VOOR MIJ ALLEEN 18948. ïcjzr blaffende en jankende honden. ~~DË KOLENDISfleyÏÏ" TWEEDE KAMER. -era GEMEENTEZAKEN. LEliDSCiH DAGBLAD, Bosiderdag 8 DedemRSf, fweeele ®!ad, Ifcrcaio Benoemingen en onislag. Tor voorziening in tie vacaluro in bet Cul- vftji Regenton van liet Heilige Géést of 'Arme Woes- en Kinderhuis, ontstaan door het overlijden van den hoer W J. Suringar, wordt door het College van Regenten dc volgende voordracht aajigebotlon. de li eer en: W. J. P- Suringar on ds J. A Prins Door R. en .W. ivorcll voorgesteld om aan mej. H. H. de Wolff wegens haar benoeming (0i -djtinct-dircctrice aan den Keuringsdienst vr.n Waren to Goes, mei ingang van 19 Ja nuari 1922 eervol ontslag te verteenen uit baar betrekking als gemeente-apothekeres. Gvernerning van grond. Voor een ricTitigo uitvoering van do werken verbetering van don Lagc-Rijndijk, waartoe word besloten in de vergadering van 31 October j.l bleek het gewensoht, dat de gemeente, be halve over den door dpmping van de ter plaatse .amvortigo sloot vrij komen den grond ook dc be schikking heeft over ccn tweetal terroins-trook- je?. Blijkens de overgelegde verklaringen zijn de eigenaren dier strookjes bereid hun eigen dom om niet aan do gemeente over tc dragen, mits daaruit voor hen geoncrlei kosten voort vloeien en de gomoento zorg draagt voor bel maken van een behoorlijke terreinafsobeiding. Aangezien, dezo voorwaarden alleszins aan nemelijk zijn, geven 13 en W, overeenkomstig hot gevoelen van de Commissie van Fabricage, den llaad in overwoging tc besluiten tot kcMc- loozc overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van dezo percoelsgedeelten Gebruik van de Gehoorzaal. Ook weder dit jaar verzoekt de Leidschc Pluimveevereeniging het gebruik van de Stads-Goh&orzaal, zij kosteloos, 'd z".j tegen verminderd tarief voor het houden van haar löe Nationale Iluimveetentoonsteliing. Evenals vorige jaren meemen B. en W. dat ook thans alle aanleiding bestaat om het verminderd tarief toe te pa:sen, en zij geven den Raad dan ook in overweging hun College te machtigen aan genoemde vereeniging voor 't bovengenoemd doel ia de maand Februari 'de verschillende ïocaliteiten der StadszaaJ, gedurende een zevental dagen af te etaan, tegen betaling van een som van f 12-5. Tc:.!_g op pensioenen van rjemcents-ambtenaren cn hun woduwen en kinderen. Onder verwijzing oaar hun vcorsie.len d.d. 27 Juli 1920 en 21 Februari 1921, geven l. en \V. den Kaad in overweging te beslui ten om ook voor liet jaar 1922 weder een lijslag op do in dio voorstellen bedeelde pensioenen te verleonen overeenkomstig de thans geldende bepalingen. Naar aanleiding .n een bij B. en W. in gekomen klacht betreffende den overlast, dien de omwonenden kunnen ondervinden dcor hot aanhoudend blaffen van honden, zoowel des nachts ais overdag, heeft het Col lege de CommDri? voor de Strafverordenin gen verzocht te willen onderzoeken of er re denen bestaan om ter voorkoming van d't euvel een s tr af ver o r d'èn ing in hst leven te roepen cn zoo ja, dan daartoe een voorstel bij den Kaad aanhangig to maken. Het is niet de eerste maal, dat dit onder werp in dez© Commissie ter sprake komt. Reeds in 1912 toch, bij de voorbereiding van do tegenwoordige, verordening op de straat- pclitie, word de wênsch te kennen gegeven, om „een bepaling op te nemen, waardoor jiet vaak hinderlijk blaffen van honden vooraf des n?clits, werd tegengegaan", doch de toen malige Commissie voor d3 Stroafverordenin- gen, en ook de Kaad, heeft destijds gemeend niet aan dien wensch t-o moetan voldoen. Nu dezo zaak wederom aan da orde 13 gesteld, leeft de Commissie daarom tevens nagegaan, of zij. in verband met haar eigen opvatting, de bezwaren, in 1912 