LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 2 Maart.
Tweede Blad. Anno 1922
TWEEDE KAMER.
UIT ONZE STAATSMACHINE
Burgerlijke Stanü y. Lelden.
o. W0\7.
Staatsbegrootiug voor 1922.
(Hoofdjtui V (Biiiuonlaudsclic Zaken.)
Ljjrtgegaan wordt met de behandeling
hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken)
Staatsbegrooting voor 1922.
)e algeinee.ie beschouwingen worden
jrtgezct-
K heer BEUMER (A.-R.) meent, dat de
Kleerek\)oper den agent van politie
ikeda geen dienst deed met de behan-
[jog zijner zaak. De rede van dien afge-
kvdigde herinnerde spr. liet meest aan de
fjj van Dilvkic Bigniano in Sprookjesland.
!i t gezag der politie is naar beneden ge-
en dat is het belangrijke punt in
■0 aangelegenheid. Door hst optreden
ju den agent en door cfe protesten en
fjogmgcn. die als gevolg daarvan zijn
'heulden, is nadeel berokkend aan het
testlge der politie.
^,r. kan dus nipt vóór de motie stemmen.
!j)e heer KOLTHEIv (S. P.) dient een
olie in waarin do houding der Rcgecring
)idt afgekeurd, die zij aannam in Novem-
r 1918 bij het samenbrengen van troepen,
[lijk dat in de brochure-Van Buuren is
^.gedeeld.
[De heer GERHARD (S.-D.) bespreekt liet
fonuerveersche geval. Hij heeft er geen
Idenking tegen, als een burgemeester geen
ciaal-democraat is. Wel echter heeft hij
bedenking tegen, dat een burgemeester
jcialisten-hater is. Do Wormerv. bur
gmeester was er steeds op uit om den so-
aalijctemocraten moeilijkheden in den weg
leggen. Spreker heeft dit uit eigen er
ving bespeurd. De bui'gemeester acht
tli verre boven de socialisten verheven,
atuurlijk is daardoor de samenwerking
^mogelijk. Spr. illustreert dit met aller-
:i verhalen, om don psychischen kant van
iet geval naar voren te brengen. De wet-
udors zijn jong en temperamentvol, zon-
:-r schoolsclie voor-opleidingdc burge-
.ester is koel en kalm, doorkneed in het
linLnistratieve van het burgeme-esterschap
at moet tot botsingen leiden. Wat het
ioancieele gedeeLte van de kwestie betreft,
;plooft spr., dat de positie van Wormer
eer onaangetast is.
Dc lieer DRESSELHUYS (V. B.) wenscht
'in oordeel te zeggen over de moties voor
leun aan Rusland'. Het gaat om de vraag
f wij uit de Staatskas tegen den wil der
egcering gelden kunnen nemen ten, bate
an burgers van een ander land. De Staat
ag hier niet geven, omdat men daarmede
iet acoord gaat Het ligt hier op den
an do particulieren om steun te verbe
en en spr. zal dus tegen do beide moties
«ramen. Daarmede mag de zaak niet uit
"q en do Rcgeering kan door feitelijke
ulp de particuliere steunen. Hij hoopt,
t de Minister dit nog eens duidelijk zal
vggen.
De heer A. P. STAALMAN (Chr.-D< m.)
•?gf vóór de motie-De Jonge te zullen stern
en als de Regeerin^ verklaart dat het
eld op de goede plaats terecht zal komen.
De lieer SCHOKKING (C.H.) wil, dat
c particulieren zoo groot mogelijke.n steun
erleoDen en dat de Regeering zal steu-
en maar z.i. mag niet uit de Staatskas
ulp worcfen verleend.
De heer TER HALL (Y. B.) gaat de
"komst met hoop te gemoct en verwacht,
at de ergste tijd van de belastingen op
openbare vermakelijkheden voorbij is. Met
genoegen heeft bij de toezegging van den
Minister inzake de tooneelcensnur gehooid
on hij is daarover te meer verheugd, omdat
tafc van andere cn meer juridische
DE KKI'S.
Uit het Am orik aan sell
van
INEZ HAYNES GHA-MORE
(Na-druk verboden).
..Ik kom oen. mooi kind uitzoeken", zeide
Covtouw Thornton, „zoo ongeveer tweo jaar
5ud, een gezond, opgewekt kind, en als bet
hui, een kind met blonde krullen, maar in
jioder geval moet het een mooi kind zijn."
