Een rare droom.
SPREUKEN.
CORRESPONDENTIE.
ANEKDOTES
Nu staat t oude kerkje
Zonder toren daar
Eli de menschen zuchten
,,Was die haan er maar."
Nu zijn ze vergeten,
Dat hij regen bracht,
Dat hij hun voorspelde
Menig storm'gen nacht.
Zoo gaan mooie dagen
Langs ons hart voorbij
Och, wanneer ze weg zijn,
Dan eerst missen wij.
TRUUS SALOMONS.
Zeg! weet1 je wat ik droomde:
Ik was een groot mijnheer,
En 'k reed met twaalf schimmels.
Den straatweg op en néér.
'k Za.t op een gouden wagen,
Die was geheel geivuld,
Met allerhande lekkers,
Wat heb ik toen gesmuld.
En zeven groote karren,
Met vrachten volgelaan,
Die kwamen allen achter
Dien gouden wagen aan.
Wat smaakte mij dat alles
Naar meer! dat was een pret
Doch eensklaps werd ik wakker
'k Lag in mijn eigen bed!
Hét oog steéde klaar,
En 't harte warm,
De lippen waar,
Als staal den arm;
Gedragen de zorgen
Van 't Heden en Morgen.
Bloemen zijn op ieders
weg te vinden,
Toch weten vélen niet
haar tot een krans te winden.
In ieder mensohenhasrt
ruischt een verborgen lied;
Waar zulks 'het schoonste ruischt,
ontwaart de Wereld niet.
Men léést in oogblik en gelaat
Wat in het harte ommegaat.
Het is weer een klein clubje, maar zooa'l's
Wijn and1 Eduard terecht schrijft, dan heb ik
look heter den tijfd om alles te lezen en heusch
5dat doe ik ook en steeds met meer pleizier,
want ik begin jullie steeds beter te kennen
en ik kan mij dus iedere week gemakkelijker
venplaatsen dn jullie gedachten. Wim Over-
duyn, wat kan jij al alleraardigst schrijven
ik vind dat kleine broertje van je, waar je
mij zooveel van vertelt, een slim ventje, Die
zal later ook wel tot mijn raadselneefjes gaan
bekooren, zooals je mij nu ook al voorspelt.
Mardetje SeydelL, geniet je zóó van je vacan-
tie I'k ben het volkomen met je eens dat
Den Haag zoo mooi is en het Haagscbe
Bosch is prachtig hè Ik zit er dikwijls uren
met een boek en geniet dan van de mooie
omgeving en het gezang der vogels, want o,
die zrijn er zóóveel en ze zingen soms zoo heer
lijk. A'dcrie Holtz, dat is met recht een goed
teeken als je weer op mag zitten en zelfs
even piano hebt mogen spelen. Fannie en
Ina Haujpt, gaan jullie met September in
Leiden wonen, en naar wélke sohool gaan
jullie dan Daar vindt jullie dan zeker wel
kinderen, die ook altijld aan de raadsels mee
doen. Ma/rie La man, veel pleizier als je uit
logee ren gaat- Hébben je ouders een grooten
tuin achter het huis J-.. schreef mij zoo over
die pereboomen, dius dan zal het wel niet zoo'n
klein stadstuintje zijn. Greetje Ort, vertel jij
maar eens aan Wi s dat haar lange brief
mij veel pleizier heeft gedaan. Ik nk eigen
lijk wel, dat zij de Kindercourant toch wel
zal blijven lezen, al hoort zij niet meer tot
ide raa'dsel'jeugd, dus zal ik voortaan haar
nog wel ee_s persoonlijk antwoorden in de
correspondentie, als zij miij schrijft. Annie
Zirkzee wat heb je 'genoten in Amsterdam,
en veel gezien ook. En nu kun je genieten
van 'het mooie boek dat je als prijs hebt ge
kregen Reinira Dreverman je mag je zelif
wel tot de grooteren rekenen als het niet te
moeilijk is; prr het maar eens. Gathia-
rina, zoo'n logeetje van nog geen 2 jaar
brengt nog veel tijd met slapen door, overdag
ook, dus zal je misec on wel tijd overhouden
om de raadsels op te lossen, als je er lust in
hebt- Piet van Rooyen, ik vinld dat je heel
netjes schrijft. Als je het op school ook altijd
zoo 'cfeet, krijg je daar zeker ook wel een goéd
cijfer voor. Karei WestcSorp, die noi «ook mee
gaat doen en mij welkom is, is zeker een
buunnnan van je. Dora Bergsma, wel bedankt
voor den spoortrein vol hartelijke groeten.