dezerzijds tegen een Strafbepaling op hondengeblaf aangevoerd, van dien aard achtten, dat hat tot stand brengen daarvan ook thans weder zou moe ten worden ontraden. Zy stellen hierbij voorop di: hafc naar in het algemeen belang wenschelijk voorkomt, niaalregelen te treffen, waardoor hinderlijk hondengeblaf en -g jank kan worden togen- gegaan. De meerderheid der Commissie is nu van oordeel, dat een bepaling tegen het hinderlijk blaffen van honden alleszins op haar plaats is.» De minderheid, erkennende, dat het al gemeen belang een voorschrift tegen het dos nachts blaffen of janlcen voldoende rechtvaardigt, vindt, dat er voor een be paling, die ook overdag tegen honden- blaffen ingaat, geen reden is Door de Commissie wordt echter voor gesteld do strafbepaling zoowel voor clen dag als ftmi nacht te doen gelden, al wil de Commissie tentoonstellingen van hon den van de bepaling uitsluiten. Voorgesteld wordt in dc" verordening op de Straatpolitie daarom een dergelijke bepaling op te nemen cn de overtrofing met een geldboete tot ccn maximum van f 25 strafbaar te stellen. Vöorslei inzake het sluiten van kasgeliliesningen. In verband met de" provinciale voor schriften stellen B. on W. voor hun Col lego te machtigen, om, zqo noodig, gedu rende het lstc kwartaal 9122, tot het sluiten van kasgrldleeningen over te gaan. Hoewel toch op het oogenblik geen pro messen van deze gemeente in omloop zijn, is het met het oog op de over het 2de half jaar 1921 te betalen renten van gemeen- teleeningen, nismede met het oog op even tueels andere grooto uitgaven, gewensoht, dat hun College gemachtigd wordt, om naar gelang van de behoeften, geerarende het lstc kwartaal 1922, tob het duiten van IcasgoldlcGïïingcn over te gaan. Even als over het 4de kwartaal 192 i kan ooi: thans het maximaal te leeneri bedrag op f 1,000,000 worden vastgesteld. Verlaging van den gasprijs. Bij de voorstellen tot verlaging van dei ga oprijs, welke Uw College in den loop van dit jaar konden doen aldus Com missarissen dor Liohtfabricken aan B. en W„ hadden wij reeds de gelegenheid op to merken, dat als ccvc-lg van het in wer king treden dor nieuwe stokerij eia dc daar mede gepaard gaande besparing van ar beidskrachten en oeconomischer productie methode de gasprija met ongeveer 2 cent per M3. verminderd zo-u kunnen worekn. Destijds nu meondcüi Com mkeav\s;-cndat dc nieuwe stokerij met 1 November j.l. in gebruik genomen zou kunnen worden, doch dcor verschillende omstanclighcctea is do bouw der stokerij eenigszins vertraagd, zoodot dc iubedrijfstol'lèng vermoedelijk eerst in hot voorjaar van 1952 zal kunnen plaats hebben. Zij hebben naar aanleiding- hiervan over wogen, of met de in uitzicht, gestelde prijs verlaging moet worden gewacht totdat d nieuwe productiewijze metterdaad zou zijn ingevoerd, dan wel daarop vooruit mag worden gcloopen em do voorgenomen gas- prijs vermindering das al eerder tol stand zou kunnen komen Op grond van d-e voorlcopigc uitkom steal van bet gasbedrijf over het jaar 1021 cn in de verwachting, dat de vcorc-helen der goedkoop ere exploitatie ten gevolge van dc nieuwe stokerij' zich in elk geval be trekkelijk spoedig zullen doen gelden, meent de Directeur der Stedelijke Fabrie- Icen, dat de gasprijs zonder bezwaar reecis in ój maamd Januari a.s. met 2 cent per M3. kan worden verminderd. Or.dor deze omstandigheden vinden ook Co mm is-ïari ri sen vrijheid B en W. in overweging te ge ven, den Raad voor te stellen te besluiten, dat met ingang van do rri©teropneming in het begin van de maand Januari 1922 de prijs van het gas voor de gewone verbrui kers te Lolden 13 cent per M3. en voor de muntmeter-verbruikers te Leaden 14 cent per M3. zal bedragen. B. en