VOOR DEJEUGD
o. 8.
%Zf
Donderdag 23 Februari.
Anno 1922.
i»«iïi>:aij ii?;ii>»:iigin»iiii:ii g ii*
IEIDSCH DAGBIAD
-Vi7« ïk.''-A.* '-k-' 'A* t «A.*«JL» t 'JL* i tk* i JL« A* j aJL« j »JL* t *Aj °JL7t*.A.>A? a «A?
In veilige Haven.
•V©
•JP
Naar het Engelsch van M. HURRELL.
Vrij bewerkt door 0. H.
HOOFDSTUK IX.
M argot.
Het was nu te laat om opnieuw te beginnen
er "was dus niets aan te doen, dat Elsje
liten mededinging zou blijven.
Het verdwijnen van het manuscript bracht
l heele buis in rop en roer, want Elsjo was
allen bemind, door allen behalve Margot.
Mevrouw Elling en juffrouw dc Kwartel
chten ijverig mee en zelfs de dienstmeisjes
elpen zoeken, maar nergens werd het bewuste
pier gevonden.
Hot speet Tanto Dora zeer, want Elsje scheen
t zioh erg aan te trekken.
Pim en Florrie zochten op de gekste plaatsen;
Ifs Margot deed alsof ze meezooht. Elsje's
rhaal kwam echter niet te voorschijn.
Eindelijk brak de gewichtige avond aan,
aaxop de prijzen uitgereikt zouden worden.
i groot aantal ga-sten, volwassenen zoowel
kinderen, waren op Zonneheuvel bijeenge-
inen, want het was mevrouw Filing's verjaar-,
ig en zij had er ter oere van de kinderen veel
-k, van gemaakt. Door de algémeone feesle-
Tco stemming vergat Elsje voor een oogenhlik
teïeuTstdlling en deed zij vroolijk met de
deren mee.
Het was dan ook niet vóór mevrouw Elling
et luide stom aankondigde, dat de verhalen en
dichten, welke met een prijs bekroond waren,
ju-den worden voorgelezen, dat er een schaduw
•er Elsje's geziohtje gleed.
Margot zag bleek en sdheem zich weinig op.
\ar gemak-te voelen. In do algemecne opwiu-
ng letlte niemand daar echter op.
Mevrouw Elling verzocht haar gasten zich
aT de aangrenzende kamer te willen begeven,
aar op een kleine verhooging de prijzen uitge-
ld lagen.
De eerste prijs viel tot groote vcrontwaar-
ng van Pim ten deel aan het dochtertje
den dotter. Maar toen het verhaal voorge
en was, moest hij toch erkennen, dat het
eel goed geschreven was."
,.Met den tweeden prijs", zei mevrouw El-
g, „wordt een klein verhaal bekroond, dat
-chreven is door Margot Boutens en „De
oke Sleutelbloem" heet."
Bij het hooren van deze woorden kon Elsje
ooren nauwelijks gelooven Zij kreeg eerst
kleur en werd daarna heel bleek, zóó bleek.
Margot, die haar angstig aankoek, dacht,
i zij flauw zou vallen.
.Ala ze wat zegt, zal ik antwoorden, dat er
gelijk dan eigen is," dacht Margot, terwijl
ar hart heftig klopte.
.Werkelijk", scheen haar geweten haar in te
Isteren. „Je bent oneerlijk en dat weet je
1 goed, want het is Elsje's verhaal en niet
jouwe."
oogonMik leek bet Margot, alsof zij open-
beschuldigd was en zij schaamde zich diep.
haaT groote verlichting bleef Elsje echter
igem en geheel onbewust van den opgewon-
gemoedstoestand van twee uit het gezel-
ap, bogon mevrouw Elling het verbaal voor
De Zieke Sleutelbloem.
