VOOR MIJ ALLEEN
18948.
ïcjzr blaffende en jankende honden.
~~DË KOLENDISfleyÏÏ"
TWEEDE KAMER.
-era
GEMEENTEZAKEN.
LEliDSCiH DAGBLAD, Bosiderdag 8 DedemRSf,
fweeele ®!ad, Ifcrcaio
Benoemingen en onislag.
Tor voorziening in tie vacaluro in bet Cul-
vftji Regenton van liet Heilige Géést of
'Arme Woes- en Kinderhuis, ontstaan door het
overlijden van den hoer W J. Suringar, wordt
door het College van Regenten dc volgende
voordracht aajigebotlon. de li eer en: W. J. P-
Suringar on ds J. A Prins
Door R. en .W. ivorcll voorgesteld om aan
mej. H. H. de Wolff wegens haar benoeming
(0i -djtinct-dircctrice aan den Keuringsdienst
vr.n Waren to Goes, mei ingang van 19 Ja
nuari 1922 eervol ontslag te verteenen uit baar
betrekking als gemeente-apothekeres.
Gvernerning van grond.
Voor een ricTitigo uitvoering van do werken
verbetering van don Lagc-Rijndijk, waartoe
word besloten in de vergadering van 31 October
j.l bleek het gewensoht, dat de gemeente, be
halve over den door dpmping van de ter plaatse
.amvortigo sloot vrij komen den grond ook dc be
schikking heeft over ccn tweetal terroins-trook-
je?. Blijkens de overgelegde verklaringen zijn
de eigenaren dier strookjes bereid hun eigen
dom om niet aan do gemeente over tc dragen,
mits daaruit voor hen geoncrlei kosten voort
vloeien en de gomoento zorg draagt voor bel
maken van een behoorlijke terreinafsobeiding.
Aangezien, dezo voorwaarden alleszins aan
nemelijk zijn, geven 13 en W, overeenkomstig
hot gevoelen van de Commissie van Fabricage,
den llaad in overwoging tc besluiten tot kcMc-
loozc overneming in eigendom en onderhoud
bij de gemeente van dezo percoelsgedeelten
Gebruik van de Gehoorzaal.
Ook weder dit jaar verzoekt de Leidschc
Pluimveevereeniging het gebruik van de
Stads-Goh&orzaal, zij kosteloos, 'd z".j tegen
verminderd tarief voor het houden van haar
löe Nationale Iluimveetentoonsteliing.
Evenals vorige jaren meemen B. en W. dat
ook thans alle aanleiding bestaat om het
verminderd tarief toe te pa:sen, en zij geven
den Raad dan ook in overweging hun College
te machtigen aan genoemde vereeniging voor
't bovengenoemd doel ia de maand Februari
'de verschillende ïocaliteiten der StadszaaJ,
gedurende een zevental dagen af te etaan,
tegen betaling van een som van f 12-5.
Tc:.!_g op pensioenen van rjemcents-ambtenaren
cn hun woduwen en kinderen.
Onder verwijzing oaar hun vcorsie.len d.d.
27 Juli 1920 en 21 Februari 1921, geven
l. en \V. den Kaad in overweging te beslui
ten om ook voor liet jaar 1922 weder een
lijslag op do in dio voorstellen bedeelde
pensioenen te verleonen overeenkomstig de
thans geldende bepalingen.
Naar aanleiding .n een bij B. en W. in
gekomen klacht betreffende den overlast,
dien de omwonenden kunnen ondervinden
dcor hot aanhoudend blaffen van honden,
zoowel des nachts ais overdag, heeft het Col
lege de CommDri? voor de Strafverordenin
gen verzocht te willen onderzoeken of er re
denen bestaan om ter voorkoming van d't
euvel een s tr af ver o r d'èn ing in hst leven te
roepen cn zoo ja, dan daartoe een voorstel
bij den Kaad aanhangig to maken.
Het is niet de eerste maal, dat dit onder
werp in dez© Commissie ter sprake komt.
