LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 2 Maart. Tweede Blad. Anno 1922 TWEEDE KAMER. UIT ONZE STAATSMACHINE Burgerlijke Stanü y. Lelden. o. W0\7. Staatsbegrootiug voor 1922. (Hoofdjtui V (Biiiuonlaudsclic Zaken.) Ljjrtgegaan wordt met de behandeling hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken) Staatsbegrooting voor 1922. )e algeinee.ie beschouwingen worden jrtgezct- K heer BEUMER (A.-R.) meent, dat de Kleerek\)oper den agent van politie ikeda geen dienst deed met de behan- [jog zijner zaak. De rede van dien afge- kvdigde herinnerde spr. liet meest aan de fjj van Dilvkic Bigniano in Sprookjesland. !i t gezag der politie is naar beneden ge- en dat is het belangrijke punt in ■0 aangelegenheid. Door hst optreden ju den agent en door cfe protesten en fjogmgcn. die als gevolg daarvan zijn 'heulden, is nadeel berokkend aan het testlge der politie. ^,r. kan dus nipt vóór de motie stemmen. !j)e heer KOLTHEIv (S. P.) dient een olie in waarin do houding der Rcgecring )idt afgekeurd, die zij aannam in Novem- r 1918 bij het samenbrengen van troepen, [lijk dat in de brochure-Van Buuren is ^.gedeeld. [De heer GERHARD (S.-D.) bespreekt liet fonuerveersche geval. Hij heeft er geen Idenking tegen, als een burgemeester geen ciaal-democraat is. Wel echter heeft hij bedenking tegen, dat een burgemeester jcialisten-hater is. Do Wormerv. bur gmeester was er steeds op uit om den so- aalijctemocraten moeilijkheden in den weg leggen. Spreker heeft dit uit eigen er ving bespeurd. De bui'gemeester acht tli verre boven de socialisten verheven, atuurlijk is daardoor de samenwerking ^mogelijk. Spr. illustreert dit met aller- :i verhalen, om don psychischen kant van iet geval naar voren te brengen. De wet- udors zijn jong en temperamentvol, zon- :-r schoolsclie voor-opleidingdc burge- .ester is koel en kalm, doorkneed in het linLnistratieve van het burgeme-esterschap at moet tot botsingen leiden. Wat het ioancieele gedeeLte van de kwestie betreft, ;plooft spr., dat de positie van Wormer eer onaangetast is. Dc lieer DRESSELHUYS (V. B.) wenscht 'in oordeel te zeggen over de moties voor leun aan Rusland'. Het gaat om de vraag f wij uit de Staatskas tegen den wil der egcering gelden kunnen nemen ten, bate an burgers van een ander land. De Staat ag hier niet geven, omdat men daarmede iet acoord gaat Het ligt hier op den an do particulieren om steun te verbe en en spr. zal dus tegen do beide moties «ramen. Daarmede mag de zaak niet uit "q en do Rcgeering kan door feitelijke ulp de particuliere steunen. Hij hoopt, t de Minister dit nog eens duidelijk zal vggen. De heer A. P. STAALMAN (Chr.-D< m.) •?gf vóór de motie-De Jonge te zullen stern en als de Regeerin^ verklaart dat het eld op de goede plaats terecht zal komen. De lieer SCHOKKING (C.H.) wil, dat c particulieren zoo groot mogelijke.n steun erleoDen en dat de Regeering zal steu- en maar z.i. mag niet uit de Staatskas ulp worcfen verleend. De heer TER HALL (Y. B.) gaat de "komst met hoop te gemoct en verwacht, at de ergste tijd van de belastingen op openbare vermakelijkheden voorbij is. Met genoegen heeft bij de toezegging van den Minister inzake de tooneelcensnur gehooid on hij is daarover te meer verheugd, omdat tafc van andere cn meer juridische DE KKI'S. Uit het Am orik aan sell van INEZ HAYNES GHA-MORE (Na-druk verboden). ..Ik