nog uitvoe
rig het- plan tot- verdediging van Indië.
Dc heer SCHEUREB, (A.-R.) wijst eit
op, dat die meerderheid van. den Volks
raad ziob vóór deze plannen heeft ver
klaard maar nu volgt men dat advies niot..
Do Vrijheidsbond heeft in zijn program
ccn mooie paragraaf voor do verdediging
van Indliö maar in de practijk komt daar
niets van.
De Minister van Buiten 1 andsche Zaken,
dë heer VAN KARNEBEEK, is gaarne
bereid zijn meening te zeggen over hec
lioht waarin hert vlootplan moet worden
gezien. Door do verklaring drier vier mo
gendheden is onze positie versterkt, maan
dit sluit niet uit. dat dit vlootplan moert»
voortgaan. Onze vloot is niet voor agressie
bedoeld. Er js nies waarin het vlootplan
tegen do letter of den geest van de confe
rentie van Washington ingaat. Nu het ge
vaar voor oorlog eenigermate verminderd
is, is hot gevaar niet geheel verdwenen.
De aanbouw kan daarom iets vertraagd
worden. Spr. kan niet toegeven, dat het
liu gewenscht is de marine af te schaffen.-
Van afschaffing dier marine ia men nog ver.
af. Nederland kan geen marine ontberen,
zoolang niet tot allo maritieme ontwape
ning is overgegaan.
Spreker vraagt of wij door Indië uit
drukkelijk maritiem te abandonceren, niot»
een situatie to voorschijn roepen, die sto
rend werkt op de politieke situatie in het
Oosten. Het politiek evenwicht is ginds
voor loop ig here leid wij moeten toonen,
dat wij ons willen handhaven en wij mo
gen oris niot ontslagen voelen van do zorg
om voor ons zelf to zorgen. Tegen dit ont
werp kan Washington niet als argument
worden aangevoerd.
De beer DRION (V.-D.) vraagt hot
woord voor eon voorstel van orde. Hij
wijst er op, dot de Minister plotseling
heeft ingegrepen in het debat en dat het
niet mogelijk meer is met- hem van gedach
ten te wisselen. Hij stelt dtas voor de dis
cussie te schorsen over het voorstel on het
debart. alleen to bepalen tot d'eze rede vaxf
den Minister.
De VOORZITTER heeft- geen bezwaar
tegen deze motie.
Dc hoer SNOECK HENKEMANS (C.
II.) ziet niet in hoe dit ééno punt kan wor
den afgesneden van de rost.
De heer OUD (V.-D.) meent, dat hert»
beter is de ©ansoke beraadslaging ito schor
sen, totdat do Minister van Buitenlandsch©
Zaken uit Genua terug is.
De heer SCHOKKING (O.-H.) komt
op tegen heb voorst-el van dën heer Oud.
Het wetsontwerp is niet geteekend door
den Minister van Buitonda/ndsdio Zaken.
Deze Minister heeft do vriendelijlkhedld ge
had hier to komen om eenige inlichtingen
te geven. Het gaat niet aan dlaarin eon mo
tief te vinden tot uitstel van het ontwerp.
De heer NOLENS (R.-K.) weet hot be
zwaar wel, dat de discussie wordt onder
broken en hij heeft niet zullke ernstige bo-
denkingen tegen het voorstol-Oud, omdat
hij weet, dat wij morgen niet met de de
batten zullen klaar komen. Hot ia mis
schien beter nu alleen de Marine-begroa-
ting te behandelen en na 't. reces alleen d©
Vlootwet
Do motie-Oud wordt aangenomen.
Mot 56 tegen 15 stommen. Links met dé
Katholieken stemmen voor.
p Marine-begroot iug.
D'e heer HüGEXHOLTZ (S. D.) protes
teert tegen de voortdurende opdrijving
Oorspronkelijke detective-roman
door R. J. B.
(Nadruk verboden).
30) SLOT.
