Vrijdag 28 October 1921. Officieele Kennisgevingen STADSNIEUWS. BINNENLAND. Het voornaamste nieuws van heden. PRIJS OER ADVERTENTIES $0 Cts. per regeL 's Zaterdags 40 Ots. per rogel. Bij ïogolabbnncment belangrijk lagere prijs, Kloino advertentiên Woensdag 50 Cts., Zaterdag 1 75 cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postreoht Voor evontuoele op ron ding van brieven 10 Gts, porto to betalen. Bewijs nummer 5 Cts. Bureau Noordelndspleln. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. PRIJS DEZER COURANT: Voor Beadce ft 8 mnd. 235, p. treeS iï 't O t® Bolton t-êiden, waar ajenten ferestisd djtt, por wede h 019 Franco por post 2.35 ?K portoïostcal. Nummer 18911. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE YISCHVERKOOP. Do Burgemeester van Leiden brengt ter kennis van d» ingezetenen dat morgen (Za- Iterdag) aau de gemeentelijke vischwinkels |(Vi6ohmaTkt en Stacfehulpwerf) verkrijgbaar Ï3 SCHELVISOH a f 0.11, SCHOL a f 0.18 en GRAUWE POON 'a f 0.19 per pond. W. PERA, weth. loco-Burgcm. leiden, 28 Oct. 1921. HINDERWET. Bungemccstcr en Wethouders van Leiden Gezien verzoek van a. J. L. A. Meijs en Zonen om vergunning tot uitbreiding der smederij in het perceel Doezastraai No. 3.235, Seetie E. No. 1849 1850. b. A. H. Rijsbergen en L. Th. Menken, om vergunning tot oprichting van een zuivclin- richting in hot peroeel Rijn- en Schiekadc No. 45a, Soct'io M. No. 3775. Overwegende, dat het onderzoek ter zake nog niet is geëindigd. Gelet op artikel 8 der Hinderwet Hebben beefloten ido beslissing op genoemde verzoeken Tc ver dagen. W. PERA, weth. looo-Burgem. ,YAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 21 October 1921. Herziening der Gemeentewet, Gisteravond hield de Vereeniging voor Staatkunde in de bovenzaal van do socië teit „Minerva" een voor hoogleeraren en studenten toegankelijke vergadering, ter bespreking van het onderwerp: „Herzie ning der Gemeentewet", welk onderwerp werd ingeleid door Staatsraad prof. mr. dr i J. Oppenheim, oud-hoogleeraar der Leid- 6cho Universiteit, te 's-Gravenhage. L De volgende vraagpunten werden door Staatsraad Oppenheim besproken: I. Moet bij herziening en samenstelling der gemeentebesturen als beginsel worden aanvaard vrijheid in organisatio II. a. Is bij afbakening van de huishou- I ding der gemeente tegenover die van Rijk I en Provincie gewenscht het door de Staats commissie voorgestane criterium, n.l. het belang b. Zoo neen, is dan vastleggng in de wet j van een criterium noodzakelijk 'Aan hetgeen prof. O. omtrent deze pun ten opmerkt, onteenen wij het volgende Hoe belangrijk in menig opzicht de voor- stellen der Staatscommissie voor de herzie- ning der Gemeentewet mogen zijn, zij la ten de grondslagen, de zuilen van het gel dend gemeenterecht, ongerept. Deze grond slagen zijnlo. overgave van de volheid der macht niet alleen van wetgeving, maar ook van bestuur, aan den rechtstreeks door de bevolking gekozen Raad; 2o. volle vrij heid van het gemeentebestuur tot regeling der eigen huishouding (autonomie) en me dewerking aan de uitvoering der taak van provincie en Rijk (zelfbestuur)3o. wette lijke regeling van het gemeentewezen en uit sluiting van regeling door de kroon (art. 142 Grondwet); 4o. volledige openbaarheid to aanzien van jb Raads doen en laten (art. 43 Gemeentewet). Do drang die naar herziening voert, is het feit, dat de grooto en grootste gemeen ten in onze dagen een geheel ander beeld vertoonen dan, toen zeventig jaar geleden do Gemeentewet werd ingevoerd, waardoor