Mejuffrouw Laidd antwoordde haar mot:
.Wat gij vraagt, lieve mevrouw, is precies wat
'eieroen steeds vraagt; niet alle kinderen cch-
kr kunnen gelukkig, gozond, opgewekt cu
Wond zijn." Zij zeide juist niet datgene, wat
j^r steeds bij dozo gelegenheden door het
hoofd ging. Sinds vijf jaren stond zij aan het
j^ofd van liet grooto weeshuis en zij had reeds
3ug afgeleerd om uit ie spreken, wat haar
Ifrotselüig inviel. Haar scherpzinnige oogen
glatiiion echter oven ondeugend, als zij al
020 vörklarijigon aanhoorde,
j Aan mevrouw Tliornton zou zij stellig nooit
Zoiets gezegd hebbent Zij was een dier vrou-
dio men niet spoedig tegenspreekt. Zij
*las 2eGr gedecideerd, ofschoon zij or nu ziek
i *n ff°broken uitzag. Mejuffrouw Ladd had nog
I ooit zooveel zwaren, smaakvo-llen rouw go-
j droog oen diohtc, zwarte voile, zoo
jg! tc'2cn haar gezicht, alsof zij vastgelijmd
Öat' ^aarover cen dunnen, fijnen sluier, zoo-
nien, behalve haar groote, grijze, treurige
rrSea' n^'s va71 haar gelaat zag. Alleen oen
j ^rolsnoer, dicht tegen haar hals aan, maakte
1 d j, ZWarte gestalte minder somber.
ÏÏ.-«i Z01ï °aarno de baby vóór Kerstmis me-
I' zcidc niow'cóuw Thornton met liaar
sleiü" '-^bn huis is zoo eenzaam en
tin-l' Sed°rt m^n mG,T1 slier f. En er zijn geen
ïiir, U?cü *n mi^11 familic Het zal zoo gezellig
Dat^01 D1Ct cca kind in huis is."
Nako nnon vvo gemakkelijk voor u in orde
I .-W!:, mejuffrouw Ladd haar gerust
ga-j-v 1011 "wilt u oven met mij naar boven
veel bahics op hot oogenblik. Hel
5Paheeft hlor.de krullen, bet kwam
I Vvot» V*??' cn zal nicl lanS hier be-
A, 10 blijven."
moi!ffdo Avavcn 2Ü lraP opgegaan en
eersio r?yw. hedd nu een deur open op
;K'V'en vol ^)in^ Be zonnige, grooto kamer
a,>ies. Klodno on groote, mei krul-
zij den jaren lang op difc punt is gehamerd
zonder succes. Al achttien jaren is over
dit onderwerp gesproken en nog nooit is
iemand op de gedachte gekomen, die spr.
heeft geuit en waarop de Minister is in
gegaan.
Dc heer SCHAPER (S. D.) geeft toe, dat
hij den heer Van Beresteyn wat al te grof
heeft behandeld.
De heer WIJNKOOP (C, Fr.) repliceerde
en wenschto na 15 minuten gesproken te
hebben, niet te zwijgen ondanks het geha
mer van den Voorzitter.
De Voorzitter had hem gewaarschuwd,
dat zijn tijd om was. Alle leden van zijn
fractie hadden trouwens het woord ge
voerd. (Do heer Kruyt, c. p.: „Wel alle
machtig Waarop de heer Wijnkoop riep*.
„De zaak is zoo belangrijk." „Ja" brul
de de beer Duys (S.-D.) „de zaak is
wel belangrijk, maar wat jij er over zwamt,
is heclemaal niet belangrijk." Een uitdruk
king, die de heer Wijnkoop beantwoordde
met„Kwajongensstreken
Hierop volgde een zeer hevig lawaai. De
heer Wijnkoop wilde doorspreken, maar de
Vooivzitter verbood hem dat. Toen de lieer
Wijnkoop toch met stentor-stem bleef
schreeuwen, antwoordde de Voorzitter met
een zoo aanhoudend en hevig hameren, dat
er van den heer Wijnkoop niets meer te
verstaan was.