Reeds in 1912 toch, bij de voorbereiding van
do tegenwoordige, verordening op de straat-
pclitie, word de wênsch te kennen gegeven,
om „een bepaling op te nemen, waardoor jiet
vaak hinderlijk blaffen van honden vooraf des
n?clits, werd tegengegaan", doch de toen
malige Commissie voor d3 Stroafverordenin-
gen, en ook de Kaad, heeft destijds gemeend
niet aan dien wensch t-o moetan voldoen. Nu
dezo zaak wederom aan da orde 13 gesteld,
leeft de Commissie daarom tevens nagegaan,
of zij. in verband met haar eigen opvatting,
de bezwaren, in 1912 dezerzijds tegen een
Strafbepaling op hondengeblaf aangevoerd,
van dien aard achtten, dat hat tot stand
brengen daarvan ook thans weder zou moe
ten worden ontraden.
Zy stellen hierbij voorop di: hafc naar in
het algemeen belang wenschelijk voorkomt,
niaalregelen te treffen, waardoor hinderlijk
hondengeblaf en -g jank kan worden togen-
gegaan.
De meerderheid der Commissie is nu
van oordeel, dat een bepaling tegen het
hinderlijk blaffen van honden alleszins op
haar plaats is.»
De minderheid, erkennende, dat het al
gemeen belang een voorschrift tegen het
dos nachts blaffen of janlcen voldoende
rechtvaardigt, vindt, dat er voor een be
paling, die ook overdag tegen honden-
blaffen ingaat, geen reden is
Door de Commissie wordt echter voor
gesteld do strafbepaling zoowel voor clen
dag als ftmi nacht te doen gelden, al wil
de Commissie tentoonstellingen van hon
den van de bepaling uitsluiten.
Voorgesteld wordt in dc" verordening
op de Straatpolitie daarom een dergelijke
bepaling op te nemen cn de overtrofing
met een geldboete tot ccn maximum van
f 25 strafbaar te stellen.
Vöorslei inzake het sluiten van
kasgeliliesningen.
In verband met de" provinciale voor
schriften stellen B. on W. voor hun Col
lego te machtigen, om, zqo noodig, gedu
rende het lstc kwartaal 9122, tot het
sluiten van kasgrldleeningen over te gaan.
Hoewel toch op het oogenblik geen pro
messen van deze gemeente in omloop zijn,
is het met het oog op de over het 2de half
jaar 1921 te betalen renten van gemeen-
teleeningen, nismede met het oog op even
tueels andere grooto uitgaven, gewensoht,
dat hun College gemachtigd wordt, om
naar gelang van de behoeften, geerarende
het lstc kwartaal 1922, tob het duiten
van IcasgoldlcGïïingcn over te gaan. Even
als over het 4de kwartaal 192 i kan ooi:
thans het maximaal te leeneri bedrag op
f 1,000,000 worden vastgesteld.
Verlaging van den gasprijs.
Bij de voorstellen tot verlaging van dei
ga oprijs, welke Uw College in den loop
van dit jaar konden doen aldus Com
missarissen dor Liohtfabricken aan B. en
W„ hadden wij reeds de gelegenheid op
to merken, dat als ccvc-lg van het in wer
king treden dor nieuwe stokerij eia dc daar
mede gepaard gaande besparing van ar
beidskrachten en oeconomischer productie
methode de gasprija met ongeveer 2 cent
per M3. verminderd zo-u kunnen worekn.
Destijds nu meondcüi Com mkeav\s;-cndat
dc nieuwe stokerij met 1 November j.l. in
gebruik genomen zou kunnen worden, doch
dcor verschillende omstanclighcctea is do
bouw der stokerij eenigszins vertraagd,
zoodot dc iubedrijfstol'lèng vermoedelijk
eerst in hot voorjaar van 1952 zal kunnen
plaats hebben.
