TWEEDE KAMER. VRASBffiUBRËK. schoulgold roiguns do hoogste klasse» m»oet "WoriLr beftaald d het schoolgeld voor greWoon lager en oibg^breso lager onderwijs wcsrdfc afzon derlijk gurogted 0 voor iod/wre school djoraolfcto soort is in elk© klas-e van heftkig het verscbul- diqdi- heK'L'ag gelijk f voor gewoon lager onderwijs bedraagt het solioolgead volgens do laagste klassx» van heffing ten minsie 5 cents pea- week, de vac-an-tnes inbegrepen g bot schoolgeld voor uötgobretd la-gieir onderwijs is hooger dan dat voor gewoon lager onderwijs naar dezelfde verhouding als do korten van hot u 1 o. booger zijn dan die var» het gewoon lager onderwijs h. bet schoolgeld word: vooo* den twee don leerling uat hetaolfde gezin met 20 pet., voor den derden mKSfc 40 pet., voor den vierder m-et GO pet., voor den vijfden ui>e«t 80 pet vormiTi-derd. terwijl voor volgende kinderen geen schoolgeld vexsahuJdigtl is 1 voor kUr.-ckvnon ait een andere gicimeen- te mag niet meer worden gelieven dan voor de kandoren uit die eigen gemeente, tenzij bij e-en «oveo-oenikomst; o-mders wordt bepaaild Behoudens een afwijking, wat betreft de Invordering, zijn de bovemgenoomdo arti kelen betreffenuie bet schoolgeld mede van toepassing op dc bijzoncSere schalen. Ook voor het openbaar buntongswoon on derwijs g-eldon vrij wed dlxsedfdie regelen. Ihe belangrijkste afwijking is wel deze, dat ©en verhoudang ale tusschen bet scihoo-l- gcik) voor het a. 1 o. en het gewoon lager onderwin moet worden in acht gonomem, nèisr is vp-argeschr even ten aanzien van db Sahoolgoldnreg ed ing voor het openbaar foititiengewoon lager onderwijs. Het schoolgeld mag slechts zijn een tege moetkoming in de kosten, welke voor reke ning vaD dc gemeente blijven, terwijl het maximum, dat voor een leerling mag worden geheven, het gemiddelde der totale kosten van Rijk en gemeente niet mag overtreffen. Eet is dus duidelijk, dat het schoolgeld voor ecD bepaald kind hoogor mag zyn dan de kosten, welke gemiddeld per kind voor reke ning van de gemeente blijven, mits slechts >de totale ontvangst aan schoolgeld blijft be neden het bedrag der in totaal, werkelijk voor Tekening ran de gemeente blijvende kosten. Naar de meening van den Minister hebben de uitdrukking „de kosten, welke voor rekening der gemeente blijven'', in art. 62. on de uitdrukking „alle scholen van dezelfde eoort in de gemeente" in art. 65, uitsluitend betrekking op het openbaar en dus niet ook op het bijzonder onderwijs, hoewel overigens ide artt. 6267 eveneens gelden voor het hij- ton der onderwijs. Gelijk gezegd, wordt hot schoolgeld gere geld naar evenredigheid van het inkomen. .WaaT in de wet uitsluitend wordt gesproken yan het „inkomen", meenen B. en W., dat het aanbeveling verdient bij de heffing niet uit te gaan van het belastbaar, maar van het werkelijk inkomen, en dat to meer. omdat ook ïn de nieuwe eohoolgeldregeling Voor Gymnasium en Hoogero Burgerscholen het zuiver inkomen voor-den aanslag in het eoboolaeld dienst doet Ook de Minister is van gevoelen, dat de sehooLgeldregelin-g naar hot. w e r k e 1 ij k inkomen het meest aan de etnekking der wettelijke bepalingen beant woordt en dat het gezinsinkomen buiten be- Bebouwing moet blijven. De wet laat aan ce gemeente over te be palen, beneden welk inkomen geen schoolgeld verschuldigd is, en eveneens boven welk in komen schoolgeld, volgens