W geven -aan dezo uitnoodiging gevolg en stollen den Raad voor in dezen geest to besluiten. Ingediend is ccn wetsontwerp tot aan vulling cn verhoogiüg van Hoofdstuk X der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1922. (Dekking van het verlies op de Ko'cn- vooiziening). In de Toelichting herinnert de Minister van Landbouw ei aan dat hij destijds in de Memorie van Antwoord betreffende het wetsontwerp, lot dekking nadeeligo saldi Crisis instellingen als zijn voornemen te kennen gaf, bij afzonderlijk wetsontwerp de noodige gelden aan te vragen voor do bestrijding van het verlies op de steen ko Jenyoorziening. Het thans aangeboden wets ontwerp strekt om aan dat voornemen uit voering te geven. De Minister geeft een uiteenzetting van de maatregelen, ten behoeve van de kolen voorziening getroffen, sinds de oprichting van de Itijkskolendistributie in 1916 en her inhert er aan, dat- liet weer normaal wor den dor toestanden in 1919 tot verliezen ge leid heeft. 15 Januari 1921 is als de datum te beschouwen, waarop de R K. D. haar distributietaak heeft voleindigd De N.V. Centraal Verrekenkantobr voor Brandstof- fen heeft op dien dag eveneens haar func tie gestaakt. De onverkochte voorraad was inmiddels opgeloopcn tot 363.000 ten. Het spreekt wel van zelf, dat het verlies hierop zeer ge voelig moest zijn bij de zich steeds voort zettende daling op do kolenmarkt; een da ling dié zoo scherp was, dat tegen Fe bruari do prijs, waarvoor Amcrikaanschc kolen tc Rotterdam werden aangeboden, nog slechts ééu vierde was van dien welke zes maanden eer had gegolden. Dc Regeering heeft gemeend dc verliezen die uit. dc op zichzelf vopr ons land zoo heugelijke daling van do ledenprijzen voortvloeiden, niet te mogen beperken door belemmering van den invoer of an dere maatregelen die er toe konden strek ken dc prijzen kunstmatig hoog tc hou den, daar zij dit uit hoofde van de scha de, welke hierdoor aan .het bedrijfsleven zou worden toegebracht, een absoluut ver werpèüjken maatregel achtte. Het voor deel, dat de gezamenlijke verbruikers ver geleken bij de tweede helft van 1920 uit hoofde van de gedaalde kolenprijzen ge nieten, is zeker wel op 18 millioen gulden per maand tc stellen. Dit voordeel vindt voor de natie in dezelfde oorzaak zijn oor sprong, als de v erliezen, toedekking waar van thans de gelden worden aangevraagd. De Minister geeft vervolgens een overzicht van die verliezen, onder opmerking, dat de afwikkeling van die verschillende trans acties nog niet is beëindigd, zoodat. de door hem genoemde bedragen ten dee'e ccn vcorloopig karakter dragen. Het totaal verlies wordt geschat op f 36.880.993.62. In mindering hiervan kan worden gebracht het koersverschil (6%) op dc Duitsche Schatzscheine ad fl.7-16.000 cn dc z.g. ..risicopremie" betaald door dc midden-industrie ad f 1,825.351.75, te zamen f 3,371,351.75, blijft f 33.503.6H.87. Intiisschcn komt den Staat uit het z. g. „restitutiefends" een belangrijk bedrag ten goede. Rechtstreeks heeft de Staat als grootverbruiker voor de levering van huisbrand cn voor eigen gebruik aan spraak op rond f 10,960.000. Voorts dient- in aanmerking genomen, hetgeen do Spoorwegmaatschappijen fuif. dit fonds ontvangen. Dit bedrag moet aan den Staat worden uitgekeerd, waar deze in verband met dc vordering der spoor wegen do tekorten van het Spoorwegbe drijf over 1917 en 1918 heeft betaald. Dit bedrag beloopt rond f 4,830.000. De Staat ontvangt dus uit het restitutiefonds" vol gens het door de Regeering ten opzichte van dat fonds ingenomen standpunt onge veer f 15,790.000, zocdat per saldo het verlies kan gesteld worden op f 17.719.611 87. Wenscht men het totaal offer to kennen dat dc overheidsbemoeiing met