De Kamer liep te hoop. Telkens als de
voorzitter even stepte rnet hameren, begon
de heer Wijnkoop te schreeuwen. Ten slot-
to schreeuwde de. halve Kamer tegen hem
in. Do lieer Duys bracht haonend een glas
water aan Wijnkoop. Het was een ontzag
lijk lawaai, maar de Voorzitter be^aakle ten
slotte de overwinning. De heer Wijr koop
ging zitten. Do Voorzitter verzocht toen
allen leden hun plaats in te nemen en gaf
het woord aan den Minister van Binnen
landsche Zaken.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
de heer RUYS DE BEERENBROUCK,
antwoordt. Hij TToopt, dat te Wormerveer
beide partijen lot de conllusie zuilen ko
men, dat het gewenscht is tot samenwer
king to komen, en eendrachtig het gemeen
tebestuur te behartigen.
Spr. herhaalt zijn verklaring, dat hij alle
particuliere pogingen tot steun aan Rus
land gaarne zal steunen.
De heer VAN*DE LAAR (C.S.) trekt zijn,
motie in.
Do heer KOLTHEK (S. P.) wijzigt zijn
motie eenigermate, doch do inhoud- blijft
dezelfde.
Dc motie-Wijnkoop (10 mil Hoen voor Rus
land) wordt verworpen met 71 tegen 11
stommen. Vóór de communisten en 7 so
ciaal-democraten.
De motie-De Jongo (1 millioon voor Rus
land) wordt verworpen met 55 tegen 27
stemmen. Vóór do socialisten, de commu
nisten en do heeren Marchant, Wijk, A. P.
Staalman en Oud.
De motie-Kleerekoper (onderzoek Breda)
wordt verworpen met 47 tegen 35 stem
men.
De motie-Kleerekoper (afkeuring tooneel-*
censuur) worde verworpen met 45 tegen
37 stemmen, rechts tegen links en de heer
Van de Laar.
De motie-Kolthek werd verworpen met
53 tegen 23 stommen.
De artikelsgcwijzo behandeling vangt
aan.
Bij de tweede afdeeling voert de heer
ZIJLSTRA (A.-R.) het woord over de ver-
eeniging van gemeenten, waartegenover hij
voorzichtigheid aan beveelt.
De heer VAN VUUREN (R.-K.) meent,
dat vele grensregelingen gewenscht zijn en
haar, met stijl haar, babies mot heelomaal geen
haar, vroolijke on ernstige babies, zij allen
staarden ieder op eigen manier do bezoekster
oveu aan. dooh gingen dan weer verder met
spelen, met de onverschilligheid, aan jeugd
eigen. Eén van de grooleve kinderen had zich
plotseling bij mevrouw Thorton's binnenkomen
naar haar tocgokoerd en haar zóó strak cn
doordringend aangekeken, dat hot haar door
de wiol sneed Maar dadelijk had het kind. weer
voor zich gokekon, en toon mevrouw Thorton
baar opLoltcnd aanzag, bemerkte zij dc groote,
paarse moedervlek op baar wang.
„Wie is dat kleine meisje met die misvor
ming?" vroeg mevrouw Thorton zachtjes.
„Haar naam is Ellen," antwoordde de di
rectrice. „Zij is cen ongelukkig kind, on van af
dat zij tweo jaai- was, is zij bij ons geweest. De
wot verbiedt om de kinderen langer dan tot
hun veertiende jaar bij ons te houden en Ellen
wordt do volgendo woek veertien jaar; zij is
klein voor haar leeftijd. Ik heb erg mijn best
gedaan om baar liior of daar te plaalson, want
zij is een lief meisje, maar niemand wil haar
hebben. Zij begrijpt het zolf zoo good en heeft
langzamerhand geloord zich in haar lot te
sc'hikkcm.
Ellen had zich werkelijk heel rustig in een
hoek teruggetrokken on zat daar nu, een beetje
kwijnend, gelaten baar lo-t af to waohten. Me
juffrouw Ladd was aan haar bureau bezig en
keek slechts op, om al dc vragen van mevrouw
Thorton te beantwoorden. En mevrouw Thorton
vroeg heel voel. Zij had alloon oog voor de
kleintjes en praatte met hen en liefkoosde hen
cn zij wist maar niet, welke zij de aanüekkc-
lijksto vond, misschion toch wel dc baby daar
alleen in do wieg Die was stellig hot mooiste
kind; zij nam hot uit do wieg, ging in een
leunstoel zitten cn drukte kus op kus op zijn
blondo krullen en frissoko, donzigo wangetjes
en op zijn mondje, dat procies oen fijn rozo-
blaadjo leek. Het schoen, alsof, do sluimerende
vonk van het moederschap in dozo bleeke, wc-
reldsclie, koudo vrouw plotseling tot een grooto
vlam opgelaaid was.