het voor de bestuursorganen in die ge meenten niet of nauwelijks mogelijk is hun taak naar behaoren te vervullen. Men is in do grootere gemeenten langzamerhand de Gemeentewet in menig opzicht gaan voelen als een rem. Alle drie organen van het gemeentebe stuur lijden aan overlading. De Raad, door 'dien niet slechts do verordende macht, maar schier ook alle bestuursfuncties in zijn handen zijn gelegd; Burgemeester en Wethouders, doordien een groot deel van hun tijd door den voorbereidenden arbeid voor den Raad wordt in beslag genomen. Do burgemeester, doordien het voorzit terschap van den Raad, van wicn de Ge meentewet (art. 40) verwachtte, dat hij niet veel meer dan zes malen in het jaar zou bijeenkomen, maar die thans ten minste eens in de 14 dagen vergadert zijn krachten voor een aanzienlijk deel op- eischt cn hij tegen de bedoeling der Ge meentewet (art. 126) in de laatste 50 jaren telkens meer tot zelfbestuur is geroepen, om nu maar to zeggen hiervan, dat het Rijk en de provincie er geen been in zien ni a^s kruier en detective te gebruiken. Overbelastingziedaar de kwaal, waar onder elk der drie gemeentelijke bestuurs organen gebukt gaan. Haar te bezweren, daarop zijn de herzieningsvoorstellen in de eorste plaatsen vooral gericht. Hoe denken zij de genezing Die van do overbelasting van den Raad oor ecu andere verdeeling van de bestuurs uk tusschcn hem en Burg, en Weth. Ten onrechte is door mr. Troclslra be- weerd, dat, zooals de Staatscommissie het wenscht, de Raad wordt gedegradeerd tot een lichaam dat alleen verordeningen maakt De verantwoordelijkheid van hem van B. en W. en zijn toezicht op hun bestuur blij ven onbeperkt. Ook het budgetrecht blijft onbeperkt. De overlading van B. en T\willen de herzieningsvoorstellen in de eerste plaats en vooral tot staan brengen oor hot moge lijk maken van de instelling van het insti tuut van vaste Commissies van bestuur, naast de daarvan wel te onderscheiden C'om missies van bijstand (art. 51 der Gemeente wet). Commissies, die als regel alleen m gemeenten van ten minste 40,000 inwoners kunnen worden aangesteld. Zij breken dus in dit opzicht en ook met betrekking tot andere punten met do uniformiteiten der gemeenten. Ten slotte de overlading van den burge meester; bestuursorgaan in tegenstelling van den Commissaris der Koningin amb tenaar die niet in de laatste plaats last dier is. Tegen haar werpen de herzienings voorstellen dezen dam op, dat hij bevoegd zal worden gemaakt het teekenen van stuk ken aan ambtenaren over te laten en op die ambtenaren een deel van het zelfbe stuur, dat in strijd met do Gemeentewet (art. 126 en 127) door tal van wetten op hem is gelegd, af te wentelen. Vorder ma ken zij het oolc mogelijk bij uitzondering het Raadsvoorzitterschap van het- ambt van den burgemeester te scheiden. Volgens prof. Oppenheim ware het bedenkelijk het voorzitterschap van den Raad van de bur- gemeesterlijke functie los te maken. Het geeft aan het ambt van den burgemeester zijn glans, zijn prestige, zoowel naar bui ten als in den Raad zelf. Dc mogelijkhoid der scheiding al leen voor groote gemeenten mag alleen toe gelaten worden en dan slechts enkel, wan- neer de burgemeester dit zelf verlangt. In de verhouding van den burgemeester tot de gemeentelijke politio brengen dc her zieningsvoorstellen geen verandering Van groote betcekenis acht prof. O. de veranderingen die de herzieningsvoorstellen brengen in de bepalingen der Gemeentewet (art. 150 en 151), die de verordening ma kende macht van de Raad afbakenen te genover de macht tot regelen van den rijles wetgever, de Kroon en de Prov. Staten. Artt. 150 en 151 zoo heeft do ervaring geleerd ziju daarin niet geslaagd.