EERSTE kamer
FEUILLETON
No. 18923.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 11 November
Tweede Blad. Anno 1921,
en De Conferentie van Washington.
ii.'
Zoo zal dan ter Harding's conferentie het
vraagstuk van het Verre Oosten moeten
worden opgelost, of, zooals in ons vorig
artikel gezegd, tusschen Amerika en Japan
een schikking moeten worden getroffen.
En dat zal heel wat voeten in do aarde
hebben. Om daartoe te geraken zal Japan
voor een groot deel, zoo niet geheel, moe
ten afzien van de politiek, gedurende de
laatste 30 jaren vrijwel geregeld gevoerd,
een politiek trouwens, als liet ware voor
geschreven door de drang der noodzakelijk
heid. Japan kan op zijn eilandenrijk de be
volking niet rtitf^r bergen, 't moet expansie
hebben. Dit kan op tweeerlei manier: lo.
door uitbreiding van gebied; 2o. doordat
andere landen de gelegenheid bieden voor
een tweede vaderland. Het laatste was voor
Japan, gezien het onoverkomelijk rasaenver
schil, feitelijk alleen mogelijk in China,
terwijl ook in ons en in Engelsch-Indië
eeuige ruimte daarvoor was. Korea heeft
Japan immers na den oorlog met Rusland-
reeds ingepalmd, daarmee een directe sluit
steen zettend op gebiedsuitbreiding. China
moet van zijn overbuur echter niet veel
hebben, en, wat' nog erger is, China, ver
deeld in Noord- en Zuid, en in groot verval,
bood voor directe exploitatie geen kans.
Toch kan China in de toekomst evenwel
de gelegenheid geven voor een onbeperkte
vreedzame penetratie en #dio zekere kans
vilde Japan voor zich houden. Het in de
plaats treden van Duitschland te Sjantoeng
gaf het land van do rijzende zon een soort
voorpost in handen en slechts noode wil
het daarvan tegen zekere concessies af
stand doen, nu hot vredesverdrag van Ver
sailles het daartoe verplicht. Mede op aan
dringen van Amerika, dat voor Japan een
ringmuur vormt, naar het Oosten, het laat
toch geen Japanners toe, daar komt het
in de praktijk op neer, evenmin als op de
Philippijnen. En nu staan de Vereenigde
Staten beslist op een open-dour politiek in
China, zoodoende Japan's expansie naar
liet Westen, de eenige gelegenheid, die nog
open is, bedreigend of feitelijk afsluitend,
want een open-deur politiek geeft allen ge
lijke kansen.
Ook een open-deur politiek in Mantsjoe-
rije en Siberië wil broeder Jonathan zelfs,
dus daar, waar Japan reeds grootc ver
overing in vreedzame penetralie had ge
blaakt!
Daarmee is het zich steeds toespitsend
Amerikaansch Japansch conflict in heel kor
te trekken geschetst. Hoe moeilijk het zijn
zal hier een vreedzame oplossing te vinden,
die beide partijen, maar speciaal dan Ja
pan, bevredigt, is licht te gissen. Japan
heeft afstand te doen van vrijwel alles, om
vat daarvoor terug to krijgen Hoogstens
jenigo tegemoetkoming iu de emigratie
naar de Unie, een emigratie, die niet van
groote beteekenis zal worden, naar het zich
laat aanzien. Is heb te begrijpen, dat
de communis opinio in Japan van
den aanvang af weinig voelde voor
de conferentie en dat het aanvaarden van
do uitnoodiging niet bepaald van harte
ging, al maakte de regeering ten slotte bon
ne mine a mauvais jeu
Als derde direct belanghebbende is er
dan nog Engeland, door een verbond aan
Japan verbonden, door banden des bloeds
en door samenvallen van belangen met de
Unie. Toch voelt Uncle Sam zich door het
Engelsch-Japansch verdrag wat onplcizie-
rjg en zenuwachtig en het zou het liefst
dit verdrag volgend .jaar niet zien ver
lengd. Voor John Bull is het ook een on
aangename tweesprong. Zoo het. gaat, zou
hij den voorkeur geven aan een opnemen
van Amerika in den bond, wel dc meest za
kelijke oplossiüg.
