VOOR DE JEUGD fi "lil" Vfcsfc5! i I ïTiï i ïTït ri t misTii gJ IS iiU tTil i iTïtS iï^®3 T 1C-IDSCH DAGBtAD 1 IfjL MRlW' i, 41. Donderdag1 6 October. Anno 1921. •Jr I I innnjiffi1 4 \3ö|y I Ai' L* j °A.» 4 'JL' a «JL« t 'JL' t zL» a tA* t tl» "-k* 4 1 *<4? 4 '"ê"*4 A tuE» 1 1 S 1. GRIJSKAPJE. 9 4 6' 4 'Af 9 Naar het Engelsch door E. D. ADAMS, Vrij bewerkt door G. H, (Skit). HOOFDSTUK V. Grijskapje was uitgenoodigd om op Ina's ver jaardag don gdheelen dag hij de familie Ellens door te brengen en onmiddellijk na het ontbijt. :kiom zij over het muurtje en liep zij naar do aangrenzende villa. Ina kwam haar reeds tege moet, opgewonden en vroolijk, en nam haar mee naar de speelkamer om haar de cadeautjes te laten zien. Al waren de geschenken allemaal moei, geen enkel scheen toch zoo de bewon dering van. haar vriendinnetje op te wekken als 'een stelletje poreeleimen dieren: een poes, wier rug een rood-fluweelen speldenkussentje was, een varkentje, dat als penncnwisscher dienst deed en een konijtje, dat op de achterpootjes stond en in de -voorpootjes een vingerhoed hield. „Die heb ik von Molly gekregen," zei Ina, terwijl haar gezichtje plotseling ernstig werd; „haar naam stond er ton minste op een papier tje bij. Maar zij wilde niet, dat ik er.haar een zoen voor gaf en ze heeft me zelfs niet eens gefeliciteerd." „Wat onaardig!" riep Grijskapje nu uit. ,,'t Spijt me, dat ik gisteren Sneeuwwitje ver stopt heb, dat zij het merkte," ging Ina voort; „zo was er boos om. Ze schijnt het zich erg aangetrcfldken 4c hebben." „Zij had 'het den laatsten tijd wel erg saai," zei hot buurmeisje nu weer, „omdat wij niets anders deden dan naaien." „Ja, maar als ze ons geholpen had, zouden we eerder Maar zijn geweest, hoewel met Sneeuwwitje had ze ons toch niet kunnen hel pen. Er is nu niets moer aan te doen; laten we nu maar heel aardig tegen haar zijn om het weer goed te maken." Grijskapje's gezichtje straalde, terwijl zij fluisterde: „0, wat ben ik blij, dat je dat zegt!" „Waarom?" vroeg Ina, haar vriendinnetje verbaasd aankijkend. „Omdat Molly er net uitzag, alsof ze het land had, vin-je ook niet?" „Ja.misschien wel.maar ze had ons toéh kunnen helpen, als zij gewild had." Grijskapje keek nu heel ernstig, terwijl zij ■vroeg: „Ina, speelden MoUy on jij altijd samen on deden jullie alles met je beidon, vóór dk kwam?" „Ja, eigenlijk wel," bekende Ina, „Maar dan komt het door mij, dat jullie te genwoordig minder van elkaar houdt", zei Grijs- kapje bedroefd. Ina keek verlegen, want zij wét maar al te goed, dat Grijskapje het bij het rechte eind had. Toen zij echter tranen zag in de oogen van haar vriendinnetje, sloeg zij haar arm om haar mid del en zei: „Zie je, Grijskapje, het verveelde cms zoo, al tijd maar met ons bedden to zijn! We verlangden alle tweo vneeselijk naar een vriendinnetje en toen jij kwam en wij je gezien haddien, wilden wij je allobed als vriendinnetje hebben!We gunden je aan elkaar nieten alle twee kon den wo toch niet je vriendinnetje zijnen jij en ik hielden van dezelfde dingen. Molly is heel andiers; daarom moesten wij haar aan haar lot overlaten. Maar waarom trek je het je eigenlijk zoo aan, Grijskapje?" „Omdat," antwoordde het huuranedsjo op fhuBfcarendoit tloon. „het niet eerlijk lijkt." „Maar nu zullen we het goedmaken,"' zei Ina. „Je moet niet bedroefd