^ Dc Raad zal allo verordeningen mogen maken, mits zijn regeling niet tot voorwerp hebben hetzelfdo belang, waarin dc hoogere regeling voorziet. Ten slotte besprak dc oud-hooglecraar de bepalingen over de samenwerking der ge meenten. Hij zeide er van dat de hei zie ningsvoorstellen beoogen dc gedwon gen samenwerking mogelijk te maken, waartoe ook de voorstellen tot herziening der Grondwet den wog openen; de voogdij van Ged. Staten voor de groote gemeenten in menig opzicht in te krimpen cn vooral ten opzichte van het financieel beheer zoo danige regeling te treffen dat dit beheer zoo economisch mogelijk en met gepaste zuinigheid wordt gevoerd en dat de cen trale op het financieel beheer dan werke lijkheid wordt. De strijd tegen de erfelijke syphilis. Voor de afdecling Leiden van de Vereen, voor Sociale Kinderhyg'iëne sprak gister namiddag prof. P. Nobecourt in het klein- auditorium, dat geheel met belangstellen den gevuld was. Na een korte inleiding begon spr. met een vergelijking te trekken tusschcn de twee groote sociale rampen: dc tuberculo se en de syphilis. Beide zijn familiaire ziek ten, die een groote mortaliteit en een groo te morbiditeit veroorzaken onder de kinde ren in bepaalde families. Tegen hen dient de strijd te worden aangebonden, niet al leen door zuiver medische maatregelen, maar ook door sociale methoden. Er is ove rigens tusschen beide ziekten dit gioote verschil, dat do tuberculose nooit erfelijk ishet kind komt niet tuberculeus ter we reld, maar wordt na do geboorte besmet meestal door een der liuisgenooten, terwijl de syphilis aangeboren is: het kind wordt svphilitisch geboren. Zelfs tot in de derde generatie laat zich de invloed van de ziek te op het nageslacht gevoelen. Wat de syphilis bij kinderen voor kwaad sticht is niet in cijfers uit tc' drukken. A. Tournier vermeldt, dat, indien de beide ouders syphilitiscli zijn, van honderd zwan gerschappen slechts 30 eindigen met de ge boorte van een levend kind. cn van deze 30 kinderen sterft nog dc liolft, voordat zij één jaar oud zijn. Maar niet alleen do sterfte is groot, ook de morbiditeit is hoog Vele kinderen, die syphilitiscli ter wereld komen, hebben verschijnselen in de eerste weken. Zij sterven dikwijls aau de ziekte. Andere vertoonen geen levensgevaarlijke verschijnselen, maar kunnen idioot zijn, heb ben ziekte aan lever, nier, milt of bloed, zijn slap en mager, achterlijk in geestelijke of lichamelijke ontwikkeling. Vele zijn vat baar voor allerlei ziekten. Reeds in de oudheid reeds aan Boerhaa- ve, waren ongeveer al deze feilen bekend. Dat cr nog steeds zooveel syphilitischo kinderen*geboren worden is de schuld der ouders. Zij dragen een groote morcclo ver antwoordelijkheid. Do ccnige manier om zeker te zijn dat do kinderen geen syphilis hebben is, dat de ouders nooit zelf syphi lis gehad hebben, Daarom moeten jonge menschen de gevaren kennen en de gevol gen, die heb doorstaan van een syphilis voor hen heeft. Het beste wapen in de strijd is licht. Men moet overal waar dit mogelijk is, onderricht over dit vraagstuk geven: op school, in leger en marine, aan onderwijzers, officieren, 'aan medici. Maar het zal door dit onderwijs alleen niét geluk ken om de syphilis der kinderen uit te roeien. Wanneer men voor de vraag gesteld wordt, wanneer mag iemand, die syphilis gehad heeft, trouwen