kom oen. mooi kind uitzoeken", zeide Covtouw Thornton, „zoo ongeveer tweo jaar 5ud, een gezond, opgewekt kind, en als bet hui, een kind met blonde krullen, maar in jioder geval moet het een mooi kind zijn." Mejuffrouw Laidd antwoordde haar mot: .Wat gij vraagt, lieve mevrouw, is precies wat 'eieroen steeds vraagt; niet alle kinderen cch- kr kunnen gelukkig, gozond, opgewekt cu Wond zijn." Zij zeide juist niet datgene, wat j^r steeds bij dozo gelegenheden door het hoofd ging. Sinds vijf jaren stond zij aan het j^ofd van liet grooto weeshuis en zij had reeds 3ug afgeleerd om uit ie spreken, wat haar Ifrotselüig inviel. Haar scherpzinnige oogen glatiiion echter oven ondeugend, als zij al 020 vörklarijigon aanhoorde, j Aan mevrouw Tliornton zou zij stellig nooit Zoiets gezegd hebbent Zij was een dier vrou- dio men niet spoedig tegenspreekt. Zij *las 2eGr gedecideerd, ofschoon zij or nu ziek i *n ff°broken uitzag. Mejuffrouw Ladd had nog I ooit zooveel zwaren, smaakvo-llen rouw go- j droog oen diohtc, zwarte voile, zoo jg! tc'2cn haar gezicht, alsof zij vastgelijmd Öat' ^aarover cen dunnen, fijnen sluier, zoo- nien, behalve haar groote, grijze, treurige rrSea' n^'s va71 haar gelaat zag. Alleen oen j ^rolsnoer, dicht tegen haar hals aan, maakte 1 d j, ZWarte gestalte minder somber. ÏÏ.-«i Z01ï °aarno de baby vóór Kerstmis me- I' zcidc niow'cóuw Thornton met liaar sleiü" '-^bn huis is zoo eenzaam en tin-l' Sed°rt m^n mG,T1 slier f. En er zijn geen ïiir, U?cü *n mi^11 familic Het zal zoo gezellig Dat^01 D1Ct cca kind in huis is." Nako nnon vvo gemakkelijk voor u in orde I .-W!:, mejuffrouw Ladd haar gerust ga-j-v 1011 "wilt u oven met mij naar boven veel bahics op hot oogenblik. Hel 5Paheeft hlor.de krullen, bet kwam I Vvot» V*??' cn zal nicl lanS hier be- A, 10 blijven." moi!ffdo Avavcn 2Ü lraP opgegaan en eersio r?yw. hedd nu een deur open op ;K'V'en vol ^)in^ Be zonnige, grooto kamer a,>ies. Klodno on groote, mei krul- zij den jaren lang op difc punt is gehamerd zonder succes. Al achttien jaren is over dit onderwerp gesproken en nog nooit is iemand op de gedachte gekomen, die spr. heeft geuit en waarop de Minister is in gegaan. Dc heer SCHAPER (S. D.) geeft toe, dat hij den heer Van Beresteyn wat al te grof heeft behandeld. De heer WIJNKOOP (C, Fr.) repliceerde en wenschto na 15 minuten gesproken te hebben, niet te zwijgen ondanks het geha mer van den Voorzitter. De Voorzitter had hem gewaarschuwd, dat zijn tijd om was. Alle leden van zijn fractie hadden trouwens het woord ge voerd. (Do heer Kruyt, c. p.: „Wel alle machtig Waarop de heer Wijnkoop riep*. „De zaak is zoo belangrijk." „Ja" brul de de beer Duys (S.-D.) „de zaak is wel belangrijk, maar wat jij er over zwamt, is heclemaal niet belangrijk." Een uitdruk king, die de heer Wijnkoop beantwoordde met„Kwajongensstreken Hierop volgde een zeer hevig lawaai. De heer Wijnkoop wilde doorspreken, maar de Vooivzitter verbood hem dat. Toen de lieer Wijnkoop toch met stentor-stem bleef schreeuwen, antwoordde de Voorzitter met een zoo aanhoudend en hevig hameren, dat er van den heer Wijnkoop niets meer te verstaan was. De Kamer liep te hoop. Telkens als de voorzitter even stepte rnet hameren, begon de heer Wijnkoop te schreeuwen. Ten slot- to schreeuwde de. halve Kamer tegen hem in. Do lieer Duys bracht haonend een glas water aan