de hoogste klasse van heffing verschuldigd is. Wettelijk is dus Bleohts vastgesteld, dat het onderwijs beneden cod door de gemeente te bepalen inkomcD kosteloos moet zijn en dat de progressie niet ongelimiteerd mag worden doorgevoerd. Met betrekking tot de reeds genoemde wet telijke reductie cm het schoolgeld merken B en W. op, dat deze reductie slechts geldt bij gelijktijdig bezoek van eeD school van de- Eelf de soort, zoodat dus geen vermindering wordt toegepast, indien uit hetzelfde geziD eèn kind een school voor gewoon en ceD ander kind een school voor uitgebreid lager onder wijs bezoekt. Hoewel niet uitdrukkelijk be paald, schijnt het hun niet twijfelachtig, dat wel reductie wordt verleend als kinderen uit hetzelfde gezin verschillende scholen vaD dezelfde soort bezoeken. Volgen3 uitgevoerde berekeningen kun nen. de kosten, we'.ke voor rekening van «le gemeente blijven, voor het gewoon lager onderwijs gesteld worden op pl.m. f 105 per kind en per jaar. terwijl de werkelijke kosten voor Rijk en gemeente samen on geveer f 160 bedragen. Bot schijnt hun daanom alleszins billijk ten geoorloofd in maximum een bedrag {van i 1C0 per j aar te beffen. Aangezien «Jp kosten voor het gowooD lager en het uitgebreid lager onderwijs zich ongeveer verhouden als 1: 1-1 zal dus het maximum bedrog van het schoolgeld voor laatstge noemd onderwijs ongeveer f 150 moeten "bedragen Voor de openbare buitengewone school ((zwakvinirigcnschool) kan h. L hetzelfde «ehojgeld worden geheven als voor de gewone lagere scholen, wel is het gemid deld bedrag der werkelijke kosten voor het buitengewoon lager onderwijs hoocer, dan dat voor hrt gewoon lager onderwijs; maar daartegenover staat, dat door de ruimere subsidie het voor rekening van <3? gemeente blijvende gedeelte der kosten gom Md e ld vrijwel gelijk 1b aan dat der gewone lagere schalen Maar ook afge scheiden hiervan, schijnt het hun gewenseai voor d*7,0 school geen honger schoolt-ld te vorderen, don voor de gewone latrare scholen verschuldigd zal zijn. Het tvrlrag van het schoolgeld toch mag voor plaat- sint op de buitengewone school geen be letsel zijn. Als bedrag van het Inkomen, beneden hetwrlk trem schoolgeld is verschuldigd, is aangenomen f 1200. terwijl bij een Inkomen tVnn f12 600 maximum schoolgeld is ver schuldigd Het verdient h. i. aanbeveling de Invor dering der schoolgelden voor aÜe gemeen telijke scholen en desverkiezende ook voor de bijzondere scholen, te doeo geschieoen door den Gem een te-ontvanger. In dit verband merken zij nog op, dat volgens de wet. de uing van het school geld voor de bijzondere scholen, indien het schoolbestuur dat wensclit, door het Ge meentebestuur geschiet. Het schoolbe stuur blijft echter, volgens artikel 89. lld'e lid der wet, aansprakelijk voor de beta ling van het verschuldigde schoolgeld., dat langs den weg, aangegeven in nrt. 101, ton hate van de gemeentp komt De Plaatselijke Schoolcommissie acht het principieel onjuist, dat de school- geldregeling aan de formeele reor ganisatie van bet L* 0. voorafgaat, omdat a!» gevolg daarvan de regeling moest worden gebaseerd op de tegenwoordige dure cp een vervallen wetgeving opgebouwde, organisa tie. Het zij ons vergund, zeggea B. en W. hiertegenover er op te wyzea, dat volgens de nieuwe wet de schoolgeldregeling mot ingang van 1 Januari 1922 in werking moet