dan is het antwoord altijd zeer moeilijk. Zelfs de medici denken er verschillend over. Sommigen (Gaucher, Ed. Fourniér) gaan zoo ver, het huwelijk aan een syphiliticus steeds te verbieden. De meerderheid meent, dat het onder ze kere voorwaarden kan worden toegestaan. Deze voorwaarden werden uitvoerig bespro ken, maar men is nog steeds niet absoluut zeker, dat iemand, die aan al deze voor waarden voldoet, toch misschien nog een svphilitisch kind zal krijgen. Steeds moet men bij den strijd tegen de syphilis bedenken, dat men niet al te streng te werk moet gaan. Want ook met halve maatregelen kan men nog menig kwaad voorkomen. Men kan door behande ling van den vader vóór het huweijk, van de moeder tijdens de zwangerschap, nog zeer veel goed doen. Om deze maatregelon te kunnen door voeren, moet men de mensehen weten te bereiken. Daarvoor dienen consultatie bureaus. die voor de zwangere vrouwen in de ziekenhuizen en verloskundige in richtingen rijn ingericht Maar ook voor de behandeling der kinderen moeten spe ciale consultatie-bureaux beschikbaar zijn. Daarbij dient bijzondere zorg besteed te worden aan de voeding dezer kinderen. Steeds moet jgetiraohfc worden, dat de moeder het kind zelf voedt. Ook is het ge wenscht, dab zij met de moeder in spe ciale ziekenhuizen kunnen worden opge nomen. Nooit mag een syphilitisch kind een min hebben, die besmet zou kunnen worden, ncoit mag een syphilitiscli kind aan vreemden worden toevertrouwd, die groot gevaar loop en besmet te worden. De moeder kan ongestraft haar sy.philitisch kind zoogen,-ook al heeft zijzelf geen tee kenen van de ziekte. Men mag niet in de syphilis het gevolg zien van het noodlot: Wij kennen de ziekte, wij weten hoe ze moet worden bestreden, Maar er zijn nog steeds veel te veel men schen, die onbekend zijn rnet de gevaren. Men moet daarom meerdere kennis ver spreiden. Na een kort woord van dank van den voorzitter, werd de vergadering gesloten. Bij beschikking van don Minister van Onderwijs enz., is met ingang van 1 Nov. a.s. aan den heer O. Mout, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend als assistent in het ziekenhuis (afd. Verloskunde) der Rijksuniversiteit, met gelijktijdige onthef fing van het geven van een cursus in kraamverpleging aan de verpleegstersals zoodanig voor het -tijdvak van 1 Nov. 1921 tot en met 31 Dec. a.s., benoemd den heer W. E. Sprenger, alhier; voor het' tijdvak van 1 Nov. 1921 tot en met 31 Dec. 1921 belast met het geven van een cursus in kraamverpleging aan -de verpleegsters, in het ziekenhuis der Rijksuniversiteit de heer W. M. E. Furstner, assistent in het ziekenhuis (afd. verloskunde). Het Pont-diploma voor maohineschri]- ven is uitgereikt aan de dames J. M. Verhoog, R. Th. E. Kok en J. J. v. d. Heyden, en aan de hoeren W. F. Ver- poorten, W. Huy, W. A. J. Bruynen cn P. J. Eikerbout, allen alhier. De dames J. N. van Dijk, A. J. C. de Keyzer, J. P. Hemerik en J. G. C. Hiemstra, allen alhier, zijn te Rotterdam geslaagd voor het examen vrije- en orde oefeningen. Prof. Nobécourt, hoogleeraar in de kindergeneeskunde en directeur van de kliniek te Parijs, heeft gisteravond in de collegezaal van prof. Nolen. die hem wel kom heette, een klinisch college gegeven met behulp van een patiëntje uit de kin derkliniek van den lector in de paediatrie, dr. Gorter. De datum, 3 November a.s., waarop het nieuwe Stedelijk Museum, hetwelk door mr. C. P. D. Pape, wonende i Den Haag, aan deze gemeente is aangeboden, namens den schenker aan het gemeente-bestuur