't Is Frankrijk, dat van de. „grootc hee-
ren en dames'' het meest onbaatzuchtig in
deze kwestie staat en daarom kan Marian-
no hier. nog goede bemiddelingsdiensten
bewijzen, misschien, daarbij gesteund door
Nederland en België, die die het grootste
'•clang hebben bij een vreedzame ontwik
keling van zaken doen in liet Oosten.
Komt het niet tot een regeling, dan lijdt
het geen twijfel, of Amci ika Zal zich zon
der uitstel op grooter schaal gaan wapenen
Afgezien van het noodzakelijk beantwoor
den daarvan door Japan, zou 't voor laatst
gonoemdc misschien de voorkeur verdienen
dan maar direct toe te slaan, nu het nog
een zekere v oorsprong heeftMaar wan
neer het lukt een compromis tot stand te
brengen om een anders onafwendbaren
oorlog te voorkomen, en men gaat dan over
tot behandeling van het hoofdvraagstuk,
dat der ontwapening, dan blijkt eerst, naar
wij vreczen, het kwaad, "dat Harding's con
ferentie zal hebben in dit opzicht. Dan
zal besproken worden de ontwapening ter
zee, waarbij de drie direct belanghebbenden
rechtstreeks zijn betrokken, terwijl dc ont
wapening te land vrij zeker of zal worden
vergeten of heel terloops behandeld. Be
perking der vloot-uitgaven is voor Japan,
Engeland en dc Unie hoofdzaak, voor
Frankrijk bijzaak, dio zich daarbij heel ge
willig zal voegen. Beperking dor landbewa-
peniug is voor dc drie eerstgenoemde groo-
tcndeels bijzaak voor Frankrijk hoofd
zaak en de meest besliste verzekeringen,
dat Frankrijk met het oog op zijn veilig
heid (tegenover liet verslagen en ontwa
pende Duitschland) zal blijven staan op
een goede en krachtige uitrusting, doet o.i.
duidelijk in dezen niets verwachten.
Maar, zal men tegenwerpen, dan is toch
al wat gewonnen;: ontwapening ter zee. Zeer
juist, wanneer aan de besluiten bindende-
kracht zou worden verleend, gelijk dat ge
schiedt bij een goed functiooeerenden Vol
kenbond, maar daarvan wil Amerika niet
weten. Het moet blijven niets meer dan een
onderlinge afspraak, ten allen tijde- op te
zeggen. En daarnaast nog bet gevaar, dat
de landen, voor wie een ontwapening te
land slechts bijzaak is, zich zullen afwenden
van den zich ontwikkelenden Volkenbond,
om weer vrijer te komen staan, zoo dat uit
Harding's conferentie zou voortkomen £en
aparte statenbond naast don Volkenbond van
grooter vrijhoid van beweging en dus1 van
minder effect voor een werkelijke ontwa
pening, die trouwens evenzeer het leger als
de vloot zou moeten gelden.
(Zitting van gistere n).
Wijziging van hei Reglement van Crde-
Aan de orde is stemming over het voor
stel van dtan lieer VAN EMBDEN c. s. tot
wijziging van het Reglement van Orde en
over het daarop ingediend amendement
van den heer GEERTSEMA. e. s.
Het amen dennen t van den heer Geert-
sensa c.<s op het voorstel tot wijziging van
art. 44 wordt mot 18 tegen 17 stemmen
verworpen.
Het wij/.igingsvooretc 1 van den heer
Van Embdon op art. 44 wordt met 22 legen
12 e temmen aangenomen.
Het wijzigingsvoorstel van den heer Van
Embden-op art. 46 wordt met 25 tegen 12
elomjnen aangönomen.
Rijksuitkcering aan de Gemeenten.
Aan de orde is hot wetsontwerp wijzi
ging van cis Rijksuiitkeerin-g aan do ge
meenten krachtens clo wet. van 4 Mei 1897.