treden en dat de reorganisatie eerst op 1 JaDoari 1926 behoeft in te gaan. Nu wil len B. en "W. hiermede geenszins zeggen, .dat het in hun bedoeling ligt de reorganisatie tot dat tijdstip te verschuiven; int g-.ndeel, z\j stellen zich voor, hun voorstellen zoo spoedig mogelijk ter tafel te brengen. Ver schillende omstandigheden hebben eenigever traging in de uitvoering der plannen" ge bracht, maar zelfs al had de Raad zich reeds cmti-ent-de reorganisatie uitgesproken, dan* nog zoude het h.i. zeer de vraag zijn, of thans reeds zuiver kon worden aangegeven, hoeveel het L. 0. in het vervolg zaj korten. Blijkt echter later, dat bij de reorganisatie aanzienlijke besparing wordt verkregen en dat de ontworpen schodgeldrege.iag als dan te hoog zo u zijn, dan zuil on zjj cp die regeling terugkomen Uok kunnen B. en W. aan de commissie niet toegeven, dat bij den opeet der schocl- geldregeiing rekening had moeten worden gehoudea met do kostprijzen by het b.jzon- der onderwijs. Dat toch zou in strijd zijn met de bovenaangehaalde iaterpretarie der wettelijke bepaiingen- Eveoinin is er naar hun meaning aanlei ding om in elk geval bij het verlaten der schooi ambtshalve on.heffing te verleen en van do betaling van schoolgeld voor de maand(en) volgende op die, waarop de school niet werd bezocht. Uok enkele andere opmerkingen van de Schoolcommissie worden nist door B. en W. aanvaard. Van andere hebben zij voor hot ontwerpen der verordening, alsmede van de heiiingsverordening, dankbaar gebruik gemaakt* (Vergadering van gistermiddag.) Regeling van werkzaamheden. Do VOORZITTER doelt' mede, dat de Mi nister van Binnen landschc Zaken niet gereed is gekomen met de voorbereiding van zijn antwoord op de interpellatie-Van don Tem pel in zake ce werkloosheid. Spr. zal Donder dag voorstellen deze interpellatie te houden Woensdag 30 November, mits die behande ling op 6én dag, to beginnen om elf uren afloopt. Grondw etshcmeniiig. Voortgegaan wordt met do behandeling dor voorstellen tot wijziging der Grondwet. Dc heer OUD (V. D.) geeft een kort over zicht ovor de geschiedenis der Eerste Kamer ter inleiding van de verdediging van het amendement-Marchant, dat de strekking heeft om de Eerste Kamer af te schaffen. Het voorstel van de Regeering. maakt than3 van de Eerste Kamer hoe langer hoe meer een doublure van de Tweede, in de wijze, waarop zij wordt samengesteld. Spr. herin nert er aan, dat de Eerste Kamer had te waken togen overijling, tegen den waan van den dag. Naar aanleiding daarvan herinnert spr. aan hetgeen gebeurd is met do Hooger- Onderwjjs-wet, die door do Tweede Kamer was aangenomen, door do Eerste verworpen, maar daarna ten slotte is aangenomen, nadat de Eerste Kamer was ontbonden. Vervolgens verdedigt spr. do instelling van een volksstemming. Ter toelichting van dit voorstel wijst spr. er op, dat het de mogelijkheid om een refe rendum aan te vragen afhankelijk maakt van een verzoek van een aantal leden der Sta ten-Generaal aan den Koning, om de goedkeuring van het voorstel uit te stellcn. Neemt men een dergelijke bepaling niet op, dan is het noodzakelijk, dat geen enkel voor stel van wet door den Koning wordt goed gekeurd, voordat twee maanden na dc aan neming door de Staten-Generaal verloopen zijn. Een dergelijken eisch te stellen zelfs ten aanzien van do eenvoudigsto wetsvoorstellen zou niet practisch