Wijnkoop. Het was een ontzag lijk lawaai, maar de Voorzitter be^aakle ten slotte de overwinning. De heer Wijr koop ging zitten. Do Voorzitter verzocht toen allen leden hun plaats in te nemen en gaf het woord aan den Minister van Binnen landsche Zaken. De Minister van Binnenlandsche Zaken, de heer RUYS DE BEERENBROUCK, antwoordt. Hij TToopt, dat te Wormerveer beide partijen lot de conllusie zuilen ko men, dat het gewenscht is tot samenwer king to komen, en eendrachtig het gemeen tebestuur te behartigen. Spr. herhaalt zijn verklaring, dat hij alle particuliere pogingen tot steun aan Rus land gaarne zal steunen. De heer VAN*DE LAAR (C.S.) trekt zijn, motie in. Do heer KOLTHEK (S. P.) wijzigt zijn motie eenigermate, doch do inhoud- blijft dezelfde. Dc motie-Wijnkoop (10 mil Hoen voor Rus land) wordt verworpen met 71 tegen 11 stommen. Vóór de communisten en 7 so ciaal-democraten. De motie-De Jongo (1 millioon voor Rus land) wordt verworpen met 55 tegen 27 stemmen. Vóór do socialisten, de commu nisten en do heeren Marchant, Wijk, A. P. Staalman en Oud. De motie-Kleerekoper (onderzoek Breda) wordt verworpen met 47 tegen 35 stem men. De motie-Kleerekoper (afkeuring tooneel-* censuur) worde verworpen met 45 tegen 37 stemmen, rechts tegen links en de heer Van de Laar. De motie-Kolthek werd verworpen met 53 tegen 23 stommen. De artikelsgcwijzo behandeling vangt aan. Bij de tweede afdeeling voert de heer ZIJLSTRA (A.-R.) het woord over de ver- eeniging van gemeenten, waartegenover hij voorzichtigheid aan beveelt. De heer VAN VUUREN (R.-K.) meent, dat vele grensregelingen gewenscht zijn en haar, met stijl haar, babies mot heelomaal geen haar, vroolijke on ernstige babies, zij allen staarden ieder op eigen manier do bezoekster oveu aan. dooh gingen dan weer verder met spelen, met de onverschilligheid, aan jeugd eigen. Eén van de grooleve kinderen had zich plotseling bij mevrouw Thorton's binnenkomen naar haar tocgokoerd en haar zóó strak cn doordringend aangekeken, dat hot haar door de wiol sneed Maar dadelijk had het kind. weer voor zich gokekon, en toon mevrouw Thorton baar opLoltcnd aanzag, bemerkte zij dc groote, paarse moedervlek op baar wang. „Wie is dat kleine meisje met die misvor ming?" vroeg mevrouw Thorton zachtjes. „Haar naam is Ellen," antwoordde de di rectrice. „Zij is cen ongelukkig kind, on van af dat zij tweo jaai- was, is zij bij ons geweest. De wot verbiedt om de kinderen langer dan tot hun veertiende jaar bij ons te houden en Ellen wordt do volgendo woek veertien jaar; zij is klein voor haar leeftijd. Ik heb erg mijn best gedaan om baar liior of daar te plaalson, want zij is een lief meisje, maar niemand wil haar hebben. Zij begrijpt het zolf zoo good en heeft langzamerhand geloord zich in haar lot te sc'hikkcm. Ellen had zich werkelijk heel rustig in een hoek teruggetrokken on zat daar nu, een beetje kwijnend, gelaten baar lo-t af to waohten. Me juffrouw Ladd was aan haar bureau bezig en keek slechts op, om al dc vragen van mevrouw Thorton te beantwoorden. En mevrouw Thorton vroeg heel voel. Zij had alloon oog voor de kleintjes en praatte met hen en liefkoosde hen cn zij wist maar niet, welke zij de aanüekkc- lijksto vond, misschion toch wel dc baby daar alleen in do wieg Die was stellig hot mooiste kind; zij nam hot uit do wieg, ging in een leunstoel zitten cn drukte kus