De heeir DE VOS VAN STEENWIJK
(C.-H.) motiveert zijn 3tem. Hot recht om
van zienswijze te veranderen is het recht
van ieder eerlijk en rechtschapen man.
Toch had do Minister beter gedaan het
initiatief-voor stol van do heeren Van den
Tempel an Treuib niet mede te oncleriee-
konen. Gebiteken is immers, dat mot toe
passing van het recht van amendement
het beoagdo dool had kunnen worden be
reikt. Togen do thans voorgestelde regeling
heeft spreker echter ernstige bedenkingen.
Alleen indien do gemeenten allo over één
kam werden geschoren zou deze uitkeering
geen premie zijn op een niet zuinig beheer.
Waar de meest noodlijdende gemeenten
hot meest, voor hulp in aanmerking wor
den gebracht zal dezo uitkeering echter
alcobts werken, als een premie op een
minder spaarzaam bestier. Indien spr. dc
zekerheid, dat deze noodrogeling slechts
een paar jaar zou blijven gelden dan zou
hij zijn bezwaren nog kunnen opgeven.
Daarvan gelooft ©pr. .echter niets. Do wet
van 1897 was ook als noodwet bedoeld en
is thans een kwart eeuw later nog
van kracht. Ook bij do grootst mogelijke
voortvarendheid Is er niet do minste kans,
dat in 1922 do definitieve herziening tot
stand zal komen. Men denko slechts aan
do Grondwetsherziening en do verkiiozinr
gen! Bovendien zullen do Sbaten-Gemcraal
deze regeling zeker niet in een hand om
draaien behandelen. Voorts staat vast,
dat de definitieve regeling ons zeer duur
zal komen fce staan. Hoe zal men de dek-
k Lng^n id d el en daar van k urmen vindon
Een voorziohtig financieel, beleid eisokt
zulks echter. Het is dan ook geenszins te
verwachten, dat vóór 1 Januari 1923 de
definitieve regeling tot stand zal zijn go-
komen.
Daarenboven is het niet zeker, dat mi
nister De Geer na do verkiezingen nog
zitting in het Kabinet zal hebbenHet
ministerieel e leven is zoo broos. Qnzo
jongste parlenentairo goschicdeniis bevat
daarvan zulko treffende bewijzen. Men
donko slechte aan den heer Van Gijn, een
eerste-klasse-Mipister van Financiën, dio
uitnemend zijn taak vervulde Dat vinden
zijn colloga's lastig en daarom moest hij
word on geloodst. Minister Do Vries werd
over boord gezet wegens een éohec van
een ambtgenoot waarmede hij niets te ma-
kon had Do heer Colijn be treurde op do
Dcputat on vergadering dan ook de wijze,
waarop mot den hoer De Vries werd „om
gesprongen". Inderdaad het leven van oen
Minister van Financiën hangt tegenwoor
dig aan een zijden draadje! Heeft minis
ter Do Geer do overtuiging dat hij na do
verkiezingen in het Kabinet zal terugkee-
on s Aan sprekor ontbreekt het, geloof
hieraan.
Vervolgens betoogt, spr. dat mon het
platteland niet mode de schuil dein dor ste
den nog laten dragon. Hij ziet niet in, dat
hot platteland modo behoort t<c betalen
aan do schouwburgen, musea en plantsoe
nen cDr grooto stoden. „Ieder betaio zijn
eigen schuld on", is de stelregel van spre
ker, dio zich to dozor zake verder beroept
op uitlatingen van heit vrijzinnig-democra
tische Kamerlid dien heer Teenstra. Eenige
waarborg voor zuinig beheer door de ge
meenten had eek in deze nooclreigeiing niet
mogen ontbreken. Dit. zou weliswaar do
autonomie der gemeenten aantasten, doch
dit is onvermijdelijk. De autonomie der
gemeenten dat eerst, uit een tijd toen dc
openbare .kassen nog niet ter beschikking
stond van hen die» goan cent bijdragen om
hen to vullen. Do mentaliteit der tegen
woordig© gemeenteraden vercischt een
streng toezicht van hoofgerha/nd op de
financieelo gestie dor gemeenten. Zoolang
dit n:ot het geval is ail iedere uitkeering
een .algemeene verhooging der kusten be-'
teek onion. In diL verband wijst spr. o>p do
lichtzinnig© wijzo waarop het1 gemeente
bestuur van Amsterdam met de gelden
der arme bolastaAjbetalers omspringt.