Plotseling schrikte mevrouw Thorton op. Zij
had het gevoel, alsof iemand een kreet uitte;
maar niemand sprak, alleen zag zij Ellen's
blik op haar gericht. Ellens oogon waren niet
groot, noch mooi, maar zij waren van cen won-
derbaarlijko welsprekendheid. Zij pleitten ook
nu voor haar on het s oh een, alsof een stem on
hoorbaar voor al dc anderen, de kamer met
haar geluid vulde.
„Ach, liove, vriendelijke vrouw!" riep zij
doordringend. „Neem mij mede. Nog slechts
goed zijn gebleken. Voorzichtigheid is wel
geboden, maar dat is op ieder gebied noo
dig.
Do vergadering wordt verdaagd tot be
den één uur.
(Nadruk verboden).
Afsluiting van spoorwegen.
De wet van 9 April 1875 tot regeling van
den dienst on het gebruik der Spoor weg m
bepaalt in art. 33, dat elke spoorweg op
door do Kroon tc bepalen wijze wordt afge
sloten. Hoe dat moet gebeuren is voorge
schreven in een Koninklijk B eeluiit van 9
Juli 1876, dat bij besluit van 20 April 1914
gewijzigd is. De regel is, dat voor eiken
boofdspoorweg de afsluiting ziek uitstrekt
over zijn gcheelo lengte, en dus ook over
openbare overwegen.
De beweegbare afsluitingen van open
bare overwegen, worden bediend en be
waakt door een beambte, clie in de onmid
dellijke nabijheid! is geplaatst en die de
afsluiting toepast ten minste drie minuten
vóór de komst van eiken trein. Voor weinig
drukke overwegen mag de afsluiting ge
schieden door een beambto op afstand,
maar dan moet deze van zijn standplaats
den overweg kunnen zien en door een
waarschuwend seintoestel (klok) te ken
nen geven, dat de afsluiting zal plaats
hebben
Daar er veel overwegen zijn, is cr heel
wat personeel noodig om voor die afslui
ting zorg te dragen, wat bij de nu geldende
regelen voor loonen en werk- en rusttijden
veel geld kost, gezwegen nog van bet on
derhond der afsluitingen en sein toestellen
en dei wachthuisjes voor het bedienend
personeel err andere kleinigheden.
Nu het spoorwegbedrijf voor tekorten
staat, is do vraag gerezen of op dit alles
n-iet bezuinigd kan worden, ('t Is opmer
kelijk, dat men alles „bezuinigen" noemt-:
afwentelen van kosten op anderen en af
schaffen van vroeger nooclig geachte maat
regelen heet en ook bozuinigirg. Dit tus-
schen haakjes!) De Minister van Water
staat vraagt zich af, of de veiligheid van
spoorweg c-n gewoon verkeer wel een zoo
kostbaar bewakingsstelsel eischcn. En die
vraag beantwoordt hij ontkennend. In de
M. v. T. bij een wetsontwerp tot wijziging
van de in den aanhef van dit artikel ge
noemde wet motiveert hij dat ontkennen
de antwoord! en geeft aan op welke wijze
cr bezuiniging kan plaats hebben.
Schijnbaar, zegt hij, verzekert het tot nu
to-e gevolgde stelsel een grooto mate van
veiligheid. Het publiek kijkt maar, of do
„boomen" zijn neergelaten. Maar alles
hangt af van do waakzaamheid van één
man en de kleinste tekortkoming kan de
vreeselijksto gevolgen hebbenals de boo
men niet neergelaten zijn, verkeerd het
publick in de meeoiing, dat er aan do vei
ligheid niets ontbreekt. En wat het bel
letje aangaat, dat hét sein geeft, dat de
boom gesloten zal worden door een be
ambte op afstand, als er wat leven ge
maakt wordt door auto's of vrachtauto's
hoort men het niet of men rekent, dat er
nog wel tijd is om over te stappen, en men
wordt, getroffen door de dalende boomen
of raakt er tusschen opgesloten.