Zij hebben naar aanleiding- hiervan over
wogen, of met de in uitzicht, gestelde prijs
verlaging moet worden gewacht totdat d
nieuwe productiewijze metterdaad zou zijn
ingevoerd, dan wel daarop vooruit mag
worden gcloopen em do voorgenomen gas-
prijs vermindering das al eerder tol stand
zou kunnen komen
Op grond van d-e voorlcopigc uitkom
steal van bet gasbedrijf over het jaar 1021
cn in de verwachting, dat de vcorc-helen
der goedkoop ere exploitatie ten gevolge
van dc nieuwe stokerij' zich in elk geval be
trekkelijk spoedig zullen doen gelden,
meent de Directeur der Stedelijke Fabrie-
Icen, dat de gasprijs zonder bezwaar reecis
in ój maamd Januari a.s. met 2 cent per
M3. kan worden verminderd. Or.dor deze
omstandigheden vinden ook Co mm is-ïari ri
sen vrijheid B en W. in overweging te ge
ven, den Raad voor te stellen te besluiten,
dat met ingang van do rri©teropneming
in het begin van de maand Januari 1922 de
prijs van het gas voor de gewone verbrui
kers te Lolden 13 cent per M3. en voor de
muntmeter-verbruikers te Leaden 14 cent
per M3. zal bedragen.
B. en W geven -aan dezo uitnoodiging
gevolg en stollen den Raad voor in dezen
geest to besluiten.
Ingediend is ccn wetsontwerp tot aan
vulling cn verhoogiüg van Hoofdstuk X
der Staatsbegrooting voor het dienstjaar
1922. (Dekking van het verlies op de Ko'cn-
vooiziening).
In de Toelichting herinnert de Minister
van Landbouw ei aan dat hij destijds in de
Memorie van Antwoord betreffende het
wetsontwerp, lot dekking nadeeligo saldi
Crisis instellingen als zijn voornemen te
kennen gaf, bij afzonderlijk wetsontwerp
de noodige gelden aan te vragen voor do
bestrijding van het verlies op de steen ko
Jenyoorziening. Het thans aangeboden wets
ontwerp strekt om aan dat voornemen uit
voering te geven.
De Minister geeft een uiteenzetting van
de maatregelen, ten behoeve van de kolen
voorziening getroffen, sinds de oprichting
van de Itijkskolendistributie in 1916 en her
inhert er aan, dat- liet weer normaal wor
den dor toestanden in 1919 tot verliezen ge
leid heeft. 15 Januari 1921 is als de datum
te beschouwen, waarop de R K. D. haar
distributietaak heeft voleindigd De N.V.
Centraal Verrekenkantobr voor Brandstof-
fen heeft op dien dag eveneens haar func
tie gestaakt.
De onverkochte voorraad was inmiddels
opgeloopcn tot 363.000 ten. Het spreekt
wel van zelf, dat het verlies hierop zeer ge
voelig moest zijn bij de zich steeds voort
zettende daling op do kolenmarkt; een da
ling dié zoo scherp was, dat tegen Fe
bruari do prijs, waarvoor Amcrikaanschc
kolen tc Rotterdam werden aangeboden,
nog slechts ééu vierde was van dien welke
zes maanden eer had gegolden.
Dc Regeering heeft gemeend dc verliezen
die uit. dc op zichzelf vopr ons land zoo
heugelijke daling van do ledenprijzen
voortvloeiden, niet te mogen beperken
door belemmering van den invoer of an
dere maatregelen die er toe konden strek
ken dc prijzen kunstmatig hoog tc hou
den, daar zij dit uit hoofde van de scha
de, welke hierdoor aan .het bedrijfsleven
zou worden toegebracht, een absoluut ver
werpèüjken maatregel achtte. Het voor
deel, dat de gezamenlijke verbruikers ver
geleken bij de tweede helft van 1920 uit
hoofde van de gedaalde kolenprijzen ge
nieten, is zeker wel op 18 millioen gulden
per maand tc stellen. Dit voordeel vindt
voor de natie in dezelfde oorzaak zijn oor
sprong, als de v erliezen, toedekking waar
van thans de gelden worden aangevraagd.
De Minister geeft vervolgens een overzicht
van die verliezen, onder opmerking, dat
de afwikkeling van die verschillende trans
acties nog niet is beëindigd, zoodat. de
door hem genoemde bedragen ten dee'e
ccn vcorloopig karakter dragen.