Iemand, werkzaam bij hot lager onderwijs
krijgt dxar eon salaris van f80Gö! Voorts
zijn er nóg do uitgaven om voogeraamdc
cultureel© doeleinden, die gemeonton vrij
willig op zioh nemen
Ten slotte uit spr. or zijn leed wezen
over dat hij in dezo zaak stolling moet ne
men tegen een reehtsobcn minister. Tot
zijn genoegen heeft hij werkelijk niet zoo
gesproken, zooals hij gedaan heeft. Moge
de 'toekomst Icoren dat spr. ongelijk en de
minister golijk heeft!
Do heer VAN HOUTEN (V. B moti
veert zijn stem tegen het ontwerp. Hij is
van oordeel dit met de uitkeerimgen uit do
ooidagswinstbolastingen voldoende is te
gomoet gekomen aan do orósislasteai der
gemeenten. Spr. betwijfelt verder of deze
ongelijk workendo nooduitkeermg een ver
betering brengt van de wet van 1897. Ook
de zeer benarde toestand van do schatkist
moet er too leiden, dat deze nooduitkee-
ring aan de gemeenten niet worden toege
kend. Dit zai de gemeenten tot meerdere
spaarzaamheid aansporen.De thans uitge
stelde hoogere uitgave is niet noodzake
lijk oii. mag derhalve niet worden gevo
teerd.
Do heer VAN LANSCHOT (R.-K.) ver
dedigt. h-et. wetsontwerp. Spr. is van oor
deel dat de minister den juist en midden
weg heeft gekozen. Do toestand van vele
gemeenten is thans zcodLimg, ckt /.ij do
hoogere uitkeering niet voor nuttelooae
doeleinden zullen aanwenden, aangezien
zij haar hard nooddg hebben om hun be
grootingen kloppend te maken. Spr. heeft
dan ook in do litterair zoo hoogstaande
redo van don heer Do Vos van Steenwijk
een documentatie met cijfers gemist.
Het denkbeeld van het stellen van een
heffLngslimiet lijkt spr. zeer vruchtbaar,
maar het hoort niet thuis in deze noocl-
regoling De nooduitkeering- die thans
wordt voorgesteld houdtverband met de
waardevermindering van hot geld. Waar
het Rijk uit dien hoofde haar personeel
hooger bezoldigd brongt do billijkheid mede
dat ook c3o uitkeering van dc gemeenten
wordt verhoogd. In dit verband wijst spr.
op de laslen cïie do Lager Onderwijswet
aan de gemeenten oplegt. Eindhoven heeft
oen hoofctalïjken omslag van f 1,276,000,
waarbij echter f 165,000 voor het lager
onderwijs Voor 's-Hcrtogenbosch zijn dezo
cijfers resp f 1,800,000 cn f 150,000. Deze
uitgaven worden dus het Rijk aan clie ge
meenten opgelegd on ook daarom moet het
Rijk de gemeenten helpen.
Tegenover de bedenking dat deze nood-
regeling langen tijd bestendigd zal blijven
©taat voorts het argument, dat, indien het
zoo waarschijnlijk is, dat do definitieve re
geling lang op zich zal laten wachten, de
roxlzake!ijkheid eener tijdelijke regeling
zich juist t© meer opdringt. Oolc de bezwa
ren tegen het bezigen van den hoofdei ij-
kon omslag als maatstaf mogen niet te
zeer wogen. Spr. zegt niet dat dezo maat
staf perfect is, raaar hij kent evenmin een
betere. Intusschen is het volkomen juist,
dat de minister het maximum der ver
hoogde uitkeering op 100 pCt. heeft ge
steld on nlot do 300 pCt. van het initiatief
voorstel heeft gehandhaafd. Eindelijk wil
spr. nog aandrang uitoefenen op dein mi
nister om nog meer uit do oorlogswinst -
belasting aan de gemeen tan uit te keer en
eci dus niet toi de uitkeering van 1/6 over
te gaan, waarover den kaatsten lijd zoo
veel gesproken wor-lh Voorts zou spr. hzt
pernicieus achten indten de minister de
uitgavon van cl? gemeenten van het ond-er-
wijs ten laste van het Rijk ging brengen.