op kus op zijn blondo krullen en frissoko, donzigo wangetjes en op zijn mondje, dat procies oen fijn rozo- blaadjo leek. Het schoen, alsof, do sluimerende vonk van het moederschap in dozo bleeke, wc- reldsclie, koudo vrouw plotseling tot een grooto vlam opgelaaid was. Plotseling schrikte mevrouw Thorton op. Zij had het gevoel, alsof iemand een kreet uitte; maar niemand sprak, alleen zag zij Ellen's blik op haar gericht. Ellens oogon waren niet groot, noch mooi, maar zij waren van cen won- derbaarlijko welsprekendheid. Zij pleitten ook nu voor haar on het s oh een, alsof een stem on hoorbaar voor al dc anderen, de kamer met haar geluid vulde. „Ach, liove, vriendelijke vrouw!" riep zij doordringend. „Neem mij mede. Nog slechts goed zijn gebleken. Voorzichtigheid is wel geboden, maar dat is op ieder gebied noo dig. Do vergadering wordt verdaagd tot be den één uur. (Nadruk verboden). Afsluiting van spoorwegen. De wet van 9 April 1875 tot regeling van den dienst on het gebruik der Spoor weg m bepaalt in art. 33, dat elke spoorweg op door do Kroon tc bepalen wijze wordt afge sloten. Hoe dat moet gebeuren is voorge schreven in een Koninklijk B eeluiit van 9 Juli 1876, dat bij besluit van 20 April 1914 gewijzigd is. De regel is, dat voor eiken boofdspoorweg de afsluiting ziek uitstrekt over zijn gcheelo lengte, en dus ook over openbare overwegen. De beweegbare afsluitingen van open bare overwegen, worden bediend en be waakt door een beambte, clie in de onmid dellijke nabijheid! is geplaatst en die de afsluiting toepast ten minste drie minuten vóór de komst van eiken trein. Voor weinig drukke overwegen mag de afsluiting ge schieden door een beambto op afstand, maar dan moet deze van zijn standplaats den overweg kunnen zien en door een waarschuwend seintoestel (klok) te ken nen geven, dat de afsluiting zal plaats hebben Daar er veel overwegen zijn, is cr heel wat personeel noodig om voor die afslui ting zorg te dragen, wat bij de nu geldende regelen voor loonen en werk- en rusttijden veel geld kost, gezwegen nog van bet on derhond der afsluitingen en sein toestellen en dei wachthuisjes voor het bedienend personeel err andere kleinigheden. Nu het spoorwegbedrijf voor tekorten staat, is do vraag gerezen of op dit alles n-iet bezuinigd kan worden, ('t Is opmer kelijk, dat men alles „bezuinigen" noemt-: afwentelen van kosten op anderen en af schaffen van vroeger nooclig geachte maat regelen heet en ook bozuinigirg. Dit tus- schen haakjes!) De Minister van Water staat vraagt zich af, of de veiligheid van spoorweg c-n gewoon verkeer wel een zoo kostbaar bewakingsstelsel eischcn. En die vraag beantwoordt hij ontkennend. In de M. v. T. bij een wetsontwerp tot wijziging van de in den aanhef van dit artikel ge noemde wet motiveert hij dat ontkennen de antwoord! en geeft aan op welke wijze cr bezuiniging kan plaats hebben. Schijnbaar, zegt hij, verzekert het tot nu to-e gevolgde stelsel een grooto mate van veiligheid. Het publiek kijkt maar, of do „boomen" zijn neergelaten. Maar alles hangt af van do waakzaamheid van één man en de kleinste tekortkoming kan de vreeselijksto gevolgen hebbenals de boo men niet neergelaten zijn, verkeerd het publick in de meeoiing, dat er aan do vei ligheid niets ontbreekt. En wat het bel letje aangaat, dat hét sein geeft, dat de boom gesloten zal worden door een be