Het totaal verlies wordt geschat op
f 36.880.993.62. In mindering hiervan kan
worden gebracht het koersverschil (6%)
op dc Duitsche Schatzscheine ad fl.7-16.000
cn dc z.g. ..risicopremie" betaald door
dc midden-industrie ad f 1,825.351.75, te
zamen f 3,371,351.75, blijft f 33.503.6H.87.
Intiisschcn komt den Staat uit het z. g.
„restitutiefends" een belangrijk bedrag
ten goede. Rechtstreeks heeft de Staat
als grootverbruiker voor de levering van
huisbrand cn voor eigen gebruik aan
spraak op rond f 10,960.000.
Voorts dient- in aanmerking genomen,
hetgeen do Spoorwegmaatschappijen fuif.
dit fonds ontvangen. Dit bedrag moet aan
den Staat worden uitgekeerd, waar deze
in verband met dc vordering der spoor
wegen do tekorten van het Spoorwegbe
drijf over 1917 en 1918 heeft betaald. Dit
bedrag beloopt rond f 4,830.000. De Staat
ontvangt dus uit het restitutiefonds" vol
gens het door de Regeering ten opzichte
van dat fonds ingenomen standpunt onge
veer f 15,790.000, zocdat per saldo het
verlies kan gesteld worden op
f 17.719.611 87.
Wenscht men het totaal offer to kennen
dat dc overheidsbemoeiing met de brand-
stoffenvoorziejiing van 's Rijks schatkist j
heeft gevorderd, dan moet dit bedrag wor- j
den vermeerderd met de som, welke ver- j
effend is ten laste van artikel 173 d van
't Xe hoofdst. voor 1918 ad f22,530,57749%
Men vindt dan 'n totaal vr.n f 10.250.219.361^
Hoe belangrijk deze som ook is, in ver
gelijking met hetgeen de Staat tijdens dc
oorlogsjaren aan dc voorziening van de
bevolking met andere eerste levensbehoef
ten heeft ten koste gelegd kun zij niet als
bovenmatig worden aangemerkt.
Vervolgens zet dc Minister nog voer zoo
ver noodig de verhouding tusschen den
Staat cn het C. V. B. nader uiteen, waar
bij hij dank cn hulde brengt aan hen, die
zonder eenige bclooning of vergoeding de
organisatie der vennootschap hebben opge
bouwd en haar zeer omvangrijke werk
zaamheden hebben geleid, in het bijzonder
aan den voorzitter van den Raad van be
heer dr. F. G. Waller, die zijn werkkracht
cn organisatievermogen ten volle in dienst
van dc vennootschap en daarmede van het
algemeen belang heeft gesteld.
Kort samengevat, was de verhouding tus
schen het Rijk en het C V. B. deze, dat de
vennootschap geheel ten bate en dus voor
rekening en risico van het Rijlc werkzaam
was. Hieromtrent kan geen twijfel bestaan.
Wel is aanvankelijk de vraag gerezen in
hoeverre er termen zouden bestaan en het
uit een juridisch oogpunt mogelijk zou zijn
de grootverbruikers die hadden bijgedra
gen tot de vorming van het z,g. „restitutie-
fonds" te betrekken in de verliezen welke
dc brandstoffen voorziening ten slotte voor
den Staat heeft medegebracht.
Gezien de geschiedenis van het C. V. B.
cn dc in overeenstemming daarmede door
de Regeering indertijd aan deze.naamlopze
vennootschap gedane toezeggingen, ver
meent de Regcering dat aan de grootver- j
bruikers behoort ten goede te komen het-
geen is verkregen wegens rente en aflos
sing der schatzscheine weke gekocht zijn
voor het bedrag dat door hen is gestort tot
betaling van het Duitsche Krediet na aftrek i
van de koerswinst op die schatzscheine ad
f 1,746,000, welk voordeel de vennootschap
zich bij den aankoop den schatzscheine
wist te bedingen. In dien gedachtengang
zullen dus aan de grootverbruikers mede j
niet worden uitgekeerd de door de midden- j
industrie onder den naam risico-premie" j
ad f 3,75 per ton bijeengebrachte bedragen J
groot f 1,625,351,75.