Het publiek wordt zorgeloos voor zoover
bet met spoorwegen tc doen heeft, maat
het gewone verkeer op Btraten en wegen
eischt oplettendheiddaar kijkt men wel
uit, of er ook van terzijde gevaar dreigt.
Waarom zou men dien eiscih dan ook niet
een paar dagen oa dan zijn al do kansen ver
koken om ooit een meisje te zijn, dat werkelijk
een moeder hebben zal. Ik bon hior al zoo lang
gowoast en ik heb menig Hef meisje zien ver
trokken van hier, cm naar een gelukkig tohuïs
te gaan. Ik heb zoo vurig gehoopt, dat ik ook
eens gaan zou. En gij, dunkt mij, zult -dat be
ter begrijpen, -dan iemand tor wereld. Ach,
noem mij mede!"
Lang zat mevrouw Thornton daar; toen
stond zij op en zedde:
„Ik kan vandaag nog niet besluiten, maar ik
denk, dat het," verder kwam zij niet, maar
haai' hand liefkoosde de mooisto baby.
Mevrouw Thornton reed naar huis on zij had
verder een rustigen middag en avond, en, toen
zij naar bed ging, verwonderdo zij zaoh over
den glans in haar oogen. Zij Tag nog lang wak
ker en verbeeldde zich reeds de mooisto baby
in haar armen to wiegen; toen sliep zij in,
vast en diep, gedurende een paar uren. Zij
weid met schrik wakker. Het scheen haar toe,
dat Ellen in do kamer was en haar maar steeds
met smeokendc oogen aankeek. Toen kon me
vrouw Thorton niet meer slapen.
Den volgenden morgen om tien uren was zij
reeds weder in het weeshuis om de bahy te
zien, die nog nooit zoo schattig geweest was als
juist dion morgen.
„Ellen ziet er erg treunig uit," zcido mejuf
frouw Ladd. „Zij schredddo zichzelf in slaap
gisteravond; liet was moeilijk haar tot bedaren
te brengen. Ik geloof, dat ik blij zal zijn, als zij
weg is, want hot maakt ons allen zoo bedroefd
haar steeds teleurgesteld tc zien. Ik zeg haar
dikwijls, dat hetgeen in de wereld het meeste
telt, niet schoonheid is, maar karaktor, doch gij
weet zelf hoe do wereld met leugens do leelijk-
hoid tracht te troosten. En Ellen tracht steeds
tevreden to zijn on zich niet ongelukkig to
voolon, wanneor zij niet gekozen wordt."
„Het is een droevig geval," zcido mevrouw
Thornton, als in godachten. Toch wilde zij El
len vergeten, zoo blijde als zij was do blonde
baby weet te zion, cn zij slaagde er in. Zoo
genoot zij weer ccnigo uren van hem, wiegde
hem in haar anmon cn voelde zich langzamer
hand geheel verloren gaan in een moederlijke
extase. Zij kwain weer tot. zichzelf, toen zij
do oogen van Ellen onafgebroken op de. mooi
ste bahy voelde turen.
„Ach, lieve baby, „schonen zij te zc-g.gen,
„ik ben werkelijk blij voor je, maar wat zou
ik graag zijn als jij".
Toon keek zij weer bedeesd voor zich en
nu inen haar misvorming niet zag, vond me-
ötelleoi bij spoorwegen en ee«n kostbaar stel
sel van bewaking afschaffen of beperken?
De persoonlijke veiligheid hangfc af van
eigen waakzaamheid.
Nu behoeft niet overal de zorg van het
spoorwegbedrijf te vervallenwaar een
druk verkeer is, bepaaldelijk in de nabij
heid of zelfs in de kom der steden, moet
het blijven. Maar waar het verkeer niet
druk is en waar het uitzicht niet belem
merd woTdt, daar kan de bewaking verval
len en op drukke punten van overgang
zou zij beperkt kunnen worden tot den dag
wat ruim genomen.
De Minister wijst er cp, dat voor locaal-
spoorwegen en tramwegen de niet-afslui-
ting al lang regel is, terwijl tooh de toe
gestane snelheid op die weg van 1878 tob
1917 is gestegen vag. 30 K.M. per uur tot
60 K.M en het verschil met hoofdspoor-
wegenp steeds geringer wordt. Tot bezwa
ren heeft dit geen aanleiding gegeven.