zijn- Het tweede lid schrijft voor, dat, indien eenmaal het uitstel verzocht is, een aantal kiezers ocd referendum kunnen vragen. Waar de Grondwet uitgaat vaD het beginsel, dat een voorstel nooit kracht van wet ver krijgt, indien de Koning daaraan zijn goed keuring onthoudt, is het echter overbodig een volksstemming te houden, indieD de Koning reeds vóór deze stemming besloten beeft bet voorstel niet goed te keuren. Daarom is op genomen, dat"de volksstemming in dat geval niet plaats heeft. Het voorgestelde artikel luidt aldus „De Koning houdt de goedkeuring van een voorstel van wet, door de Staten-Gene- roal aangenomen, in beraad, indieD ten minste dertig ledcD van de StateD-Generaal Hem het verlangen hebben te kennen gege ven, dat het voorstel aan een volksstemming worde onderworpen. AaD dit verlangen wordt gevolg gegeven, indieD binnen twee maanden na de aan ne ming ten minste 20 duizend der in artikel 80 bedoelde kiezers daartoe aan den Koning het verzoek doen, ten ware de Koning mocht be sluiten aan het voorstel Zijne goedkeuring te onthouden. Wanneer meer dan de helft van het aantal der in artikel 80 bedoelde kieasrs zich tegen het voorstel heeft verklaard, vorliest de aan neming door de Staten-Generaal haar kracht. De wet regelt de wijze, waarop een volks stemming gehouden en het verzoek daartoe gedaan wordt". De heer TROELSTRA (S. D.) licht toe vier sub -amendementen op het amende ment-Ma rchant. nl. 1. In den tweeden regel van hot eerste lid t-isschen ,.Sfa ten-Gen praal" en „aange nomen" te voegen de woonden: .,rnet min der dan twee derdon der uitgebrachte stemmen". 2. In den tweeden regel van het eerste lid voor ,,in beraad" in te voegen de woorden„pd door dezen niet- van drin- genrb- aard verklaard". 3. Tn den tweeden regel van 't tweede lid in plants van ..twintig duizend" te lezen „een dertigste deel". 4. In den tweeden regel van het derde lid tusschen de woorden „kiezers" en ..zich" te voegen de woorden: „aan de stemming deelneemt en meer dan do helft van het aantaJ der geldige stemmen" Vervolgens herinnert hij aan de discus sies in November 1918 over de Eerste Kamer. Toen was cr bijna n algemeen verlangen om dit col lego of ie schaffen. Spr. herinnert aan een artikel in ,,Hot Vnderlnnd" van 26 November 1918, waarin ook liet voordeel van het behoud kleiner werd geacht dan het nadeel, dat de Eerste Kamer had. Reeds uit. een oogpunt van bezuiniging acht spr. de afschaffing al de overweging waard. Ook spr. ïiaakt dt? ges. Jedenis (der Eerste Kamer op om aan te tooncn, dat daarin geen argumenten liggen voor hnar behoud. Het greote nut er van berustte hierop, dat. deze Kamer de zaken in het groot zou zien. Vandaar, dat haar niet het recht van amendement is toegekend. Maar langs een omweg heeft zij herhaaldelijk getracht dit recht zich aan te matigen. Als het voorstel van do Regeering is aangenomen, don is er een overtollig lichaam in ons reeecrrtelsel en overtollig- hci i is zeker nodeelig. Spr. breekt zijn rede af. Pensioenen toor ambtenaren. Aan de orde is thans de voortzetting van «do Pensioenwet voor ambtenaren. Aan de orde is do stemming over "het amendement-Van Sta pole op artikel 18 (verplichtende kouze der Regcering uit de voordrachten door Je ambten a reo voor commissarissen van het Fonds ingediend). Dit amendement wordt verworpen rrtet 51 tegen 35 stemmen Vervolgens