de brand- stoffenvoorziejiing van 's Rijks schatkist j heeft gevorderd, dan moet dit bedrag wor- j den vermeerderd met de som, welke ver- j effend is ten laste van artikel 173 d van 't Xe hoofdst. voor 1918 ad f22,530,57749% Men vindt dan 'n totaal vr.n f 10.250.219.361^ Hoe belangrijk deze som ook is, in ver gelijking met hetgeen de Staat tijdens dc oorlogsjaren aan dc voorziening van de bevolking met andere eerste levensbehoef ten heeft ten koste gelegd kun zij niet als bovenmatig worden aangemerkt. Vervolgens zet dc Minister nog voer zoo ver noodig de verhouding tusschen den Staat cn het C. V. B. nader uiteen, waar bij hij dank cn hulde brengt aan hen, die zonder eenige bclooning of vergoeding de organisatie der vennootschap hebben opge bouwd en haar zeer omvangrijke werk zaamheden hebben geleid, in het bijzonder aan den voorzitter van den Raad van be heer dr. F. G. Waller, die zijn werkkracht cn organisatievermogen ten volle in dienst van dc vennootschap en daarmede van het algemeen belang heeft gesteld. Kort samengevat, was de verhouding tus schen het Rijk en het C V. B. deze, dat de vennootschap geheel ten bate en dus voor rekening en risico van het Rijlc werkzaam was. Hieromtrent kan geen twijfel bestaan. Wel is aanvankelijk de vraag gerezen in hoeverre er termen zouden bestaan en het uit een juridisch oogpunt mogelijk zou zijn de grootverbruikers die hadden bijgedra gen tot de vorming van het z,g. „restitutie- fonds" te betrekken in de verliezen welke dc brandstoffen voorziening ten slotte voor den Staat heeft medegebracht. Gezien de geschiedenis van het C. V. B. cn dc in overeenstemming daarmede door de Regeering indertijd aan deze.naamlopze vennootschap gedane toezeggingen, ver meent de Regcering dat aan de grootver- j bruikers behoort ten goede te komen het- geen is verkregen wegens rente en aflos sing der schatzscheine weke gekocht zijn voor het bedrag dat door hen is gestort tot betaling van het Duitsche Krediet na aftrek i van de koerswinst op die schatzscheine ad f 1,746,000, welk voordeel de vennootschap zich bij den aankoop den schatzscheine wist te bedingen. In dien gedachtengang zullen dus aan de grootverbruikers mede j niet worden uitgekeerd de door de midden- j industrie onder den naam risico-premie" j ad f 3,75 per ton bijeengebrachte bedragen J groot f 1,625,351,75. Dit standpunt, der Regeering stemt over- j eeu met dat van den landsadvocaat wiens advies ter zake is ingewonnen. Het vindt evenwel bestrijding van de zijde der groot- verbruikers die aanspraak doen gelden op de volledige uitbetaling aan hen van het saldo van het z.g. restitutiefonds" ad f 21,451,193,05. Het geschil op dit punt is van zulk een i belang, dat het volkomen gerechtvaardigd schijnt dit door de rechterlijke macht te j doen beslisseD. Mocht de rechter van oor- j deel blijken, dat de grootverbruikers ook 1 aanspraak hebben op de bedoelde koers- winst en op de rente en aflossing voortko- j mende plan de Schatzscheine vertegenwoor- j digendc de bedragen door de midden-in dustrie gestort, dan zal de Regeering t. z. t alsnog een suppletoire credietnanvraag in dienen. Zitting van gistere n). Grondwetsherziening. Art. 144. Dc heer K. TER LAAN (S.