A was een heerlijke morgen in het voor
re de zon scheen en de vogeltjes zongen,
i.bloejöen in.de. wei .en-m-heLbosoh, knik
ten vroolijk in het zachte koeltje, elkander ver
tellend, hoe blij zij waren, dat het weer voor
jaar was
Eén bloempje was er echter, een kleine, bloeke
Sleutelbloem, dat er niet vroolijk uitzag, doch
heel treurig en kwijnend.
„Wat scheelt er aan?" vroeg een familielid,
dat dicht bij haar stond en mevrouw Glans-oog
heette. „Mankeert je wat van morgen?"
„Och. ik voel me lang niet goed!" klonk het.
„En dat op zoo'n mooien dag, hoe is het
mogelijk 1"
„Alsof dat er iets mee te.maken heeft!" riep
hot bleeko Sleutelbloempje, dat nog een heel
jong diing was, kribbig uit „Ik zeg u dan, dat
ik ziek ben, heel ziek! En nou weet u !t!"
„En uit je humeur ook," mompelde mevrouw
Glans-oog, „dat kan iedereen dadelijk zien."
„Het geeft niets, of u me al een stand5o
maakt," sni'kto het Sleutelbloempje nu. „Ik kan
or niets aan doen. dat ik zoo knorrig ben, al
vind ik dat op ziohzelf ook heel onpleizierig."
„Natuurlijk kun je er wat aan doen, lieve
kind," ging mevrouw Glans-oog nu wat vrien
delijker voort. ,.Hoe is je temperatuur?"
„Die houd ik or niet op na
„0, dan ben je ook niet erg ziek."
„Ik ben wel degelijk erg ziek," riep het Sl'eu-
telbloempje nu uit, dat dien morgen zeer tegen
het heil in was.
..Dan moet je con een dokter sturen
„Nee, ik houd niet van dokters ze opercc-
ren tegenwoordig dadelijk en oen operatie zou
ik stellig niet kunnen doorstaan."
„Dart moet je niet zeggen," ging mevrouw
Glans-oog nu op overrodenden toon voort.
„Maar hier is dokter Spreeuw juist bij laten
we hem om raad vragen
En zonder antwoord af te wachten, wenkte
mevrouw Glans-oog den dokter dichterbij te
komen.
Het gezicht van dokter Spreeuw stond be
paald medelijdend, terwijl hij de zwak-uitziende
Sleutelbloem eenigo vragen deed
„Ik heb overal pijn, dokter," zei het ongeluk
kige, ontsrtomdo bloempje.
„Groeistuipen, mijn kind, groeistuipen; dat
zijn het," sjilpte de vogel.
Dokter Spreeuw bekeek alles altijd zooveel
mogelijk van den grappigen kant.
„Nee, het zijn gesn. groeistuipen!" antwoordde
de jonge Sleutelbloem knorrig; „mijn hart is
niet in OTdo en mijn hoofd ook niet. Ik ben
nog niet eens krachtig genoeg om mijn oogen
op te slaan."
Nu begon dokter Spreeuw toch ernstig en
zelfs bedenkelijk te kijken.
„Dan moet ik je nauwkeurig onderzoeken,"
zei hij, „om to zien, wat je eigenlijk mankeert."
En de Spreeuw pikto de aarde om de kleine
Sleutelbloem heen weg. pikto en pikte, totdat
hij eindelijk achter de kwaal was.
„Ja, ja, ik zie het al!" zei hij langzaam. „Je
moet onmiddellijk geopereerd worden."
„Heb ik het je niet gezegd?" riep cb Sleutel
bloem uit, terwijl zij mevrouw Glans-oog ver
wij tond aankeek en tegen den dokter ging zij
voort'
„Nee, dank u wel, geen operatie! Daar ben
ik voel te zwak voor
„Onzinl Er is hoelemaal geen gevaar."
„Ik ben toch bang," snikte de Sleutelbloem
nu, terwijl zij nog blocker werd dan zij al was.
„Maar toch niet voor mij?" vroeg dokter
Spreeuw op geruststellenden toon. „Ik zou voor
niets ter wereld ook maar één van 36 meel
draadjes pijn willen doen. Kom. wees nu flink!"