ambte op afstand, als er wat leven ge maakt wordt door auto's of vrachtauto's hoort men het niet of men rekent, dat er nog wel tijd is om over te stappen, en men wordt, getroffen door de dalende boomen of raakt er tusschen opgesloten. Het publiek wordt zorgeloos voor zoover bet met spoorwegen tc doen heeft, maat het gewone verkeer op Btraten en wegen eischt oplettendheiddaar kijkt men wel uit, of er ook van terzijde gevaar dreigt. Waarom zou men dien eiscih dan ook niet een paar dagen oa dan zijn al do kansen ver koken om ooit een meisje te zijn, dat werkelijk een moeder hebben zal. Ik bon hior al zoo lang gowoast en ik heb menig Hef meisje zien ver trokken van hier, cm naar een gelukkig tohuïs te gaan. Ik heb zoo vurig gehoopt, dat ik ook eens gaan zou. En gij, dunkt mij, zult -dat be ter begrijpen, -dan iemand tor wereld. Ach, noem mij mede!" Lang zat mevrouw Thornton daar; toen stond zij op en zedde: „Ik kan vandaag nog niet besluiten, maar ik denk, dat het," verder kwam zij niet, maar haai' hand liefkoosde de mooisto baby. Mevrouw Thornton reed naar huis on zij had verder een rustigen middag en avond, en, toen zij naar bed ging, verwonderdo zij zaoh over den glans in haar oogen. Zij Tag nog lang wak ker en verbeeldde zich reeds de mooisto baby in haar armen to wiegen; toen sliep zij in, vast en diep, gedurende een paar uren. Zij weid met schrik wakker. Het scheen haar toe, dat Ellen in do kamer was en haar maar steeds met smeokendc oogen aankeek. Toen kon me vrouw Thorton niet meer slapen. Den volgenden morgen om tien uren was zij reeds weder in het weeshuis om de bahy te zien, die nog nooit zoo schattig geweest was als juist dion morgen. „Ellen ziet er erg treunig uit," zcido mejuf frouw Ladd. „Zij schredddo zichzelf in slaap gisteravond; liet was moeilijk haar tot bedaren te brengen. Ik geloof, dat ik blij zal zijn, als zij weg is, want hot maakt ons allen zoo bedroefd haar steeds teleurgesteld tc zien. Ik zeg haar dikwijls, dat hetgeen in de wereld het meeste telt, niet schoonheid is, maar karaktor, doch gij weet zelf hoe do wereld met leugens do leelijk- hoid tracht te troosten. En Ellen tracht steeds tevreden to zijn on zich niet ongelukkig to voolon, wanneor zij niet gekozen wordt." „Het is een droevig geval," zcido mevrouw Thornton, als in godachten. Toch wilde zij El len vergeten, zoo blijde als zij was do blonde baby weet te zion, cn zij slaagde er in. Zoo genoot zij weer ccnigo uren van hem, wiegde hem in haar anmon cn voelde zich langzamer hand geheel verloren gaan in een moederlijke extase. Zij kwain weer tot. zichzelf, toen zij do oogen van Ellen onafgebroken op de. mooi ste bahy voelde turen. „Ach, lieve baby, „schonen zij te zc-g.gen, „ik ben werkelijk blij voor je, maar wat zou ik graag zijn als jij". Toon keek zij weer bedeesd voor zich en nu inen haar misvorming niet zag, vond me- ötelleoi bij spoorwegen en ee«n kostbaar stel sel van bewaking afschaffen of beperken? De persoonlijke veiligheid hangfc af van eigen waakzaamheid. Nu behoeft niet overal de zorg van het spoorwegbedrijf te vervallenwaar een druk verkeer is, bepaaldelijk in de nabij heid of zelfs in de kom der steden, moet het blijven. Maar waar het verkeer niet druk is en waar het uitzicht niet belem merd woTdt, daar kan de bewaking verval len en op drukke punten van overgang zou zij beperkt