-D.) betoogt, dat er aan Burgemeester en Wet houders niet to veel maoht moet werden overgelaten, dio niet onder controle staat van den Raad. Daartoe, zou te veel van de maoht van d&u Raad worden ontnomen en "zijn botsingen niet te vermijden. Dc heer VAN RA VESTE YN (C. F.) steunt den heer Tea* Laan; de schrapping van „het bestuur" van de huishouding uit dc maoht van den Raad aoltfc hij reaction- j naii*. De heer SCHOUTEN (A. R.) meent, 1 dab deze sprekers to veel waarde hechten aan deze wijziging. Alle groote Gemeente- raden zijn overladen mc-t work. Er moet verandering in komen cn spr. acht het voorgestelde juist, omdat dit mogelijk maakt, dat bij de gemeentewet verande ringen worden -aangebracht. De MINISTER VAN BINNENLAND- SCHE ZAKEN dc heer R.UYS DE BEE- RENBROUCK verdedigt het voorstel, dat z. i. een aanzienlijke verbetering, mogelijk I maakt De Gemeenteraad verliest niets van zijn macht; integendeel zaJ hij nog wel meer gelegenheid krijgen om den arbeid van B. en W. tc troleoren Van reactie is geen sprake. De heer MARCH ANT (V. D.) acht hpt moeilijk uit te maken wat het. verschil ja,, dc practijk zal beteekenen. Er dient ver schil gemaakt te worden tusschen groote I cn kleine gemeenten. Voor de laatste is delegatie» niet gewensc-ht. In do grooto dient men editor ook voorzichtig te zijn. Spr wil duidelijk doen uitkomen dat hot j toezicht bij den Raad blijft, j Do heer NOLENS (R.-K.) merkt op, dat j schrapping van liet woord bestuur" nogal j vérstrekkend lijkt, omdat het lijkt, dat de I bestuurstaak aan de>n Gemeenteraad wordt ontnomen. Spr. vraagt dat artikel aan to houden I De heer TROELSTRA (S D.) meent ook. dat di: punt nog wel even bezien mag worden, opdat de redactie duidelijker zij- Het artikel wordt aangehouden tot Dins dag a s. Art. 153 (Onteigening). Dc heer SANNES (S D.) kan mot de Regeerings- wijziizing meegaan. Spr. verdedigt een amendement om do bepaling „schadeloos stelling" te vervangen door billijke schade vergoeding. Ook acht hij het minder ge wensoht „vooraf genoten" scha de loosstel ling toe te staan Spr. wil in bel algemeen benalen, dat schadevergoeding zal worden gegeven bij onteigening, maar hij wil do verdere regeling aan den wetgever over laten De heer DE MONTé VERLOREN (A.-Ii.) aohtr het amendement niet juist, omdat het de bedoeling heeft het eigen domsrecht aan te tasten. Heeft het eenige bedoeling dan is het orn dé schadevergo-e- diug te verminderen. De heer VISSER VAN IJZEN DO ORN (V. B.) is ook tegen het amendement, om dat dit tien onteégende wil boaadeeüori. De heer VAN DE LAAR (Ohr. Soc.> ziet in, dat dit amendement nauw verband houdt met de socialisatie. Hij acht het een verkeerd systeem, dat men wil verkrij gen zonder volledige schadeloosstelling. De MINISTER- heeft ook overwegende bezwaren Scha del oosstellilng cn schadever goeding zijn niet hetzelfde, maar noch het eon noch het ander geeft precies aan hoe vbr de vergoeding van geleden schade gaan zal Het amendement-Sannos wordt verwor pen met 53 togen 18~ stammen. •Art. 153. - De heer BEUMER (A.-R.) verdedigt een amendement, dat de strek king heeft dc Kamer df© afzonderlijke ge legenheid tc geven om zien uit te spreken over do deelneming van leeken aan cle strafrechtspraak. Spr. heeft tegen do gan- sdbe 1 e ckc ui eohtsp rank bezwaar, maar vooral togen de deelneming van leeker aan de strafrechtspraak. Du heer VAN RAPPARD (V. B.) be strijdt het llegee-ringsartikel en haalt daar bij vele eitatoa van bestrijders van leeken-, rechtspraak aan. Dc hee* VAN BASSE VAN YSSELT (R.-K.) heeft ook dit amendement onder teekend cn bestrijdt de leeken rechtspraak. D'e heer SANNES (S. D.) heeft geen be zwaar tegen het openen van de gelegen heid om in bepaalde gevallen leeken- reoh tap raak mogelijk te maken De heer VAN SOHAIK (R.-K.) ver klaart zich voor de ïeekenreöhtspraak. In aanmerking zullen natuurlijk niet komen d'c eersten de besten, maar mannen met veel ervaring Spr. wijst in dit verband op het sociaal karakter van de strafrecht spraak. De heer VAN DE LAAR (Ohr. Soc.) her innert ei den heer Beniner aan, dat dr. Ivuyper voorstander was van de jury rechtspraak. Do lieer BEUMER (A.