Do bedoeling is nu, dat voor niet drukke
wegen, waar bovendien voldoende uitzicht
is naar beide kanten, do Minister vrijheid
kan geven om de afsluiting to doen ver
vallen hetzij voor goed, hetzij voor een
deel van het etmaal. Maar dan zal op vol
doenden afstand van den overgang een
bord moeten worden geplaatst met de
kennisgeving, dat de weg niet afgesloten
isdat bord kan bij avond of nacht verlicht
wouden
Ook verder langs den spoorweg zullen
afsluitingen, kunnen vervallenbij wei-
Landen, die aan den. spoorweg grenzen, is
dat onmogelijk, maar tegen het ontbre
ken van afsluiting bij bouwland schijnt
weinig bezwaar te bestaan.
Wat het buitenland aaDgaat, in Enge
land bestaat zoo iets nietin Duitschland
wordt het overwogen, maar in Frankrijk is
ontheffing van de afsluiting al sedert 1897
mogolijk, daar vindt men bij overwegen
borden met „Prenez garde aux trains" (let
op den trein). En iu België heeft men
sedert korten tijd ook waarschuwingsbor
den van tweo soorten: „Attention, pas
sage k niveau, non gardé" (Let op, over
weg niet bewaakt) of „Attention, passage
a, niveau gar dó pendaait mie partie de la
journéo sewl-emeiiÉ-"Dct op, -overweg
maar gedurende cen gedeelte van het
etmaal bewaakt).
Nu do Minister dit voorstel doet in het
belang van bezuiniging, maakt hij tevens
van d!e gelegenheid gebruik om oen ver
eenvoudiging in te voeren. Waar tot nog
toe zekere vergunningen in verband met
de spoorwegen door do Kroon moesten
worden verleend, wensoht hij die voortaan
to doen geven door of vanwege
den Minister. Dat zal tijd, papier en
moeite doen uitsparen.
Bij het onderzoek in do afdeelingen vond
het wetsontwerp blijkens het Voorl. Ver
slag een gunstig onthaal. Zelfs wou men
verder gaar. cn het heele artikel 33, dat
afsluiting als regel stelt, 'laten vervallen.
Verder wilde men de waarschuwings
bordjes met „Halt" bij bewaakte overwe
gen doen verdwijnen en de in uitzicht ge
stelde waarschuwingen, dat een overweg
niet of voor bepaalde tijden afgesloten is,
op 50 M. afstand te plaatsen om rij- en
voertuigen, vooral auto's en rijwielen,
vroeg te waarschuwen. Bediening van af
sluitingen op afstand achtten sommigen
gevaarlijk o. a bij sneeuw en mist, als de
overweg van het punt van bediening of
niet to zien is, al zijn er overigens ook geen
belemmeringen. Eén lid wilde een zeer ra
dicaal middel toepassenhoogbouw voor
den spoorweg op drukke punten.
Nog word gevraagd, of het niet billijker
vrouw Thornton, dat zij met liaar fijn profiel
cn zachte, matte tint er lief uit zag Ellen
zou werkelijk cen mooi kind geweest kunnen
zijn I Toen mevrouw Thornton opstond, zeide
zij tot mejuffrouw Ladd
„Ik schaam mij, dat ik nog niet besluiten
kan. Maar morgen kom ik terug, cn ik ben
bijna zeker, dat het de mooiste baby zijn zal,
maar ik kan liet nog niet vast zeggen".
„Overhaast u niet'', zeide mejuffrouw Ladd,
„daar is de zaak te ernstig voor".
Mevrouw Thornton lachte flauwtjes, cn
toen zij in haa-r auto naar huis reed, zag zij
er wel heel melancholiek uit. Den gcheelcn
dag was zij met zichzelf in strijd cn toen zij
s avonds alleen in haar kamer zat, zcido zij
plotseling „Ik moet het dioen, maar ik kan
niet".
Zij sliep slecht. Om tien uren s morgens,
toen haar auto weer voorkwam, liet zij hem
weggaan, en bleof zij zelve den geheel en dag
thuis, denkende cn peinzende». Zij sliep nog
slechter dan den vorigen nacht, en steeds
fluisterde zij zichzelf toe
„Ik kan niet, ik wil niet
Ooi tien uiren was zij in het weeshui?.