kunnen worden tot den dag wat ruim genomen. De Minister wijst er cp, dat voor locaal- spoorwegen en tramwegen de niet-afslui- ting al lang regel is, terwijl tooh de toe gestane snelheid op die weg van 1878 tob 1917 is gestegen vag. 30 K.M. per uur tot 60 K.M en het verschil met hoofdspoor- wegenp steeds geringer wordt. Tot bezwa ren heeft dit geen aanleiding gegeven. Do bedoeling is nu, dat voor niet drukke wegen, waar bovendien voldoende uitzicht is naar beide kanten, do Minister vrijheid kan geven om de afsluiting to doen ver vallen hetzij voor goed, hetzij voor een deel van het etmaal. Maar dan zal op vol doenden afstand van den overgang een bord moeten worden geplaatst met de kennisgeving, dat de weg niet afgesloten isdat bord kan bij avond of nacht verlicht wouden Ook verder langs den spoorweg zullen afsluitingen, kunnen vervallenbij wei- Landen, die aan den. spoorweg grenzen, is dat onmogelijk, maar tegen het ontbre ken van afsluiting bij bouwland schijnt weinig bezwaar te bestaan. Wat het buitenland aaDgaat, in Enge land bestaat zoo iets nietin Duitschland wordt het overwogen, maar in Frankrijk is ontheffing van de afsluiting al sedert 1897 mogolijk, daar vindt men bij overwegen borden met „Prenez garde aux trains" (let op den trein). En iu België heeft men sedert korten tijd ook waarschuwingsbor den van tweo soorten: „Attention, pas sage k niveau, non gardé" (Let op, over weg niet bewaakt) of „Attention, passage a, niveau gar dó pendaait mie partie de la journéo sewl-emeiiÉ-"Dct op, -overweg maar gedurende cen gedeelte van het etmaal bewaakt). Nu do Minister dit voorstel doet in het belang van bezuiniging, maakt hij tevens van d!e gelegenheid gebruik om oen ver eenvoudiging in te voeren. Waar tot nog toe zekere vergunningen in verband met de spoorwegen door do Kroon moesten worden verleend, wensoht hij die voortaan to doen geven door of vanwege den Minister. Dat zal tijd, papier en moeite doen uitsparen. Bij het onderzoek in do afdeelingen vond het wetsontwerp blijkens het Voorl. Ver slag een gunstig onthaal. Zelfs wou men verder gaar. cn het heele artikel 33, dat afsluiting als regel stelt, 'laten vervallen. Verder wilde men de waarschuwings bordjes met „Halt" bij bewaakte overwe gen doen verdwijnen en de in uitzicht ge stelde waarschuwingen, dat een overweg niet of voor bepaalde tijden afgesloten is, op 50 M. afstand te plaatsen om rij- en voertuigen, vooral auto's en rijwielen, vroeg te waarschuwen. Bediening van af sluitingen op afstand achtten sommigen gevaarlijk o. a bij sneeuw en mist, als de overweg van het punt van bediening of niet to zien is, al zijn er overigens ook geen belemmeringen. Eén lid wilde een zeer ra dicaal middel toepassenhoogbouw voor den spoorweg op drukke punten. Nog word gevraagd, of het niet billijker vrouw Thornton, dat zij met liaar fijn profiel cn zachte, matte tint er lief uit zag Ellen zou werkelijk cen mooi kind geweest kunnen zijn I Toen mevrouw Thornton opstond, zeide zij tot mejuffrouw Ladd „Ik schaam mij, dat ik nog niet besluiten kan. Maar morgen kom ik terug, cn ik ben bijna zeker, dat het de mooiste baby zijn zal, maar ik kan liet nog niet vast zeggen". „Overhaast u niet'', zeide mejuffrouw Ladd, „daar is de zaak te ernstig voor". Mevrouw Thornton lachte flauwtjes, cn toen zij in haa-r auto naar huis reed, zag zij er wel heel