zijn op mijn ver jaardag, Grijskapje. Laten wij de poppen en het speelgoed voor de jongens klaarleggen voor van middag." Grijskapjo vxoolijkte dadelijk weer op. „Ik heb den ketting voor Sneeuwwitje meege bracht," zei zij; „wo zullen haar dus ook te voorschijn halen." Ina bewonderde opgetogen den ketting en toen ging zij met haar buurtje de kamer uit, ten .einde hom Prinses Sneeuwwitje om te doen. Zij hadden samen afgesproken de mooie pop te bewaren in een kartonnen doos in do kast der kleino logeerkamer, vlok naast Ina's en Molly's slaapkamer. In de latafel in dezelfde kamer la gen do poppen voor hot ziekenhuis. Ina lichtte het deksel dor doos op, doch slaak te plotseling een kreet van schrik. „0, Grijskapje!" riep zij uit, „Prinses Sneeuw witje is weg!" Grijskopj e keek over Ina's 6Choudor hoen en beide kinderen staarden ontzet op den bodem dor leego doos. „Waar kan ze zijn?" vroegen ze elkaar ein delijk. „Ik weet het!" riep Ina .plotseling uit. „Molly heeft haar! Zij heeft haar schuilplaats ontdekt en haar weggenomen. Wat een akelig, naar kin/d! Zoo'n jaloersch spook!" Ina ging door met in haar boosheid Molly allerlei loei ijk© namen te geven, totdat het haar op viel, dat Grijskapje niets zei. „Waarom zeg jij niet, dat je hot heel leeJijk van Molly vindt?" vroeg Ina nu boos. „Ik weet zeker, dat jij het ook vindt", voegde zij er nog aan toe, terwijl zij in het teleurgestelde gezicht je van haar vriendinnetje keek. „Ik docht er over na," antwoordde Grijskapje langzaam, „dat wij toch eigenlijk vreoselijk on aardig geweest moeten zijn, dat Molly ons dit aangedaan heeft. 0 Ina, laten we haar op zoeken en zeggen, dat we heelemaal niet boos op haar zijn, on alte drie vriendinnetjes willen wezen." Eén oogemblilk voord© Ina oen strijd met ricH- eolve. Toen zei zij: „Je bent tooh eigenlijk een grappig meisje, Grijskapje; Molly heeft ons heel leelijk behan deld en nu wil je nog beweren, dat het onze schuld is." „Ik geloof, dat het mijn schuld is, Ina. Ik' heb je van Molly weggenomen. Ik hald daar eigenlijk nog nooit zoo over nagedacht „Huil maar niet, jij kunt het heelemaal niet helpen," zei Ina mu, terwijl zij haar beide armen om den hels van haar vriendinnetje sloeg en haar hartelijk kuste. „Het is mijn sohuld, want ik wilde niet, dat MbHy ook jouw vriendinnetje was, enMaar huil nou niet langer!" „Zullen we haar gaan zoeken, Ina?" fluister de Grijskapje nu, terwijl zij haar oogen afveeg de en weer ghml'achte. „Ja," antwoordde Ina, „laten we naar baar ïoe gaan.'* Molly zat in haar gewone Koekje, -waar de oude appelboom over het muurtje hing. Haar gezichtje werd strak, toen zij Ina en Grijsikapje hand aan hand, nadéihij zag komen. Zij twijfel de er geen oogenblik aan,of zij kwamen haar vragen naar Prinses Sneeuwwitje en hun eer ste woorden bewezen, dat zij goed gedacht haid. „We zijn er niet boos om, Molly," zei Ina, haar beat doend vriendelijk te zijn, we willen aileen- maar weten, waar je baar gosbopt hebt." „Het kan me niet schelen, of jullie boos zijn of niet," antwoordde Molly knorrig. „Als jullie je ouwe pop wilt hebben, moot je maar eens kijken tussohen de struiken onder het raam naast onze slaapkamer. Zij is stuk en haar kleeren zijn gescheurd. Ik heb" haar uit bet raam gegooid; nou weet je *t!" Ina keek haar zusje sprakeloos van veronU waardiging