zal worden overgedragen, is tevens die van den tachtigsten verjaardag van den schenker. In do gisteravond gehouden vergade ring van de afd. Leiden van den Nod. Neutr. Bond van Metaalbewerkers is de volgende motie aangenomen De leden van de afd. Leiden van den Ned Neutr. Bond van Metaalbewerkers, in verga dering bijeen op Donderdag 27 October kon nis genomen li-ebbende van het besluit van den Metaalbond, om een loonsverlaging in het gelicelo land afdeelingsgewijze door te voeren gokoord de besprekingen, keurt geed de houding, door het Bondahestuur aangeno men is van oerdeel, dat, hot doorvoeren van de aangekondigde loonsverlaging krachtig moet worden bestreden verklaart zich be reid door middel van staking, in samenwer king met de vier andere Metaalbewerkers bonden, mitsdien als regel 75 pCt. van een personeel bij het Conflict is betrokken, zich achter de leiding van de samenwerkende or ganisaties te scharen besluit tegen doorvoe ring der loonsverlaging, van 10 pCt. voor meerderjarige en 15 pOt. voor minderjari- go werklieden, hetgeen een brute en onge motiveerde aanslag be teekent op het wel vaartspeil der metaalbewerkers, op te treden; besluit, wanneer de -aankondiging van 'door voering der loonsverlaging gehandhaafd wordt, het werk bij dr leden van den Metaal- bond, o-p advies van ae samenwerkende orga nisatie?, niet te hervatten en gaat over tot de orde van den dag. Gisteravond hield de Oudercommis sie der Openbare School tweede klasse aan dc Langebrug haar Ouderavond. De Voorzitter, de heer A. J. J. Ver- brugge, opende de vergadering, welke door ruim 80 ouders werd bijgewoond. Na een korte inleiding gaf hij 't woord aan den Voorzitter der Oudercommissie, den heer IV. A. Beukma-n. Deze deelde de vergadering mede, dat de Oudercornmissie zich aangesloten liad bij de centrale commissie; verder had zij zich geabonneerd op enkele vakbladen, om zich beter op de hoogte te stellen van de beteekenis en het doel der nieuwe instel ling. Na er den nadruk op gelogd te heb ben, dat er een goede verhouding bestaat tusschen het personeel en de Oudercorn missie, gaf de Voorzitter het woord aan het hoofd der school, den heer A. J. J. Verbrugge, die in een aangename causerie het onderwerp van den avond inleidde: „Samenwerking tusschen School en Huis, speciaal op de 2de-klasse-scholen". Van de gelegenheid tot het stellen van vragen, naar aanleiding van dit onder werp, werd geen gebruik gemaakt. De spreker oogstte den dauk van den Voorzitter der Oudercommissie en van de vergadering. Bij de rondvraag deden enkele dames en heeren vragen, waarover op aangename wijze met het hoofd der school van ge dachte werd gewisseld. Daarop werd dë goed geslaagde samen komst gesloten. Van de ruim tweeduizend inzendingen voor den .opstellen-wedstrijd in verband met de Leidsche dieren week naar de plaat „Roodborstje" zijn er 228 bekroonde- met eerste, tweede en derde prijzen. De avond van de prijsuitdecling zal clus wel zeer ge animeerd worden. Men lette goed op de advertenties, welke binnenkort alle bij zonderheden Van Week zullen ver melden. i De nieuwe regeling van den Dienstplicht. Het Voorloopig Verslag is uitgebracht over het hernieuwde afcleelingsouclerzoek der Tweede Kamer van het wetsontwerp tot nieuweregeling van den dienstplicht. Gaven verscheidene leden als hun mce- ning te kennen, d'at een debat over de hou ding der Regeering in zake haar voorstellen tot nieuwe regeling van den dienstplioht bij "de verdere afdoening van deze voorstellen niet op zijn