melancholiek uit. Den gcheelcn dag was zij met zichzelf in strijd cn toen zij s avonds alleen in haar kamer zat, zcido zij plotseling „Ik moet het dioen, maar ik kan niet". Zij sliep slecht. Om tien uren s morgens, toen haar auto weer voorkwam, liet zij hem weggaan, en bleof zij zelve den geheel en dag thuis, denkende cn peinzende». Zij sliep nog slechter dan den vorigen nacht, en steeds fluisterde zij zichzelf toe „Ik kan niet, ik wil niet Ooi tien uiren was zij in het weeshui?. „Ik ben besloten", zeide zij dadelijk tegen mejuffrouw Ladd. „Natuurlijk, de mooiste baby", zeide mejuf frouw Ladd, terwijl zij even zuchtte. „Neen", antwoordde mevrouw Thornton. „In den beginne had ik het liefst de mooi sto baby gehad. Maar nu ben ik besloten Ellen te nemen". „Ellon zeide de directrice, uiterst ver wonderd, „Ellen I 0, wat ben ik blij en ge lukkig. Hot geeft iemand weer eens vort rou wen. Wanneer wilt u liaar hebben?" „Mejuffrouw Ladd zeido dit alles zoo haastig achter elkaar, alsof zij bang was, dat mevrouw Thornton tooli nog borouw zou krijgen. Mevrouw Thornton glimlachte. „Nu, dadelijk," zoido zij. Mejuffrouw Ladd vloog de kamer uit en kwam na conigo oogenblikkon mot Ellen terug. „Ellen", zeide mevrouw Thornton, „kom eens hier. Ik zal jo eens wat vertellen". Ellen kwam en stond daar voor haai', een klein, bruin, peinzend, versmachtend meisje. „Ellen", ging mevrouw Thornton verder, „i'k wil je straks medencmcn naar huis voor altijd dan wordt jij mijn dochtertje en ik wordt je mso-eder en wo zullen bij elkaar blij ven ons loven lang. Denk je wel een beetje van mij te zullen gaan houden?" wa9 do spoorwegondernemingen vrij ta stellen van veiligheidsmaatregelen, maar die te doen nemen door de provincie of do gemeente. De Minister heeft op een en ander ge antwoord Schrapping van art. 33 zou geen bezwaar ontmoeten, maar is niet noodig. Do haltepalen dienden oorspronkelijk natuurlijk om paarden, vee en voertuigen op bohocnrJijken afstand te houden, maar niemand neemt ze in acht en dus zullen die verdwijnen. Waarschuwingsborden op de wijze, als boven is opgemerkt, en zooals zij reedis in Frankrijk en Belgic in gebruik zijn, zullen onmisbaar zijn, maar hot is niet raadzaam daarvoor een algemeen gel denden afstand (50 M. hacl men gewild) te bepalen die afstand kan voor elk geval naar omstandigheden worden bepaald. Overdracht van do zorg voor afsluitingen aan gemeente of provincie is niet .aan te bevelen zij behoort tot de teak der spoor wegondernemingen. Hoogbouw 'van spoor wegen om overbrugging of onderdoorgang mogelijk en afsluiting onnoodig ie maken ie op zioh zelf heel wen schel ijk, maar er zouden kapitelen mee gemoeid zijn en het zou dus een tegengesteld effect van het be oogde bobben. GEBORENNelly d van E. Schotman en C. J. J. Ackei*. Theodora Ciecilia, D. van J. Zandbergen en A. Rooding. Arie, Z van A. Haasnoot en G. van Duin. Wilhelmina, D. van J. J. v. Wcruw en J. M. v. d. Ploeg. Pieter, Z. van P. dein Hoed en A. Zitman. Adrianus, Z. van A. Sasburg en L. v. d. We?rd. Catha- rina, D v. L. v. d. Linden en C. Dool. Dina Maria, D. van I. Arbouw en M. Kok- kedee. Johanna Elizabeth, D. van J. v. d. Wereld en E. Warmerdam. Anto- nia Cornelia, D. van J. Kars en M. O, Bezis. Jan, Z. van A. A. Roman en A. Kasteele. Piet Cornells, Z. van S. Koster en J. van Leeuwen. Anna Christina Eli