is aan de orde art. 137 met het amendement Gerhard ter handhaving van de pensioenrechten voor hen. die eenigen tijd Diet in overheidsdienst zijn geweest. De beer GERHARD (S. D.) licht dit nog even nader toe. v De heer REYMER (R.K.)' steunt het amendement Minister DE GEER betoogt-, dat de doorstorting niet is een vrijwillige verzeke ring, maar een' handhaving van de be staande voordeelen. Spr. kan dus het amendement niet aanvaarden, doch brengt een redactie-wijziging nan. Het amendement wordt verworpen met G1 tecgïn 24 stemmen. De Ministo r neemt het amondement- Deckers (gelegenheid voor oud-nmHennren om premieverhooging to koopon) over. Do eindstemming over dit ontwerp zal later plaats hebben. Grond wetshorzien hag. De heer 'ITtOiiLsTitA (S. D.) vervolgt ziju recto. Hij bespreekt het voorst-el-Mar- eliant in zake liet referendum. Bpr. meent, dac iiet do vraag is hoe het Nedeilauuso volk tegenover het referendum staat. In spr.'s kling heeft nooit ©enige belangstel ling bestaan voor een referendum. Het is altijd een academische kwestie gebievoru Spr. verwijst naar het buiteniaraJ. Waar het referendum bestaat wordt er óf weinig gebruik van gemaakt, óf komen sJechts weinig kiezers bij dc stemming op. De wetgeving is geen zaak van den gewonen man en spr. weDscht niet kunstmatig iets in to stellen, wat het volk zelf.niet wil. Dc heer VISSER VAN IJZENDOORN (Vrijh.Bond) zegt niet veranderd te zijn van opvatting over de Eerste Kamer, sedert hij diè in 1918 heeft gouit. Spr. acht naast de Eerste Kamer, indien deze blijft, een facultatief referendum gewensoht. Dc Eerste Kamer vermag niets tegen revolutionaire woelingen, is niet een bol werk van de Kroon of tegen een onge- wonschte machtsuitbreiding van de Tweede Kamer. Spr. acht handhaving van hert twee-kamerstelsel niofc gewensoht, woral niet nu d«e beide Kamers zooveel op elkaar gelijken. Spr. verdedigt het faoultatief referen dum, dat hij democratisch acht, in don zin waarin het overgroot© deel van hei volk hot woord opvat. De lieer VAN SASSE VAN IJSSELT (R.-K.) betreurt hot nog' steeds, dat men het systoerra van 1837 heeft verlaten. De Eerste Kamerleden moeten uit andere ca tegorieën vorJen gekozen dan thans het jrevnl i«. Als Kamer van revisie wonsobt hii do Eerste Kamer te behoud-en. De vergadering werd veniaagd 'tot 's avonds te acht uren. Avond vorga doring. Staatsbegrooting voor 1022. Hoofdstuk II (Waterstaat.) A.n.r> de orde is Hoofdstuk 13 (Water staat) van de Staatsbogrooting voor 1922. Er worden geon algtameene beschou wingen gehouden, lste afdeeling. De heer OUD (V. D.) dringt uit zuirwg- heddsoverwegingen aan up terugneming van den post tot aanstelling van nieuwe ambtenaren en beambten. De MINISTER VAN WATERSTAAT, de heer KöNIG. zet uiteen, dat de afde©- Kng Comptabiliteit deze ambtenaren noo dig heeft Wanneer hot echter mogelijk blijkt de zaken to regeiem Bonder de©e amb tenaren, dan is hij bereid dezen post on aangeroerd te laten. Do heer OUD (V D.) acht deoe toezeg ging ndet voldoende en stelt voor art. 2 te verminderen mei f 14,700 zijnde het be drag- voor dc xJeuwe ambtenaren. l>e MINISTER neemt hierop den post terug. Bij een volgend artikel vraagt da heer OUD (V D.) een post van f 10,000 terug to nemen Do MINISTER acht doze vorhooging noodig De heer BONGAERTS (R.