-R.) treedt in een nadere bestrijding van do leekenrecht- spraak. Dc vergadering wordt verdaagd tot Dcn- derdag 1 uur. FR8LLET8* Door AND Ré CORTHJS. Geautoriseerde vertaling van \V. E. P. (Nadruk verboden). 88) Ecu enkele maal ging hij liever niet uit en bleef hij werkeloos in zijn stoel zit- hni kijken, boe ik ons dienstmeisje hielp go beide kamers in orde brengen. Zijn °ogen waren niet van mij af en oens mankte hij de k irking: >iJ© vermoeit jo te veel." Een andoren dag kwam hij bijna- opge wekt thuis on liet mij twee dikke boek an zion, vuil van sterf en met verschoten blauwo banden. -.Zie je." zei hij, „ik heb je raad ge- Jdgd, ik heb zo gevonden bij RcmmaniLle. Eep. beetje smoezelig, maar voor den l.al- vcn prijs. Zo zijn over, de oudheden uit do fehreek, on verbeeld je, voornamelijk over medailles en aardewerk." En hot trof mij, clat hij neg eens zei de ..Ik heb jo raad gevolgd." Dion raad, die een van de eerste dogen m slechte aarde gevallen was, had ik hem t,°n voragen dag nog eens herinnerd, en •iabien had zonder driftig to worden toc- ^h'isterd. Voortaan las hij eiken dag een of twee. Hij walde or belangstelling in _®boen, maak ie zelfs enkele aanteekenin- on koketsen voor dat fameuze artikel, r*. Evivas gedrukt zou worden. Wel c - r le het nog dikwijls, dat hij het boek zsnuvVft-ohtiig mei zijn pen op.» P/pter zat to krassen en met zijn elle bogen op taf-el geleund zat zonder iets meer to willen uit voor en. Maar deze po ging, dib begin van ccun zichzelf dwingen, gaf mij eoiizolfd?. gevoel van vreugde, dat ik ondervonden had -op don dag, dat hij teruggegaan was om den gewenden land loop or to verzorgen. En mijn vreugde was zóó groot, dat mijn. b&f.t er vol van was. Ik vccudc tegenover Fahi-on niet meer die gedwongenheid, waardoor ik niet wist, mat ik tegen hem zeggen móest. Dc woor den kwamen u vanself; cn hij antwoordde mij nu ootk niet inee-r op dien korc-eoi, on- wiiligcii toon, die altijd cverder gesprek aLn eed. Ik ep rak hem nooit over Lager de, over ons vroeger leven, nocdi over hemzelf. Ik wist, dat hij dat nog niet gedrild zou hebben. Ik probeerde, ondanks mijn onwe- tondliei-d buiten onszelf, boven onszelf ge dachten te vinden, cn hij vond het dc moeite waard er naar te luisteren en zo nu cn dan zelfs te beschouwen cn tc bepra ten. Niets deed hem gcecl dan alleen mijn tegenwoordigheid. En niets deed mij meer goed <lan het gevoel, dat hij nrij zoo noodig had. En alléén met onze groote smart tc midden van dat roezilge, roolijke Avig non, dat sedert zoovele eeuwen in zijn klokkcn-oarillo:i zijn vreugde uitzingt over heel Provence, kwamen wij van dag tot dag onbewust dichter cn dichter bij el-kaar. Toch had ik intusschcn hot hui: van dc Fabréjola niet vergeten en al had ik den avond van mijn terugkomst wroeging ge voeld, ik keerde er in gedachten dikwijls terug. Dan scheen mijn levenstaal: mij plotseling nutteloos en te moeilijk. Mijn schouders bogen onder den te zwaren last-, mijn handen lieten lós. Ik liet mij neer- glijden in het. zachte gras van een dal, v;.aar de lenterozen haar heerlijken geur verspreidden, cn lang lag ik mot gesloten oegen cn öuoht- aan don b'ldik van tv.ee blauwe oe-gen, die zich in do mijne had gehoord. Deo oog en waren bij mij en ik rook dio rozen, toen ik op zekeren cD.g alleen thuis was in de Ruc des Trois Faucons en ik op de oude deur den hamer met do ineenge strengelde slangen hoorde weerklinken. Zoo klopte Eabir&n niet en evenmin O hay ere. Die hadden elk een sleutel en ik dacht geen seconde, dat of do eon of de ander dien kon nebben vergeten. Ik stond op. Ik vloog naar den spiegel, aarzelde on wist. niet, wat ik eïoen zou. Toen ging ik langzaam de l-rap af; ik behoefde de deur niet open te doen om te weten, wie het was. „Dag, mevrouw," zed Philippe met zijn klankvolle - hartelijke stem. „Dag, mijnheer Fabréjol." 