Spr. hoopt dat do Staatscommissie do
groot© principieelo lijn zal weten te trek
ken, dat on de gemeenten èn het Rijk,
elk hun e'.gon potje koken. Ten slotte geeft
spr uitdrukking aan da- hoop, dat het
wetsontwerp zal worden aangenomen.
Verschillende wetsontwerpen.
D.. VOORZITTER stelt, wegens afwezig
heid van den Minister van Financiën, aan dc'
orde verschillende wetsontwerpen, in afwach
ting van de komst des Ministers. Deze wets
ontwerpen worden goedgekeurd.
Aangezien de Minister van Financiën in
middels in de zaal is binnengetreden stelt de
VOORZITTER de voortzetting'van liet wets
ontwerp tot wijziging van dc
Rijksuitkcering aan de Gemeenten
krachtens de Wet van 24 Mei 1897 weder sad
de orde.
De verschillende overgebleven wetsontwer
pen der agenda zullen na afdoening daarvan
aan de orde komen.
Do heer SLINGENBERG (V. D.) verdedigt
het wetsontwerp tegenover de eritiek van
den lieer De Vos van Steenwijk. Spr. sluit
zich aan bij "het betoog van den heer Van
Lansehot. Waar hier zoo gesproken wordt
over de spilzucht der gemeenten wil spr. toch
constateeren, dat het Rijk telkens met nieuwe
uitgaven het voorbeeld heeft gegeven.
Spr. stelt nog deze vraag Indien op .1 Jan.
192-3 nog geen definitieregeling tot stand
is gekomen gaat dc uitkeering dan door
Spr. is van oordeel, dat dit inderdaad het ge
val is totdat een definitieve regeling zal zijn
vastgesteld, dóch zou gaarne de zienswijze
van den Minister dienaangaande vernemen.
Do beer BERGSMA (V. B.) bestrijdt even
eens het betoog van den heer De Vos van
Steenwijk.
Tegenover den beweerden verkwistingszin
der •gemeenteraden stelt spr. de weelderige
bankgebouwen, die ook niet door de bankdi
recteuren worden betaald.
De lieer DE VOS VAN STEENWIJK (C.
H.) Die Bankdirecteuren maken wjnst en
de gemeentebesturen niet
De heer BERGSMA (V. B.) is van oordeel,
dat hot ook niet de taak der gemeentehoste*
ren is om winst te maken. Do tegenstelling'
tusschen platteland en gemeenten wordt ver
der door hem niet aanvaard. Als plattelands
burgemeester heeft spr. in die kleine gemeen
ten een woningellende aangetroffen, erger
dan in menige groote stad.
Dc heer VLIEGEN (S. D. A. P.) heeft niet
veel geestdrift voor dit. wetsontwerp, dat een
noodmaatregel is, en zal voor het wetsont
werp stemmen.
De heer Dc Vos van Steenwijk, die aan dé
grooto gemeenten zelf do schuld geeft van
hun linancieelc moeilijkheden, heeft zijn be
weringen met geen enkel cijfer gestaafd.
Het zwaartepunt dor uitgaven ligt in dé
Lager Onderwijswet. Voor een paar maanden
kreeg spr. alleen" voor do stichting van een
R.-K. scholen aan den overkant van het I.T
aanvragen om subsidie ten bedrage van meer
dan f 1 millioen. Spr. wijst verder nog op
de grootc uitgaven voor de politie, waarover
dc Gemeenteraden niets te zeggen hebben,
cn wolke Amsterdam op het oogenblik reed*
circa f6 a f7 millioen por jaar kost. Het is
logisch, dat dc gemeenten, die liet meest in
Dood zitten, het meest gehoipen worden On
juist is flc bewering, dat alle crisis-uitgaven
reeds gedekt zouden zijn. Spr. hoopt., dat do
Minister, spoedig met een definitieve regeling
der financieel© verhouding "tusschen Rijk en
gemeente zn-1 komen.