sabeth, D. van A. Cats en S. v. d. Paauw. Hiieca Johanna, D. van H. ten Woldö en L. Lenstra. Dirk, Z. van C. Ligtharö Schenk cn C. Lek. Everdino Engel- herta, D. van E. Vonkenberg en E. de Lange. Adriaan, Z. van J. Fuchs en C. Vroom. Pieter Hendrik, D. van J. Stouten en J. IJzerman. Erik Hanry, D. van. D. H. van Leeuwen en M. Sehmerenbeck, Neeltje, D. v. J. G. Monfils en S. Pouw. Adriana Catharina Maria, D. van W. H. J. Zwetsloot en 'C. C. van Adrichem. Joost, Z. van J. Doornebos en M. C. de Witta Hendrik, Z. van A. van Dijk en W. A. Bos. Jacob Pieter Adam, Z. van A. J. P. Koster en A. J. Leunis. Ange- nieta Lena, D. van A. Louwrier en H. C. v. d. Mee. Johannes, Z. v. J. de Best en F. de Groot. Christina, D. van A. Dub beldam en A. van der Plas. Petrus Pie ter Stephanus, Z. van H. van R\jn e»n P. v. der Klaauw. Stephanus, Z. van A. S. Schiebroek en A. Plu. Trijn, D. van T. Schaafstra en E. Snik. Catharine Wilhelmina, D. van P. van Vliet en M. P. Boterman. GEHUWD: J. Crama jm. en A. Mieremet jd. J. v. d. Hoek jm. en E. Buwalda jd. P. de Gunst wedr. en C. <X Bavelaar jd. H. Schoaten jm. en M. L. Beekma jd. J. v. Rijn jm. en J. Vlasveld jd. O-FR T. EP EN: G. P. Smit wedr. S3 j. W Smi' wedr. 81 j. D. v. d. Kaay M. 76 j. M. HugeBlom, Vr. 65 j. D. v. d. Meij, M. 62 j. J. J. Geeve, M. Het land! kon niet eprekon, maar vloog mevrouw Thornton om den hols en barstte in tranon uit. „En nu gaan we dadelijk boodschappen voor den Korstboc-m- doen, alles wat wij noo" dig hebben", zeide movrouw Thornton. Mcjuffroaiw Ladd stuurde Ellen naar boven om zich voor haar tocht in het leven klaar te maken. „Ik zal haar missen", zeide mejuffrouw La-did. »Zij was hier al, toen ik kwam, en zij was steeds een lieve hulp voor mij." Even aarzelldo zij met. vorder te praten, maar toen vroeg zij plotseling aan mevrouw Thornton „Hoo bont u cr too gekomen, lieve mevrouw juist Ellen te kiezen, u scheen zoo bijzon der ingenomen met de mooisto baby". ^Mevrouw Tihomton antwoordde niet dade- Bjkzij maakte langzaam haar voile los, die zij rustig gladstreek en opvouwdo toen nam zij met plotselinge beweging ook de tweedo, dichto voile van haar gezicht en nu zag mejuffrouw Lati'd over één wang een grooto paarse moedervlek. Mejuffrouw Ladd kon niets zeggen, maar liaaT oogen vulden zich met tranen. „Nu begrijpt ge zeker, waarom ik zoo gaarne een mooi kind had ge ziet hoe leeLijk ik zelf hen, cn ik had altijd zoo ver langd een schoonheid to wonden. Maar toen ik Ellen hier zag, begon ik te twijfelen wat mijn plicht was. Ik kon beter dan iemand anders haar gelukkig, maken. Ik kon haar zooveel besparen domme, ziekelijko zelf ingenomenheid, en grooto bitterheid voor het leven. Ik begreep, dat ik haar jong leven kon laten opbloeien tot cen mooie bloem". Plotseling hoorde men Ellen's zachten sla/p buiten do deur. Zij klopte aan cn toen me juffrouw Ladd haar bezoekster vragend aan keek, antwoord do deze „Laat Ellen gerust binnenkomen". Movrouw Thornton keerde haar gelaat go- heel naar Ellen toe en zeide „Lievo Ellen, begrijp toch goed, dat je) moeder niet mooi is'*. Ellen zeide niets, maar vloog mevrouw Thornton cm den hals, vlcido haar misvonme dó wang tegen dio van mevrouw Tliorntoa' en fluisterde .JDafc hob ik dadelijk, den eersten dag, door uw voile heen al gezien, moeder". E

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 5