Dit standpunt, der Regeering stemt over- j
eeu met dat van den landsadvocaat wiens
advies ter zake is ingewonnen. Het vindt
evenwel bestrijding van de zijde der groot-
verbruikers die aanspraak doen gelden op
de volledige uitbetaling aan hen van het
saldo van het z.g. restitutiefonds" ad
f 21,451,193,05.
Het geschil op dit punt is van zulk een i
belang, dat het volkomen gerechtvaardigd
schijnt dit door de rechterlijke macht te j
doen beslisseD. Mocht de rechter van oor- j
deel blijken, dat de grootverbruikers ook 1
aanspraak hebben op de bedoelde koers-
winst en op de rente en aflossing voortko- j
mende plan de Schatzscheine vertegenwoor- j
digendc de bedragen door de midden-in
dustrie gestort, dan zal de Regeering t. z. t
alsnog een suppletoire credietnanvraag in
dienen.
Zitting van gistere n).
Grondwetsherziening.
Art. 144. Dc heer K. TER LAAN (S.-D.)
betoogt, dat er aan Burgemeester en Wet
houders niet to veel maoht moet werden
overgelaten, dio niet onder controle staat
van den Raad. Daartoe, zou te veel van de
maoht van d&u Raad worden ontnomen en
"zijn botsingen niet te vermijden.
Dc heer VAN RA VESTE YN (C. F.)
steunt den heer Tea* Laan; de schrapping
van „het bestuur" van de huishouding uit
dc maoht van den Raad aoltfc hij reaction- j
naii*.
De heer SCHOUTEN (A. R.) meent, 1
dab deze sprekers to veel waarde hechten
aan deze wijziging. Alle groote Gemeente-
raden zijn overladen mc-t work. Er moet
verandering in komen cn spr. acht het
voorgestelde juist, omdat dit mogelijk
maakt, dat bij de gemeentewet verande
ringen worden -aangebracht.
De MINISTER VAN BINNENLAND-
SCHE ZAKEN dc heer R.UYS DE BEE-
RENBROUCK verdedigt het voorstel, dat
z. i. een aanzienlijke verbetering, mogelijk
I maakt De Gemeenteraad verliest niets
van zijn macht; integendeel zaJ hij nog wel
meer gelegenheid krijgen om den arbeid
van B. en W. tc troleoren Van reactie
is geen sprake.
De heer MARCH ANT (V. D.) acht hpt
moeilijk uit te maken wat het. verschil ja,,
dc practijk zal beteekenen. Er dient ver
schil gemaakt te worden tusschen groote
I cn kleine gemeenten. Voor de laatste is
delegatie» niet gewensc-ht. In do grooto
dient men editor ook voorzichtig te zijn.
Spr wil duidelijk doen uitkomen dat hot
j toezicht bij den Raad blijft,
j Do heer NOLENS (R.-K.) merkt op, dat
j schrapping van liet woord bestuur" nogal
j vérstrekkend lijkt, omdat het lijkt, dat de
I bestuurstaak aan de>n Gemeenteraad wordt
ontnomen. Spr. vraagt dat artikel aan to
houden
I De heer TROELSTRA (S D.) meent
ook. dat di: punt nog wel even bezien mag
worden, opdat de redactie duidelijker zij-
Het artikel wordt aangehouden tot Dins
dag a s.
Art. 153 (Onteigening). Dc heer
SANNES (S D.) kan mot de Regeerings-
wijziizing meegaan. Spr. verdedigt een
amendement om do bepaling „schadeloos
stelling" te vervangen door billijke schade
vergoeding. Ook acht hij het minder ge
wensoht „vooraf genoten" scha de loosstel
ling toe te staan Spr. wil in bel algemeen
benalen, dat schadevergoeding zal worden
gegeven bij onteigening, maar hij wil do
verdere regeling aan den wetgever over
laten
De heer DE MONTé VERLOREN
(A.-Ii.) aohtr het amendement niet juist,
omdat het de bedoeling heeft het eigen
domsrecht aan te tasten. Heeft het eenige
bedoeling dan is het orn dé schadevergo-e-
diug te verminderen.