Mijn d'amk aan Jan Willy Dee en Willy Zuy-
d'erdKiyn voor de mooie ansichten.
Hartelijke groeten van
Mej. A'. KOOPMANS VAN BOEKEREN.
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET
VORIGE NUMMER,
1 Arbeid adelt.
2- Oorlogstoestand, oor, tand, star. toets1,
gast, stoel.
3. WiHhelmina, haan, Willem, Mina.
4. Moor, room.
o- Het slakkenhuis.
6. Springtouw, .grot, ring, -raps. wit.
Goéde oplossingen der raadsels ontvangen
van
Lena en Jaap Verboog, Lena en Herman
van Weizen, EHa Brugma»n<s, Piet en Sjoexd
Ma-zure], Joh.au Offringa, Jet en Emma Co-
ÜD, Wam Overdiuyn, Rina Oudshoorn, Leo
Provo Kluit, Annie Zirkzee, Johan Burger,
Wjjnand Eduard, Ma rietje Seydell, Marie
Lancel, Pietcr Klinkhamer, Marie Lam an,
Jacques en Grcetje Ort, Jan Briër, Our Bak
ker, J. W. Konin^e^ P, en W. van der Horst,
Jan Albert Brinks, AH-ie Holtz, Nelly Wey-
ers, Au nana dé Wekker, Rika den Older.
Koosje Söbuit, Bertha Kriek, Ina en Faunae
Haupt, Catharina en Reinira Dreverman,
Dora Bergsma, S- M. Korswagen, Karei Wes-
d«o«rp, Pietervan Rooyen.
RAADSELS.
Voor Allen.
De kleineren 3 en de greoteren 4.
L
Ingezonden door W. F. Louwrier.
Wie leert nooit en kan toch alle talen spre
ken
IL
Ingezonden door C- Helleman.
Hoeveel is te samen 2' pond en l1/? el
IIL
Ingezonden door Jacques Wessel.
Niémand wil het hébben, ©n wie het heeft,
wil het nooit meer kwijt.
IV.
Ingezonden door Piet Guley.
Met d ben ik 12
Mét r ben ik een vrucht.
Met k aan het raam.
yM
Ingezonden door Emma Oolin.
Wat lees je" uit d© letters: a, o, e, u, u,
t, t-, x, r, m, n, c, c, d»
VL
Ingezonden door Dora Bergsma.
Mijn geheel van 16 letters is iets dat heel
welkom is in de lente.
10, 4, 6, 9, 15, 14 i3 een zoetwatervisch.
10, 12, 3, 16 is een voedzaam eten.
5, 2, 11 is een vaartuig.
7, 8, 13 dis een «vlaktemaat.
1, 13, 15, 16 is een grondsoort.
Ingezonden door Willem van Es.
„Een aaknoes voor een armen blinde als
't u blieft Mijnheer".
„Wat ben jij blind Ik heb je vanmorgen
in het Plantsc-- - gezien, toen zat je een boek
te lezen.''
„Dat is. niet waar, Mijnheer, ik zat enkel
maar dé platen te bekijken".
Ingezon den door F. Hofsteen ge-
Een boer, 'dlie een steen vond, waarop bron
zen letters waren vastgehecht, brak déze er
af, deed alle losse letters door eïkandier in
een manlcl! en ging daarmede naar den mees
ter, om te vragen wat het opschrift betee
kende.
Ingezonden door W, Lauwrier.
Op S c h o o-L
Onderwijzer„In welken van zijn veldsla
gen werd. Gustaaf Adolf gedood
Leerling (na lang peinzen) „Ik geloof in
zjjn laatsten. Meester." <y