-K.) meent, dat de heo»- OUD overdrijft. Dcae poot is voor dagelijksche behoeften vjid het de partement en de gelden zijn noodig. De MINISTER wijst er op, dat de af schaffing van don vrijdom van braofport al f 5000 vaD do f 10,000 cosoht. Die zijn dus onmisbaar. Na e enige discussie wordt de etomm-in^ over bot voorst©!-Oud bepaald op Woens dag a.s. l>e heer SASSE VAN IJSSELT (R.-K.) -bepleit wijziging dor motor- on rijwiahvet tor beteugeling van hot woeote rijden. De heer WEITKAMP (C. H houdt eenage beoahouwingan over warkiooskeids- bosbrij cling Do heer VAN RAPPARD (V. B.) acht do afwatering van do B-oüuwe zeer onvol doende. De heer HIEMS-THA (S D.) betreurt, dat niet vele procDotiovo workon tot be- shrijdkig dor we-rklo-oshoid worden uitge voerd on dringt op otappan m ekezo rich ting aan D'o hear BONGAERTS (R.-K.) be spreekt hot streven van den Minister naar bezuiniging, dat hij niot in alle opzichten kan goedkeuren. Gok do workwijzo van 't dicipartament geeft opr. aanleiding tot klachten. Do heer J. TER, LAAN (S. D.) klaagt er ovor, dat aan hot Departement ingenieurs zijn Aangesteld op salaris-a en hoogar don •het bezoJ-dügmgübosluct toolaat. Do heer VAN DER WAE11DEN (S. D.) hoboogt, dat do Monaster niat bazuin gt, ■doch eenvoudig echrapt. Vc\rvolgens he- hand alt hij do kwestie van de leverings- contrautan van het electrisch bedrijf in Noord-Holland en wijst op die geringe (medewerking van do rogeering hierbij. Do heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.) is ook van meaning, dat do Minis ter op vohkeerdo wijze bezuinigt. Do heer DUYS <S. D.) bespreekt ook do N.-Hollandsalie levaringsoontraoten van 't electrisch bedrijf. Uitvoerig critiseert hij do wijze, waarop he»t diepanfcecnont deze zaak heeft behandeld. Do MINISTER beantwoordt die vor- echiklcndf» sprekers. Sptf. is van oordeel, Dat te veel onder liet motief van werkver schaffing wordt aangedrongen op dio uit voering van werken voor 's Rijks reko- öing, dio eigenlijk doarvghir niet in aan merking komen Do verbetering van de afwatering in Overijssel is een zeer moei lijk vraagstuk waarover tot dus var nog niets bepaalds valt medio „te deeion. Wait do bceuinaghig betreft spr.- heeft zijn begroo ting mot 5 6 mllilioein guldon geredu ceerd Hot aa Dat oil en van ingooi ouns op aaJlamisaen liooger dan dio in het Bazoddi- gingsbealuit acht spr. gerechtvaardigd. Wat do leveringscontracten betreft voor do oieotrioii-oitsvooraiecijinig in Noonc!-HoJ- land, deze kwestie is ea* ©en van zeer moei lijken juriidisedien aard. Na hetgeen hiar- ©vor iij do Karnes* is gezegd zal spr. deao zaak epoc-Lg mot zijn ambtgenoot van justitie b(-opraken. Hij hoopt dat zij dan spoedig geregedd zal kuiuaen worden Bij artiked 8 wijat dc heer OUD (V. D.) op dj o hoog o koeten van sommige commis sies en dnkugt op bepaling hiervan ruin. Da MINISTER deelt mede, dat do groofco uitgaven eon teohndsohe commissie betrof fen. Bij art. 16 -en 18 vraagt de heer OUD (V. D.) waarom extra- taalagen zijn uitge trokken voor de ingenieurs bij den Rijks>. wa/teai3to£ut over de ivcgan. Do MINISTER deelt mede, dat do sioe- nen tegen waardig oen oraal woixlon ge- kefurd, hetgeen groote besparing geelt, doch de ingenieurs extra-werk bezorgt. Bij art. 19 vraagt do heer OUD (V. D.) om dit artikel met f 2000 oe vermciidcren. Hij ooht 'n ndouwe ami>;enaar niet noodig. Do MIN IS l'Elt kan op deze opmerking niot aansixwicfis antwoorden. Het ortLkol w-ordt aongohoudeai. Bij art-. 