De lieer DE WAAL MALEFIJT (A R)
aanvaardt het wetsontwerp als ee noodwet.
Zonder .verwijt moet worden ingegrepen. Den
gemeenten zijn grootc lasten opgelegd, ter
wijl men er nooit aan gedacht heeft de mid
delen tot dekking van die uitgaven aan te»
wijzen. De Ministers van Arbeid en Onderwijs
hebben de gemeenten voor zeer belangrijk©
uitgaven geplaatst. Als men aan de gemeen
tebesturen den eisch wil stellen dat zij nooit
uitgaven votecren zonder tevens de middelen
tot dekking aan te wijzen, dan moet het Rijk
zich ook als eisoh stellen, dat het nimmer
aan de gemeenten uitgaven oplegt, zon-detf
middelen tot dekking aan te wijzen.
Ü3 heer VAN NlEROP (V.-B.) billijkt de
verhoogde uitkeering, omdat het geld tot
de helft van zijn waarde is godaald. De
gemeentelijke autonomie is in den loop der
tijden zeer ingekort.
De Minister van F i n a n c i e n, de
heer DE GEER, acht het een billijk stand
punt, dat niemand minder zal krijgen dan
hij tot dusver ontving, doch dat alleen do
noodlijdende gemeenten de volle verhoo
ging van 109 pCt. zullen ontvangen.
De voorgestelde regeling komt daadwer
kelijk aan het standpunt van de hoeren
De Vos en Van Houten tegemoet. Indien,
dien het volgende jaar niets gebeurt zai
liet wetje 1 Januari 1923 automatisch op
houden te werkeD.
Spr. gelooft echter, dat. men met goeden
wil thans wel tot een oplossing voor een
definitieve regeling te dezer zake kan
Hamen. Er moet een verschuiving van las
ten plaats hebben. Spr. Ls optimistischer
dan de heer De Vos van Steenwijk.
Spr/s regeling geeft aan het platteland
een kleinen voorsprong en er bestaat z. L
geen twijfel over de vraag of de gemeenten
wel indeitiaad deze nooduitkeering zullen
bezigen tot verlaging van de inkomstenbe
lasting. getuigo wat B. en W. van Den
Haag in hun memorie van antwoord op
de gemeentebegrooting zoggen. Voor nieu
we uitgaven zal de nooduitkeering niet
worden gebezigd. De gemeenten moeten
tegenwoordig tal van uitgaven doen, on
afhankelijk van hun wil.
Naar aanleiding van de opmerkingen va
den heer De Vos van Steenwijk omtrent
de Staatscommissie verdedigt spr. nader
de instelling hiervan. Hij Tieeft een kleine
commissie willen hebben en daarom den
voorzitter, den heer Van Lijnden van San-
denburgh. eenige hoogstaande mannon toe
gevoegd, die de belangen van land en stad
gelijkelijk in Tiet oog zouden kunnen hou-
dbn. Spr. heeft nog over cle benoeming
van den lieer De Wijkers]ooth gedacht,
doch deze was foen nog lid van Gedep.
en kon daarom moeilijk in de commissie
worden opgenomen, aangezien haar voor
zitter Commissaris der Koningin in de
zelfde provincie is. Do tijden zijn trou
wens thans te ernstig om een zoo treurige
Door ANDRo CORTH1S.
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk 'verboden).
9)
Hij het vallen van den avond begonnen
eods de. vochtige herfstgeuren uit de
bossehen beneden aan den berg op te
stijgen en in die, heldere, groen-blauwc
lucht strekten zicli vreedzame, lichtende
stranden, waarheen andere wolken dreven,
root lange, bloedroode wonden in haar
donker violet.
Frans vervolgde: ,.Het is eeu grappig
huisje. De vensters hebben nog vim die
'leiaio ruitjes, waardoor je dc dingen zoo
tervormd ziet. Je zult wel zien"...