„Ik ben besloten", zeide zij dadelijk tegen
mejuffrouw Ladd.
„Natuurlijk, de mooiste baby", zeide mejuf
frouw Ladd, terwijl zij even zuchtte.
„Neen", antwoordde mevrouw Thornton.
„In den beginne had ik het liefst de mooi
sto baby gehad. Maar nu ben ik besloten
Ellen te nemen".
„Ellon zeide de directrice, uiterst ver
wonderd, „Ellen I 0, wat ben ik blij en ge
lukkig. Hot geeft iemand weer eens vort rou
wen. Wanneer wilt u liaar hebben?"
„Mejuffrouw Ladd zeido dit alles zoo haastig
achter elkaar, alsof zij bang was, dat mevrouw
Thornton tooli nog borouw zou krijgen.
Mevrouw Thornton glimlachte.
„Nu, dadelijk," zoido zij.
Mejuffrouw Ladd vloog de kamer uit en
kwam na conigo oogenblikkon mot Ellen terug.
„Ellen", zeide mevrouw Thornton, „kom
eens hier. Ik zal jo eens wat vertellen".
Ellen kwam en stond daar voor haai', een
klein, bruin, peinzend, versmachtend meisje.
„Ellen", ging mevrouw Thornton verder,
„i'k wil je straks medencmcn naar huis voor
altijd dan wordt jij mijn dochtertje en ik
wordt je mso-eder en wo zullen bij elkaar blij
ven ons loven lang. Denk je wel een beetje
van mij te zullen gaan houden?"
wa9 do spoorwegondernemingen vrij ta
stellen van veiligheidsmaatregelen, maar
die te doen nemen door de provincie of
do gemeente.
De Minister heeft op een en ander ge
antwoord Schrapping van art. 33 zou geen
bezwaar ontmoeten, maar is niet noodig.
Do haltepalen dienden oorspronkelijk
natuurlijk om paarden, vee en voertuigen
op bohocnrJijken afstand te houden, maar
niemand neemt ze in acht en dus zullen die
verdwijnen. Waarschuwingsborden op de
wijze, als boven is opgemerkt, en zooals zij
reedis in Frankrijk en Belgic in gebruik
zijn, zullen onmisbaar zijn, maar hot is
niet raadzaam daarvoor een algemeen gel
denden afstand (50 M. hacl men gewild) te
bepalen die afstand kan voor elk geval
naar omstandigheden worden bepaald.
Overdracht van do zorg voor afsluitingen
aan gemeente of provincie is niet .aan te
bevelen zij behoort tot de teak der spoor
wegondernemingen. Hoogbouw 'van spoor
wegen om overbrugging of onderdoorgang
mogelijk en afsluiting onnoodig ie maken
ie op zioh zelf heel wen schel ijk, maar er
zouden kapitelen mee gemoeid zijn en het
zou dus een tegengesteld effect van het be
oogde bobben.
GEBORENNelly d van E. Schotman en
C. J. J. Ackei*. Theodora Ciecilia, D.
van J. Zandbergen en A. Rooding. Arie,
Z van A. Haasnoot en G. van Duin.
Wilhelmina, D. van J. J. v. Wcruw en J.
M. v. d. Ploeg. Pieter, Z. van P. dein
Hoed en A. Zitman. Adrianus, Z. van
A. Sasburg en L. v. d. We?rd. Catha-
rina, D v. L. v. d. Linden en C. Dool.
Dina Maria, D. van I. Arbouw en M. Kok-
kedee. Johanna Elizabeth, D. van J.
v. d. Wereld en E. Warmerdam. Anto-
nia Cornelia, D. van J. Kars en M. O,
Bezis. Jan, Z. van A. A. Roman en A.
Kasteele. Piet Cornells, Z. van S. Koster
en J. van Leeuwen. Anna Christina Eli
sabeth, D. van A. Cats en S. v. d. Paauw.
Hiieca Johanna, D. van H. ten Woldö
en L. Lenstra. Dirk, Z. van C. Ligtharö
Schenk cn C. Lek. Everdino Engel-
herta, D. van E. Vonkenberg en E. de
Lange. Adriaan, Z. van J. Fuchs en C.