20 maakt do heer OUD (V. D.) dezcHYlo bezworen tegen aanstelling van meuw.o axübtenaren. V ersahil'l einde ai'tik ei an worden hierop fijaugeihoud3:n, aangezien de heer OUD daartegen beswaren heeft cai da Miidator daarop meft dadeöijk kan antwoorden. Die art-iked en zul Lun nu Dond-erdag a.s. wor den boiiandold. Bij art 34 vraagt do heea* VAN DE LAKR (C. S. P.) hot betrachten van spood tem aan aten van do vcrhotortng van do ovor laat bij Labath Do M.LN1STER aegt dat toe. De heer VAN SASSE VAN YSSELT (R.-K.) dringt aan op spoed met de verbetering van de Bcerschc Maas en op voorzichtigheid met het mabeu van een stuw te Grave, die voor de scheepvaart nadeel kan opleveren. De MINISTER zal ovcrl-eg plenzen met den hoofdinaenieur-directeur van den Rijkswa terstaat. De sluis bij de stuw te Grave zal iets kleiner zijn dan andere, doch aeen hinder voor do scheepvaart opleveren. De heer WEITKAMP (C. H.) betwist do noodzakelijkheid van aankoon van een mo torboot De MINISTER geeft dienaangaande enkelo inlichtingen. De heer VAN RAPPARD (V.-B.) blijft aan dringen op een commissie voor de Lineo- .uitwatering, te bcncomcn in overleg met do Staten van Gelderland. De MINISTER wil zijn medewerking aan do benoeming van zulk een commissie niet onthouden als het verzoek daartoe- van de Staten van Gelderland uit-gant. Snr. tea® ockter niet toezeggen daartoe Aan do Staten het verzoek to zullen doen. De heer LELY (\.-B.) bepleit verheterit« van dc buitenhaven te Scheveningen. Dc heer DU V Al A ivJK v N TWIST A.-R y zegt, dat daarop de aanlea van een tweedy binnenhaven wacht. Do toestand is thans wt, houdbaar. De heer ANKERMAN (C. H.) sluit zich bij de voorgaande sprekers aan. Soheveniuaea heeft een wettelijk recht op een bruikbare haven. Do 9chepen kunnen de baveo niet uib komen. Op .pprekors verzoek wordt in de Handelingen een telesrram opirenouicQ op 15 September 1921 aan de Koningin zonden, waarin do grieven der feeders zijn opgesomd. Ook ter bestrijding der werkeloos» heid is verbetering der haven urgent. De heer BRA UT I GAM (S. D.) onlerstcunlj het betoog der vorige sprekers. De MINISTER erkent, dat de toestand den Seherveningsche haven alles te wensehen over" laat. De diepte der hav u is te beperkt om daariu met groot materiaal te kunnen bag geren. Wil men den havenmond verbeteren, daD is daarmede een uitgaaf van ongeveer 3'/a millicen gemoeid. Dé Minister van Oorlog heeft spr. medege^v- id, dat diens beiwaren tegen het op groote diepte b^t-uceu rler havcu nog onverzwakt blijven bestaan. I - Söhe- veningers mogen echter rekenen op een' haven van een diept van 2.1 G Meter A. P. Daartoe zal spr. damaiea aanleggen. Een wetsontwerp daartoe zal ten spoedigste wor den ingediend. De heer LELY dankt den Minister voof deze toezegging. De heer DUYS (S. D.) eoostateort, dat hef -Departement van Oorlog ono op kosten jaagt van 3Vc millioen. Deze kostcD moeten (Jaa1 maar gedragen worden door het Departement' van Oorlog, maar niet door het Departement van Waterstaat. De heer DUYMAER VAN TWIST gaat cp deze rede niet in, doch dankt den Minister voor zijn toezegging. Spr. dringt op spoed! aan met de indiening van dit wetsontwerp. De hoer ANKERMAN sluit zich daarbij aan en betwist dat deze kosten van 3J/a millioen uitsluitend voor militaire doeleinden zulicni worden gemaakt. De heer VAN DE BILT (R.