Eéu oogenblik hield hij op, voorzichtig.
>?,Je zult zien, op de eerste verdieping
ro de groote kamer, den schoorsteen met
wee faunen en kleine» sal urp anders in cl-
iro 9teen gebeeldhouwd Daar heb ik mijn
roliotheck ingericht. Mijn slaapkamer is
urn aast. Ik heb van die grillen; soms
®nk ik, dat ik beter kan ademhalen in
at huis dan in het andere, waar wij wo-
Uftn. Dan ga ik er voor een dag of acht
o augei wonen. Alles is er klaar om mij
te ontvangen"
Hij aarzelde 710g «ven. Maar toon zoi hij
Plotseling, bijna snieeketu)
„Ja zult komen, is het niet! Zeg, dat
Anh?TVzult"' AIvèTO' bcl°of '«et me
1 llc bcu ziek vanavond, ziek en som
bei'. Sinds twee maanden zijn onze ont
moetingen mijn eenige vreugde en liet
slechte weer zal die nu wel gauw verhin
deren. Jij zult komen, om mij niet al le
ongelukkig te laten zijn. ?t Zou zoo ge
makkelijk kunu-en's avonds,, omdat
zc je overdag zouden kunnen zien binnen
gaan maar 's avonds is liet zoo donker
in de stad.... Bij jou thuis gaan ze
zeker vroeg naar bed?"
De groote wolken boven onze hoofden
kleurden zich nog roodcr en rekten zich
langer. Ik keek cr zwijgend naar cn zei
eindelijk, opstaande om heen te gaan:
Ja maar, hoe wil je nu, dat
ik
,,0, wat stel je je weer aan! Zijn er
dan sloten, die zoo hard knarsen aan je
deuren? Waar ben je bang voor? Je zult
er uit gaan en je kunt er wat later weer
in komen, zonder dat iemand iets hoort.
Als je bang bent, zal ik wel met je mee
gaan. Je moet komen Je moet
medelijden hebben Soms denk ik, dat je
mij zoo goed begrijpt, en clat doet rac zoo
weldadig aan!.... Je weet niet hoe ik
zal verlangen alle dagen lang, naar die
paar oogenblikjes cfes avonds, die je mij
zult willlen geven! Je moet komen....
je komt.
Zijn goedberekende heftigheid, waarin
toch ook een smartelijke oprechtheid was,
bracht mij even van mijn stuk en hij
merkte het wel.
„Welken dag? Zeg mij. welken dag?"
„Ach, laten we geen dag bepalen", riep
ik uit.
Ik holde al over den weg. Frans liep
achter mij, uiaar kalm, hij vei volgde me
niet. Toen ik xn het boscli kwam, werd
ik bang te verdwalen. Ik bleef staan om
op hem te machten en wendde mij orn.
En de uitdrukking van zelfvoldane tevre
denheid, die ik toen op zijn gezicht las,
deed mij pijn op een manier, die ik me
later dikwijls zou herinneren.
Ik herinner mij oei: een anderen d'ag,
twee weken later Frans had gezegd:
..Morgen wacht ik je weer!" En die mor
gen was gekomen. Het regende. Het was
een van die lievige herfstregens, die de
wegen vernielen cn die in de lakte bouw
vallige huisjes met leemen muren doen
instorten
Ik dacht: „Als die regen zoo doorgaat,
ga ik niet. Ik kan er niet heengaan en hij
zal liet wel begrijpen. Morgen zouden zo
de sporen van mijn natte voetstappen in
de gang herkennen. Ze zouden verwonderd
zijn over mijn natte kleeren.
En iedere rukwind, iedere kletsbui, die
neerplensde op het dak, striemend tegen
de muren cn dreigend dc ruiten te ver-
nielcn, gaf me een soort geruststelling.