Vroom. Pieter Hendrik, D. van J. Stouten
en J. IJzerman. Erik Hanry, D. van.
D. H. van Leeuwen en M. Sehmerenbeck,
Neeltje, D. v. J. G. Monfils en S. Pouw.
Adriana Catharina Maria, D. van W. H.
J. Zwetsloot en 'C. C. van Adrichem.
Joost, Z. van J. Doornebos en M. C. de
Witta Hendrik, Z. van A. van Dijk en
W. A. Bos. Jacob Pieter Adam, Z. van
A. J. P. Koster en A. J. Leunis. Ange-
nieta Lena, D. van A. Louwrier en H. C.
v. d. Mee. Johannes, Z. v. J. de Best en
F. de Groot. Christina, D. van A. Dub
beldam en A. van der Plas. Petrus Pie
ter Stephanus, Z. van H. van R\jn e»n P. v.
der Klaauw. Stephanus, Z. van A. S.
Schiebroek en A. Plu. Trijn, D. van
T. Schaafstra en E. Snik. Catharine
Wilhelmina, D. van P. van Vliet en M. P.
Boterman.
GEHUWD: J. Crama jm. en A. Mieremet
jd. J. v. d. Hoek jm. en E. Buwalda jd.
P. de Gunst wedr. en C. <X Bavelaar
jd. H. Schoaten jm. en M. L. Beekma
jd. J. v. Rijn jm. en J. Vlasveld jd.
O-FR T. EP EN: G. P. Smit wedr. S3 j.
W Smi' wedr. 81 j. D. v. d. Kaay M.
76 j. M. HugeBlom, Vr. 65 j.
D. v. d. Meij, M. 62 j. J. J. Geeve, M.
Het land! kon niet eprekon, maar vloog
mevrouw Thornton om den hols en barstte
in tranon uit.
„En nu gaan we dadelijk boodschappen
voor den Korstboc-m- doen, alles wat wij noo"
dig hebben", zeide movrouw Thornton.
Mcjuffroaiw Ladd stuurde Ellen naar boven
om zich voor haar tocht in het leven klaar te
maken.
„Ik zal haar missen", zeide mejuffrouw
La-did. »Zij was hier al, toen ik kwam, en zij
was steeds een lieve hulp voor mij."
Even aarzelldo zij met. vorder te praten,
maar toen vroeg zij plotseling aan mevrouw
Thornton
„Hoo bont u cr too gekomen, lieve mevrouw
juist Ellen te kiezen, u scheen zoo bijzon
der ingenomen met de mooisto baby".
^Mevrouw Tihomton antwoordde niet dade-
Bjkzij maakte langzaam haar voile los,
die zij rustig gladstreek en opvouwdo toen
nam zij met plotselinge beweging ook de
tweedo, dichto voile van haar gezicht en nu
zag mejuffrouw Lati'd over één wang een
grooto paarse moedervlek.
Mejuffrouw Ladd kon niets zeggen, maar
liaaT oogen vulden zich met tranen.
„Nu begrijpt ge zeker, waarom ik zoo
gaarne een mooi kind had ge ziet hoe
leeLijk ik zelf hen, cn ik had altijd zoo ver
langd een schoonheid to wonden. Maar toen
ik Ellen hier zag, begon ik te twijfelen wat
mijn plicht was. Ik kon beter dan iemand
anders haar gelukkig, maken. Ik kon haar
zooveel besparen domme, ziekelijko zelf
ingenomenheid, en grooto bitterheid voor het
leven. Ik begreep, dat ik haar jong leven kon
laten opbloeien tot cen mooie bloem".
Plotseling hoorde men Ellen's zachten sla/p
buiten do deur. Zij klopte aan cn toen me
juffrouw Ladd haar bezoekster vragend aan
keek, antwoord do deze
„Laat Ellen gerust binnenkomen".
Movrouw Thornton keerde haar gelaat go-
heel naar Ellen toe en zeide
„Lievo Ellen, begrijp toch goed, dat je)
moeder niet mooi is'*.
Ellen zeide niets, maar vloog mevrouw
Thornton cm den hals, vlcido haar misvonme
dó wang tegen dio van mevrouw Tliorntoa'
en fluisterde
.JDafc hob ik dadelijk, den eersten dag, door
uw voile heen al gezien, moeder".
E