-K.) bepleié verbetering van de havoB te Philippine. Do MINISTER zegt ovcweging toe. Do heer WEITKAMP (0. H.) vraagt hoe hoog de kosten zullen zijn van den aanleg van een vluohthaven in den Stoofpolder aan het Zijpo. De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.) verdedigt den aanleg tegen do daartegen ge opperd© bezwtrren. De heer VAN BERESTEYN (V. D.) sluit zich bij hem aan. Do MINISTER betoogt dat bij stormen deze vluchthavcn noodzakelijk is. Het werk z?l zoo zuinig mogelijk wordeD uitgevoerd'. De heer WEITKAMP repliceert De heer BRAUTIGAM (S. D.) dringt aan; óp verbetering van de bnveD te Harlingen, De beer VAN DE LAAR (C. S. P.) sluit; zich daarbij aan, in liet belang van bet tegen gaan van de concentratie van het verkeer in! enkele groote steden. De MINISTER zal do zaak laten onder* zoeken. De heer BRAUTIGAM (S. D.) bepleit do belangen van het provinciaal havenbedrijf te Delfzijl. Spr. ziet niet in waarom do Mb nister dit bedrijf bemoeilijkt. De MINISTER zegt zich piet to willen' vastleggen door het stuwadoorsbedrijf in doael haven steeds door de provincie to laten uit oefenen. De heer V aÜ SASfcE VAN YSSELT (R.-K) bepleit herstel van het jaagpad tusschen Den' Bosch en Engelen. De MINISTER zegt dat de betrokken poK der de kosten daarvoor moeten betalen. De lieer vAN DE LAAR (C. S. P.) bepleit sneller aanleg van het kanaal van den Boven- rijn naar Twente. Do MÏNISTER zegt, dat met het oog op den toestand dor fiiiancröa, niet moer gelf voor dit werk beschikbaar kan^jvorden go- rtehl. De heer VAN DER WAERDEN (S. D.) be spreekt den aanleg van een schutsluis td IJ muiden, die gevaar zou kunnen opleveren met de prise d'eau to Wijk-aan-Zee. Spr. vraagt den Minister deze zaak door een com missie van hydrologen te laten onderzoeken. De MINISTER deelt mede deskundigen e? waterleidinggebied tc zullen raa 'plegen ea wel liet Rijksbureau voor Drinkwatervoor ziening. Do verga-doring wordt to 1 u. 10 m. na mi® dernacht verdaagd tot Woensdag één uur. W. v. B., te A. Als do schoorsteen if, ver waar locs.Ion toestand was, kamt de schade vocht rekening van uw buurman. M. R., to L. Bij dc ontruiming van I1-®», gehuurde huls kunt u alles meenemen, e-p uw kosten g-emaakt werd, als u -maar niris besehaidigd. L. v. d. B., te K.-a.-Z. De haringen vror* den schoongemaakt en 24 uu<r in water gezet, om het zout er uit te trekken. Vervolgen® worden zij in een pot, of stopflesch geplafltst mot peperkorrels, laurierbladen, sjalott®0* Spannr-r.lien peper en kouden gckooktcD nzijn- Wijnazijn is beter dan gewone azijn, doch bepaald noodig. Na 14 dogen kuoocn de k® rings gebruikt- worden. n. G. G., tc L. Op 2 Nov. j.l. vw M. J. Panselïe 12Va jaar predikant der Kedö Herv. Gemeente alhier. Zijneerw. wilde di, feit streng geheim houden en daarom hebl>e^ wij cr geen melding vnu gemaakt. Tool) heej de (predikant Veel bewijzen van waardeer^ en liefde ontvangen. J. D„ tc W. Is het u niet raogelS'f 'J onderzooken, of Je beweringen juist *yD Wanneer dit zoo is en de schade niet fl-U schuld van bedoelde persoon te wijteu 'lSJW'rr^ u met de aangeboden vorgooding gev->e^ nemen. Abonné, te L In ons blad van Vrj^fi> 18 Novembor publiceenlen wij op/d^ pagina eeniga inlichtingen daaroy^j _j zonder twijfel van, beioDg, v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 6