Het groote moment was gekomen. Ar
thur stond op en z-eide kalm: ,,Daar
steekt ook wat achter. En als Tilly cn Ann
oven met mc mee naar de huiskamer wil
len gaan, dan zullen we haar inlichten, en
tante Jane wil zeker wel zco goed zijn, om
aan lady Wasteword het gebeurde mee tc
deelem".
Ik bewonderde Arthur, hij stond kaars
recht in het licht der lamp en behoersoht-o
de situatie geheelom zijn mond lag de
mij zoo bekende wilskrachtige trek, vier
kant Jog de kin op het boord, als gehou
wen dc grijze ©ogen schitterden.
,,Is het zoo iets bijzonders?" informeer
de Tilly, maar toch meende ik te zien, dat
rij beefde. Ik voelde een groot medelijden
niet haar in mij oprijzen en ik sloeg mijn
arm om haar heen in een zusterlijke op
welling van genegenheid.
Lady Wasteword was doodsbleek gewor
den. Wij gingen de kamer uit, Arthur deed
het electrisch lioht in de huiskamer aan
trappen, zette drie stoelen aan de tafel en
deed Tilly in den middels ten plaats
nemen.
Het was doodsstil. Ook Tilly was nu
■wit geworden, scheen het naderend onheil
te voorvoelen ik' zag hoe haar handen
brilden, en haar oogen schenen nog groo
ter en donkerder te worden. Mijn hart
klopte hevig Waar li-ad ik vandaag dat
kloppen van mijn hart nog eens zoo sterk
gevoeld? O, ja, op dc trap in de Orien
tal-bar.
Arthur had Till.\ 's handen vastgegre
pen en hield ze ötevig omklemd, als wildle
hij zijn kalmto op haar overbrengenhij
zag haar strak in liet gelaat.
,,\¥ij hebben inderdaad een kleine oo-
rnedic- op touw gezet, Tilly", zoo begon
hij, „maar we hebben dat- gedaan voor
jou. omdat wij zoo heel veel van je hou
den. Wij moesten vandaag den geheelen
dag werketi, alweer in jcaiw belang. Jë
zult dit allee wel heel raadselachtig vin
den, Tilly ,maar we kunnen je niets ver
der zeggen -en je moert ons ook noodt naar
een andere explicatie vragen".
Zij keek hem aan met den blik als van
een gewond dier; zij trachtte haar handen
te bevrijden uit Arthurs greep, maar hij
liet ze niet- los.
„Zeg heb nu maar zeg het nu maar",
klaagde zij als een kind.
,,Ik moet je nu iets hec! droevigs ver
tellen", sprak Arthur.
„Is het Harold THarold Zelf
moord gilde zij opeens, in haar oogen
blonk een krankzinnige glans. Ze vloog
overeind. Ook Arthur rees op. Zij stonden
borst- tegen borst en oog in oog, terwijl hij
steeds door liaar handen omkneld hi-old.
„Neen", antwoordde Arthur en nooit
hoorde ik een woord met zulk ceri kracht
van overtuiging uitspreken.
„Neen, het was geen zelfmoord, ik geef
je de plechtige verzekering, dat het geen
zelfmoord was. Harold is vanmorgen ver
moord gevonden in het Victoria-park. Het
was moord, want de revolver is niet ge
vonden".
Tilly leunde achterover in haar stoel, de
oogen gesloten. Ik knielde naast haar neer
sloeg mijn armen om haar heen en druktë
mijn hoofd in haar schoot,
Arthur had het gevaar van krankzinnig
heid, dat Tilly had bedreigd, wanneer zij
haar geheim voor do oorzaak had gehou
den van Harolds dood, afgewend. Kon ik
haar troosten?
Arthur kwam aandragen met oen glas
water, waarin hij oen soheut wijn had ge
schonken. Eerst wilde zij niet drinken ik
wist haai ten slotte over te halen. Haar
tanden klikkerden tegen liet glas.
Het zenuwachtig gehuil van lady Waste-
word drong tot mij door, zij was zeker tot
bewustzijn gekomen, na een flauwte te heb
ben gehad. Arthur vloog de kamer uit,
hang, dat bet- Tilly zou hinderen. Later
bracht hij in zijn auto lady- Wasteword
naar huis.