De heer VISSER VAN IJZEN DO ORN
(V. B.) is ook tegen het amendement, om
dat dit tien onteégende wil boaadeeüori.
De heer VAN DE LAAR (Ohr. Soc.>
ziet in, dat dit amendement nauw verband
houdt met de socialisatie. Hij acht het een
verkeerd systeem, dat men wil verkrij
gen zonder volledige schadeloosstelling.
De MINISTER- heeft ook overwegende
bezwaren Scha del oosstellilng cn schadever
goeding zijn niet hetzelfde, maar noch het
eon noch het ander geeft precies aan hoe
vbr de vergoeding van geleden schade
gaan zal
Het amendement-Sannos wordt verwor
pen met 53 togen 18~ stammen.
•Art. 153. - De heer BEUMER (A.-R.)
verdedigt een amendement, dat de strek
king heeft dc Kamer df© afzonderlijke ge
legenheid tc geven om zien uit te spreken
over do deelneming van leeken aan cle
strafrechtspraak. Spr. heeft tegen do gan-
sdbe 1 e ckc ui eohtsp rank bezwaar, maar
vooral togen de deelneming van leeker
aan de strafrechtspraak.
Du heer VAN RAPPARD (V. B.) be
strijdt het llegee-ringsartikel en haalt daar
bij vele eitatoa van bestrijders van leeken-,
rechtspraak aan.
Dc hee* VAN BASSE VAN YSSELT
(R.-K.) heeft ook dit amendement onder
teekend cn bestrijdt de leeken rechtspraak.
D'e heer SANNES (S. D.) heeft geen be
zwaar tegen het openen van de gelegen
heid om in bepaalde gevallen leeken-
reoh tap raak mogelijk te maken
De heer VAN SOHAIK (R.-K.) ver
klaart zich voor de ïeekenreöhtspraak. In
aanmerking zullen natuurlijk niet komen
d'c eersten de besten, maar mannen met
veel ervaring Spr. wijst in dit verband op
het sociaal karakter van de strafrecht
spraak.
De heer VAN DE LAAR (Ohr. Soc.) her
innert ei den heer Beniner aan, dat dr.
Ivuyper voorstander was van de jury
rechtspraak.
Do lieer BEUMER (A.-R.) treedt in een
nadere bestrijding van do leekenrecht-
spraak.
Dc vergadering wordt verdaagd tot Dcn-
derdag 1 uur.
FR8LLET8*
Door AND Ré CORTHJS.
Geautoriseerde vertaling van \V. E. P.
(Nadruk verboden).
88)
Ecu enkele maal ging hij liever niet
uit en bleef hij werkeloos in zijn stoel zit-
hni kijken, boe ik ons dienstmeisje hielp
go beide kamers in orde brengen. Zijn
°ogen waren niet van mij af en oens
mankte hij de k irking:
>iJ© vermoeit jo te veel."
Een andoren dag kwam hij bijna- opge
wekt thuis on liet mij twee dikke boek an
zion, vuil van sterf en met verschoten
blauwo banden.
-.Zie je." zei hij, „ik heb je raad ge-
Jdgd, ik heb zo gevonden bij RcmmaniLle.
Eep. beetje smoezelig, maar voor den l.al-
vcn prijs. Zo zijn over, de oudheden uit do
fehreek, on verbeeld je, voornamelijk over
medailles en aardewerk."
En hot trof mij, clat hij neg eens zei de
..Ik heb jo raad gevolgd."