11: vroeg hem niet cbtde-lijk binnen te komen Ik wist wel, dat hij liet was. Ik was cr zeker Aan geweest. Maar nu eerst voelde ik mijn plotselinge verras sing. Ik mompelde: „Is u toch gekomen? „Ja," antwoordde hij, „zóoals ik u al gezegd had, om afscheid van u tc nemen." Hij keek naar mijn kapsel, dat wat los gegaan was, naar mijn korte mouwen, mijn grijsgeruit schortje; maar zijn blik was zóó, dat ik cr niet verlegen onder werd, dat li ij mij zoo weinig netjes gekleed zag. .Gaat u al vertrekken? „Misschien. Ik zal het u vertollen." l'.n te gelijk vroeg hij ,.ïs uw man thuis?" „Neen." „Dat dacht, ik we!/* „Wie kon u <3vb doan veronderstel len „Mijn gelukkig gesternte, dat al twee maal in mijn leven voorzei gen heeft geno men, opdat ik rustig met u zo-u kunnen praten." Zonder mijn uitnoodigóng af te wachten, kwam hij binnen. Er stonden in de vesti bule dïiio 1 vlokken, twee groote gebeeld houwde kisten op elkaar cn vier geraam ten van stoelen zonder bdeeding of zit- bing. „Hoe grappig is het hier zei Philippe F a'oréjol. „Wij wonen boven Maar bescheiden hij begreep wel hoe zoo'n tijdelijk verblijf er zou uitzien zoi hij dadelijk „Neen, u ontvangt mij hier, in con van uw salons. Do meubelen ontbreken ten mms to niet P Dc ramen waren 's morgens door Cha- vèro opengezet. Een vaal zonlioht, dat, om dezen ruimten te bereiken, eerst door dc donkere klimop en de sombere laurier- boomen van den tuin moest heendringen, viel in lange strepen in do kamers, waar uit alLc deuren weggenomen waren, om cle grootste meubelen zonder moeite naar bin nen te kunnen krijgen. Ondanks de zon, rook het toch naar do vochtige loeren en naar was, zo-als in een kerk. Philippe Fabréjol volgde mij in wat vroeger de eet kamer moest geweest zijn. In hut midden stond een groot© tafel, waarvan het ver guld vaal geworden wasoude spiegels 1 ïingen aan alle muren, smalle, hooge en kleine, met donkere houten lijsten, ge vlekt on verweerd, en tot in het oneindige werd het beeld van Philippo en mij te midden van dien eigen aar dig on chaos weerkaatst. Wij vonden een zitplaats op ccu> paar groote fauteuils, die misschien wel ©en driehonderd jaar geleden uit Italië waren gekomen en waarvan het ge scheurde leer nog hier en daar met groote platte geroeste spijkers werd bijeenge houden. Mijn gast amuseerde zroh' eerst met allies om zich heen te bekijken en ver klaarde, dat ex enkele vrij waia-rdevollo stukken bij waren en cSa-t hij dion Ohayère eens in zijn winkel zou gaan opzoeken. Hij vroeg mij heb adres. Ik gaf het hem. En een tijdlang bleven wij over" die meube len cn dien man praten Eindelijk wist Philippe niet meer, wat hij er over zeggen zou Ilc zweeg ook. Maar dade lijk daarop vroeg ik: „U gaat dkis ver.br©leken V' „Misschien herhaalde hij. En met dien ernstigen blik. waarmee hi^ mij toen in het Paviljoen had aangezien, zoi hij „Het is nog niet heel acker. Ik geloof, dat ik dat voorwendsel genomen heb oni mijn bezoek aan u niet langer uit to stel len. Ik was bang, dat u naar La garde zoudt tcrugkeeren, en dat ik u niet zou weer zien. U moet het mij vergeven." „Ik vergeef u." En ik begon te lachen, omdat ik hem be wijzen wilde, dat ik daar maar weinig waarde aan hechtte. Maar mijn lack was zoo helder, dat ik ex zelf verwonderd over was. Hel was niet een gewoon ooaversatie- lachje, maar een werkelijke lach, een lach van geluk En ik geloof, dat die lach niet werd opgewekt dcor de woorden„U. moet het mij vergeven," maar door dat andere gezegde met betrekking tot het op handen zijnde vertrek: „Het is nog niet heel zoker (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5