aan. Na een poesje zei zij: „Molly, je bent een slecht kind! Dat vergeef ik je nooit, nooit!" Li a draaide rich om en liep, zonder ook maar één keer om te kijken, het pad ai. Molly sloeg haar hakken tegen den stam van den appelboom en keek haar na. Grijskapje bleef besluiteloos staan. Wie 'van de zusjes had haar op dit oogenbHk het meest moedig? Zou zij Ina achterna loopen of bij 'brom migie Molly blijven en iets tegen 'haar zeggen, dat een gevoelige snaar in haar hartje zou aanraken? Zij was het nog i met met zich eens, toen Ina den hoek omsloeg en uit het gericht verdween. Zou haar vriendinnetje denken, dat zij haar juist nu nu rij zoo'n verdriet had aJlleen liet? En het was vandaag nog wel haar verjaardag! Grijtsh-apj© keek naar Molly en haar besluit was genomen. Zij klom eveneens in den appelboom, sloeg haar arm om haar buurmeisje heen en begon ai fluisterend de geschiedenis van Prinses Sneeuwwitje te vertollen, en de reden waarom haar moeder 'haar gestuurd had en zij met zooveel zorg en, moeite aangekleed was. Intussdben liep Ina (den tuin doom. Zij baid een Meur van opwinding. Vlug liep zij naar de plek, die Molly haar uitgeduid had en begon zij tussohen de struiken, te zoeken. Bet had dien naoht hard geregend en do grond was erg nat. Zij hoefdie niet lang te kijken, vóór zij een wit voorwerp zag. In, het volgend oogenblik raapt© zij de pop op, die heelemaal stuk was en vuile gescheurde Moeren aanhad, de aam© pop, die enkele uren geleden nog d© beelderige Prin ses Sneeuwwitje was geweest. Ina wierp het ongelukkige ding opnieuw op den grond en liep driftig naar binnen. Het wats niet haar gewoon te te klikken, maar dat kon ze ni©t vóór zich houden, zij moest het haar moedor vertellen. Toen Ina van de dienstboden hooide, dat haar moeder was uitgegaan, voeMo zij zich diep ongelukkig. Zij ging naar het salon en verborg zich daar in een hoekje. Zij was buiten zioh zelve van boosheid. Maar al was zij ook nog zoo boos, Ina ikon tooh een inwendig stemmetje niet tot zwijgen brengen, een stemmetje, dat haar maar steekt? !d© woorden van Grijskapje herhaalde: „Ik dacht er over na, dat wij toch eigenlijk vreoselijk onaardig geweest moeten zijn, (dat Molly ons dit aangedaan heeft!" Toen deze woorden goed tot Ina doorgedron gen waren, was zij te eerlijk om zichzelf te wil-, len verzwijgen, dat zij waarheid bevatten. Waarom had Molly htm dit verdriet aange daan? Tot voor korten tijd waren de beide zus jes altijd de beste maatjes geweest. Het was een harde strijd, dien Ina mot haai trots streed. Eindelijk ging zij echter naar den tuin en sloeg (het paid naar den ouden appél boom in. De bedde meisjes waren uit 'den boom ge- komen en zaten nu op hét gras er onder. Zij zagen niet, dat Ina op hen afkwam, want Molly snikte, alsof haar 'hartje breken zou en Grijs-' kapjo deed al haar beet om haar te troosten. Het zien van het verdriet van haar zusje was genoog om Ina te overtuigen, 'dat het wer kelijk héog tijd was vrede te sluiten. „MoJïyl' riep zij uit, terwijl zij zich' naast do andoren op het gras liet neervallen. „Wo* scheelt er aan? Hud tooh niet zoo op mijn ver jaardag en kom nog eens naar mijn cadeau tjes kijken. Ik geloof, dat je de helft er van nog riet gezien hebt!.--»*, Molly, lieve Mjoflyl yea>

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 9