plaast zou zijn, en weiischten zij zich daarom, onder verwijzing naar de onlangs gehouden interpellatie-Marchant, waarbij reeds een uitvoerige gedachten- wisseling te dezer zake werd gehouden, thans van een bespreking van het in clezen door de Regeering gevoerde beleid te ont houden, andere leden waren van oordeel, "dat thans naas-t de meer zakelijke critiek op heb wetsontwerp in zijn tegenwoordigen vorm een enkel woord aan het defensie beleid der Regeering niet mag ontbreken. Deze leden kunnen niet ontkomen aan den indruk, dat dit beleid, dat toch een zoo bij uitstek belangrijk deel der Regeerings- ta-ak vormt, door 't tegenwoordige Kabinet niet met den noodigen ernst worcJt ge voerd. Hetgeen te dezen opzichte in de laatste maanden is geschied, getuigt van zeer weinig vastheid in de opvattingen van dit Kabinet over de militaire aangelegen heden, en doet bovendien de vraag rijzen, of het niet naast de belangen der lands verdediging ook wol eens redenen van par tijpolitiek zijn geweest, welke die Regeering tot het inslaan van een bepaalde richting "deden besluiten. Hoe toch is het anders te verklaren, dat, hezelfde Kabinet van vóór de crisis, gere construeerd, thans een voorstel aan het oordeel der Kamer onderwerpt, waarin wordt te gemoet gekomen aan de'wen- schen. destijds door een betrekkelijk kleine minderheid Tn do Kamer geuit, cn toen niet alleen d'oor den toenma-ligen Minister van Oorlog, maar door de geheele Regee- ring met kracht afgewezen? En hoe is het anders te verklaren, 'dat, terwijl die afwijking in hoofdzaak plaats had op grond van de verhooging van kos ten, welke de voorgestelde wijziging met zich zou brengen, thans door de ltegeeriag zelf wijzigingen in liet ontwerp zijn aange bracht, die het eindcijfer der toekomstig© oorlogsbegroolingen zonder twijfel veel liooger zullen doen rijzen, dan het ontwerp in zijn oorspronkelijken vorm zou geweest zijn? En dit nog wel, terwijl intusschen een nieuwe Minister van Financiën is op getreden, dde overigens geen gelegenheid laat voorbijgaan te toonen, dat hij zich be wust is van den moeilijken financieelen toestand, waarin ook ons land verkeert-, on die als liet ware onder het uitspreken van den ciscli van bezuiniging, zijn portefeuille hoeft aanvaard. Van andere zijdo is er intusschen op ge wezen, 'd:S door do wijzigingen, welke de Regcering in 't ontwerp heeft aangebracht, niet alleen is te gemoet gekomen aan de wcnschen van ëën kleine minderheid In de Kamer, doch, door liet terugbrengen van dc lichtingsterkle tot 19,500 man, eveneens ia rekening gehouden mot liet inzicht der destijds bestaande meerderheid. Dat 'deze wijzigingen oorzaak zouden zijn dat de oorlogsbegrooting ln den vervolge weer een veel hooger eindcijfer zou toonen. BINNENLAND, Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het wetsontv/erp tot nieuwe regeling van den dienstplicht. Het overcompleet personeel bij Post, Telegraaf en Telefoon. Oplichting van ruim vier ton te Am sterdam. De advocatuur in Ned.