Dion raad, die een van de eerste dogen
m slechte aarde gevallen was, had ik hem
t,°n voragen dag nog eens herinnerd, en
•iabien had zonder driftig to worden toc-
^h'isterd. Voortaan las hij eiken dag een
of twee. Hij walde or belangstelling in
_®boen, maak ie zelfs enkele aanteekenin-
on koketsen voor dat fameuze artikel,
r*. Evivas gedrukt zou worden. Wel
c - r le het nog dikwijls, dat hij het boek
zsnuvVft-ohtiig mei zijn pen op.»
P/pter zat to krassen en met zijn elle
bogen op taf-el geleund zat zonder iets
meer to willen uit voor en. Maar deze po
ging, dib begin van ccun zichzelf dwingen,
gaf mij eoiizolfd?. gevoel van vreugde, dat
ik ondervonden had -op don dag, dat hij
teruggegaan was om den gewenden land
loop or to verzorgen. En mijn vreugde was
zóó groot, dat mijn. b&f.t er vol van was.
Ik vccudc tegenover Fahi-on niet meer
die gedwongenheid, waardoor ik niet wist,
mat ik tegen hem zeggen móest. Dc woor
den kwamen u vanself; cn hij antwoordde
mij nu ootk niet inee-r op dien korc-eoi, on-
wiiligcii toon, die altijd cverder gesprek
aLn eed. Ik ep rak hem nooit over Lager de,
over ons vroeger leven, nocdi over hemzelf.
Ik wist, dat hij dat nog niet gedrild zou
hebben. Ik probeerde, ondanks mijn onwe-
tondliei-d buiten onszelf, boven onszelf ge
dachten te vinden, cn hij vond het dc
moeite waard er naar te luisteren en zo
nu cn dan zelfs te beschouwen cn tc bepra
ten. Niets deed hem gcecl dan alleen mijn
tegenwoordigheid. En niets deed mij meer
goed <lan het gevoel, dat hij nrij zoo noodig
had. En alléén met onze groote smart tc
midden van dat roezilge, roolijke Avig
non, dat sedert zoovele eeuwen in zijn
klokkcn-oarillo:i zijn vreugde uitzingt over
heel Provence, kwamen wij van dag tot dag
onbewust dichter cn dichter bij el-kaar.
Toch had ik intusschcn hot hui: van dc
Fabréjola niet vergeten en al had ik den
avond van mijn terugkomst wroeging ge
voeld, ik keerde er in gedachten dikwijls
terug. Dan scheen mijn levenstaal: mij
plotseling nutteloos en te moeilijk. Mijn
schouders bogen onder den te zwaren last-,
mijn handen lieten lós. Ik liet mij neer-
glijden in het. zachte gras van een dal,
v;.aar de lenterozen haar heerlijken geur
verspreidden, cn lang lag ik mot gesloten
oegen cn öuoht- aan don b'ldik van tv.ee
blauwe oe-gen, die zich in do mijne had
gehoord.
Deo oog en waren bij mij en ik rook dio
rozen, toen ik op zekeren cD.g alleen thuis
was in de Ruc des Trois Faucons en ik op
de oude deur den hamer met do ineenge
strengelde slangen hoorde weerklinken.
Zoo klopte Eabir&n niet en evenmin
O hay ere. Die hadden elk een sleutel en ik
dacht geen seconde, dat of do eon of de
ander dien kon nebben vergeten. Ik stond
op. Ik vloog naar den spiegel, aarzelde on
wist. niet, wat ik eïoen zou. Toen ging ik
langzaam de l-rap af; ik behoefde de deur
niet open te doen om te weten, wie
het was.
„Dag, mevrouw," zed Philippe met zijn
klankvolle - hartelijke stem.
„Dag, mijnheer Fabréjol."
11: vroeg hem niet cbtde-lijk binnen te
komen Ik wist wel, dat hij liet was.
Ik was cr zeker Aan geweest. Maar nu
eerst voelde ik mijn plotselinge verras
sing. Ik mompelde:
„Is u toch gekomen?
„Ja," antwoordde hij, „zóoals ik u al
gezegd had, om afscheid van u tc nemen."
Hij keek naar mijn kapsel, dat wat los
gegaan was, naar mijn korte mouwen, mijn
grijsgeruit schortje; maar zijn blik was
zóó, dat ik cr niet verlegen onder werd,
dat li ij mij zoo weinig netjes gekleed zag.