De Sleutelbloem stond te beven op haar
sieagetó. - - - -•
„Weew nu flink!" herhaa-lde mevrouw Glans
oog de woorden van den dokter. ..Het is zóó
voorbij
,.Ik zal flauw vallen dat. weot ik zekor."
„Nu, goed, zooveel te beter zelfs, dan voel
je niets," ging de dokter opgewekt voort, „één
twee, drio zoo!" En do Sleutelbloem voelde
plotseling een prik midden in haar "hart.
Onmiddellijk daarna voelde zij zich al wal
verlicht.
„Je zult nu wel gauw beter zijn," z&i dokter
Spreouw. „Ik hob bet akelige, kleine insect, dal
'jo langzaam vermoordde, weggenomen."
„Waar is bot?" riep de Sleutelbloem opge
wonden uit.
„Jou zal het niet meer hinderen: ik heb bot
ingeslikt!" luidde bet antwoord.
„O dokter, wat bent u goed De Sleutel
bloem sehreido bijna van dankbaarheid „"WeT-
keliik. ik kan u niet genoeg bedanken''.
„Probeer bet dan maar niet Tk kom mor
genochtend wel een» kijken En bij deze
laatste woorden huppelde dokter Soreeuw
weg.
En bij hield woord, want den volgenden
morgen bracht hij de Sleutelbloem opnieuw
een bez<vk en trof haar in zeer goeden toe
stand aan. de glimlach was 2-elf-s niet van
haar gelaat
„Wel, boe gaat. het vroeg de geneesheer
„0, uitstekendantwoordde die Sleutel
bloem opgewekt. „Ik voel mij veel beter".
„Dat kan men je wel aanzien, wat zie je er
frisch cn gezond uit. Vindt u ook niet., me
vrouw Glans-oog
De vriendeliike buurdame knikte en.zei:
„Ja dokter, dat doet ze ook. En als we ooit
één van allen brommig en uit on$ humeur
zijn, zullen wij er datfeliik aan denken, dat'
dit uit ons hart voortkomt".
„Ja'', zei dokter Spreeuw. „Doe dat en ver
geet dan niet. dst je er boel gemakkelijk af
kunt komen. Als we op die maoïer gekweld
worden, is meestal een tikje zelfzucht er
schuld aan en i.s het. heel moeilijk dat kwijt
te raken, Tk weet het, want ik hen een vogel
van ondervinding. En nu, lieve dames", ein
digde hij. „moet ik afscheid van u nemen,
want ik heb neg meer patiënten te bezoeken.
Goeien morgen".
Hier ei.niditgde het verhaal en een uitbundig
handgeklap toonde aan. dat het bij bet pu
bliek in don smaak viel. Maar noch de toe
juichingen noeh de gelukwenschen der aan
wezigen konden Margot ook maar het minste
genoegen verschaffen. Zij verstond geen woord
van het derde bekroonde verbaal en glim
lachte zelfs niet, toen de grappige gedichten
van Pim, Elsje en Florrie voorgelezen werden
Als in een droom en te laf om voor haar
slechte daad uit »te komen, trad Margot naar
voren om haar prijs in ontvangst te nemen.
Kort daarna wendde zij hoofdpijn voor en
ging de kamer uit om in tranen uit te bar
sten. Margot. leerde bii ondervinding, dat een
3lechtc daad geen geluk kan aanbrengen.
Van de twee meisjes was zij bet, die zich
bet meest ongelukkig voelde, want te midden
der aligemeene vroolijkheid. welke op de prijs-
uitdeeling volgde, vergat Elsje voor een
oogenhlik haar verdriet. Maar toen do avond
voorbij was en allen afscheid hadden geno-
men, kwam haar teleurstelling weer in alle
hevigheid boven, hoewel zij tetren niemand
iet? zei en Margot dus niet verried.
Toen. zü op hun gemeenschappelijke ai aap-