-Indië. De Indische leening. Er is een Hervormde (Gereformeerde) Staatspartij opgericht. BUITENLAND. Een memorandum van Duitschland, waarin het noodgedwongen de Opper-Sile- zische beslissing aanvaardt. Ook de Fransche Senaat geeft Briand een motie van vertrouwen. De spoorwegstaking in Amerika is afge last. Is van dezelfde zijde ten stelligste ontkend. Veresheidene leden zijn van meening, dat de Regeering beter zou gedaan hebben met het legervraagstuk nog eenigen tijd te laten liggen, en niet te trachten in clezen op schier elk gebied zoo moeilijken tijd, daaraan een definitieve oplossing te geven. Vele andere leden kunnen zich met deze oplossing niet vereenig en. Langer uitstel van de definitieve oplossing van de han gende vraagstukken met betrekking tot onze weermacht, zou niet in 's land's be lang zijn. Sommige leden vragen of aan de onder de tweede rnota van wijzigingen voorko mende liancSteekening van den Minister van Binnenlandsche Zaken slechts een for- meele beteekenis is te hechten, dan wel of er een bewijs in moet worden gezien, dat de voorst-ellen van minister Van Dijk de instemming hebben van bet gelreele Ka binet. Verschillende leden hebben opnieuw een pleidooi gehouden van algeheele ontwape ning. Zij kunnen hun stem niet geven aan het wetsontwerp. Van verschillende zijden is er op gewe- zen, tiafc, gezien den huidigen internatio nalen toestand, op dit oogenblik aan alge heele ontwapening in het geheel niet ge dacht kan worden en beperking van be wapening. ook niet in die nota mogelijk is als door velen gaarne zou worden gezien. Verscheidene leden, die ziek met het ont werp evenmin kunnen yereenigen, meenen dat de aangebrachte wijzigingen aller minst verbeteringen kunnen zijn. Terwijl in hert stelsel-Pop, dat oprecht was en er op wees, dat het eindcijfer dor begrooting niet naar boven zou gaan, een klien goed geoefend leger verkregen werd, dat slechts weinig beroepskader behoeft, geeft het thans voorgedragen stelsel een grooter en onvoldoend geoefend leger, waarvan de kosten aanmerkelijk hooger zullen blijken te zijn. Andere leden, die, omdat de dienstplicht wet een behoorlijke oefening van het leger moet verzekeren, hun stem aan de voor- stellcn-Pop niet hadden gegeven, gaan wel mee met het voorgestelde ontwerp, omdat dit een leger geeft, dat een eenheid vormt, in getalsterkte niet- volkomen onbeteeke nend is, en in zijn geheel een minimum van oefening heeft gehad, dat voldoende is te achten. Dat bovendien op de ruimst mogelijke schaal de gelegenheid gegeven wordt om dc geheelo militaire opleiding buiten de kazernes te ontvangen, is een voordeel van groote beteekenis. Verscheidene leden zijn bevreesd, dat, niettegenstaande de optimistische verwach tingen der Regeering, de uitvoering van do voorstellen weer tot aanzienlijke vorhoo- ging der uitgaven zal leiden, maar vele leden zijn met de R-egeering van oordeel, dat het voorgestelde stelsel tot aanmer kelijke bezuiniging op de legeruitgaven zal kunnen leiden on stellen deze bezuiniging zeer op prijs, nu ze zonder verzwakking der weermacht kan worcfen bereikt. Verscheidene leden wenscht en ?s Minis ters oordeel over het instituut der voor oefening te hooren. Zal hij dit instituut verdedigen, omdat het wetsontwerp, dat hij bij zijp optreden vond, nu eenmaal daarop gebaseerd is, of is hij daarvan zelf een ovei^buigd voorstander Moctyti -c^it laatste het geval ziju, dan meenden zij te mogen verwachten, dat de Minister door een krachtig optreden den tegenstand zal breken, welken hot ins/tituift tot heden van de zijde van het Departement en van liet leger heeft ondervonden. H. i. bestaat er noch voldoende samen werking tusschen de Inspectie van den vrijwilligen landstorm on 't Departement van Oorlog, noch tusschen "de genoemd® inspectie on het commando van het veld leger. Personeel der P„ T. en T. Op de vragen van het Tweodo-Kamer-lid den teer Van Stapelo inzake eon overcompleet aan peroonool bij hot Staatsbedrijf dor Posterijen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 1