Maar teg'en het midden van den dag wer
den de zware wolken, die naar het Noor
den joegen, door geen and'ere meer ge
volgd Een gelijkmatig grijs verspreidde
zich over den hemel. De wind ging .liggen
Met een angst, alsof mijn leven er van
<af hing, keek ik naar de laatste nevels,
die optrokken weldra kwam het zuivere
blauw van den hemel er tusschen door;
langzaam werden de blauw© plekken groo
ter, steeds grooter, en eindelijk behaalde
dat vreeselijke blauw de overwinning en
bedekte mijn Koelen horizon, van af de
daken dichtbij, waar het regenwater nog
afstroomde, £ot aan 'de toppen dor heu
vels in de rerte, waarvan de Wegen, de
boomen cn zelfs de steeneri zich duidelijk
a Reekenden.
Adelaide opende de vensters. Een heer
lijke geur steeg uit de vlakte op. De
geur der met regen doortrokken aarde
vermengde zich met dien van al de ver
schillende kruiden en planten, maar dui
delijk onderscheidde men de sterkere lucht
van natte kruizemunt.
Ik ging liet terras op en Guichardo
volgde mij. Dc zon kwam eindelijk door de
wolken, reeds laag aan den hemel, en
zond ons haar brandende stralen toe; het
scheen Tiel of zij alle warmte, clie zij dien
somberen dag verborgen had moeten hou-
d'-en. nu in die laatste oogenblikken naar
de aarde wilde zenden. In onze drie vijgc-
boomeii tjilpten de vogels en andore in cle
platanen langs den weg antwoordcfen.
Maar al spoedig klonk in cle verte liet ge
kras van de kleine nachtuilen. En de
blanke maansikkel stak zilver af tegen
den donkeren hemel.
Guicharde zuchtte: „Het zal een mooie
nacht worden."
Zij zag er afgetobd uit e-n haar oogën
hadden die harde uitdrukking, welke altijd
haar kwade dagen kenmerkte. Eigenlijk
was ik er boos om, want haar lijden, öat.
zij duidelijk liet blijken, deed mij op dit
oogenblik denken, dat ieder and'er lijden
haar minder ondraaglijk zou zijn
Boneden ons wandelde de oudfe- Mélic in
haar kleino tuintjerij bleef hoofdschud
dend stilstaan bij de kleine koolplantjes,
die zij den vorigen dag geplant, had, en
die plat tegen den grond lagen door den
regen. Nog verder bejiecTen liep óp don
weg een klein meisje met een grijze geit
aan een touw. Het uitgehongerde <Mer
stond rechtop tegen de haag aan, die nog
droop van den regen, en schudde verwoed!
aan de takken.
,,Dat kind is niet wijs", merkte Gui
charde op. „Zij kon toch wel wachten met
haar geit te laten grazen, totdat ci'e' bla
deren en liet gras wat droger zijn. Dat
beest zal zóó nog doodgaan. Als ik op den
weg was, zou ik het haar wel eens zeggen."
Ik was verwonderd, hoe zulke kleine
bezorgdheden haar gemakkelijk konden af
leiden van haar verdriet. Zelfs wanneer
zij zieli een enkele maal aan buitensporige
droomen overgaf, liet haar gezond ver
stand haar toch nooit in den steek en
kwam haar dadelijk te hulp.
Li navolging van ha-ar voorbeeld, pro
beerde ik ook in onze omgeving iets te
vinden, waaraan ik mijn aandacht kon
wijden. Maar ik zag alleen maar, achter
do kleine geitenhoedster ,dri© mannen, op
den weg loopen. Het waren werklui uit de
steengroevenik zag het aan hun schoe
nen en kleeren, die geheel wit waren van
het steengruis, en ik kon slechts denken:
„Hij zaü zeker in clezen hevkren regen
niet daar heen rijn. gegaan vandaag. Hij ki
thuisgebleven, in dat huisje hij heeft op
mij zitten wachten hij wacht nog."
Helaasalles bracht mijn gedachten
Weer bij heiu terug, ik kon er niets tegeai
doen. Mama, die met Adelaide in do eet
kamer bezig was cle tafel te dekken, riep
ons toe
„Weesrt voor zich tig voor do muggen!"
En hóewol. ik er niet óén gevoeld had,
antwoordde ik;
„U heeft ^edijk. Ik kom binnen. Jc kuwl
hier niet blijven.
j017ordt vervolgd).