.Gaat u al vertrekken?
„Misschien. Ik zal het u vertollen."
l'.n te gelijk vroeg hij
,.ïs uw man thuis?"
„Neen."
„Dat dacht, ik we!/*
„Wie kon u <3vb doan veronderstel
len
„Mijn gelukkig gesternte, dat al twee
maal in mijn leven voorzei gen heeft geno
men, opdat ik rustig met u zo-u kunnen
praten."
Zonder mijn uitnoodigóng af te wachten,
kwam hij binnen. Er stonden in de vesti
bule dïiio 1 vlokken, twee groote gebeeld
houwde kisten op elkaar cn vier geraam
ten van stoelen zonder bdeeding of zit-
bing.
„Hoe grappig is het hier zei Philippe
F a'oréjol.
„Wij wonen boven
Maar bescheiden hij begreep wel hoe
zoo'n tijdelijk verblijf er zou uitzien zoi
hij dadelijk
„Neen, u ontvangt mij hier, in con van
uw salons. Do meubelen ontbreken ten
mms to niet P
Dc ramen waren 's morgens door Cha-
vèro opengezet. Een vaal zonlioht, dat,
om dezen ruimten te bereiken, eerst door
dc donkere klimop en de sombere laurier-
boomen van den tuin moest heendringen,
viel in lange strepen in do kamers, waar
uit alLc deuren weggenomen waren, om cle
grootste meubelen zonder moeite naar bin
nen te kunnen krijgen. Ondanks de zon,
rook het toch naar do vochtige loeren en
naar was, zo-als in een kerk. Philippe
Fabréjol volgde mij in wat vroeger de eet
kamer moest geweest zijn. In hut midden
stond een groot© tafel, waarvan het ver
guld vaal geworden wasoude spiegels
1 ïingen aan alle muren, smalle, hooge en
kleine, met donkere houten lijsten, ge
vlekt on verweerd, en tot in het oneindige
werd het beeld van Philippo en mij te
midden van dien eigen aar dig on chaos
weerkaatst. Wij vonden een zitplaats op
ccu> paar groote fauteuils, die misschien
wel ©en driehonderd jaar geleden uit
Italië waren gekomen en waarvan het ge
scheurde leer nog hier en daar met groote
platte geroeste spijkers werd bijeenge
houden. Mijn gast amuseerde zroh' eerst
met allies om zich heen te bekijken en ver
klaarde, dat ex enkele vrij waia-rdevollo
stukken bij waren en cSa-t hij dion Ohayère
eens in zijn winkel zou gaan opzoeken. Hij
vroeg mij heb adres. Ik gaf het hem. En
een tijdlang bleven wij over" die meube
len cn dien man praten Eindelijk
wist Philippe niet meer, wat hij er over
zeggen zou Ilc zweeg ook. Maar dade
lijk daarop vroeg ik:
„U gaat dkis ver.br©leken V'
„Misschien herhaalde hij.
En met dien ernstigen blik. waarmee hi^
mij toen in het Paviljoen had aangezien,
zoi hij
„Het is nog niet heel acker. Ik geloof,
dat ik dat voorwendsel genomen heb oni
mijn bezoek aan u niet langer uit to stel
len. Ik was bang, dat u naar La garde zoudt
tcrugkeeren, en dat ik u niet zou weer
zien. U moet het mij vergeven."
„Ik vergeef u."
En ik begon te lachen, omdat ik hem be
wijzen wilde, dat ik daar maar weinig
waarde aan hechtte. Maar mijn lack was
zoo helder, dat ik ex zelf verwonderd over
was. Hel was niet een gewoon ooaversatie-
lachje, maar een werkelijke lach, een lach
van geluk En ik geloof, dat die lach niet
werd opgewekt dcor de woorden„U.
moet het mij vergeven," maar door dat
andere gezegde met betrekking tot het op
handen zijnde vertrek: „Het is nog niet
heel zoker (Wordt vervolgd)