Dien nacht en de goheele volgende week
bleef Tilly bij ons, toen was zij in staat- te
rug te gaan naar haar tante en haar vroe
ger leven weer op te nemen. Ik verzorgde
en vertroetelde haar die week zoo goed ik
konik hield al veel van haar, maar sinds
dien tijd was zij als een zust-or voor me.
Besluit.
Twee maanden latei- trouwden Arthur
cn ik en maakten onze huwelijksreis na-ar
Italië. Ik behoef u niet tc zoggen, dat het
een heerlijke lijd was. Daarna hebben wij
een tijdlang geresideerd op Arthurs goe
deren in Schotlandhij heeft daar een
heerlijk landhuis en hij vervult zijn plich
ten als slotvoogd cn als grootgrondbezitter
voortreffelijk. Zijn onderhoorigem mogen
hem allen graag lijden, wat wel een bij
zonderheid is in den teg-enwoordigen tijd,
nu de ontevredenheid de eerste mensohe-
lijke karaktertrek schijnt geworden tc zijn.
Maar men zal Arthur nooit kunnen aan
halen als voorbeeld1 van den grondeigenaar
die zijn boeren uitzuigt.
Men zou op geen enkele hoeve van hem
kwaad moeten sprekende boeren zouden
zeker tot handtastelijkheden overgaan.
Tilly heeft een maand bij ons gelogeerd,
om weer heelemaal op te knappen, want
zij zag er slecht uit toen wij van onze hu
welijksreis tc Londen terugkeerden en er
twee dagen bleven om iedereen goeden
dag te zeggen.
Natuurlijk heeft tanto Jane ook bij ons
gelogeerd en Arthur heeft haar toen op
allerlei manieren bedorven, zoodat ik bijna
jaloersoh zou zijn geworden.
Wij zijn twee jaar getrouwd cn hebben
nog geen kinderen, alhoewel wij er erg
naar verlangen.
De vorige week kreeg ik een brief van
tante, waarin zij mij schreef, dat een der
officieren van de Horse Guards veel werk
maakt var; Tilly. Zij heeft, nog niet kunnen
besluiten hem het jawoord to goven.
Van Spinncllo ontvingen wij op onze reis
door Italië een brief, dat hij in New-York
was en ijverig bezig was om te trachten
pianolessen te krijgen. Hij gaf nogmaals
de verzekering -dat hij niet terug zou kce-
r-en naar Engeland.
Bradford is nooit tc weten gekomen wat
wij dien bewustou middag hebben uitge
voerd. Wij hebben hem gezegd, dat wij ab
soluut niets hebben kunnen ontdokken.
Wat Bradford zelf betreft, zijn naaporin-
gen leverden geen rosultaait op en zoowel
voor de politic als voor het groote publiek
zijn de misdaden, waardoor Merry bone,
sir James en Harold Bird het leven ver
loren, nog immer gehuld in hot duister.
Arthur en ik alleen weten, dat zij werden
veroorzaakt door het doodond zwijgen.
Dc onweerlegbare bewijzen, dat Arthur
dc ware oorzaken der twee eerste misdrij
ven blootlegde, hebben wij niet, daar wij
Harold Bird niet meer konden ondervra
gen. Wij hebben alleen den schoongemaak
ten halter cn onze vaste overtuiging van
de juistheid van Arthurs meening.
John Morton cn May zijn kort na ons
getrouwd! en hebben al een zoon, waarop
John vervelend trotsch is.
Op het oogenblik ben ik druk bezig met
HoUandech tc leer enhet is erg moeilijk,
maar het is Arthurs moedertaal. Arthurs
moeder was, zooals ik al heb medegedeeld,
een Hollandsöhe en hijzelf spreekt deze
taal vlot.
De reden, diat ik zoo ijverig studeer, is,
dat wij binnenkort een bezoek aan Holland
hopen to brengen. Ik ben benieuwd het
land, waar Arthurs moeder geboren is. t©
zien, en ik weet zeker, dat het er me beet
zal bevallen.
-0-